BOEKENREVUE
Meervoudige identiteit Identiteit, enkelvoud, het lijkt zo eenvoudig. Identiteit werd afgeleid van het Latijnse identitas, de kwaliteit van wat hetzelfde (identiek) is, individu, ondeelbaar. Een identiteitskaart volstaat om iemand staatsrechtelijk als een uniek individu te identificeren. Die overkoepelende identiteit kan beter persoonlijkheid genoemd worden: een complex van identiteiten die al dan niet onafhankelijk van elkaar kunnen evolueren. Denk aan leeftijd, scholing, ideologie, beroep en hun onderlinge verbanden. Op je vijfde en twaalfde ben je in tal van opzichten iemand anders dan op je vierentwintigste of vijftigste. Gie van den Berghe
Identiteiten zijn labels (etiketten, benamingen) die mensen zichzelf opplakken en/of opgeplakt krijgen, eigenschappen waarmee men zich identificeert en/of wordt gelijkgeschakeld. Identiteiten hebben betekenis voor wie ze draagt, ze bepalen delen van het gedrag en gevoelens op manieren waarvan men zich niet altijd bewust is. Ze verbinden gelijkgestemden en bepalen tot op grote hoogte hoe anderen je zien, benaderen, behandelen.
We behoren niet gewoon tot de mensheid; wij geven de voorkeur aan onze eigen soort Identiteiten ontstaan vrijwel altijd door tegenstelling. De gemeenschap waartoe men behoort wordt niet zelden gedefinieerd door contrastering met wie er niet bij hoort. Identiteiten verbinden en verdelen. Dat ze mensen tegen elkaar kunnen opzetten heeft vooral te maken met het feit dat men er veelal van uitgaat dat in de kern van elke identiteit een essentie zit die ‘identieke’ mensen bindt. Verondersteld wordt bijvoorbeeld dat een uiterlijk verschil als huidskleur innerlijke verschillen weerspiegelt waardoor ‘anderen’ intrinsiek van ons afwijken. Wat vreemd is wordt als vreemdeling behandeld.
DEGEUS