Nummer 2 / November 2021
Vernieuwend onderwijs
Het onderwijs van de toekomst
30 nov -
4 dec
special
30 nove - 4 dece mber mber
Programmeren in de klas Ervaringen van docenten
Voor- en vroegschoolse educatie
Uitdagingen bij curriculumontwikkeling
www.primaonderwijs.nl / verschijnt 5x per jaar
Succesvolle pilot syntheseklas Kinderen minder snel overprikkeld
PrimaOnderwijs 1
‘
VOORWOORD
‘
Vernieuwend onderwijs In het huidige onderwijsdebat is er veel aandacht voor het onderwijs van de toekomst. De discussie richt zich onder meer op de vraag hoe je de kritrische en creatieve nieuwe generatie, die opgroeit in een snel veranderende maatschappij, opleidt. De Covid-19 crisis heeft de discussie verder doen aanwakkeren en het onderwijs bovendien voor grote uitdagingen gezet. Maar tegelijkertijd biedt de huidige tijd ook veel kansen voor onderwijsvernieuwing.
In deze PrimaOnderwijs besteden we uitgebreid aandacht aan het thema vernieuwend onderwijs (en opvang), dat tevens het thema is van de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) 2021. Het grootste event voor onderwijzend Nederland is eindelijk weer te bezoeken van 30 november tot en met 4 december in de Jaarbeurs te Utrecht. We lichten alvast een tipje van de sluier op wat er te beleven is op de beurs in een speciaal NOT katern (p. 6). Je kunt inspirerende sprekers en onderwerpen verwachten. Hoe ziet het klaslokaal van de toekomst er bijvoorbeeld uit? Hoe kun je passend onderwijs bieden en toch voldoende differentiёren? Welke onderwijsinnovaties zijn er de afgelopen tijd gedaan? De term vernieuwend onderwijs wordt breed geїnterpreteerd. Dit werd me al snel duidelijk toen deze editie van PrimaOnderwijs steeds meer vorm kreeg.
Wat alle artikelen in deze editie gemeenschappelijk hebben? De afzenders willen met hun onderwijs(concept), dienst of product alle leerlingen een goede start geven en hen zo goed mogelijk voor bereiden op de toekomst. Zo deelt SLO, het landelijke expertisecentrum voor het curriculum, handige tools en handreikingen voor de voor- en vroegschoolse educatie (p. 44), is het dankzij een succesvolle pilot met de syntheseklas mogelijk voor leerlingen om op hun reguliere basisschool te blijven en doorstroom naar het speciaal (basis)onderwijs terug te dringen (p. 38), biedt het NOVA Tienercollege kinderen een zachte landing die wat meer tijd nodig hebben om te wennen aan de middelbare school (p. 28) en zorgt de ondersteuning vanuit het Nationaal Programma Onderwijs op het IJsselcollege voor een impuls in de begeleiding op maat van leerlingen (p. 34). Deze en nog veel meer inspirerende verhalen vind je in de nieuwste editie van PrimaOnderwijs. Veel leesplezier! Esmee Weerden Hoodredacteur PrimaOnderwijs
Ideeën, vragen, verzoeken voor PrimaOnderwijs? Mail naar redactie@primaonderwijs.nl Volg @PrimaOnderwijs ook op Instagram, LinkedIn, Twitter en Facebook. PrimaOnderwijs 3
Nummer 2 november 2021
16
Het klaslokaal van de toekomst
28
Inhoud 20
24
Hoe voer je vernieuwingen door?
Het NOVA Tienercollege: voor leerlingen van 10-14 jaar
38
Programmeren in de klas
Succesvolle pilot syntheseklas
32 NXplorers Junior: aan creativiteit geen gebrek! 34 NP Onderwijs geeft impuls aan leerlingbegeleiding 48 KindVak: samen op ontdekkingsreis 52 Leerkrachtverwachtingen bespreekbaar maken
44
54 Lesmateriaal Ken je rechten van Unicef
Welke uitdagingen zijn er in de voor- en vroegschoolse educatie?
60 Cybercrime plegen in de klas? 70 Een studie kiezen met een chatbot 74 W&T als verrijking van reguliere vakken 82 Een mens is pas vergeten…
Volg ons
@primaonderwijs
86 Een goede les is de basis van je vak
Colofon
Redactie 030 - 241 70 44, redactie@primaonderwijs.nl, postbus 40266, 3504 AB Utrecht
Hoofdredactie Esmee Weerden
Sales 030 - 241 70 21, account@edg.nl
Vormgeving Martin Hollander, Tom Venema
Klantenservice 030 - 241 70 20 klantenservice@edg.nl
Medewerkers Brigitte Bloem, Heleen de Bruijn, Klaske Delhij, Marianne Eggink, Sanne van der Most, Marleen Kuijsters, Malini Witlox
Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 5 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een wekelijkse nieuwsbrief en de website www.primaonderwijs.nl
Foto’s iStock, Shutterstock
Met 150.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals.
PrimaOnderwijs is een uitgave van
©Copyright 2021 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelinge n.
30 nov - 4 dec
Live én
30 november digitaal- 4vakevent! december
Het grootste event voor onderwijzend Nederland staat weer voor de deur: NOT 2021. Van 30 november tot en met 4 december is de beurs zowel live in de Jaarbeurs te Utrecht als online te bezoeken. Deze hybride vorm zorgt volop voor interactie.
Deze editie staat in het teken van ‘vernieuwend onderwijs & opvang’. Hierbij is natuurlijk veel aandacht voor leren en werken op afstand en de nieuwste digitale leermiddelen, wat door de coronapandemie in een stroomversnelling terecht is gekomen. Je kennis opfrissen of juist verbreden? Denk aan sessies over hoe het klaslokaal van morgen eruit ziet en wat daarbij komt kijken. Ook komen digitale tools aan bod, van AI tot VR en van augmented reality tot hybride onderwijs. In deze PrimaOnderwijs geven we alvast een preview van enkele sprekers op de beurs. Door deel te nemen aan de lezingen en presentaties in de twee Studielokalen en in de Exposantentheaters ga je in ieder geval boordevol ideeën huiswaarts. Alle sessies in de Studielokalen worden opgenomen en zijn na afloop van de NOT terug te kijken. Nieuw deze editie is de mogelijkheid om te netwerken met deelnemers en/of vakgenoten voor aanvang én tot en met een week na afloop van de beurs via het online platform GRIP.
6
Nieuw: NOTv Dit jaar wordt er in aanloop naar, tijdens en na afloop van de NOT voor het eerst NOTv ‘uitgezonden’. Tijdens de beurs wordt er dagelijks een waar NOT Journaal gemaakt met als presentator Sander Gordijn, beter bekend als Meester Sander. Met een camera in de hand gaat hij de beursvloer op, interviewt bezoekers, sprekers en exposanten en legt allerlei nieuwtjes en handige tips op beeld vast. Het NOT Journaal geeft je een terugblik op de beursdag en alvast een vooruitblik op wat nog komen gaat. Dit alles is te volgen via de social media kanalen en de website van de NOT.
Spreekbeurten Podium en Bewegend Leren Plein Ook op de beursvloer blijft de NOT vernieuwen. Op het Spreekbeurten Podium is van alles te zien en te beleven. Zo kun je er de nieuwe documentaire ‘Iedereen is leerling’ bekijken, waarin een ode wordt gebracht aan het leraarschap. Daarnaast worden op dit creatieve podium de nieuwste kinderboeken gepresenteerd en zijn er ‘spreekbeurten’ over muziek en dans.
Vervolgens kom je op het Bewegend Leren Plein van ConnectAndPlay en Wieblie letterlijk in beweging. Ontdek de interactieve beweegvloer en maak kennis met het online platform vol lessen en ondersteuning om bewegend leren een plek te geven in het onderwijs.
30 nov - 4 dec 30 november - 4 december
Innovatietunnel Iedere editie staat de NOT weer vol met de mooiste innovaties. Tijdens deze editie maken er maar liefst 18 innovaties kans op de Jury- en de Publieksprijs. De winnaars worden op 30 november op de beursvloer bekend gemaakt. Alle innovaties kun je bewonderen in de Innovatietunnel in hal 2.
Meld je nu gratis aan voor NOT 2021 op www.not-online.nl @NOTonderwijs @ not_onderwijs Linkedin Youtube
Je vraagt je misschien af, hoe bezoek ik zo’n grote beurs veilig in tijden van corona? Om de veiligheid van alle bezoekers zo goed mogelijk te garanderen, wordt er gebruikgemaakt van het coronatoegangsbewijs. Daarnaast blijven de basisregels van het RIVM gelden: doe de gezondheidscheck, desinfecteer je handen en blijf thuis bij klachten. Zo zorgen we er samen voor dat jouw bezoek veilig is. Op www.jaarbeurs.nl/veilig vind je het antwoord op al je vragen omtrent het veilig bezoeken van de NOT.
#not #not2021 #jaarbeurs
Boeiend Onderwijs Creativiteit
Veilig bezoek aan de NOT
met iPad
Verbonden onderwijs omvat meer dan alleen basistoegang tot het internet en devices. Technologie die optimaal wordt benut kan leerlingen op nieuwe manieren toegang bieden tot hoogwaardig materiaal en tools die dit materiaal relevant maken.
De iPad ondersteunt leren op basis van ontdekken, vragen stellen en creëren bij alle vakken. Creativiteitsapps. Ontdek en toon ideeën op duizenden manieren met ingebouwde Apple apps. Apple Pencil. Maak notities, schets en ontdek manieren om concepten te verduidelijken. In het gratis lesmateriaal ‘Iedereen is creatief’ voor de onder- en bovenbouw komen de onderwerpen Foto, Video, Muziek en Tekenen aan bod.
Persoonlijk leren De iPad ondersteunt persoonlijker leren via apps zoals Gynzy, Snappet en Wereld in Getallen. Maar ook populaire apps als Squla en Duolingo zijn beschikbaar.
Verbonden
Programmeren Productiviteit De iPad sluit naadloos aan bij de bestaande software op school zoals Google en Microsoft. Een optioneel toetsenbord maakt de iPad nog productiever!
De iPad stelt leerlingen in staat om via leren programmeren te ontdekken hoe computers werken en dat deze nodig zijn om problemen op te lossen (computational thinking). De app Swift Playgrounds bevat gratis een complete leerlijn ‘Iedereen kan programmeren’. Ook andere populaire apps zoals ScratchJr en Lego Spike zijn beschikbaar.
onderwijs@xando.nl | 038 - 425 40 60 www.xando.nl/onderwijs
PrimaOnderwijs 9
Want super chille kinderen leren beter!
85%
62% van de leraren ervaart na gebruik van de app een meer ontspannen klas met meer focus.
van de leraren raadt de app aan bij een collega.
71% van de leraren wordt zelf meer ontspannen.
De klassikale oefeningen worden wetenschappelijk onderzocht op effectiviteit.
Uitreiking NOT Innovatie Award 2021 Tijdens NOT 2021 wordt wederom de Innovatie Award uitgereikt. ‘De jury van de Innovatie Award was vooral heel benieuwd welke verrassende en waardevolle onderwijsinnovaties deze bizarre en tegelijkertijd unieke tijd heeft opgeleverd’, zegt juryvoorzitter Andrew Niemeijer. ‘Onze keuze zal gebaseerd zijn op het thema van deze NOT, vernieuwend onderwijs en opvang.’ Tekst: Brigitte Bloem
De NOT Innovatie Award is een initiatief van Jaarbeurs en is bedoeld om innovaties te stimuleren en een brede bekendheid te geven. Een onafhankelijke jury beoordeelt de inzendingen van exposanten, selecteert daaruit een aantal genomineerden en maakt tijdens de eerste beursdag van de NOT twee winnaars bekend. ‘Voor het eerst in al die jaren reiken we twee Innovatie Awards uit. Het wordt een bijzondere editie van de NOT’, legt juryvoorzitter Andrew Niemeijer, leraar Engels en tevens voorzitter van de Leraren van het Jaar, uit. ’Andere edities van de NOT kozen we per onderwijssector de beste innovatie, maar nu vinden we twee gepast: één Juryprijs en één Publieksprijs. Tijdens deze coronacrisis blijkt wederom het belang van innovaties. Innovaties hebben leraren in staat gesteld om op afstand toch invulling te geven aan het onderwijs’, stelt Andrew. ‘De uitdaging is nu hoe we didactische verdieping kunnen aanbrengen en niet in tools blijven hangen.’ Van de achttien ingezonden innovaties heeft de vakjury inmiddels vijf innovaties genomineerd voor de Juryprijs, waaruit ze straks de winnaar kiest. Welke innovatie de Publieksprijs ontvangt? Dat kun jij mede bepalen! Tot en met 23 november 2021 kun je via de NOT-website jouw stem uitbrengen op de innovatie die jij het meest onderscheidend en beste vindt.
30 nov - 4 dec 30 november - 4 december
De achttien innovaties zijn (in willekeurige volgorde):
•
Begrijpend lezen bij BASS, ontwikkeld door BASS Methode • Succes met rekenen!, ontwikkeld door Leerkans.com • Leerlingbespreking.nl, ontwikkeld door Leerlingbespreking.nl – Genomineerd voor Juryprijs • Plenda Applicatie, ontwikkeld door Plenda • Scoop-i-doe, ontwikkeld door Fantasietheater Kaleidoscoop – Genomineerd voor Juryprijs • Het Executieve Functies Spel, ontwikkeld door Leren Leren Schiedam • Het Bewegend Kind, ontwikkeld door Natuurlijk Bewegen • Breukosaurus Rex, ontwikkeld door Level 21 vzw – Genomineerd voor Juryprijs • KidsKootsKist, ontwikkeld door KidsKoots • EF-planagenda, ontwikkeld door Onderwijscentrum Opnij • Denktekenen, ontwikkeld door Filosovaardig – Genomineerd voor Juryprijs • Mijn Leerlijn, ontwikkeld door sCoolSuite • De Schoolpleinvergroeners, ontwikkeld door De Schoolpleinvergroeners – Genomineerd voor Juryprijs • Leerlijn Executieve Functies PO, ontwikkeld door Wegwijs Counselling & Coaching • Quiboba leer je talen, ontwikkeld door Quiboba • VOLG (Volg Ontwikkeling Leerling Gericht), ontwikkeld door PONTE • Purified Fresh Air SystemTM, ontwikkeld door Air@Work • De Super Chill App, ontwikkeld door Super Chill
Ga naar www.not-online.nl/bezoekers/inzendingen-not-innovatie-award-2021 om jouw stem uit te brengen!
PrimaOnderwijs 9
Letterster is een digitale alles-in-één-oplossing om lees- en spellingproblemen aan te pakken. Het oefentraject sluit naadloos aan bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Zo geeft de school eenvoudig en doelgericht, passende ondersteuning op het gebied van lezen en spellen op zorgniveau 3. Letterster ondersteunt • leerlingen die het tempo van de groep niet bijhouden • leerlingen die dreigen te stagneren in hun lees- en/of spellingontwikkeling • leerlingen met dyslexie die niet in aanmerking komen voor vergoede dyslexiezorg • leerlingen met dyslexie die hun behandeltraject hebben afgerond • leerlingen met een NT2-achtergrond • leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis
www.lexima.nl/letterster Bezoek Lexima tijdens de NOT: hal 1, stand B062
PAKHUIS VOL VERHALEN De vele stemmen van de VOC Kom naar het Zuiderzeemuseum en duik in de wereld van de VOC. Luister naar verhalen, voer de opdrachten uit en vorm zo je eigen mening over ons verleden! Groep 6 t/m 8
HEY, DOCENT! WIL JIJ POSITIEVE IMPACT MAKEN IN HET ONDERWIJS? YOUNG IMPACT HELPT JOU OM TALENTONTWIKKELING EN BURGERSCHAP TE BOOSTEN IN JOUW KLAS.
Boek een momentje voor jezelf op de NOT Van 30 november tot 4 december kun je volop inspiratie opdoen op de NOT in de Jaarbeurs in Utrecht. We heten je hartelijk welkom op de stand van ABP, voor een momentje voor jezelf. Tijdens een gesprek van ca. 20 minuten met onze pensioenvoorlichters kom je alles te weten over jouw pensioen.
MELD JE AAN EN ONTVANG GRATIS TIPS EN TRICKS VAN ONZE YOUNG IMPACT-TRAINERS!
MELD JE AAN
YOUNGIMPACT.NL/DOCENTEN
Ga naar abp.nl/momentje en boek een tijdslot voor dit persoonlijke pensioengesprek met ABP. Wij zorgen voor een kop heerlijke koffie, of cappuccino! ONTMOET ONS OP STANDNUMMER 01.F106
Robots in de klas: breng STEM en programmeren tot leven nooby.tech heeft als missie robotica en STEM oplossingen naar elke school in
Nederland, België en Luxemburg te brengen. We bieden educatieve robots, STEM
kits en robotica kits aan voor basis-en middelbare scholen. Om je te helpen deze succesvol te integreren in je klas, bieden we gratis proefperiodes, hulpbronnen, opleidingen en workshops voor leerkrachten aan.
Samen met onze partner VEX Robotics hebben we STEM/Robotica oplossingen voor elke leeftijdsgroep:
• VEX 123: Een interactieve, programmeerbare robot voor de allerkleinsten om hen zonder scherm te leren coderen.
• VEX GO: Een betaalbaar constructiesysteem dat leerlingen van 8 tot 11 helpt
om op een leuke en positieve manier STEM en programmeren te ontdekken!
• VEX IQ: Een programmeerbaar, in elkaar te klikken robotica systeem. Leerlingen vanaf de laatste graad van het lager onderwijs kunnen robots ontwerpen, bouwen en deze coderen in Scratch of C++.
Heb je hier interesse in? Op onze stand kan je verschillende activiteiten proberen om te zien hoe leuk het is om met robotica te onderwijzen. Waar op de beurs?
Je kunt nooby.tech vinden op stand 02.F042.
30 nov - 4 dec 30 november - 4 december
Basisscholen Elk kind is uniek, maar het gemiddelde is de norm voor het leerstofjaarklassensysteem. Veel basisscholen lopen daarom binnen de huidige organisatie van het onderwijs tegen grenzen aan. Hoe kun je passend onderwijs bieden en voldoende differentiëren? Drie sprekers komen in inspirerende NOT-presentaties met suggesties voor het anders organiseren van het basisonderwijs. Tekst: Brigitte Bloem
Pepijn Dousi: ‘We komen in het onderwijs veel moetivatie tegen’ Pepijn is één van de meesters van Motivatiemeesters. Hij ondersteunt schoolleiders en teams in het po, vo en mbo om eigenaarschap, inzet en betrokkenheid binnen hun school te vergroten. ‘Leraren ervaren dat de motivatie van leerlingen afneemt naar mate hun schoolcarrière vordert. Dit komt onder andere doordat leerlingen ervaren dat ze veel dingen moeten waarvan ze het nut niet inzien. We spreken dan van gecontroleerde motivatie. Ook wel ‘moetivatie’ genoemd. Het is hard werken in een klas met leerlingen die vooral moetivatie ervaren. Maar er is hoop! Je kan met – soms kleine – aanpassingen in je aanpak al een verschuiving teweegbrengen van moeten naar willen.’
12
Van moeten naar willen Uitgangspunt voor Motivatiemeesters is de motivatietheorie van Edward Deci en Richard Ryan, de zelfdeterminatietheorie. Deze theorie gaat uit van drie psychologische basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Het tegemoetkomen aan de basisbehoeften heeft een positief effect op de beweging van gecontroleerde motivatie naar autonome motivatie, ook wel de beweging van moeten naar willen genoemd. Pepijn neemt de deelnemers aan de NOT mee in deze wereldwijd leidende motivatietheorie. ‘In mijn sessie combineer ik kennis uit (praktijk)onderzoek met kennis uit de eigen onderwijspraktijk van de deelnemers. En natuurlijk deel ik tips die de deelnemers de volgende dag in de praktijk kunnen toepassen. Wil jij eigenaarschap, inzet en betrokkenheid op jouw school vergroten? Dan zie ik je graag bij mijn sessie.’
www.motivatiemeesters.nl
30 nov - 4 dec
SlimFit-scholen het nieuwe passend onderwijs? Marius Berendse is directeur van SlimFit Onderwijs en deelt zijn ervaringen op het gebied van unitonderwijs met de bezoekers van de NOT. ‘De kern van SlimFit-scholen is dat jaarklassen plaatsmaken voor grotere eenheden’, legt hij uit. ‘Als je de eenheid groter maakt en in teamverband - units - gaat werken, zie je twee dingen. De leerlingen worden niet langer puur op leeftijd ingedeeld, maar op ontwikkelingsniveau. Het tweede dat je ziet is dat de leraren en onderwijsassistenten zich gaan specialiseren.
30 november - 4 december
De expertise van elke professional kan beter worden benut. Omdat er meer mensen met verschillende talenten worden ingezet binnen de units, ook specialisten van buiten de school, krijgen de leerlingen passend onderwijs aangeboden.’ Marius komt veel op de unitscholen en merkt dat leerlingen meer vrijheid voelen om zelf hun schoolwerk te plannen. Bovendien werken leraren als team en staan ze niet meer geïsoleerd voor hun groep.’ Lees ter voorbereiding op de NOT-presentatie van Marius Berendse alvast enkele gratis downloads van het boek dat hij samen met collega’s schreef:
shop.bazalt.nl/leren-anders-organiseren en kijk op: slimfit.meteddie.nl/
anders organiseren Wij-leren.nl begeleidt scholen naar toekomstbestendige flexibele organisatievorm Machiel Karels van kennisplatform Wij-leren.nl begeleidt scholen bij verandertrajecten. ‘Het organisatie-model van je school is altijd ondergeschikt aan hetgeen je met je leerlingen wilt bereiken’, vindt Machiel. ‘Door flexibele organisatievormen te hanteren, kan er beter worden afgestemd op het niveau en de behoefte van leerlingen en kan er meer maatwerk worden geleverd.’ Machiel ziet veel voordelen in het groeperen in andere eenheden dan het klassikale model. ‘Binnen een grotere groepseenheid dan een klas kun je met meer onderwijsprofessionals de taken beter verdelen en wordt het mogelijk om te werken in stamgroepen en flexibele instructiegroepen. Maar ook geeft het meer mogelijkheden voor individuele aandacht of werken in alle rust. Je kunt, kortom, veel kindgerichter bezig zijn.’ Ook voor het team ziet Machiel grote voordelen. ‘Elke leraar kan zijn of haar eigen talenten en kwaliteiten beter benutten. Betere afstemming en samenwerking heeft bovendien positieve gevolgen voor de werkdruk.’
Tips voor flexibele organisatiemodellen Machiel zal tijdens zijn NOT-presentatie zeven valkuilen van anders organiseren de revue laten passeren, waar scholen alert op moeten zijn. Vervolgens krijgen de deelnemers zeven tips voor een zorgvuldige
implementatie van flexibele organisatiemodellen. ‘De leerling op maat bedienen raakt het pedagogisch hart van leraren. Dat geeft elke leraar intrinsieke motivatie. Anders organiseren is geen hype, maar een structurele, toekomstbestendige beweging die aansluit bij de actuele kennis over hoe kinderen leren’, aldus Machiel.
wij-leren.nl
Waar op de beurs? Pepijn Dousi Moeten presteren of willen leren? Hal 1 • Studielokaal 1 wo 1 dec 14.30 uur en 17.30 uur do 2 dec 11.30 uur en 14.30 uur
Marius Berendse Leren Anders Organiseren Hal 1 • Studielokaal 1 za 4 dec 11.30 uur en 14.30 uur
Machiel Karels Anders organiseren – zo pak je dat aan… Hal 1 • Studielokaal 1 di 30 nov 11.30 uur en 14.30 uur vr 3 dec 11.30 uur en 14.30 uur
PrimaOnderwijs 13
De Centrale Eindtoets – – – –
geeft een betrouwbaar advies neemt iedere leerling serieus kan op papier en digitaal worden afgenomen wordt gemaakt in samenwerking met leerkrachten en vakdeskundigen
de centrale eindtoets:
Maken jouw leerlingen dit jaar de Centrale Eindtoets, of wil je meer informatie? Het College voor Toetsen en Examens is aanwezig op de NOT. Bezoek dan onze stand, we spreken je graag! College voor Toetsen en Examens, hal 1, rij C, stand 110 www.centraleeindtoetspo.nl / info@centraleeindtoetspo.nl
LEREN LEREN met EXECUTIEVE FUNCTIES Goed kunnen plannen, je emoties in de hand houden en reflecteren op je fouten: er zijn veel vaardigheden nodig om goed te kunnen leren. Toch wordt er juist aan deze vaardigheden weinig gedaan op school en dat is zonde. Bij Onderwijscentrum Opnij begeleiden wij daarom niet alleen leerlingen die vastlopen op school. Via onze zelf ontwikkelde EF-methode helpen wij juist ook scholen om leerlingen de vaardigheden aan te leren om succesvol te zijn. In de onderwijspraktijk moet het tenslotte gebeuren. Hoe we dit doen - welke materialen wij kunnen bieden en meer over onze visie - vertellen we je graag. Kom dus zeker even bij ons langs: stand 01.E041.
Doutzen
Directrice Onderwijscentrum Opnij EF-Onderwijsontwikkelaar
Tipom langs te gaan!
Onderwijscentrum voor
jongeren, ouders en scholen ONDERWIJSCENTRUM
voor jongeren, ouders en scholen Onze EF-methode is erg succesvol! Graag tot ziens bij stand 01.E041. www.onderwijscentrumopnij.nl info@opnij.nu
30 nov - 4 dec 30 november - 4 december
Het klaslokaal van de toekomst De school van de toekomst heeft klaslokalen die slim, flexibel en circulair zijn. Adviseur Bertina Seffinga van draaijer+partners en haar collega’s adviseren hoe van scholen duurzame en efficiënte gebouwen te maken zijn, waar leerlingen en leraren zich prettig voelen en goed kunnen presteren. Nu én in de toekomst. Bertina hoopt met haar presentatie tijdens de NOT bezoekers te inspireren met slimme, flexibele en circulaire oplossingen. Zernike College in Haren, draaijer+partners deed
Tekst: Brigitte Bloem
Slim ‘Veel schoolgebouwen zijn slimmer dan we denken’, vertelt Bertina, ‘vooral de wat grotere gebouwen van voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Er zit al veel techniek in, denk aan het lichtnet met sensoren en het wifi-netwerk. Doorgaans kan de facilitaire dienst of de gebouwbeheerder weinig met de informatie die deze systemen opleveren, omdat de gegevens nergens terechtkomen’, legt ze uit. ‘Bij nieuwbouw kun je er direct rekening mee houden deze data te verzamelen, te koppelen en nuttig in te zetten. Maar ook in een bestaand gebouw kun je met de informatie in het gebouwbeheersysteem veel voordeel en gemak behalen. Voor een aantal onderwijsgebouwen heeft draaijer+partners dashboards ontwikkeld, die op deze wijze inzicht geven in het gebruik. Aan de hand van gegevens van het lichtnet kun je bijvoorbeeld registreren wanneer lokalen worden benut. Handig voor het schoonmaakpersoneel: een niet gebruikt lokaal hoef je niet schoon te maken!’
Flexibel Bij de klaslokalen van de toekomst telt in toenemende mate de flexibiliteit van ruimtes, zowel in grootte als type leerplek. Bertina constateert nu al dat scholen toe gaan werken naar verschillende typen werkplekken. ‘Hoog en laag zitten, staand werken, op zacht of hard
16
de advisering en begeleiding van de nieuwbouw
materiaal zitten, afhankelijk van de activiteit en waar een leerling zich comfortabel bij voelt. Het gaat er ook om dat een leraar gemakkelijk kan variëren met de afmetingen van een ruimte.’ Ook de buitenruimte is volgens Bertina prima flexibel inzetbaar voor het onderwijs. ‘Met bijvoorbeeld een arenaopstelling maak je er een echt buitenlokaal van, maar je kunt de buitenruimte ook inzetten bij je onderwijs, zonder er een lokaal van te maken. Ik noem bijvoorbeeld een rekenles met meetactiviteiten of biologieonderwijs in de schooltuin.’
Circulair Dat brengt Bertina als vanzelf op het betrekken van de natuur en het milieu bij je onderwijs. ‘Juist voor de nieuwe generatie vervult school immers een voorbeeldfunctie, en duurzaamheid en klimaat staan volop in de belangstelling.’ Een andere belangrijke factor voor nu en in de toekomst is circulariteit. Bertina: ‘Bij een fikse toename van het aantal leerlingen van een school wordt al snel geroepen ”we moeten uitbreiden”. Maar de kritische vraag is: moet je met stenen uitbreiden? Wij adviseren scholen om eerst tijdelijke oplossingen te onderzoeken, door bijvoorbeeld gebruik te maken van bestaande huisvesting van andere organisaties en bedrijven, of het realiseren van meer tijdelijke, experimentele ruimte, zoals een circulair paviljoen.’
30 nov - 4 dec 30 november
EGM architecten geeft in hun NOT-presentatie een doorkijkje hoe het klaslokaal- 4 december zich ruimtelijk aan het ontwikkelen is. Insteek voor het architectenbureau, dat al heel wat vooruitstrevende schoolgebouwen op zijn naam heeft staan, is een gezonde, toekomstbestendige lesomgeving waar kinderen zich echt thuis voelen. EGM architecten, gevestigd in Dordrecht, is een innovatief architecten-, advies- en onderzoeksbureau en begeleidt vooral projecten op het gebied van maatschappelijk vastgoed. Vanzelfsprekend behoort daar ook het onderwijs toe. Schoolbesturen en gemeenten schakelen het bureau met name in wanneer vernieuwende onderwijsvisies een adequate vertaling vragen in een eigentijds gebouwconcept, of wanneer een schoolgebouw op een ‘lastige’ locatie veilig en goed in de omgeving moet worden ingepast. Dat geldt zowel voor basisscholen en middelbare scholen, als voor gebouwen voor middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs. ‘Ons bureau hanteert een duurzame en proactieve benadering van architectuur’, legt Roemer uit. ‘Tijdens onze presentatie gaan we in op de klas van de toekomst - in het bijzonder de relatie tussen de ontwikkeling van het kind/jong volwassene en de architectuur van de ruimte - maar out-of-the-box en niet (te) beperkt door financiële budgetten en randvoorwaarden.’ Gerben vult aan: ‘Onze hoofdvraag is welke behoeften leraren en leerlingen hebben. Wat maakt een gebouw voor leerlingen functioneel en op welke wijze, ruimtelijk gezien, kunnen leraren bijvoorbeeld een gedifferentieerd onderwijsaanbod aanbieden?’
Multifunctionaliteit Volgens beide architecten is de scheiding tussen bijvoorbeeld leslokalen, praktijkruimtes, overlegplekken en gangen aan het vervagen en worden ruimtes multifunctioneel. Dat vraagt om innovatieve oplossingen, zegt Roemer. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen binnen- en buitenruimtes. Gerben verwijst naar de Richtlijn Frisse Scholen. ‘Deze richtlijn gaat nagenoeg volledig over installaties en ventilatie, maar je kunt daar ook ruimtelijkheid aan toevoegen. Het actief betrekken van de buitenruimte bij een ontwerp kan van grote toegevoegde waarde zijn en wordt nog veel te weinig toegepast.’
Moderne onderwijsvisie EGM is bij veel verschillende typen bouw- en verbouwprojecten betrokken. Van het maken van businesscases voor scholen om een investering van de gemeente te krijgen, tot renovatie en volledige nieuwbouw.
In Rotterdam-Zuid heeft het architectenbureau bijvoorbeeld een school in een monumentaal gebouw volledig toekomstbestendig gemaakt. Roemer legt uit: ‘Je moet dan, met de beperkingen die zo’n bestaand gebouw met zich meebrengt, creatieve oplossingen bedenken. De gemeente en de schoolleiding waren gelukkig ambitieuze opdrachtgevers, die daarin meegingen. Het mooie is dat het monumentale gebouw al hoge ruimtes en veel bijzondere architectonische details had. De identiteit van het gebouw, in combinatie met de innovatieve binnenkant, past bij de moderne onderwijsvisie van de school. We zijn trots op het resultaat: een historisch en herkenbaar gebouw is behouden voor de wijk, maar met een vergroot en modern interieur waar leerlingen en leraren weer tientallen jaren mee vooruit kunnen.’
Waar op de beurs? Bertina Seffinga Workshop een slim, flexibel en circulair klaslokaal Hal 3 • Studielokaal 2 do 2 dec 12.30 uur en 15.30 uur
EGM Architecten De ruimtelijke ontwikkeling van het klaslokaal Hal 3 • Studielokaal 2 vr 3 dec 12.30 uur en 15.30 uur
PrimaOnderwijs 17
3
redenen om onze stand te bezoeken Cadeautje voor de leerlingen bij bestelling van het gratis lesmateriaal
Hal 1 A077
Maak kans op een Eurowijsdag met een Schoolplein14 van de Johan Cruyff Foundation! ’s Middags meet-and-greet Woensdag: Naomi van As Vrijdag: Juf Milou
Eurowijs is gratis financieel lesmateriaal voor het basis, middelbaar en speciaal onderwijs eurowijs.nl/primaonderwijs
Het beste lesmateriaal over geld! 46
C O L U M N
Meester Stefan
Vernieuwend onderwijs Wanneer ik, op zoek naar inspiratie, google op de term ‘vernieuwend onderwijs’, stuit ik op de volgende zin: ‘Door aan te sluiten bij de interesses van de leerling, zal de motivatie voor school stijgen. Wellicht nemen de prestaties dan toe?’ Dit zou één van de voordelen van de zogeheten ‘conceptscholen’ moeten zijn. Meer aan kunnen sluiten bij de interesses en talenten van de leerling. Bingo!! Dit doen wij!! Geen conceptschool maar praktijkcollege, en exact nastreven wat ik hierboven lees. Op zoek naar de talenten van iedere leerling, aansluiten bij zijn of haar interesses, zodat de motivatie voor school stijgt. Maar hoe ‘vernieuwend’ is ons onderwijs dan eigenlijk op De Schakel in Haarlem? Leuk dat we op zoek gaan naar die talenten en naar die interesses, maar op welke manier dan? Ook bij ons loopt er weleens een ongemotiveerde leerling door de gang en we moeten soms diep gaan met z’n allen om die leerling weer op het juiste spoor te krijgen. Doen we dan iets verkeerd? Blijven we
hangen in het verleden? Moeten we weer eens ‘vernieuwen’ en zo ja, hoe dan? Het zijn allemaal vragen die door mijn hoofd spoken en die ik het liefst meteen beantwoord zou hebben. Maar zo eenvoudig is het helaas niet. Eenvoudig is het als we 120 ipads de school binnen slepen, op de gevel schrijven dat we flink vernieuwen en vanaf nu alle lessen op de tablet aanbieden. Maar dan het vervolg. Na een tijdje is de nieuwigheid eraf en kan de motivatie van de leerlingen gewoon weer zakken. Toen we laatst een studiemiddag hadden om ons leerlingvolgsysteem nog beter en uniformer te gebruiken, wist ik het zeker. Wij zijn iedere dag bezig met vernieuwend onderwijs. Het leerlingvolgsysteem is namelijk een reflectie van wat je op school allemaal doet met de leerlingen en met elkaar spreek je af op welke manier en op welke plek je alles vastlegt. Neem alleen al de coachingsgesprekken die onze mentoren op regelmatige basis met de leerlingen voeren. Welke school doet dat? Zoveel persoonlijke aandacht voor de leerling, samen op zoek naar zijn of haar talenten en interesses! En wat te denken van het oefenen
van praktijksituaties? Zoveel variatie, zo’n prachtige opbouw. Van een interne stage met het rondbrengen van Chromebooks, koffie en thee, naar het wegbrengen van de zelfgemaakte broodjes naar een andere school, om uiteindelijk een individuele stage te kunnen lopen bij een prachtig bedrijf. Hoe vernieuwend je onderwijs echt is, kun je echter het beste aflezen aan je leerlingen. De hoofdrolspelers in deze. Laatst vertelde ik een 1e klas aan het begin van de les Mediawijsheid dat ik een opdracht had geplaatst in Google Classroom. Dat was voor de helft van de klas geen nieuws meer, die hadden al een melding gekregen op hun mobieltje. I rest my case. Meester Stefan @meesterstefan_hrlm
PrimaOnderwijs 19
Wil je als school vernieuwingen invoeren? Zo doe je dat.. Waar moet je als school allemaal aan denken als je vernieuwingen wilt doorvoeren? Ronald Verschuren (2College Cobbenhagenlyceum) en Daniëlla Joynes (Sociocratische school PLAN B) vertellen hoe hun onderwijs is ingericht en hoe ze het hebben aangepakt.
Tekst: Marleen Kuijsters
‘
Ronald Verschuren
Trek zo’n vijf
jaar uit voor de onrust
‘
die bij vernieuwing
komt kijken en durf een stapje terug te doen om weer vooruit te komen
20
Cobbenhagenlyceum Leerlingen van het Cobbenhagenlyceum in Tilburg volgen vanaf de brugklas een onderwijsprogramma dat is afgestemd op hun behoeften. De stof voor het eindexamenprogramma havo of vwo blijft hetzelfde maar de route ernaartoe kan voor elke leerling verschillend zijn (gepersonaliseerd leren dus). De school werkt sinds 2018-2019 op deze manier en neemt in totaal vijf jaar de tijd om de puntjes op de i te zetten. Ronald Verschuren, vestigings directeur: ‘Elke leerling krijgt een persoonlijke coach die hem of haar begeleidt bij de studie. Wekelijks kijken ze samen naar de leerdoelen en bepalen ze welke activiteiten de leerling die week gaat volgen. Ook stuurt de coach de leerling bij het bepalen van de weekdoelen: welk vak behoeft extra aandacht en waar kan eventueel worden versneld?’ ‘School als toetsfabriek’: ‘Het team wilde af van de ‘school als toetsfabriek’ en de intrinsieke motivatie van kinderen juist verhogen. Al snel kwamen we uit bij formatief evalueren en werken met het geven van feedback. Kunskapsskolan Nederland sloot aan bij onze ideeën. We wilden wel zelf eigenaar blijven en dingen op onze manier ontwikkelen, die ruimte gaven zij.’ Leren door kijken: ‘We hebben veel geleerd door te gaan kijken bij andere scholen. Zo bleek het verstandig om met de hele school om te gaan naar een nieuw onderwijssysteem en niet met een deel van de school. Zo kunnen we een duidelijk profiel neerzetten en voorkomen we tweespalt in het team. Het was ook erg prettig dat Kunskapsskolan al een tool had die het bijvoorbeeld mogelijk maakt de feedback bij te houden.’ Te veel vrijheid: ‘We zijn wel wat erg ambitieus van start gegaan en gaven de leerlingen te veel vrijheden. Daarom hebben we ook verplichte lezingen (lessen) ingevoerd. De coach kan hierdoor zien waar een leerling staat en met hem/haar verdere keuzes maken. Dat werkt erg goed.’ Tips voor andere scholen: ‘Scholen die nieuw starten trekken personeel aan dat heel bewust heeft gekozen om op die manier te werken. Als je binnen een bestaande school vernieuwingen doorvoert moeten de veranderingen breed worden gedragen binnen het team. Vernieuwen kost tijd: trek zo’n vijf jaar uit voor de onrust die daarbij komt kijken. Durf ook een stapje terug te doen als iets niet werkt om uiteindelijk vooruit te komen. En houd altijd je doel voor ogen.’
Een jaar geleden startte de nieuwe school Plan B (Stadskanaal Groningen), een school voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs (vmbo-tl, havo en vwo). De school biedt onderwijs aan kinderen en jongeren in de leeftijd van 7 t/m 21 jaar. De oprichtster is Daniëlla Joynes: ‘We hebben geen jaargroepen. De doorlopende leerlijn werkt heel prettig. Een kind waarvoor taal nog wat lastig is, kan bijvoorbeeld wel wiskunde volgen op vwo klas 1 niveau.’ Natuurlijk leren: ‘Wij gaan uit van ‘natuurlijk leren’, of ‘leren vanuit intrinsieke motivatie’. We maken samen met de student een periodeplan waarin staat wat het kind wil leren, waar het aan wil werken. Laatst wilde iemand alles weten over de Efteling: wat zijn de kosten voor een nieuwe attractie, welke materialen heb je daarvoor nodig? In zo’n project komt echt alles aan bod. Van wiskunde tot aardrijkskunde en Nederlands.’ Studenten maken een portfolio: ‘Kinderen pikken stof snel op als ze zelf eigenaar zijn van hun leerproces. Studenten houden zelf een portfolio bij. Een fysieke map, een muurkrant of een digitale variant. Studenten denken niet alleen na over wat ze de afgelopen periode hebben gedaan, ze staan ook stil bij hoe ze hebben gewerkt en hoe ze hebben geleerd. Ze kunnen vervolgens actiepunten formuleren om zichzelf verder te ontwikkelen.’ Tips voor andere scholen: ‘Als je een nieuwe school start is het prettig om dat samen te doen met ervaren mensen. Zo heeft medeoprichter Coen Withoff intussen al meer dan acht jaar ervaring in sociocratisch onderwijs. Hierdoor zijn we niet echt tegen zaken aangelopen tijdens het opzetten van onze school. Voor nieuwe scholen die de deuren willen openen of scholen die vernieuwingen willen invoeren: neem zeker een kijkje in de keuken van andere scholen. Je hoeft het wiel namelijk niet helemaal zelf uit te vinden. Collega’s doen dat ook bij ons, dat is echt heel erg leerzaam en interessant.’ Wil je meer weten over de aanpak van het Cobbenhagenlyceum of School Plan B? Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl en wij brengen je in contact.
‘
Neem zeker een
‘
School Plan B
kijkje in de keuken van andere scholen. Je
hoeft het wiel niet helemaal zelf uit te vinden
Daniëlla Joynes
PrimaOnderwijs 21
Opgroeien in het digitale tijdperk met Online Masters Hoe laat je je leerlingen de vruchten plukken van digitale technologie? Werk samen aan hun digitale geletterdheid en ontwikkel hun creatieve technologische talenten met het gratis lesprogramma Online Masters! Tekst: Marianne Eggink
Je zorgen maken over leerlingen die veel op hun smartphone zitten? Zolang er maar een goede balans is tussen online en offline zijn, is dat niet nodig. Online zijn brengt juist ook heel veel, zoals in verbinding staan met elkaar. Afgelopen schooljaar volgden leerlingen hun lessen online en hielden ze via deze weg makkelijk contact met hun vrienden en familie. Nu de schooldeuren weer open zijn, nemen we die nieuwgeleerde ervaringen mee. Ook de Week van de Mediawijsheid van 5 t/m 12 november staat dit jaar helemaal in het teken van: samen sociaal online!
Onmisbare skills Maar voor leerlingen betekent hun online leefwereld nog veel meer dan alleen in contact blijven. Ze ontwikkelen hun creatieve skills door te bloggen en filmpjes te maken, ze zijn razendsnel in informatie opzoeken (PISA-2018) en ontspannen online met games en streamingservices. Kortom: online zijn ze thuis en daar groeien ze in op. Ook voor school zijn ze inmiddels gewend om hun devices te gebruiken, online 22
huiswerk in te leveren en digitaal samen te werken. En dat is maar goed ook want als ze later gaan studeren, of de arbeidsmarkt op gaan, zijn dat onmisbare skills. De technologische ontwikkelingen gaan namelijk razendsnel. Denk aan betalen met bitcoins, een zelfrijdende auto of een robothond als huisdier. Het is belangrijk dat leerlingen voorbereid zijn op die digitale maatschappij van de toekomst zodat ze er optimaal gebruik van kunnen maken. Met een beetje hulp tillen ze hun online en digitale skills naar een hoger niveau, ontwikkelen ze hun technologische talenten en leren ze wat er precies achter hun devices steekt. Het ontwikkelen van die vaardigheden komt samen in digitale geletterdheid en wordt steeds belangrijker in het onderwijs.
Digitale geletterdheid integreren De overheid is momenteel bezig om digitale vaardigheden in het curriculum op te nemen. Digitale geletterdheid is namelijk belangrijk voor álle leerlingen,
Digitale geletterdheid - wat is dat precies? Digitale geletterdheid is onderdeel van de zogeheten 21e eeuwse vaardigheden, die leerlingen nodig hebben om te functioneren en floreren in de maatschappij van de toekomst. Digitale geletterdheid bestaat uit vier technologische vaardigheden (vastgesteld door SLO en curriculum.nu) die elkaar versterken: • Ict-basisvaardigheden - leerlingen hebben genoeg kennis en vaardigheid om de werking van computers en netwerken te snappen, die te bedienen en mee om te gaan. • Mediawijsheid - leerlingen kunnen bewust, kritisch en actief omgaan met het steeds veranderende landschap van digitale en sociale media. • Informatievaardigheden - leerlingen kunnen kritisch en systematisch (digitale) informatie zoeken, analyseren, selecteren, beoordelen, verwerken en zelf formuleren. • Computational thinking - leerlingen kunnen praktijkproblemen oplossen met behulp van de inzet van ict-technieken en-gereedschappen.
want het aanleren ervan gaat niet vanzelf. Ook niet als je opgroeit in het digitale tijdperk. Het gratis lesprogramma Online Masters is een gemakkelijk te inte greren lesprogramma over de digitale wereld voor de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. ‘Masters’ uit het vak nemen je leerlingen mee in hun wereld aan de hand van video’s en interactieve opdrachten. De lessen geven leerlingen inzicht in hoe digitale technologie werkt, leert hen om technieken te herkennen, over de impact hiervan op de samenleving en de kansen en risico’s voor de gebruiker. Zo leren ze kritisch nadenken over deze ontwikkelingen en kunnen ze hun mening hierover vormen. Daarnaast leren ze ook praktische vaardig heden zoals programmeren, designen, video’s maken en een robot aansturen. En gaan ze met elkaar in gesprek over hoe je met elkaar omgaat op social media of hoe je grip houdt op je gamegedrag. De ontwikkelingen gaan razendsnel, dus zo kun je ervoor zorgen dat jouw leerlingen digitaal up-to-date en in balans blijven. Met Digital Master kijk je samen met je leerlingen terug op digitale ontwikkelingen uit het verleden - en
Nieuw! Programmeer een wenskaart met de nieuwe les Scratch! Digitaal creatief bezig zijn is hartstikke leuk. Vooral als je het resultaat kan delen met iemand anders! Met de nieuwe Scratch-opdracht in de les Programmeren gaan leerlingen aan de slag met het programmeren van een eigen geanimeerde wenskaart. En hoe die eruit komt te zien, dat kiezen ze helemaal zelf. Met de visuele blokken in Scratch wordt programmeren begrijpelijk en overzichtelijk. Een mooie eerste stap om te leren wat er precies achter de werking van apparaten, programma’s en robots schuilt. En ook nog met een feestelijk eindresultaat dat bijdraagt aan het ontwikkelingen van de sociale skills: een eigen gemaakte wenskaart versturen naar een ander! Kijk voor meer ‘samen sociaal online’ activiteiten op: www.weekvandemediawijsheid.nl
fantaseer je samen vooruit. Met Creative Master zetten je leerlingen hun eerste programmeerstappen en maken ze een fotoserie. Met Safe Master duiken ze in de spannende wereld van hackers, big data en privacy om meer te leren over hun veiligheid online. En met Social Master stimuleer je de bewustwording en zelfreflectie van leerlingen rond bijvoorbeeld nepnieuws, bewust gamen, online sociaal gedrag en de balans in online en offline zijn. Zo blijft het online leuk én veilig!
Een leven lang leren Maar wanneer ben je nou precies digitaal geletterd? Eigenlijk ben je daarmee nooit klaar. Het is een vaardigheid die zich het hele leven blijft ontwikkelen, ook op basis van telkens weer nieuwe technologieën. Daarom is het zo belangrijk dat leerlingen niet alleen om leren gaan met specifieke soorten digitale media, maar vooral welke technieken erachter steken en hoe die werken. Zo weten leerlingen met plezier en bewustzijn de vruchten te plukken van hun online leefwereld. En dit overkoepelende inzicht blijft altijd relevant, voor welke nieuwe app, techniek of apparaat dan ook! Hoe zorg jij ervoor dat jouw leerlingen vaardig, veilig en bewust online gaan en zijn? Doe mee en meld je aan via www.onderwijsinformatie.nl/onlinemasters. Het lesprogramma is ontwikkeld door VodafoneZiggo met medewerking van ECP/veiliginternetten en Netwerk Mediawijsheid. ◗ PrimaOnderwijs 23
Programmeren in de klas,
drie docenten delen hun ervaringen Bij vernieuwend onderwijs hoort programmeren. Hoe begin je daarmee als je er nog geen ervaring mee hebt? En hoe maak je de overstap van Scratch naar complexe programmeertalen als Python? Drie docenten delen hun ervaringen. Tekst: Malini Witlox
Pauline Maas
Pauline Maas, directeur van Stichting CodeKlas en gastdocent ‘Bij kleuters kun je al beginnen met programmeren. Nog niet met echte computers, maar wel met potlood en papier. Programmeren is met name in stapjes denken. Laat de leerlingen bijvoorbeeld vertellen hoe je een boterham met hagelslag besmeert. Eerst globaal en dan heel gedetailleerd. Dat is nog best lastig.’ Ook noemt Pauline Roll a Robot. Leerlingen leren wat een variabele is door met een dobbelsteen te gooien en zo een robot te tekenen met steeds verschillende hoofden, benen en armen. ‘Spelenderwijs leren ze zo over variabelen.’ In groep 6 begint ze met Scratch junior, in groep 7/8 met Scratch. Haar tip voor docenten en scholen: ‘Steek niet teveel geld in allerlei hardware, zoals de Arduino of Lego Mindstorms. Ik kom op scholen waar die dingen op zolder liggen. Zonde. Je hebt helemaal geen geld nodig om te starten met programmeren. Ik heb een voorkeur voor de micro:bit en die kun je ook virtueel programmeren via de site.’ 24
Ellis van Kemenade, docent op het Huygens Lyceum in Eindhoven Als het aan Ellis ligt, leren alle leerlingen al op jonge leeftijd programmeren. ‘In het buitenland starten ze daar vaak al op 7-jarige leeftijd mee.’ Ook zij werkt vaak met de micro:bit, een kleine programmeerbare computer die eenvoudig gebruikt kan worden om hardware aan te sturen. ‘Ik heb getwijfeld over de keuze voor een computer (onder meer Arduino, Raspberry). Uiteindelijk is het om verschillende redenen de micro:bit geworden. Je kunt met blokken programmeren en met één knop overgaan naar javascript. Je krijgt dus direct de vertaling.’ Ze ontwikkelde samen met haar collega’s een leerlijn voor de eerste en tweede klas van havo en vwo. ‘Er is zoveel lesmateriaal voor jonge kinderen beschikbaar, veel meer dan bijvoorbeeld bij de Arduino en veel wordt in Jip – en Janneketaal uitgelegd. Verder laat ik me door mijn eigen creativiteit leiden.’ Leerlingen gaan het liefst zo snel mogelijk aan de slag, dus geeft ze in een uurtje tijd een korte uitleg over enkele basisbegrippen en het systeem en laat ze de leerlingen dan al snel inloggen op de website van de micro:bit. ‘Ze beginnen simpel. Bij knop A komt bijvoorbeeld met ledjes de naam van de leerling in beeld en bij knop B horen ze een geluidje. Maar al snel wordt het lastiger.’ De leerlingen uit de eerste klas werken onder meer met een stappenservomotor en een LED. Zo kunnen ze bijvoorbeeld de arm van een robot aansturen. ‘Het robotje maken ze zelf met materialen als karton of papier-maché. De een houdt van voetbal
Ramon Moorlag
Ramon Moorlag, docent informatica op het ds. Pierson College in Den Bosch en voorzitter van i&i, de vakvereniging voor docenten Informatica & digitale geletterdheid ‘Leren programmeren wordt eenvoudiger met Hedy.’ In de tweede klas ging Ramon met Hedy aan de slag. ‘Dat is een graduele programmeertaal die ontworpen is door Felienne Hermans van de Universiteit Leiden
Ellis van Kemenade
en wil bij een poppetje een been laten bewegen en de ander geeft een hond een kwispelend staartje.’ Het is trial and error, zowel voor de leerlingen als voor de docent. ‘Ik heb in het begin ook regelmatig iets aan de leerlijn aangepast. Bijvoorbeeld de uitleg iets uitgebreider gemaakt. Er zijn nu ook lijstjes die de leerlingen kunnen nalopen als hun robot niet werkt. Zit de kabel van de servo wel in het stopcontact, zijn de draadjes goed gesoldeerd, is het programma geladen in de micro:bit?’ Ook de niet technische leerlingen, kunnen een werkende robot maken. ‘Het lukt iedereen, al zijn er zeker in het begin behoorlijke niveauverschillen. In het begin zie ik ze schrikken. Leerlingen denken dat ze het niet kunnen, omdat ze geen ervaring hebben met programmeren. Maar na een korte uitleg kunnen ze al iets simpels, zoals hun naam met led-lichtjes schrijven. Leerlingen vinden het ook altijd leuk. Je ziet meteen resultaat. Een arm beweegt of niet en als je dan nog iets verandert, beweegt ‘ie wel.’
en die nu op verschillende scholen in de EU wordt gebruikt. Het zit tussen blokken programmeren, zoals Scratch, en een complexe programmeertaal, als Python, in. Je hoeft niet alle regels van het programmeren meteen te leren, bij ieder level worden regels toegevoegd.’ Heel praktisch, aldus Ramon. Hij vergelijkt het met het leren van een taal. ‘Als je Duits leert ga je ook niet meteen met Goethe aan de slag, maar begin je met letterklanken, daarna krijg je hoofdletters en dan zinnen. Die stap-voor-stapaanpak in Hedy waardeer ik enorm. Felienne heeft veel vooronderzoek gedaan, ze leert alle vaardigheden los aan.’ Het niveau van de leerlingen die Moorlag in zijn klas krijgt wisselt. De een heeft nog nooit geprogrammeerd, de ander heeft zichzelf al Python aangeleerd. ‘Afhankelijk van het niveau doen we nog iets met Scratch of Snap. Daarna maken we de overstap naar Hedy. Dat kun je klassikaal aanbieden, maar je kunt ook heel goed differentiëren. Je geeft de leerlingen in kleine groepjes opdrachten. Wat ze moeten doen, past dus goed bij hun niveau.’ ◗ PrimaOnderwijs 25
GA OP ONDERZOEK UIT!EP 7 EN 8!
EEN SUPERLEUKE EN LEERZAME GAME, SPECIAAL VOOR GRO
Speel de gratis Go VMBO game en kom alles te weten over het voortgezet onderwijs en het vmbo. Ontdek talenten en interesses tijdens een ontdekkingstocht op de eerste schooldag. Stel vragen aan leerlingen en docenten én los puzzels op in lokalen. Ouders en leerkrachten vinden op de website govmbo.nl meer informatie over het vmbo.
GOVMBO.NL
De beste prentenboeken, kinderboeken en AVI-boeken; alle favorieten vind je op
Taalontwikkeling en lezen zijn nauw aan elkaar verbonden. Met de juiste boeken op het juiste niveau maken kinderen zich met plezier de taal eigen en ontwikkelen ze een goede, uitgebreide woordenschat. Op Educatheek.nl vind je alle prenten-, kinder-, en AVI-boeken voor alle leerlingen op alle niveaus.
PRENTENBOEKEN
KINDERBOEKEN
Het voorlezen van prentenboeken is belangrijk voor de taalontwikkeling van een kind. Denk hier bijvoorbeeld aan het vergroten van de woordenschat. En naderhand praat je samen over een mooi verhaal dat de fantasie prikkelt. Meer dan 2000 verschillende prentenboeken bestel je op Educatheek.nl.
Heerlijk even rustig in een hoekje met een boek kruipen of vlak voor het slapen gaan nog even een paar bladzijden in je favoriete boek lezen. Het is belangrijk dat kinderen ook lezen buiten de lessen en school om. Op Educatheek.nl vind je een brede selectie kinderboeken; voor ieder kind wat wils!
AVI-BOEKEN
SAMENLEESBOEKEN
Vanaf eind groep 2, begin groep 3 beginnen kinderen met leren lezen met leesboekjes met een AVI-leesniveau. AVI-lezen maakt het makkelijk om als ouder of als leraar inzicht te krijgen in het leesniveau van een kind. Leesboeken voor alle AVI-niveaus bestel je op Educatheek.nl.
In de Samenleesboeken is de tekst geschreven op twee verschillende AVI-niveaus. De beginnende lezer leest het lagere AVI-niveau. Een meer ervaren lezer, ouder of leerkracht, leest de moeilijkere zinnen op een hoger AVI-niveau. Educatheek biedt een uitgebreid assortiment Samenleesboeken.
Deze en nog véél meer boeken vind je op:
/lezen
Het NOVA Tienercollege voor nieuwsgierige kinderen van 10-14 jaar Met een rugtas vol boeken op zoek naar het goede lokaal: de eerste dag op de middelbare school is voor veel kinderen erg spannend. De meeste leerlingen hebben het ritme na een paar maanden wel te pakken. Maar anderen hebben meer tijd nodig. Daarom opende het NOVA Tienercollege in Dordrecht de deuren. ‘Bij ons wennen kinderen geleidelijk aan de middelbare school. Ze starten in groep 7 en pas na 4 jaar volgt een definitief eindadvies. Daarna stromen ze door naar de derde klas van de middelbare school.’
Tekst: Marleen Kuijsters
Het is maandagochtend, 08.45 uur: kinderen wiebelen wat heen en weer op een wiebelkruk terwijl ze hun dag/weekplanning maken. Verderop voert een leerling een persoonlijk leergesprek met de groepsleerkracht en ondertussen druppelen anderen het lokaal binnen. ‘Het rooster is flexibel’, schetst Joana
28
Oliveira, Projectleider NOVA Tienercollege. ‘Kinderen kunnen vanaf half 9 beginnen aan hun dagplanning of zelfstandig aan hun taken werken. Niet alle leerlingen hebben hier evenveel tijd voor nodig en sommigen komen wat later omdat ze verder weg wonen. Tussen 9:00 en 14:30 uur zijn alle leerlingen aanwezig.’
Meer tijd om te ontwikkelen De kinderen die hun chromebooks tevoorschijn halen zijn tussen de 10-14 jaar oud. Op tienerscholen krijgen jongeren meer tijd om zich te ontwikkelen, voordat zij een schooladvies krijgen. Dat levert bijvoorbeeld voordelen op voor laatbloeiers of kinderen uit lagere sociale milieus. Joana Oliveira: ‘We deden inspiratie op in Gorinchem. Die school richt zich op het niveau vmbo. Kinderen krijgen daar meer tijd om erachter te komen wat hun talenten zijn. Ze voelen zich zekerder om aan de middelbare school te beginnen en sommigen krijgen meer uitdaging. Met het NOVA Tienercollege richten we ons vooralsnog op kinderen met havo/vwo potentie. In onze omgeving was namelijk niet veel aanbod voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben (maar niet per se hoogbegaafd zijn).’
lessen die hierbij horen, krijgen ze van studenten van de Erasmus Universiteit. De universiteit heeft hiervoor een cyclus van onderzoekend leren opgesteld. Bij rechten leren ze binnen hun belevingswereld hoe de rechtstaat werkt in Nederland. Aan het eind van het project doen ze een rechtszaak na over een casus waar ze in de lessen aan hebben gewerkt. Onderdelen van onderzoekend leren zijn bijvoorbeeld een onderzoek leren opzetten, conclusies trekken en presenteren.’
Op de fiets naar het Stedelijk Dalton Lyceum De leerlingen die al een tijdje op het NOVA Tiener college zitten, stappen ook regelmatig zelf op de fiets richting het Stedelijk Dalton Lyceum voor de lessen Engels, wiskunde en gym. ‘Vanaf het eerste jaar krijgen onze leerlingen te maken met docenten van de middelbare school. In het begin komen zij nog onze kant op, maar gaandeweg volgen de leerlingen lessen op de locaties Overkampweg of Kapteynweg. Ook volgen ze vanaf groep 7 praktijklessen, zoals kunst en muziek op de locaties van het Lyceum, de groeps leerkracht loopt, mee en is in de buurt tijdens de les. Zo kunnen ze alvast wennen aan het grote gebouw en leren ze de docenten kennen.’
Kinderen voelen zich zeker
De leerlingen werken er ‘s ochtends in hun eigen tempo aan rekenen, taal en spelling. Als ze vragen hebben kunnen ze terecht bij de groepsleerkracht, want die heeft veel ruimte voor individuele hulp. Voor alle kernvakken staan vaste instructiemomenten op de agenda. En kinderen uit groep 8 kunnen ook aanschuiven bij een wiskundeles voor de eerste klas havo/vwo. ‘Daarnaast werken de kinderen aan projecten. Denk aan de thema’s rechten, filosofie, economie, psychologie, gaming en geneeskunde. De
Helemaal nieuw is het idee van de tienerscholen niet. In de jaren ‘70 waren er al de ‘middenscholen’. PvdA-minister Jos van Kemenade wilde kansen gelijkheid bevorderen en vond dat alle leerlingen drie jaar naar dezelfde school moesten gaan. Zijn ideaal kwam toen niet echt van de grond. Anno 2021 lijkt het concept tienerschool een vlucht te nemen. Steeds meer mensen en politici zien de voordelen van tienerscholen. ‘Lessen volgen op een tienerschool is één oplossing voor een bepaalde groep kinderen. Het is fijn dat kinderen voor deze school kunnen kiezen. Andere kinderen doen het prima op een basisschool. Inmiddels lopen er bij ons zo’n 45 leerlingen rond en in de toekomst willen we ook kinderen met andere leerniveaus bedienen. We zien dat het werkt wat we doen: kinderen die in groep 7 nog bang waren voor de overstap naar het voortgezet onderwijs, voelen zich nu helemaal zeker.’ ◗
Samenwerking met het Stedelijk Dalton Lyceum Het NOVA Tienercollege is een samenwerking tussen de stichting voor Openbaar Primair Onderwijs in Dordrecht en het Stedelijk Dalton Lyceum en heeft een eigen standplaats. Leerlingen stappen dus echt over. ‘We zijn er voor nieuwsgierige kinderen die net wat meer tijd nodig hebben om een fijne overstap naar de middelbare school te maken. Kinderen komen bij ons terecht via een intakeprocedure: we praten met de ouders, het kind en de school waar het kind vandaan komt om er zekere van te zijn dat het NOVA Tienercollege de juiste plek is.’
PrimaOnderwijs 29
De webshop voor het onderwijs! en
Lezen
o pt La
Reken
Ruim nt ime assort
Taal
r ar pk M
eu
bi
la ir
en
al
a ri
e
at
l Beste ur! ctu op fa
m
d or
Atl
B
Me
ass
en
ers
t Pos
tho
des riaal
er i at ni ng sm Be lo
n
e ek
bo
en
rd
oo W
aa
l
ate Klasm
Bestel je lesmaterialen, (lees-)boeken, klasmaterialen en schoolspullen op Educatheek.nl! Educatheek.nl | info@educatheek.nl | 030 - 711 03 17
Welke methodes neem je mee bij het kiezen van een nieuwe rekenmethode ? Elke school die een nieuwe rekenmethode gaat kiezen,
Om scholen te helpen bij de keuze voor een nieuwe
zal inventariseren wat momenteel de belangrijkste
rekenmethode heeft Snappet de diverse methodes
rekenmethodes zijn. Traditioneel zijn dit de methodes
naast elkaar gezet.
van de uitgevers Malmberg (WIG5 en Pluspunt4) en Noordhoff (Getal & Ruimte Jr.). Tegenwoordig mag Snappet in dat rijtje niet ontbreken.
off
Noordh
d ijs en bie onderw per we tgezet het voor (één onderwerp en voor op ht rouw kinderen voor: aandac ctie), zelfvert eigenaa dt rei Be tiek instru n) en endidac g klassikale ma ategieë een rek da rekenstr en feedback op en iedere ijd werkende aal gmateri e, alt (duidelijk g in het leerlin tle schap (ui Junior Ruimte Getal en
directe laatste t van de nt je me op basis t ondersteu tructie pe n. kale ins niveau. Snap n geve en uit klassi rwijs ka eig at de sta on zijn be op het beste elke les ar verwerkt t jij t da da el, ma ool. Om Alles zo jouw sch n hetzelfde do met je klas. ie van aa ctie bij de vis vervolgens rij en intera ste past dback RekenV en). werkt n het be voor fee er kind enstell leerlijne didactiek. Ied van Snappet (zelf sam and van de jgt ste uw kri jui bo RekenL ies op ijk 3). tot de suggest Rekenr thode en ht toegang en bij me tijd aan e (sluit uimte st welke ere leerkrac jl je all . Je kie RekenR R junior). ied ie, terwi methode en heeft erzicht en reg bij G& tieve les g eenvoudig ov 2 (sluit aan e adap houdt Instruct! nt 4). complet lesvoorbereidin en inzicht. Jij rg t is een bij Pluspu en, is de tiek, analyses Snappe 1 (sluit aan Malmbe de ell t ct! od me tru ac em Ins men 5). nste did instructi rg er, sa n solide bij WiG de gewe Malmbe (sluit aan ee lus Zo gaat alle kinderen Rekenp rke en actiek. nt 3). en, bij Pluspu rekendid or de ste n word ld (sluit aan entieve en voorkome wordt, ook vo tructie. kenWere 4). en prev nd Re lem ge ob t in ins gende pr da bij WiG verwerk kind uit t: reken rs. t, etc). (sluit aan pier en oelen orgen da en voor ieder rekenaa enschrif en op pa en RekenD SLO). gaafde den, rek Digitaal gen, rek bij hoogbe (werkbla (sluit aan papier els de 4 t itaal, Pluspun Basis dig rg). van bo taling bouw. llen 5 gen be de lesop in Geta leen (te Wereld reerd in g in bruik Geïnteg e leerlin elk 4 or en es vo r). nst devic eschikbaa ding. ADI). ien gewe handlei I, DIM, sers; ind digitale (EDI, IGD n. es/brow een een e devic odellen me 'Basis heeft all modern tructiem tieve werkvor op alle itaal'. Bij erpen die ecte ins digitaal' era rkt dig sis We sis 'Ba rw lende dir ht voor coöp Pakket r' en 'Ba erd met onde ac verschil . pie nd en . sen pa aa ing lev ichten er is de les 'Basis verwerk kjes ge che inz erkt in nnis en Keuze uit rden werkboe voor digitale voorke didactis zijn verw wo zijn laatste de benodigde smodel elen. digitaal' nder geschikt itaal. nd bij de ndeling gen. ctie ind eren e leert. els dig mi - en ha uw passe stuurd, activ ntrolevra rlengde instru t meest n opbo ofdfasen met co ve . ment he s; p voor eindigt heeft ee zijn leerdoelge drieslag-, ho opbouw g dat mo ser les les nin e ow t in de groe efe Elk He elen. es/br rling op reerd De lessen leide ino en kan per les e devic e de lee waardelijke do ge rn Geïnteg be me de . ar en mo en e en wa de voor op alle instructi begrepen hebb inbegrep opgave an t le ga de nie ka Werkt n or ssi e ar vo devices opgave van kla n de instructi akeld na 0,5 mln De fase uggesch er dan leerlinge rne od. st uit me tomatisch ter n of de ecte op mode Flash); het aanb lijk. au t metee teem kie lende dir . ie over leerling moge acht zie . Het sys zijn verschil rs (i.v.m en. eft de reg d) ook worden al en wordt de ten en De leerkr smodel acht he asoverstijgen daagd e inzich en handeling rkr na ge inbegrep ch lee sig uit tis u ac . De n (kl een tste did en nivea sdoelen . Eigen leerlij rkracht ofdfasen laa eig ng lee ho jki de op -, de nd bij en verri en vice versa matisch pt, dan krijgt drieslag . eringsn auto ig uw passe I). Het oo tomatis lfstand n opbo IGDI, DIM, AD erkt in de lessen leerlinge niveau vastl ning. eeft ee ngs-, au dere groep ze n tapoefe arna de verw en (EDI, herhali an een ins s, deelt de enaars. ing, wa op het gebode emodell uze. n eigen erkt de en met kere rek verwerk tie aan hu e verw Eigen ke leerling ssikale afgeslot plus observa de zwak in. werken instructi rte kla wordt , Als een ep s n voor e en Ko en ro en cti at ing eg tijd n: umdoele n SLO. Leerl uze. De instru n deze result ngde instructi ak. 36 groepe t minin va ta tie 3 me va Eigen ke sis ina rle en 1F ba sis en ve 1, 2 de ve Comb Op ba n). enaars adaptie rroutes p o.b.v. rkracht ke n rek lee oe ee we e lee gr 3 op in el beter veau gen 36 en (van t lesdo voor de rkracht. or leerlin 12 blokk erken he ute, 1S+ aties lee nnen vo en verw basisro nele senpla en tio als les uze. kk op 1S ke e Leerling en 7 te elk 9 blo Eig Eigen 30 plus Leerrou ar, voor weken). in drie n, ken kla peiltaken, (van 4 erking 3 weke eerde ta uit e verw 36 ppen en (van k). ken. rsonalis bestaan (oversta 10 blokk keuze. zet gepe gen taken' tapblo en plusta en m roepen n ins s Eig ke tee 'ei ta plu ). en . De Het sys tempo 36 mogelijk 9 blokk n). op maat rtaken, tisch leerling ken, verbete 2 weke l. automa (van 4 lta uze. en lagmode rs en herhaa 36 esultaten hoger/ lager Eigen ke 12 blokk n). rekenaa het dries ar 1 betere en weke odel en sen na ecteert ek (van 3 voor de rekenaars. Eig O. elingsm cht sel en nd tste we 1S+ ra kk ha en 36 erk t SL blo re n he 8 . Le ute ke In de laa blok. model, basisro voor de zwak 2 en 3 va weken). er en 2 1, 5 als ied s leerlijn. fas of n 1S g 4 ek ute n va te lin t hoofd (van tste we Leerrou minimumdoele gen op leerro blokinde nele rd op he In de laa blok. t 7 optio Flexibele van 1 week). Gebasee 1F met er or leerlin 2 compac 30 plus kken van ied nnen vo eken. um en (36 blo n) rkeerw lessenpla s, minim rrijking. 3 weke ek) In vijf pa n). en (van rde we met ve 36 10 blokk pblok (2 weke week 2 (1 in de e tst ta ins n). In de laa blok. en een 2) 4 weke er 3 (soms ek en (van van ied 36 tste we del, 9 blokk k. In de laa blok. fasenmo per blo er model. t hoofd 3 4 of 5 Eén toets van ied rd op he t drieslag e week dig, en (van Gebasee smodel en he 8 blokk ken). etsen no de laatst In k. k twee ng Geen to eli we er blo Elk blo gelijk. en. van ied het hand ets ek. 2 wel mo sto we ing 1 ctie: In iedere beheers Cito LOVS. tioneel. constru , op an is r ing kp jaa Da ipsvorm Toetsen Tempotoets. 2x per ieder n. 1 tie, begr 2 ek van neel. 1 oriënta , automatisere Toets en oep 7 ondertste we is optio 1 gr In de laa en in de vijf Toetsen toets & oefenen Vanaf op F en 1 Oefen blok 2) toetsen eken. Oefenr blok en el Toets en scheid 3 (soms parkeerw k. oets en blok. toets pe al. als gehe niveau. ot n blo SEé mp er Te ta r ied de klas ar ets pe ek van per kw ie) van WD). nimum tempoto 7 onderscheid tste we populat protocol ER ets, mi In de laa van de Basisto projecttoets groep eau. nform opzichte Vanaf atie co en S-niv , toets en blok. core ten ing bij stagn en op F els en nodig ets nti ets to r to ler rce pe s pe als signa Geen matief l, met heid (al leerdoe vaardig zowel for toetsen ket. n: rlijn en ief eling en werkpak momente incl. ontwikk ikbaar (per lee summat lijk. in hun 4 toets tisch de ktoets doelen moge besch automa se les, Blo derlijk en de les f per leerling. Peilings ts, Halfjaarlijk moment lessen g afzon Test-je /o n elk n: rlin ve en lee nte Op oe klas en gege ets mome Tempot ets, en iedere aan de akket voor de ets). To to n rto 4 toets de rke pe or er) we werkp toets (Su hoeft niet. Klaar vo l. Tempotoets, - en en (verd ert het mag, en kunn rkracht behe minimum k. ets inc ets. Blokto Leerling Basis-, r blo lijkse to De lee oets pe Halfjaar s projectt Ja servatie en en ob n ets va to ten ich nele) . in overz n, (optio ien nodig drachte gecombineerd du en groep. rling ind van op ivi en ten per lee rd ind lta or wo vo ht tablet Resu doelen, leerkrac inclusief . die aan van de ersing van de toetsen 9 vakken rlingen r voor om lee te kunnen behe ultaten n jaa res r ele n do jk Allee € 60 pe bij alle makkeli hulpkits rken ge elen we rg biedt Malmbe naliseerde do helpen. geperso (verder) kunnen n lessen en ing Leerl gegeve aan de . Ja ektaak werken en de we
t
Snappe
r jaar.
€ 35 pe aar.
leverb t meer
Scan de QR code voor de complete vergelijking
Nie
www.snappet.org / Meer informatie? Bel 088-9990411 of mail naar schools@snappet.org voor een afspraak met een methodespecialist.
Snappet® is een product van Snappet. Verwijzingen naar merknamen en methodes van derden zijn puur informatief. Snappet werkt niet samen met Malmberg, Zwijsen, Noordhoff of ThiemeMeulenhoff.
r. en papie t Digitaal gewens r indien els papie t). itaal, de en, rekenschrif dig sis ek Ba (werkbo uw. lesopbo reerd in Geïnteg ser es/brow e devic modern egrepen. e all op niet inb Werkt devices
eling t hand g I en he voor ED r in het leerlin euning aa Onderst ook beschikb is e cti Instru
akkere l de zw n zowe van vaties ctie aa de obser de instru sis van Verleng rs op ba rekenaa lfde n hetze ea aa n en werke eigen niv Leerling rwerken op en ve ftware
Oefenso
tra oe
voor ex
sis. V en de ba 1S vorm voor de ste te 1F en ken 3 Leerrou 1, 2 en werkboe aparte or leerroutes en vo 36 en van
9 blokk
4w
n. Eé rndoele n de ke 5, da en volge groepen 3Leerlijn de reken ie voor 'handig' strateg 2
ek v
tste we
In de laa
nd m t afgero ets k word n to Elk blo jaar ee er per Twee ke
Alleen
en (verd
en kunn
Leerling
re
Aan creativiteit geen gebrek bij NXplorers Junior! De wereldbevolking neemt razendsnel toe: in het jaar 2050 zijn we met wel tien miljard mensen! Om de planeet leefbaar te houden hebben al die mensen schoon water, duurzame energie en slimme producten nodig. Deze uitdagingen vereisen vindingrijke oplossingen. Tijdens de challenge NXplorers Junior gaan jonge talenten aan de slag met creatieve ideeën voor de toekomst.
32
van deze tijd. Het NXplorers Junior programma bevordert het systeemdenken bij leerlingen en laat hen op een laagdrempelige manier kennis maken met de 17 Werelddoelen van de Verenigde Naties, zoals onder andere schoon water en sanitair, duurzame energie en verantwoorde consumptie en productie. Wie heeft hét slimme idee dat aan deze doelen gaat bijdragen?
Ontwerpend leren Door middel van een werkboek en een online platform vol met tips en inspiratie doorlopen klassen opdrachten rondom de thema’s water, voedsel en energie. Leerlingen doen inspiratie op door echte innovaties te bekijken en slaan een eerste ontwerpslag bij het maken van hun eigen innovatieve oplossingen. Daarna begint het echte werk. Aan de hand van ontwerpend leren werken teams in een paar stappen hun eigen idee uit binnen een van de drie thema’s. Zo origineel, creatief en innovatief als maar kan: dat is de enige regel die geldt. Elk team werkt één oplossing uit tot hun NXplorers Junior idee, welke wordt ingezonden om beoordeeld te worden door een landelijke jury. Per thema worden vijf finalisten uitgenodigd voor de finale, waar uiteindelijk drie landelijke winnaars (één per categorie) bekend worden gemaakt.
Vliegen op waterstof
Dezelfde challenge, nieuwe naam De challenge is al jaren een succes onder de noemer Generation Discover bright ideas challenge. Na vijf succesvolle edities is het programma in een nieuw jasje gestoken: NXplorers Junior. De focus ligt nog steeds op het inspireren van een nieuwe generatie om hun talenten en kennis verder te ontwikkelen.
NXplorers Junior is een innovatief, online onderwijsprogramma dat leerlingen uit groep 7 en 8 spelenderwijs laat kennismaken met het complexe en creatieve denken dat nodig is om positieve verandering teweeg te brengen. Basisschoolleerlingen door heel Nederland bedenken oplossingen voor mondiale uitdagingen
Sinds de eerste editie in 2017 hebben meer dan 140.000 leerlingen gewerkt aan slimme oplossingen voor een duurzame toekomst. Tijdens voorgaande jaren zijn er tal van innovatieve oplossingen ingestuurd. Enkele voorbeelden zijn: een luxaflex die energie opvangt van zonnestralen, de inzet van drones om voedselverspilling tegen te gaan, scooters die rijden op energie van gemalen bladeren en een slimme vuilnisbak die zelf afval scheidt. In de voorgaande editie 2020/2021 viel de school Het Baken uit Berkel en Rodenrijs in de prijzen met het concept Plastic Isolatie. Daarbij wordt al het plastic dat rondzwerft verzameld en omgevormd tot isolatiemateriaal voor huizen. Andere winnaars waren de Koningin Julianaschool uit ’s-Gravenpolder, zij ontwierpen een vliegtuig dat op waterstof vliegt en de weerstand van de landing gebruikt om energie van te maken genaamd De Eco Fly, en basisschool De Wissel uit Den Haag, zij ontwierpen het idee om van weggegooid potlood- slijpsel nieuwe potloden te maken. Stuk voor stuk weldoordachte ideeën voor een betere toekomst. ◗
Meedoen aan NXplorers Junior? NXplorers Junior 2021/2022 loopt van eind september 2021 tot en met eind april 2022. De deadline voor inzenden van de ideeën is 22 april 2022. Je kunt jouw groep 7 en/of 8 kosteloos aanmelden voor de NXplorers Junior editie 2021/2022 via: www.nxplorersjunior.nl/meedoen
PrimaOnderwijs 33
IJsselcollege investeert in eigen medewerkers
NP Onderwijs geeft impuls aan leerlingbegeleiding op maat De ondersteuning vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) zorgt op het IJsselcollege voor een impuls in de begeleiding op maat van leerlingen. De brede scholengemeenschap, van praktijkonderwijs tot en met vwo, kiest er bewust voor te investeren in de eigen medewerkers. Het extra budget van het NP Onderwijs maakt het mogelijk om tijd en ruimte te maken voor leraren, zodat ze zich verder kunnen professionaliseren. Dit heeft een langer termijn effect en gaat verder dan uurtjes erbij ‘regelen’, vinden Arnoud Katz en Yvonne Gerridzen van de scholengemeenschap in Capelle aan den IJssel. Ze vertellen over hun keuzes uit de menukaart van het NP Onderwijs. De focus ligt op zorg voor personeel, pedagogisch didactisch klimaat en maatwerk. Tekst: Brigitte Bloem
‘We hebben de school tijdens de lockdown zo snel mogelijk weer opengezet, vooral voor de praktijk vakken van PrO en VMBO was dat noodzaak. Deson danks hebben veel leerlingen in coronatijd vertraging opgelopen’, vertelt onderwijsdirecteur Arnoud Katz. ‘Thuis was er vaak geen geschikte studieplek en misten leerlingen faciliteiten als goede wifi.’ 34
Het team constateerde flinke verschillen tussen leerlingen. Een deel van hen bleek niet goed in staat om thuis de lesstof bij te houden. ‘Soms lag dat aan een gebrek aan studievaardigheden, soms aan gebrek aan support van het thuisfront. Vaak was het een combinatie van beiden’, legt Arnoud uit. De mentoren hebben op leerlingniveau de achter
stand geïnventariseerd. Vervolgens analyseerden ze waar per leerling de ondersteuningsbehoeften liggen. De vaksecties hebben op klasniveau gekeken waar bij welke onderdelen van een vak vertraging was opgelo pen. ‘Onze conclusie was dat het op vakniveau uiteindelijk wel meeviel’, vertelt Arnoud. ‘Dat komt ook omdat we in coronatijd extra kritisch zijn gaan kijken naar de inhoud van de vakken. Alle overtollige stof was al geschrapt.’
Extra tijd en extra handen Voor het IJsselcollege staat aandacht voor het eigen personeel nu voorop, en dat is echt heel hard nodig. ‘Leraren maken het verschil’, is de ervaring van Arnoud, ‘en na deze uitputtende periode willen we extra zorg aan ons team besteden. We geven onze leraren en mentoren extra tijd voor verdere professio nalisering en zorgen voor extra handen op school door, waar mogelijk, de aanstellingen van onze eigen medewerkers uit te breiden. Een groep leraren is nu bezig de uitvoering op zich te nemen. Wat we nadruk kelijk communiceren is: extra werk vanwege het NP Onderwijs wordt met uitbreiding baanomvang betaald, dus niet vanuit taakuren. Het geld moet echt bij de leraren terecht komen. Tot nu hebben we aan deze gedachte kunnen vasthouden en hoeven we niet terug te vallen op externe huiswerkbureaus. Ook het opleiden van bijvoorbeeld de mentoren willen we zo veel mogelijk in eigen hand houden: samen van elkaar en met elkaar leren. De gedachte achter het maatwerkprogramma is dat de leraar zelf het beste weet wat leerlingen nodig hebben en dat zelf het beste kan aanbieden.’
Yvonne Gerridzen
Arnoud Katz
‘Maatwerk was overigens voor de coronatijd al een bekende aanpak op de school, met onder andere het DIM-model en lesgeven op meerdere niveaus’, aldus Yvonne. Zij begeleidt het MT als transitie-adviseur op verdere professionalisering. Naast toetsen worden verder ook persoonskenmerken van leerlingen meegenomen, zoals zelfstandigheid en motivatie. Op basis van de analyse volgt een persoonlijk programma per leerling, waarbij leerlingen onder begeleiding aan de slag gaan.
Positive Behavior Support Ook op sociaal-emotioneel gebied heeft de school nu extra mogelijkheden. ‘Elke ochtend heten we alle leerlingen welkom en vervolgens hebben de leerlingen uit de eerste en tweede klas de dagstart bij hun mentor’, vertelt Yvonne. ‘We waren daar al mee begonnen voor corona, maar dankzij NP Onderwijsgelden hebben we dit kunnen uitbreiden.’ Arnoud vult aan: ‘Alles wat we onze leerlingen aanleren in sociale omgang is afgeleid van onze drie kernwaarden: respect, veiligheid en verantwoordelijk heid. Leerlingen van verschillende niveaus werken samen in één gebouw. We zijn de maatschappij in het klein, met een mix van mensen en achtergronden.’ De school werkt vanuit het gedachtengoed van Positive Behavior Support (PBS). ‘Studievaardigheden krijgen ook een extra impuls door het NP Onderwijs. ‘Alle leerlingen werken met de Plenda’, vertelt Arnoud. ‘De mentor en de vakdocenten helpen leerlingen hun huiswerk en toetsen beter te plannen.’ PrimaOnderwijs 35
Leerlingcoördinatoren In aansluiting op de intensieve begeleiding die de mentoren aan leerlingen bieden zijn er met NP Onderwijs-steun leerlingcoördinatoren aangesteld. Yvonne: ‘Zowel de mentoren als de leerlingcoördina toren zijn goed zichtbaar in de school, zodat leerlingen ze altijd gemakkelijk kunnen vinden. Verder hebben we extra conciërges aangetrokken en hebben we grote klassen gesplitst. En we denken nog steeds na over mogelijkheden die dit budget ons biedt, het is een proces dat nu gaande is. Soms is het ook op minder zichtbare plekken iets meer ruimte creëren, wat ook al lucht geeft, maar wat niet meteen erg opvalt’. Het IJsselcollege wil nog een aantal plannen ten uitvoer brengen. Zo zal de school stimuleren dat leerlingen veel meer van en met elkaar leren. Hierbij zal het studiecentrum van de school mooi van pas komen. Een ander concreet plan is leerlingen lifeskills op te laten doen op school. Denk aan weerbaarheids training, het oefenen van sociale vaardigheden, sporten en leren pitchen. ‘Maar eerlijk is eerlijk’, zeggen Arnoud en Yvonne, ‘het is de vraag of we het allemaal op korte termijn goed georganiseerd krijgen. Het aanstellen van leerlingcoördinatoren veroorzaak te nieuwe vacatures, het zijn leraren die minder of
helemaal geen les meer zijn gaan geven en die de leerlingen goed kennen. We hebben net een verhui zing achter de rug met ook personele gevolgen. Al deze extra NP Onderwijs-activiteiten kunnen nieuwe druk veroorzaken op het rooster. Het is - kortom - al met al een complexe legpuzzel om met het extra geld de juiste dingen te doen en zodanig dat er niet meteen nieuwe druk ontstaat’. Ze zien beiden dat het in de klas gelukkig wel goed gaat: ‘Leerlingen en leraren doen ongelooflijk hun best en zijn blij dat ze weer naar school kunnen. De leerlingen worden aan alle kanten ondersteund door de leraren, mentoren en leerlingbegeleiders en dat waarderen ze!’ ◗
Kijk voor meer informatie over het NP Onderwijs en praktijkverhalen op www.nponderwijs.nl.
Hét digitale lespakket over Nederlands-Indië en WO2 interactieve lessen • complete tijdlijn • online toolbox
GRATIS toegankelijk via www.inclusiefindie.nl
THEMATISCH WERKEN EN LEZEN WERKT... MET THEMAPLEIN! Zo verbind je lezen en wereldoriëntatie, en ontwikkel je je leesonderwijs!
Zo lezen je leerlingen binnen contexten. Dat ontwikkelt hun leesbegrip!
Zo heb je leesboeken als bron voor onderzoekend werken en leren!
Zo heb je altijd passende boeken en bronnen bij je thema’s!
DE PEN DIE PRAAT ...
? IPC? Faqta r? ijze W 4x i? c Davin aan? nder-Brand Naut-Mea racht? L.O.S? sk Jeelo? Le reld? GO!? Blink We link Lezen? B s? ti an Atl
Met THEMAPLEIN maak je je lees- én wereldoriëntatieonderwijs effectiever! Ga naar themaplein.nl
010
stand 1C
Automatiseren in de klas! ...
elke dag weer! sommen
tot 100,
binnen
tiental
. antwoord
en
1
rint
Rekensp
50 =
30 +
#10JAARREKENSPRINT
Met Rekensprint Online heb je het ideale hulpmiddel in handen om élke dag met je klas 5 minuten te automatiseren. Daarnaast begeleid je leerlingen met grote (en desgewenst kleine) rekenachterstanden: op school, op afstand, individueel of in een klein groepje. Zo houd je op één plek overzicht en werken Rekensprint en RS Online … als een tweeling perfect samen.
80
83
rt – www.schools
upport.nl
Rekensprint Online is van start gegaan! Het tweelingzusje van Rekensprint dat in de samenwerking ‘offline met online’ leerlingen nog beter helpt bij het werken aan rekenachterstanden en de extra oefening op-maat. Meld je aan voor een webinar, bezoek onze NOT-stand, en reserveer een licentie voor je school of praktijk.
Reken
© Schoolsuppo
sprint
mmen
tot
10
1
2=
Rekensprint
som
rint
= 80
ensp
Rek
+ 50
© Schoo
lsuppo
rt –
www.s
chools
uppor
t.nl
30
Koppeling met Bareka Toetsen!
Meer weten? Webinar plannen? Ga naar schoolsupport.nl/rsonline
men
tot
100,
binn
en
tient
83
al
. antw
splitsen . antwoorden
3
© Schoolsupport – www.schoolsupport.nl
© Schoolsu
pport
– www.sch
oolsuppo
rt.nl
erbijso
2+
oord
en
1
3
0
1
Met hart en ziel werken aan de vooruitgang Door de syntheseklas komen leerlingen beter tot leren op school Kinderen ontwikkelen zich het beste in hun vertrouwde omgeving. Een omgeving - in het teken van rust en regelmaat - waar ze oprechte betrokkenheid ervaren. Vanuit die gedachte liep in het Midden-Limburgse Weert een pilot om basisschoolleerlingen de nodige extra begeleiding aan te bieden op hun eigen school. Dit in de vorm van een syntheseklas. Het principe is gebaseerd op de initiatiefklassen in het voortgezet onderwijs. Doorgewinterde leerkrachten, Frank Koolen (53) en Fridi van Laarhoven (40), maakten de vertaalslag naar basisschool Het Dal. En met veel succes!
‘
‘
Van de syntheseklas kan nu al ruim 80
procent op de eigen school blijven
38
De syntheseklas is bedoeld voor leerlingen waarvan leerkrachten en intern begeleiders denken dat zij in een grote groep onvoldoende zorg kunnen bieden. Doel is om deze kinderen met een dieperliggende problematiek te helpen in hun gedragsregulatie, zodat ze wel op hun reguliere basisschool kunnen blijven. ‘We willen de doorstroom naar speciaal (basis)onderwijs terugdringen. In het belang van de kinderen! Van de syntheseklas kan nu al ruim 80 procent op de eigen school blijven’, zegt Frank, die behalve leerkracht ook intern begeleider is bij basisschool Het Dal (stichting Eduquaat). ‘Deze leerlingen kampen vaak met omgevingsfactoren die niet helpend zijn. Het opbouwen van een vertrouwensband met zowel kinderen als ouders is essentieel en deze pilot geeft ons die ruimte.’
Op vaste momenten schakelen De betreffende leerlingen schakelen op vaste momenten tussen het reguliere onderwijs en de syntheseklas. Daarvoor hebben ze een eigen klaslokaal binnen de school met vaste zitplaatsen waar ze in kleine, vaste groepjes samenkomen. ‘We plannen in de loop van de ochtend ook individuele gesprekken met leerlingen en
klasgenootjes als dat nodig is voor de groepsdynamiek’, zegt Fridi. Zij is sinds 2003 werkzaam bij de Aloysius Stichting (speciaal onderwijs) en werkt nu in het Kennis- en Expertisecentrum bij de Widdonck in Weert. ‘Ik haal mijn voldoening niet uit het voor de klas staan, maar uit het samen iets bereiken met én voor de kinderen.’ Gemiddeld brengt een leerling ‘s ochtends anderhalf uur door in de syntheseklas. ‘We werken gewoon aan de lesstof en besteden daarnaast aandacht aan gedrag in de breedste zin van het woord. De didactiek is niet leidend, er is altijd ruimte voor gesprekken’, legt Fridi uit. ‘De syntheseklas is een open, vaste time-outplek voor deze leerlingen. Samen bepalen we tevens enkele persoonlijke leerdoelen en samenwerkingsdoelen.’ In de middaguren kijken Frank en Fridi vaak mee in andere klassen. Zaken die daar op vallen, kunnen zij dan direct oppakken. ‘Verder begeleiden we de leerkrachten door heel gericht aandacht en begeleiding te geven die aansluit bij de ondersteuningsbehoeften. We coachen hen letterlijk in de praktijk’, aldus Frank. ‘Soms moeten we daarvoor een ‘fixed mindset’ ombuigen naar een ‘growth mindset’. Alles draait om maatwerk, om passend onderwijs binnen de eigen school te bevorderen.’
en komen met meer plezier naar school. De reacties van ouders, collega’s en zelfs buiten de schoolgele deren zijn positief. Er is veel belangstelling voor deze opzet’, weet Frank te vertellen. ‘Collega’s ervaren meer rust. Dit resulteert in inzichten waarop wij feedback geven, zodat zij nog meer in hun kracht komen. Zo kunnen wij kennis en skills overdragen die de begeleiding van bijzondere leerlingen verbeteren. De bedoeling is dat alle leerlingen uiteindelijk volledig terugstromen naar de eigen groep.’ In totaal was een dertigtal kinderen betrokken bij de syntheseklaspilot. Afhankelijk van de hulpvraag en het ontwikkelingstempo zetten alle kinderen stappen vooruit op hun eigen niveau. Er is geen ambulante begeleiding meer nodig en slechts een enkeling is door verwezen naar het speciaal onderwijs. ‘Het grootste compliment’, zegt Fridi zichtbaar geraakt. Ook Frank voelt zich dankbaar voor de geboekte vooruitgang. ‘Wij gunnen iedere school een syntheseklas, in welke vorm dan ook.’ De komende jaren wordt het concept in regio Weert verder uitgerold. Vanaf het nieuwe schooljaar continueert Frank samen met een teamlid de synthesek las van basisschool Het Dal. Fridi is inmiddels al druk met nieuwe syntheseklassen op twee andere basisscholen. ◗
Krachtenbundeling De bevlogen professionals vinden het fantastisch om samen een compleet nieuw concept te ontwikkelen. Fridi: ‘We zijn trots op onze syntheseklas, waarin we gaan voor eerlijke kansen. Kinderen voelen zich gezien, gehoord en erkend. Ze krijgen handvatten voor het leven, omdat we bij de basis beginnen.’ Frank knikt instemmend. ‘Aanvankelijk dachten we dat kinderen het als ‘straf’ zouden zien, maar het tegenovergestelde blijkt waar. Het is geweldig om kinderen, die niet soepel meegaan in de mainstream, te helpen bij het ontwikkelen van een stukje zelf redzaamheid.’
Geen twijfel over voortbestaan De tweejarige pilot is voor de zomervakantie afgerond. Bij de initiatiefnemers bestaat geen twijfel over het voortbestaan van de syntheseklas. ‘Dit is broodnodig. Ik zie enkel voordelen. Kinderen boeken zichtbaar vooruitgang, raken minder snel overprikkeld
Stichting Eduquaat is een onderwijsbestuur met zeven basisscholen in de omgeving van Weert. De organisatie heeft de syntheseklaspilot gefinancierd, onder meer uit bovenschoolse middelen. Dit omdat ze gelooft in de meerwaarde van een aangepaste kleinschalige setting voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften op sociaal, emotioneel en/of pedagogisch vlak. Het bestuur is verheugd over de resultaten. In het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is dit bij uitstek het moment om alle basisschoolleerlingen volwaardig onderwijs te bieden met zicht op een mooie toekomst. Daarom is een whitepaper beschikbaar om het concept over te dragen aan andere scholen binnen het primair onderwijs. Deze kun je aanvragen via: secretariaat@eduquaat.nl.
PrimaOnderwijs 39
Vernieuwen=leerlingen uitdagen! Als leraar ga je voor kwaliteit in je vak en het optimaal gedijen van je klas. De Onderwijsdesk helpt je met advies en cursussen.
Emmeliek Boost
In deze editie deelt Emmeliek Boost, deskundige van de Onderwijsdesk, Gezondheidspsycholoog én auteur van het boek WIN-WIN Werk en Gezin, tips en adviezen over het motiveren van leerlingen en vernieuwen.
Hoe en met welke middelen kan ik de motivatie bij leerlingen vergroten? Lucas, docent Nederlands VO, Doetinchem.
Maak je lesmateriaal relevant en actueel Start niet bij leerdoelen en onderwijsprogramma’s maar begin met het vaststellen wat de drijfveren en interesses van de klas zijn. Bijna alles draait nu om kwalificatie en leer- of kerndoelen. Met het risico dat de leerstof in brokken wordt verdeeld en opdracht na opdracht getoetst wordt om zo het leerdoel te behalen. Het is begrijpelijk dat leerlingen dan gedemotiveerd in de klas hangen en in slaap vallen. Ze herkennen niets van hun wereld in de lesboeken. Deze tijd vraagt echt om een andere aanpak. Laat hen meedenken en geef hen een bepaalde autonomie 40
en beloon ze voor hun inzet en inititiatieven om de les interessant te maken. TIP 1 Kijk op https://blink.nl/blink-nederlands-bovenbouw/ Hun lesprogramma’s zijn gebaseerd op recente wetenschappelijke inzichten uit de vakdidactiek en de neuropsychologie. Ze voldoen aan alle wettelijke eisen en dagen leerlingen vooral uit om de rijkheid en relevantie van het betreffende vak te ervaren. TIP 2 Ook staat op de website beeldengeluidopschool.nl een mooi educatief aanbod. Je vindt er een video met uitleg over de gehele collectie en instructies over hoe je het materiaal kunt gebruiken in je lessen. De rechten voor gebruik zijn geheel vrij. Het materiaal is vrij toegankelijk en ook herbruikbaar. Je kunt dus de volledige video-uitzending gebruiken, of een deel ervan.
Het online onderwijs heeft ons gestimuleerd om lessen te vernieuwen met digitale tools. Heb je nog tips? Annemarie, groep 8 uit Drachten.
Ken je de bingokaart: dat was een succes!? Je kunt voor alle leerlingen een aparte kaart met verschillende termen uit je gegeven instructie maken, zodat die werkkaart op het spelletje Bingo lijkt. Je kunt ook leerlingen zelf een kaart laten maken met wat volgens hen de belangrijkste begrippen uit de les waren. Zo herhalen ze de lesstof spelenderwijs! Inmiddels kennen onderwijsprofessionals een variatie aan digitale leermiddelen en weten ze die ook creatief toe te passen.
TIP Dit soort innovatieve tools vind je ook terug in de 7-daagse Cursus Rekenspecialist PO begeleid door Marije van Oostendorp. Deze start weer op woensdag 26 januari a.s. bij de Onderwijsdesk. Een cursist zei: ‘Deze leerzame en uitdagende cursus biedt de mogelijkheid om direct in de praktijk als rekenspecialist aan de slag te gaan!’
Waarom hier ook een pleidooi voor het Bordwerk? Instructie wint aan kracht als je hierbij op het bord schrijft. Maar hoe gebruik je het krijt, white-of smartboard optimaal? Met Marcel Schmeier maak je kennis met ‘slow teaching’ waarbij bordwerk zorgvuldig wordt opgebouwd en geordend, leerlingen aantekeningen maken en de leerstof stapsgewijs en grondig wordt onderwezen én geleerd. Ook ervaar je zelf in deze nascholing een les die door de cursusleider wordt gegeven en leer je om zelf een les met bordwerk te ontwerpen. Neem daarvoor de handleiding en leerlingboek van je zaakvakmethode mee! Heb je belangstelling, schrijf je dan in voor de 1-daagse cursus Bordwerk en aantekeningen voor het PO van Marcel Schmeier op di 7 december a.s. www.onderwijsdesk.nl
voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas! Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoorden de deskundigen van de Onderwijsdesk vragen van onderwijsprofessionals werkzaam in het PO of VO uit het hele land. Deze tips (en cursussen) zorgen ervoor dat je klas (nog) beter floreert.
Een greep uit de cursusladder 2021 - 2022 Online en RIVM-Coronaproof op onze locatie Actief en Effectief leren Executieve functies & effectieve leerstrategieën za. 13 november (VO & MBO) Annemieke Groeneveld
Expliciete Directe Instructie Kleuters Klassenmanagement en spelbegeleiding wo. 24 november Sherrill Woldberg
Begrijp Gedragsproblemen Agressief, brutaal, ongehoorzaam en ongemotiveerd gedrag di. 30 november (VO & MBO) dr. Annematt Collot D’Escury-Koenigs
Bordwerk en aantekeningen Instructie wint aan kracht als je hierbij op het bord schrijft di. 7 december (PO) Marcel Schmeier
Onderpresteren Voorkomen en terugdraaien met het 6-stappenplan di. 14 december (PO & VO) René Lous
Lees- en Taalspecialist Lees- en spellingsproblemen, TOS, meertaligheid & meer! start ma. 17 januari (PO) drs. Marije van Oostendorp dr. Madelon van den Boer dr. Elise de Bree
Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk? Mail dan naar info@onderwijsdesk.nl
PrimaOnderwijs 41
Actief aan de slag met taal en rekenen voor groep 1, 2 en 3 Werkmap Gecijferd bewustzijn Deze werkmap biedt leerkrachten in groep 1 en 2 naast theorie veel activiteiten en lessen om (voorbereidend) rekenen met kleuters vorm te geven en tijdig achterstanden te signaleren. Zo draagt u bij aan een goede rekenstart in groep 3. Onderzoek heeft uitgewezen dat vroegtijdig signaleren en interveniëren rekenproblemen kan voorkomen. Uitgangspunt voor de map zijn de in 2017 door SLO vastgestelde Tussendoelen Rekenen-Wiskunde eind groep 2. Prijs: € 109,95 | Auteurs: Aafke Bouwman en Jarise Kaskens ISBN: 9789065081360 | Sector: po
Werkmap Begrijpend luisteren en woordenschat Hoe zorgt u ervoor dat jonge kinderen (nog) beter worden in begrijpend luisteren? Het format in deze werkmap helpt u daarbij. Naast een theoretisch deel bevat de map ook aanwijzingen en tips voor de praktijk én 38 uitgewerkte activiteiten. Zo kunt u zonder al te veel voorbereiding direct in de praktijk oefenen. Bestemd voor pedagogisch medewerkers van peutercentra en leerkrachten van groep 1, 2 en 3 van het basisonderwijs. Prijs: € 109,95 | Auteurs: Aafke Bouwman en Karin van de Mortel ISBN: 9789065086600 | Sector: po
Werkmap Fonemisch bewustzijn Fonemisch bewustzijn staat voor ‘het bewustzijn van klanken in woorden’ en bestaat onder meer uit analyseren (hakken), synthetiseren (plakken) en vaardigheden rondom letters. De Werkmap Fonemisch bewustzijn vormt een vrijwel complete leerlijn voor het taalonderwijs in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het biedt talloze suggesties voor activiteiten met letters en klanken. Prijs: € 109,95 | Auteurs: Susanne Huijbregts, Mariët Förrer en Monica de Wit ISBN: 9789065081636 | Sector: po
Toetspakket Beginnende geletterdheid Met dit toetspakket kunnen leerkrachten van groep 1 tot en met 3 kinderen opsporen die uitvallen op het gebied van beginnende geletterdheid en actie ondernemen om hier iets aan te doen. Zij kunnen zodoende leesproblemen voorkomen, want beginnende geletterdheid is een belangrijke voorwaarde voor een goede leesstart. Prijs: € 82,50 | Auteurs: Cor Aarnoutse, Joke Beernink en Wim Verhagen ISBN: 9789065081636 | Sector: po
Bestel deze en andere CPS-uitgaven op www.cps.nl/uitgeverij
Column #Daniëlle
Verbinding gezocht Ik zie mezelf nog zitten. Met een hoedje op voor de camera. De kinderen lagen in een deuk. Net wakker, de haren amper gekamd en dan ineens je juf die een online verkleedpartij begint. Meteen haalden ze hoedjes, mutsen en andere attributen. De betrokkenheid voor de les was direct hoog, zullen we maar zeggen. Wat ze voor de rest hebben onthouden van de les die volgde zal ik nooit te weten komen, maar het plezier en de verbondenheid was er meteen. Van beeldscherm naar live de kinderen ontmoeten. Om vervolgens weer achter een scherm te kruipen. Elke leerkracht heeft inmiddels wel online gewerkt en online contact gezocht met leerlingen in de afgelopen twee schooljaren. Met wisselend resultaat. Wellicht ook onwennig. Maar telkens op zoek naar verbinding en een goede leeromgeving. Wanneer ik het woord verbinding noemde, kreeg ik van een aantal grappenmakende pubers steevast de opmerking dat ‘de verbinding soms niet zo lukte’.
de ander weerstand. Waar de één energie van kreeg, kostte het de ander veel zonder dat het wat opleverde. Ondersteuning bij online lesgeven bleek al snel essentieel. En die kwam! Instructievideo’s, dagprogramma’s, coöperatieve werkvormen; leerkrachten bleken (nog) creatiever dan gedacht. Al snel bevonden leerkrachten en leerlingen zich in online klaslokalen. Ineens werden van leerkrachten en leerlingen andere vaardigheden gevraagd. Vernieuwing van onderwijs 2.0 zullen we maar zeggen. Binnenkort vindt de NOT
Het online lesgeven vroeg vaak veel, maar inmiddels kunnen we zeggen dat het ons ook aardig wat kan geven. Tijdens de lockdown kwam het proces van afstemming tussen fysiek en online lesgeven in een stroomversnelling. Waar de één blij van werd, voelde
plaats. Een breed aanbod van sprekers, ideeën en sessielokalen. Volop interactie, online en ter plaatse. Ontwikkelingen en innovaties; de NOT lijkt weer interessant te zijn voor professionals werkzaam in de KO, het PO en VO. Sommige zaken veranderen nooit. Ondertussen vragen mijn 21 kinderen zich af wat die grote bak achter in de klas te betekenen heeft. Ze hebben de verkleedkleren gezien. De hoedjes gaan weer op. ◗
PrimaOnderwijs 43
Welke uitdagingen zijn er bij het werken met jonge kinderen? Pedagogisch medewerkers en leerkrachten, de professionals die educatie en onderwijs verzorgen in de kinderopvang en kleutergroepen, staan voor een belangrijke opgave. Ze willen alle kinderen een goede start geven. Gäby van der Linde-Meijerink en Martin Klein Tank bespreken vijf uitdagingen bij het ontwikkelen van een curriculum voor de voor- en vroegschoolse educatie. Beiden zijn werkzaam bij SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum, en verbonden aan het project Het Jonge Kind. Tekst: Brigitte Bloem
Uitdaging 1: Samen werken vanuit een gedragen visie ‘Uitgangspunt van elk leerplan is een gedragen visie’, aldus Martin. ‘Dat geldt ook voor de leeftijdsgroep 2 tot 7 jaar. Deze visie vormt de basis voor het geven van educatie aan jonge kinderen. Als de visie onduidelijk is, is de kans groot dat er onvoldoende samenhang in het onderwijs wordt gerealiseerd.’ SLO heeft een Visiespel ontwikkeld om onderwijsadviseurs van het jonge kind een handvat te geven om met een team te komen tot visievorming voor educatie en onderwijs aan jonge kinderen. De basis hiervoor is het curriculair spinnenweb (zie kader). Enerzijds kom je in beweging en anderzijds word je je bewust van overeenkomsten en verschillen van de visie in een team.
Uitdaging 2: Inspelen op ontwikkeling Hoe goed je ook nadenkt over de activiteiten binnen je thema, de uitvoering kan soms minder goed uitpakken. De activiteit is bijvoorbeeld te moeilijk of te eenvoudig, waardoor kinderen afhaken. Of er is eerst extra toelichting nodig. Dit vraagt om formatief handelen. Formatief handelen draait om het zichtbaar maken van de ontwikkeling van het leren: voor het kind zelf én voor de leerkracht. Dat maakt duidelijk waar het kind staat ten opzichte van een doel. Door in gesprek te gaan, laat het kind zien wat het al geleerd heeft. Op basis hiervan kan de leerkracht de aanpak aanpassen en zo aansluiten bij de behoeften van het kind én de zone van de naaste ontwikkeling. 44
Het Spinnenweb-visiespel Het spinnenweb bevat de negen onderdelen van een leerplan. De visie is de centrale, verbindende schakel. Door met het team aan de slag te gaan met dit spel, komen jij en je team in beweging en maakt het jou en je collega’s bovendien bewust van overeenkomsten en verschillen in visie binnen het team. Kijk voor meer informatie op: http://jongekind.slo.nl
‘Dit maakt dat het kind invloed heeft op het eigen leerproces’, legt Gäby uit. ‘Werken met doelen helpt niet alleen leerkrachten, het stimuleert kinderen ook om te leren en te groeien. Dit vraagt uiteraard wel om het vinden van een balans tussen ontwikkelingslijn en leerlijn.’
Uitdaging 4: Thematiseren met een beredeneerd aanbod Veel kleutergroepen en voorschoolse voorzieningen werken wel thematisch, maar moeten de stap naar thematiseren nog zetten, zegt Gäby. ‘Een thema als boodschappen doen lijkt simpel, maar kleine, actieve thema’s sluiten écht aan bij de belevingswereld van kinderen. In je onderwijs kun je er bovendien alle kanten mee op. Een mix van onderwijsactiviteiten, afgestemd op het thema, zorgt dat kinderen spelenderwijs leren. Voor scholen en instellingen die thematisch werken naar een hoger niveau willen brengen, hebben we de hand reiking Thematiseren met jonge kinderen ontwikkeld.’ Martin stelt: ‘Spelend leren is prima, als dat inderdaad vanuit een visie gebeurt en er concrete doelen geformuleerd zijn. Een didactisch model, waarin duidelijk staat beschreven hoe het spelend leren is vormgegeven en wat eenduidig uitgevoerd wordt door een team professionals, draagt eraan bij dat kinderen weten wat er van hen wordt verwacht. De didactische aanpak wordt zichtbaar in de opdrachten die door professionals zijn geselecteerd of voor de kinderen zijn ontwikkeld. Het zijn de dragers van het leerplan.’
Uitdaging 5: Aansluiten op de kansen van elk kind
Uitdaging 3: In dialoog zijn met elkaar Interactievaardigheden is een veel gehoorde term in de voor- en vroegschoolse educatie. In eerste instantie gaat het om de interactie van de professional met de kinderen, maar ook over het begeleiden van de interacties tussen kinderen. Daarbij speelt het respect voor de autonomie van een kind een belangrijke rol. ‘Hoe goed reageer je op de signalen die een peuter of kleuter geeft? Maar denk ook aan het ‘praten en uitleggen’ tijdens het geven van educatie of onderwijs’, benadrukt Gäby. ‘De interactie tussen professionals moet daarbij niet vergeten worden’, vult Martin aan. ‘Ook tussen de pedagogisch medewerkers en de leerkrachten van groep 1/2, of tussen de collega’s van de groepen 1/2 en groep 3.’ Gäby merkt daarbij op: ‘Daarom is het goed dat wij vanuit SLO met drie verschillende netwerken ook de interacties tussen de diverse professionals willen blijven stimuleren.’
Martin pleit ervoor om vooral te kijken naar wat een jong kind allemaal al kan en niet naar wat het nog niet kan. ‘Jonge kinderen ontwikkelen zich sprongsgewijs. We moeten af van het vergelijken van kinderen met elkaar. De verschillen kunnen heel groot zijn en dat kan later bijtrekken.’ Inhoudskaarten met aanbodsdoelen helpen leerkrachten en pedagogisch medewerkers om de ontwikkeling van kinderen goed te volgen. ‘Bij jonge kinderen – kleuters en peuters – pendel je tussen de inhoudslijn - de doelen - en de ontwikkelingslijn’, zegt Gäby. ‘Deze laatste is deels afhankelijk van de leeftijd, maar niet helemaal. Naast het feit dat de ontwikkeling immers ook grillig en sprongsgewijs verloopt, speelt ook kansengelijkheid hierin een rol. Daarom is het van belang dat alle kinderen gezien worden en dat kinderen alle mogelijkheden krijgen om zich te ontwikkelen. Voor de ontwikkeling van kinderen is het cruciaal dat de professional voor de groep van elk kind hoge verwachtingen heeft. Ook al in de peuter- en kleuterfase.’ Naast tools en handreikingen voor het werkveld biedt SLO masterclasses om expertise, houding en vaardigheden op het gebied van het jonge kind verder te verbeteren. ◗
Meer weten over producten, diensten en de drie netwerken van SLO voor het jonge kind? Ga naar: http://jongekind.slo.nl ◗
PrimaOnderwijs 45
RECYCLE REFILL REDUCE
BIC BIEDT U DUURZAME EN CIRCULAIRE OPLOSSINGEN
16 PRODUCTEN MET EEN ECO-LABEL
21 PRODUCTEN GEMAAKT UIT GERECYCLED MATERIAAL* C
M
* minimaal 50%
J
CM
BIJNA 80% VAN DE VERKOCHTE BIC SCHRIJFPRODUCTEN WORDEN GEMAAKT IN EUROPA
EEN UITGEBREID ASSORTIMENT HERVULBARE PRODUCTEN
EEN RECYCLING PROGRAMMA
BETROKKENHEID OP HET VLAK VAN MVO
MJ
Bij BIC geven we pennen een tweede leven!
CJ
CMJ
N
Ondersteunt 3 pijlers
2
1
**Pennen, viltstiften, vulpotloden, inktwissers, �markeerstiften, markers, correctors van alle merken Breng uw gebruikte pennen** naar een inzamelpunt
Wij recycleren ze tot buitenmeubilair
Het voorkomen van schooluitval
De toegang tot onderwijs voor meisjes en vrouwen bevorderen
RECYCLE REFILL REDUCE
Het promoten van voorlichting over milieu-uitdagingen
en
VIEREN HUN JARIGE SAMENWERKING Dankzij dit duurzame initiatief :
ZIJN BIJNA 28 MILJOEN
GEBRUIKTE PENNEN* INGEZAMELD WELKE VERVOLGENS ZIJN GERECYCLED TOT BUITENMEUBILAIR
1
2
3 ®
€ Pen wordt bank…TM
Breng uw gebruikte pennen* naar uw inzamelpunt
Wij recyclen ze tot buitenmeubilair
MEER DAN
Per pen wordt 1 eurocent gedoneerd aan scholen of aan liefdadigheidsorganisaties
€ 340 000**
is al overgemaakt aan scholen en liefdadigheidsorganisaties. *Pennen, viltstiften, vulpotloden, inktwissers, markeerstiften, markers, correctors van alle merken. **Van 1 maart tot 28 februari 2021 – bron TerraCycle® activiteitenverslag eind juni 2021.
118
142
miljoen
kinderen van wie de leeromstandigheden tussen 2018 en 2020 zijn verbeterd
1,4
schenkingen
miljoen euro aan
van producten en financiële giften wereldwijd in 2020 (alle domeinen samen) producten en financiële giften in 2020 vrijwilligersacties
producten en of financiële giften in 2020
donaties
RECYCLE REFILL REDUCE
Vernieuwend onderwijs: samen op ontdekkingsreis Vernieuwend onderwijs. Een kleine Google search levert als een van de eerste hits de term ‘traditioneel vernieuwingsonderwijs’ op, onderwijsconcepten als Freinet, Montessori, Dalton, vrije en Jenaplan. Allen toegespitst op de individuele ontwikkeling van het kind, maar wel vanuit één pedagogische visie. Hoe zit dat vandaag de dag?
De Kinderboekenweek ligt net achter ons met als thema ‘Jij kan worden wat je wil’. Of je goed bent in schrijven, lezen of juist in tekenen, en welke leeftijd je ook hebt, ieder kind kan worden waar hij of zij van droomt. Waar word je blij van? Wat geeft jou energie? We vinden het steeds belangrijker de individuele talenten van kinderen te benutten en tot bloei te laten komen, toch is er nog steeds één curriculum en leraren hebben soms meer dan 30 kinderen onder hun hoede. Hoe ga je dan om met individuele talentontwikkeling? En hoe dragen (digitale) middelen bij aan talentgericht onderwijs? KindVak – dé beurs voor professionals uit KO en PO – sprak met enkele leerkrachten en aanbieders.
Johan Hof leerkracht van OBS West in Capelle aan den Ijssel ‘Onze school beschikt over twee Klassen voor de Toekomst. Een Lego Education Studie, een Westlab en een technieklokaal. Voor onze leerlingen zijn er verschillende leermiddelen beschikbaar zoals laptops en smartboards, een podium voor drama en theater en een kookplek. Ook gebruiken wij op school het plafond als leermiddel waar bijvoorbeeld een doek met een geprinte geschiedenistijdbalk hangt. Het beste leermiddel verschilt per leerling per moment en ze krijgen volop de ruimte om hun talenten te ontdekken. Ook ontwikkelen we een mooie duurzame plek waar onze leerlingen natuureducatie kunnen krijgen. Denk daarbij aan een binnen-/buitenlokaal met grote schuifpui dat een extra dimensie krijgt met een bosachtige buiten ruimte. Op de KindVak beurs (zie kader) laat ik samen met lokale leerlingen zien hoe we op onze vooruitstrevende basisschool werken en leren. Zo hopen we weer veel collega’s uit het hele land te inspireren.’ 48
Rosan van Gessel, leerkracht groep 1 en 2 van basisschool De Schakel in Leersum en ambassadeur van de Kleuteruniversiteit ‘Ik probeer de kinderen zoveel mogelijk aan te bieden maar ook hun talenten te belichten door het creatieve denken vrij spel te geven. Niet door in te perken, maar meer ruimte te geven aan alle prachtige ideeën die er later wellicht nodig zijn. Als ambassadeur van Kleuteruniversiteit creëer ik deze ontdekkingsreis samen met de kleuters en ‘testen’ zij nieuwe methodes zodat we zien wat de kinderen uitdagend en leuk vinden. Ook maken we in de kleuterklas gebruik van Ipads en hebben we op onze school een praktijkklas. Dit is een klas waarin we de kinderen vaardigheden aanleren die ze hun hele leven in kunnen zetten, denk aan koken, organiseren en sociale vaardigheden. Ik vind het belangrijk om niet alleen uit te gaan van talenten, maar juist ook van vaardigheden die nog te leren zijn of waar je nog in kunt groeien. Daarnaast is het ook belangrijk om je als professional te blijven ontwikkelen.’
Linda van Vliet, oud-leerkracht en kindercoach bij Kinderpraktijk Whoop ‘Het vergroten van eigenaarschap en intrinsieke motivatie is ieder jaar weer een terugkerend punt op de startvergadering op de school waar ik werkte. Talentgericht onderwijs vergroot je niet wanneer je alleen kijkt naar waar een kind goed in is, maar vooral naar waar het blij van wordt en energie van krijgt. Het is belangrijk om als leerkracht te laten zien dat ieder zijn eigen talententaart heeft met verschillende ‘talentenpuntjes’. Hierbij is individuele aandacht, het kind centraal stellen van essentieel belang. Vanuit mijn rol als coach kan ik een kind nu één op één begeleiden. Samen kijken we hoe een leerling talenten kan inzetten op school en geef ik docenten tips hoe ze talentgericht onderwijs kunnen vorm geven. Met mijn ervaring als leerkracht kan ik goed inschatten wat haalbaar is.’
Rutger van Empel, verkoopmanager bij Mercurius ‘Binnen het vrijeschool onderwijs hebben leerlingen van groep 3 t/m 8 dezelfde leerkracht. Hierdoor heeft de docent de talenten van leerlingen goed in beeld. In samenwerking met de leraren weten wij als organisatie welke producten er nodig zijn om alles uit het kind te halen. Deze materialen, waarmee kinderen spelenderwijs leren ontdekken, zullen wij op de KindVak beurs presenteren. Binnen het vrijeschool onderwijs gaan hoofd, hart, handen en voeten samen, daar dragen wij graag een steentje aan bij.’
steeds meer aandacht wordt besteed aan digitale vaardigheden en blended learning. Hiervoor ontwikkelen wij samen met scholen een passend programma bestaande uit materiaal en training en advies op maat. We streven naar een samenwerking waarbij een leerkracht ‘ambassadeur’ is en een brugfunctie heeft tussen ons als onderwijsorganisatie en het schoolteam. Door het samen te doen maken we betere keuzes én het verschil voor nu en in de toekomst.’ ◗
Al meer dan 25 jaar KindVak KindVak is dé beurs voor professionals in de kinderopvang en het primair onderwijs, al meer dan 25 jaar. Op 13,14 en 15 januari 2022 openen de deuren van Brabanthallen ’s-Hertogenbosch zich weer voor duizenden bezoekers. In het goedgevulde workshopprogramma is er ruim aandacht voor vernieuwend onderwijs en is de Klas voor de Toekomst aanwezig! Ook op de beursvloer vind je meer dan genoeg inspiratie voor talentontwikkeling en vernieuwing bij de meer dan 100 exposanten. Alle informatie over de beurs – en de mogelijkheid tot aanmelden – vind je op www.kindvak.nl. Laten we elkaar inspireren op de KindVak beurs, omdat kinderen je vak zijn!
Marvin Reuvers, teamleider onderwijsadviseurs bij de Rolf groep ‘Wij helpen scholen om het allerbeste uit ieder kind te halen. Samen bespreken we de toekomstplannen en pedagogische visie. Zo horen en zien wij dat er PrimaOnderwijs 49
Schooltv-lespakketten voor alle groepen
Natuuronderwijs Oriëntatie op jezelf en de wereld
Denk doo-rNatuur en doe
Groep 1-2
Groep 3-4
Groep 5-6
Seksuele voorlichting
Groep 7-8
Alle lespakketten bieden lessen ingedeeld in uiteenlopende thema’s, toegang tot de video’s van Schooltv, digibordlessen en denk door en doe-bladen. Doe mee(r) met Schooltv en bestel vandaag nog!
Bestel Schooltv-lespakketten exclusief op:
/schooltv
Betere leerprestaties met formatief evalueren In het onderwijs toetsen we best veel. Maar wat zeggen die toetsen eigenlijk over een leerling? Weet die na zo’n toets hoe hij zich kan verbeteren? een 6 halen, omdat hij alle feiten kan reproduceren (R). Maar een leerling die inzicht (I) heeft in de lesstof, maar niks uit het hoofd heeft geleerd, kan voor dezelfde toets ook een 6 halen. Beide leerlingen halen punten voor verschillende onderdelen en hebben verschillende interventies nodig om zich verder te verbeteren. RTTI en OMZA geven meer inzicht in een leerling dan een cijfer en geven handreikingen waarmee leerlingen zich verder kunnen ontwikkelen.
Druk op de knop Vijven en zessen of RTTI? Een toetscijfer geeft geen of nauwelijks informatie over wat een leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Want wat betekent die 5, 6, 7 of 8 nu precies? Wanneer je de informatie uit toetsen wilt gebruiken voor gerichte begeleiding van je leerlingen, moet de opbrengst van een toets of van een opdracht dus meer zijn dan een cijfer. Hiervoor is een handige metataal ontwikkeld over leren (RTTI) en gedrag (OMZA). De afkorting RTTI staat voor Reproductie, Training, Transfer, Inzicht en OMZA staat voor Organisatie, Meedoen, Zelfvertrouwen, Autonomie. Met de cognitieve indicatoren RTTI volg en ontwikkel je de cognitieve kant van het leerproces en met OMZA de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Om gemakkelijk met RTTI en OMZA te werken is er de webtool RTTI-online. Die biedt analyses per toets per leerling, met geautomatiseerde, individuele feedback. Met of zonder cijfers. In één overzichtelijke RTTI & OMZA-rapportage. Inclusief dashboards voor de IB’er/leerlingbegeleider en de schoolleider. Allemaal met één druk op de knop.
• Focus en grip op het leerproces en achter cijfers kijken Cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkelingen, •
executieve functies en welbevinden in één dashboard met verbeteracties Vakoverstijgend en methode-onafhankelijk, met of zonder cijfers
•
Achter het cijfer kijken
Gelijke kansen
RTTI en OMZA helpen je verder te kijken dan het cijfer. Een leerling die alles uit het hoofd heeft geleerd kan
Steeds meer scholen gaan aan de slag met formatief evalueren en toetsen. Dit draagt bij aan betere leerprestaties, hogere motivatie en meer autonomie van leerlingen. Met RTTI-online maak je formatief evalueren en toetsen makkelijk. Gelijke kansen direct creëren met effectieve feedback voor alle leerlingen. Hiermee breng je de complete ontwikkeling van het leerproces van élke leerling overzichtelijk in kaart voor PO, VO, MBO en HO.
Meer weten? Wij vertellen graag meer over het inzetten van formatief evalueren en toetsen en de verdere verbetering van de onderwijskwaliteit. Neem contact op met de onderwijsadviseurs van RTTI-online. Bel of mail ons op 06 - 18584276 of p.verra@rttionline.nl
PrimaOnderwijs 51
Leerkrachtverwachtingen bespreekbaar maken
Leidraad zet aan tot reflectie Kinderen moeten zich zo volledig mogelijk kunnen ontplooien. Te lage verwachtingen door hun leerkracht helpen daar niet bij. De leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) helpt leerkrachten, schoolleiders en teams om het gesprek over verwachtingen aan te gaan. Tekst: Brigitte Bloem
Vooroordelen over de capaciteiten van leerlingen kunnen er gemakkelijker insluipen dan je zou denken. Het NRO wil vanuit het programma onderwijskansen scholen helpen om kinderen gelijke kansen te geven door relevante kennis uit onderzoek en onderwijs bij elkaar te brengen. Een belangrijke factor daarin zijn leerkrachtverwachtingen. Het NRO hoopt met de leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen bij te dragen aan de bewustwording bij onderwijsprofessionals van het effect van te lage verwachtingen en de mogelijkheden om te werken vanuit hoge verwachtingen. De recent verschenen leidraad gaat over de verwach tingen die leerkrachten van individuele leerlingen hebben. Dit beeld van een leerling kan de leerpres taties beïnvloeden, zowel positief als negatief. De leidraad geeft informatie en reikt tools en activiteiten aan, waarmee leerkrachten inzicht krijgen in hoe verwachtingen bij hen en bij collega’s tot stand komen en wat de gevolgen kunnen zijn van te lage en hoge verwachtingen. 52
Reflectie Marike Timmermans en Anneke Timmermans zijn lid van de thematische commissie die de leidraad heeft ontwikkeld. Marike is intern begeleider en werkzaam bij Stichting Primair Onderwijs Utrecht. Anneke is universitair hoofddocent bij de vakgroep onderwijs wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen en doet onder meer onderzoek naar leerkrachtverwachtingen. ‘De groepen leerlingen waar in dit verband de meeste winst te behalen valt, liggen voor de hand’, vertelt Anneke. Ze somt op: Kinderen met een andere etnische achtergrond dan de Nederlandse, kinderen van lager opgeleide ouders, maar bijvoorbeeld ook meisjes bij het domein rekenen/wiskunde en jongens als het gaat om talige domeinen. ‘Het zou heel mooi zijn als de leidraad leerkrachten aanzet tot reflectie op hun eigen vooroordelen en de verwachtingen die ze van individuele leerlingen hebben’, vindt ze. Maar ook op scholen met kinderen van hoogopgeleide ouders zien beiden kansen. ‘Ook binnen die groep
hebben we soms te maken met te lage verwachtingen die leerkrachten ten aanzien van bepaalde leerlingen hebben’, weet Marike. ‘Als het om algemene prestaties gaat, zien we bijvoorbeeld regelmatig dat jongens ondergewaardeerd worden. Ook de labels die leerlingen vaak al op jonge leeftijd krijgen, kunnen ervoor zorgen dat leerkrachten te lage verwachtingen hebben.’
Ongelijke kansen Veelal spelen onbewuste processen een rol bij verwachtingsvorming, die deels gebaseerd zijn op vooroordelen. ‘Al heel lang constateren we in onder zoek dat verwachtingen voor bepaalde groepen hoger of lager zijn dan je op grond van leerlingresultaten zou mogen concluderen’, licht Anneke toe. ‘Dat is kwalijk, want zo werk je ongelijke kansen in de hand. Vooroordelen tegengaan kan bijna niet. Wel kunnen we proberen om de kans dat ze een rol spelen bij verwachtingsvorming te minimaliseren. Bepaalde situaties lokken uit dat vooroordelen een rol spelen bij verwachtingsvorming. Bijvoorbeeld als er meer dere groepen leerlingen duidelijk aanwezig zijn in een klas. Dan wordt het, relatief ten aanzien van meer homogene klassen, eenvoudiger om verwachtingen op groepskenmerken te baseren, in plaats van op individuele kenmerken.’ Er is veel onderzoek gedaan op dit gebied, ook in Nederland. Helaas bereiken de conclusies en aan bevelingen het onderwijs lang niet altijd. ‘De leidraad vertaalt de wetenschappelijke inzichten naar praktische tools en werkvormen waar teams en individuele leerkrachten mee aan de slag kunnen’, schetst Marike. ‘De leidraad beschrijft wat we weten over de effecten en geeft een stevige wetenschappelijke basis waarmee je leerkachtverwachtingen bespreek baar maakt.’
Cadeautjes en lastpakken Een van de tools die de leidraad aanreikt is ’60 seconden over mijn leerling’, waarin leerkrachten beschrijvingen van leerlingen uitwisselen. Aan de hand van een korte pitch over specifieke leerlingen wisselen leerkrachten hun beeld van deze leerlingen uit. ‘De ene leerkracht zal het vooral hebben over de resultaten van een leerling in de klas, de ander focust bijvoorbeeld veel meer op het karakter of de thuis situatie van de leerling. Doordat je met je collega daarna reflecteert welke zaken jij belangrijk vindt en welke woorden en typeringen je gebruikt, geeft het
Het programma Onderwijskansen van het NRO, het Ministerie van OCW en de PO-raad richt zich op het verkleinen van achterstanden op de basis school die ontstaan door verschillen in thuissitu atie. Achterstanden kunnen bijvoorbeeld ontstaan, omdat er in het gezin geldzorgen zijn, het kind opgroeit in een taalarme omgeving of het ouders heeft met een laag opleidingsniveau. Vanuit dit programma wordt kennis uit wetenschappelijk onderzoek over verschillende thema’s verbonden met de onderwijspraktijk. Zo is er een online kennisplein met verschillende themapagina’s en worden er drie leidraden gemaakt. Dit zijn publica ties waarin wetenschappelijke kennis over een bepaald thema wordt gebundeld en vertaald naar de onderwijspraktijk, geïnspireerd op de Guidance Reports van de Education Endowment Foudation. Er worden heldere en onderbouwde aanbevelingen gedaan voor onderwijsprofessionals. In 2021 zijn de eerste twee leidraden verschenen en in januari 2022 verschijnt de derde: •D ifferentiatie als sleutel voor gelijke kansen. •O nderwijs vanuit hoge leerkrachtverwachtingen •E vidence informed werken (definitieve titel volgt in januari 2022) Elke publicatie wordt geschreven door een commissie van onderwijsprofessionals en weten schappers. De leidraden zijn ontwikkeld voor het primair onderwijs, maar ook als inspiratiebron te gebruiken in het voortgezet onderwijs. Op het Kennisplein Onderwijskansen (www.onderwijskennis.nl/onderwijskansen) vind je kennis en handvatten over effectieve interventies tegen onderwijsachterstanden in het primair onderwijs. Hier vind je ook de leidraad hoge verwachtingen (www.onderwijskennis.nl/leidraad-hoge-verwachtingen) en de andere leidraden (www.onderwijskennis.nl/leidraden).
veel zelfinzicht hoe jij naar je leerlingen kijkt’, legt Marike uit. ‘De ene leerling beschrijf je misschien als een cadeautje, de ander als een lastpak, dat zegt ook wat over jou’, vat Anneke het samen. ‘Vervolgens ga je met je collega reflecteren hoe je tot adviezen en oordelen over leerlingen komt.’ Marike en Anneke hopen dat de leidraad op grote schaal gebruikt gaat worden, zodat leerkracht verwachtingen in relatie met kansengelijkheid een onontkoombaar gespreksonderwerp wordt tijdens teamoverleggen en studiedagen. ‘We hopen dat het op termijn een logisch onderdeel van de school cultuur wordt’, aldus Marike. PrimaOnderwijs 53
UNICEF in de klas met gratis lesmateriaal Ken je rechten
Ken je rechten Naar school, een bed en gezond eten, kinderen hebben er recht op Een kind heeft recht op een dak boven het hoofd en het recht zijn/haar mening te geven. En zo zijn er nog eens 52 andere kinderrechten. Maar kennen kinderen hun rechten wel? 20 november is de Internationale dag van de Rechten van het Kind. Een mooie aanleiding om op school aan de slag te gaan met het vernieuwde lesmateriaal Ken je rechten van UNICEF.
‘
Tekst: Heleen de Bruijn
Kinderrechten gaan
‘
over het dagelijks
leven van kinderen,
wat ze nodig hebben om gezond en veilig op te
54
groeien
Heb je als kind recht op een PlayStation, elke dag snoep of een patatje? Heeft een kind recht om zijn of haar mening te geven? En mogen ouders zomaar in de smartphone van hun kind zitten grasduinen? Vraag het leerlingen en veel van hen zullen het niet weten. ‘Uh, heb ik rechten dan?’ denken ze misschien. ‘Jazeker’, zegt Myrna Lemmen, kinderrechten educatiespecialist bij VN-organisatie UNICEF, die wereldwijd de rechten van kinderen beschermt. ‘Kinderen hebben rechten. En die zijn vastgelegd in een verdrag dat bijna elk land in de wereld heeft ondertekend. Het is ontzettend belangrijk dat kinderen zelf weten wat hun rechten zijn. Want hoe kunnen ze anders voor hun rechten opkomen. Sterker nog: hoe weten ze anders wanneer hun rechten worden geschonden?’
Wat heb ik nodig?
Dak boven je hoofd Om zoveel mogelijk kinderen te leren wat hun rechten zijn, heeft UNICEF lesmateriaal voor de groepen 7 en 8 ontwikkeld. ‘Kinderrechten gaan heel erg over het dagelijks leven van kinderen, wat ze nodig hebben om gezond en veilig op te groeien’, vertelt Myrna. ‘Dus een dak boven het hoofd, goede voeding, liefde en aandacht van ouders.’ Volgens Myrna zijn kinderrechten op scholen nog lang niet overal onderwerp van gesprek. ‘We hebben onlangs een peiling gedaan onder kinderen en daaruit bleek dat ze over het algemeen nog niet één recht konden noemen. Er is dus werk aan de winkel en ik hoop dat ook met de invoering van een nieuwe Burgerschapswet (meer aandacht voor mensenrechten) meer werk wordt gemaakt van educatie over kinderrechten op bijvoorbeeld scholen. En dat kan heel goed met dit lesmateriaal.’
rechten worden geschonden, kunnen ze makkelijker hulp vragen of volwassenen erop aanspreken. Myrna: ‘Dat is natuurlijk het belangrijkste doel van het lespakket. Daarom staan daarin ook handvatten voor kinderen om hulp te vragen, bijvoorbeeld aan een leraar, een rechtswinkel of de Kinderombudsman. En dat hoeft niet eens voor henzelf te zijn: ze kunnen schending van kinderrechten om zich heen zien, bij vriendjes of vriendinnetjes.’
Wat heb je écht nodig? Het lesmateriaal bestaat uit een werkboekje voor de leerlingen en een handleiding voor de leerkracht. De leerlingen onderzoeken onder andere het verschil tussen ‘waar word ik blij van’ (een leuke meester of juf bijvoorbeeld) en ‘wat heb ik echt nodig’ (naar school kunnen en gezond eten). Verder verzinnen de leerlingen zelf rechten, voor thuis en op school, en vergelijken die met die van klasgenoten. Myrna: ‘Aan het al bestaande lesmateriaal hebben we nu ook een digitale les toegevoegd, om iets meer interactie te bewerkstelligen. De leerlingen leren door middel van casussen, spel en discussie. Ze gaan als het ware als een soort onderzoekers aan de slag. En ze krijgen ook allemaal het kinderrechtenverdrag in een klein boekje.’
Tips voor in de les: - - - -
Op YouTube is het Kinderrechtenfilmfestival te zien, waarop elke donderdag een nieuw filmpje verschijnt met een kinderrecht als thema. Kinderen hebben de filmverhalen bedacht en spelen zelf de hoofdrollen. Vraag je leerlingen om een verhaal of een tekening over een kinderrecht te maken en in te sturen. Ze maken dan kans zelf een filmpje te mogen maken voor het festival. Laat kinderen zelf nog meer kinderrechten verzinnen en bespreek die. Organiseer een projectweek rond kinderrechten. Het lespakket biedt genoeg materiaal om er elke dag iets mee te doen. Op de website www.unicef.nl/jeugd kunnen kinderen ook een spreekbeurtpakket over kinderrechten aanvragen.
Vraag om hulp!
Ken je rechten
Uiteindelijk, als kinderen een goed begrip hebben van hun rechten en snappen wat het betekent als hun
Een kind is ieder mens jonger dan 18 jaar.
In de bijlage van PrimaOnderwijs vind je een poster met alle 54 kinderrechten. Deze zijn allemaal even belangrijk, maar toch kun je er een paar basisrechten uithalen. - Het belang van het kind moet altijd voorop staan - Een kind mag niet gediscrimineerd worden - Een kind mag zijn/haar mening geven - Een kind heeft het recht gehoord te worden - Een kind heeft het recht op leven en ontwikkeling
Bestel nu het GRATIS lesmateriaal!
Kinderrechten zijn er voor elk kind, óók voor jouw leerlingen. Maar wat weten eigenlijk over hun eigen zij rechten? UNICEF heeft het gratis lesmateriaa ontwikkeld. Hiermee leren l Ken je rechten je leerlingen alles over de verschillende kinderrecht en. Alle kinderen hebben dezelfde rechten.
WIE IS KIND
GEEN DISCRIMINATIE
Elk kind heeft recht op een naam en nationaliteit om te weten wie de ouders zijn. NAAM EN NATIONALITEIT
IDENTITEIT BESCHERMEN
Kinderen mogen op allerlei manieren hun mening geven.
VRIJ JE MENING GEVEN
BESCHERMEN TEGEN KINDERMISHANDELING
KINDEREN ZONDER GEZIN
Als een kind uit huis is geplaatst, moet extra worden opgelet hoe het met het kind gaat.
SPEL EN VRIJE TIJD
HOE HET VERDRAG WERKT
BESCHERMING TEGEN KINDERARBEID
Het opsluiten van kinderen mag alleen als een kinderrechter besluit dat het echt niet anders kan.
KINDEREN OP DE VLUCHT
BESCHERMING TEGEN DRUGS
ZORG VOOR SLACHTOFFERS
BESCHERMING TEGEN SEKSUEEL MISBRUIK
Kinderen die het slachtoffer zijn van geweld, oorlog en mishandeling, moeten goede hulp krijgen.
LUISTEREN NAAR MENING KIND
Als kind heb je recht op informatie die belangrijk voor je is en die je op verschillende plekken kunt krijgen.
KINDEREN MET EEN HANDICAP
Alle kinderen moeten zo gezond mogelijk kunnen leven.
GEZONDHEID, WATER, ETEN EN MILIEU
Op school moet je je talenten kunnen ontwikkelen.
TALENT ONTWIKKELEN OP SCHOOL
Seks met kinderen, seksuele filmpjes of foto’s van kinderen of kinderen dwingen tot seks voor geld is verboden.
Alle kinderen hebben recht op hun eigen taal, cultuur en geloof. Waar ter wereld je ook woont. EIGEN TAAL EN CULTUUR
Niemand mag kinderen ontvoeren of verkopen.
VOORKOMEN VAN KINDERHANDEL
Als een kind iets doet wat volgens de wet verboden is, gelden er speciale regels. JEUGDSTRAFRECHT
Je ouders of verzorgers moeten ervoor zorgen dat je een goede opvoeding krijgt. GOEDE OPVOEDING
Kinderen met een beperking moeten zo normaal mogelijk kunnen leven.
Ieder kind moet naar school kunnen gaan.
TOEGANG TOT ONDERWIJS
Ieder kind moet worden beschermd tegen gebruik, maken en verkopen van drugs.
Kinderen hebben het recht beschermd te worden tijdens oorlog. BESCHERMING IN OORLOG
Deze artikelen leggen uit hoe overheden en organisaties, zoals UNICEF, werken om te zorgen dat alle rechten voor alle kinderen worden nageleefd.
TOEGANG TOT INFORMATIE
Vluchtelingenkinderen hebben recht op extra hulp en bescherming.
Ieder kind moet genoeg eten, drinken en een huis om in te wonen hebben. VOEDING, KLEDING, VEILIG HUIS
Kinderen mogen hun mening geven, daar moet naar worden gevraagd en ook echt naar worden geluisterd.
BESCHERMEN TEGEN ONTVOERING
Niemand mag zomaar je kamer binnenkomen, in je telefoon kijken of e-mails lezen die jij hebt verstuurd. PRIVACY BESCHERMEN
ADOPTIE
Als er niet genoeg geld is, moet de overheid financiële hulp geven.
LEVEN EN ONTWIKKELEN
Niemand mag een kind zonder toestemming meenemen naar een ander land.
GEZIN BIJ ELKAAR
Kinderen mogen in een groep bij elkaar komen, lid worden van een club of een club of groep oprichten.
De overheid moet zorgen dat een kind overleeft en zich ontwikkelt op de best mogelijke manier.
HULP VAN OUDERS
Als je ouders in een ander land wonen, moeten jullie elkaar kunnen blijven bezoeken.
Adoptie mag alleen als het echt goed is voor het kind.
Als kind mag je niet zomaar werken.
Ouders helpen en begeleiden het kind.
kinderen hun rechten echt kunnen gebruiken. RECHTEN ECHT VOLGEN
OPGROEIEN BIJ OUDERS
EEN GROEP MAKEN OF LID WORDEN
Kinderen die niet bij hun eigen gezin kunnen wonen, hebben recht op extra bescherming.
FINANCIËLE HULP
Een land moet zorgen dat
Elk kind moet bij zijn of haar ouders kunnen wonen en opgroeien.
Kinderen zijn vrij om te denken wat ze willen en een godsdienst te kiezen.
Ieder kind heeft recht op rust, vrije tijd en spelen.
BESCHERMING TEGEN ZOMAAR OPSLUITEN
KINDEREN EERST
Elk land moet zijn best doen om de naam, nationaliteit en familiebanden van een kind (je identiteit) te beschermen.
VRIJ DENKEN EN GELOVEN
Kinderen mogen niet geestelijk of lichamelijk mishandeld, verwaarloosd of misbruikt worden.
KINDEREN DIE NIET THUIS WONEN
In elke situatie kijken wat goed is voor kinderen.
KINDEREN NIET MISBRUIKEN
Als er andere regels zijn die beter zijn voor een kind dan deze regels, dan gaan die regels voor. BETERE REGELS HEBBEN VOORRANG
IEDEREEN MOET KINDERRECHTEN KENNEN
KINDERRECHTENVERDR
Elke andere manier om kinderen op een manier te gebruiken die niet goed voor hen is, is ook verboden.
Alle landen moeten zorgen dat iedereen weet wat er in het VN-Kinderrechtenverdrag staat.
AG
Meer informatie en bestelle n via: onderwijsinformatie.nl/k enjerechten Rechten, gelijkheid en burgerschap A2 Poster Unicef KJR
v01.indd 1
programma 2014 – 2020
05-10-2021 09:39
Mooie thema’s voor een discussie in de klas. Vindt iedereen bijvoorbeeld elk recht even belangrijk? Tip: gebruik de poster om met je leerlingen op zoek te gaan naar welke kinderrechten zij vinden op school of in de klas.
Ben je geïnteresseerd in het gratis lesmateriaal Ken je rechten? Bestel dit dan nu via www.onderwijsinformatie.nl/kenjerechten De steun van de Europese Commissie voor de productie van deze publicatie houdt geen goedkeuring van de inhoud in. De inhoud geeft de standpunten van de auteurs weer en de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik dat eventueel wordt gemaakt van de daarin opgenomen informatie.
Rechten, gelijkheid en burgerschap programma 2014 – 2020 PrimaOnderwijs 55
Gelijke kansen creëren: leerling en leraar centraal Voor rector Jeroen Bos is kansengelijkheid een belangrijk thema. Elke dag werken hij en zijn team van het Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College keihard om leerlingen gelijke kansen te bieden. De school is een van de pionierscholen binnen de Gelijke Kansen Alliantie (GKA) en Jeroen Bos is penvoerder van de landelijke GKA-agenda Professionalisering. Tekst: Brigitte Bloem
Het Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College is een brede scholengemeenschap voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Hoewel de school in Rijswijk ligt, komen bijna alle leerlingen uit Den Haag. De meeste leerlingen wonen in aandachtswijken en hebben te maken met sociaal-economische uitdagingen, waardoor hun werkelijke capaciteiten en talenten vaak niet aan de oppervlakte komen. Samen met het bestuur van VO Haaglanden bouwt de school daarom aan een baanbrekend onderwijsconcept. Kern ervan is verdere professionalisering van alle medewerkers, een fikse verruiming van het aantal lesuren en naschoolse activiteiten, met intensieve persoonlijke aandacht en alle ruimte voor leraren om dit alles te realiseren door vermindering van de lestaak.
Integrale aanpak Arno Peters is voorzitter van het college van bestuur van VO Haaglanden. Naast het Rijswijks Lyceum/Van 56
Vredenburch College vallen daar nog negen andere scholen uit de regio Den Haag onder. Een deel van de scholen heeft te maken met dezelfde problematiek als de school waar Jeroen rector is. Van de 1.400 leerlingen op het Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College groeit ongeveer een derde op bijstandsniveau op. ‘Veel van onze leerlingen hebben met behoorlijk wat belemmeringen te kampen, voordat ze uberhaupt aan leren toekomen’, aldus Jeroen. ‘Denk aan taalachterstand, financiële problemen in het gezin, woonomstandigheden die verre van optimaal zijn. Het team van het Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College is twee jaar geleden na gaan denken of ze het veelkoppig monster van kansenongelijkheid misschien op een andere wijze te lijf konden gaan. ‘We hebben gekozen voor een benadering die behoorlijk afwijkt van het beleid uit het verleden’, legt Jeroen uit. ‘We deden al veel, maar alles min of meer geïsoleerd. Zo hadden we projecten op het gebied van taalonderwijs en het
leerlingen verdienen veel aandacht en intensieve begeleiding’, stelt Jeroen. ‘Bovendien moeten de leraren ook de ruimte krijgen om hun programma specifiek aan te passen aan de behoeftes van onze leerlingen, zodat we ze daadwerkelijk verder helpen. Parallel daaraan moeten onze leraren zich, met het oog op deze problematiek, ook structureel verder kunnen professionaliseren.’ Elke leraar heeft hiervoor binnen de docenttaak op jaarbasis 650 klokuren beschikbaar voor onderwijs ontwikkeling, teamprofessionalisering en begeleiding van leerlingen. Het professionaliseringstraject houdt ook in dat het team van en met elkaar wil leren. Jeroen: ‘De komende twee jaar zetten we hier middelen van het NP Onderwijs voor in, maar daarna wordt het een structurele investering. Omdat het bestuur van VO Haaglanden zich langdurig aan onze plannen ver bonden heeft, kunnen we dit gaan doen.’ ‘Voor deze school gaat het om een bedrag van 1,5 miljoen euro op jaarbasis’, licht Arno toe. ‘Een sub stantieel bedrag dat nodig is om de formatie aan te vullen. Als blijkt dat deze aanpak succesvol is, willen we het concept uitrollen naar andere scholen met dezelfde problematiek. In het verlengde hiervan gaat VO-Haaglanden het penvoerderschap van de landelijke thema agenda rondom professionalisering binnen de GKA oppakken. vergroten van woordenschat. Ook werkten we met coachingtrajecten voor leerlingen rondom hun leerloopbaan. Bovendien hebben we GKA-middelen als cofinanciering kunnen inzetten om te werken aan professionalisering van onze docententeams. Meestal was er wel een mooi resultaat, maar ontbrak budget om de nieuwe werkwijze breed uit te rollen. Wat we nu gaan doen is een gestructureerde, integrale aanpak die ertoe moet leiden dat we op heel veel terreinen tegelijk acteren. Doel is om daadwerkelijk een doorbraak te forceren in dit vraagstuk. Hiertoe bieden we een verrijkt onderwijsaanbod en een intensievere zorgstructuur aan. Inspiratie hebben we vooral uit de school zelf gehaald. Ons team heeft immers veel expertise en ervaring met deze doelgroep. Ook de leerlingen hebben ons, via leerlingarena’s, de medezeggenschapsraad en klankbordgroepen, verteld waar ze werkelijk behoefte aan hebben. Zo gaven ze aan meer aanbod op het gebied van sport en politieke en culturele vorming te willen, juist omdat ze daar van huis uit doorgaans veel minder mee in aanraking komen. Omdat het deels om een naschools aanbod gaat, vloeit daar automatisch ook de vraag uit voort of we op school maaltijden aan kunnen bieden. Daar gaan we serieus naar kijken.’
Ruimte voor leraren Wil de school écht stappen zetten in het creëren van kansengelijkheid, dan moet er meer ruimte komen voor de leraren, is de overtuiging van Jeroen en Arno. ‘Onze
Schijf van vijf Bij de integrale aanpak hebben Jeroen en Arno zich gebaseerd op de Schijf van vijf voor gelijke kansen, onder meer ontwikkeld door hoogleraar Inge de Wolf. ‘Kern hiervan is dat de leraar het allerbelangrijkste is bij het bieden van gelijke kansen aan leerlingen’, aldus Arno. ‘Als je structureel wilt werken aan het creëren van gelijke kansen, zul je ervoor moeten zorgen dat leraren daar ook tijd voor krijgen.’ Wetenschappers gaan de leerlingen en leraren volgen om zo de effecten van de vernieuwingen in kaart te brengen en te adviseren waar mogelijk nog verbeteringen aangebracht moeten worden. ‘Vervolgens willen we de kennis en ervaring die wij opdoen delen met andere scholen’, licht Jeroen toe. ‘Onze school worstelt met dit vraagstuk, maar hierin staan we natuurlijk niet alleen.’ ◗
De Gelijke Kansen Alliantie Onderwijs is de sleutel tot een kansrijke toekomst. Daarom heeft iedere leerling of student recht op gelijke kansen. De Gelijke Kansen Alliantie (GKA) werkt samen met scholen, gemeenten en maatschappelijke partners aan het verbeteren van kansengelijkheid in het onderwijs met aandacht voor thuis, school en de leefomgeving. www.gelijke-kansen.nl
PrimaOnderwijs 57
Een voorleesbundel voor alle vmbo-docenten Voor veel docenten is de bundel STUK! inmiddels een bekend fenomeen. Begin volgend jaar zal de bundel voor de vierde keer verschijnen, met als titel DraaiSTUK!. De voorleesbundel is bedoeld om vmbo-docenten te helpen bij het vinden van geschikte boeken voor hun leerlingen. Zodat zij op hun beurt hun leerlingen bij kunnen staan in het vinden van een boek dat bij hén past. Want er is een boek voor iedereen, ongeacht interesse, leesniveau, voorkeur voor genre of thematiek. Goede jeugdliteratuur plaatst onderwerpen in verschillende perspectieven en is daardoor ook in te zetten bij alle vakken. Vanuit die gedachte zal de bundel dit jaar niet alleen voor docenten Nederlands beschikbaar zijn, maar voor iédere docent die lesgeeft in de onderbouw van het vmbo. Want taal- en leesbevordering is mensenwerk, en iedere docent kan hier het verschil in maken. DraaiSTUK! verschijnt tijdens de nieuwe campagne van de Leescoalitie die eind 2021 van start zal gaan. In deze campagne staat de cruciale rol van de docent als leesbevorderaar centraal. Die rol begint bij het eigen leesgedrag. Docenten die veel lezen in hun vrije tijd en een positieve houding hebben tegenover lezen, besteden meer aandacht aan taal- en leesbevorderende activiteiten in de klas. En dat is belangrijk! Want taal is de basis van alles, dus ook van andere vakken. Jeugdliteratuur of romans over bepaalde onderwerpen kunnen heel goed naast gewone lesboeken worden gebruikt, bij alle vakken. Geschiedenis gaat veel meer leven als je fictie (voor)leest, en (jeugd) literatuur is bijvoorbeeld ook bij uitstek geschikt om te werken aan het empathisch vermogen van leerlingen bij Burgerschap.
Fragmenten voor iedereen Vanuit deze gedachte is de nieuwe opzet voor STUK! in het leven geroepen. In de bundel worden per 58
vakgebied de mooiste fragmenten uit jeugdboeken gepresenteerd. Op deze manier kan de bundel ook gebruikt worden door docenten die bijvoorbeeld Aardrijkskunde, Geschiedenis of Burgerschap geven. Door docenten te laten zien dat er boeiende en mooie boeken over hun vak(gebied) beschikbaar zijn, en ze daarmee aan te zetten tot het gebruiken van (deze) rijke teksten voor hun eigen lessen, werkt de bundel DraaiSTUK! schoolbreed aan leesbevordering.
Fragmenten voor docenten Omdat voor een goed leesklimaat op school ook het leesgedrag van docenten zelf bepalend is – de beste leesopvoeders zijn zelf ook enthousiaste lezers - worden in de bundel ook tips voor docenten zelf gegeven. Vijf bevlogen docenten tippen hun favoriete boek over een thema of onderwerp dat aansluit bij hun vakgebied. Het mooiste fragment hieruit is te lezen in DraaiSTUK!
Foto: Chris van Houts
DraaiSTUK!
DraaiSTUK! verschijnt eind januari 2022 en is nu al te bestellen door vmbo-docenten die lesgeven in de onderbouw. Bestel kosteloos via: www.onderwijsinformatie.nl/stuk.
‘
‘
Pubers aan het lezen krijgen is soms een lastig karwei
Patricia Toonen is docent Nederlands en Wiskunde op de Johan de Witt Scholengroep. Ze gebruikt de bundel STUK! sinds ze op het middelbaar onderwijs als docent Nederlands aan de slag is gegaan. “Pubers aan het lezen krijgen is soms een lastig karwei, en de bundel STUK! helpt hierbij. Tijdens de leeslessen zet ik STUK! in om de leerlingen kennis te laten maken met verschillende soorten genres. Na het lezen hoor ik de leerlingen zeggen ‘Ooh, dit is best wel spannend/leuk/grappig’ en zijn ze benieuwd hoe het verhaal afloopt.” In de nieuwe bundel van STUK! wil de Leescoalitie meer vakoverstijgend te werk gaan. “Hoe gaaf is dat; lezen over hoe de wereld van wiskunde is ontstaan, of misschien een mooi verhaal over de Middeleeuwen. Deze kennis neem je dan weer mee bij andere vakken. Lezen doe je tenslotte niet alleen bij het vak Nederlands”.
‘
‘
Bestel de bundel
Alles begint met taal
Gaby Drouen is docent Geschiedenis en Staatsinrichting op het Carolus Borromeus College in Helmond. Ze besteedt in haar werk veel aandacht aan taal en lezen. Dit doet ze om haar leerlingen te helpen, maar ook om het belang van goed taalbeleid en leesbevordering aan te stippen bij haar collega’s. “Taal is de basis, ook voor een vak als Geschiedenis. De woordenschat van leerlingen moet iedere les geprikkeld en uitgebreid worden, en die verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij een docent Nederlands.” Gaby werkt in haar lessen veel met verhalende boeken. “Zelfs met pop-up boeken, waar dan ineens een Middeleeuws kasteel uitkomt, of een Romeins leger. Plezier is wat mij betreft de kern van leesbevordering, we moeten ervoor zorgen dat leerlingen willen lezen. Want alles wat ‘moet’ is stom.” Gaby Drouen is één van de vijf docenten die hun favoriete boek in DraaiSTUK! tippen aan hun collega’s. ◗
Foto: Jørgen Koopmanschap
Cybercrime plegen in de klas? Met Framed mag het!
Spijtoptant: ‘Ik was totaal niet bezig met de gevolgen’ Cybercrime is sterk in opmars. Vaak gaat het, zeker bij jongeren, over het versturen van naaktfoto’s, het maken van fake-accounts, inbreken in het schoolsysteem en het plegen van bankfraude. Scholieren doen er geregeld aan mee, soms onder druk van vrienden. De gevolgen van cybercrime kunnen groot zijn. Tekst: Heleen de Bruijn
Dit is het verhaal van Ralph, die op zijn 11de al gefascineerd was door computers en het internet. ‘Ik gebruikte het eerst om dingen op te zoeken via Google bijvoorbeeld.’ Rond zijn 17de kreeg Ralph in de gaten dat mensen geld verdienen aan slimme trucs via internet, bijvoorbeeld door anderen geld af te troggelen. ‘Dat fascineerde me. Op een gegeven moment wilde ik een memorycard verkopen via internet. Ik had er eentje over. De koper betaalde, maar ik stuurde de card niet op. Uit laksheid, ik vergat het en uiteindelijk liet ik het zo. De 25 euro die ik ervoor had gekregen, had ik al besteed. En ik ontdekte dat ik de card nog eens kon verkopen en zo heb ik er een aantal keren geld mee verdiend.’
Taakstraffen De grens die Ralph overging is snel overschreden. Te goeder trouw een product verkopen en er dan voor kiezen die niet op te sturen. Maar Ralph liep tegen de
60
lamp, de politie kwam aan de deur en hij kreeg een taakstraf. Intussen werkte hij en studeerde hij bedrijfskunde op het mbo. Maar hij ging door met oplichten, met bankfraude. De politie kwam hem telkens op het spoor en hij kreeg steeds weer taakstraffen. ‘Ik hield me totaal niet bezig met de gevolgen.’
Mobiele game De politie heeft de laatste jaren haar handen vol aan cybercrimeplegers, zoals Ralph. En ziet ook steeds vaker dat scholieren zich ermee bezig houden. Ze sturen stiekem gemaakte video’s naar anderen, breken in het schoolsysteem om een cijfer te veranderen… Dat dit strafbaar is, realiseren ze zich vaak niet. De politie werkt samen met scholen om scholieren bewuster te maken wat cybercrime is en om cybercrime te voorkomen. Ze heeft daarvoor het lesprogramma Framed ontwikkeld, een game die jongeren op hun mobiele telefoon in de klas kunnen spelen. Eindelijk mag de telefoon de klas in en leerlingen mogen ’m nog gebruiken ook!
De game neemt leerlingen mee naar hun eigen wereld: school. Ze krijgen een aantal dilemma’s voorgeschoteld en elke keuze die ze maken, heeft consequenties. Bijvoorbeeld: hoe ver ga jij voor een vriendschap? Aan het eind van de game worden de leerlingen, afhankelijk van de keuzes die ze maakten, geconfronteerd met hun ‘strafblad’ en met de ‘straf’ die hen boven het hoofd hangt. ‘Door te ervaren hoe het is, als je iets strafbaars doet, blijft het beter hangen’, aldus de politie. Op deze manier wordt dus op een speelse wijze geleerd wat de regels zijn als je online bent en wat er kan gebeuren als je deze overtreedt.
Onbewust van de gevolgen De game Framed is niet zomaar een leuk spel. Volgens de makers is het heel belangrijk dat jongeren inzien dat ze soms maar een klik verwijderd zijn van cybercrime. Een naaktfoto of de inlogcodes van je leraar zijn immers in een oogwenk verstuurd. Cijfers tonen dat een op de zes jongeren tussen 12 en 18 jaar weleens cybercrime hebben gepleegd en dat scholen steeds vaker doelwit zijn van hackers. Jongeren die dit doen, zijn zich vaak niet bewust van de schade die ze toebrengen en wat de gevolgen voor henzelf zijn. Een nabespreking in de klas, na het spelen van de game, is daarom van groot belang, menen de bedenkers van Framed. ‘Het is essentieel om te zorgen dat de boodschap goed overkomt.’
Blijven informeren Ralph realiseerde zich ook: beginnen met cybercrime is makkelijk, ermee stoppen veel moeilijker. ‘Je zegt tegen jezelf: ik doe het één keer, maar dat lukt niet zomaar. Nu zie ik in dat de tijd die ik erin stopte, beter had kunnen gebruiken om goede dingen te leren.’ Inmiddels gaat het goed met Ralph, hij heeft een baan en een gezin met twee kinderen. Er hangt hem nog wel een rechtszaak boven het hoofd. ‘Maar dat heb ik een plek kunnen geven. Ik grijp nu elke gelegenheid aan om mijn daden goed te maken. Zoals dit interview. Het is goed om jongeren hierover constant te blijven informeren.’ ◗ De naam Ralph is om privacyredenen gefingeerd.
Op het rechte pad De taakstraffen waren voor Ralph kennelijk niet zwaar genoeg, want pas in 2018 stopte hij definitief met zijn oplichterspraktijken. De confrontatie die volgde, was keihard: ‘De politie deed een inval bij mij thuis. Ik werd tegen de muur gezet en geboeid door gemaskerde agenten. Mijn zoontje zat huilend aan de andere kant van de kamer. Dat kwam keihard binnen en op dat moment besloot ik dat het genoeg was.’ Ralph kwam via de reclassering terecht bij Hack_Right, een programma dat jonge hackers op het rechte pad probeert te krijgen en te houden. Daar worden plegers bewust gemaakt van de gevolgen van hun daden én leren ze hun cyberskills ten goede in te zetten. Bijvoorbeeld bij een cybersecuritybedrijf.
Wil je meer weten over een van de programma’s van Stichting Techniekpromotie? Bekijk de websites en meld je aan!
OO Techniek > https://ootechniek.nl/ FIRST LEGO League Discover > Meld je aan! https://firstlegoleague.nl/discover Met de introductie van het lesprogramma Framed biedt de FIRST politie een mix van Explore > LEGO League klassikaal onderwijs en gaming. Met als doel leerlingen (12https://firstlegoleague.nl/explore tot 18 jaar) online bewuster te maken en cybercrime te voorkomen. FIRST LEGO League Challenge > https://firstlegoleague.nl/challenge Meld je aan via www.onderwijsinformatie.nl/framed Eureka!Cup > https://www.eurekacup.nl/ Work on Robots > https://workonrobots.nl/
PrimaOnderwijs 61
CPS: al 75 jaar een veelzijdige partner voor het onderwijs Net na de Tweede Wereldoorlog werd CPS opgericht, met als doel om het onderwijs te helpen vernieuwen en verbeteren. Nu, 75 jaar later, staat die missie nog steeds overeind en kunnen scholen op veel verschillende gebieden terecht bij de adviseurs van CPS. ‘Onze mensen snappen wat er speelt in het onderwijs’, aldus directeur Yvonne van den Berg. Tekst: Klaske Delhij
‘
Onze meerwaarde is dat wij veel
expertisegebieden in huis hebben, dus
‘
kunnen wij scholen bij praktisch alle
onderwijskundige vraagstukken helpen.
62
Aanvankelijk werkte CPS met vrijwilligers: leraren die in hun eigen tijd actief waren om vragen van scholen te achterhalen en antwoorden en informatie onder scholen verspreidden. In 1956 werden de eerste betaalde medewerkers aangesteld. Yvonne: ‘Wij werken van oudsher op basis van wetenschappelijke inzichten, daarmee waarborgen we onze kwaliteit. Nagenoeg alles wat wij doen is weten schappelijk onderbouwd en evidence based. Onze adviseurs komen zelf uit het onderwijs, doen onderzoek op verschillende gebieden en publiceren over hun expertisegebieden. We bieden een hoge kwaliteit en enorme veelzijdigheid aan expertise, daar staan wij om bekend.’ Dit maakt CPS uniek.
Van advies tot begeleiding en uitvoering Door deze veelzijdigheid en de vertaling van laatste wetenschappelijke inzichten naar de praktijk vindt CPS op iedere laag binnen de school gesprekspartners. Ieder jaar volgen binnen de CPS Academie ca. 1.600 onderwijsprofessionals een training. Deze trainingen zijn vooral gericht op leiderschap (persoonlijk en onder wijskundig), de 7 gewoonten (het gedachtegoed van Stephen Covey), ouderbetrok kenheid, taal en het jonge kind. Uiteraard richt CPS zich ook op allerlei thema’s op het gebied van pedagogiek en didactiek, zoals bijvoorbeeld de rollen van de leraar, differentiëren, formatief toetsen en evalueren. Tevens geeft zij, via de CPS Uitgeverij, boeken uit voor onderwijsprofessionals die beter willen worden in hun vak. De boeken zijn geschreven door adviseurs van CPS die de meest recente inzichten en actuele kennis aanvullen met een flinke dosis praktijkervaring. Daarnaast levert CPS maatwerk. Dat kan variëren van schoolbrede trajecten, waarbij de focus ligt op onderwijskwaliteit of schoolontwikkeling, tot trajecten gericht op een individuele leerkracht of schoolleider. Van een jarenlang begeleid veranderingsproces tot een studiedag. Jaarlijks gaat het om zo’n 225 trajecten op 150 scholen in vooral het primair en voortgezet onderwijs. Als scholen eenmaal met ons gewerkt hebben, komen ze vaak terug, merkt Yvonne. ‘Tevreden klanten stellen regelmatig de vraag: hebben jullie ook expertise op andere terreinen? Onze meerwaarde is dat wij veel expertisegebieden in huis hebben, dus kunnen wij scholen bij praktisch alle onderwijskundige vraagstukken helpen.’ Ze is trots op de bekendheid en goede reputatie van CPS: op gebied van klanttevredenheid scoort de academie een 8,6. ‘
Yvonne van den Berg
The Leader in Me Vanuit de visie van CPS draait het bij goed onderwijs om leerlingen te helpen hun talenten te ontwikkelen, hun wereld te verruimen in ontmoeting met anderen en hen voor te bereiden op hoe zij later een actieve (en voor hen passende) deelname aan de samen leving kunnen leveren. ‘Het is belangrijk dat je als leerling leert om je stem te vinden om straks mee te doen in de maatschappij’, vertelt Yvonne daarover. ‘Taal is ook enorm belangrijk als je het hebt over kansengelijkheid, wat een belangrijk onderwerp is in het onderwijs. Je goed kunnen uitdrukken, kunnen luisteren, je mening geven en het gesprek kunnen aangaan met iemand is toch wel heel bepalend voor je plek in de maatschappij straks.’ Daarom heeft CPS in samenwerking met de University of Cambridge hier een traject voor ontwikkeld, Oracy genaamd. Eén van de trajecten die ook goed bij deze visie aansluit, is het ‘The Leader in Me’ programma, gestoeld op het gedachtegoed van Stephen Covey. CPS is de enige aanbieder in Nederland van dit concept. Het is een meerjarig traject waarin leerkrachten en leerlingen worden begeleid in het ontwikkelen van zeven gewoon ten, die leiden tot persoonlijk leiderschap. Deze levensvaardigheden helpen je om de regie te pakken over je eigen leven en leerproces. Yvonne: ‘Ik ben ervan overtuigd dat als je op school oefent met die zeven gewoonten, je daar veel aan kunt hebben in de toekomst. We leren kinderen hiermee levensvaardigheden en dat sluit goed aan bij onze visie op wat goed onderwijs is.’ ◗
Over CPS CPS is een landelijk opererende organisatie in schoolontwikkeling en professionalise ring. Met 31 medewerkers adviseert en begeleidt zij ambitieuze scholen met leerlingen en studenten van 2 tot 18 jaar. Wil je een vrijblijvend adviesgesprek aanvragen? Neem contact op via: 033 453 43 43 of cps@cps.nl. Ga voor meer informatie over de diverse onderwijsthema’s naar: cps.nl/themas
Formatief toetsen in de les Toetsen van het leren, om te leren
en van het leren om te leren Formatief toetsen in de les Toets
Formatief toetsen in de lesren Toetsen van het nle om te lere
Herziene editie (okt. 2021
)
Prijs: € 33,50 Auteurs: Meike Berben, Joke Koopman en Roel Vos ISBN: 9789065082091 Sector: vo/mbo
14-09-2021 10:57
Wil jij weten hoe je formatief toetsen kunt toepassen in jouw lessen? In Formatief toetsen in de les introduceren de auteurs een model van formatief toetsen, om dit cyclische proces zichtbaar te maken en om te kunnen gebruiken bij het ontwerpen van jouw lessen. Aan bod komen onder meer de drie
ingrediënten van formatief toetsen (doel, toets en gevolg), stappenplannen, werkvormen, voorwaarden en technieken die formatief toetsen ondersteunen en het gebruik van ICT-middelen. Een compleet en praktisch boek afgestemd op jouw lespraktijk!
Bestel deze en meer CPS-uitgaven op www.cps.nl/uitgeverij
a d ve r t o r i a l
Word jouw vak meester en word een Master
“Ik zou de opleiding iedereen aanraden. Elke leerkracht zou dit eigenlijk moeten doen.” (alumnus Master Educational Needs)
Jij bent een bevlogen leraar of leidinggevende en je hebt ideeën over hoe het onderwijs nog beter kan. In onze veranderende samenleving hechten we steeds meer belang aan interprofessioneel leren en kennis op het gebied van ontwikkeling, communicatie, samenwerking en ICT. Dit vraagt om actief lerende leraren en schoolleiders die vanuit een actuele visie onderwijs vormgeven. Met de Master Educational Needs (MEN) van Hogeschool Windesheim ontwikkel jij je tot onderwijsexpert op het gebied van begeleiden, gedrag, leiderschap of leren. Voor aanvang van deze twee jaar durende master kies je een leerroute waarin je je ontwikkelt tot schoolleider, gedragsspecialist, expert in toekomstgericht onderwijs of expert in dyslexie of dyscalculie.
Inhoud van de opleiding Tijdens het eerste jaar staat jouw rol als expert centraal en specialiseer je je in het verbeteren van het onderwijs. Het goed leren analyseren van de context is daarbij belangrijk. Pas dan weet je welk soort interventie er gewenst is om jouw school, bouw of team een stap verder te brengen. Het tweede jaar staat in het teken van jouw masterproject. Je voert in je eigen praktijk een professionaliseringsproject, praktijkgericht onderzoek of innovatieproject uit. Na het behalen van je diploma ben je inhoudelijk expert en mag je de titel Master of Education (MEd) voeren. Je hebt diepgaande en gefundeerde kennis
over leerroutespecifieke kernconcepten zoals didactisch redeneren, high-impactinstructie, krachtenbenadering of oplossingsgericht coachen.
Meerwaarde van een masteropleiding aan Hogeschool Windesheim Tijdens deze praktijkgerichte master wordt er niet alleen gewerkt aan de inhoudelijke expertrol van de student. Ook is er aandacht voor interpersoonlijke competenties voor de onderwijspraktijk: opdrachten worden uitgevoerd op de eigen werkplek en collega’s en leidinggevenden worden hierbij betrokken, ook ná het afronden van de master. Op deze manier blijven we met elkaar het onderwijs verbeteren. Op 17 november en 12 januari organiseren wij een open avond voor iedereen die geïnteresseerd is in onze educatieve masteropleiding. Ook je leidinggevende is van harte welkom! Meld je aan via onze website:
windesheim.nl/men
PrimaOnderwijs 65
Nieuwe taal- en spellingmethode van ThiemeMeulenhoff
Functioneel taalvaardig met Pit Zorgen dat elk kind aan het eind van de basisschool functioneel taalvaardig is. Alle leerlingen dus voorbereiden op het vervolgonderwijs en op hun deelname aan de maatschappij. Bijdragen aan ieders unieke groei en succes met duurzame taalvaardigheid. Dàt is de doelstelling van Pit, de nieuwe taal- en spellingmethode van ThiemeMeulenhoff voor groep 4 t/m 8. Hoe? Met het Pit-principe! Hoe staat het taalonderwijs er nu voor? Het taalonderwijs in Nederland staat voor een aantal grote uitdagingen. Dat blijkt onder meer uit De staat van het onderwijs 2021. In dit rapport van de Inspectie van het Onderwijs staan de volgende conclusies over taal- en spellingonderwijs: De taalvaardigheid – onderverdeeld in de taal domeinen schrijven, gesprekken, spreken, luisteren, taalverzorging (spelling valt daaronder) en lezen - zou aan het eind van de basisschool minimaal op niveau 1F moeten zitten. Voor lezen, taalverzorging en mondelinge taalvaardigheid behaalt 85% niveau 1F. Niveau 1S (gelijk aan 2F) zou voor 65 procent haalbaar moeten zijn. Deze ambitie wordt alleen voor lezen bereikt. Bij de andere taaldomeinen ligt het niveau daaronder (taalverzorging), ver eronder (mondelinge taal) en heel ver eronder (schrijfvaardigheid). In het taaldomein ‘schrijven’ behaalt slechts 73 procent niveau 1F; slechts 28 procent haalt niveau S1. In het basisonderwijs is niet genoeg zicht op het leerproces. Leerlingen kunnen hun eigen leerproces niet voldoende zelf (bij)sturen;
•
•
• •
66
•
25 procent van de middelbare scholieren heeft problemen met taal en spelling, van ontleden, stellen en zinsdelen benoemen tot het spellen van werk- en niet-werkwoorden. De conclusie in het rapport is dan ook: ‘Het onderwijs zorgt ervoor dat de meeste leerlingen het fundamentele niveau beheersen, maar slaagt er te weinig in om de potentie van leerlingen ten volle te benutten.’
Aanbevelingen Staat van het Onderwijs 2021 geeft basisscholen drie belangrijke aanbevelingen: 1. Werk toe naar het streefniveau 1S, niet alleen naar 1F. 2. Zorg dat leerstof beklijft. 3. Werk doelgericht en zorg voor eigenaarschap bij leerlingen en leerkrachten. Alida Oppers, inspecteur-generaal van het Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs, roept daarbij op om: niet zozeer méér te doen, maar te doen wat belangrijk is; te durven kiezen voor basisvaardigheden en kansen voor alle leerlingen; gebruik te maken van beproefde aanpakken.
• • •
Wat zeggen leerkrachten?
Het Pit-principe
ThiemeMeulenhoff heeft zelf ook onderzoek gedaan onder leerkrachten. In dit onderzoek kwam naar voren dat: leerkrachten vaak onvoldoende tijd hebben om genoeg aandacht te besteden aan taalonderwijs. Ze ervaren enorme tijdsdruk; leerdoelen in lesmethodes niet altijd benoemd worden waardoor leerlingen niet precies weten wat ze moeten beheersen en leerkrachten niet goed de voortgang kunnen volgen; leerkrachten vinden dat er in de lesmethoden vaak onvoldoende tijd is om taalvaardigheden goed in te oefenen.
Pit staat voor: Planmatig, Interactief leren, gericht op Transfer.
• • •
Planmatig: doelen bereiken via een stappenplan en dus een heldere opbouw leerlijnen. Interactief leren met het Directe Instructie-model voor uitvoerend of strategisch handelen. Transfer: toepassing van geleerde kennis en vaardigheden binnen en buiten de methode. Planmatig omdat niet alleen de F1, maar ook de streefdoelen ruimschoots in het aanbod zijn verwezenlijkt. Daarnaast besteedt Pit expliciet aandacht aan de ontwikkeling van de 21e-eeuwse vaardigheden. Interactief leren met het DI-model, zorgt voor een goede begeleiding van de leerkracht als coach en voor leerlingen die van elkaar leren, met reflectie op het leerproces als vast onderdeel. Transfer staat voor de overdracht van kennis en geleerde vaardigheden naar authentieke communicatie, niet alleen in, maar ook buiten de methode. Zo zorgt het Pit-principe ervoor dat elke leerling groei en succes ervaart op weg naar functionele taalvaardigheid aan het eind van de basisschool. En tot slot: Pit staat ook voor Plezier in Taal! Plezier en motivatie spelen een belangrijke rol bij het leren. Naast gevarieerde werkvormen, aansprekende verhalen en instructiefilmpjes besteedt Pit elke week aandacht aan bewegend en spelend leren.
Met Pit kies je voor: efficiënt, doelgericht en functioneel taal- en spellingonderwijs proces- en productgericht onderwijs met (situationeel) authentieke taaltaken herhaling, verrijking en verbreding, maar ook uitdaging en inspiratie woordenschatuitbreiding in alle lessen, in en zelfstandig buiten de methode de mogelijkheid te differentiëren qua aanpak, tijd en aanbod.
•
Pit, de nieuwe aanpak! ThiemeMeulenhoff presenteert met de nieuwe methode Pit een moderne, doelgerichte aanpak voor taal en spelling. > Pit focust op het kernvak taal en specifieker op de kern van taal en spelling, namelijk op kennis en vaardigheden nodig voor communicatie in en buiten school. > Pit zorgt voor een breed aanbod van doelen op zowel fundamenteel niveau als F2-niveau en hoger. > Pit biedt in alle materialen veel - en goed door dachte - ‘opportunity to learn’. De leerling wordt op ieder niveau uitgedaagd tot het maximaal haalbare. > Pit heeft een brede schrijfdidactiek die uitgaat van een stapsgewijze, procesmatige aanpak waarbij geleerd wordt van goede voorbeelden. > In Pit hebben leerlingen ‘eigenaarschap’ over hun leerproces: de voortgang in het leerproces is zowel voor de leerkracht als voor de leerling zichtbaar. Hoe dit verwezenlijkt wordt? Met het Pit-principe!
• • • •
Op de hoogte blijven? www.thiememeulenhoff.nl/pit PrimaOnderwijs 67
Fusie Museon en Omniversum:
Samen laten we met nog meer impact zien hoe mooi de aarde is Museon-Omniversum wordt dé plek waar je aan de slag gaat om de held op jouw planeet te worden. Waar je geraakt wordt door indrukwekkende films en uitdagende activiteiten voor een betere wereld. Deze nieuwe combinatie neemt de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties als uitgangspunt en we laten vooral zien wat ‘praktische oplossingen voor de planeet’ zijn. Het Museon richtte zich de afgelopen jaren al meer op duurzaamheid, wereldoriëntatie en aardrijkskunde, met One Planet Expo als belangrijkste expositie. Omniversum had ‘respect voor de planeet’ als credo. De films die getoond worden in de enorme koepelzaal gingen onder meer over de schoonheid van de aarde.
XX
Schoolbezoek aan Museon-Omniversum Tijdens een schoolbezoek aan Museon-Omniversum, vergroot je je nieuwsgierigheid naar de wereld en steek je je handen uit de mouwen. Je ontdekt op een leuke manier hoe de wereld in elkaar zit en hoe je zelf bij kunt dragen aan een betere wereld. Je beleeft een onvergetelijke ervaring met een bezoek aan One Planet Expo, Festival en Digital Dome. In One Planet Expo maak je een ontdekkingsreis langs de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), opgesteld door de Verenigde Naties. Je ontdekt voor welke uitdagingen de mensheid staat en wat je er zelf aan kunt bijdragen; van voedseltekort en megasteden, tot overbevissing en racisme. One planet Festival (vanaf maart 2022) is een bruisende plek waar je zelf de handen uit de mouwen steekt! Ontdek in de verschillende areas hoe we samen de
wereld leefbaar, eerlijker en gezonder kunnen maken. Help bijvoorbeeld mee met het oogsten van microgroenten, voel aan de eerste schoen gemaakt van kauwgum (niet likken!) en denk mee over hoe jij wilt dat jouw woonomgeving eruit ziet in 2030. Tussen al deze activiteiten door kun je even ontspannen bij een van de inspirerende grootbeeldfilms in One Planet Digital Dome. De grootbeeldfilms worden geprojecteerd op een koepelscherm zo groot als een half voetbalveld! Ze brengen je naar de mooiste en meest bijzondere plekken op aarde en inspireren je de aarde mooi en leefbaar te houden. ◗
Ontdek de educatieve mogelijkheden op
www.museon.nl/onderwijs
of neem direct contact met ons op via educatie@museon.nl of 070-3381463
PrimaOnderwijs 69
Een studie kiezen met hulp van een chatbot Studiekeuze123 introduceert chatbot Pixxi Jongeren nóg gerichter en persoonlijker helpen met hun studiekeuzevragen. En op een manier die past bij hun digitale voorkeuren en vaardigheden. Dat was het uitgangspunt voor Studiekeuze123 om de mogelijkheden van een chatbot te verkennen. Ze kwamen in contact met een partij die educationele chatbots ontwikkelt. Samen werkten ze een plan uit en ontwikkelden chatbot Pixxi. Eind 2021 verschijnt Pixxi op Studiekeuze123.nl. Dit is Pixxi Tekst: Anke Koopmann
Waarom een chatbot? Bastian Schilderink, Product Owner bij Studiekeuze123 vertelt: ‘Bezoekers van Studiekeuze123.nl zoeken op verschillende manieren naar antwoorden op hun vragen. Ze navigeren via het menu, zoeken via de zoekbalk en kunnen straks ook hun vraag stellen via de chatbot. Remy Reurling, conversa tional copywriter bij Helpr.ai, vult dit aan: ‘Een studiekeuze maken begint bij gesprekken met een leraar, decaan, ouder of een studiekeuzeorganisatie. Zij krijgen veel dezelf de vragen. Helpr is van mening dat educationele chatbots een deel van deze leergesprekken kunnen automatiseren. Jongeren gebruiken dagelijks chatapplicaties, denk aan WhatsApp. De vorm van het gesprek is dus vertrouwd en een stuk persoonlijker dan zelf op een website zoeken naar een antwoord.’ 70
Hoe wordt de chatbot ingezet op Studiekeuze123.nl? ‘De chatbot wordt eerst zichtbaar bij de veelgestelde vragen op onze website. Als je hier niet vindt wat je zoekt, dan kun je je vraag aan Pixxi stellen’, aldus Schilderink. Later komt Pixxi ook op andere plekken op de website of verschijnt de chatbot als je lang op een bepaalde pagina bent. Natuurlijk blijft informatie ook op andere manieren vindbaar. Pixxi wordt een extra manier om aan informatie te komen en studiekiezers wegwijs te maken. Het ondersteunt studiekiezers bovendien bij het op de juiste manier gebruiken van de verschillende functionaliteiten en informatie op Studiekeuze123.nl.
Waren jullie meteen enthousiast over een chatbot? Schilderink: ‘Jongeren ervaren chatbots doorgaans als een laagdrempelige manier om vragen te stellen, dus we wilden hier graag iets mee doen. Maar, we waren wel
We legden namen voor in een poll op Instagram en Pixxi werd gekozen als winnaar. We denken al langer na over het inzetten van Pixxi op andere manieren, dus toen we een identiteit voor de chatbot zochten, was de keuze snel gemaakt.’
Hoe werkt de chatbot? Reurling: ‘Pixxi combineert een gigantische hoeveel heid data en tests. Waar studiekiezers nu een zoekterm in een zoekbalk intikken en zelf moeten zoeken naar informatie, kunnen ze straks vragen stellen aan Pixxi. De website krijgt hiermee een stem. Vragen van studiekiezers worden beantwoord op een manier die hen aanspreekt. Daarnaast is het met Pixxi ook mogelijk om door te vragen. Vanuit Pixxi zelf, maar ook vanuit de studiekiezer. Pixxi kan de studiekiezer dus coachen naar het antwoord, wat in alleen tekst niet lukt. Vragen stellen wordt zo sneller, persoonlijker en makkelijker!
Voorbeeldweergave van chatbot Pixxi
kritisch. Natuurlijk moet de chatbot goed werken. Het is irritant als vragen onbeantwoord blijven. Er ligt dus een uitdaging in het goed ontwikkelen van de techniek achter Pixxi. We wilden ook geen chatbot die het persoonlijk contact met Studiekeuze123 vervangt. Mensen kunnen nog steeds bellen of e-mailen. De chatbot vervangt tot slot ook niet de persoonlijke begeleiding van een decaan of studiekeuzecoach. Het vermindert misschien wel de tijd die zij kwijt zijn aan het beantwoorden van vragen waarop iemand het antwoord ook online kan vinden.’
Waar komt het figuur Pixxi vandaan? Schilderink: ‘Pixxi is al te zien op onze social media kanalen, met name op ons Instagramaccount. Pixxi begon als een leuk figuurtje zonder naam, maar we merkten dat er heel enthousiast op het figuur gereageerd werd en besloten een naam te verzinnen.
Zelf in gesprek met Pixxi Vanaf december vind je Pixxi standaard bij de veelgestelde vragen op Studiekeuze123.nl. Stel gerust wat vragen en kijk welke antwoorden je krijgt. Mocht je er met Pixxi niet uitkomen of Pixxi gedraagt zich niet helemaal zoals de bedoeling is, laat het ons dan weten op info@studiekeuze123.nl. Ook andere vragen over dit project kun je hier stellen. ◗
Pixxi wordt op Instagram en Facebook al ingezet voor voorlichting in animaties en memes PrimaOnderwijs 71
Een gouden toekomst dankzij technische studiekeuze Het maken van de juiste studiekeuze is niet eenvoudig voor leerlingen, de mogelijkheden zijn enorm. Maar zijn de kansen op de arbeidsmarkt dat ook? Met een vervolgopleiding in de technische installatiebranche zijn jouw leerlingen verzekerd van een uitdagende en veelzijdige baan in de toekomst. Laat leerlingen via de campagne ‘Installatie verbindt alles’ kennismaken met één van de grootste en meest kansrijke branches van Nederland.
72
Het aanbod van banen in de installatiebranche groeit onder andere door de digitalisering, verduurzaming en de energietransitie enorm hard. Kiezen voor een toekomst in de techniek is op deze manier heel aantrekkelijk voor jongeren. Maar aan wat voor soort banen moeten jongeren eigenlijk denken?
Installatietechniek is overal Er zijn te veel beroepen om op te noemen. Je kunt in de installatietechniek heel veel kanten op. Een wifi-verbinding maken, zonnepanelen die zorgen voor energie, licht dat automatisch aan en uit gaat of de roltrap nemen. Dat het mogelijk is, is een vanzelfsprekendheid. Maar wat als iets niet meer werkt? Bij wie klop je dan aan? Om technische installaties aan te leggen, aan de praat te krijgen of te onderhouden zijn vakmensen nodig. Denk aan echte doeners als elektro-, installatie- of servicemonteurs. Ook zijn er banen waar geen schroevendraaier aan te pas komt, maar waar de echte denkers voor nodig zijn, bijvoorbeeld banen als ontwerper/tekenaar en projectleiders. En wat te denken van de werkvoorbereiders? Zonder technische tekeningen en gedegen werkvoorbereiding vanuit het kantoor kan geen technische vakman goed aan de slag. De veelzijdigheid en diversiteit aan banen maakt dat werken in de technische installatiebranche jongeren een goed perspectief biedt. Voor iedere vmbo-leerling ligt er wel een passende baan in het verschiet.
Wat doe je als… elektromonteur? Je maakt onderdelen voor elektrotechnische producten en systemen. Daaruit stel je ook eenvoudige eindproducten samen. Het gaat om uitvoerend, praktisch werk waarbij je voornamelijk te maken hebt met de elektrotechniek en elektronica. Daarnaast kun je in aanraking komen met ICT (hardware) en werktuigkunde. Je kunt verder leren tot eerste monteur, technicus en tot (meewerkend) leidinggevende.
Wat doe je als… tekenaar werktuigkundige installaties? Met behulp van een CAD-tekenpakket maak je technische tekeningen van producten of installaties. Tot in detail teken je het hele product of onderdelen ervan. Daarbij geef je de maten aan en voorzie je de tekening van bijschriften en verwijzingen. Je controleert de tekening en levert die op de voorgeschreven manier aan. Bovendien archiveer je de tekeningen die je maakt. Nauwkeurig en zorgvuldig werken zijn belangrijk om de gewenste kwaliteit te halen. En je moet goed met anderen kunnen omgaan en overleggen. Je kunt doorgroeien naar tekenaar constructeur of werkvoorbereider.
Werken én leren
te bespreken in de klas, zoals feiten en mogelijkheden in de technische installatiebranche. Of met het lesprogramma, onder andere inzetbaar tijdens de LOB-uren, waarmee jij jouw leerlingen de verschillende kanten van installatietechniek laat zien. Leerlingen ervaren hierdoor verschillende specialisaties, locaties en rollen. In de lessen staan bijvoorbeeld innovatieve wijken in Nederland centraal. In de eerste twee lessen ligt de focus op veiligheid en afval in een verticale wijk. Hoe zorg je ervoor dat mensen in een enorm hoge flat veilig kunnen wonen, werken en leven? Al het afval dat in een verticale wijk geproduceerd wordt, moet ook op een slimme manier worden verwerkt. Daarnaast moeten bewoners middels een lift hun woning kunnen bereiken en moet er aan de regels worden voldaan van brandpreventie. Pas als alles geregeld is, kan een gebouw één werkend geheel worden. Installatietechniek is daarbij dus onmisbaar. Middels de online lessen krijgen leerlingen een beter beeld van installatietechniek. Vervolgens kunnen zij aan de slag met verschillende werkbladen die hen laten nadenken over actuele vraagstukken. Je kunt het voorlichtingsmateriaal kosteloos bestellen via: www.wij-techniek.nl/kiesinstallatie/bestellen
Studeren, maar vanaf dag één toch betaald krijgen? Zo wordt kiezen voor een technische studie wel heel aantrekkelijk. De technische installatiebranche is bij uitstek een branche waar je kunt werken én leren tegelijk. Als leerlingen kiezen voor de leerweg BBL (Beroepsbegeleidende Leerweg) in het mbo, dan komen ze direct in dienst bij een werkgever en leren ze het vak in de praktijk. Ze krijgen salaris en de opleidingskosten worden betaald. Meestal zijn leerlingen dan één dag in de week met theorie bezig op een ROC en de rest van de week bij een erkend leerbedrijf. Als leerlingenkiezen voor de leerweg BOL (Beroepsopleidende Leerweg) zijn ze het grootste deel van de opleiding op school en lopen ze stage bij één of meerdere installatiebedrijven. Het lesprogramma ‘Installatie verbindt alles’ helpt jouw leerlingen om inzicht te krijgen in welke opleiding en welke leerweg het beste bij hun past.
Maak kennis met installatietechniek Welke opleiding of route een leerling ook kiest: er zijn enorm veel mogelijkheden in de technische installatiebranche. Maar hoe moet je als school zo’n brede en diverse richting eenvoudig overbrengen aan leerlingen? Dat is precies waar de campagne ‘Installatie verbindt alles’ bij gaat helpen. Met bijvoorbeeld informatie om PrimaOnderwijs 73
W&T als verrijking van reguliere vakken Tips van basisschool Kronenburgh in Rijswijk Een eerste kennismaking met technologie is al van belang op jonge leeftijd, zo worden interesses en talenten aangewakkerd. Maar hoe start je met wetenschap en techniekonderwijs? Directrice Ingeborg de Wolff en leerkracht Annemiek van Schie van basisschool Kronenburgh voor begaafd onderwijs in Rijswijk vertellen over hun aanpak waar onder andere de Jet-Net & TechNet Inspiratieles aan te pas kwam. Ingeborg: ‘Kinderen worden allemaal met een creatieve geest geboren, het is onze taak om te zorgen dat ze die behouden.’
‘
‘
Kinderen moeten echt
uitgedaagd worden en techniek is daar
fantastisch geschikt
74
voor.
Al sinds de opstart van de school zo’n zeven jaar geleden is techniekonderwijs een belangrijk onderdeel van de lesstof op school. Annemiek: ‘We zijn ooit begonnen met een LABdag van LABoratorium, een plek waar op Kronenburgh talenten ontwikkeld worden. Tijdens deze dag krijgen leerlingen verschillende vakken aangeboden, waaronder onderzoekend en ontwerpend leren.’ Daarna werd er samengewerkt met samenindeklas.nl en ontwerpenindeklas.nl, de LEGO league voor de groepen 3, 4, 7 en 8 en O&O techniek voor de groepen 1, 2, 5 en 6. Als klap op de vuurpijl wordt volgend jaar de doorlopende W&T-leerlijn gestart die de afgelopen zeven jaar werd ontwikkeld. Ingeborg: ‘Leerlingen werden elk jaar al in aanraking gebracht met techniek door de LEGO league en O&O techniek, maar we koppelen het ook aan thema’s waaraan we werken en bestaande vakken. Het allerbelangrijkste? Dat leerlingen zien dat techniek overal is: in rekenen, taal, geschiedenis. En dat leerkrachten het niet als extra vak zien, maar als lesverrijking.’
Inspiratieles Dat het niet ingewikkeld is, ondervond Annemiek onder andere ook in de Inspiratieles die ze in maart volgde van Jet-Net & TechNet. Annemiek: ‘Ik zocht naar ideeën voor W&T-onderwijs waar ik zelf mee aan de slag kon in de klas en toen stuitte ik op de techniekcoaches. Helemaal te gek, ik heb meteen een Inspiratieles geboekt toen. Techniekcoach Jaap deed dat ontzettend leuk.’ Ook een paar andere collega’s volgden een Inspiratieles en waren positief. ‘Door de lesbrieven zie je dat je niet te moeilijk hoeft te denken over lesgeven in techniek. Een technische oplossing bestaat echt niet alleen uit boutjes, schroefjes of hydraulische systemen. Door gewoon vragen te stellen, zoals bijvoorbeeld hoe een schildpad en een haas de snelweg kunnen oversteken, komen onze leergierige kinderen met hele unieke oplossingen. Het gaat niet om werken naar een vooropgesteld doel, maar juist om werken met wat zo’n kinderbrein allemaal al kan’, vertelt Annemiek.
koppel je dat aan W&T? Nou, vroeger zijn ontelbaar veel uitvindingen gedaan dus koppel de twee vakken op die manier. Of focus op de missie naar Mars van de vorige eeuw, ook geschiedenis en techniek in één. Of neem een thema als Mode of Circus, daar zit ook genoeg techniek in. Ga vervolgens op zoek naar bestaand materiaal bij websites als ontwerpenindeklas.nl of Jet-net.nl, er is zoveel aanbod. En als het echt ingewikkeld wordt, vraag je ouders met een interessant beroep om te helpen.’ Annemiek voegt toe: ‘Kinderen moeten echt uitgedaagd worden en techniek is daar fantastisch geschikt voor.’ ◗ Wil jij zelf aan de slag met W&T-onderwerpen gebaseerd op de principes van Onderzoekend & Ontwerpend leren? Vraag een ouder met een technisch beroep om een gastles te geven! Jet-Net & TechNet biedt verschillende kant-en-klare gastlessen aan voor onder-, midden- en bovenbouw die gratis te downloaden zijn via www.jet-net.nl/gastles
W&T en thema’s ‘Wij zijn ook gewoon begonnen en dat heeft zich uitgebouwd tot waar we nu zijn. Samenwerken met bestaande organisaties en de drempel niet te hoog leggen zijn belangrijke tips daarin’, aldus Ingeborg. Ze raadt aan om eerst eens naar de reguliere lessen te kijken en hoe je W&T daaraan kunt koppelen. ‘Denk groot. Neem bijvoorbeeld het vak geschiedenis, hoe
www.jet-net.nl/basisschool
Leerlingen in Driebergen aan de slag met het 4 en 5 mei Denkboek
‘
‘
Wat als straks
niemand het meer kan navertellen?
Stan (11)
Tekst en beeld: Sanne van der Most
76
Kinderen zelf laten nadenken over de Tweede Wereldoorlog, herdenken en vieren, vrijheid en democratie. Vanuit die gedachte heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei het 4 en 5 mei Denkboek ontwikkeld. Een boekje voor 235.000 leerlingen in groep 7 én de bijbehorende kinderwebsite denkboek.nl, vól interessante en aangrijpende verhalen, informatie en vragen aan leerlingen anno 2021. Stof tot nadenken dus. Leerlingen van groep 7 en 8 van CBS Instituut Coolsma in Driebergen kregen er les over en mochten het lesmateriaal zelf testen.
De leerlingen van groep 8 zitten klaar in hun lokaal. Geen gewone rekenles deze ochtend, maar twee onbekende dames die komen vertellen over de Tweede Wereldoorlog, herdenken, vieren en vrijheid. Vorig jaar keken ze al klassikaal de Schooltv serie ‘13 in de oorlog’, over hoe het is om in de Tweede Wereldoorlog op te groeien. Het onderwerp komt dus niet helemaal uit de lucht vallen. Ook kregen ze afgelopen voorjaar les uit het Denkboek. Wat zou er zijn blijven hangen?
Vieren dat we vrij zijn Iedereen is stil als Juul Lelieveld van Patsboem! Educatief, die het Denkboek mede ontwikkelt, de aftrap doet. “Wij maken lesmateriaal voor kinderen. Dus schoolboeken, websites en lespakketten voor kinderen op de basisschool. Ieder jaar maken wij ook het Denkboek voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei. In september en oktober zijn wij daar al druk mee bezig. We vinden het altijd heel erg leuk om met kinderen zelf te praten, om te horen wat ze ervan vinden en wat we eventueel kunnen verbeteren voor komend voorjaar. Dan gaat het Denkboek weer naar bijna een kwart miljoen kinderen in heel Nederland. Dus daar ben ik straks erg benieuwd naar.” Sarah Feirabend is van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. “Goedemorgen allemaal, wat fijn dat wij hier vandaag mogen zijn. Als ik 4 en 5 mei zeg, waar moeten jullie dan aan denken?” “De Tweede Wereldoorlog en de herdenking van de mensen die toen zijn overleden”,
B estel
het gra
4 en 5
tis
mei
w voor ugen leerlin
Bestel het 4 en 5 mei Denkboek 2022 Aan de slag met het Denkboek? Bestel voor elke leerling van groep 7 een gratis boekje. Dat kan tot 18 december 2021 via onderwijsinformatie.nl/4en5mei. Mis ’m niet! Meer informatie over het boekje vind je op denkboek.nl/voor-docenten/.
zegt een meisje. “En 5 mei is Bevrijdingsdag. Dan vieren we dat we vrij zijn”, vult een jongen achter haar aan. “Zijn jullie wel eens bij een herdenking geweest?”, wil Sarah ook weten. Een meisje steekt haar vinger op: “Ja, ik wel. In Amsterdam op de Dam. Er waren heel veel mensen en sommigen hielden toespraken.”
Onder de indruk “Kunnen jullie een paar voorbeelden noemen van groepen mensen die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen?”, gaat Sarah verder. “Joden”, zegt een meisje. “Er zijn er heel veel vermoord door Hitler.” “Maar ook de militairen die vochten voor Nederland”, zegt een jongen. “Verzetsstrijders”, weet een andere jongen te noemen. “Mensen uit Nederlands-Indië misschien?”, oppert zijn buurman. Sarah is onder de indruk. “Wat goed dat jij dat weet, zeg. Op 4 mei staan we stil bij de oorlogsslachtoffers en op 5 mei vieren we onze vrijheid.” Tot zo ver even de inleiding. Dan is het tijd om met het Denkboek en de website aan de slag te gaan. De klas wordt verdeeld in groepjes van twee. “Superfijn dat jullie ons willen helpen”, gaat Juul verder. “Het boekje staat vol met artikelen, interviews, verhalen van kinderen, opdrachten en vragen aan jullie. Aan jullie de vraag of je er mee aan de slag wilt gaan om te kijken hoe jullie het vinden. De website die erbij hoort, denkboek.nl, heeft een Tijdlijn over de Tweede Wereldoorlog, een opdracht over wat er allemaal tijdens de Herdenking op de Dam gebeurt en een Vrijheidswijzer met stellingen over vrijheid. Ook kun je er je eigen herdenking maken voor een oorlogsslachtoffer. Jullie mogen zelf kiezen welke opdracht je gaat doen, je kan overal op klikken als je meer informatie wilt vinden.” >> PrimaOnderwijs 77
Echt een heftige tijd
78
Even later wordt er druk gewerkt, gekeken, overlegd, gebladerd en gescrold. De ene helft van de kinderen richt zich op de website en de andere helft gaat met het boekje aan de slag. Ruby en Franca (beide 11) zijn met het boekje bezig. “Echt een heftige tijd hoor”, zegt Franca. “Ik ben blij dat ik nu leef en niet toen. Wat zouden we dan een ander leven hebben.” Door de gastlessen die ze vorig jaar hadden, wisten ze al wel iets van het onderwerp. Maar, zo vinden ze allebei, dit boek is wel echt een goede aanvulling. “Het ziet er ook supermooi uit”, zegt Ruby. “Heel overzichtelijk ook met een heleboel informatie over dingen die we nog niet wisten. Vooral die tijdlijn van de oorlog is heel handig en interessant.” Franca heeft ook een tip: “Ze geven op verschillende plekken in het boekje links naar de website. Die zijn een beetje versnipperd. Het zou handiger zijn als al die links op één plek onder elkaar te vinden zijn. Dan kun je ze in één keer allemaal nalopen en heb je alle informatie bij elkaar.”
een paar oude mensen kunnen het nog navertellen, maar wat als die er straks ook niet meer zijn? Daarom is het heel goed dat kinderen er nu les over krijgen.” Xemme heeft net de Vrijheidswijzer gedaan. “Dat zijn allemaal vragen over hoe je denkt over vrijheid en hoe vrij jij je voelt ten opzichte van de kinderen van toen: heel vrij natuurlijk! Wij kunnen ons echt niet voorstellen hoe het toen was. Vorig jaar keken we in de klas een serie over Hitler. Dat was echt heel erg interessant.” De website wordt inmiddels druk door iedereen bezocht en van meerdere kanten klinken het Wilhelmus (een ritueel tijdens de Nationale Herdenking) en stemmen uit filmpjes door elkaar, over gebeurtenissen van toen. Noah (11) buigt zich over een vraag in het boekje. “Wat zou je meenemen als je moest vluchten?’ Dat is een interessante vraag, vindt hij. ‘Mijn telefoon en oplader, pizza, wraps en wat te drinken. Een mobiele telefoon had je toen natuurlijk nog niet, dus die zou ik dan ook niet echt missen. Maar nu natuurlijk wel.”
Pizza en wraps
Aansluitend bij de belevingswereld
Aan een tafeltje verderop buigen Stan en Xemme (allebei 11) zich over de website. “De tijdlijn is wel interessant”, zegt Stan. “Daar zie je allemaal gebeurtenissen en filmpjes waar je op kunt klikken. Kijk hier bijvoorbeeld: ‘1942: Duikboten vallen Aruba aan.’ Als je daarop klikt, krijg je een filmpje met meer informatie. Ik wist er wel iets van, maar nog niet heel veel, dus dit is wel heel goed. Heftig ook wel hoor. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen hoe dat was. Door dit soort lessen leren we wat er toen gebeurd is. Alleen
Als de tijd om is, delen de leerlingen hun ervaringen met Sarah en Juul, die alle tips en tops goed in zich opnemen. “Heel veel dank allemaal, harstikke goed gedaan”, sluit Sarah af. Ook meester Daniël is trots op zijn leerlingen. “Geweldig dat ze dit doen. Zeker in groep 7 en 8. Het is een heftig onderwerp, maar ik denk persoonlijk dat het ook al in groep 6, 5 en zelfs 4 en 3 aan de orde mag komen. Natuurlijk aansluitend bij de belevingswereld van de kinderen in die leeftijd. Het is zo ontzettend belangrijk dat de verhalen blijven
leven. Zeker omdat wij in deze tijd geen idee meer hebben hoe het is als je vrijheid beperkt wordt. Deze generatie leerlingen hebben opa’s en oma’s die de oorlog ook niet meer, of in elk geval niet bewust, hebben meegemaakt. Dan maken mensen soms wel eens de vergelijking met de Coronamaatregelen, maar dat stelt natuurlijk niks voor in vergelijking met wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Deze lessen en het materiaal maken indruk, dat merk ik wel. En dat is alleen maar hartstikke goed.”
Wel een beetje saai Dan is het tijd voor een lesbezoek aan groep 7. Daar blijkt het onderwerp ook ontzettend te leven. Als Sarah vraagt wie er wat kan vertellen over de Tweede Wereldoorlog, komen de verhalen direct los. En niet zo’n beetje ook. Zeker tien vingers gaan gretig de lucht in en iedereen wil wat vertellen. “Ik was met
mijn overgroot oma en overgroot opa naar een herdenking. Dat was wel een beetje saai want het duurde heel lang, maar daarna gingen we met z’n allen pannenkoeken eten”, zegt een meisje. Haar buurvrouw: “Mijn overgroot opa zat in het verzet. Hij stond als spion op de wacht en hij heeft ook kogels gevonden.” Nog meer vingers. “Mijn opa zat in Indonesië in het Jappenkamp”, “mijn overgroot opa was een belangrijke priester, hij is in kamp Amersfoort overleden” en “mijn overgroot opa ging met vliegtuigen bombarderen bij de Duitsers.”
Onschuldige burgers “Nog vijf vingers en dan gaan we weer verder,” waarschuwt Sarah. “Er was een deel van Nederland dat in de Tweede Wereldoorlog onder water was gezet en daar woonde mijn opa”, vertelt een meisje vooraan. “Die heeft het overleefd, en hij is een jaar geleden overleden.” Een andere oma moest op haar zestiende werken op een boerderij van de Duitsers en weer een andere overgroot oma kreeg een kogel in haar arm. “Ze heeft het wel overleefd en is 104 geworden.” Sarah is onder de indruk van alle verhalen. “Nou geweldig allemaal, wat weten jullie al veel. Weten jullie ook wie we herdenken op 4 mei?” Meteen vliegen de vingers weer de lucht in. De een wil het nog liever vertellen dan de ander. “Mensen die vochten tegen de nazi’s, Joden, homoseksuelen en andere onschuldige burgers.” Meester Daniel heeft geen woord te veel gezegd. Het onderwerp speelt, in elk geval in Driebergen, enorm en je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Waardevolle input in elk geval voor Sarah en Juul en ‘hun’ 4 en 5 mei Denkboek. ◗
Verder aan de slag met herdenken? Adopteer een monument! Wilt u met uw leerlingen actief aan de slag met herdenken? Met het project Adopteer een monument gaat de lokale oorlogsgeschiedenis voor kinderen leven: ze ontdekken het verhaal achter een oorlogsmonument in hun buurt. Ze leren wat herdenken is en denken na over waarom het belangrijk is om de verhalen uit de oorlog door te geven. Door onderzoek te doen naar hun monument en zelf een herdenking te organiseren raken leerlingen betrokken bij de geschiedenis. Ruim 1800 scholen in Nederland doen mee!
Meedoen? Ga naar onderwijsinformatie.nl/adopteereenmonument om u aan te melden voor Adopteer een monument. In het aanmeldformulier kunt u vervolgens een oorlogsmonument in de buurt van uw school uitkiezen om te adopteren. Er is gratis downloadbaar lesmateriaal voor zowel het primair als het voortgezet onderwijs. Adopteer een monument is een onderwijsproject van het Nationaal Comité 4 en 5 mei in samenwerking met de Oorlogsgravenstichting en wordt mede mogelijk gemaakt door het vfonds.
PrimaOnderwijs 83
MUSICEER EN LEER! Muziek is een belangrijk onderdeel in het onderwijs aan kinderen. Muziek is goed voor de zintuigen, de expressie, het ritmegevoel en de samenhorigheid. Van gymles tot muziekles; instrumenten worden op vele verschillende manieren ingezet. Hoe is het gesteld met de muziekinstrumenten bij jou op school?
School Concept biedt een ruim assortiment muziekinstrumenten. Neem eens een kijkje en laat je muzikaal inspireren!
UITGEBREIDE MUZIEK RITME SET
Een praktische muziektas voor de hele klas! Deze stevige nylon tas bevat maar liefst 19 verschillende ritmische instrumenten met verschillende klanken. Zo heb je je instrumenten altijd bij de hand én veilig opgeborgen.
BLOKFLUIT
Hét instrument voor alle scholen: de blokfluit! Deze blokfluit (Sopraan) is geschikt voor links- en rechtshandige leerlingen, is vaatwasmachine-bestendig en gemaakt van hoogwaardig kunststof. Bovendien is de fluit ook nog gunstig geprijsd.
POLS- EN HANDBELLEN VOOR IEDEREEN!
Deze polsbandjes en handvatten met bellen zijn onmisbaar tijdens de muziekles of de vrije expressie met de jongste leerlingen. De bellen zitten op stevige band of robuust hout en maken een duidelijk en diep geluid.
RITMETROMMEL
Deze ritmetrommel is een bewezen klassieker in het vroege muziekonderwijs. De 2 cm dikke geluidsplaat bevat 4 tongen die ieder een andere toon produceren. Deze veelzijdige trommel wordt geleverd met een zachte slaghamer.
BESTEL DEZE EN NOG HEEL VÉÉL MEER MUZIEKINSTRUMENTEN OP:
School-Concept.nl/muziek
Ook verkrijgbaar op
Column De onderwijswereld van Esther van de Knaap onderwijswereld-po.nl
Mensen als Merel: een eerbetoon aan de zij-instromer Een paar dagen voor de deadline van deze column, viel De Stap bij mij op de mat. In dit boek beschrijft Merel van Vroonhoven haar afgesloten carrière aan de top van het Nederlandse bedrijfsleven en haar keuze om de overstap te maken naar het primair onderwijs. Het speciaal onderwijs om precies te zijn. Diezelfde nacht was er in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarbij er 500 miljoen Euro structureel wordt vrijgemaakt voor het verhogen van de leraren salarissen in het primair onderwijs.
Die twee hebben een verband: zij-instromers en salarissen... Zelf ben ik er ook eentje, een zij-instromer. Na in de reisbranche en vervolgens als management assistent gewerkt te hebben, gooide ook ik het roer om. Ik wilde juf worden. Ik startte aan de 4 jarige deeltijd variant, zorgde dat ik in 1 jaar mijn P haalde, en vervolgens een positief advies voor versnellen kreeg. Twee jaar en negen maanden later had ik het felbegeerde diploma in mijn handen. De onderwijswereld was een leerkracht rijker.
Terug naar Merel Na jaren buffelen in de hoogste functies die je je maar kunt beden ken, na de titel Topvrouw van het jaar, en na het leven in haar eigen bubbel van hoogopgeleiden, realiseerde Merel zich dat dit niet de manier was waarop ze de rest van haar werkzame leven bezig wilde zijn. Ze wilde werken op een plek waar je echt een verandering kunt maken. Dus koos ze, geïnspireerd door de leerkrachten van haar autistische zoon, voor het vak van leraar. Van overhoringen door een parlementaire enquêtecommissie naar overhoringen van spelling. Van voortgangsrapportages van een nieuwe trein, naar het volgen van de ontwikkeling van leerlingen. En van handelen door macht naar handelen vanuit liefde. Echt van betekenis kunnen zijn. Van voorzit ter van de Autoriteit Financiële Markten, naar Ervaren Beginner.
Foto: Piet Gispen
Zowel voor Merel als voor mij, was het een financiële stap terug, maar een persoonlijke stap vooruit die overstap naar het onderwijs. Het is mooi om te kunnen zijn wie je wilt zijn in je werk. Voor ons allebei was het financieel haalbaar om af te schalen naar een lerarensalaris. Hoe fijn dat dat financiële gat met het vrijkomen van die 500 miljoen iets kleiner is geworden. Wellicht net voldoende om ook andere potentiële collega’s te motiveren De Stap te maken. Wellicht is dat voor de komende jaren wel de echte onderwijsvernieuwing waar we op zitten te wachten: meer zij-instromers voor de klas. Voetnoot: De Stap wordt beschreven als een boek over veerkracht en het kiezen voor je idealen. Voor mij is het vooral een verhaal van passie en liefde. Passie om je hart te volgen, en liefde voor het onderwijs. En een leerkracht die handelt vanuit die twee kernwaarden, gun ik ieder kind. PrimaOnderwijs 81
Een mens is pas vergeten…
Guus Monnickendam Foto: Familie Jonkers-M onn
ickendam
Foto: Bete Photography
Het liefst is Guus lekker buiten, in de natuur. Hij houdt ervan om de stad uit te gaan om een stuk te fietsen of te kamperen en op het strand kan hij zichzelf uren vermaken met het zoeken naar schelpen en slakjes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij na het behalen van zijn middelbareschooldiploma biologie gaat studeren.
‘
‘
Leerlingen raken de stenen aan en
realiseren zich dat zij op een bijzondere plek zijn
82
Guus Monnickendam is Joods en hij woont met zijn familie in het hart van de Amsterdamse oude Jodenbuurt, op het Jonas Daniël Meijerplein. Daar speelt zich op 11 juni 1941 een groot drama af: de tweede grote razzia in de stad. Samen met ongeveer 300 andere Joodse jongemannen wordt Guus van huis gehaald en hij belandt in het concentratiekamp Mauthausen waar hij volgens de officiële lezing al een paar maanden later, op 5 september, op 19-jarige leeftijd wordt vermoord. Guus is één van de ruim 102.000 Nederlandse Joden, Roma en Sinti die sinds 19 september 2021 worden herdacht op het Nationaal Holocaust Namenmonument.
Nationaal Holocaust Namenmonument Dit monument is op initiatief van het Nederlands Auschwitz Comité opgericht. In samenwerking met het Joods Cultureel Kwartier en het Verzetsmuseum Amsterdam is voor schoolklassen die het monument willen bezoeken een educatief programma ontwikkeld. Leerlingen maken kennis met het monument en verdiepen zich in de levensverhalen van enkele slachtoffers. Met een rondleider gaan ze in gesprek over de kracht en betekenis van herdenken. Dit programma is mede mogelijk gemaakt dankzij subsidie van het Vfonds.
Jonge slachtoffers Leerlingen die het monument gaan bezoeken, bereiden zich op school voor met de online les module ‘Wordt Gemist’. Ze leren over de levens van acht jonge slachtoffers die vermoord zijn om wie ze waren, onder wie ook Guus. Hierdoor wordt duidelijk dat deze mensen, kinderen zelfs, heel gewone levens leidden voordat zij slachtoffer werden van de Holocaust. Leerlingen kunnen ook onderzoek doen naar leeftijd- en plaatsgenoten. Tijdens het bezoek aan het monument worden de namen van deze slachtoffers hardop uitgesproken want, zoals in de Talmoed staat: een mens is pas vergeten, als zijn naam vergeten is.
Wie, hoe, waarom Tijdens het bezoek aan het namenmonument in Amsterdam gaan de leerlingen in gesprek met een rondleider over wie we herdenken, hoe we herdenken en vooral waarom we herdenken. Het historisch bewustzijn wordt vergroot en ook de betekenis van de plek en de omgeving wordt besproken. Denk alleen al aan de locatie van het namenmonument. De Weesperstraat was voor de oorlog een smalle straat met een trambaan in het midden, met aan weerszijden winkels en daarboven woningen. Zo’n 175 bewoners van de panden op de plek waar nu het monument staat, werden naar
Foto: Beeldbank Stadsa
Oostenrijk, Duitsland en Polen gedeporteerd en daar vermoord. Dit zijn ‘slechts’ 175 van de ruim 102.000 Nederlandse Holocaustslachtoffers die met dit monument worden herdacht, ieder met een eigen steen.
Educatief programma Na de rondleiding in het monument volgen klassen een educatief programma in de Portugese Synagoge, het Joods Historisch Museum of het Verzetsmuseum. De wandeling vanaf het monument naar een van deze locaties voert langs belangrijke plekken in de buurt. Plekken die ons allemaal verschillende verhalen vertellen over de geschiedenis van de Jodenvervolging. Ook lopen we langs het voormalig woonhuis van Guus, waar struikelstenen aan hem en zijn familie herinneren.
Bijzondere plek Direct na de opening van het monument brachten de eerste klassen een bezoek. Het namenmonument maakt veel indruk: de enorme hoeveelheid stenen in het monument die staan voor de enorme hoeveelheid Nederlandse Holocaustslachtoffers, het grote aantal jonge slachtoffers en de grote families van wie niet zelden alle leden werden omgebracht. Leerlingen raken de stenen aan en realiseren zich dat zij op een bijzondere plek zijn. ◗
We kijken ernaar uit jou en je klas een programma te bieden dat diepe indruk zal achterlaten. Wil je meer weten? Kijk dan op www.jck.nl/holocaustnamenmonument of www.verzetsmuseum.org/nl/namenmonument.
rchief Amsterdam
Foto: Bete Photography
PrimaOnderwijs 83
1914 - 1918
TOEN HET
OORLOG WAS
Over de Eerste Wereldoorlog weten kinderen vaak lang niet zoveel als over de Tweede. Maar deze oorlog had grote gevolgen – voor België en voor Nederland. Zonder kennis over de Eerste Wereldoorlog kun je niet begrijpen waarom er later een tweede kwam.
‘Een indrukwekkend standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog voor groep 7, 8 en de brugklas: illustraties, historische foto’s en afbeeldingen (zoals een voorpagina van een verzetskrant) brengen de geschiedenis dichtbij. Toen het oorlog was is voor school én thuis een aanwinst.’ – Trouw
Verkrijgbaar in iedere boekhandel
Na het grote succes van Toen het oorlog was 1939-1945 verschijnt van dezelfde makers een prachtig vormgegeven boek over de Eerste Wereldoorlog: Toen het oorlog was 1914-1918. Het is het team van Patsboem! educatief weer gelukt om hierin de kleine en grote geschiedenis op een begrijpelijke en informatieve manier uit te leggen. Toen het oorlog was 1939-1945 werd in 2020 bekroond met een Zilveren Griffel. Er zijn inmiddels meer dan 10.000 exemplaren van verkocht. Toen het oorlog was 1914-1918 en Toen het oorlog was 1939-1945 zijn geschreven door Marrit Boogaars, Annemiek de Groot, Liesbeth Rosendaal, Roos Jans en Juul Lelieveld. Irene Goede maakte de fraaie illustraties. Beide boeken bevatten eveneens veel historisch fotomateriaal.
Toen het oorlog was 1939-1945 ISBN 9789025771447 180 blz., € 25,99 vanaf 10 jaar
Toen het oorlog was 1914-1918 ISBN 9789025775094 192 blz., € 25,99 vanaf 10 jaar verschijnt november 2021
De complete adaptieve lesmethode Lesvoorbereiding in één oogopslag Elke les heeft een uitgebreide handleiding voor de lesvoorbereiding. De lesopbouw is hier in één oogopslag duidelijk.
1
Interactieve instructie en begeleide inoefening
2
Adaptieve zelfstandige verwerking
Elke Snappet les bestaat uit een uitgebreide en interactieve instructie door de leerkracht op basis van de laatste directe instructiemodellen en didactiek.
3
Na de instructie werken de leerlingen zelfstandig aan een gestructureerde set opgaven die direct aansluiten op de instructie.
4
Directe lesevaluatie zonder nakijkwerk
5
Verlengde instructie op maat Aan het einde van de instructie bepaalt de leerkracht welke leerlingen verlengde instructie nodig hebben en welke leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen.
Aan het einde van iedere les is meteen en zonder nakijkwerk zichtbaar hoe de les is verlopen.
Toe aan een nieuwe methode? Vergeet Snappet niet mee te nemen in het keuzeproces. Scan de QR code voor meer informatie. Of bezoek https://nl.snappet.org/de-snappet-methode/
Een goede les is de basis van je vak
‘
Tekst: Connie van der Zel
‘
De kwaliteit
van lesgeven is door de hele school
omhoog gegaan
86
Vrijwel iedere leerkracht is gemotiveerd om goed les te geven en zijn of haar leerlingen elke dag een stapje verder te brengen. Maar hoe doe je dat nu, goed lesgeven? Een effectief en praktisch lesmodel is hierbij van onschatbare waarde. De CED-Groep heeft een onderscheidend model ontwikkeld: het Doordacht Passend Lesmodel (DPL). Dit model maakt gebruik van de technieken van Teach Like a Champion, Breinsleutels en coöperatieve werkvormen. Hanneke van Keeken is onderwijsadviseur bij de CED-Groep en nauw betrokken bij de ontwikkeling van het DPL. ‘De grootste winst van dit model is de sterke structuur en actieve betrokkenheid van de leerlingen’, zo vat Hanneke kort samen. ‘Belangrijke onderdelen zijn directe instructie, heldere en haalbare lesdoelen, interactieve werkvormen, controleren van begrip en het geven van feedback en complimenten. Door de pakkende start en de interactie met én tussen de leerlingen zit er veel vaart in de les. Alles bij elkaar zorgt dit voor gemotiveerde leerlin-
gen, minder verstorend gedrag in de lesen uiteindelijk een betere opbrengst.’ Hanneke geeft trainingen en begeleidt scholen met de invoering van DPL. Een van die scholen is PCB De Parel in Rotterdam Zuid. Niels Kruijthoff is leerkracht én hij begeleidt zijn collega’s met het werken met DPL. ‘Onze school is vorig schooljaar met een DPL-traject gestart. Wij werkten al met de technieken van Teach Like a Champion met als resultaat een goede groepssfeer en een goede werkhouding en motivatie van de leerlingen. Door DPL is er nu meer aandacht voor de vorm en de inhoud van de instructie. Het model biedt als ware een kapstok om de technieken van Teach uit te voeren. Dat zorgt er nu voor dat we nog meer doelgericht werken en dat we de lat voor onze leerlingen hoog leggen.’
Een effectieve les in vier fasen Het DPL bestaat uit vier fasen: de start, interactieve instructie, actieve verwerking en het einde van de les. Voor elke fase heeft het team van De Parel een trainingsbijeenkomst gevolgd. Niels neemt ons stap voor stap mee door de verschillende fases. ‘Bij de start draait het vooral om een goede voorbereiding. Dat begint met het bedenken van een pakkende start waarmee je het doel van de les in een context plaatst. Een aansprekende anekdote over de uitverkoop en wat je daarmee bespaart, trekt bijvoorbeeld meer aandacht dan zeggen dat je het vandaag over procenten gaat hebben. Verder zorg je voor een concreet en helder lesdoel. ‘We gaan vandaag oefenen met procenten’ is geen doel. Wel: ‘aan het eind van de les kan ik sommen maken met’ … vul maar in. Je maakt dit lesdoel ook zichtbaar, bijvoorbeeld op het digibord. Uiteraard denk je ook van tevoren na over de werkvormen en de opdrachten.’ De tweede fase is de instructiefase. Niels: ‘De instructie is in stappen opgebouwd: Ik, wij, jullie, jij. Ik is de leerkracht. Die begint de instructie met modelen, voordoen van de lesstof. Stap voor stap draagt de leerkracht de verantwoordelijkheid over aan de leerlingen. Dit gebeurt met veel interactie, bijvoorbeeld door vragen te stellen, onverwachte beurten of ‘draai en praat’ met tweetallen. Als bij controle van begrip blijkt dat een groot deel van de groep kan beginnen aan de actieve verwerking, fase drie, weet je precies welke leerlingen nog verlengde instructie nodig hebben. Aan het einde van de les, fase vier, wordt gecontroleerd of het lesdoel is behaald. Dit doe je bijvoorbeeld met controlevragen en een vorm van
een afzwaaier zoals bijvoorbeeld het wisbordje. Alle leerlingen beantwoorden de vraag en steken het bordje met het antwoord in de lucht. Zo zie je in een oogopslag wie het goed hebben en wie niet. Dat levert je veel data op. Daarnaast controleer je ook het proces samen met de leerlingen. Hoe komt het dat het wel of niet goed is gegaan? Waar loop je nog tegenaan? Ook hiervoor zijn weer allerlei verschillende manieren te bedenken.’
‘Je bent weer echt je vak aan het uitoefenen’ Niels is erg te spreken over het weken met DPL. ‘Om te beginnen kun je er vanaf de eerste training direct mee aan de slag. Het is een heel praktisch lesmodel. Je kunt gewoon je eigen lesmethodes gebruiken, maar het laat je daar wel anders naar kijken waardoor je er veel meer uit haalt. Ik kan wel stellen dat door de hele school de kwaliteit van de lessen omhoog is gegaan. Mijn collega’s zijn ook positief. Ik hoor vaak zeggen dat je met dit instructiemodel weer echt je vak aan het uitoefenen bent, je staat bewust les te geven in plaats van te coachen of te begeleiden.
Download de DPL kijkwijzer Ben je benieuwd hoe het zit met de lessen op jouw school? Worden die bewust en effectief gegeven? Misschien denk je op voorhand van wel, maar het kan nooit kwaad om dat eens nader te onderzoeken. Hiervoor heeft de CED-Groep de DPL Kijkwijzer ontwikkeld. Je kunt deze gratis downloaden via cedgroep.nl/dplkijkwijzer.
Verhoog het leerrendement Vanuit de missie ‘de beste kansen voor ieder kind’ begeleidt Stichting CED-Groep scholen bij duurzame kwaliteitsverbetering. Wil jij het leerrendement in jouw groep verhogen? De CED-Groep ondersteunt je graag om goed te leren werken met het Doordacht Passend Lesmodel. Kijk op cedgroep.nl/dpl.
PrimaOnderwijs 87
E WAT DOE J
WEL
NIET
ALS JE DIT
ZIET
Werken bij de politie, misschien wel iets voor jouw leerlingen WAT DOE JE
WEL
NIET
ALS JE DIT
ZIET
WAT DOE JE
WEL
NIET
ALS JE DIT
ZIET
logo variant 3 | In animatie WEL en NIET blokjes laten knipperen (om de blokjes komt een blauwe overstraling om het ook tegen de donkere achtergrond te kunnen pla
Kiezen wat je later wilt worden, is voor veel leerlingen een flinke uitdaging. Want hoe weet je of je een beroep leuk zal vinden? Even proeven en ruiken aan de praktijk kan helpen een bewuste keuze te maken. Docent Paul de Wilde neemt zijn leerlingen mee naar de wereld van de politie. Tekst: Heleen de Bruijn
Een blokuur in de gymzaal van RSG De Borgen in het Groningse Leek was voor de leerlingen van Paul de Wilde even compleet andere koek. Tijdens het keuzevak Geüniformeerde Dienstverlening & Veiligheid (UFDV), kregen ze het fysiek flink voor de kiezen. Te beginnen met een challenge met vijftien oefeningen om de fitheid van de leerlingen te testen. De challenge is onderdeel van het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet van de politie, waarbij leerlingen inzicht krijgen in het werk van de politie. Paul liet zijn pupillen ook nog een coopertest doen en een fittest, die aspiranten tijdens de politieopleiding ook moeten doen om verder te mogen met de opleiding. ‘Dat was wel even flink puffen voor ze. En vooral de jongens vonden het leuk. Het geeft hen in ieder geval een beetje een idee van hoe belangrijk fitheid is voor een politieagent.’ De vmbo-leerlingen kunnen kiezen voor het vak Geüniformeerde Dienstverlening & Veiligheid als oriëntatie op hun toekomst. ‘Ik was juist bezig dit vak te vernieuwen, toen ik de informatie over het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet onder ogen kreeg. De vormgeving en vooral de gebruiksvriendelijkheid, de duidelijkheid en het feit dat het interactief is, vielen positief op. Kortom, het zag er goed uit en leek me heel bruikbaar voor mijn lessen.’ 88
Vooroordelen Want volgens De Wilde is het vak van politieagent niet het meest populaire onder zijn leerlingen. ‘Dat heeft te maken met vooroordelen: ‘De politie is niet je vriend’ en ‘als je met de politie praat, ben je een verklikker’. Dat hebben ze soms zelf ervaren, of ze zien negatieve filmpjes over politieoptredens op sociale media. Nee, dan kiezen ze eerder voor het leger, de zorg of de techniek.’
Praktijksituaties Met het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet kun je dat negatieve beeld laten kantelen, meent Paul. In het lesprogramma worden leerlingen geconfronteerd met situaties uit de praktijk, die jongeren in hun eigen leven ook kunnen ervaren, zoals alcoholgebruik, diefstal, geweld en wapenbezit. Jonge agenten in opleiding vertellen hoe zij met zulke situaties omgaan. Wat zou jij doen als iemand met een mes staat te zwaaien? Zo krijgen ze een beter beeld van het echte politiewerk. ‘Ter aanvulling heb ik ze bij deze praktijk situaties ook fragmenten laten zien uit de documentaireserie Dienders van de NPO. Dat sloot heel erg goed aan bij het lesprogramma. Bij elke praktijksituatie uit het lesprogramma pakte ik er dan een fragment uit de serie bij. En zo zagen leerlingen dat je bijvoorbeeld met
geduld en praten ook veel kunt bereiken, in plaats van meteen iemand in de boeien te slaan. En dat agenten niet altijd alleen maar boos zijn. Want dat denken ze vaak, omdat ze van anderen negatieve verhalen horen.’
Positieve verhalen En gaandeweg kwamen Pauls leerlingen zelf met meer positieve ervaringen met de politie. ‘Zo vertelde een van hen dat hij met anderen ergens zat te chillen en dat daarbij ook alcohol werd gedronken. De agent die hen zag zitten, bleef heel rustig en ging het gesprek met de groep aan. Die stopte de alcohol vervolgens weg en de agent slingerde hen niet op de bon.’
Wat zouden zij doen? In het lesprogramma zitten ook drie facultatieve opdrachten, waarbij docent en leerlingen kijken naar praktijksituaties. ‘Ze werkten bijvoorbeeld een situatie uit waarbij agenten een melding krijgen over een
Tip voor docenten Het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet is bedoeld voor vmbo’ers (leerjaar 3 en 4) en mbo’ers (niveau 2 - 4). Voor andere docenten heeft Paul nog wel een tip: ‘Werk zelf het programma eerst eens helemaal door. Lees de opdrachten en beantwoord de vragen; welke keuzes zou je zelf maken in deze praktijksituaties. Dat maakt het nog makkelijker om er met leerlingen over te praten.’◗
Meld je aan! Via onderwijsinformatie.nl/politie kun je jouw klas of school aanmelden voor het lesprogramma Wat doe je wel/niet als je dit ziet. Na aanmelding ontvangt de klas gratis toegang. Daarnaast is het mogelijk om voor de scholieren die echt geïnteresseerd zijn, minimagazines – met meer informatie over de opleidingen bij de politie – te bestellen. bepaalde situatie. De agenten gaan erheen en bespreken onderweg alvast hoe ze de situatie zullen aanpakken. De leerlingen bedenken dan: wat zouden zij doen? In het programma zitten ook antwoorden, waarmee de leerlingen hun eigen antwoorden kunnen controleren.’ Dat de vmbo-docent enthousiast is over het lesprogramma is duidelijk en hij raadt het collega-docenten zeker aan. En niet alleen vanwege de inhoud. ‘Als ik heel eerlijk ben; het is ook prettig als je dit soort lessen niet allemaal zelf hoeft te verzinnen. Als docent weet je natuurlijk ook niet alles over de politie of het leger. Maar voor je leerlingen is het erg belangrijk. Een aantal van hen weet over het algemeen wel wat ‘ie wil, maar het overgrote deel heeft geen idee en daarom moet je ze echt helpen.’ PrimaOnderwijs 89
Wetenschap en technologie eenvoudig verankeren in het PO en VO
OO Techniek
De lesprogramma’s van Stichting Techniekpromotie zijn er voor iedereen, van jong tot oud. Van OO Techniek tot Work on Robots. Allemaal hebben ze als doel leerlingen kennis te laten maken met de wereld van wetenschap en technologie. De programma’s vormen een doorlopende leerlijn en zijn eenvoudig te integreren vanaf groep 1 in het basisonderwijs. Arbeidsplaatsen in de techniek nemen in een sneltreinvaart toe. Met de uitdagende opdrachten uit de lesprogramma’s van Stichting Techniekpromotie stoom je leerlingen klaar voor de toekomst. Hoeveel energie kost het produceren van een toetje? Hoe kun je energie uit beweging krijgen? En hoe optimaliseer en verduurzaam je transport? Het zijn allemaal vragen waar leerlingen aan het eind van de rit een beredeneerd antwoord op kunnen geven.
OO Techniek Onderzoeken en Ontwerpen, dat is waar OO voor staat. Het programma OO Techniek bevat een doorlopende leerlijn en uitdagende opdrachten die aansluiten bij de leefwereld van basisschoolleerlingen van 4 tot en met 13 jaar. Eerst onderzoeken leerlingen een probleem, daarna ontwerpen ze een product dat hier een oplossing voor biedt. Er zijn ieder jaar 2 opdrachten voor de onderbouw en 2 opdrachten voor de bovenbouw. Voor iedere opdracht krijg je een lesbrief met instructies, materialen, tips en beoordelingscriteria. Het lesprogramma is het hele jaar inzetbaar en heeft een doorlooptijd van 8 tot 12 weken. Het project kan feestelijk worden afgesloten met een eigen school- of klasfinale. Daarnaast kunnen de teams zich met hun ontwerp ook 90
inschrijven voor de landelijke finale; het OO Techniek Spektakel.
FIRST® LEGO® League De leerlijn van FIRST®LEGO® League bestaat uit drie divisies waarin de kernwaarden (Core Values) zoals samenwerken, inclusie, respect en plezier zijn geïntegreerd. Het thema van seizoen 2021-2022 is bij alle FIRST LEGO League programma’s CARGO CONNECTSM en richt zich op de toekomst van het transport.
FIRST LEGO League Discover FIRST LEGO League Discover is het eerste programma om wetenschap en technologie te introduceren bij kinderen van 4 tot en met 6 jaar. De ontdekkingstocht First® Lego® League Challenge
begint met een exclusief LEGO® Education Discover model. LEGO® DUPLO is het startpunt om kinderen zelf nieuwe ontwerpen te laten maken. Hierdoor ontwikkelen ze spelenderwijs de zogeheten STEAM-vaardigheden (wetenschap, technologie, techniek, kunst en rekenen). Denk aan het begrijpen van het verband tussen oorzaak en gevolg, leren voorspellingen te doen, leren observeren, problemen oplossen en voorstellingen opvoeren. Dit is een goede voorbereiding op het vervolgprogramma FIRST LEGO League Explore.
FIRST LEGO League Explore In deze divisie wordt de nieuwsgierigheid en creativiteit bij kinderen van 6 tot en met 10 jaar geprikkeld en omgezet in een ontdekkingsreis naar hoe zij de wereld kunnen verbeteren. Kinderen leren onderzoek doen en conceptmatig problemen oplossen. De jaarlijkse uitdaging bestaat uit twee onderdelen, de ‘Laat Zien’ Poster en het Model gemaakt van LEGO onderdelen. Elke school kan een FIRST LEGO League Explore team beginnen en zelfstandig een lokaal festival organiseren. Sportiviteit, leren van en met elkaar en betrokkenheid bij de samenleving staan hierbij centraal.
Work on Robots
FIRST LEGO League Challenge FIRST LEGO League Challenge is een internationale technologiewedstrijd voor kinderen van 9 tot en met 15 jaar. Kinderen worden hierbij uitgedaagd om te denken als wetenschappers en technici. In teams werken ze aan een innovatieproject, waarbij aan de hand van de ontwerpcyclus een probleem uit de praktijk moet worden onderzocht en opgelost. Daarnaast leren de kinderen hun eigen robot te bouwen en te programmeren om hier vervolgens verschillende missies mee uit te voeren in een robotwedstrijd. Het lesmateriaal begeleidt de docent en de teams in 12 sessies door het hele programma. Uiteindelijk presenteren de teams alle resultaten tijdens een klas-, school- of regiofinale en mogelijk zelfs de Benelux finale.
Eureka!Cup Voor jongeren uit leerjaar 1 tot en met 3 van havo en vwo is er de Eureka!Cup, een landelijke ontwerpwedstrijd met technologische en wetenschappelijke
Eureka!Cup
vraagstukken. De vraagstukken uit het gratis lesmateriaal zijn afkomstig uit het bedrijfsleven of van overheidsinstellingen en sluiten aan op de belevingswereld van jongeren. In groepjes van 4 tot 5 leerlingen doorlopen ze stap voor stap het ontwerpproces. Het project duurt ongeveer 8 weken met gemiddeld 3 uur per week. De teams kunnen zich aanmelden voor de Eureka!Day en hieraan deelnemen als ze hun project hebben afgerond. Tijdens dit evenement presenteren de teams hun oplossing aan een professionele jury.
Work on Robots Het nieuwste lesprogramma van Stichting Techniekpromotie is in samenwerking met het Ministerie van Defensie ontwikkeld voor leerlingen in de bovenbouw van havo/vwo. Ook technasium leerlingen kunnen ermee aan de slag. Work on Robots is een gratis robotica examenprogramma en gemakkelijk te integreren in de natuurkunde en informatica lessen. Leerlingen kunnen het project ook opnemen in het profielwerkstuk. Tijdens het programma ontwikkelen leerlingen in groepjes van 4 tot 6 personen diverse vaardigheden, waaronder het verwerken van feedback. In teams programmeren en bouwen leerlingen aan de hand van de onderzoeks- en ontwerpcyclus een robot met Arduino. Deze robot krijgt een opdracht die hij zo goed mogelijk moet uitvoeren. Als afsluiting kunnen scholen deelnemen aan Work on Robots GO!, waar de robots aan een jury worden gepresenteerd en een aantal uitdagingen aangaan. Het project start aan het begin van het schooljaar en duurt ongeveer 10 weken, met gemiddeld 3 uur per week.◗ Wil je meer weten over een van de programma’s van Stichting Techniekpromotie? Bekijk de websites en meld je aan! OO Techniek > ootechniek.nl FIRST LEGO League Discover > firstlegoleague.nl/discover FIRST LEGO League Explore > firstlegoleague.nl/explore FIRST LEGO League Challenge > firstlegoleague.nl/challenge Eureka!Cup > eurekacup.nl Work on Robots > workonrobots.nl
PrimaOnderwijs 91
A D V E R T O R I A L
Ondersteun uw onderwijsvisie met de best passende IT U biedt onderwijs op een manier die past bij uw visie. Maar past uw IT eigenlijk wel bij uw onderwijsvisie? Dat is de vraag die Switch IT Solutions telkens weer stelt. Patrick Nijkamp, sales manager operations: “Wij kijken daarbij veel verder dan devices. Wij zijn uw partner die kennis van zaken heeft op het gebied van IT in het onderwijs. Met advies, inrichting en onderhoud helpen we u verder in het uitdragen van uw visie.” Hoe wordt het onderwijs gegeven? Een basisschool heeft heel andere IT-ondersteuning nodig dan het voortgezet onderwijs. En ook daar is het maar net afhankelijk van de manier waarop het onderwijs gegeven wordt, aldus Patrick Nijkamp. “Wij zetten de voor- en nadelen op een rij van verschillende manieren van lesgeven in combinatie met IT-mogelijkheden. Daarnaast denken we mee hoe we alle docenten kunnen meenemen in dit proces. Zij moeten immers werken met het platform en moeten er dus kennis van hebben.”
Compleet onderwijsprogramma Zodra Switch in kaart heeft gebracht wat de wensen zijn en waar eventuele aandachtspunten liggen, volgt er een gedegen advies voor de IT-inrichting van de school. Vaak gebeurt dit op basis van het complete onderwijsprogramma van Apple. Patrick Nijkamp: “Bij deze merknaam denken veel mensen alleen aan MacBooks en iPads, terwijl die hardware niet het doel op zich is. Die draait namelijk wel. Het gaat om het gehele ecosysteem en hoe je de devices inzet, uitrolt en beheert. Kan de eigen IT-afdeling en personeel ermee overweg of is daar ondersteuning bij nodig? Wat mogen leerlingen zelf, 92
dus welke securitymaatregelen neem je fysiek en digitaal? Moeten de devices samenwerken met digiborden, software en/of andere apparatuur? De hulp die Switch hierbij kan bieden is heel breed, van advies tot aan support en alles wat daar tussenin zit. Inclusief support om gecertificeerd reparaties af te handelen en vragen te beantwoorden.”
Apple Authorized Education Specialist Doordat Switch door Apple is gecertificeerd als Apple Authorized Education Specialist (AAES) kunnen scholen extra korting krijgen op de aankoop van hun MacBooks en iPads. Maar de meerwaarde van Switch zit vooral in het vertalen van de visie van de school naar optimaal digitaal onderwijs. Hierin is de speciaal door Apple opgeleide Apple Business Manager van Switch, Roel de Vries leidend, aldus Patrick Nijkamp: “Hoe ga je het digitale stuk van het onderwijs vormgeven? Hoe neem je de docenten mee in het verhaal en train je ze? Welke slagen kun je nog maken om het onderwijs aantrekkelijker, intuïtiever en interessanter te maken voor de kinderen door meer met technologie te doen. Zij zijn opgegroeid met diezelfde technologie. Onze expert Roel de Vries weet precies hoe dat voor elke school op een manier kan worden ingevuld die past bij alle partijen.”
A D V E R T O R I A L
Integratie en beheer Het bieden van advies vooraf en de levering van hardware is nog maar het begin voor Switch. Daarna is het belangrijk dat de nieuwe devices in een IT-omgeving geïntegreerd worden waarin ze goed en makkelijk beheerd kunnen worden. De kracht van Switch zit hem in het vooruitdenken, vertelt Patrick Nijkamp: “Wij denken niet alleen aan de hardware, maar aan het complete plaatje. Dus ook wat er met de devices gaat gebeuren en hoe ze up-to-date blijven. Uiteraard weten we ook hoe we meerdere platformen met elkaar samen moeten laten werken. Dus naast het Apple-deel ook een integratie met bijvoorbeeld een Windows-deel.”
Meer ondersteuning voor jonge leerlingen Support is uiteraard ook een belangrijk onderdeel. Want wat gebeurt er als een device niet naar behoren werkt? Ook voor gebruikersondersteuning kunnen scholen vertrouwen op Switch. Maar ook voor proactieve support en gebruikerstrainingen, zoals Patrick Nijkamp uitlegt: “We kunnen daar een heel breed pakket voor verzorgen. Vooral in het primair en voortgezet onderwijs zijn dat belangrijke elementen. Jonge leerlingen hebben meer ondersteuning nodig, wat logisch is.”
IT in het onderwijs moet aansluiten op de gebruikersbehoefte, het type onderwijs én op de visie van de school. Dat zijn de punten waar Switch continu aan werkt voor een divers palet aan onderwijsklanten. Kennis hierover is over de hele organisatie verspreid. Inclusief het e-commerceplatform Studywise, waarmee Switch scholen ontzorgt met complete webshops voor IT-hardware, gericht op ouders/ leerlingen en medewerkers. Kortom: een compleet verhaal.
Meer informatie en/of vragen? Neem contact met ons op: info@switch.nl of ga naar www.switch.nl
PrimaOnderwijs 93
WATT JE
A IE GOEDVD R E TE NT
DE Z E A D
! LEENST T EEN
JE B E
K
A NJ E R !
NIEUW BIJ
BELONINGSMATERIALEN
Het is belangrijk dat leerlingen worden beloond voor hun werkzaamheden. Het is immers bewezen dat een beloning kinderen enthousiast maakt en hen motiveert om verder te leren. Daarom mogen deze beloningsmaterialen niet ontbreken in jouw school, praktijk of lokaal. Van stickers, (verjaardags)kaarten en tafeldiploma’s; je bestelt het allemaal op Educatheek.nl
Stickers Beloon het harde werken van je leerlingen met kleurrijke en motiverende stickers! Keuze uit vele verschillende vormen en onderwerpen!
Diploma’s Het kennen van de tafels beloon je met een mooie persoonlijke tafeldiploma! Prachtige sets tafel- of letterdiploma’s bestel je nu ook Educatheek.nl
Kaarten Geef eens zomaar een leuk kaartje, een beloningskaart of natuurlijk een vrolijke verjaardagskaart; kinderen worden er altijd blij van!
Mini posters Met A4 mini-posters gaan kinderen de klassen rond; leerkrachten van andere groepen schrijven een felicitatie of leuk bericht. Of geef een leerling zo’n mooie poster op een bijzondere dag.
Bestel nu deze beloningsmaterialen en meer op:
/beloningsmateriaal
DURF DOE ‘Door mijn studie kan ik kinderen beter helpen het beste uit zichzelf te halen’ Naam: Jolanda Bongaerts (42) Studie: master Onderwijswetenschappen Werkt als: intern begeleider/leerkracht Basisschool De Leerlingst Haelen
Ooit was ze zelf ‘de leerling bij wie het talent er niet meteen uitkwam.’ Van de mavo klom ze op naar de pabo. Met de voeten in de klei voelde ‘juf Jolanda’ dat er nóg meer in zat. Dus schreef ze in voor de master Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit. ‘Ik wil mezelf blijven uitdagen. En voel een enorme drive om het onderwijs te verbeteren. Vanuit mijn wetenschappelijke kennis kan ik kinderen nog beter helpen het beste uit zichzelf te halen.’
Ook opnieuw studeren? Vind welke bachelor, master of cursus bij jou past op ou.nl. Bij ons studeer je in je eigen tempo. Waar en wanneer je maar wilt. Lees het hele verhaal via ou.nl/jolanda
#DenkOpen
HHoe mooi e mooiisishhet om Hoeoelk m in od m i itsehzeettoom elkkko i i n e d n t e e zien ggroelk iekninddte nz’n iedeerzroioepp grroeoeieieienn,, ,iie e g d e e n r m eigen moom onpt.zz’n’n e m eig en momeennt. t.