COLUMN VOORJAAR 2022 GENTLEMEN'S WATCH
NACHTRIT N
a ongeveer twintig kilometer houdt de auto voor mij zijn snelheid in. Laat mij passeren, zodat ik aan kop rijd. Dan rijden we beiden door met dezelfde snelheid. We bereiken dezelfde afstand tot elkaar als voorheen. Ik merk dat mijn gaspedaal teruggaat en de auto achter mij naar de linkerbaan schuift en met een iets hogere snelheid de koppositie overneemt. Zo rijden we, steeds wisselend, allebei dezelfde kant op. We kennen elkaar niet, maar hebben een onbesproken manier gevonden om de rit vol te houden. We zijn bijna de enigen op dit stuk tussen Eindhoven en Antwerpen. Soms verschijnt er een vrachtwagen die ik en mijn metgezel met een synchrone beweging naar links inhalen. Net voor de stad neemt de ander een afslag en wanneer ik passeer langs de invoegstrook knipperen twee koplampen. Een teken van herkenning. Even waren we samen onderweg. Het is inmiddels bijna drie uur in de nacht wanneer ik de ring van de Vlaamse stad op rijd. Hier branden de lantaarnpalen weer en verlichten de huizen de horizon. Twee uur geleden lag ik nog in bed om tot de conclusie te komen dat ik toch niet kon slapen. Ik kon twee dingen doen: lui op de bank gaan hangen met de zoveelste Netflix serie waar ik in gestrand ben. Of de volgende ochtend wakker worden op een andere plek en wel zien waar de dag mij verder zou brengen. Ik koos dat laatste, gooide een paar dingen in mijn rugzak, boekte de Citybox in de stad, stak de sleutel in het contact en reed over het bosweggetje bij ons huis de nacht in. Misschien zit ik ook wel een beetje in een impasse. Ik wil beginnen aan een nieuw boek, maar kom er niet uit. Ik heb het idee wel in mijn hoofd zitten, heb het zelfs deels uitgewerkt. Echter; de eerste woorden op papier zetten vind ik lastiger dan ik dacht. Thomas zit in Zwitserland en thuis is het grauw en regent het hele dagen. Nu zou je kunnen beredeneren dat inspiratie niet per se te maken heeft met de plek waar je bent. En toch heb ik er last van. Met name wanneer de bomen kaal zijn en de blauwe hemel verder weg lijkt dan ooit tevoren. Aan de andere kant maak ik wel vaker zulke keuzes. Om op de meest onmenselijke tijden ergens naar toe te gaan. Opeens de bus pakken naar Berlijn of in de ochtend het vliegtuig naar een Zuidelijke staat. Het is niets nieuws. Maar om deze specifieke vreemde keuze te maken terwijl ik al in bed lig? Die is nieuw, zelfs voor mij. Ik erger me er niet aan, in tegendeel. Alles heeft een eerste keer en mijn nachtelijke avontuur op de snelweg biedt al meer inspiratie dan ik momenteel verder in mij heb zitten. In de ochtend loop ik langs de Komedieplaats om plaats te nemen in het café van het Toneelhuis. Het is zaterdag en langzaam wordt het drukker op straat. De Antwerpenaren lijken allemaal hun mooiste outfit te hebben aangetrokken en nemen plaats aan de tafels om mij heen. Ze bestellen croissants en koffie, lezen de krant of discussiëren druk over de staat van de huidige maatschappij. Er lijkt zoveel passie te zitten in deze mensen dat ik die begin over te nemen. Met goede moed loop ik naar Copyright, de kunstboekhandel, en begin te bladeren door boeken over de grootste meesters, modemerken, fotografen en creatievelingen. En opeens, nog niet eens een paar uur rijden van mijn impasse, begint mijn inspiratie weer te stromen. De ideeën in mijn hoofd beginnen vorm te krijgen. Was het praktisch om midden in de nacht te gaan rijden? Nee. Moet je soms gewoon gaan? Ja. Want soms moet je de meest onpraktische, onlogische keuze maken om tot de mooiste dingen te komen.
Thomas Olde Heuvelt en David Samwel zijn schrijvers en partners. Afwisselend schrijven zij een column voor Gentlemen’s Watch.
19