VRAAGSTUK
Alles Kapot INTERVIEW MET ANTON VAN DYCK Een boek met als omslagfoto een hamer en als titel Alles kapot!, het schept een zekere sfeer. Het interview verloopt gelukkig niet zo heftig als de titel van het boek doet vermoeden. Ik ontmoet de auteur van dit eigenzinnig essay over identiteit en natiebouw, Anton Van Dyck, mensenrechtenlobbyist bij deMens.nu, digitaal op een regenachtige meidag. Het wordt een gesprek over identiteit, populisme, zwarte piet, cultuurrelativisme en waardensystemen. Aan thema’s geen gebrek. Linde Waeyaert
De titel van uw boek is ‘Alles kapot’, vanwaar de keuze voor deze titel? Ik had veel moeite met het bedenken van de titel en kwam enkel op pompeuze, pretentieus klinkende titels. Tot ik het nummer Alles Kapot van de Nederlandse groep Goldband hoorde: ‘Ik maak alles kapot maar niet bij jou’, zongen ze. Ik hoorde daarin een referentie naar de Duitse beweging na de Tweede Wereldoorlog. Veel kunstenaars en schrijvers hadden toen het gevoel dat hun kunst was misbruikt en gemobiliseerd in de uitbouw van het Derde Rijk. Zij vonden dat ze de kunst moesten neerhalen en zichzelf opnieuw heruitvinden. Het idee van het opnieuw starten, gecombineerd met de nataliteitsgedachte die je ook terugvindt bij Hannah Arendt, komt terug in die twee woorden Alles Kapot. Bovendien gaat het boek voor een deel over populisme en er is niets populistischer dan luid te roepen dat alles kapot moet of is. Ik wou een titel die reactie uitlokt, maar nuanceer het populistische ervan met de ondertitel Pleidooi voor natiebouw. Om op een positieve manier aan natiebouw te doen, en om onze samenleving en democratie te versterken, is volgens u identiteit belangrijk. Wat hebben die zaken met identiteit te maken? Op het politieke niveau zie ik een grote onzekerheid als het over identi-
DEGEUS
teit gaat. Die onzekerheid leidt ertoe dat we rigide gaan denken en dat we de structurele zwaktes van ons eigen functioneren, zowel als politieke beweging maar ook als natie, niet meer zien. Met als gevolg een sterke polarisering en een vertrouwensbreuk tussen burgers onderling en tussen burgers en de staat.
In plaats van één normenen waardenstelsel voor elf miljoen burgers moeten we gaan naar elf miljoen verschillende normenen waardenstelsels ANTIFRAGIELE IDENTITEIT We moeten dus met meer zelfvertrouwen over identiteit durven nadenken. Maar u pleit er wel voor om dat helemaal anders te doen dan in het huidige identitaire discours van bijvoorbeeld De Wever. Hoe dan? Identiteit heeft voor mij ook te maken met waarden, maar dan niet opgevat als afvinklijstjes van zaken waaraan je moet voldoen om tot een bepaalde identiteitsgroep te behoren. Je kan waarden niet op die manier verabsoluteren. Het gaat erom hoe je waarden beleeft en er een invulling aan geeft. Dat kan voor iedereen verschillend
zijn. Ik pleit dus voor een flexibele aanpak. Het is verkeerd om waarden en de invulling ervan op één, exacte manier te willen definiëren. Je kan waarden immers op verschillende manieren beleven en invullen. In plaats van één normen- en waardenstelsel voor elf miljoen burgers moeten we gaan naar elf miljoen verschillende normen- en waardenstelsels, waarin we dan op zoek kunnen gaan naar overlappingen. Die overlappingen moeten we dan aanmoedigen via natiebouw en verbindingsprojecten. Loert, met elf miljoen waardensystemen, het relativisme niet om de hoek? Is er in uw visie nog plaats voor universele waarden, die overal gelden, of voor waarden die collectief gedeeld worden? Nee, er is geen sprake van relativisme want het is zoals ik zei mogelijk om overlappingen te vinden in al die verschillende belevingen en waardenstelsels. We kunnen er een aantal gemene delers uithalen en van daaruit kunnen we gaan naar iets dat we universele waarden kunnen noemen. Denk bijvoorbeeld aan de Verlichtingswaarden, aan principes als vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Maar het is uiterst belangrijk om die niet al te rigide in te vullen. Het is belangrijk dat die principes en waarden uitgedaagd worden, zodat ze in permanente ontwikkeling blijven.
juli 2021 > 27