MOURIK IMPONEERT MET WATERSTOF
THEMA MEST
EMISSIEARM SPUITEN
VAKBLAD VOOR SPECIALISTEN IN GROEN, GROND EN INFRA NUMMER 9 2021
VALTRA PAKT UIT!
Dit jaar bestaat Valtra 70 jaar en wij vieren dit met de introductie van de 5e generatie tractoren. Wij bieden iedereen verschillende mogelijkheden om nader kennis te maken met de nieuwe A5, G5, N5 en T5 series tractoren. Via de digitale showroom, zelfs in 3D viewer, maar nu óók live bij onze dealers. Er is een tourprogramma samengesteld en de nieuwe tractoren gaan langs de Valtra dealers. Bekijk de tourdata op www.valtra.nl en kom gerust kijken!
is a worldwide brand of AGCO
INHOUD
MOURIK IMPONEERT MET WATERSTOF
THEMA MEST
EMISSIEARM SPUITEN
VAKBLAD VOOR SPECIALISTEN IN GROEN, GROND EN INFRA NUMMER 9 2021
ONDERNEMEN MET MENSEN
12 5 REDACTIONEEL 6 IN ACTIE: Van der Jagt Cultuurtechniek BV 9 COMMENTAAR 10 Zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn 12 VENT & VISIE: Gerrit van Vlastuin, VMA/D-Tec 16 STERK WERK: Hopmans Loonwerk en Grondverzet, Wieringerwerf
In dit nummer
GRONDIG 9 2021
Niet eerder waren de voorstellen voor een nieuw actieprogramma Nitraatrichtlijn zo ingrijpend als wat er nu op tafel ligt. Cumela geeft haar visie daarop en werkt (mee) aan een alternatief plan waarbij bedrijven toekomstperspectief houden. Meer hierover in het hoofdartikel. Mourik geeft dan weer een mooi voorbeeld van waartoe de sector in staat is, maar er is nog meer. Veel leesplezier.
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
32 20 PROFILEREN: Van Lenthe Dalfsen 24 TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL 27 Eima-tentoonstelling in Bologna 28 Nieuwe Ploeger AT5104-vierwieler 32 Mourik bouwt 30-tons graafmachine op waterstof 36 Nieuwe Takeuchi-binnendraaiers 40 Nog weinig robots praktijkrijp 44 Driftarm spuiten blijft lastig kiezen 46 Nieuwe Case IH Optum AFS Connect-trekkers 53 ECONOMIE 53 IN KORT BESTEK
ONDERNEMEN MET CUMELA
56 50 Wederzijdse erkenning VKL en Vegaplan 54 CUMELARIA 55 GEKRUID 56 VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF: Mariet Hendrix-Vervoort en Annet Roelofs-Hendrix 60 CUMELA.NL 61 VOORZITTER 62 TOOLBOX: kwartsstof 63 CAO & ZO 64 Ontwikkeling rVDM 67 Export van digestaat en drijfmest naar Frankrijk 71 OMGEVINGSWET: Participatie 72 Openstaande vakantierechten 74 BEDRIJVIG
Grondig 10 ontvang je op vrijdag 17 december! GRONDIG 9 2021
3
“Wij bieden een totaalpakket aan verzekeringen. Wel zo makkelijk!” José van Dasselaar relatiebeheerder Verzekeringsspecialist in de cumelasector Als brancheorganisatie weten we bij Cumela als geen ander waar je als ondernemer mee te maken hebt, met welk materieel je werkt en welke risico’s hierbij komen kijken. Onze polisvoorwaarden zijn hierop afgestemd, wij denken met je mee en geven altijd een persoonlijk advies op maat. Onze voordelen • Persoonlijk contact met specialisten • Gemak en uitgebreide service • Kennis van de cumelasector • Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding • Soepele afwikkeling bij schade
Wij weten wat we verzekeren! www.cumela.nl 033 247 49 60
REDACTIONEEL
COLOFON Grondig is de bron voor vakinformatie voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infrastructuur. Je kunt je aanmelden voor de gratis nieuwsbrief door een e-mail te sturen naar grondig@cumela.nl.
Adres Cumela Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl
Cumela-ondernemerslijn (033) 247 49 99 / ondernemerslijn@cumela.nl
Grondig / Cumela Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig
Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur)
Voorplaat Michel Velderman
Advertentiewerving Lisette Kerkhof, grondig@cumela.nl
Art Direction, Grafische vormgeving en druk Elma Media B.V. www.elma.nl Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk
Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Opzegging van het abonnement schriftelijk vóór 1 november.
Kosten abonnement Nederland € 99,- per jaar Buitenland € 154,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag
© Stichting Cumela Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving.
Bruggenbouwers Laatst hadden we in de buurt een kinderfeestje met echte plattelandsjeugd. De ouders hadden een mooie speurtocht uitgezet en voor wie het snelst door de velden weer thuis was, lag er als beloning wat lekkers klaar. Een paar slimmerds die er vooraf over hadden nagedacht, namen een paar planken mee om de te brede sloten te nemen. Zij kenden de omgeving als hun broekzak. Een mooi staaltje praktisch vernuft, waarop de moeders in hun onderlinge overleg en bij de routing op de computer niet hadden gerekend. Zo bereikten de winnaars hun doel veel eerder dan verwacht. Daaraan moesten we direct denken bij twee verhalen in dit blad: als eerste bij de nieuwe waterstof-graafmachine die Mourik heeft gebouwd, maar ook bij het gedoe rond het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. Mourik zag kansen, pakte zelf door en bouwde een eigen graafmachine op waterstof. Daarmee verraste het bedrijf de hele wereld en kon het voldoen aan de wensen van de opdrachtgever, die graag emissieloos wilde werken. Een mooie beloning kreeg Mourik in de aanbesteding. Zo vond het bedrijf een snellere route dan door te wachten op fabrikanten die aankondigen ‘eraan te werken’, prototypen laten zien en leverdata ver in de toekomst noemen. Op dit moment zijn in Glasgow de rondetafelgesprekken over het milieu nagenoeg afgerond. Brede zittingen, waarin wereldleiders gebaseerd op lijvige rapporten en met allemaal hun eigen belangen en agenda debatteren over hoe en in welke mate ze klimaatdoelstellingen willen en denken te bereiken. Korte ‘binnendoor-routes’ lijken aan hen niet besteed. Concrete oplossingen voor het milieuprobleem zullen dus nog wel even op zich laten wachten. Hoe groter de organisatie, hoe langer je immers moet wachten op een resultaat, iets wat ook geldt voor de machinebouwers.
Dat is begrijpelijk, omdat fabrikanten allemaal trajecten moeten doorlopen met keuringen en testen om aan te tonen dat ze echt aan de normen voldoen. Dat past minder bij onze sector, waarin we het liefst flink doorpakken. Vaak zijn we met onze creatieve oplossingen sneller dan de wetgeving en de beleidsmakers. Dat maakt onze sector zo sterk. Op dit moment werkt Cumela samen met andere belanghebbenden aan een alternatief voor het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. Hierbij wordt vanuit de praktijk gedacht en gewerkt aan een werkbaar en praktisch alternatief. Dat is een iets andere en directere aanpak dan je baseren op allerlei rapporten zonder toetsing aan de praktijk, waarbij je laat merken die praktijk niet te kennen en die er ook niet bij wilt betrekken. Het maken van een alternatief is een zware bevalling, maar het zal ongetwijfeld een praktischer aanpak opleveren, met heldere handvatten voor de gehele keten. Daarbij is het van belang dat inspanningen worden beloond, net als op het kinderfeestje. Dan schakelen ondernemers snel en zijn we als sector echte bruggenbouwers. Beleidsmakers zullen hier echter wel gebruik van moeten maken. Dat voorkomt vele uren vergaderen en maakt dat we als sector net als Mourik en de kinderen via de ‘binnendoor-route’ snel tot oplossingen komen. Met hopelijk een passende beloning in het verschiet. Team Grondig Gert, Marijke, Toon, Herma en Lisette
ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap Cumela Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wil je het lidmaatschap van Cumela beëindigen, dan dien je voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van Cumela in Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
GRONDIG 9 2021
5
ONDERNEMEN MET MENSEN - BEDRIJF IN ACTIE
Omslag maken naar verplanten Tekst: Herma van den Pol Foto’s: Van der Jagt Cultuurtechniek BV
VAN DER JAGT CULTUURTECHNIEK BV, WIERINGERWERF
6
GRONDIG 9 2021
BEDRIJF IN ACTIE - ONDERNEMEN MET MENSEN
De komende tijd gaan Pieter van der Jagt, eigenaar van Van der Jagt Cultuurtechniek, en zijn machinist aan de slag om het verplanten van bomen onder de knie te krijgen. Het vak leren ze van Otto Brienissen, van wie Van der Jagt op 18 oktober het materieel voor het verplanten van bomen overnam. Een mooie aanvulling voor het bedrijf van Van der Jagt en een kans voor Brienissen om zijn werk voort te zetten en het tegelijkertijd iets rustiger aan te kunnen doen. “We hadden al heel veel ervaring met het planten van bomen, maar het verplanten van bomen is nieuw voor ons”, vertelt Pieter van der Jagt. “Daarom zijn we nu in de leer bij Otto”, legt de ondernemer uit. Het gaat dan ook om specialistisch werk. “Je hebt met heel veel zaken rekening te houden, zoals het gewicht van de boom, de staat van de boom, de grond en uiteraard kabels en leidingen. Ook moet je weten hoe je een boom rechtzet. Vastzetten lukt misschien nog wel, maar hoe zorg je ervoor dat hij recht blijft staan?”, aldus Van der Jagt. De komende jaren hoopt de ondernemer dit en meer van Brienissen te kunnen leren.
lieu biedt het verplanten van bomen wel mogelijkheden. Ik zou graag zien dat opdrachtgevers, vaak overheden, ook de omslag gaan maken van bomen omzagen naar verplanten. Nu is omzagen nog vaak de standaard in bestekken, terwijl verplanten de duurzaamste methode is.”
Ondertussen is het seizoen voor het verplanten van bomen alweer in volle gang. “Dat seizoen duurt grofweg veertig tot zestig dagen per jaar. Het liefst zou ik pas beginnen als het blad van de boom is en de boom tot rust gekomen is, maar dat past niet altijd.”
Het rijden met een kraan en een volgroeide boom is even wennen. “Dit betekent vooral veel verder vooruit kijken dan je gewend bent en goed opletten dat er geen bomen, verkeersborden of andere zaken zijn waar je tegenaan kunt komen. Ik wil dit heel bewust ook zelf leren om er zo voor te zorgen dat mijn bedrijf over deze kennis blijft beschikken”, zegt Van der Jagt. Staat de boom op zijn nieuwe plaats, dan heb je wel meteen een mooi beeldbepalend element voor je werk.
Zorg voor de bomen is belangrijk voor de ondernemer. “Vroeger was een boom niets waard, maar nu met alle aspecten rondom groen en mi-
Het verplaatsen van de bomen gebeurt met een compleet aangepaste Atlas en een verplantschep. “Zo is bijvoorbeeld de giek maximaal ingekort”, legt Van der Jagt uit. Een aanpassing die hij nog graag zou willen doen, is de machine aanpassen aan de eisen voor Stage V.
GRONDIG 9 2021
7
De motor van uw bedrijf!
CORAZON
Middenvroeg (FAO 235) Zeer geschikt voor silomaïs, MKS, CCM, korrelmaïs of geplette maïs Top in voederwaardeopbrengst uit korrel (103) en plant Goede beginontwikkeling (8) Goede stevigheid (8) Goede stengelrot- / fusariumresistentie (8) Goede kopbrand- en builenbrandresistentie
Bron: KWS / CSAR Aanbevelende Rassenlijst 2021
SEED2FEED OPTIMALISEERT RANTSOEN EN GEWAS
SEED2FEED Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 OPTIMALISEERT RANTSOEN EN GEWAS Tel. NL +31-(0)76 50 30 003 www.kwsbenelux.com
SEED2FEED OPTIMALISEERT RANTSOEN EN GEWAS
SEEDING THE FUTURE SINCE 1856
COMMENTAAR DIRECTIE - ONDERNEMEN MET MENSEN
Het gonst De medewerkers van Cumela hebben er enorm veel zin in. Op allerlei vlakken zijn we bezig met het organiseren van bijeenkomsten met en voor leden. We kijken bijvoorbeeld net terug op een zeer geslaagde bestuurdersdag. Ook in het veld gonst het echter van de activiteiten. Met meer werk dan mensen, maar ook met dure grondstoffen. Prijsaanpassingen zijn noodzakelijk. De bestuursleden die niet bij de bestuurdersdag aanwezig konden zijn, hebben echt iets gemist. Heerlijk is het om elkaar weer fysiek te ontmoeten, bij te praten en met elkaar na te denken over onze plek in de samenleving en in de leefomgeving. Vanuit Nijkerk hebben wij er weer enorm veel zin in om onze leden te ontmoeten, samen weer de verbinding te zoeken, ons te verdiepen in nuttige zaken en te horen wat er leeft bij onze leden. We maken plannen voor de provinciale contactdagen, de Inspiratiedagen en de sectiebijeenkomsten. Daarnaast zijn er tal van cursussen en trainingen en worden er ook door de studiegroepen bijeenkomsten voorbereid. Gelukkig lijkt dit voorlopig allemaal gewoon door te kunnen gaan. Ook bij onze leden gonst het van de activiteiten. Er is heel wat te doen over de gestegen prijzen van zowel brandstof, personeel als machines. Belangrijk is dus dat je als ondernemer je kostprijs kent. Zorg ervoor dat je de stijging van de kostprijs niet voor eigen rekening neemt, maar bereken die door! Dat is in veel gevallen niet gemakkelijk, maar voor het voortbestaan van je bedrijf op de langere termijn wel noodzakelijk. Realiseer je dat we op dit moment te maken hebben met een situatie waar er schaarste is. Schaarste aan brandstof, schaarste aan grondstoffen en schaarste aan personeel. Er is maar één ding waaraan geen schaarste lijkt te zijn en dat is het werkaanbod. Wie dus de mensen heeft om het werk te doen, is op dit moment spekkoper. Weeg dat mee in je afwegingen tijdens een prijsdiscussie en blijf denken aan je eigen rendement. Ook de buurman heeft namelijk geen mensen om het werk uit te voeren. Mooi om te zien dat er zowel op kantoor als in de sector zo veel in beweging is. Het is mijn wens dat deze beweging jou nieuwe energie en nieuw perspectief geeft!
Hans Verkerk, Manager beleid GRONDIG 9 2021
9
ONDERNEMEN MET MENSEN - STIKSTOFBELEID
Haast en onduidelijkheid Tekst en foto: Toon van der Stok
INSPRAAK OP ZEVENDE ACTIEPROGRAMMA NITRAATRICHTLIJN
Massaal is er gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een eigen reactie te geven op het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. Achter de schermen zijn vele belangenorganisaties nu bezig om met een alternatief plan te komen. Onduidelijk is nog wanneer die schermen echt open gaan, al kan dat bij het verschijnen van dit nummer van Grondig al gebeurd zijn.
‘WE MOETEN AAN DE EISEN VAN BRUSSEL VOLDOEN, MAAR NIET OP DE MANIER DIE SCHOUTEN NU VOORSTELT’
10
GRONDIG 9 2021
In grote stilte is er de afgelopen weken door tientallen mensen gewerkt aan een alternatief voor het door minister Schouten gepresenteerde zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. Deze vertegenwoordigers van Cumela, LTO Nederland, POV, NAV, NAJK, POV, BO Akkerbouw en NZO, in samenwerking met Rabobank, zijn bijna onmiddellijk na de presentatie van het zevende actieprogramma aan de slag gegaan met het ontwikkelen van alternatieven. Om grote discussies in de media - die verstorend kunnen werken - te voorkomen, gebeurt dat vooral in stilte, maar wel onder grote tijdsdruk, want uiteindelijk moet er op 1 december overeenstemming zijn tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Europese Commissie. Dat is de
boodschap die minister Schouten ook elke keer weer via haar ambtenaren meegeeft als er overleg is over mogelijke alternatieve maatregelen. Namens Cumela voeren met name Maurice Steinbusch als beleidsmedewerker agrarisch loonwerk en Twan Gubbels als bestuurder van de sectie Agrarisch Loonwerk en ondernemer de onderhandelingen. Hun inzet is vooral om duidelijk te maken welke problemen de voorgestelde maatregelen opleveren voor de cumelasector en wat de gevolgen zullen zijn. “Dat doen we echter wel op een constructieve manier”, vertelt Steinbusch. “Alleen tegen zijn helpt niet, want we weten dat we aan de eisen van Brussel moeten voldoen, maar niet op de manier zoals nu door de minister wordt voorgesteld. Dat is onwerkbaar, omdat we niet de machi-
STIKSTOFBELEID - ONDERNEMEN MET MENSEN
REACTIE CUMELA ONOOGSTBARE GEWASSEN EN VERSTOORDE MESTMARKT Cumela heeft in haar reactie de nadruk gelegd op twee zeer verstorende elementen in het plan. De eerste is de verplichting om voor 1 oktober op zand- en lössgronden een vanggewas te hebben gezaaid. Nu geldt dat nog alleen voor maïs, maar straks moet dat volgens minister Schouten gaan gelden voor alle gewassen. Dat zou betekenen dat op deze gronden bijvoorbeeld ook de aardappelen en bieten moeten zijn gerooid voor 1 oktober. Hetzelfde geldt voor alle vollegrondsgroenten die in het najaar worden geoogst. Voor cumelaondernemers veroorzaakt dit grote problemen, omdat dan al het oogstwerk in september moet gebeuren. Daarvoor ontbreken de mensen en machines, heeft Cumela aangegeven. “Machines kun je nog kopen, ook al worden dat dan dure machines per hectare, maar de mensen zijn er nu niet en komen er in de toekomst ook niet”, stelt Steinbusch. “Wie gaat er immers mensen opleiden die maar drie weken aan het werk kunnen. Daarom hebben we aangegeven dat dit zal leiden tot onoogstbare gewassen.” Wat daar volgens Cumela nog bij komt, is dat dit betekent dat je gewassen gaat oogsten die nog volop in de groei zijn. “Die nemen dus nog volop stikstof op en dat is precies wat je wilt om uitspoeling tegen te gaan. Dat wordt echt niet beter als je het gewas rooit en dan een groenbemester zaait. Dan duurt het weken voor er iets staat wat weer stikstof opneemt, terwijl het dan juist de uitspoelingsgevoelige tijd is.”
60.000 HECTARE MINDER Het tweede belangrijke bezwaarpunt betreft de voorgestelde maatregel om langs alle watergangen een bufferstrook van twee tot vijf meter aan te leggen. “Een maatregel die echt uit de lucht kwam vallen en waarvan het nut en het effect volstrekt onduidelijk zijn”, aldus Steinbusch. “We kennen geen enkel onderzoek dat aantoont dat dit een vermindering van de uitspoeling geeft, iets wat de Commissie Deskundigen Meststoffen in de beoordeling ook aangeeft.” Daar staat tegenover dat de consequenties enorm zijn. Becijferd is dat dit tot gevolg zal hebben dat er ongeveer 60.000 hectare grond niet meer kan worden gebruikt voor de teelt van gewassen en het
nes en mensen hebben om voor 1 oktober nagenoeg alle oogstwerkzaamheden uit te voeren. Daarnaast zal de mestmarkt ernstig verstoord raken, met als gevolg nieuwe overschotten en stijgende prijzen.” (Zie kader reactie Cumela.) Over welke maatregelen er wordt gesproken, kunnen we hier niet berichten, want op het moment dat dit verhaal naar de drukker gaat, wordt er nog steeds in stilte onderhandeld. Op het moment dat je dit leest, kan het heel anders zijn, maar kan er ook nog steeds in alle stilte worden onderhandeld, al is dan het moment wel heel nabij dat er openheid komt over de alternatieven. Dat moet ook wel wil er op 1 december een onderbouwd voorstel liggen, want dan moet er ook nog een spoedadvies van de Commissie Deskundigen Meststoffen zijn bijgevoegd. Zeer waar-
plaatsen van mest. Dat raakt vooral veehouders in de waterrijke streken, weet Steinbusch, maar het zal volgens Cumela in de hele landbouw grote effecten hebben. “Doordat er 60.000 hectare minder beschikbaar is voor mestplaatsing neemt het mestoverschot enorm toe, want veehouders kunnen die plaatsingsruimte niet missen. Zij zullen dus veel meer mest moeten afvoeren, met als gevolg dat de mestmarkt enorm verstoord raakt. Deze mest komt erbij op de Nederlandse mestmarkt en zal waarschijnlijk veel varkensmest verdringen. Het gevolg is dat er veel meer varkensmest, al dan niet bewerkt, de grens over zal moeten. Wat dat doet voor de prijs die de varkenshouder moet betalen voor het afvoeren van de mest laat zich raden: die zal flink stijgen.” Het betekent extra werk voor de mestintermediairs en verwerkers. Daarmee is dat één van de weinige groepen die van het zevende actieprogramma zou kunnen profiteren. Daar staat echter een grote groep loonwerkers tegenover die allemaal een deel van hun omzet in de mest kwijt raken. Voor hen is het dus moeilijker om de machines rendabel te maken. Voor de cumelasector lijken de maatregelen vooral gevolgen te hebben voor individuele bedrijven die machines onrendabel zien worden en te maken krijgen met enorme oogstpieken. Wat de sector echt ergert, is dat de minister de oplossing weer zoekt in allerlei doelvoorschriften. “Dat gaat voorbij aan de inzet waarmee onze ondernemers altijd bezig zijn om te werken volgens een goede landbouwkundige praktijk, waarbij ze vooral zo efficiënt mogelijk willen omgaan met de grond en de bodem, om zo te komen tot een optimale benutting van de mineralen die ze aanwenden. Samen met het ministerie en andere partijen werken we ook aan KeurMest en daar gebeurt helemaal niets mee, foetert Steinbusch. “Dat frustreert enorm, want daar is de afgelopen tijd veel geld en energie in gestoken. Dat wordt nu gewoon aan de kant gezet. Als daar niets in verandert, komt ook voor ons de vraag hoeveel zin het nog heeft om met dit soort zaken verder te gaan. Dan heeft samenwerking voor ons ook geen zin meer.”
schijnlijk is er als je dit leest al wel het één en ander bekend over de alternatieven. Wat die plannen inhouden, staat uiteraard op Cumela.nl, net als hoe we hier als Cumela tegenaan kijken en wat de gevolgen zijn voor onze sector.
KAMERDEBAT UITGESTELD Lang was het de bedoeling dat de Tweede Kamer op 2 november al een eerste kort debat over deze maatregelen zou houden. Dat is echter uitgesteld naar de week van 8 november. We kunnen hier dus niet melden hoe de verschillende politieke partijen oordelen over het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. Dat zullen we ook melden op Cumela.nl zodra het debat is geweest.
GRONDIG 9 2021
11
ONDERNEMEN MET MENSEN - VENT & VISIE
‘Nu beslissen over monstersysteem van 2023’
Tekst en foto’s: Toon van der Stok
VMA/D-TEC-DIRECTEUR GERRIT VAN VLASTUIN OVER RVDM
Hoewel minister Schouten net een jaar uitstel heeft verleend voor de invoering van het rVDM zullen klanten van VMA/D-Tec die volgend jaar moeten omschakelen nu al moeten beslissen, waarschuwt directeur Gerrit van Vlastuin. “We zullen bij elkaar rond de 2000 apparaten moeten voorzien van nieuwe elektronica. Dat kan alleen als we nu bestellen.” Al ruim zestien jaar draait de huidige monsterapparatuur van VMA op sommige vrachtauto’s. “En nog steeds functioneren alle systemen die we destijds hebben ingebouwd”, constateert Gerrit van Vlastuin met enige trots. Hij zit er ontspannen bij in zijn kantoor, dat sinds die tijd ook niet is veranderd. En dat terwijl achter hem een bedrijf te zien is dat in diezelfde periode enorm is gegroeid. Als bouwer van bijvoorbeeld mesttrailers en containerchassis, maar ook als moderne metaalbewerker. Inmiddels werken er in het bedrijf en de bedrijven die hij heeft overgenomen meer dan 250 mensen.
‘WE KRIJGEN NIRS NIET OP ORDE, DUS DAN KUN JE NIET ANDERS DAN STOPPEN’
12
GRONDIG 9 2021
Niet alles wat hij aanpakt, is echter een succes, constateert hij enigszins sip. Hoewel het definitieve besluit nog niet is gevallen, verwacht hij namelijk dat binnen zeer korte tijd de stekker definitief uit het NIRS-traject gaat. “We zijn er nu zeven jaar mee bezig en kunnen niet anders dan concluderen dat we er niet in slagen om het systeem zo nauwkeurig te krijgen dat we het nemen van mestmonsters kunnen vervangen. Bij tests halen we in tachtig procent van de gevallen een prima uitslag, waarbij de aangegeven gehalten ook overeenkomen met de gehalten in een bekende mest. In twintig procent van de monsters was de afwijking echter veel te groot en wat we ook proberen, we krijgen dat niet op orde. Inmiddels zien we geen mogelijkheden meer om dat te verbeteren en dan kun je niet anders dan besluiten om te stoppen. Ook al heb je er zoals wij al tonnen of misschien wel een miljoen in geïnvesteerd.” Helemaal verdwijnen zal het systeem daarmee niet, denkt Van Vlastuin. “Bij het uitrijden is het wel een middel om in elk geval iets te weten van
wat je uitrijdt. Je weet dan tenminste hoe de hoeveelheden variëren en kunt daar zeker bij precisiebemesting op inspelen. Met onder andere Vervaet kijken we nu hoe we het systeem daar wel kunnen integreren. Die fabrikant ziet namelijk juist in het buitenland dat hier enorm veel behoefte aan is.” Veel meer succes verwacht Van Vlastuin te hebben met zijn oplossing voor de digitale mestbon, die vanaf 1 januari 2023 verplicht zal zijn, liet minister Schouten half oktober weten. Volgens hem moet dat volgend jaar haalbaar zijn, omdat er komend seizoen op grote schaal testen zullen plaatsvinden. Aan de technische kant zal dat geen enkel probleem zijn, stelt Van Vlastuin. “We hebben alles klaar en ook al getest. Het gaat er nu vooral om dat systemen op elkaar worden afgestemd. Daar ligt de grootste uitdaging, want bij overheidsinstanties duurt het altijd wat langer voordat de juiste stappen zijn gezet.” De komst van de elektronische mestbon grijpt VMA aan om alle elektronica in het monsterkabinet te vervangen. Dat is hard nodig, omdat al zestien jaar wordt gewerkt met dezelfde boordcomputer waarin alles wordt geregistreerd, waarmee de monsterapparatuur wordt aangestuurd en waaraan de printer verbonden is. Een printer die ook al zestien jaar niet is veranderd. Om aan te geven hoe bijzonder dat is, verwijst Van Vlastuin naar de computer die iedereen op zijn bureau heeft staan. “Daar heeft niemand meer een computer of printer van zestien jaar oud. Bij het ontwerp van het nieuwe systeem heeft VMA bewust gekozen voor de meest fraudebe-
VENT & VISIE - ONDERNEMEN MET MENSEN
‘KLANTEN MOETEN NU BESLISSEN, WANT WIJ MOETEN NU DE BESTELLING PLAATSEN’
stendige oplossing die mogelijk is. “Voor ons geldt hetzelfde als voor de hele sector: als we het nu niet goed doen, houdt het op en zijn wij ook onze handel kwijt. We zullen met z’n allen moeten laten zien dat we fraude willen uitbannen.” Onderdeel van die operatie is het gebruik van nieuwe elektronische apparatuur die aan alle moderne beveiligingseisen voldoet. Dat is ook noodzakelijk nu alles elektronisch gaat, waarbij zowel bij het laden als bij het lossen de gegevens van de leverancier en ontvanger moeten worden ingevoerd en direct getoetst bij RVO. Hoewel dat allemaal realtime moet, heeft VMA een systeem gebouwd dat wel door kan als er ergens geen verbinding is. “Wij werken met een database in de boordcomputer waarin zoveel mogelijk gegevens, zoals relatienummers van leveranciers en klanten, zijn vastgelegd. We kunnen dus altijd de juiste gegevens aan een klant koppelen. Ook al ligt een systeem eruit, dan nog kan de chauffeur doorgaan. Zodra er weer verbinding is, worden die gegevens dan uitgewisseld.”
WIE IS GERRIT VAN VLASTUIN
‘EEN CHAUFFEUR WACHT NIET, DIE MOET ALTIJD DOOR KUNNEN GAAN’
Gerrit van Vlastuin is eigenaar van VMA en van de trailerbouwbedrijven D-Tec, Bulthuis en Vogelzang. Het bedrijf maakt mestopleggers, containertrailers, kippers en steentrailers. Daarnaast is er een constructiebedrijf waar onderdelen voor andere fabrikanten worden gemaakt. De afgelopen jaren heeft het bedrijf de activiteiten verder verbreed door de overname van een aantal dealerbedrijven, waaronder de John Deere-dealer in Kesteren. In Rotterdam is een servicedealer van containerchassis overgenomen.
VMA werkt bewust met een eigen database om te voorkomen dat chauffeurs bijvoorbeeld midden in de nacht stil komen te staan als er een server onbereikbaar is. “We weten dat die chauffeur niet wacht. Die heeft te maken met de afnemer die klaar staat met een bemester, maar ook met mogelijke files en zijn rijtijden. Die moet dus door”, legt de ondernemer uit. Juist daarom werkt het bedrijf met een database waarin een groot aantal zaken zijn vastgelegd, maar die ook door de planner vanaf kantoor kan worden gevuld. Op die manier kun je vooraf ook al zaken klaar zetten. Onderdeel van het nieuwe systeem is dat zowel de leverancier als de afnemer binnen enkele dagen de vrachten elektronisch moet bevestigen. Op die manier worden alle stappen bij het verplaatsen van mest dubbel vastgelegd. GRONDIG 9 2021
13
ONDERNEMEN MET MENSEN - VENT & VISIE
‘BIJ VEEL MONSTERS ZAL HET SYSTEEM MINDER DAN € 3,50 PER MONSTER KOSTEN’
Van Vlastuin vreest dat het mesttransport onder grote druk komt als bedrijven zich nu niet aan de nieuwe afspraken gaan houden.
14
GRONDIG 9 2021
Hoewel de apparatuur komende seizoen nog uitgebreid moet worden getest in de nieuwe digitale omgeving van RVO zullen klanten nu al moeten beslissen of ze willen investeren in deze systemen, waarschuwt Van Vlastuin. “Er draaien ongeveer 2000 VMA-systemen en die zullen bijna allemaal volgend najaar moeten worden vervangen. Dat betekent in de huidige markt dat we nu de bestelling voor de onderdelen moeten plaatsen, anders weten we zeker dat we ze komend najaar nog niet hebben. We vragen onze klanten daarom nu al om te beslissen of ze verder willen of niet. Wij kunnen namelijk niet het risico lopen dat we volgend jaar met een groot aantal dure systemen zitten die niemand wil hebben.” Overigens hoeven bedrijven volgend jaar niet meer zelf te investeren in een nieuw systeem. Bij de nieuwe apparatuur stapt VMA namelijk over op een nieuwe gebruiksvorm. Bedrijven gaan daarbij betalen per monster dat is genomen. In ruil daarvoor hoeven bedrijven niet zelf te investeren in apparatuur en is er geen onderhoudsabonnement meer nodig. Voor deze vorm is gekozen om het systeem niet alleen betaalbaar, maar ook beheersbaar te houden, stelt Van Vlastuin. “We kunnen hiermee inspelen op de nieuwe mogelijkheden, waarbij we op afstand de software kunnen onderhouden en updaten. Als er een fout in het systeem zit of als er wijzigingen moeten worden doorgevoerd, kunnen we dat allemaal van afstand doen.” Het is volgens hem ook de enige manier om het
als bedrijf rendabel te houden. “Bij de oude systemen kregen we bij de verkoop een hoop geld binnen, maar daarna kwam er alleen een beetje uit de onderhoudsabonnementen. Dat is echter onvoldoende om dagelijks een storingsdienst te hebben en het systeem bij de tijd te houden. Bij het werken met een abonnementsvorm hebben we dat veel meer in de hand en kunnen we de jaarlijkse kosten beter doorberekenen. Als bedrijf moeten we nu wel veel investeren in de apparatuur, maar op termijn klopt het plaatje voor ons zo veel beter. Het past ook bij deze tijd, waarin je ziet dat bijvoorbeeld ook heel veel softwarebedrijven op deze manier werken.” Welk bedrag bedrijven per monster moeten betalen, is volgens Van Vlastuin nog niet precies bekend. “Dat wordt sterk afhankelijk van het aantal systemen dat een bedrijf heeft en het aantal monsters dat wordt genomen. Voor de grotere bedrijven met heel veel monsters per jaar hebben we al berekend dat het onder de € 3,50 per monster zal liggen. Daar staat tegenover dat het sterk oploopt bij een bedrijf dat maar een beperkt aantal monsters per jaar neemt, bijvoorbeeld voor het boer-boertransport. Dan komen we wel op zes tientjes per monster. Daar zullen er dan veel van afhaken, dus we zijn nog aan het rekenen. Het is echter wel zeker dat we het op deze manier gaan doen, want we willen hoe dan ook continu alles onder controle hebben om de mogelijkheden op fraude tot een minimum te beperken.”
‘ALS WE HET NU NIET GOED DOEN, HOUDT HET OP EN ZIJN WIJ OOK ONZE HANDEL KWIJT’
Machines voor professionals ! Celli krukas spitmachines Alle lagers met oliebad smering Nieuw: HD oliekeerringen Krukas deelbaar bij iedere spade Optie: hefinrichting voor kopeg of frees In één werkgang tarwe zaaien in onbereden grond In één werkgang bollengrond klaarleggen
G- 1 9 0
Agricola Italiana groenten zaaimachines
SN1-130
Marktleider in groenten zaaitechniek Verstelbare vacuumventilator Aparte compressor Nortonkast versnellingsbak Optie: elektro-hydraulische aandrijving Spelingsvrije parallellogrammen
Bieslook 15
gerard.zweers@argi.nl
www.argi.nl
6942 SG DIDAM
06-53236180
like ons op facebook
KAWECO PROFI II MODULAIRE BOUWWIJZE LAAG ZWAARTEPUNT BREED OPTIEPAKKET
MEERWAARDE IN HET VELD
WWW.KAWECO.COM
Nick Selman
PROFI II.indd 1
+31-(0)655898725 25-10-2021 10:20:14
• SPECIALIST IN BRANDSTOFSYSTEMEN • INJECTOREN, BRANDSTOFPOMPEN EN ROETFILTERS
• PREMIUM RUILPROGRAMA
ist! TESTEN EN DIAGNOSE l a i c e p • sels Uw die
BOSCH - DELPHI - DENSO - HJS - VDO - STANADYNE - YANMAR
ONDERNEMEN MET MENSEN - STERK WERK
HOPMANS LOONWERK EN GRONDVERZET, WIERINGERWERF Ramon en Chantal Veldboer zijn sinds 1 januari 2020 de enige eigenaren van Hopmans Loonwerk en Grondverzet. Het bedrijf groeide vanuit een hoofdzakelijk agrarisch georiënteerde onderneming uit tot een bedrijf waarin de rol van de aan-
16
GRONDIG 9 2021
nemerijtak steeds groter is geworden. Die laatste wordt geleid door Johan van Assema, terwijl Ramon de leiding van de agrarische en handelspoot voor zijn rekening neemt. Chantal doet de boekhouding van het bedrijf.
STERK WERK - ONDERNEMEN MET MENSEN
Slim samenwerken Tekst en foto’s: Herma van den Pol
HOPMANS AGRARISCH LOONWERK EN GRONDVERZET, WIERINGERWERF
Vanaf 2020 zijn ze de enige eigenaren van Hopmans Agrarisch loonwerk en Grondverzet, om ongeveer anderhalf jaar later ook nog eens mede-eigenaren van het bedrijf Van Gaalen Aartswoud BV te worden. In relatief korte tijd veranderde er veel voor Ramon en Chantal Veldboer, maar zelf blijven ze er heel rustig onder en zien ze het één en ander als een logisch gevolg van eerder ingezette ontwikkelingen. De voorbereidingen voor de maïsoogst zijn begin oktober in volle gang, terwijl het rooien van aardappelen en suikerbieten gestaag doorgaat. Ondertussen komt het planten van de bloembollen langzaam op gang. “Vooral het laatste is best specialistisch werk”, zegt Ramon Veldboer, die de akkerbouwtak van het bedrijf voor zijn rekening neemt. Het planten van de bloembollen gaat tot en met begin december door. “Wij frezen de grond, ploegen die, frezen nog een keer en planten dan de tulpenbollen”, zegt de ondernemer. Hij schat in dat alleen al voor die werkzaamheden nu constant een ploeg van twintig werknemers nodig is.
KEUZES MAKEN
‘DE INVESTERING WAS NOG DAARAAN TOE, MAAR DAN MOET JE ER OOK NOG DE GOEDE MENSEN BIJ ZOEKEN’
De trekkers met de frees en de ploeg zijn van Hopmans Agrarisch loonwerk, maar voor de bloembollen maken ze onder andere gebruik van een trekker van Van Gaalen Aartswoud BV die op rupsen is gezet en is uitgerust met een Pink Planter. “Het is een mooi voorbeeld van de samenwerking die we hebben”, vertelt Ramon. Een belangrijk onderdeel uit de strategie die hij toepast op het bedrijf is samenwerken waar mogelijk en alleen investeren in machines waarmee je het verschil kunt maken. Samenwerken is echter iets heel anders dan mede-eigenaar worden. Het was nooit de bedoeling dat dit zou gebeuren, zo begint de ondernemer met de uitleg over hoe van het één het ander kwam. “Wij werkten voor de veehouderijwerkzaamheden altijd samen met een ander loonbedrijf. Wij deden dan bijvoorbeeld het perswerk en zij het wikkelen. Zo hadden we een mooie balans in de werkzaamheden.” Dat veranderde toen er een einde kwam aan dat andere loonbedrijf. “En dan moet je gaan kijken: wat nu? Willen wij dit werk allen gaan doen of gaan we op zoek naar een nieuwe samenwerking?”, aldus Ramon. Uiteindelijk had hij geen zin om het werk naar zich toe te trekken. “De investering in machines was nog daaraan toe, maar dan moet je
De trekker van Van Gaalen Aartswoud BV is op rupsen gezet en is uitgerust met een Pink Planter.
er ook nog de goede mensen bij zoeken”, legt hij uit. Vooral dat laatste gaf de doorslag. “Ik ben toen op zoek gegaan naar een nieuwe partner.”
SAMEN VERDER “Toen Van Gaalen BV niet veel later toenadering zocht, zijn we daarop ingegaan. Die samenwerking bleef redelijk oppervlakkig. Dat we niet intensiever zijn gaan samenwerken, kwam mede door cultuurverschillen tussen de bedrijven. We hebben elk een eigen manier van werken”, aldus Ramon. Wel maakte Veldboer kennis met Pieter Deutekom. “Die werkte op dat moment al heel lang voor het bedrijf en was de potentiële opvolger.” Van het één kwam het ander, maar dat is eigenlijk te kort door de bocht, want de gesprekken met Aad en Gerard van Gaalen begonnen al in 2016. “Wij hadden toen behoefte om dit op te pakken en zij waren op zoek naar geschikte overnamekandidaten.” Het hielp enorm dat Veldboer en Deutekom een goede klik hadden. “Dat is een jonge, energieke man die graag wil doorgroeien.” Dankzij twee goede jaren waren er voldoende financiële middelen beschikbaar om de overname door te zetten en zo kon voor de zomer bekend worden gemaakt dat we het materiaal van Van GRONDIG 9 2021
17
ONDERNEMEN MET MENSEN - STERK WERK
Gaalen BV hebben overgenomen. Ramon en Chantal Veldboer en Anne-Wil en Pieter Deutekom zijn de eigenaren geworden van de nieuw opgerichte BV: Van Gaalen Aartswoud. “Pieter krijgt de dagelijkse leiding en wij hebben een onuitputtelijke bron van machines. Daarin vullen de bedrijven elkaar heel goed aan. Met de verschillende piektijden binnen de bedrijven kunnen de machines over en weer zeer efficiënt ingezet worden.”
WERK GOED GEREGELD
‘ALS DE MARKT BLIJFT BEWEGEN, BEWEGEN WIJ MEE EN ONTSTAAN ER OOK WEER KANSEN’
Er verandert in de praktijk vrijwel niets. “De akkerbouw blijven wij als Hopmans doen en de veehouderij doet Van Gaalen. Je krijgt dan een heel mooi ritme in het werk. Zo doet Van Gaalen het sleepslangen, dan lelies bij ons, de eerste snede gras bij Van Gaalen en in mei tot en met juli beginnen we weer met bollen rooien”, vertelt Ramon. Het draait om de puzzel compleet maken. “Waar heb je mensen en waar zijn de machines. Vooral bij Van Gaalen kenden ze een aantal maanden van stilte in het werk, terwijl wij juist externen moesten inhuren. Nu kunnen we dat samen oplossen.” Een heel praktische benadering, maar dat is ook nodig, want personeel en met name goed personeel vinden wordt steeds lastiger. “Zo hadden we dit voorjaar drie pensionado’s”, vertelt Ramon. Hoewel het fijn is om te kunnen melden dat werknemers zo lang bij het bedrijf hebben gewerkt, is de keerzijde dat het niet eenvoudig is om dergelijke ervaren krachten te vervangen. In het vinden en behouden van medewerkers ziet Ramon sowieso een uitdaging voor zijn bedrijf.
EIGENAAR VAN HET BEDRIJF Hoewel deze uitdaging minder welkom is, houdt de ondernemer wel degelijk van een uitdaging, anders had hij samen met zijn vriendin het bedrijf ook niet overgenomen. “Wij runden het loonbe-
Ramon en Chantal Veldboer en Anne-Wil en Pieter Deutekom zijn de nieuwe eigenaren geworden van de BV, die voortaan Van Gaalen Aartswoud heet
drijf oorspronkelijk met de familie Knibbe, maar toen David 60 werd en zijn kinderen dit niet wilden gaan doen, besloten Chantal en ik het samen te gaan doen. De zonen van de familie Knibbe wilden door met het akkerbouwbedrijf en zijn nog steeds klant bij ons”, vertelt hij. De band tussen de voormalige partners is daardoor niet veranderd. Kijkt hij naar de toekomst, dan ziet hij nog genoeg kansen. “Als de markt blijft bewegen, bewegen wij mee en ontstaan er ook weer kansen. Waarbij het belangrijk is dat ervoor wordt gezorgd dat we een eerlijk speelveld behouden. Ik geloof bijvoorbeeld dat loofdoding zonder gewasbeschermingsmiddelen mogelijk is, maar zolang er nog middelen mogen worden gebruikt, is dat toch de meest efficiënte methode. Het zou dan oneerlijke concurrentie zijn als we het in Nederland niet meer mogen inzetten en in bijvoorbeeld België en Duitsland wel. Ook op andere fronten zien we nieuwe ontwikkelingen. Zo deden we nauwelijks nog verpleegwerk, maar nu er meer met camera’s en GPS wordt gewerkt, komt dat werk waarschijnlijk toch weer meer naar ons toe.” Het zijn bijzondere tijden, maar Ramon Veldboer blijft er rustig onder en kijkt vooral welke kansen het hem en zijn bedrijven biedt.
BB-DIENSTEN Naast zijn betrokkenheid bij Van Gaalen Aartswoud BV en Hopmans is Ramon Veldboer ook nog mede-eigenaar van BB Diensten Holland. Dit bedrijf houdt zich onder andere bezig met arbeidsintensief tuinbouwmatig werk, zoals het schubben leliebollen. Die worden in Nederland opgeladen, gaan dan naar Polen om met de hand geschubt te worden en komen dan terug naar Nederland. Ook dat kwam toevallig op zijn pad. Hij runt dat bedrijf onder meer met David Knibbe en een Nederlandse man die het in Polen heeft opgepakt.
18
GRONDIG 9 2021
Techniek waar de professionele loonwerker om vraagt vindt u bij BERGMANN! Opraapwagens, mest- en breedstrooiers, overlaadtechniek
Vraag hier uw demo aan!
REESINK Agri
uw partner in agribusiness
Meer informatie? Bel Rik Massier (Product Manager) via 06 - 83 80 29 58 of mail naar: rik.massier@reesinkagri.com T +31 575 599469. E info@reesinkagri.com, W www.reesinkagri.com
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - PROFILEREN
In de kijker
Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Van Lenthe Dalfsen
VAN LENTHE DALFSEN VOERT HERINRICHTINGSWERKEN STATIONSPLEIN ZWOLLE UIT
Het Stationsplein in Zwolle is prestigieus vernieuwd, met onder meer een ondergrondse fietsenstalling en een enorme waterberging. Van Lenthe Dalfsen nam het grondwerk, de riolering en de bestrating aan van Boskalis Nederland en kreeg heel veel kabel- en leidingwerk voor de kiezen. Het project stond in de spotlights en daarmee werkte Van Lenthe Dalfsen zich letterlijk in de kijker.
PROJECT: HERINRICHTING STATIONSPLEIN EN STATIONSWEG ALS ONDERDEEL VAN HERINRICHTING SPOORZONE ZWOLLE 20
GRONDIG 9 2021
OPDRACHTGEVER:
HOOFDAANNEMER:
Gemeente Zwolle
Boskalis Nederland. Van Lenthe Dalfsen heeft een deel van het project van Boskalis Nederland aangenomen en voerde een deel in regie uit.
LOOPTIJD: Mei 2019 tot augustus 2021
PROFILEREN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
WERKZAAMHEDEN:
PROJECTLEIDER GERARD KLEIN OONK:
Voorbereiding bouwkuip voor ondergrondse fietsenstalling, grondwerk uitvoeren en omleggen rioleringen, kabels en leidingen. In regie meewerken aan het uitgraven van de bouwkuip en het aanleggen van wegomleidingen. Na aanleg van de fietsenstalling vernieuwen van het rioolstelsel, herinrichting van het Stationsplein en de Stationsweg en een gedeelte van de Oosterlaan.
“Bij dergelijk leidingwerk kun je je geen fouten veroorloven. De keten is altijd zo sterk als de zwakste schakel. Dat zit bij al onze medewerkers goed tussen de oren.”
GRONDIG 9 2021
21
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - PROFILEREN
Op 14 oktober was het feest in Zwolle met de officiële opening van het nieuwe Stationsplein, met de prestigieuze fietsenparkeerkelder en de ‘grootste spons van Nederland’ voor de waterberging. Schoolkinderen openden het geheel feestelijk door in de waterpartij te spelen en sprekers hielden mooie speeches over wat Zwolle hier heeft gerealiseerd. Van Lenthe Dalfsen behoorde tot de genodigden. De nieuwe unieke fietsenkelder voor 5800 fietsen is wereldnieuws. De bouwput voor deze kelder was 120 bij 45 meter groot en zes meter diep. Deze fietsenparkeerplaats past in het uitgangspunt van Zwolle dat lopen en fietsen de belangrijkste middelen zijn om je in de stad te verplaatsen. Daarin gaat de gemeente uit van het STOMP-principe (Stappen, Trappen, OV, Mobility as a service en Privé-mobiliteit). Dit principe geeft de prioriteit aan, te beginnen bij stappen (lopen) en als laatste de eigen auto. Op die basis is het gebied heringericht. In het verlengde daarvan wilde Zwolle een ruime, groene toegang richting de binnenstad met plekken om te zitten, met horecagelegenheden en alles wat erbij past. Om dat te kunnen realiseren, is in 2018 het busstation eerst al naar de andere kant van het station verhuisd, nadat in 2015 de nieuwe perrontunnel was gerealiseerd.
SPECIALISATIE LEIDINGWERK Van Lenthe Dalfsen had al relaties met Boskalis Nederland en werd zo uitgenodigd voor de onderaanbesteding van al het grond-, leiding- en bestratingswerk. Boskalis Nederland concentreerde zich op de bouw van de prestigieuze fietsenparkeerkelder. Van Lenthe Dalfsen kreeg het werk gegund vanwege zijn specialiteit, de aanleg en de reconstructie van rioleringen en kabel- en leidingwerk, en natuurlijk ‘lokaal de weg weten’. Het station is een belangrijk knooppunt in het spoornetwerk van Nederland. Achter het station bevindt zich een gebied met veel kantoren. De weg langs het station is vanouds een belangrijke slagader voor de infrastructuur, zowel boven als onder de grond. Alles moest worden verlegd en op het eind moest het riool ook nog worden vernieuwd. “Wij schrikken er niet van, maar het was hier wel erg veel en het kon allemaal niet ineens”, vertelt projectleider Gerard Klein Oonk van Van Lenthe Dalfsen. “Het was dus continu puzzelen om de beste oplossingen te vinden.” Machinisten van Van Lenthe Dalfsen ontwikkelden zelf hulpstukken om bijvoorbeeld leidingen onderdoor te geleiden en moest op sommige plekken groepen leidingen stutten. Met regelmaat werden zuigwagens ingehuurd, omdat het anders niet kon. “Het belang was groot, want het station en de bedrijven en kantorencomplexen erachter in de spoorzone zijn afhankelijk van deze kabels en leidingen”, aldus Klein Oonk.
22
GRONDIG 9 2021
De gemeente Zwolle realiseerde onder de weg ook nog een immense waterberging. De Stationsweg werd over een lengte van circa 180 meter en een breedte van circa zes meter meter breedte onderkelderd met infiltratiekratten. Hier bovenop is een extra waterbergingslaag van aquabase aangelegd. Deze bergingsruimte is aangesloten op een superkolk om water bij een grote wolkbreuk snel in te laten. Naast deze waterberging is ook op de parkeerkelder een aquabase-waterbergingslaag aangelegd. De klus begon met het verwijderen van de voormalige rotonde en het daarna deels permanent, deels tijdelijk omleggen van de vele rioleringen, kabels en leidingen om deze fietsenkelder te kunnen aanleggen. “Het meeste staat op papier, maar je komt op zo’n plek in de grond altijd verrassingen tegen. Dat vroeg continu om extra alertheid”, zegt Klein Oonk.
OPGEKNIPT IN DELEN Ook een grote uitdaging zat hem in de fasering van het project. Omdat het (voetgangers- en fiets)verkeer continu door moest gaan, werd alles opgeknipt in kleine deelprojecten, waarbij continu nieuwe afzettingen en omleidingen moesten worden gerealiseerd. “Dan kun je niet in één keer hele stukken efficiënt afwerken”, zegt Klein Oonk daarover. Bouwmaterialen werden groot aangevoerd en opgeslagen bij de IJsselhallen. Van daar mocht het alleen met kleiner materieel worden aangevoerd. “Ook dat werkt remmend op de capaciteit en vraagt om een extra goede logistieke organisatie”, vertelt de projectleider. Dat daarbij continu de webcams op het project gericht waren, zodat inwoners van Zwolle en andere belangstellenden de vorderingen konden volgen, ziet Van Lenthe Dalfsen niet als een beperking. Ook de continue stroom van mensen werkte niet belemmerend. “Onze mensen focussen zich op hun werk”, zegt Klein Oonk. “Dan word je niet zo snel afgeleid.” De klus is zonder noemenswaardige calamiteiten en incidenten geklaard. “Dat vergt een instelling en een manier van werken van alle medewerkers”, stelt Klein Oonk vast. “Je kunt je geen zwakke schakels veroorloven. Dat hadden we goed onder controle en dat is doorslaggevend geweest bij het slagen van dit prestigieuze project.” Klein Oonk geeft aan dat hij daarvoor wel drie jaar lang vrijwel elke dag op het project is geweest. Hij ziet het als een prachtig project, maar is ook blij dat hij nu elders met nieuwe projecten aan de slag kan. Van Lenthe Dalfsen kijkt intussen al verder, zegt Wouter Hulleman, algemeen directeur van Van Lenthe Dalfsen. ”We hebben ons letterlijk in de kijker gewerkt. We zien het als een goede opstap naar passende vervolgopdrachten.”
PROFILEREN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
1 UITGRAVEN BOUWPUT Van Lenthe Dalfsen assisteerde Boskalis Nederland bij het ontgraven van circa 33.000 kuub grond voor de bouwput van de ondergrondse fietsparkeerplaats.
2 KABELS Hier is goed te zien dat het om veel kabels gaat, waarbij er het nodige moet worden ondersteund en creatieve oplossingen nodig zijn om alles op elkaar af te stemmen.
1
2
3
4
5
6
7
8
3 RIOOL Hetzelfde geldt voor het riool. Oud en nieuw kruisen elkaar hier letterlijk. Ook dit was een hele puzzel om in samenhang met de overige werkzaamheden het kabel- en leidingnetwerk rond te zetten.
4 WATERKRATTEN Hier een klein deel van de aanleg van de waterberging van circa 180 meter lang met infiltratiekratten onder de weg in beeld.
5 OP MAAT AFVOEREN Oude rioolputten waren soms te groot om ze in één keer te kunnen afvoeren en werden daarom eerst gesloopt.
6 SUPERKOLK De superkolken als inlaat voor de waterbuffer, hier getest door Van Lenthe Dalfsen. Ook hier stond het bedrijf letterlijk in de spotlights.
7 DEELVLAK Hier is goed te zien dat er in kleine deelvlakken is gewerkt. Op de voorgrond is Van Lenthe Dalfsen volop bezig en even verderop gaat het dagelijkse (trein)leven gewoon door.
8 EINDRESULTAAT Hier het eindresultaat met de twee fietsingangen en de groenstroken fraai in beeld in combinatie met de verkeersweg en de centrale toegangsweg naar het centrum van Zwolle.
GRONDIG 9 2021
23
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL
Het beste van Cumela.nl/nieuws
DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR
IVECO S-WAY SHORTURN
HYUNDAI HX260AL ELECTRIC De nieuw ontwikkelde Hyundai HX260AL Electric heeft zijn eerste grondwerk uitgevoerd. Tijdens deze eerste uren heeft de machine de verwachtingen waargemaakt. UMS in Oss heeft deze Hyundai HX260AL omgebouwd naar een volledig elektrische graafmachine. De machine is uitgerust met drie lithium-ijzerfosfaat-accupakketten. Elk 650-volt-pakket (met een formaat van 90 bij 100 bij 100 centimeter) heeft een capaciteit van 130 kWh, klasse C3. Naast deze 26-tonner zal op korte termijn ook de eerste elektrische 8,5-tonner worden afgeleverd.
VOLVO L20 ELECTRIC EN EC19 ELECTRIC Met drie nieuwe compacte elektrische machines, de L20 Electric, EC18 Electric en ECR18 Electric, vergroot Volvo Construction Equipment het aanbod elektrische compacte machines. Deze uitbreiding past in de ambities van Volvo CE om in 2040 een zero-emissie van broeikasgassen te bereiken. De L20 Electric-wiellader is direct afgeleid van de L25 Electric en is uitgerust met een 33 kWh of 30 kWh accupakket. De 1,8-tons ECR18 Electric is direct afgeleid van de dieselvariant. Volvo geeft aan dat er voor het ‘gemiddelde werk’ ongeveer vier uur op een acculading kan worden gewerkt.
24
GRONDIG 9 2021
Inspelend op de nieuwe wetgeving voor het maximumgewicht waarmee met een BE-rijbewijs mag worden gereden, zet Iveco de extra compacte S-Way 360 Shorturn-trekker in de markt als een alternatief. Deze is voorzien van de compacte AD-dagcabine en een chassis met een wielbasis van slechts drie meter. Door de extra compacte bouw is de draaicirkel te vergelijken met die van de Iveco Daily als trekker. De S-Way Shorturn wordt door Veldhuizen Wagenbouw voorzien van een opleggerschotel en roestvrijstalen kisten voor het opbergen van allerlei benodigdheden en gereedschappen.
STROOM VAN AUTOACCU’S Op het windparkproject Windplanblauw in Flevoland is een unieke pilot gestart. Dura Vermeer, Hyundai en AirQon slaan de handen ineen om bouwketen volledig te laten draaien op accu’s van elektrische auto’s. Bij positieve testresultaten wordt deze techniek dit jaar nog toegepast op andere projecten van Dura Vermeer. Exclusief voor deze pilot stelt Hyundai een Ioniq 5 ter beschikking. Deze batterij-elektrische auto is voorzien van de allernieuwste Vehicle to Load-technologie (V2L). Dat maakt het mogelijk om de energie van de batterij te gebruiken om andere elektrische apparaten van stroom te voorzien.
JOSKIN-MACHINECONFIGURATOR Je toekomstige machine in een paar klikken configureren, kan met de nieuwe online-Joskin-machineconfigurator. Deze is zowel op een smartphone als op een tablet of computer beschikbaar. In de categorie ‘veeteelt’ zijn er de weidebloters, hakselaars, watertanks en mixers en in het programma ‘transport’ de silagewagens, schuifwagens, haakarmsystemen, grondverzetkipwagens en verschillende balenwagens en diepladers. De bestsellers van het merk, de mengmesttanks, zullen samen met de bemesters, kipwagens en stalmeststrooiers binnenkort worden toegevoegd.
TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
VREDESTEIN TRAXION VERSA GREEN Apollo Tyres introduceert een nieuwe Vredestein Traxion-band die speciaal is ontwikkeld voor gebruik op steile berghellingen. De nieuwe Traxion Versa Green is een premiumband die de lat hoger legt op het gebied van tractie, stabiliteit, levensduur en het behoud van de graszode. De Traxion Versa Green is voorzien van het beproefde Vredestein Traxion-nokkenontwerp. Een staalgordel met een verstevigingsring biedt extra stabiliteit op uitdagende hellingen. De Vredestein Traxion Versa Green zal worden aangeboden in de maat 440/50R17 IMP 135D.
CLAAS SCORPION VARIPOWER 2-TELESCOOPLADERS
belmotor vervangt de Varipower-aandrijving in de Scorpion 741, 736, 635, 1033 en 732. Deze bestaat uit twee hydromotoren die samen één as en één spiegelplaat delen. De chauffeur kan als vanouds drie snelheidsbereiken instellen: 0 tot 15 km/u, 0 tot 30 km/u en 0 tot 40 km/u. Ook wordt er op topsnelheid met lagere toerentallen gereden.
Claas heeft de lichte en middelzware Scorpion-telescoopladers geüpdatet. Eén van de opvallendste wijzigingen is de Varipower 2-dubbelmotor, onder andere bekend van de Jaguar-veldhakselaars. De Varipower 2-dub-
STERKE ELEKTRISCHE GIANT-TRILPLAAT
NIEUWE 6-SERIE-TTV-MODELLEN VAN DEUTZ-FAHR Trekkerfabrikant Deutz-Fahr vervangt de huidige Agrotron 6 TTV-modellen door een nieuwe modelreeks. Deze vernieuwde Deutz-Fahr 6-serieTTV-modellen zijn uitgerust met de Deutz-6,1-liter-Stage V-motoren met daarachter de nieuwe CVT-transmissie. Verder hebben ze nu de MaxiVision 2-cabine die ook op de nieuwe 7- en 8-serie wordt gebruikt. De Deutz-zescilindermotoren leveren 141 kW (192 pk) in de Agrotron 6190 TTV, 145 kW (197 pk) in de Agrotron 6210 TTV en 165 kW (225 pk) in de Agrotron 6230 TTV en Agrotron 6230 TTV HD. De laatste is in feite de vervanger van de 7230 TTV.
De Giant GP1950E-trilplaat met een werkbreedte van 50 centimeter is de eerste elektrische verdichtingsmachine van Tobroco-Giant en vormt het begin van een complete lijn met elektrische trilstampers en trilplaten. Hij is uitgerust met de nieuwe 1,6 kW sterke Honda GXE2.0H-elektromotor in combinatie met een 6,4 kilo zware 72-volt-accu. De trilplaat weegt 103 kilo en heeft een slagkracht van 19,1 kN bij een frequentie van 96 Hz. Hiermee zijn de prestaties volgens Tobroco gelijkwaardig aan die van de diesel- en benzinevariant, respectievelijk de GP1950B en de GP1950D.
ZESTIENRIJIGE EVERS SCHOFFELBEMESTER De succesvolle Evers Schoffelbemesters voor acht en twaalf maïsrijen hebben gezelschap gekregen van een bemester voor zestien maïsrijen. Uniek aan deze doorontwikkelde Schoffelbemester is het automatische camerastuursysteem van de schoffelelementen, dat de secties onafhankelijk aanstuurt. Het camerastuursysteem beschikt over twee camera’s voor een onafhankelijke aansturing van de secties aan de linker- en rechterzijde van de Schoffelbemester. Elke sectie heeft hiervoor een eigen parallellogram-stuurframe. GRONDIG 9 2021
25
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - TECHNISCH NIEUWS OP CUMELA.NL
Het beste van Cumela.nl/nieuws
DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR
KVERNELAND NEEMT MEERDERHEIDSBELANG IN ROC De Kverneland Group heeft tachtig procent van de aandelen verworven in ROC SRL, een toonaangevende Italiaanse producent van bandharken. Kverneland geeft aan dat de merknaam ROC en het bijbehorende distributienetwerk
blijven bestaan. Kverneland en Kubota hadden nog geen bandhark in het programma. De huidige eigenaren van ROC, de gebroeders Ubaldi, zetten hun huidige rol in het bedrijf na de transactie voort.
BREDE HALFGEDRAGEN HARKEN VAN KUHN
Universele multilader van Stihl
De Kuhn GA 8731+- en 9531+ maken het assortiment halfgedragen harken met middenafleg van de fabrikant compleet. De zwadbreedte is instelbaar van 1,40 tot 2,30 meter. De machines hebben rotoraandrijving met een dubbele reductie, de Master Drive GiII-aandrijving. De bodemaanpassing verloopt via een driedimensionale ophanging van de rotor. De Kuhn GA 9531+ heeft zes wielen per rotor. De rotorarmen zijn dubbel gebogen voor gelijkmatige vierkantige zwaden. De machine is met de bedieningskast in de cabine in te stellen en te bedienen.
Met de AL 301-4 presenteert Stihl de eerste multilader die geschikt is voor gebruik in zowel de werkplaats als in een voertuig. Hiermee kun je tot vier accu’s van het Stihl AP-systeem en ruggedragen AR-accu’s na elkaar opladen. De lader is uitgerust met vier houders met een aluminium huls. Deze maken een montage aan de wand of het stapelen van meerdere AL 301-4-multiladers mogelijk. Tijdens het transport worden de accu’s vergrendeld. De nieuwe multilader sluit je met een netstekker aan op een standaardaansluiting van 230 volt.
KOBELCO SK400DLC-10E MET SLOOPGIEK Deze Kobelco SK400DLC-10E-sloopgraafmachine heeft een bijzondere sloopgiek met een hoogtebereik tot 24,7 meter. De sloopgiek heeft dubbele cilinders aan de zijkant van de hoofdgiek naar het korte tussenstuk. Dit maakt de Kobelco-sloopmachine krachtig en maakt het mogelijk met een zwaar uitrustingsstuk te werken. Tussen deze dubbele cilinders komt nog de cilinder van het tussenstuk naar de stick. Dankzij deze constructie komt de maximale transporthoogte van de sloopgiek net boven de twee meter. De eerste draait nu in Nederland.
E-HARTOG BOUWMATERIEEL Den Hartog Bouwmaterieel speelt met de lancering van E-Hartog Bouwmaterieel in op de trend naar elektrisch materieel. Deze maand levert deze nieuwe tak al zijn honderdste elektrische Giant-kniklader af. E-Hartog Bouwmaterieel brengt het elektrische aanbod van diverse leveranciers onder
26
GRONDIG 9 2021
één dak samen. In eerste instantie gaat het om de vertrouwde merken Giant, Messersi en Hamevac. Daar komen op korte termijn ook machines bij waarvan Den Hartog Bouwmaterieel geen erkend dealer of importeur is, waaronder elektrische mini- en midigraafmachines.
d e t i m i L N O I T I D E Y R A S R E V I N FR AN KWALITEIT I DE BESTE TRACTIE EL KS HA E ST BE DE I R AA EL KS HA E ST BE DE STE DEALERNETWERK BE T HE I UIK BR ER FV TO DS AN BR E ST AG HET LA
LIMITED EDITION PACK
New Holland hakselaars! Al 60 jaar lang toonaangevend in de markt:Bij aankoop van een FR nu gratis: Tijd voor een speciaal verjaardagspakket! rship’ wrapping & speciale ‘Black’ velgen De speciale limited edition versie met ‘Sta het loonbedrijf naar Brugge een volledig verzorgde daguitstap metelge m waar o.a. de FR wordt gemaakt incl. een bezoek aan de fabriek in Zed
&
*Actie geldig tot 31.12.2021 Contacteer uw dealer voor de voorwaarden
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - PLOEGER AT5104
Meer maatwerk
Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Michiel Velderman, Gert Vreemann
DE NIEUWE PLOEGER AT5104 DRAAIT
Een veranderende mestomgeving vraagt meer maatwerk. Daarin past ook een vierwieler en dat is de reden dat Ploeger deze variant toevoegt aan het programma. Hij is groter en minder wendbaar dan de driewieler, maar je kunt er wel in twee keer een oplegger mee leegtrekken en ermee aan de slag in de rijencultuur. We reden even mee met Loonbedrijf Sloot uit Aerdt.
‘CONCREET KAN EEN CHAUFFEUR DIE BEKEND IS MET DE PLOEGER-DRIEWIELER OF -VIJFWIELER ZO OVERSTAPPEN’
28
GRONDIG 9 2021
Het is maar net over de grens bij Kleve waar Loonbedrijf Sloot uit Aerdt de prototype Ploeger AT5104 een week uitprobeert. Jawel, in oktober met de Duport-zodenbemester op een 54 hectare groot perceel. Op zo’n perceel komt zo’n machine prima van pas: mooie lange banen trekken en op de kopeinden drie banen open houden om ruim te kunnen draaien. Chauffeur Willy Aleven is bij Loonbedrijf Sloot de vaste man op de bemester. Hij is bekend met de vierwielige TerraGator 2204 met vijftienkuubs mestopbouw. Voor hem is de bediening van de Ploeger net even anders, maar
toch ook weer niet zo ingewikkeld dat het problemen oplevert. Na een paar ‘bakken’ loopt het, al blijft het nog even zoeken naar de bediening van de hondengang. Details die op te lossen zijn en waarvan Ploeger aangeeft ook dit te willen automatiseren.
TOEGANKELIJK Die toegankelijkheid is een belangrijk punt bij Ploeger. De fabrikant ziet internationaal een behoefte om er de spreekwoordelijke ‘blonde’ chauffeurs op te zetten. In ons land geen groot
PLOEGER AT5104 - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
brenging regelen, bij het zodenbemesten zal de elektronica het motortoerental zo ver mogelijk richting 1100 toeren drukken om zo zuinig mogelijk te werken. Verder zitten er op de rijhendel knoppen voor het inschakelen van het bemesten, het vullen, het bedienen van de zuigarm en de bediening van de besturing (hondengang). Met deze uitleg kan de chauffeur op pad. Hij hoeft niets te doen op het bedieningsscherm. Dan is vooraf de machine door de loonwerker wel helemaal goed ingesteld.
LOONBEDRIJF SLOOT, AERDT Willy Aleven van loonbedrijf Sloot in Aerdt heeft ongeveer een week met het prototype gedraaid. Robert Sloot geeft aan dat het mede op wens van Ploeger was om zoveel mogelijk uren te maken. Hij is er zelf ook bij geweest. De eerste indruk is dat de machine op die grote Duitse stukken goed past. De machine heeft zich volgens hem goed gehouden. Of het wat voor het eigen bedrijf is, is voor Robert nog een open vraag. Vanwege het hoge aandeel relatief kleinschalige percelen en het aandeel sleepslangen zal bij die categorie klanten volgens hem de driewielervariant beter passen. “Wij wilden wel meewerken om het prototype uit te proberen”, zegt Robert. “Het is voor ons een mooie ervaring om met deze machine te draaien. Of er mogelijk een vervolg komt, zien we later wel.”
item, , omdat we vaak vaste mensen op dergelijke zelfrijders hebben zitten, maar ook die kunnen er wel eens niet zijn. Concreet kan een chauffeur die bekend is met de Ploeger-driewieler of -vijfwieler zo overstappen. Een met de Ploeger onbekende chauffeur kan er gemakkelijk mee rijden als de machine goed is ingesteld. Het rijwerk is vergelijkbaar met dat van een CVT-trekker, op het voetpedaal of op de rijhendel. Daarbij moet je even weten dat er automatisch een lage maximumsnelheid wordt ingesteld bij het inschakelen van de tank (0-5 km/u) voor het manoeuvreren bij het laden. Daarnaast is er een veldgroep met twee snelheidsbereikkeuzes (0-35 km/u) en een transportgroep (0-40 km/u). Daarbij wordt in de transportgroep de opgeklapte bemester vergrendeld en wordt de hydrauliek vrijgezet om niet onnodig vermogen te vragen. Over het motortoerental en de CVT-transmissie hoef je je niet druk te maken. Motor en transmissie zoeken samen de beste overbrenging en het optimale motortoerental uit, afhankelijk van het gevraagde koppel. Bij bouwlandbemesten zal hij zo dicht mogelijk naar de honderd procent mechanische bakover-
‘MET DE 22-KUUBS TANK KUN JE EEN 36-KUUBS OAPLEGGER GEMAKKELIJK IN TWEE KEER LEEGTREKKEN’ UITKOMEN Op het perceel maakt de combinatie zijn omgangen en rijdt hij via het middenpad terug naar de boerderij. De chauffeur heeft de tank dan nog niet helemaal leeg, maar dat komt beter uit. De chauffeur heeft de eerste keer de tank volgeladen. Ploeger geeft aan dat deze werkwijze past bij de keuze voor een inhoud van 22 kuub. Hiermee kun je een 36-kuubs oplegger gemakkelijk in twee keer leegtrekken. Je houdt zes kuub ruimte om met je omgangen uit te komen om zo weinig mogelijk transportafstand te hebben. In dit geval werd de mest direct uit de mestput gezogen. De gemonteerde zuigarm is hetzelfde als op de driewieler met de optie om van eind-
De draaibare hef stamt rechtstreeks van de vijfwieler. Dat geldt ook voor de assen, al zijn die wat smaller.
GRONDIG 9 2021
29
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - PLOEGER AT5104
Als de machine vooraf goed is ingesteld, kan de chauffeur de gehele machine met de rijhendel bedienen.
INTERNATIONAAL IS DE VIERWIELER VOOR PLOEGER EEN BELANGRIJKE TROEF VOOR HET WERKEN OP HELLINGEN EN IN RIJPADEN.
stuk te wisselen. Het deel voor de put zat er niet aan en dus is het wat klungelen voor de chauffeur. Je ziet wel dat de kruipgroep hier goed van pas komt om precies te manoeuvreren. Het zicht op de arm is ondanks de neus prima. Met een lengte van 9,90 meter en een hoogte van 4,00 meter bij buitenwerks 3,00 meter op deze banden is hij fors. Met name door de 2,11 meter hoge nieuw Mitas 1000/65R32-banden lijkt hij op het erf extra groot. Dat merk je ook naar de opgang naar de cabine. Dat is een hele klim, waarbij je even moet oppassen je niet te stoten aan de beugel aan de rechter cabinestijl. De voor deze breedte beperkte 23 graden wieluitslag maakt de machine niet zo wendbaar als een driewieler of een vijfwieler, maar het scheelt niet veel met de oude TerraGators met knikbesturing. Een prettig detail is dat je de bemester desgewenst wat kunt zwenken als deze te ver uitzwaait op erven en inritten. Op 900-banden kun je een paar graden scherper draaien. Ploeger heeft voor korte cycli ook hier gekozen voor de combinatie van een centrifugaalpomp in de 10-inch-zuigarm en een negenkuubs Börger-verdringerpomp. Via een bypass kan de turbopomp na het snijfilter direct in de tank lossen. Hiermee trek je de 22-kuubs polyester tank in ongeveer twee en een kwart minuut vol. De machine is ook met een twaalfkuubs Börger-verdringerpomp leverbaar, afgestemd op grote werkbreedte, zoals een achttien- of een 24-meter-sleepvoetbemester.
SPECIFIEK Internationaal is de vierwieler voor Ploeger een belangrijke troef voor het werken op hellingen en in rijpaden. In Nederland gaat het in eerste in-
30
GRONDIG 9 2021
stantie vooral om cumelabedrijven met grotere klanten die flink wat kuubs mest uitrijden, met name bedrijven die een groot deel rechtstreeks uit de vrachtwagen rijden. Dorus van Esch, product market manager bij Ploeger, geeft aan dat hij in de nabije toekomst ook markt verwacht voor rijenbemesting. Dan is deze machine in combinatie met dubbellucht-rijencultuur ook te gebruiken. Voor de cumelabedrijven die nu met een driewieler op relatief kleinere percelen werken en daar goed uitkomen - dat zijn er nogal wat in Nederland - ziet Van Esch een blijvende markt voor de compactere en wendbaardere driewielervariant. Prijstechnisch verhouden de varianten zich tot de capaciteit. Kost de driewielige AT4103 rond de € 400.000,-, deze AT5104 zal rond de € 525.000,- gaan kosten. De opbouw van een vastemeststrooier zien ze bij Ploeger vanwege de hogere banden op de vierwieler minder zitten. Het kan, maar daarvoor zijn volgens het bedrijf de drie- en vijfwielige varianten met 1050/32-banden beter geschikt.
TECHNIEK De machine is net zo opgebouwd als de huidige Ploeger AT4103-driewieler en de AT5105-vijfwieler. Er ligt een 404 kW (550 pk) sterke Scania DC13-motor onder de kap in combinatie met de nieuwe ZF Eccom 5.5-CVT-bak. De bak drijft net als bij kniktrekkers rechtstreeks de voor- en achteras aan. De zwenkbare hef is ook hetzelfde als de versie op de vijfwieler. Het mestgebeuren, met de Börger-pomp, de zuigarm, de snijverdeler en het LNMS-mestsysteem, is hetzelfde, evenals de cabine en de bediening. De assen zijn ook hetzelfde type als die van de vijfwieler, alleen smaller. De machine is uitgerust met het Ploeger Telematics-voertuigvolgsysteem, waarbij Ploeger in service inzet op in eerste instantie ondersteuning op afstand van machinist en monteurs van het bedrijf zelf en desgewenst opschakelt vanuit de onderdelen- en servicelocatie bij Venlo voor heel Nederland.
BEVRIJD HET
VERMOGEN
VAN UW TRACTOR
Fo r r e z N e d e r l a n d • M i d d e l k a m p s ewe g 7 - 5 3 1 1 P C G a m e r e n T + 3 1 ( 0 ) 41 6 6 9 3 3 5 5 • n e d e r l a n d @ fo r r e z .cVoor o mmeer • winfo: w w.fo r r e z . n l- T 057 22 90 70 www.forrez.com
Uw cadeau*: deze unieke beer box van CLAAS!
Geniet van uw vrije tijd, wij zorgen voor uw WINTERCHECK! Plan nu uw WINTERCHECK en ga onbezorgd de volgende oogst tegemoet! ✔ Uw machine wordt door specialisten tot in detail onderzocht. ✔ De diagnose wordt digitaal opgeslagen. ✔ U ontvangt aanbevelingen over reparaties en onderhoud. ✔ Profiteer van aantrekkelijke winteraanbiedingen van onderdelen, inclusief slijtageonderdelen. www.claas.com
* Informeer bij uw CLAAS dealer naar de voorwaarden. De actieperiode loopt van 01.11.2021 tot 28.02.2022.
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - WATERSTOF-GRAAFMACHINE
Mourik bouwt 30-tons graafmachine op waterstof
ONDERDEEL IN TOTAALPLAN OM EMISSIELOOS TE DRAAIEN
Tekst: Gert Vreemann Foto’s: Mourik, Vreemann, Rijngas
Niet een fabrikant, maar aannemer en technisch dienstverlener Mourik introduceert de eerste middelzware graafmachine die op waterstof draait. Mourik bouwde de machine zelf, omdat het bedrijf deze emissieloze machine per direct nodig heeft bij het project Sterke Lekdijk. Ook past het naadloos in de eigen ambities om in 2030 emissieloos te draaien. Een knappe wereldprimeur.
Aannemer en technisch dienstverlener Mourik in Groot-Ammers streeft ernaar om in 2030 alleen emissieloos materieel te gebruiken. CEO Kees Jan Mourik is hier duidelijk over. “We hebben als familiebedrijf Mourik heldere ambities en een uitgewerkt stappenplan om deze ambities te re-
32
GRONDIG 9 2021
aliseren. De bouw van deze machine is een onderdeel van het totaalplan. Er zal meer volgen.” We zijn te gast bij Mourik Infra en Mourik Techniek in Groot-Ammers, waar de machine is ontwikkeld. Harry Brekelmans, hoofd materieel bij Mourik Techniek, vult de ambities aan. “Als er iets
WATERSTOF-GRAAFMACHINE - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
‘ALS JE NIET WILT EN KUNT WACHTEN, BLIJFT ER MAAR ÉÉN DING OVER: HET ZELF ONTWIKKELEN EN BOUWEN’
niet op de markt is en we het nodig hebben, bouwen we het zelf. We hebben de kennis en de vaardigheden in huis om dergelijke projecten te realiseren”, aldus Brekelmans, die samen met CEO Mourik met enige trots bij de eerste echte 30-tons waterstof-graafmachine staat. “Het is voor onze medewerkers bovendien een motiverend en uitdagend project om aan te werken”, voegt hij er nog aan toe. Wat bij Mourik begon als de onderhoudsafdeling heeft zich doorontwikkeld tot het volwaardige bedrijf Mourik Techniek, waar oplossingen op maat worden ontwikkeld, die ook worden verkocht aan derden.
BREED ORIËNTEREN Even later staan we bij de machine, waarbij de schermen rondom de machine vanaf 1 oktober zijn geopend. Aan de voorkant is het onmiskenbaar een Liebherr R926-8-graafmachine met alles erop en eraan. Het grote verschil is de hogere achterkant en uiteraard de opschriften ‘H2’ en ‘Emissieloos’ in het blauw. “We hebben er in de praktijk mee proefgedraaid, maar het is toch mooi geheim gebleven”, zegt Harry Brekelmans met een glimlach. Hij geeft aan dat het zelf bouwen van de machine niet het vooraf gestelde doel was. “We hebben als Mourik de markt voor emissieloos draaien voor deze klasse graafmachines vooraf goed geïnventariseerd en hebben met leveranciers en potentiële leveranciers van elektrische en waterstofoplossingen om tafel gezeten”, vertelt hij. Uit deze inventarisatie kwam Mourik tot de conclusie dat waterstof de meeste passende oplossing voor het bedrijf is. Die techniek is nog niet leverbaar. “Als je niet wilt en kunt wachten, blijft er maar één ding over: het zelf ontwikkelen en bouwen”, zegt Kees Jan Mourik. “Dat hebben we het afgelopen jaar gedaan.” Elektrische oplossingen zijn zoals bekend al wel beschikbaar. Brekelmans legt uit dat Mourik een voorkeur heeft voor waterstof, omdat je met zo’n machine zonder grote investering in dure accupakketten een werkdag kunt draaien op één keer brandstof (waterstof) tanken. “Wij werken in Natura 2000-gebieden en een belangrijke specialisatie bij onze infratak is het versterken van dijken. Dat zijn niet de plekken waar stroom voorhanden is om op locatie accu’s op te laden. Het verwisselen van accu’s zien we ook niet zitten bij dergelijk werk en je zit toch ook met de kwetsbaarheid van accupakketten.” Mourik heeft al de nodige praktijkervaring met elektrisch materieel, zoals minigravers, wielladers, stampers en dergelijke. “Onze ervaring is dat dergelijk materieel nog niet geschikt is om
CEO Kees Jan Mourik (rechts) en Harry Brekelmans, hoofd materieel bij Mourik Techniek: “Als er serieuze vraag vanuit de markt komt, overwegen we om deze machine ook aan derden te vermarkten.”
een dag rond te werken op een lading en dat het opladen of bijladen ook lang niet overal goed mogelijk is. Dat geldt nog sterker voor middelzware graafmachines. Waterstof is in onze ogen veel gemakkelijker”, aldus Brekelmans. Hij geeft aan dat het bedrijf voor licht materieel wel markt ziet voor elektrische oplossingen.
‘ONZE ERVARING IS DAT ELEKTRISCH MATERIEEL NOG NIET GESCHIKT IS OM EEN DAG ROND TE WERKEN OP ÉÉN LADING’
BINNEN EEN JAAR Wachten tot er een waterstof-graafmachine op de markt zou komen, wilde en kon het bedrijf niet. “Wij zijn één van de partners in het project Sterke Lekdijk”, vertelt Kees Jan Mourik. “Wij gaan de komende jaren het deelproject Salmsterkte uitvoeren, waar we deze maand aan beginnen. Wij hebben daarop ingeschreven met de ambitie om emissieloos te draaien.” Het gaat hier om de combinatie van de versterking van de Lekdijk en de realisatie van nieuwe natuur en recreatievoorzieningen. Zelf wachten tot bijvoorbeeld de voor 2023 aangekondigde waterstof-graafmachine van Hyundai komt, zat er dus niet in. “We hebben met Hyundai gepraat, maar dat kon onze wensen op korte termijn niet GRONDIG 9 2021
33
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - WATERSTOF-GRAAFMACHINE
De machine is uitgerust met acht waterstoftanks, samen goed voor een capaciteit van achttien kilo waterstof bij 300 bar druk.
inwilligen”, vertelt Mourik. Voor het bedrijf uit Groot-Ammers was de keuze om zelf een machine te bouwen daarmee helder. Voor het zelf ontwikkelen en bouwen is Mourik is om tafel gegaan met leveranciers. “Liebherr wilde wel meewerken, maar niet zelf op zo’n korte termijn de waterstof-graafmachine voor ons ontwikkelen”, geeft Brekelmans aan. Verder zag Mourik Techniek geen knelpunten om dit project zelf op te pakken. “De onderdelen van de waterstoftechniek zijn te koop en door onze partnership met Accenda en onze eigen kennis en vaardigheden is het mogelijk om dit te realiseren”, aldus Brekelmans. Hij geeft aan dat vooral de elektronica daarin een belangrijke factor is. “Daar zat voor ons de grote uitdaging: communiceren met de computer van de Liebherr, zodat alle graafmachinefuncties honderd procent intact blijven en het Liebherr-gedeelte in feite ongewijzigd blijft, maar wel communiceert met ons waterstofdeel. Ook moeten de componenten van het waterstofdeel onderling ook goed met elkaar communiceren.”
GEVOELIGE APPARATUUR
De hydrauliek en alle rij- en graaffuncties van Liebherr zijn ongewijzigd gebleven.
In de cabine zit er een apart schermpje waarop de machinist de data van de brandstofcel-unit kan volgen, zoals het verbruik en de brandstofvoorraad.
34
GRONDIG 9 2021
Mourik had nog wel wat noten te kraken. “Een brandstofcel is een gevoelig apparaat”, zegt Brekelmans. “Door die wat oversized te kiezen, hoeft deze niet voluit te draaien. Dat is gedaan om de levensduur te maximaliseren”, legt hij uit. Verder stelt het volgens de ontwikkelaar hoge eisen aan de inlaatlucht. De benodigde zuurstof voor de verbranding van waterstof wordt uit de buitenlucht gehaald, waarna die door de brandstofcel wordt geleid. “We hebben een zeer fijn inlaatfilter ontwikkeld voor deze machine. Vervuiling belemmert namelijk de werking van de brandstofcellen en verkort de levensduur aanmerkelijk.” Mourik heeft ook een flinke accu geplaatst, zodat de brandstofcel continu rustig kan draaien, onafhankelijk van de machinebelasting. Ook is er een overgedimensioneerd koelsysteem aangebracht voor de elektromotoren, het accupakket en de brandstofcel, allemaal met als inzet om de levensduur te verlengen. Een kijkje achter de kap rechtsvoor waar de accu zit, is er niet bij. “Dat is ons ding en dat geven we nog niet prijs”, klinkt het. Hoe zwaar dat accupakket is en van welke makelij is dus nog even raden, evenals het beschikbare vermogen. “Neem aan dat de machine wat meer vermogen kan leveren dan de standaard Liebherr. Daar hebben we bewust voor gekozen omwille van een zo lang mogelijke levensduur”, aldus Brekelmans. De beschikbaarheid van waterstof ziet Mourik niet als knelpunt. “Dat is te koop en kan worden geleverd.”
WATERSTOF-GRAAFMACHINE - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
rond de negen ton heeft gekost. “Voor ons is het fijn dat de inzet van deze machine op het project Sterke Lekdijk al extra wordt beloond. We verwachten deze machine nog wel enkele jaren te kunnen inzetten op dijkverzwaringsprojecten. Tegelijkertijd blijft het een innovatieve machine en zullen we deze de komende jaren mogelijk moeten aanpassen met nieuwe, betere componenten.”
‘EEN BRANDSTOFCEL IS EEN GEVOELIG APPARAAT, MAAR DOOR DEZE OVERSIZED TE KIEZEN, HOEFT DIE NIET VOLUIT TE DRAAIEN’
DE MACHINE De 150 kW (204 pk) sterke Liebherr D935-Stage V-krachtbron is met dieseloxidatiekatalysator en SCR-unit plus koeling vervangen door brandstofceltechniek. De machine is niet langer geworden en heeft nog gewoon het bestaande Liebherr-contragewicht. De brandstofceltechniek bestaat uit een brandstofcel die een laag-voltagespanning levert die vrijkomt bij het in de brandstofcel ‘omzetten’ van waterstof en zuurstof naar water. Deze spanning word in een omvormer omgezet naar een hoog-voltagespanning, die weer wordt afgegeven aan een - in dit geval extra groot - accupakket dat rechtsvoor in de machine is ondergebracht. De brandstofcel en de omvormer zitten op de plek van de motor. De beide axiale loadsensing-hydrauliekhoofdpompen (tweemaal 650 liter per minuut bij 380 bar) voor het graaf- en rijwerk en de aparte zwenkpomp worden rechtstreeks door elektromotoren aangedreven. Deze elektromotoren worden door de batterij gevoed. De brandstofcel fungeert in feite als continue lader van de batterijen. Er zijn extra fijne inlaatluchtfilters voor de inlaatlucht van de brandstofcel gemonteerd. De machine is aan de achterkant wat hoger vanwege de extra groot gedimensioneerde koelunit en het plaatsen van de acht waterstoftanks, die zijn gemaakt van composietmateriaal. Samen zijn die goed voor een capaciteit van achttien kilo waterstof bij een druk van 300 bar. Mourik heeft zelf een vulunit om op locatie af te kunnen vullen. Tijdens het eerste testwerk is vastgesteld dat deze 30-tonner in een half uur op locatie is afgevuld met achttien kilo waterstof en er een volle werkdag op kan draaien.
Mourik kijkt intussen al verder. “Deze techniek kunnen we ook op andere klassen graafmachines toepassen en op andere voertuigen om bijvoorbeeld ook het grondtransport emissieloos uit te voeren”, zegt Mourik. Hij denkt daarbij niet alleen aan eigen gebruik. “Als er serieuze vraag vanuit de markt komt, overwegen we om deze machine ook aan derden te vermarkten, net als we bij onze uitlaatgasnabehandelingsunits doen en zoals we bij Mourik Techniek al meer producten vermarkten”, aldus de CEO. Hij geeft aan dat ze dergelijke vragen in de komende maanden gaan beantwoorden. “Ons past bescheidenheid: het moet eerst goed zijn en we gaan geen dingen beloven die we niet waar kunnen maken.”
BINNEN EEN JAAR De bouw werd begin dit jaar opgestart en de machine werd feitelijk binnen tien maanden gerealiseerd. De Liebherr-hydrauliek en de bijbehorende aansturing zijn niet gewijzigd. In de cabine zie je het vertrouwde beeld. Er zit alleen een extra scherm aan de rechter voorstijl om de data van het waterstofgedeelte te volgen. Als de machine even later draait, zie je dat ook en hoor je dat deze vergelijkbaar stil draait als de elektrische varianten. Mourik laat doorschemeren dat deze machine zo
Hier draait Mourik proef met het afvullen. De machine blijkt in ongeveer een half uur af te vullen met achttien kilo waterstof.
GRONDIG 9 2021
35
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - TAKEUCHI
Takeuchi denkt aan de machinist
Tekst: Arend Jan Blomsma Foto’s: Verhoeven Grondverzetmachines, Blomsma
TAKEUCHIBINNENDRAAIERS
Dit jaar introduceerde Takeuchi twee nieuwe minigravers, beide met een bijzonder concept. De eerste was begin dit jaar de TB257FR, die was voorzien van een bijzonder giekconcept. De tweede was de TB325R, een nieuwe binnendraaier. Beide machines zagen we bij importeur Verhoeven Grondverzetmachines in Maarheeze.
Op het terrein van Verhoeven in Maarheeze is het verschil tussen de TB325R en de TB225 in één oogopslag duidelijk.
De TB257FR is de opvolger van de TB153FR. De emissie-eisen zijn de belangrijkste aanleiding voor de vernieuwing. De 5,8 ton zware machine heeft de door Takeuchi gepatenteerde giek-kinematiek, die verder alleen op de grotere TB280FR zit. De giek beweegt via een parallellogram voor
36
GRONDIG 9 2021
de machine langs. Hierdoor kan de machine zowel links als rechts langs een muur werken. Een tweede bijzonderheid is dat de boom ver achterover kan. Hierdoor draait de machine ook aan de voorkant nagenoeg binnen de rups en dat is heel bijzonder. Overigens draait de machine ook aan
TAKEUCHI - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
de achterkant binnen de rups. Door de boom ver achterover te knikken, komt het zwaartepunt een stuk verder naar achteren te liggen. De machine heeft zo een bijzonder groot hijsvermogen. Bovendien maakt deze kinematiek het mogelijk om in smalle ruimtes aan de voorkant te werken en aan de achterkant te lossen, zonder de machine te hoeven verplaatsen. Behalve de giek kreeg de machine ook een nieuwe cabine, die ruimer is dan voorheen. Takeuchi schenkt veel aandacht aan het welzijn van de machinist. Die moet comfortabel kunnen werken, ook meerdere uren achtereen. De machine kreeg een comfortabele Grammer-stoel met hoofdsteun en gewichtsafhankelijke vering. De cabine heeft standaard airco. Het kleurendisplay is vernieuwd en heeft nu een grootte van 5,7 inch.
STAGE V-MOTOR Zoals gezegd was een nieuwe motor de voornaamste aanleiding om de machine te vernieuwen. De viercilinder-dieselmotor voldoet nu aan de Stage V-emissie-eisen. De dieseloxidatiekatalysator en het dieselpartikelfilter zijn netjes in één unit ondergebracht in het uitlaatsysteem. De uitlaat zit overigens aan de bovenkant van het motorcompartiment, iets wat de grondwerkers bij deze machine zeker zullen waarderen. De motor levert 38 kW (52 pk). Hij is gekoppeld aan vier Rexroth-hydrauliekpompen, twee vermogensgeregelde plunjerpompen en twee tandwielpompen. Standaard heeft de machine drie extra hydrauliekfuncties. Voor de eerste is maximaal 105 liter per minuut beschikbaar. Je kunt de hoeveelheden van de extra functies instellen via het display in de cabine. De eerste en tweede extra functie zijn proportioneel te regelen op de joystick. Takeuchi heeft de trekkracht op de rupsen bij deze machine fors verhoogd, zodat hij in moeilijk terrein een stuk beter uit de voeten kan. Alle componenten zijn goed toegankelijk voor het plegen van onderhoud. Dat komt mede doordat de cabine kan kantelen. Tanken wordt gemakkelijk gemaakt door de elektrische vulpomp met automatische afslag. In dit segment zijn de machines voorzien van het Takeuchi Fleet Management (FTM), het telemetriesysteem van Takeuchi. Hierdoor kan de eigenaar op afstand zien waar de machine is. De dealer kan, wanneer de gebruiker dat toestaat, ook bepaalde data zien. Zo kan hij die gebruiken om onderhoud beter te plannen en om bij storing de stilstand tot een minimum te beperken.
COMPACT EN COMPLEET De TB325R is één van de eerste machines van een nieuwe generatie, waarbij de typeaanduiding
vanaf nu met een 3 begint. De TB325R is een aanvulling op het programma. Er is al een TB225. Dat is een 2,5-tons machine met de prestaties van een drietonner. Met een gewicht van 2350 kilo kan deze machine legaal op een aanhanger worden vervoerd. De TB325R is met 2375 kilo slechts een fractie zwaarder, maar nog niet te zwaar voor de aanhanger. De TB225 is heel succesvol gebleken. De TB325R heeft dezelfde voordelen en is bovendien een binnendraaier. De eerste ervaringen zijn dat de beide machines elkaar niet kannibaliseren. De TB225 is met het gebruik van zware hulpstukken net even iets stabieler. De TB325R is voor het standaardgebruik een heel stabiele machine. De breedte van de onderwagen is 1,50 meter. Met een maximale graafradius van 4,50 meter, een maximale graafdiepte van 2,50 meter en een maximaal bereik op maaiveldhoogte van 4,35 meter is deze kraan voor veel klussen geschikt. De aandacht van Takeuchi voor de machinist komt ook bij deze binnendraaier tot uiting. Meestal gaat de compactheid van de machine ten koste van de ruimte voor de machinist, maar dat is bij deze machine niet het geval. De cabine is zelfs vijf procent ruimer dan die van de TB225. Dat komt doordat de TB325R geen verstelbare onderwagen heeft en de TB225 wel. Hierdoor werd de cabine iets breder. De rijpedalen zijn op te klappen en dat zorgt ervoor dat de ruimte voor de voeten groter is. In het nieuwe design van de cabine zijn trillings- en geluidsbelasting nog weer verder omlaag gebracht. De motor voldoet aan de Stage V-emissie-eisen. Omdat het vermogen, met 16 kW (22 pk) onder de grens van 17,5 kW (24 pk) blijft, kan hij het stellen zonder SCR, dieselpartikelfilter en dieseloxidatiekatalysator. Door het ontbreken van deze filters zijn de motorcomponenten goed bereikbaar voor onderhoud, ondanks de compactheid van de machine. Takeuchi gebruikt in deze machine een 1,3-liter-driecilinder van Yanmar. De hydrauliek wordt verzorgd door vier pompen, twee plunjerpompen en twee tandwielpompen. De plunjerpompen zijn vermogensgeregeld. De pompdruk wordt met een verstelplaat zo geregeld dat de motoren niet overbelast worden. Ook deze compacte machine heeft standaard drie extra functies aan de lepelsteel. Ook hiervan kan de flow eenvoudig vanuit de cabine worden geregeld. Slangbreukbeveiliging is standaard op de hef- en de armcilinder. Op deze machine is geen telemetrie leverbaar. Het zou de machine relatief duur maken en bovendien gaat de kraan toch meestal op de aanhanger mee naar huis. De TB257FR is al een tijdje leverbaar en ook de uitlevering van de TB325R is inmiddels begonnen.
Eén van de pluspunten van de TB325R is dat hij legaal mee kan op de aanhanger.
De TB257FR draait nagenoeg binnen de rupsen, zowel aan de voor- als aan de achterkant.
De TB257FR kan ook aan de linkerkant langs een muur werken.
Via een parallellogramconstructie beweegt de boom voor de machine langs. Dit vergroot de flexibiliteit van de machine.
GRONDIG 9 2021
37
Bemesters voor alle toepassingen
• Schijvenbemesters • Tandenbemesters • Rijenbemesters • Combi-bemesters voor graan en gras
T 0546 644 866 | eversagro.nl
dig p n ro koo G e: aan d o sc g bij ket! g in tin tic t r Ko - kor een , n €5 va
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - ROBOTISERING
Nog weinig robots praktijkrijp Tekst en foto’s: Martijn Knuivers
VEEL BELANGSTELLING VOOR DEMODAG ROBOTISERING
Gaan robots al het werk overnemen van de trekker en zijn chauffeur of moeten we nog vooral geduld hebben. Met die vraag in het achterhoofd kwamen veel bezoekers naar een demodag robotisering. Voorlopig lijken de chauffeurs zich nog geen zorgen te hoeven maken. Veel systemen vergen nog een flinke ontwikkelingstijd voordat ze praktijkrijp zijn. Door het steeds nijpender wordende personeelstekort hopen veel ondernemers dat veldrobots in de nabije toekomst net zo normaal op de akker zijn als trekkers nu. Sporadisch worden ze ook wel op het veld gezien. Het zijn de voorlopers waarbij een aantal handelingen zijn geautomatiseerd en die nu in de praktijk worden getest. Wat de huidige stand van zaken is, werd getoond op een demodag, die werd georganiseerd door Delphy en Vollegrondsgroente.net. De publieke opkomst was groot, want iedereen is benieuwd hoe ver het is met deze ontwikkeling. De aanwezigen zagen zes robots aan het werk. Hier ontbraken nog wel de AgroIntelli en Robotti, die volgens de fabrikanten ook klaar zijn voor een test. Op de demodag op Agroproeftuin De Peel in het Noord-Brabantse plaatsje Zeeland werd duidelijk dat de hoogstaande veldrobottechniek al best vergevorderd is. Eenvoudig repeterende handelingen, zoals onkruid wieden of in een boomgaard spuiten, zijn typische klussen die een veldrobot vrij goed kan uitvoeren. Door middel van camera-plantherkenning, RTK-GPS en slimme software kan de veldrobot in de gewasrij tussen de plantjes schoffelen. Of zelfs met grijpertjes al het onkruid eruit trekken, als een substituut voor onkruidtrekkende Polen op een wiedbed.
NOG EVEN GEDULD Grondbewerkingen zoals rotorkopeggen blijken voor een veldrobot echter nog te lastig. Natuurlijk kan een veldrobot wel met de rotorkopeg een route uitstippelen over een perceel en rotorkopeggen, maar daarmee wordt de grond nog niet goed bewerkt. ’s Ochtends is de grond namelijk vochtig en ‘s middags droogt die hard op. Het aanpassen van de werktuiginstellingen vergt gevoel en vakmanschap, zaken die de huidige veldrobot nog ontbeert. Die voert alleen maar ‘dom’ de ingevoerde instructies uit en kan zelf nog geen instellingen aanpassen.
40
GRONDIG 9 2021
De wiedrobot lijkt wat dat betreft voorlopig de beste kaarten te hebben voor een spoedige doorbraak op de Nederlandse velden, zeker nu personeel steeds schaarser en duurder wordt. Deze wiedrobots zijn nog enigszins betaalbaar en de eerste hebben hun meters gemaakt. Voordat de veldrobots echt doorbreken, zijn we echter zeker wel zo’n tien tot vijftien jaar verder.
NAÏO De veldrobots Oz en Dino van de Franse fabrikant Naïo zijn al enkele jaren te koop. De Oz is een kleine veldrobot voor in fruit, de Dino een wat grotere van 1200 kilo voor de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt. In Nederland worden ze geïmporteerd door Abemec. Eén Dino draait bij een teler, een tweede toont zijn kunnen vooral op demo’s, zoals hier op Agroproeftuin De Peel. Onder de Dino is een conventionele schoffel gemonteerd. Vanaf volgend jaar is de Dino ook met een Robocrop-schoffel van Garford (importeur Homburg) uit te rusten. De Robocrop-schoffel schoffelt zowel tussen de rij als in de rij. Hiervoor moet een raster worden ingelezen, met de plantafstand en de rijafstand. Een camera legt vervolgens het raster exact op de planten, zodat de schoffel ‘weet’ waar het een gewasplantje kan verwachten en dan de schoffel moet wegklappen. Ook stuurt een camera de schoffels exact langs de gewasrijen. Een Dino met gewone cameraschoffel kost € 125.000,-, met Garford-schoffel € 150.000,-.
ROBOTISERING - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
FARMDROID De Farmdroid is een veldrobot die eerst uien, bieten, witlof of cichorei precisie-zaait en vervolgens het perceel enkele malen gaat wieden. Importeur van de bijzondere Deense machine is schoffelfabrikant Hak. De machine is drie meter breed. Elk element heeft een buitenzaai-zaaielement en een schoffelmes dat kan wegklappen. De robot ‘onthoudt’ door middel van RTK-GPS waar het een zaadje heeft geplant en klapt daar later de schoffel weg. De robot werkt op elektriciteit en wordt opgeladen door middel van zonnepanelen bovenop. De werksnelheid bedraagt 900 meter per uur. Omdat de robot zaait en meermaals schoffelt, is het maximale areaal dat de robot aan kan twintig hectare. De robot kost rond de € 70.000,-. Er draaien nu twee machines, één in de uien en één in de bieten.
AGBOT De AgBot van de Nederlandse fabrikant AgXeed uit het Limburgse Oirlo is kort door de bocht een rupstrekker zonder cabine. Er draaien er nu twee in de praktijk, maar volgend jaar hoopt AgXeed dat aantal uit te breiden tot twaalf. Een 115 kW (156 pk) Deutz-dieselmotor drijft een stoomgenerator aan. Twee elektromotoren drijven elk een rupsonderstel aan, een derde elektromotor de aftakas (nul tot 1200 toeren). Ook is de Agbot achterop voorzien van een stroomaansluiting die 100 kW elektrisch vermogen kan leveren. Het denkvermogen zit niet op de trekker, maar op een portaal dat draait op een desktop-computer. Op dat portaal draait een soort digitale werktuigloods. De gebruiker kiest een werktuig, waarop de AgBot alle werktuigspecificaties inlaadt. Vervolgens moet je zaken invoeren als ABlijn, werkdiepte, kopakkerbreedte, rijsnelheid et cetera, waarna de AgBot zo efficiënt mogelijk de taak gaat uitvoeren. De Agbot kan overigens alleen met gedragen werktuigen overweg; achteruit steken met getrokken werktuigen kan de robot (nog) niet. Vanwege de veiligheid moeten de veldgrenzen van een perceel door een gecertificeerde instantie worden vastgelegd. Veldgrenzen uit bijvoorbeeld Boer&Bunder zijn te onnauwkeurig. Zo wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een ploeg over een fietspad uitzwenkt of dat een spuitboom over een sloot zwaait. De machine gaat zo’n € 230.000,- tot € 265.000,- kosten. In ontwikkeling zijn een 55 kW (75 pk) sterke AgBot-smalspooruitvoering op drie wielen voor in de fruitteelt en een vierwielige uitvoering voor in de akker- en tuinbouw. Een apart probleem is het transport. Dan moet deze machine namelijk op een dieplader.
GRONDIG 9 2021
41
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - ROBOTISERING
ROBOTONE De Robotone van Pixelfarming Robotics uit het Noord-Brabantse Almkerk is een portaalframe op vier wielen. In dat portaal hangen twee rijen van vijf ‘armen’, die afzonderlijk van elkaar zijwaarts en omhoog en omlaag kunnen bewegen. Een arm kan worden voorzien van bijvoorbeeld een grijpertje om onkruid te plukken of een maaiertje om onkruid af te maaien. Dat zou bijvoorbeeld goed werken in een mengteelt van sperziebonen en haver. De haver fungeert dan als dekgewas om het onkruid te onderdrukken. De haver moet dan wel telkens kort worden gemaaid, zodat deze niet de bonen gaat beconcurreren. Zonnepanelen laden de accu’s op. De fabrikant denkt nog enkele jaren ontwikkeltijd nodig te hebben. De fabrikant is ook nog zoekende in welk gewas en voor welk werk de robot het meest geschikt is. De richtprijs van de machine: € 200.000,-.
FARMERTRONICS De Farmertronics Trac is een driewielige veldrobot specifiek voor in appel-, peren- en kersengaarden. De getoonde robot is nog een tussenstand, benadrukt de fabrikant. De veldrobot kan op dit moment alleen nog een AB-lijn rijden, maar de software om hem in een volgende werkgang te sturen is nog niet gereed. De robot wordt nu op een testbedrijf getest met een boomgaardspuit. De spuit vraagt veel vermogen, zo blijkt uit de testperiode. De robot moet daarom worden voorzien van een groter accupakket. De fabrikant denkt de robot over twee jaar praktijkrijp te hebben en verwacht dat de machine rond de € 95.000,- gaat kosten.
TRABOTYX Ook Trabotyx wilde graag zijn progressie aan het agrarische publiek tonen. De start-up ontwikkelt een kleine onkruidrobot voor in bioteelten en hoopt dat de robot over zeven jaar praktijkrijp is. De werkwijze is als volgt: een camera detecteert een gewasplantje en creëert een safezone om het steeltje van het gewas, waarna roterende messen het onkruid eruit wippen. De robot is in eerste instantie niet te koop, het is de bedoeling dat de teler gaat betalen voor geleverde service, zo’n € 600,- tot € 800,- per hectare. Eén robot bewerkt één hectare per dag en is een substituut voor vier wiedende mensen.
42
GRONDIG 9 2021
De beste technologie op de eenvoudigste en snelste manier.
LEASYGOING is de all-inclusive service waarmee u een DEUTZ-FAHR van de 6/7/8/9-reeks kunt kiezen en meteen aan de slag kunt. Wij verzorgen al het andere voor u.
Volg ons
DEUTZ-FAHR is een merk van
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - DRIFTARM SPUITEN
Bespaar niet op water
Tekst en foto’s: Martijn Knuivers
DRIFTARM SPUITEN BLIJFT LASTIG KIEZEN
Wie een nieuwe spuit wil kopen en dacht op de landelijke themadag Driftreductie en innovatieve spuittechnieken even snel te worden bijgepraat over de beste driftreductietechniek én het beste spuitresultaat, duizelde het al snel van alle ingewikkelde informatie. Driftreductie is inmiddels haast hogere wiskunde geworden. Eén algemeen advies bestaat niet.
‘MEER WATER GEEFT EEN BETER BESTRIJDINGSRESULTAAT’
Elke driftreductietechniek heeft zijn eigen specifieke voors en tegens. Toch kon de bezoeker van de themadag Driftreductie en innovatieve spuittechnieken aan het eind van de middag met twee heldere boodschappen naar huis. Ongeacht welke driftreductietechniek je gebruikt, hangt de juiste waterhoeveelheid af van de weersomstandigheden. En bladbedekking zegt weinig over de werkelijke bestrijdingseffectiviteit. In het kader van het BO Akkerbouw-project Demonstratie en onderzoek driftarme spuittechnieken’, presenteerde adviesorganisatie Delphy in september alle erkende driftreductietechnieken in de ‘zandbak’ van het Aeres Praktijkcentrum in Dronten. De ‘zandbak’ is een perceel geel zand naast de praktijkschool waar te allen tijde kan worden gereden met landbouwmachines, ongeacht de weersomstandigheden. Donderdag 9 september was overigens een stralende dag, met ’s avonds kans op buien. De opkomst van boeren en loonwerkers viel daarom tegen. Het landwerk kreeg voorrang. Twee jaar geleden was de opkomst meer dan 400 personen, nu waren er rond de 90, van wie het merendeel werkzaam was in de periferie.
GEBRUIK VEEL WATER Delphy heeft in opdracht van BO Akkerbouw dit jaar voor de tweede maal proeven gedaan naar
44
GRONDIG 9 2021
de bladbedekking en de bestrijdingseffectiviteit van de verschillende systemen. De resultaten daarvan worden komende winter gepresenteerd. Wel werden de voorlopige resultaten op basis van vorig jaar gedeeld. In een perceel bieten werd bladrammenas doorgezaaid. Hierop werd het bestrijdingsresultaat van de bietenherbicidecocktail bepaald bij diverse driftreductietechnieken en verschillende hoeveelheden water. Daaruit konden twee voorlopige conclusies worden getrokken. De eerste is dat de mate van bladbedekking geen keiharde één-op-één-relatie heeft met de bestrijdingseffectiviteit. De tweede conclusie is dat bij een lage relatieve vochtigheid meer water een beter bestrijdingsresultaat geeft. Je zou denken dat een goede bladbedekking altijd samen gaat met een goede bestrijding, maar dat blijkt niet altijd op te gaan, vertelt Delphy-adviseur Herman Krebbers. “De hoeveelheid water is belangrijker dan de mate van bladbedekking, al is dit uiteraard afhankelijk van de eigenschappen van het middel: is het een contactmiddel, translaminair of systemisch?” Een voorbeeld is de WingsSpayer, die met een veel fijnere druppel spuit en dus een betere bladbedekking heeft dan een conventionele 90 procent driftarme spuitdop met grovere druppels. “Bij een gelijke hoeveelheid water scoort de WingsSpayer dan beter, maar het bestrijdingsef-
DRIFTARM SPUITEN - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
‘DE MATE VAN BLADBEDEKKING ZEGT NIETS OVER DE EFFECTIVITEIT’
fect van een conventionele spuitdop met 400 liter water is weer beter dan beide systemen met 200 liter water.” Een kritische hoeveelheid water blijkt essentieel en dat ligt niet aan de techniek, maar aan de omstandigheden. “Op het moment dat de RV - de luchtvochtigheid - te laag is, moet je meer water gebruiken”, aldus de projectleider. Dit effect kwam goed tot uiting in een loofdodingsproef. De actieve stoffen van middelen als Quickdown en Spotlight Plus hebben zo’n twee uur nodig om in de plant te dringen. Als het water eerder vervluchtigt, dringt er te weinig actieve stof de plant binnen. Dat was in 2020 het geval, toen de gemiddelde luchtvochtigheid slechts 40 procent bedroeg, maar ook dit jaar met een normale RV van 80 procent gaf weinig water onvoldoende loofdoding. Daarom was er een duidelijk advies te horen: bespaar niet op water.
Deze zijn vooralsnog alleen verkrijgbaar als 50 procent driftarm. In combinatie met een verlaagde spuitboom zou het systeem als 95 procent driftreducerend kunnen worden aangemerkt. Voor een relatief klein investeringsbedrag is een conventionele spuit dan een driftreductieklasse te upgraden, met behoud van een goede bladbedekking. In juli van dit jaar was het zover. De TCT oordeelde toen dat de TeeJet AI80015, de TeeJet AI8002 en de TeeJet DG8003 VS voortaan worden ingedeeld in de DRD-klasse 75 procent. Beide spuitdoppen stonden al in de lijst voor DRD-50. De blijdschap bleek voorbarig. Het systeem met verlaagde spuitboom met deze 75 procent driftarme doppen blijft vooralsnog in de driftreductieklasse 90 procent. De doppen zijn goedgekeurd als 75 procent driftarm en een verlaagde spuitboom verhoogt de driftreductieklasse met twee klassen, maar omdat de combinatie van beide als geheel nog niet door WUR is getest en er dus nog niet VERLAAGDE SPUITBOOM officieel is bepaald dat de desbetreffende doppen Gebruikers met een conventionele spuit, maar met verlaagde spuitboom 95 procent driftreducook enkele spuitfabrikanten zonder luchtonder- tie geven, heeft dit systeem nog geen goedkeusteuning in het programma, zoals Horsch en Ama- ring van de TCT en blijft het systeem met zone, hebben met smart gewacht op de toelating verlaagde spuitboom met 25 centimeter dopafvan 80/90-graden-tophoekdoppen, die door de stand vooralsnog in de driftreductieklasse 90 Technische Commissie techniekbeoordeling (TCT) procent. Het blijft dus wachten op goedkeuring 7560- conv Airmix 75 - conv 04 350l ID3 7503 - conv 250 lIDKT 75 -02 conv 250HiSpeed l90 - conv 04 ULD 250 90 04 -l conv 250TDXL l als 75 procent driftarm werden goedgekeurd. om ook dit systeem te kunnen inzetten.
‘VOOR SIMPELE TECHNIEKEN MET 75 - conv Airmix 75 - conv 04 350l ID3 7503 - conv 250 lIDKT 75 -02 conv 250HiSpeed l90 - conv 04 250 90 04 -l conv 250TDXL l 04 2 EENULD AANGEPASTE % bedekking 47 43 45 39 44 44IS 80/90-TOPHOEK HET score bladrammenas 0.8 1.1 1.1 1 1 NOG WACHTEN 1.1 OP GOEDKEURING’
Meer water geeft betere bestrijding
% bedekking 50 47 score bladrammenas 0.8 40
43 1.1
45 1.1
39 1
44 1
44 1.1
30
% BEDEKKING
SCORE 20 BLADRAMMENAS
10 0
A
75 - CONV AIRMIX 04 350L
47
0.8
B
75 - CONV ID3 03 250 L
43
1.1
C
75 - CONV IDKT 02 250 L
45
1.1
D
75 - CONV HISPEED 04 250 L
39
1
E
90 - CONV ULD 04 250 L
44
1
F
90 - CONV TDXL 04 250 L
44
1.1
G
90 - CONV TDXL 05 350 L
43
1.5
H
95 - CONV TDXL 350 L
54
1
I
95 - CONV PRE
40
3
J
90 LUCHTZAK AVI 015 150 L
27
3.8
K
90 LAGEKop: BOOM Meer ID 015 250 L water
Meer water geeft betere bestrijding 60 50 40 30 20 10 0
60
6
50
5
40
4
30
3
20
2
10
1
0
A
B
C
D
E
F
% bedekking
G
H
I
J
K
L
M
N
O
0
Kop: Meer water geeft betere bestrijding Y-as links: % bedekking Y-as rechts: score bladrammenas, 0 = volledig bestreden, 5 = geen effect % bedekking score bladrammenas bron: Delphy
N O
99 LUCHT HARDI AIRMIX 04 350 L
P
99 WAVE AIRMIX 02 250 L
M
P
score bladrammenas
38 betere bestrijding 2.1 geeft 90 - AIRTEC LD 150 L% bedekking 14 4.5 Y-as35links: 97,5 LUCHTLAGEBOOM ID 02 250 L bladrammenas, 42 1.5 0 = volledigTussen Y-as rechts: score bestreden, geen effect de systemen zit5 vrij= weinig verschil in bladbedekking en effectiviteit. Duidelijk over alle systemen is wel dat veel water een betere bladbedekking Kop: Meer water geeft betere bestrijding 97,5 LUCHT HARDI AIRMIX 03 280 L 44 1.8 bron: Delphy geeft én een betere bestrijding.
L
04 250 l
Y-as links: % bedekking Let op: als de gele lijn laag ligt, is de bestrijding het beste. 57 1.5 De uitschieters naar boven wijzen dus op effect een slecht bestrijdingsresultaat. Y-as rechts: score bladrammenas, 0 = volledig bestreden, 5 = geen 52 1 bron: Delphy
GRONDIG 9 2021
45
ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK - DRIFTARM SPUITEN
VERSCHILLENDE SYSTEMEN Tijdens de dag werden diverse driftreductiesystemen van diverse fabrikanten gedemonstreerd, allemaal systemen die zijn gericht op een maximale driftreductie met de beschikbare technieken. Wat de maximale driftreductie is met de beschikbare doppen en andere maatregelen is in de beschrijving aangegeven.
46
• De Dubex Wave is voorzien van hangende scharnierende vleugels, die een naar beneden gerichte luchtstroom genereren. De vleugels moeten afsteunen op het gewas of op de kale grond. De driftrectie met een 50 procent driftarme dop bedraagt 99 procent. Een vergelijkbaar systeem is de WingsSprayer.
• Mazotti toonde een lichte zelfrijder met een verlaagde spuitboom, doppen op 25 centimeter dopafstand en een luchtzak. Luchtondersteuning verhoogt de driftreductie met twee klassen, een verlaagde spuitboom met nog eens twee klassen. Dit resulteert in een maximale driftreductieklasse van 97,5 procent met 50 procent driftarme doppen.
• Amazone toonde een zelfrijder met doppen op zowel 50 als op 25 centimeter dopafstand. Een verlaagde boomhoogte en doppen op 25 centimeter verhogen de driftreductie met twee klassen. Dat brengt qua maximale driftreductie momenteel nog niets ten opzichte van conventioneel, want dit systeem met 80/90-graden-tophoekdoppen is door de TCT nog maar goedgekeurd tot 90 procent driftrectie. Dat red je ook met conventionele 90 procent driftarme Lechler-ID-doppen op 50 centimeter afstand.
• De Hardi Commander met Twin Force-luchtondersteuning en 75 procent driftarme doppen is goedgekeurd als 99 procent driftreducerend. Andere luchtondersteuning (met 90 procent driftarme doppen!) op 50 centimeter en 50 centimeter boomhoogte is gemaximaliseerd op 95 procent driftreductie.
• Horsch demonstreerde een spuit met een verlaagde spuitboom. Het voordeel van een verlaagde boom is wel dat je met een 50 procent driftarme dop dezelfde driftreductie bereikt die fijnere druppels geeft dan 90-procent-doppen.
• Delvano kwam ten tonele met een verlaagde spuitboom, Airtec-doppen, MagGrow en een Squall-injectiesysteem. De verlaagde spuitboom, gecombineerd met MagGrow, verhoogt de driftreductie met slechts één klasse. De maximale driftreductie komt daarmee op 97,5 procent, maar wel met grofdruppelige 95 procent driftarme doppen. Er zit dus geen meerwaarde in de verlaagde boom in combinatie met MagGrow. In theorie zou Squall de driftreductie met een extra klasse kunnen verhogen naar 97,5 procent, maar deze combinatie met Airtec/HTA (instelling 95 procent) en 95 procent driftarme dop Agrotop TDXL is nog niet door WUR onderzocht, dus heeft die geen goedkeuring van de TCT.
• De Agrifac-combinatie met conventionele Lechler AD-90-graden-doppen op 25 centimeter, verlaagde spuitboomhoogte en de luchtondersteuning AirFlowPlus geeft een driftreductie van 97,5 procent. De HTA DriftControlPlus-vloeistofmengdoppen op een dopafstand van 25 centimeter en met een verlaagde spuitboom geven een maximale driftreductie van 95 procent en daarmee hebben ze dus geen plus met betrekking tot driftreductie op andere luchtvloeistofdopsystemen, zoals Airtec, dat met een Airtec 40 ook een goedkeuring heeft tot maximaal 95 procent.
GRONDIG 9 2021
FERTI-SPACE2 - HORIZON EEN STALMESTSTROOIER VOOR PROFESSIONELEN
Aandrijving door aftakas en tandwielkasten
Dubbele bodemketting met vastgeboute latten en scheepvaartkettingen graad 80
Hydraulische dissel- en asvering
SCAN ME
2 horizontale strooiwalsen met strooitafel (2 x ø 1 040 mm)
153B
joskin.com
VERHUUR VAN BOUWVOERTUIGEN
TE HUUR PER DAG/WEEK/MAAND Groenekan T. 088 625 96 00 | Zwolle T. 088 625 96 70 | www.veldhuizen.nl | verhuur@veldhuizen.nl
Advertorial
© paul poels fotografie
Creativiteit in maatwerk We gaan langs bij Van der Meulen Woudsend B.V. en spreken met mede-eigenaar Klaas van der Meulen, hij is de derde generatie in het bedrijf samen met zijn broer Mark van der Meulen. Hun opa begon in 1965 met het baggeren en transport over het water. Door de jaren heen hebben ze zich ontwikkeld tot een baggerbedrijf dat is gespecialiseerd in het aanleggen en onderhouden van natuurlijke oevers en nat grondverzet. In 2000 komen de broers Mark en Klaas in het bedrijf. Samen nemen ze in 2012 het bedrijf over en worden de eigenaren van dit mooie bedrijf. Ze zijn in deze jaren flink gegroeid als organisatie en tellen ondertussen alweer 25 medewerkers in Nederland en 10 medewerkers in Duitsland. Het bedrijf kent op dit moment twee takken. In Nederland houdt het bedrijf zich voornamelijk bezig met baggeren op het water en in Duitsland hebben ze nog een locatie die vooral bezig is met zandwinning.
Opa Klaas van der Meulen sr.
‘VEEL WIND IS EEN UITDAGING’
Advertorial
Wanneer we in gesprek zijn met Klaas komt al snel naar voren hoe veelzijdig het bedrijf is. Dit laten ze zien door specialist te zijn op en om het water. In hun branche willen ze niet de grootste zijn, maar de beste. Doordat ze niet te groot worden kunnen ze voor hun klanten snel schakelen. ‘’We hebben soms een idee en omdat we elkaar zo goed kunnen vinden en aanvullen, kan het best zijn dat het dezelfde dag nog uitgevoerd wordt. Hierdoor kunnen wij en onze medewerkers altijd onze creativiteit kwijt. We hebben daarnaast veel te maken met de omstandigheden die de natuur ons biedt. Neem deze week, er is veel wind en dat is voor ons – omdat we veel op het water zijn – uitdagend. Regen maakt iets minder uit, maar veel wind is een uitdaging. Straks in de winter krijgen we weer sneeuw en ijs. We moeten altijd met de natuur werken en dat maakt ons vak zo leuk. Samen met onze mensen pakken we dat aan en maken we er weer iets moois van, aldus Klaas.’’
‘DE MACHINES WORDEN DOOR ONZE DEALER SPECIAAL NAAR ONZE WENS OPGEBOUWD’ DUURZAAMHEID
Een andere uitdaging voor Klaas is de snelle verduurzaming die hij steeds meer ziet komen en waar ze als bedrijf heel graag zoveel mogelijk op in willen spelen waar kan. Ze zijn er al druk mee bezig. Zo hebben ze al twee kraanschepen inclusief kraan en alle dieselmotoren zijn elektrisch gemaakt en worden op dit moment voorzien van het schoonste aggregaat dat nu voorhanden is. ‘’In de binnenvaart heb je met een ander soort certificeringen van doen dan op de wal. Op het water is de keuring voor elektrische machines heel erg zwaar dus het was een hele strijd om deze verduurzaming er doorheen te krijgen, maar het is gelukt! Nu zijn we weer bezig met de volgende volledig elektrische schepen. Ook voor de machines zijn we bezig met de verduurzaming, daarom hebben we ook iets langer gewacht zodat we de nieuwe Doosans met Stage V motoren konden aanschaffen. Daar hebben we er nu twee van besteld bij onze dealer. Namelijk de Doosan DX255LC-7 SLR en de Doosan DX300LC-7 SLR. Beide machines worden door onze dealer compleet omgebouwd met lange gieken en speciaal naar onze wens opgebouwd.’’
KORTE LIJNTJES
‘’Onze jongens en ikzelf zijn super tevreden over onze Doosan dealer. Je hebt natuurlijk de cultuur. Ik wil niet zeggen dat we de beste provincie zijn, maar Friezen onder elkaar is toch wel het makkelijkste praten. Je snapt elkaar en spreekt dezelfde taal, dat maakt de communicatie erg gemakkelijk. Daarnaast vind ik een van de grootste voordelen dat ze naast de verkoop van de machines ook een groot machinepark in de verhuur hebben. Waardoor we, als we een keer wat extra machines nodig hebben, deze snel en flexibel
© paul poels fotografie
in kunnen zetten. Zo hebben we vanuit de verhuur een machine gekocht, namelijk de Doosan DX225LC-5. Op dit moment staat de machine te draaien op onze locatie in Duitsland. Wij houden het graag als bedrijf makkelijk, kort en snel. Dat alles is onze dealer ook, nooit ingewikkeld en ze zijn er altijd voor je. Naast al deze positieve punten is onze Doosan dealer altijd bezig met innovaties, dan hebben ze weer een nieuwe lange giek en dan weer een ander nieuw systeem, dat is grappig. Wij zijn zelf als bedrijf natuurlijk veel bezig met verbeteringen en het is fijn om dat ook terug te zien bij je dealer’’, vertelt Klaas.
‘JE SNAPT ELKAAR EN SPREEKT DEZELFDE TAAL’
VOOR MEER INFORMATIE, NEEM CONTACT OP MET DE DOOSAN DEALER BIJ JOU IN DE BUURT! Anema Arum V.O.F. Staad B.V. ELM Bouwmachines B.V. Handelsonderneming Snippe Erica B.V. Nijland Service B.V. R & L Machinery B.V.
ONDERNEMEN MET CUMELA - VKL EN VEGAPLAN
Besparing op audits en administratie
Tekst en foto’s: Marjolein van Woerkom
WEDERZIJDSE ERKENNING VKL EN VEGAPLAN
De Nederlandse stichting Pro aCt en de vertegenwoordigers van het Belgische OVPG en Landbouw-Service blijven samenwerken en tekenden onlangs een overeenkomst om VKL en Vegaplan wederzijds te erkennen. Dit betekent dat Nederlandse gecertificeerde VKL-bedrijven die werkzaam zijn in België geen Vegaplan-certificering hoeven te hebben en omgekeerd.
‘WERKEN IN EEN GRENSGEBIED KENT NU EENMAAL ANDERE UITDAGINGEN’
Het was tien jaar geleden dat de norm VoedselKwaliteit Loonwerk (VKL) en de Vegaplan Standaard voor de Aannemers van Land- en Tuinbouwwerken voor de Primaire Plantaardige Productie (Vegaplan) volledig en tot op detail naast elkaar werden gelegd. “Er is die tijd veel gewijzigd binnen beide systemen”, zegt Frank Kramer, die namens Pro aCt, het document ondertekende. “Voor bedrijven in de grensregio is het belangrijk dat ze kunnen aantonen dat die producten volgens de nationale of internationale voedselveiligheidseisen zijn geproduceerd. Met deze ondertekening erkennen beide landen opnieuw elkaars certificeringssysteem.”
WERKEN IN EEN GRENSGEBIED De ondertekening vond plaats bij cumelabedrijf Gebr. Van Eijck in het Noord-Brabantse Alphen, pal naast de biogasinstallatie die het bedrijf sinds twee jaar in gebruik heeft. Met de opwekking van 2.000.000 kuub groen gas per jaar kan het bedrijf 1.500 gezinswoningen voorzien van groene stroom. Het was meteen de aanleiding voor een goed gesprek tussen de aanwezige partijen, want de subsidiesystemen in beide landen verschillen.
50
GRONDIG 9 2021
Er zijn meer verschillen tussen de landen. Kijk alleen al naar brandstof. Hoewel in Nederland alleen witte diesel is toegestaan, kent België drie soorten: rode diesel zonder accijns, rode diesel met accijns en witte diesel. Voor Van Eijck, het bedrijf zit 4 km van de grens af en heeft veel klanten in België, is dit een heikel punt. “Brandstof is een van de redenen waarom Belgische loonwerkers een lagere kostprijs hebben dan wij”, zegt Ton van Eijck. Het bedrijf heeft een eigen tank aan de andere kant van de grens om ook van de voordelen van die lagere prijs gebruik te kunnen maken, maar toch kost dit tijd want medewerkers moeten daar eerst naar toe rijden. “Werken in een grensgebied kent nu eenmaal andere uitdagingen”, zegt Ton van Eijck. “Kentekens, cao-verschillen, accijnsverschillen. Uiteindelijk moet je gewoonweg veel activiteiten hebben om inkomsten en kosten te spreiden.”
ADMINISTRATIEVE VERLICHTING De ondertekening biedt Van Eijck vooral administratieve verlichting. “Belgische akkerbouwers mogen alleen loonwerkers inschakelen die Vegaplan-gecertificeerd zijn”, zegt de ondernemer,
VKL EN VEGAPLAN - ONDERNEMEN MET CUMELA
DUBBELE AUDITS VOORKOMEN
VKL EN DIGITALISERING IN DE PRAKTIJK In samenwerking met Quadrovision heeft Van Eijck een planning- en administratiesysteem ontworpen waarbij VKL digitaal in de praktijk wordt gebracht, WerkTrekker. Het systeem voorziet het bedrijf van de complete administratie: van planning, digitale werkbon, gebruikte materialen en bewerkingen op perceelsniveau tot machinekosten. “VKL is voor ons van groot belang”, zegt Ton van Eijck. “Hierdoor kunnen we op bedrijfsniveau aantonen dat we aan de gestelde voorwaarden voldoen. Door dit administratiesysteem hebben we alle gegevens op één plek en door het te koppelen aan onze financiële administratie kunnen we erg efficiënt werken.” Het bedrijf heeft de norm geïntegreerd in de dagelijkse praktijk. Herman Hendrickx, die zich binnen het bedrijf onder andere bezighoudt met certificering, geeft een voorbeeld. “Wanneer je wilt gaan spuiten, heb je alleen keuze uit de middelen die zijn toegestaan. Daarnaast geeft het systeem de maximale hoeveelheid aan en wanneer dat perceel voor het laatst is bespoten. Ook kun je kiezen voor individuele gewassen in plaats van alleen ‘bladgroenten’. Daarnaast kent het systeem ook de verschillen tussen Nederland en België. “Wanneer een perceel over de landsgrens wordt geselecteerd, krijg je bijvoorbeeld een andere lijst met toegestane middelen om uit te kiezen”, zegt Hendrickx. Omdat alle machines voor VKL moeten worden gekeurd, is dit systeem ook een goede tool om alles digitaal vast te leggen. Uiteindelijk werkt het efficiënt en door alle gegevens op één plek te verzamelen, heeft hij ook beter inzicht. “Digitalisering hoort erbij en je kunt er beter maar in meegaan.”
wiens bedrijf een grote diversiteit aan agrarische werkzaamheden kent. “We halen er geen extra klanten of werk mee binnen, maar met deze erkenning hebben we vooral een administratieve last minder.” Dat is de grote meerwaarde, stelt Brigitta Wolf van Vegaplan. “We hebben de lastenboeken naast elkaar gelegd. Nederland en België kennen verschillende benaderingen. Zo gaat Vegaplan gedetailleerd in op de wettelijke eisen, terwijl de Nederlandse versie vooral de bovenwettelijke maatregelen uitdiept.” Maar deze verschillen staan de uitwisselbaarheid niet in de weg, gaat ze verder. “De normen zijn dan ook niet gelijk maar wel gelijkwaardig. De geest is hetzelfde.”
In België is negentig procent van de boeren Vegaplan-gecertificeerd. Het betreft vooral producenten van voedingsgewassen. In Nederland gaat het om vrijwel alle akkerbouwers. Afnemers als Cosun (Suiker Unie), de aardappelverwerkende industrie en de conservenindustrie zijn vooral de partijen die naar certificaten vragen en die via openbare registers kunnen controleren of hun leveranciers aan de normen voldoen. “Hiermee nemen we drempels weg”, zegt Luc Vanoirbeek, voorzitter van OVPG (Overlegplatform voor de Verwerking van en handel in de Plantaardige Grondstoffen en producten). “De overeenkomst dient het gebruiksgemak van de mensen die ermee werken.” Zo worden door de wederzijdse erkenning dubbele audits voorkomen. “Wanneer een bedrijf zowel VKL- als Vegaplan-gecertificeerd is, krijgt het dubbele audits, terwijl het eigenlijk om dezelfde uitgangspunten draait. Dat kost de ondernemer alleen maar tijd en geld”, stelt Kramer van Pro aCt. “Als beheerder van de VKL-norm vinden wij het van groot belang dat er één keer wordt gecontroleerd op allerlei verschillende eisen vanuit de verschillende industrieën. Het is dus goed systemen voortdurend te harmoniseren en wederzijds naar elkaar uit te spreken dat we elkaars manier van beoordelen accepteren.”
‘MET DEZE ERKENNING HEBBEN WE VOORAL EEN ADMINISTRATIEVE LAST MINDER’
VOLGENDE STAPPEN Dat de overeenkomst een grote meerwaarde heeft voor bedrijven in de grensstreek beaamt ook Hans Verkerk van Cumela. “Beide systemen zijn door GlobalGAP geaccepteerd en geven de ondernemer de garantie dat hij voedselveilig bezig is. Nu de certificeringsstandaarden steeds strenger worden, is het van belang de normen regelmatig op elkaar af te stemmen”, zegt Verkerk. Tien jaar noemt hij dan ook te lang. In het document is daarom opgenomen dat beide partijen regelmatiger met elkaar om de tafel gaan om wijzigingen bij te houden. Hoewel dit nu tussen Nederland en België is beklonken, bestaat er tussen Nederland en Duitsland nog geen overeenkomst. Verkerk verwacht dat die vraag er ooit wel komt. “In principe lopen we daar tegen dezelfde problematiek aan, dus ik denk wel dat Nederlandse loonwerkers die werken in het Nederlands-Duitse grensgebied met deze vraag gaan komen.” Johan van Bosch, algemeen secretaris van Landbouw-Service, gaat nog een stap verder. “We willen rechtszekerheid geven aan alle bedrijven die grensoverschrijdend werken. Met deze ondertekening geldt dit alleen voor Nederland en België, maar dit erkenbaar krijgen in de hele Europese Unie is ons volgende doel.” GRONDIG 9 2021
51
Vanaf 1 januari 2022 mogen trekkers, rijdende werktuigen (MMBS) en getrokken materieel alleen nog de openbare weg op als ze zijn geregistreerd. Als je bijvoorbeeld werkt in de bouw, logistiek of land- en tuinbouw, dan gaat het ook om jouw voertuigen. Online registreren is eenvoudig zodra je de juiste gegevens hebt verzameld. Op onze website vind je alle informatie en hulp. Vanaf 1 januari kun je niet meer online registreren en is een keuring nodig. In plaats van 18 euro betaal je dan minimaal 140 euro. Dus registreer nu je voertuig!
Regel nu de registratie op www.rdw.nl/registratie en blijf mobiel.
RDW21010 Advertentie 200x134.indd 1
15-10-2021 09:20
vervaet.nl | sales@vervaet.nl | +31 (0) 115 48 17 20
VERVAET EVENT
Woensdag 22 December | 09:00 - 23:00
Vier redenen voor een bezoek aan Vervaet:
Vervaet Quad 550 aan het werk Beet Eater EVO met rollenbed Vervaet Connect Record-productie mestmachines
ECONOMIE - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
IN KORT BESTEK - ONDERNEMEN MET VAKTECHNIEK
CUMELA KOMPAS WAARDEBEPALING AGRARISCHE LOONBEDRIJVEN Om een eerste indruk van de waarde van een onderneming te krijgen, kan gebruik worden gemaakt van de market multiple. Voor een gemiddeld agrarisch loonbedrijf is deze 2,2. Dit betekent dat de waarde 2,2 keer de Ebitda is, wat voor een gemiddeld bedrijf zou uitkomen op € 810.409,-. “Opvallend is dat deze market multiple veel lager is dan die voor grondverzetbedrijven, die uitkomt op 4,3”, vertelt Dieuwer Heins, adviseur bedrijfsoverdracht van Cumela Advies. “Ook valt op dat de berekende waarde veel lager is dan de waarde van onroerend goed, machines en werkDe market multiple is volgens hem zo laag door Grondigkapitaal”. 9 Dossier R19 de krappe marges in combinatie met de hoge investeringen Pagina 52 in de agrarische sector. “Hierbij is ook nog geen rekening Bijzonderheden: geen, standaard opmaak. gehouden met eventueel aanwezige stille reserves, waar[bovenkop] Ondernemen vaktechniek - Economie doormet de waarde nog hoger kan zijn.” 2,500,000 128,685 2,000,000
1,500,000
1,349,647 1,498,540
1,000,000
500,000
894,782
617,202 0 Onroerend goed
Activa Machines
Financiering Werkkapitaal
Eigen vermogen
810,409
2,2x Ebitda Vreemd vermogen
2,2X Ebitda
Waarde activa, financiering en market multiple voor agrarische loonbedrijven (euro’s) Waarde activa, financiering en market multiple voor agrarische loonbedrijven (euro’s)
Toch staat Heins niet negatief tegen bedrijfsoverdracht bij agrarische loonbedrijven. “Als potentieel koper kun je vanuit Waardebepaling agrarische loonbedrijven Om een eerste indruk van de waarde van een onderneming te verkrijgen, kan gebruik worden strategische overwegingen toch besluiten om een bedrijf of gemaakt van de market multiple. Voor een gemiddeld agrarisch loonbedrijf is deze 2,2. Dit betekent dat de waarde 2,2 keer de Ebitda voor een gemiddeld bedrijf de zoubenutting uitkomen op € 810.409,-. een deel ervan over is, tewat nemen; het kan helpen van arbeid en machines te verbeteren en je kunt synergie-
“Opvallend is dat deze market multiple veel lager is dan die voor grondverzetbedrijven, die uitkomt op 4,3”,voordeel vertelt Dieuwer Heins, adviseur bedrijfsoverdracht van Cumela Advies. “Ook valt op dat de behalen.” De cijfers zijn gebaseerd op het sectorberekende waarde veel lager is dan de waarde van onroerend goed, machines en werkkapitaal”, gemiddelde en benadrukt Heins. “We weten dat er aldus Heins. De market multiple is volgens hem zo laag door de krappe marges ineen combinatie met de hoge investeringen in devan agrarische sector.is “Hierbij is ookduidelijk nog geen rekening gehouden met grote groep bedrijven die een beter rendeeventueel aanwezige stille reserves, waardoor de waarde nog hoger kan zijn.” ment in combinatie met een kleinere balanswaarde.” Toch staat Heinsheeft niet negatief tegen bedrijfsoverdracht bij agrarische loonbedrijven. “Als potentieel koper kun je vanuit strategische overwegingen toch besluiten om een bedrijf of een deel ervan over Ondanks de lage waardering vanuit de market multiple te nemen. Ook liggen er voor een koper kansen om de overname rendabel te maken door de heeft het en gebruik grote voordelen, vindtteHeins. benutting van arbeid machinestoch te verbeteren en synergievoordeel behalen.”“Je
krijgt hiermee heel eenvoudig een eerste indruk van de waarde van het bedrijf. Het gewone waarderen van een onderneming is complex en er dient rekening te worden gehouden met de bedrijfsspecifieke kenmerken. Ga je echt over tot verkoop, dan is het van belang om een nauwkeurige waardering uit te voeren. Dan kun je de maximale waarde bepalen.” Doe mee aan de kengetallenvergelijking Cumela Kompas en ontdek de waarde van jouw bedrijf. Deelnemen kan: via je bedrijvenadviseur, Ondernemerslijn (033) 247 49 99 of door te e-mailen naar kengetallen@cumela.nl.
WET KWALITEITSBORGING
Op 14 mei 2019 nam de Eerste Kamer de Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen aan met het doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid. In de Wet staat dat de aannemer bij de kennisgeving dat het werk klaar is om te worden opgeleverd een dossier aan de opdrachtgever overhandigt met betrekking tot het tot stand gebrachte bouwwerk. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het type bouwwerk of in het type opdrachtgever. Nu is tot op heden nog niet duidelijk wat er precies kan worden verstaan onder de term ‘bouwwerk’. Het lijkt erop dat veel GWW-werkzaamheden hier niet onder vallen. Dit neemt niet weg dat het goed is om je eens te verdiepen in de Wet kwaliteitsborging en bij het tekenen van contracten aandacht te besteden aan documenten die bij oplevering mogelijk moeten worden overhandigd aan de opdrachtgever, zodat je op een later moment niet voor een verrassing komt te staan. Daarnaast is deze bepaling ‘regelend recht’. Dat wil zeggen dat in een overeenkomst hierover andere afspraken kunnen worden gemaakt, bijvoorbeeld dat er een heel beperkt of zelfs helemaal geen opleverdossier wordt aangeleverd. Ook kan de overeenkomst worden gebruikt om nauwkeurig op te sommen welke documenten er moeten worden opgeleverd. Let erop dat de bepaling met betrekking tot het aanleveren van het opleverdossier (in de volksmond het ‘consumentendossier’ genoemd) meteen geldt bij inwerkingtreding van de wet op - waarschijnlijk - 1 juli 2022. Dat betekent dat wanneer een werk wordt opgeleverd na inwerkingtreding van de wet in beginsel het opleverdossier zal moeten worden verstrekt aan de opdrachtgever, ook wanneer daar niet expliciet afspraken over zijn gemaakt. De Wet kwaliteitsborging heeft niet alleen gevolgen voor de dossiervorming, maar ook voor het toezicht (de zogenaamde private kwaliteitsborger), de aansprakelijkheid (de aannemer is ook aansprakelijk voor gebreken die zichtbaar zijn bij oplevering) en de vijf-procentregeling (waarbij de consument vijf procent van de aanneemsom in depot kan stellen bij de notaris tot oplevering). Daarover later meer. Geralde Bouw-van de Bunt, adviseur juridische & GWW-zaken
GRONDIG 9 2021
53
ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELARIA
MODDERCAMPAGNE IN GEMEENTE HOLLANDS KROON
Oproep: waar was jij (lokaal) bij? We hebben de massale hulp van cumelabedrijven gezien bij de watersnoodramp in Limburg, eerder dit jaar was het Willemijn Roossink die in de sneeuw met de trekker thuiszorg leverde en onlangs loonbedrijf Hopmans dat assisteerde bij de moddercampagne. In Grondig 10 trekken we het thema ‘We zijn erbij, overal en altijd’ van de Inspiratiedagen door. Hiervoor vragen we jouw hulp: waar was jij (lokaal) bij? Wij zijn op zoek naar foto’s en video’s waarin ondernemers laten zien hoe ze
Bep Peeters neemt afscheid Bep Peeters begon twaalf jaar geleden bij Van de Kruijs BV in Weert. Haar deskundigheid die ze had opgedaan als ondernemersvrouw, als echtgenote van Jan Peeters uit Kessel, kon ze prima toepassen in haar nieuwe administratieve functie. Onlangs nam ze afscheid van het bedrijf. Als waardering werd ze door alle personeelsleden van de firma Van de Kruijs met wel twintig trekkers en vrachtwagens bij haar thuis opgehaald. De hele woonwijk in Kessel is inmiddels dus bekend met Van de Kruijs BV. Op het bedrijf van Van de Kruijs kregen Bep (op de foto in het midden, in de letterjurk) en Jan als afscheidscadeau een barbecue aangeboden en kan ze gaan genieten van haar pensioen.
54
GRONDIG 9 2021
lokaal betrokken zijn dan wel de lokale gemeenschap weten te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan samenwerking met een plaatselijke vereniging, tijd vrijmaken voor privézaken (van het afzwemmen tot een groots evenement of jubileum), erbij zijn bij (technische) vernieuwingen tot nuttig netwerken bij de lokale politiek. Van de meest treffende inzendingen willen we een mooie collage in Grondig 10 opnemen. Stuur je bijdrage voor 1 december naar grondig@cumela.nl. en verras ons aangenaam.
Eind september startte de campagne ‘Toon begrip, raak niet in de slip’ die de gemeente Hollands Kroon, Cumela, LTO Noord en Veilig Verkeer Wieringerland organiseren. Op zaterdag 2 oktober werd er op een akkerbouwbedrijf in Wieringerwerf het Frietrooien georganiseerd, waarbij kinderen met de hand aardappelen konden rooien, konden spelen op de boerderij en patat konden eten. Op het erf werd voor kinderen een verkeersplein gemaakt, waar ze met skelters en trekkertjes konden spelen. Veilig Verkeer en de politie waren aanwezig om informatie te geven over de campagne. Ook werd er door middel van een prijsvraag een slipcursus van de ANWB verloot. Loonbedrijf Hopmans werkte namens onze sector mee en stalde een aantal machines op het erf. Een mooie manier om mee te werken aan een breder begrip voor modder op de weg na oogstwerkzaamheden.
GEKRUID - ONDERNEMEN MET CUMELA
DROMEN
Wat zou het toch geweldig zijn als ik morgen bij het wakker worden ontdek dat de laatste anderhalf jaar een akelige droom was. Een nachtmerrie! Dat de wereld gewoon weer was zoals we gewend waren in 2019 en daarvoor.
HENDRIK TEN HOOR 35 JAAR IN DIENST BIJ GEBR. HARTENHOF Op 1 september 2021 was Hendrik ten Hoor 35 jaar in dienst bij cumelabedrijf Gebr. Hartenhof in Assen. Hendrik houdt niet van te veel aandacht, dus loste Hartenhof het op met een gezellige middag voor alle personeelsleden. Daarin was uiteraard tijd ingeruimd om stil te staan bij dit jubileum. Hendrik kreeg een prachtige collage met de verschillende werkzaamheden plus de grappige woordspeling HarTenHof, wat overeenkomt met H.t. Hoor. Hartenhof reikte aan Hendrik bovendien de gouden Cumela-speld uit.
GOUDEN JUBILEUM BIJ BAKKER IN DIRKSHORN Begin oktober werd Jacob Jan de Boer in het zonnetje gezet vanwege zijn vijftigjarig dienstverband bij Loonbedrijf Kees Bakker in Dirkshorn. Als vijftienjarige jongen begon Jacob Jan bij dit bedrijf, eerst met hand- en spandiensten. Al snel groeide hij uit tot allround medewerker en vakman. Hij heeft drie generaties Bakker meegemaakt op het bedrijf, die ook alle drie op de foto staan: van links naar rechts Maarten Bakker, Nel Bakker, Jacob Jan de Boer en Kees Bakker. Vanwege het vijftigjarig jubileum en de 65e verjaardag van Jacob Jan was er een gezellige middag op het bedrijf voor familie, buren en bekenden. De jubilaris werd in dichtvorm toegesproken door Kees Bakker en bedankt voor zoveel jaren trouwe dienst. Hij kreeg de gouden Cumela-speld uitgereikt door bedrijvenadviseur Ada Kieft.
Een wereld zonder anderhalve meter, zonder mondkapje, zonder testen, zonder vaccinaties en QR-codes. Een wereld waarin we druk aan het werk waren, in kantoren met drukbezette bureaus en vergaderzalen vol met geïnspireerde mensen. Bomvolle kantines waarin we de werkweek afsloten met een onbezorgde vrijdagmiddagborrel. Waarin we aan het einde van het jaar de jaarlijkse kerstborrel organiseerden en de kerstpakketten konden uitdelen, zonder anderhalve meter. Dat we in een propvolle bus op personeelsreis gingen, zonder mondkapje. Sterke verhalen vertellen en heerlijk lachen met elkaar. Dat we weer normaal met elkaar uit eten zouden gaan. Dicht bij elkaar, in een druk bezet restaurant. Waar niet eerst bij de deur QR-codes hoeven te worden gecheckt. Naar het theater gaan, een voetbalwedstrijd, een fijn concert, zonder eerst een negatieve test te hoeven overleggen. Want nee, in zo’n wereld geloof ik niet. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Maar ik houd hoop, hoop op een betere wereld. Waar mensen gewoon weer lief voor elkaar zijn, zonder elkaar te veroordelen. Waar mensen elkaar respecteren, ongeacht welke keuzes iemand maakt. Waar mensen weer tijd voor elkaar nemen om naar elkaar te luisteren. Waar mensen elkaar niet buitensluiten of elkaar (medisch) discrimineren, want dat hoort bij een wereld uit het verleden. Laten we dat nooit vergeten. Laten we nooit weer dezelfde fouten maken, want dan raken we elkaar kwijt. Laten we niet in slaap vallen, maar met elkaar waken om de grenzen niet te overschrijden, ons in twee kampen te laten verdelen, zodat ons helaas niets meer rest dan dromen. Dromen van een mooie wereld.
Gretha Toering Loon- en grondverzetbedrijf Toering
GRONDIG 9 2021
55
ONDERNEMEN MET CUMELA - VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF
Zelfstandig en flexibel Moeder Mariet en dochter Annet werken allebei in het familie bedrijf, loonbedrijf Hendrix & Smits BV in Castenray. Beiden zien grote verschillen met het verleden, maar sommige dingen veranderen niet. “De verwevenheid tussen privé en werk is in al die jaren niet veranderd”, stellen ze. “Als cumelavrouw word je daardoor vanzelf zelfstandig en flexibel.” Tekst en foto’s: Marjolein van Woerkom
‘TOEN WAREN PRIVÉ EN WERK MET ELKAAR VERWEVEN EN DAT IS NOG ALTIJD ZO’
Annets drie dochters van drie, vijf en zeven jaar hebben hun vader al een aantal dagen niet gezien. De maïsoogst is in volle gang en dan komt alles op zijn vrouw aan: kinderen uit bed, boterhammen smeren, kinderen naar school brengen, zelf aan het werk, kinderen uit school halen, boodschappen doen, koken, kinderen naar bed. “We videobellen wel met Martijn”, vertelt Annet. “En soms breng ik eten. Dan picknicken we met z’n allen op een kleed bij de trekker. Sommige klanten vinden het ook leuk als de kinderen mee komen. Dan mogen ze kalfjes voeren of mee op de trekker.” Ze herkent het van vroeger, toen zij zelf jong was. Haar moeder Mariet kookte in drukke periodes voor het personeel en bracht het eten naar het land. “Hup, kinderen in de auto en gaan. Dan zag manlief de kinderen ook nog eens”, zegt Mariet.
NAAM: MARIET HENDRIX-VERVOORT EN ANNET ROELOFS-HENDRIX ROL OP HET BEDRIJF: OP KANTOOR: ADMINISTRATIE EN PERSONEELSZAKEN
56
GRONDIG 9 2021
Ze lacht: “We hadden toen nog geen mobiele telefoon, dus het was altijd even zoeken wie waar was. Ik heb meerdere keren bij andermans hakselaar gestaan.” Toen waren privé en werk met elkaar verweven en dat is nog altijd zo. “Toentertijd hadden we nog geen apart kantoor en regelde ik alles vanuit huis. Mijn bureau stond naast de box en tijdens telefoontjes van klanten zat ik borstvoeding te geven”, vertelt Mariet. Hoewel het kantoor nu op de bedrijfslocatie zit, is het voor Annet niet heel veel anders. Ook haar leven draait om het familiebedrijf en haar gezin.
VAN DE ZORG NAAR KANTOORWERK Toch had Annet nooit de intentie om in het familiebedrijf te gaan, in tegenstelling tot haar broer.
CUMELABEDRIJF: LOONBEDRIJF HENDRIX & SMITS BV WORDT GERUND DOOR: BROER FRED HENDRIX, ANNET ROELOFS-HENDRIX, HAAR MAN MARTIJN ROELOFS EN NEEF NIEK HENDRIX
VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF - ONDERNEMEN MET CUMELA
“Fred wist altijd al dat hij het bedrijf wilde overnemen. Hij was blij dat hij van school kon en thuis aan het werk kon gaan”, vertelt hun moeder. Annet dacht daar anders over. “Ik heb altijd gezegd dat ik geen loonwerker als vriend wilde. Ik zag hoe dat thuis ging. Het was een ongeregeld leven. Mijn vader was ’s ochtends vroeg al weg en ’s avonds laat pas thuis. Hij was altijd met het loonwerk bezig. Dat wilde ik niet in mijn gezin.”
‘IK VOEL ECHT EEN GROOT VERANTWOORDELIJKHEIDSGEVOEL VOOR DE MEDEWERKERS’
Het lot besliste echter anders. Ze ontmoette Martijn tijdens het uitgaan in 2006 en er was een bepaalde herkenbaarheid die hen naar elkaar toe trok. Ze wist tijdens die eerste kennismaking nog niet dat hij bij een loonbedrijf werkte. Dat werd pas duidelijk toen hij haar trots foto’s van trekkers liet zien, maar toen was ze al gezwicht. “Ik werkte in de zorg en dat beviel me goed. Martijn stopte bij het loonbedrijf waar hij werkte en kwam bij ons in dienst. Toen we in 2013 trouwden, bleek dat twee onregelmatige banen niet samengaan. We zagen elkaar bijna niet meer. De combinatie was gewoon niet handig en ook omdat we een kinderwens hadden, besloot ik te stoppen in de zorg en hier te beginnen.” Dat was in 2014 en nog steeds vindt ze het erg leuk om te werken in het familiebedrijf dat haar ouders en haar oom en tante hebben opgebouwd. In het begin hielp ze haar tante Petra met poetsen, maar algauw kwam daar kantoorwerk bij en toen dat de overhand kreeg, is ze gestopt met schoonmaken. De drie dagen in de week dat ze op kantoor werkt, houdt ze zich vooral bezig met personeelszaken. “Ik voel echt een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de medewerkers en wil graag mijn best voor hen doen”, zegt ze. Toch mist ze het werk in de zorg af en toe wel.
“Dit is een echte mannenwereld en in de zorg zit je meer tussen de vrouwen. Zij vragen hoe je vakantie is geweest of wat je afgelopen weekend hebt gedaan. Dat gezellige onder elkaar, die interesse, dat mis ik wel een beetje.”
‘IEMAND MOET HET DOEN’ Voor Mariet zelf was het toentertijd al vrij snel duidelijk dat haar toekomst in het loonbedrijf zou liggen. Ze werkte in eerste instantie buitenshuis op een accountantskantoor en kreeg verkering met Cor, de zoon van een loonwerker. Al snel verzorgde ze de boekhouding voor haar schoonvader. Toen het loonbedrijf werd overgenomen door zijn zoons Cor en Math, op 1 oktober 1978, is ze hiermee verdergegaan. “Ik dacht: iemand moet het doen, en het één sloot aan op wat ik buitenshuis al deed, dus heb ik ja gezegd”, zegt ze. “Ik kookte en deed de administratie, wat toen vooral nog met de hand ging en per post.” Het bedrijf werd toen gerund door twee broers en een zwager en ze hadden twee medewerkers in dienst. Het machinepark bestond uit een hakselaar, een wiellader en drie opraapwagens. Het bedrijf was volledig agrarisch georiënteerd en kende ook toen al specifieke werkzaamheden: van de aspergeteelt tot aan het leegmaken van champignoncellen. In 1982 werd zoon Fred geboren en anderhalf jaar later, in 1983, werd Annet geboren. “Ik weet nog dat als we de aardappels van ons eigen land hadden gehaald je altijd aan kwam met slagroomsoesjes”, lacht Annet. Haar moeder: “Als er een bepaalde teelt af was, werd er inderdaad gebak gegeten.”
TIJDEN VERANDEREN In de loop der tijd is er veel veranderd. Het bedrijf is uitgebreid en gegroeid. Naast agrarisch werk doet het nu ook veel transportwerkzaamheden en er staan nu 22 medewerkers op de loonlijst. Het kantoor is niet meer een bureau in de woonkamer, maar onderdeel van het bedrijfspand dat het bedrijf in 2012 heeft laten bouwen. Het planningbord met kaartjes heeft plaatsgemaakt voor een digitale planning. Het loonbedrijf wordt
TIPS?
WAT TYPEERT JOU?
Annet: “Wees nieuwsgierig en probeer dingen niet te laten liggen. Weet wat erbij de klant leeft.” Mariet: “Zorg dat je ook iets buiten het bedrijf doet, iets voor jezelf.”
Annet: “Ik voel me erg verantwoordelijk voor het personeel, dus ik wil het graag goed doen. Daardoor ben ik erg precies en wil graag dat mensen mijn werk nog even controleren.” Mariet: “Zelfstandig en flexibel word je als loonwerkersvrouw vanzelf. Als dat niet lukt, houd je het niet lang vol.”
SERIE: VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF De cumelavrouw is uniek in haar verscheidenheid. De één zwaait de scepter, de ander kookt in het hoogseizoen elke avond voor het overwerkende personeel en weer een ander werkt buiten de deur. In deze serie laten we krachtige vrouwen aan het woord die soms geheel, soms weinig, maar altijd op één of andere manier betrokken zijn bij de cumelasector.
HET BEDRIJF WAS VOLLEDIG AGRARISCH GEORIËNTEERD EN KENDE OOK TOEN AL SPECIFIEKE WERKZAAMHEDEN
WAT VOEGT JOUW ROL TOE AAN HET BEDRIJF? “Als wij er niet waren, was het chaos”, lacht Mariet. “Nee,” zegt Annet, “dan hadden ze wel iemand anders gevonden die dit werk zou doen. Het wordt altijd opgelost, maar het is wel fijn dat we ons steentje kunnen bijdragen.”
GRONDIG 9 2021
57
ONDERNEMEN MET CUMELA - VROUWEN IN HET CUMELABEDRIJF
Nu runnen we de boel met z'n vieren en een goede communicatie is daarom nog belangrijker geworden.
WERDEN VROEGER BESLISSINGEN VOORAL DOOR DE MANNEN GEMAAKT, NU HEBBEN VROUWEN OOK STEEDS MEER INSPRAAK
sinds 1 januari 2017 gerund door Fred, Annet, Martijn en Niek. De senioren Cor en Mariet en Math en Petra werken nog mee in het loonbedrijf. Annet zal op de langere termijn wellicht de hele administratie van haar moeder overnemen. Werden vroeger beslissingen vooral genomen door de mannen die aan het roer stonden, nu hebben vrouwen ook steeds meer inspraak, merken beiden. “Vroeger hoorde ik soms pas achteraf dat er een nieuwe machine was gekocht”, zegt Mariet. Nu gebeurt dat niet meer. “Ik weet van tevoren of er een grote aanschaf wordt gedaan”, zegt haar dochter. “Ik heb er ook niet veel verstand van, maar ik wil het wel graag weten”, klinkt het ferm. Daarnaast wordt ze altijd betrokken bij grote kwesties. “Als er dingen spelen, zitten we algauw met z’n allen om tafel”, zegt ze. “Dan worden zelfs de senioren erbij betrokken. Dat vind ik ook goed en belangrijk. Ik denk dat we nu vaker overleggen dan vroeger”, aldus Annet. “Daar hadden we toen ook geen tijd voor, want we waren alleen maar aan het werk”, zegt haar moeder. “Ja, maar toen Smits in 1999 uit het bedrijf vertrok, waren er twee eigenaars”, vertelt Annet. “Nu runnen we de boel met z’n vieren en een goede communicatie is daarom nog belangrijker geworden.”
AFSTAND BEWAREN Annet heeft er wel voor gekozen sommige dingen anders te doen dan haar moeder. Zo woonde ze eerst samen met Martijn bij het bedrijf in Castenray, maar ze besloten te verhuizen naar het nabijgelegen America. “Daar komt mijn moeder vandaan, daar woont familie en onze vrien-
58
GRONDIG 9 2021
dengroep. Daarnaast hebben we zo gewoon letterlijk wat meer afstand tot het bedrijf. En trouwens, als er op het bedrijf een machine kapot is of zo, weten ze Martijn wel te vinden. Het is maar tien kilometer, dus hij is er zo weer.” Om die afstand ook in huis te bewaren, zorgt ze ervoor dat de gesprekken tijdens het eten niet voortdurend over het werk gaan. “Vroeger ging het thuis altijd over werk en tijdens het eten mochten we niet praten. We konden bijna nooit iets over school aan mijn vader vertellen, want tijdens het eten moesten we stil zijn, omdat mijn vader naar het journaal en het weerbericht wilde luisteren. Toen had je nog geen mobiele telefoons, waarop het nieuws elk moment beschikbaar is en het weer in allerlei apps te bekijken is. Nu snap ik dat beter, maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik nu nadrukkelijk tijdens het eten het woord aan de kinderen wil geven, zodat zij kunnen vertellen hoe hun dag is geweest”, aldus Annet. Al blijft de telefoon wel aan tijdens het eten. “We willen wel altijd bereikbaar zijn. Klanten of medewerkers bellen niet voor niets.”
DE MOEITE WAARD De gebondenheid aan het loonbedrijf herkennen beide vrouwen. Daarom is het extra belangrijk iets voor jezelf te hebben, stelt Mariet. “Je bent gewoon altijd bezig met het bedrijf of het gezin. Omdat ik niet uit Castenray kwam en het loonbedrijf daar wel was gevestigd, ben ik in 1984 bij de Vrouwenbond gegaan. Dat was de enige vereniging voor vrouwen in dit dorp. Ik vond het belangrijk het dorp te leren kennen, maar ook wilde ik heel graag iets buiten het bedrijf doen, iets voor mezelf. Dat heb je af en toe gewoon nodig.” Voor Annet is dat nog niet zover met drie jonge kinderen. “Ik zou wel graag iets voor mezelf willen doen, maar ik vrees dat dat nog een paar jaar gaat duren. Ik zou niet weten hoe ik dat nu moet organiseren.” Toch vinden ze alle inspanningen de moeite waard. Dat haar kinderen op jonge leeftijd al in de ban van het bedrijf zijn, vindt Annet erg leuk. “Als ze onderweg een container zien staan in de kleuren van ons bedrijf worden ze al enthousiast”, vertelt ze. “Ze groeien helemaal op met Hendrix & Smits. Ze kennen het personeel en delen dan ook regelmatig knuffels uit.” Haar moeder werkt de uren ook nog met veel plezier. “Als ik het niet graag deed, was ik er allang mee gestopt”, zegt ze. “Het is mooi om te zien dat onze zoon en dochter samen met schoonzoon Martijn en neef Niek doorgaan in het bedrijf en hoe ieders sterke en zwakkere punten daarin naar voren komen en ze zo elkaar aanvullen.”
De nummer 1 in precisie Kies voor meer rendement met het meest nauwkeurige en merkonafhankelijke GPS-correctiesignaal van MoveRTK. a Min. 2 cm nauwkeurig a Jaar op jaar herhaalbaar a Overal beschikbaar 24/7 Bekijk onze nieuwe website: www.movertk.nl
NIEUW!
PROFI SERIES ZODENBEMESTERS ZODENBEMESTERS
PROFI ECO / 5,25 tot 7,5 Meter PROFI / 7,5 tot 12 Meter PROFI XL / 15 & 18 Meter
Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.
et 56 m
V T45
FI 12
PRO
mtr
Hal 7 - Stand 7203 uw specialisT in bewaringen en loodsen
Hal 21 - Stand A07
Kistenbewaring
bulkopslag
Hout en beton
Tracs Benelux: André de Waard Tel: 06-53437311 - adwaard@vredo.nl Zodenbemesters: Rens van Rossum Tel: 06-30901611 - rvrossum@vredo.nl
+31 (0) 488 411 254 info@vredo.com www.vredo.com
The fieldcare company
T 073-503 25 27 info@steenbergen-bouw.nl
www.sTeenbergen-bouw.nl
ONDERNEMEN MET CUMELA - CUMELA.NL
DAGELIJKS NIEUWS VAN EN VOOR DE CUMELASECTOR
Hoogtepunten van Cumela.nl/nieuws
VERNIEUWDE STAPPENPLANNEN WERKEN IN BELGIË EN DUITSLAND
ACTIE TEGEN NITRAATRICHTLIJN LEVERT VEEL RESPONS OP “Wij zijn niet blij met de voorstellen in de Nitraatrichtlijn en gelukkig krijgen we daarin grote bijval van onze leden”, zegt Maurice Steinbusch, beleidsmedewerker Agrarisch loonwerk. In totaal kwamen er 3700 reacties op de internetconsultatie zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn. “Wij hebben een standpunt ingeleverd, maar ook heel veel leden hebben de tijd genomen om hierop te
TARIEVEN STIJGEN Nu de brandstofprijzen nog altijd stijgen, verhogen steeds meer cumelabedrijven hun tarieven. “Gemiddeld gaat het om een stijging van vijf procent over de laatste anderhalve maand”, vertelt André de Swart, adviseur bedrijfskundige zaken bij Cumela Advies. “Hieronder bevinden zich bedrijven die de tarieven niet of nauwelijks aanpassen, maar ook bedrijven die fors omhoog gaan”, licht hij toe. De Swart raadt ondernemers aan de tarieven met een realistisch bedrag te verhogen.
60
GRONDIG 9 2021
reageren”, vertelt Steinbusch. Volgens hem is dat het grootste bewijs dat er echt wat moet veranderen. “Voor onze leden zijn dit tropendagen qua werkzaamheden. Dat ze dan toch de tijd nemen om te reageren, zegt genoeg.” Wil je de inbreng van Cumela nog even rustig teruglezen? Kijk dan op cumela.nl/nieuws.
Een deel van de Cumela-leden werkt regelmatig in één van de ons omringende landen. Hoewel de meeste landen, net als Nederland, lid van de EU zijn, doe je er verstandig aan om niet ‘zo maar’ de grens over te steken. Elk EU-land mag bepaalde regelgeving zelf invullen. Daarom heeft Cumela voor haar leden twee praktische stappenplannen samengesteld voor Duitsland en België. Voor de overige landen in Europa kun je contact opnemen met de Ondernemerslijn.
VOORZITTER - ONDERNEMEN MET CUMELA
WAT KWAM JIJ TEGEN IN HET WERK?
CUMELA VERZEKERINGEN GAAT SAMENWERKEN MET STIGAS Vanaf 1 januari 2022 kunnen klanten van Cumela Verzekeringen kiezen voor verzuimbegeleiding door Stigas. Cumela Verzekeringen werkt al samen met arbodiensten ArboNed en HCS en voegt Stigas hier als derde arbodienst aan toe. De samenwerking is aangegaan op basis van gezamenlijke belangen: sectorspecialisatie, persoonlijk contact en korte lijnen.
De dagen worden korter, de winter staat alweer voor de deur. Voor de meesten van ons een tijd van bezinning. Wat passeerde er in het jaar dat voorbij raasde? Onder andere explosief gestegen brandstofprijzen, indexaties op reparatie en onderhoud, een personeelstekort op de piekmomenten en opdrachtgevers zonder geduld. Waarschijnlijk zul je je hier wel in herkennen. De wens voor kalenderlandbouw komt zowaar overeen met wat in cultuurtechnische onderhoudswerken al jaren gebeurt, namelijk bestekken volhangen met data.
‘NA DE BOUWVAK MOET ALLES TEGELIJK EN IN ACHT WEKEN KLAAR’
BRANCHES WILLEN ÉÉN VEILIGHEIDSSYSTEEM Cumela en nog elf andere brancheorganisaties vinden de invoering van de Veiligheidsladder een te forse administratieve en financiële last. Ook zijn ze bang voor conflicten bij de naleving en de handhaving bij toekomstige aanbestedingen. “In de toekomst moet dit anders en moeten zaken beter met branches worden afgestemd”, zo stellen de organisaties. Ook willen ze dat alle losse veiligheidsinitiatieven, zoals de Veiligheidsladder en VCA, worden gecombineerd tot één systeem. Die oproep volgde nadat de brancheorganisaties die betrokken zijn bij de bouw bij elkaar kwamen. Dat gebeurde op initiatief van Cumela.
ANDER BELANGRIJK NIEUWS • • • •
Checklists voorkomen bodemverdichting Nieuwe GMP-norm (Good Manufacturing Practice) Vrouwen-VIP-dagen op 16 en 17 november 2021 Fysieke bijeenkomsten weer mogelijk!
Voor de bouwvak kun je het werk met twee vingers in de neus aan, na de bouwvak moet alles tegelijk en in acht weken klaar. Dit is met alleen Nederlanders niet te regelen. Een oplossing voor ons was het inschakelen van Roemeense krachten voor het simpele handmatige werk, puur om de pieken op te vangen. Waar je dan weer tegenaan loopt, is het verkrijgen van certificaten voor deze medewerkers. Hierbij kun je denken aan VCA, Flora & Fauna, BRL verkeersmaatregelen en ga zo maar door. Ook de aanschaf van nieuwe machines moet tegenwoordig minimaal een half jaar van tevoren. Hoe bepaal je dan de uurprijs? Vroeger kon je met bepaalde machines gemakkelijk vijftien jaar doen, maar wat is nu de afschrijvingsperiode? De milieunormen en alternatieven vliegen ons om de oren, maar welke techniek is inmiddels op al onze machines toepasbaar? Ik hoor ook ondernemers die door toenemende regeldruk het plezier in het ondernemen verliezen. Een uitspraak die ik tegenkwam: “Tegenwoordig gaat het niet meer om de kwaliteit van het werk, maar om op papier aan de wensen van auditoren te voldoen, zodat ze het kruisje bij het juiste vakje kunnen zetten.” Genoeg stof om eens met elkaar in gesprek te gaan tijdens de Inspiratiedagen 2022. Zie ik jou daar? Herbert van Regteren voorzitter jongerenbestuur
ELK NUMMER LATEN WE VIA DEZE COLUMN EEN VOORZITTER VAN CUMELA AAN HET WOORD GRONDIG 9 2021
61
ONDERNEMEN MET CUMELA - TOOLBOX VOOR MEER INFO OVER VEILIG WERKEN, KIJK OP WWW.AGROARBO.NL.
Tekst: Corina van Zoest-Meester, beleidsmedewerker arbo Foto’s: Cumela Communicatie
Voorkom inademen van kwartsstof
TIPS EN VUISTREGELS VOOR DE TOOLBOXMEETING
Kwartsstof kun je beter niet inademen. Werk daarom verstandig en zorg dat je weet wat je moet doen om longziekten te voorkomen.
ALLE TOOLBOXEN ZIJN OOK DIGITAAL TE GEBRUIKEN VIA DE VEILIG VAKWERK-DIENST. GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR VEILIGVAKWERK.NL 62
GRONDIG 9 2021
CAO & ZO - ONDERNEMEN MET CUMELA
WAT IS KWARTSSTOF? Kwarts zit in zand, stenen en graniet. Het zit ook in bouwmaterialen, zoals bakstenen, tegels, beton en mortel. (Kalk)zandsteen en beton hebben een hoog kwartsgehalte. Kwartsstof bestaat uit kleine scherpe deeltjes die wisselend zijn van grootte. De uiterst kleine deeltjes zweven door de lucht en kunnen door jou worden ingeademd. Ze worden niet tegengehouden door je slijmvliezen en ook niet uitgehoest en dat is een probleem. Komen de kleine en scherpe deeltjes in de longen, dan veroorzaken ze littekentjes. Pas na ongeveer tien tot twintig jaar merk je de effecten daarvan. Denk dan aan benauwdheid en kortademigheid, maar ook silicose (stoflongen) en longkanker. Helaas is de opgelopen longschade niet meer ongedaan te maken.
WANNEER KOM IK ERMEE IN AANRAKING? Kwartsstof komt vrij bij koppen snellen, het slijpen en zagen van stenen, de overslag van afval, het storten van zand, het vegen van vloeren, het breken van puin, het werken bij het spoor en meer van dit soort werkzaamheden.
WANNEER IS KWARTSSTOF GEVAARLIJK? Adem je urenlang en elke dag weer droge grond of zandstof in, dan is dat ongezond voor je, maar bijvoorbeeld een dagje naar het strand vormt geen probleem. Pas wanneer de gemiddelde hoeveelheid kwartsstof boven de 0,075 milligram per kubieke meter komt, wordt het gevaarlijk. Dit wordt berekend over acht uur.
EEN RITUELE DANS?
De cao-onderhandelingen zijn weer gestart en de uitdagingen voor de sector zijn groot. Er is veel onzekerheid in de markt omtrent het werk en wat de agrarische sector boven het hoofd hangt, maar ook over het tekort aan personeel. Werkgevers zetten dan ook in op een cao die zekerheid en rust biedt. De voorstellen van de vakbonden bevatten veel landelijke thema’s die niet in onze sector spelen. Daarnaast zijn onder andere voortzetting van de PAWW, het opzetten van een zwaarwerkregeling en natuurlijk een substantiële loonsverhoging belangrijke onderwerpen voor de vakbonden. Onze voorstellen zijn wat creatiever. Wij zoeken naar uitruil van arbeidsvoorwaarden om zo de sector aantrekkelijk te maken. Een loonsverhoging hoort daar ook bij, maar wel rekening houdend met de onzekerheid van onze markt.
TIPS EN VUISTREGELS • Zorg ervoor dat je zo min mogelijk stof maakt. - Bij stenen: knip stenen of zaag nat. - Bij grondbewerkingen: bevochtig de grond. - Gebruik een industriële stofzuiger (met HEPA-filter) in plaats van een bezem of bevochtig de vloer voor het vegen. - Houd je cabine schoon, gebruik laarzenpinnen. • Houd stof buiten je lichaam: - Werk met een overdrukcabine. - Houd de ramen en deuren van de cabine gesloten. Zorg dat de filters werken. - Draag adembescherming met een P3-filter als het werk toch stoft. - Zorg dat de wind in je voordeel werkt bij bijvoorbeeld het uitblazen van filters of het verrichten van stoffige werkzaamheden. • Laat je longen regelmatig onderzoeken. Maak gebruik van het preventief medisch onderzoek (PMO) of het preventiespreekuur.
‘WIJ ZOEKEN NAAR UITRUIL VAN ARBEIDSVOORWAARDEN OM ZO DE SECTOR AANTREKKELIJK TE MAKEN’
De eerste twee dagen van onderhandelen worden dus vooral gekenmerkt door het stellen van vragen en het ontvangen van een nadere toelichting op de voorstellen. Een rituele dans wellicht, maar wel nodig om te bepalen of we nu de chachacha of de Weense wals dansen. We hopen de volgende keer een aantal afspraken te kunnen vastleggen.
Jacqueline Tuinenga Beleidsmedewerker sociale zaken
GRONDIG 9 2021
63
ONDERNEMEN MET CUMELA - RVDM
Offline werken en testen VEEL STAPPEN GEZET IN ONTWIKKELING RVDM
Het afgelopen half jaar is er veel gebeurd in de ontwikkeling van het rVDM, het nieuwe digitale Vervoersbewijs Dierlijke Mest. Helaas gingen de ontwikkelingen te traag om het dit voorjaar te kunnen testen, maar ondertussen zijn er toch een paar onderdelen van het rVDM getest. Hoog tijd dus om je weer bij te praten.
‘DE AFSPRAAK IS DAT DE SYSTEMEN VAN DE LEVERANCIERS VAN MESTSOFTWARE OOK OFFLINE MOGEN WERKEN’ 64
GRONDIG 9 2021
Wekelijks wordt er sinds eind 2020 met de sector en de leveranciers van mestsoftware overlegd over de ontwikkeling van het rVDM. Het is heel goed dat er een intensieve samenwerking is ontstaan tussen de sector en de uitvoerende partijen. Toch bleven er in het voorjaar nog veel vragen onbeantwoord. Eén van de belangrijkste vragen die wij vanuit de sectoren al vanaf het begin stelden, is: wat doen we als de benodigde internetverbin-
dingen uitvallen? Het kan in onze ogen niet zo zijn dat het mesttransport dan stil komt te staan. Uiteindelijk hebben we als sectorpartijen vlak voor de zomer het vertrouwen opgezegd in de ontwikkeling van het rVDM. Veel belangrijke vragen bleven onbeantwoord en op een heel aantal punten vonden wij de uitwerking te veel van de praktijk afstaan en onwerkbaar. Hierin speelde ongetwijfeld ook mee dat alle overleg digitaal plaatsvond.
RVDM - ONDERNEMEN MET CUMELA
IN DE HOGEDRUKPAN Bestuurlijk hebben we toen de opdracht gekregen om in een maand tijd een probleemanalyse te maken met voorstellen voor oplossingen. We hebben er gezamenlijk, zowel sector als overheid, voor gekozen om deze probleemanalyse in fysieke vergaderingen te gaan maken. Heel bijzonder om voor het eerst mensen in levenden lijve te zien met wie je al meer dan een jaar digitaal overlegt. Deze fysieke ontmoeting gaf ook de energie en het vertrouwen om met elkaar te werken aan een zo goed mogelijk resultaat. De verschillen van inzicht waren groot, dus de druk om oplossingen te vinden, was ook hoog. Na drie lange besprekingen waarin allerlei meer en minder gedetailleerde problemen zijn geanalyseerd, hadden we een lange reeks van mogelijke oplossingen. Voor alleen al het probleem dat internetverbindingen er niet zouden zijn, hadden we veertien verschillende oorzaken en evenzovele oplossingen. Vanuit de sector hebben we toen aangegeven dat ook dat niet werkbaar zou zijn. We willen een eenvoudige en vrijwel altijd werkbare oplossing.
DE ONTWIKKELING VAN HET RVDM IS VEEL INGEWIKKELDER DAN VOORAF DOOR HET MINISTERIE WERD GEDACHT.
MELD JE AAN ALS TEST- OF PILOTBEDRIJF Aanmelden als test- of pilotbedrijf kan nog steeds door een e-mail te sturen naar hverkerk@cumela.nl. We hebben het afgelopen halfjaar in de belangenbehartiging rond het rVDM veel problemen kunnen oplossen. We blijven hard werken aan een goed uitvoerbaar, praktisch en betrouwbaar systeem.
zorgen dat er bij de brede invoering geen grote problemen ontstaan. In de zomer is er voor een heel beperkt onderdeel van het rVDM een eerste test bij drie mestvervoerders gedaan. Hier is door LNV veel van geleerd. Ook als Cumela hebben we daar wat van opgestoken. Ons beeld is nu al dat een mestvervoerder (zeker een geregistreerde mestvervoerder) bij invoering van het rVDM niet meer zonder mestsoftware kan. De bruikbaarheid van het rVDM-systeem van de overheid voor een mestvervoerder is in de praktijk zo gering, dat wij dat onverantwoord achten. In de komende maanden worden er door LNV steeds meer onderdelen van het rVDM opgeleverd. Als Cumela willen we steeds nauw betrokken zijn bij het testen van deze onderdelen. Waar nodig zullen we daarbij ook een beroep op de leden doen om mee te doen aan testen.
BREDE PILOT Vanuit de mestvervoerder gedacht kijk je er ook anders tegenaan. Hij weet niet welke verbinding het niet doet, maar alleen dat het systeem niet werkt. Uiteindelijk hebben we kunnen afspreken dat de systemen van de leveranciers van mestsoftware ook offline mogen werken, dan ook unieke rVDM-nummers kunnen uitgeven en dat die gegevens dan later (als er weer wel werkende verbindingen zijn) alsnog worden ingediend. Mocht ook het offline-systeem niet werken, dan kan er in het uiterste geval gebruik worden gemaakt van de huidige papieren VDM’s. Natuurlijk vindt er wel controle plaats of er terecht gebruik is gemaakt van de offline- of de papieren versie. Deze oplossing is nu ook door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) geaccepteerd en daar zijn we blij mee.
Het is de planning om na de voorjaarsbemestingspiek van 2022 een brede pilot te organiseren. Ook bij de brede pilot zal Cumela nauw betrokken zijn. Daarna is er een periode gepland waarin alle leerervaringen nog kunnen leiden tot aanpassingen. Vanaf welke datum het nieuwe rVDM dan echt voor iedereen in werking treedt, is nu niet duidelijk. Demissionair minister Schouten schreef onlangs in een brief aan de Tweede Kamer dat de voorbereidingen gericht zijn op inwerkingtreding per 1 januari 2023. Besluitvorming over de definitieve datum laat zij over aan het nieuwe kabinet. Wel is met LNV afgesproken dat de overgang plaatsvindt in een periode waarin elk bedrijf op zijn eigen tijd overstapt op het nieuwe systeem en ook is afgesproken dat die periode niet in een bemestingspiek mag liggen.
DOORLOOPTIJD De ontwikkeling van het rVDM is veel ingewikkelder dan vooraf door LNV werd gedacht. Tevens hecht zowel LNV als de sector heel sterk aan een uitgebreid en goed testprogramma, om ervoor te
Tekst: Hans Verkerk, beleidsmedewerker meststoffendistributie Foto’s: Cumela Communicatie
GRONDIG 9 2021
65
Van der Jagt cultuurtechniek BV, heeft het verplanten van bomen overgenomen van Otto Brienissen. Pieter van der Jagt tel: 06 - 40 13 77 43 (Planning) info@vanderjagtbv.nl
Rob Wijnholts Schelphorst 30 tel: 06 - 83 61 77 33 (Kantoor) 1771 SL Wieringerwerf factuur@vanderjagtbv.nl www.vanderjagtbv.nl
Voorperskamer elektronisch verstelbaar voor een optimale vulling Langer perskanaal voor nog beter gevormde balen Unieke reiniging met overdruk dankzij KRONE PowerClean
Maximaal comfort, langere levensduur De 5e generatie KRONE BiG Pack – Veelzijdig inzetbaar, onder alle omstandigheden. Noord-Nederland: Marc Berghuis – 06 51 34 68 41 Zuid-Nederland: Ad van den Hurk – 06 53 24 19 18
www.krone-nederland.nl
EXPORT VAN MEST EN DIGESTAAT - ONDERNEMEN MET CUMELA
Het mag wel, maar doe het niet
EXPORT VAN DIGESTAAT EN DRIJFMEST NAAR FRANKRIJK
Vanuit Nederland exporteren we ook verwerkte mest naar onder meer Frankrijk. Hoewel het exporteren van digestaat en drijfmest van Nederland naar Frankrijk volledig conform de Europese én Nederlandse wet- en regelgeving is, staat de Franse wetgeving de toepassing ervan in de weg. Ons advies: doe het niet.
Voor de export van gehygiëniseerd digestaat en gehygiëniseerde drijfmest naar Frankrijk gelden specifieke regels. Beide mogen op basis van de Dierlijke Bijproductenverordening naar Frankrijk worden vervoerd, maar ze mogen volgens een Franse NFU-norm niet zonder nacompostering op Franse landbouwgrond worden toegepast. Dit nacomposteren is onmogelijk voor vloeibaar digestaat of vloeibare mest. Het lijkt erop dat niet alle Franse boeren hiervan de op de hoogte zijn,
hetgeen mogelijk wordt veroorzaakt door het feit dat er binnen Frankrijk andere regels gelden. Franse vergisters kunnen namelijk wel digestaat op Franse landbouwgrond brengen zonder dat nacompostering nodig is. Je zou kunnen zeggen: wij mogen het digestaat en de drijfmest exporteren naar Frankrijk en het is het probleem van de Franse boer als hij dat niet mag toepassen. Dan moet die zijn huiswerk maar GRONDIG 9 2021
67
ONDERNEMEN MET CUMELA - EXPORT VAN MEST EN DIGESTAAT
Digestaat mag officieel naar Frankrijk, maar aanvullende lokale eisen verhinderen dat. Voorkom problemen en doe het dus niet.
beter doen. Daar zit zeker wat in, maar tegelijkertijd zitten daar ook risico’s aan. Niet alleen juridische risico’s (daarover hierna meer), maar ook de positie van Nederland als exportland en mogelijke consequenties voor andere exportproducten. De Nederlandse veehouderij en in het bijzonder de varkenshouderij is voor de afzet van het mestoverschot sterk afhankelijk van export naar Frankrijk. Dat land is (in kilogrammen fosfaat) inmiddels de grootste afzetmarkt voor mestproducten. In het belang van deze afzet is het daarom niet verstandig je van de ‘domme te houden’. We hebben als hele agrarische sector, inclusief de meststoffendistributie, een groot belang bij de afzet van mestverwerkingsproducten in Frankrijk. Deze exportpositie zouden we niet in gevaar moeten brengen door onverstandige keuzes.
KLACHT FRANSE BOER De Franse boer zou natuurlijk wel kunnen klagen bij de Nederlandse exporteur dat hij iets heeft gekocht wat hij volgens de Franse wetgeving vervolgens niet mag gebruiken. Wanneer de Franse boer kan aantonen dat de Nederlandse exporteur kennis had van deze regelgeving, maar daar niet voor heeft gewaarschuwd, lijkt de Franse boer een goed punt te hebben (civielrechtelijk). De vordering van de Franse boer moet in beginsel naar het Nederlandse recht worden beoordeeld. Dit volgt ofwel uit de overeenkomst of uit de algemene voorwaarden waarin de partijen het Nederlandse recht van toepassing hebben verklaard (tenzij expliciet het Franse recht van toepassing is verklaard), ofwel uit het Europese recht, waarin is bepaald dat het recht van het land van de dienstverlener van toepassing is.
JURIDISCHE RISICO’S Stel nu dat de Franse boer na levering bij jou begint te klagen dat hij het digestaat of de drijfmest uit Nederland niet mag toepassen op zijn land. Wat doe je dan? Het is allereerst van belang om onderscheid te maken tussen de verschillende regels en voorschriften. Enerzijds hebben we te maken met nationale toezichthouders en wet- en regelgeving (bestuursrecht) en anderzijds met contractuele afspraken tussen twee zakelijke partijen: de Franse boer en de Nederlandse exporteur (civiel recht). Het exporteren van het digestaat is toegestaan op grond van de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving, waardoor handhaving van toezichthouders vooralsnog niet te verwachten valt (bestuursrechtelijk). Daarom gaan we daar in dit artikel niet verder op in.
68
GRONDIG 9 2021
‘DE AGRARISCHE SECTOR HEEFT EEN GROOT BELANG BIJ DE AFZET VAN MESTVERWERKINGSPRODUCTEN IN FRANKRIJK’ In het Nederlandse recht kennen we contractvrijheid. Dit betekent dat partijen in principe vrij zijn om te bepalen met wie zij een overeenkomst sluiten en wat er in een overeenkomst wordt opgenomen. En wat je belooft, moet je nakomen. Daarbij maakt het dus verschil of je enkel transporteur bent of ook de verkoper, want zij maken verschillende beloftes.
EXPORT VAN MEST EN DIGESTAAT - ONDERNEMEN MET CUMELA
UITZONDERING De Franse boer mag wel gehygiëniseerd digestaat of gehygiëniseerde drijfmest uit Nederland toepassen wanneer het Franse ministerie van Landbouw een ‘homologation’ heeft afgegeven. Het verkrijgen hiervan is echter ingewikkeld.
TRANSPORTEUR EN VERKOPER Een transporteur is alleen verantwoordelijk voor het verzorgen van het transport en niet zozeer voor wat hij levert (behalve als er tijdens het transport wat zou gebeuren). Een mesttransporteur kan in beginsel op grond van de Nederlandse wet dan ook niet door de Franse boer worden aangesproken op het feit dat het digestaat en de drijfmest niet mogen worden toegepast in Frankrijk. Wanneer de transporteur ook de verkoper is van het digestaat of de drijfmest is de transporteur dus ook op de hoogte van het feit dat het digestaat of de drijfmest niet is nagecomposteerd. De vraag die dan volgt, is natuurlijk of de transporteur bij de Franse boer moet melden dat die de mest niet kan toepassen. Bij het sluiten van een overeenkomst geldt voor de koper een onderzoeksplicht. Dat houdt in dat de koper aan de verkoper moet vragen of het product geschikt is voor wat hij ermee wil doen. De verkoper heeft op zijn beurt een informatieplicht. Hij moet vertellen wat hij weet van het product. Conform artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek dient de afgeleverde zaak te beantwoorden aan de overeenkomst, waarbij de aard van de zaak en mededelingen die de verkoper heeft gedaan een rol spelen. In elk geval mag de koper verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik nodig en voldoende zijn. Concreet betekent dit dus ook dat van belang is wat partijen zijn overeengekomen. Is bij of tijdens het sluiten van de overeenkomst duidelijk gemeld wat de kwaliteit van het geleverde digestaat of drijfmest is - bijvoorbeeld door ook expliciet te melden dat niet is nagecomposteerd - dan zal in elk geval geen sprake zijn van een wanprestatie omtrent hetgeen is geleverd. Bij een wanprestatie is de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser lijdt door elke tekortkoming in de nakoming van de overeengekomen
verbintenis vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend.
PLICHTEN KOPER EN VERKOPER Is het feit of er is nagecomposteerd door de verkopende partij in het midden gelaten, dan kan de vraag opkomen of de verkoper hiervoor had moeten waarschuwen. Weegt de mededelingsplicht van de verkoper zwaarder of de onderzoeksplicht van de koper? Wanneer een verkoper bekend is met informatie die relevant is voor de verwachtingen van de koper met betrekking tot de eigenschappen en bestemming van de zaak, dan moet de verkoper de koper hiervan op de hoogte te stellen. Doet de verkoper dit niet, dan kan aan een koper niet worden tegengeworpen dat er onvoldoende onderzoek is gedaan, zelfs niet als diezelfde koper onvoorzichtig is geweest. Hier kan echter een uitzondering op worden gemaakt onder bijzondere omstandigheden, zoals een deskundige en ervaren koper.
‘ONS ADVIES: MELD EXPLICIET BIJ JE FRANSE KLANTEN DAT DE MEST NIET IS NAGECOMPOSTEERD’ In dit geval hebben we het over een Nederlandse verkoper en een Franse koper, allebei deskundige partijen. Het zal niet zonder meer van een Nederlandse verkoper kunnen worden verwacht dat hij een Franse boer wijst op de lokale regels omtrent het toepassen van digestaat. De verkoop en het transport an sich zijn immers toegestaan. En het uitzoeken van Franse regels en uitzonderingen is niet eenvoudig. Daarnaast kost het starten van een internationale civiele procedure veel tijd en geld. Dat kan een drempel vormen, maar is zeker wel mogelijk. Eerlijkheid siert de mens. Daarom is ons advies: meld expliciet bij je Franse klanten dat de mest niet is nagecomposteerd en voorkom nare en ingewikkelde juridische discussies.
Tekst: Geralde Bouw-van de Bunt, adviseur juridische & GWW-zaken
GRONDIG 9 2021
69
Een machine diversen materialen.
Pers-wikkelcombinatie LT-Master & VARIO-Master Persbare materialen
• Mais • CCM • Luzerne • Industriële Hennep • Bietenpulp • Mengvoer / Gemixt product • Gras • Graan Product - GPS • Diversen Produkten
UW CONTACTPERSOON | Frank Eugelink Mobil: +31 (0) 6 270 430 53 | E-Mail: frank.eugelink@goeweil.com www.goeweil.com
Exclusief TEBBE importeur voor Nederland LMC Gennep BV • Wolfdijk 18 • 5386 JC Geffen • T: 0485-511605
Ook uit te voeren met taakkaart strooien (Vamil/Mia)
www.lmcgennep.nl
SERIE OMGEVINGSWET - ONDERNEMEN MET CUMELA
Participeren kun je leren
VERPLICHT ONDERDEEL IN OMGEVINGSWET
Zodra de Omgevingswet is ingegaan, moet je als bedrijf laten zien dat participatie is toegepast wanneer je een vergunning aanvraagt of een omgevingsplan wilt wijzigen. Participatie is daardoor een belangrijk aspect geworden. Hoe dit nu zit en hoe het participeren eruit moet zien, lichten we hier toe. Participatie: ‘het hebben van aandeel in iets, deelname’. In de Omgevingswet is een participatieve aanpak nog wat ruimer omschreven en wel als volgt: “het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen) bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit.” Het idee achter de participatie is dat de omgeving in een vroeg stadium wordt betrokken bij een nieuwe ontwikkeling of een wijziging. Het geeft de mogelijkheid om meer informatie in te winnen, een reactie te geven of om voorstellen te doen waarbij het project en de omgeving beter op elkaar worden afgestemd. Dit contact met de omgeving kan leiden tot meer begrip tussen de initiatiefnemer en de omgeving en tot het creëren van draagvlak vóór het besluit kenbaar wordt gemaakt. Zo wordt voorkomen dat zienswijzen en bezwaar- en beroepsprocedures vertraging opleveren in het proces naar een besluit.
wordt ook toegepast op een project. Als het breken van puin wordt toegevoegd, zal een ruimere omgeving bij de participatie worden betrokken dan bij het plaatsen van een nieuwe bedrijfshal. Ook de omgeving van het project speelt hierbij een rol. Zo kan de locatie gelegen zijn in het landelijke buitengebied, aan de rand van een dorpscentrum of nabij een school of een zorginstelling. Een goede afweging begint met beoordelen van wat het effect van het project kan zijn. In het contact met de omgeving is het goed om uit te leggen wat de reden is dat het project wordt uitgevoerd. Geef ook aan welke maatregelen of keuzes al zijn gemaakt om de effecten naar de omgeving tot een minimum te beperken. Eventuele opmerkingen kunnen worden verzameld en worden beoordeeld of deze toepasbaar zijn voor het project. Het is uiteindelijk niet verplicht om de bijdragen van de omgeving toe te passen. Wel moet uiteindelijk worden gemotiveerd wat met de uitkomsten van de participatie is gedaan.
SERIE: OMGEVINGSWET De overheid streeft ernaar om op 1 juli 2022 de nieuwe Omgevingswet in werking te laten treden. In aanloop naar die datum gaan we in elke editie van Grondig in op de ontwikkelingen en de bijzonderheden die deze wet met zich meebrengt.
TIJDIG IN CONTACT HOE DAN? Voor het indienen van een aanvraag onder de Omgevingswet is het verplicht om aan te geven of aan participatie is gedaan en zo ja, op welke wijze en wat de uitkomsten zijn. Verder zijn er geen eisen opgenomen ten aanzien van de vorm, de omvang van de omgeving of de acties die na de participatie moet worden uitgevoerd. De mate van participatie hangt af van de invloed van het besluit of het project op de omgeving. Het kan zijn dat voor een wijziging die geen effect heeft op de omgeving geen participatie wordt gevolgd. Het is geen verplichting van de Omgevingswet. Wel kan de gemeenteraad in een omgevingsplan voorwaarden opnemen dat in bepaalde situaties (zogenaamde buiten omgevingsplanactiviteiten) participatie wél verplicht is. Ditzelfde
Je hoeft als initiatiefnemer niet te wachten tot de Omgevingswet in werking treedt. Ook in de huidige situatie kiezen onze leden ervoor om tijdig in contact met de omgeving te komen. Hierdoor ontstaat op zijn minst meer inzicht van beide kanten. De ondernemer leert hoe de omgeving naar het bedrijf kijkt en de omgeving krijgt meer informatie over waarom bepaalde wijzigingen worden aangevraagd.
Tekst: Tom Luttikhold, juridisch adviseur omgevingsrecht
GRONDIG 9 2021
71
ONDERNEMEN MET CUMELA - VAKANTIEDAGEN
Werkgever moet actief aan de slag
INFORMATIEPLICHT OVER OPENSTAANDE VAKANTIERECHTEN
Vervallen vakantiedagen van werknemers na een vastgestelde periode of moet je als werkgever hiermee actief aan de slag om te voorkomen dat het nare financiële gevolgen heeft voor jouw bedrijf? We kijken mee met een praktijkvoorbeeld, want het is heel belangrijk om dit goed op te pakken.
‘IN PRINCIPE GELDT ER VOOR DE WETTELIJKE VAKANTIEDAGEN EEN VERVALTERMIJN VAN ZES MAANDEN’
72
GRONDIG 9 2021
Op basis van de wet hebben werknemers over elk jaar waarin zij recht op loon hebben ook recht op vakantie met behoud van loon. Dit geldt voor een periode van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Als een werknemer korter dan één jaar in dienst is, wordt de aanspraak naar rato berekend, wat betekent dat het percentage dat iemand werkt ook wordt toegepast op de vakantiedagen. Ook parttimers hebben deze rechten naar rato. Veel werknemers hebben boven op het wettelijk minimum van vier maal de bedongen arbeids-
duur per week recht op extra vakantiedagen, de zogenaamde bovenwettelijke vakantiedagen. In principe geldt er voor de wettelijke vakantiedagen een vervaltermijn van zes maanden. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen geldt deze vervaltermijn niet. Op deze dagen is een verjaringstermijn van vijf jaar van toepassing. Wat gebeurt er als de werknemer zich niet bewust is van de opstaande vakantierechten en de gevolgen van het niet opnemen van de vakantiedagen? Vervallen of verjaren die vakantiedagen dan toch? Heeft de werkgever hier een actieve
VAKANTIEDAGEN - ONDERNEMEN MET CUMELA
informatieplicht? Onlangs heeft de rechtbank Noord-Holland hier een uitspraak over gewezen, waarin de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie ook wordt behandeld.
informeren, komt het recht op vakantie en/of een financiële vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen niet te vervallen.
DWINGEND KARAKTER EEN PRAKTIJKVOORBEELD In de periode van oktober 2011 tot juli 2020 werkte een werknemer op oproepbasis voor Network Netherlands BV. Door het coronavirus vielen de werkzaamheden voor het bedrijf begin 2020 stil, waardoor de werknemer niet meer werd opgeroepen. Omdat de werknemer per 1 juli 2020 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, zegde Network Netherlands de arbeidsovereenkomst met de werknemer rechtsgeldig op. Waar de partijen het niet over eens konden worden, was het wel of niet hebben van recht op uitbetaling van de niet genoten vakantiedagen over de jaren 2011 tot en met 2014. Allereerst voert Network Netherlands aan dat de werknemer niet werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst. De werknemer weerspreekt dat door naar voren te brengen dat hij de werkzaamheden persoonlijk moest uitvoeren en daarbij ook de aanwijzingen en instructies van Network Netherlands moest opvolgen. De kantonrechter verwerpt dan ook het eerste verweer van het bedrijf en concludeert dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Het feit dat de planning van de werkzaamheden in onderling overleg tot stand kwam, maakt dat niet anders.
VERVAL- EN VERJARINGSTERMIJN De werknemer voert aan dat de verval- en verjaringstermijn buiten beschouwing dienen te worden gelaten, omdat Network Netherlands niet heeft aangetoond dat het bedrijf hem op enig moment op de opgebouwde vakantie-uren heeft gewezen. Network Netherlands betwist dat en stelt zich op het standpunt dat de opgebouwde vakantie-uren zijn vervallen, omdat het opnemen van vakantie-uren in de situatie van de werknemer geen nuttig effect zou hebben gehad. Wel erkent Network Netherlands dat zij de werknemer niet heeft gewezen op het recht op (en verval van) vakantiedagen. Ook de werknemer was daar tot begin 2020 niet van op de hoogte. Het Europese Hof van Justitie heeft op 6 november 2018 twee uitspraken gewezen waarin is bepaald dat een werkgever de werknemer tijdig en op nauwkeurige wijze moet informeren over zijn of haar vakantierechten en het moment waarop de vakantierechten vervallen, zodat de werknemer daar nog op tijd gebruik van kan maken. Als de werkgever nalaat om de werknemer actief te
Het recht op jaarlijks vakantie met behoud van loon is een wezenlijk beginsel van de Europese Unie en heeft ook een dwingend karakter. Alle werknemers kunnen een rechtstreeks beroep doen op dit beginsel, zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Network Netherlands kan geen beroep doen op verval of verjaring van vakantiedagen. De kantonrechter oordeelt dat nu Network Netherlands de werknemer niet over zijn vakantierechten heeft geïnformeerd, de werknemer niet in staat heeft gesteld de vakantiedagen op te nemen en hem ook niet heeft gewezen op de gevolgen van het niet opnemen van de vakantiedagen het bedrijf ook geen beroep kan doen op het vervallen of de verjaring van de vakantiedagen. Dit heeft dan ook tot gevolg dat de vordering van de werknemer tot betaling van de opgebouwde vakantie-uren vanaf 1 oktober 2011 tot 1 januari 2015 wordt toegewezen. Wel matigt de kantonrechter de verzochte wettelijke verhoging naar twintig procent.
‘BEWAAR DE DOCUMENTEN OF E-MAILS WAARIN JE DE WERKNEMER EROP WIJST DAT VOOR DE BOVENWETTELIJKE VAKANTIEDAGEN DE VERVALTERMIJN NIET GELDT’
ACTIEF EN OP TIJD INFORMEREN Deze uitspraak bevestigt nog maar eens dat het belangrijk is voor werkgevers om hun werknemers actief en op tijd te informeren over hun vakantierechten en erop te wijzen dat zij hun vakantiedagen verliezen als zij deze niet binnen de gestelde termijn opnemen. Doet een werkgever dat niet, dan komen de vakantiedagen niet te vervallen. De werkgever zal dan de vakantiedagen op een later moment alsnog moeten toekennen of zelfs moeten uitbetalen als de arbeidsovereenkomst eindigt. Daarbij is het voor werkgevers belangrijk om erop te letten dat zij ook kunnen bewijzen dat zij hun informatieplicht zijn nagekomen. Bewaar dus de documenten of e-mails waarin je de werknemer hierop wijst. Daarnaast blijkt uit de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie ook dat werkgevers hun werknemers daadwerkelijk de mogelijkheid moeten bieden om de vakantiedagen op te nemen.
Tekst Jacqueline Tuinenga, beleidsmedewerker sociale zaken Foto’s: Cumela Communicatie en Pexels
GRONDIG 9 2021
73
ONDERNEMEN MET CUMELA - BEDRIJVIG
ONDERNEMEN MET CUMELA - COLUMN
VRAAG AAN DE ONDERNEMERSLIJN
Wanneer krijgt een medewerker reiskostenvergoeding? Een medewerker heeft recht op een reiskostenvergoeding wanneer de afstand tussen de woning van de werknemer en de werkplaats of de plaats waar wordt gewerkt ten minste vijf kilometer bedraagt en hij een eigen vervoermiddel gebruikt. De reiskostenvergoeding is als volgt: • Bij een afstand van vijf tot en met tien kilometer (enkele reis) € 1,70 per dag. • Bij een afstand van elf tot en met vijftien kilometer (enkele reis) € 2,25 per dag. • Bij een afstand van meer dan zestien kilometer € 0,17 per kilometer. • Bij carpoolen in overleg met de werkgever € 0,31 per kilometer voor de werknemer die eigenaar is van de auto. Bij de vergoeding per dag wordt er gekeken naar de enkele reis en alleen de heenreis. Bij de vergoeding per kilometer wordt gekeken naar het totaal aantal kilometers. Bij verhuizing van de werknemer naar een verder van het bedrijf gelegen woonplaats bepalen werkgever en werknemer in onderling overleg de nieuwe afstandsvergoeding.
Vincent Tijms, Ondernemerslijn
HEB JE OOK EEN VRAAG? Stel je vraag aan de medewerkers van de Cumela Ondernemerslijn via telefoonnummer (033) 247 49 99 of het e-mailadres ondernemerslijn@cumela.nl
NIEUWE LEDEN Er zijn drie bedrijven ingeschreven als nieuw lid: • G J Infra BV | Zevenbergen • Nico Grond & Infra BV | Sprundel • HSM Verhuur- en Aannemingsbedrijf BV | Oegstgeest
KEN IK MIJN MEDEWERKER?
In het halfjaar dat ik inmiddels bij Cumela werkzaam ben, komt het personeel - of juist het tekort daaraan - in vrijwel elk bedrijfsbezoek ter sprake. Hoe vind en bind ik ( jong) talent en vakmanschap in een krappe arbeidsmarkt? Hoe kan ik mijn medewerkers vasthouden? Het is belangrijk om je te realiseren dat medewerkers bepaalde verwachtingen hebben over hun bijdrage aan de organisatie en wat zij hiervoor terugkrijgen. Deze verwachtingen staan niet zwart op wit en zijn vaak in grote mate subjectief. Medewerkers hebben nog wel eens moeite om goed uit te leggen hoe zij zich willen ontwikkelen en wat zij daarvoor nodig hebben. Onderzoek toont aan dat de best presterende bedrijven allemaal op een unieke manier omgaan met hun personeel en de waarde van het menselijk kapitaal binnen hun organisatie zeer serieus nemen. Wat deze bedrijven kenmerkt, is ‘practice what you preach’. In vacatures kom je vaak termen tegen als een plezierige werkomgeving, een uitdagende functie, ruimte voor ontwikkeling, meedenken enzovoorts. Daar is op zich niets mis mee, maar is er op korte, maar zeker ook op lange termijn daadwerkelijk sprake van een plezierige werkomgeving, voldoende uitdaging en ruimte voor het ontwikkelen en laten meedenken van de medewerker? Of is het daarvoor (nu) te druk? Elke overeenkomst tussen een werkgever en een medewerker is uniek. In de loop van de tijd wordt deze overeenkomst beïnvloed door acties van zowel de werkgever als van de medewerker. Acties die worden aangejaagd door een verandering van ambities en prioriteiten, maar hoe zit het door die verandering bijvoorbeeld met de persoonlijke behoeften, de wederzijdse verwachtingen en de balans tussen werk en privé? Ken ik mijn medewerkers nog écht? Hoe verloopt de samenwerking en zit die medewerker nog wel op zijn plek? Financieel gewin wordt vaak genoemd als één van de belangrijkste motivaties, maar dit is lang niet altijd bepalend voor de mate van inzet. Ik daag je uit om continu bezig te zijn met de verbinding van je mensen over wat zij nodig hebben en hen (nog) beter te leren kennen. Wees niet bang om een echte connectie aan te gaan! Tobias Barth bedrijvenadviseur
74
GRONDIG 9 2021
Inspiratiedagen 2022: We zijn erbij! 12 en 13 januari • Hotel Lumen We mogen de Inspiratie- en Jongerendagen weer organiseren! De voorbereidingen zijn in volle gang en veel is al geregeld. Op woensdag 12 en donderdag 13 januari vindt het evenement plaats in Hotel Lumen in Zwolle.
Het thema voor de Inspiratie- en Jongerendagen is: We zijn erbij! Als ondernemer, mens, vader, moeder óf partner, zijn wij erbij als:
We bezoeken twee cumelaondernemers die elk op een heel eigen manier bijdrage
• De dijken dreigen te bezwijken.
leveren aan de cumelasector:
• We de mais op het goede moment van het land
• Kooiker Zuigtechniek Staphorst B.V.
• weten te krijgen.
• Ten Hove Loon- en Grondverzetbedrijf in
• We onze sector op de kaart zetten bij lokale
• Kamperveen.
• bestuurders. • Onze kinderen een diploma uitgereikt krijgen.
En hij is erbij! Astronaut en ambassadeur van
• We vechten voor onze positie in het buitengebied.
de aarde André Kuipers. De eerste Nederlander
• Onze partner een feestje op het werk heeft.
met twee ruimtemissies op zijn naam. Met een
• Ons (land)bouwverkeer een kenteken krijgt.
indrukwekkende staat van dienst deelt hij een
• We bijdragen aan scholing van potentiele
schat aan ervaring en inzichten op het gebied
• medewerkers.
van technologie en innovatie met ons.
Noteer 12 en 13 januari in je agenda! Ga naar www.cumela.nl/inspiratiedagen en meld je aan! HIJ IS ERBIJ!
BEN JIJ ER OOK BIJ?
DLG-test*:
+ 16,3% Bewerkte oppervlakte – 16,8% Brandstofverbruik
Verbeter de prestaties, bespaar geld met CEMOS, het eerste en enige hulpsysteem, die de instellingen voor de tractor en werktuigen zoals cultivators en ploegen optimaliseert. − Optimaliseer de ballastering, de bandenspanning en alle aandrijfelementen, zoals motor en transmissie − Aanbevelingen voor meer dan 250 bodemomstandigheden en ploeginstellingen van alle toonaangevende fabrikanten − Zelflerend systeem dat continue blijft optimaliseren en zich aanpast aan uw werkzaamheden
* Met CEMOS wordt de capaciteit tot 16,3% vergroot en het brandstofverbruik tot 16,8% verlaagd. Meer info op cemos.claas.com
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)