1626. Hij was ook jarenlang burgemeester, nl. van 1626 tot 1630, van 1632 tot 1638 en weer van 1641 tot aan zijn dood in 1643. Anno 1616 In 1616 vinden wij onder nr. 14 op het kaartje van Lowys De Bersacques zijn zoon Pieter Vande Keere, de jonge, als eigenaar. Het erf was 52 vierkante roeden groot en paalde in het oosten aan het Hospitaal (huis nr. 17), in het zuiden aan de markt, in het westen aan het erf van Guilaume Bernaerdt (huis nr. 15) en in het noorden aan het pand van het grauwzusterhuis in de Bruggestraat. Anno 1635 Het landboek van Tielt-binnen vermeldt in 1635 nog steeds Pieter Vande Keere als eigenaar. De ‘kadastrale waarde’ werd op 2 bunder geschat. Huis nr. 16 mét brouwerij kwam later in handen van Roeland Vande Keere, de oudste zoon van Pieter Vande Keere. Die bezat al huis nr. 14 en was gehuwd met Judoca Beemaert. Na hem ging het pand over in handen van zijn dochters Petronella Vande Keere (in 1649 gehuwd met Charel Tuytens) en Catharina Vande Keere. Die trouwde in 1651 met Hendric Coussens: H eynderyck Coussens thuw elyck hebbende Catharine Vande Keere over de ontvrem dynghe van syn huusvrauwens poorterie (...) (SR 1650-52) Het pand had een uitweg naar de Bruggestraat en ressorteerde onder de Quaede Schuelt. Later zal een deel ervan in handen komen van Joos De
Meyere, de tweede echtgenoot van Petronella. Een ander deel zal naar de kinderen van Hendric Coussens, de echtgenoot van Catharina, gaan. Anno 1732 Het Landboek van Tielt-binnen noteert als eigenares in 1732 Jouffrouw de Weduwe D heer Joannes Vander Piete, dus Judoca Vande Keere. Jan Vander Piete heeft het huis nr. 16 met brouwerij in 1688 gekocht van de weduwe en de erfgenamen van Joos De Meyere: (...) dheer Jan Vander Piete f s H ubrecht als cooper van thuys ende brauwerije ghestaen opde neermarckt deser stede gecom peteert hebbende de Weduwe ende hoirs Joos 143