(ge) bouwen vanuit bodem en water
(ge) bouwen vanuit bodem en water
In lijn met een gebruik dat we over de laatste jaren ontwikkeld hebben bij ArtEZ, publiceren we ook dit jaar een overzicht van de twee lange ateliers die gedurende het najaar-semester uitgevoerd zijn. Deze ateliers gebruiken een overkoepelend thema om de periode van vijftien weken dat een lang atelier duurt, te structureren en te voorzien van inhoud. Behalve een inhoudelijke verkenning en verdieping worden de studenten gestimuleerd om zelfstandig te komen tot een vraagstelling en zich tegelijkertijd te oefenen in het compact formuleren en verbeelden van deelvragen binnen het gestelde thema. Beide ateliers doen dit op een eigen manier.
Het ene atelier, geconcipieerd en begeleid door architecten Bart van der Salm en Gerald Mulder, richtte zich op de conceptuele en beeldende kracht van het bouwkundige detail en hoe die een relatie kan aangaan met het landschap. Dit werk wordt in een afzonderlijke publicatie gepresenteerd. Het andere atelier zich richtte op de mogelijkheden die de bodem als inspirerende, belemmerende en dragende factor architecten kan bieden in actuele ruimtelijke vraagstukken.
De Romeinse bouwmeester Vitruvius beschreef in Boek 1 van zijn tractaat De Architectura al over het belang van de bodem1. Ook brengt hij de oude rituelen die we kennen als offers en haruspicatie in herinnering als methoden waarbij lokaal levende dieren dienen als gezondheidsindicatoren van voorgenomen bouwlocaties2. Het belang van een alertheid op bodem- en biotische-kwaliteiten voor de bouw van nederzettingen is dus bepaald niet nieuw; deze is hooguit tijdelijk uit het oog verloren.
Mede vanuit vraagstellingen vanuit het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie (SCI) en als vervolg op eerdere ateliers die zich richtten op klimaatadaptief ontwerpen, low (embedded) energy ontwerpen en multidisciplinaire workshops gericht op het post-human agency past
Voorwoord
dit atelier naadloos in een al jarenlange traditie bij ArtEZ die aansluiting zoekt bij actuele maatschappelijke vraagstukken.
Namens ArtEZ wil ik de docenten, deelnemende studenten, staf van de Master Architectuur en niet te vergeten onze grafisch vormgever Linda Swaap danken voor de inzet en hun bijdragen in de totstandkoming van deze publicaties.
Ady Steketee Coördinator atelieronderwijs
Arnhem, maart 2023
1 Vitruvius schrijft hier over de aanleg van stadsmuren ‘Bij de aanleg van de stadsmuren gelden de volgende grondregels. Ten eerste de keuze van de gezondste locatie. Deze moet hoog liggen, vrijd zijn van nevel en rijp, niet op een hete of koude hemelstreek zijn gericht maar op een gematigde; verder moet de nabijheid van moerassen worden vermeden.’ Vitruvius, Handboek bouwkunde, (vertaling door Ton Peters, 1997), Amsterdam, 4e druk 2003, p 39.
2 Even verderop ‘Onze voorvaderen waren namelijk gewoon op plaatsen waar versterkte steden of vaste legerkampen zouden worden aangelegd, eerst dieren die daar graasden te offeren en dan hun levers te onderzoeken. Als deze bij het eerste offer blauwachtig en aangetast bleken, slachtten ze andere dieren om zekerheid te krijgen of hun levers door een aandoening of door de slechte kwaliteit van het voer waren verziekt.’ Vitruvius, p 41
7 Inleiding atelier
ANALYSE
10 Een nieuwe laag op ondergrondse geheimen
ONTWERP
29 Accepteer het water
Joppe Kusters
Judith van Hoorn
Martin Hardeman
Ginn Maas
Lorenzo van Esch
49 De bodem als spons
Brenda Evink
Rob Janssen
57 Hoe hoger, hoe droger
Sophia Straub
Stef Hartman
Rinke Hendriks
69 Wat je niet beleeft, leer je ook niet kennen
Anouk Muller
Rozemarijn Koning
Sebastiaan Hubers
Inhoud
Inleiding Atelier
Bij de keuze voor nieuwe locaties voor woningbouw houden we in Nederland nog nauwelijks rekening met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering. Dat schrijft deltacommissaris Peter Glas op 8 december 2021 in zijn tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie.
Er zijn naar schatting 820.000 nieuwe woningen gepland in gebieden die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Het gaat daarbij om overstroombare gebieden, gebieden met een slappe ondergrond of gebieden met een natte bodem. Hun kwetsbaarheid voor overstromingen, wateroverlast, bodemdaling, droogte en/of hitte zal door klimaatverandering toenemen.
Daarnaast is architectuur niet meer lokaal geworteld. De bouwindustrie vervoert materialen en arbeid over grote afstanden en architecten werken overal in de wereld. In Nederland woont 60% van de mensen in een rijtjeshuis, verspreid over het hele land zien ze er allemaal hetzelfde uit.
De centrale vraag in deze studio is: Hoe verandert de architectuur van woningen of bijzondere maatschappelijke bouwwerken als bodem en water leidende principes worden? Hoe wordt jouw architectuur hierdoor toekomstbestendig en lokaal verankerd?
De locatie voor dit project was Arnhem en omgeving omdat deze stad op de grens ligt van twee Nederlandse landschapstypen: de hogere zandgronden en het rivierengebied. Ofwel, op de grens van de Veluwe en de Rijn. Deze casus is een voorbeeld voor andere steden in dit soort landschappen. De ontwerpvoorstellen voor de hooggelegen gebieden zijn ook toe te passen op bijvoorbeeld delen van Nijmegen, de Utrechtse Heuvelrug, de Hondsrug of Bergen op Zoom. De voorstellen voor de laaggelegen gebieden zijn ook toepasbaar op alle kernen in en om het Groene Hart en Friesland. Een doorsnede werd dwars door de ondergrond van Arnhem en omgeving getrokken. Op deze lijn werden 7 specifieke locaties
6 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
bepaald die een verscheidenheid lieten zien van de ondergronden. Door de verschillende typen bodem en water van Arnhem en omgeving als startpunt te nemen voor het onderzoek kon er uiteindelijk antwoord gegeven worden op de centrale vraag.
Het project bestond uit twee fases. De eerste fase was een laboratorium waarin door middel van ontwerpend onderzoek deze specifieke locatie werd onderzocht. Voor elke van de 7 locaties werd in groepjes van 2 personen gewerkt. In de tweede fase werd een gebouw (of meerdere gebouwen) ontworpen voor deze specifieke locatie.
7
Dingeman Deijs en Paul Roncken
Nationaal park de Hoge Veluwe
zand en leem
stuifzand
Nederrijn
zand en grind
Arnhem
water klei
dekzand
grind
1 2 3 4 5 6 7
Apeldoorn Kootwijk
Waal
Analyse
Een nieuwe laag op ondergrondse geheimen
Alsof architectuur ooit mogelijk is geweest zonder bodem, zonder grond onder de voeten? Het is zo vanzelfsprekend om te bouwen op een goed fundament, wat is er dan anders als bodem en water leidende principes worden? Wat zijn de lessen die we met elkaar hebben geleerd, door een semester lang met 14 studenten architectuur te zoeken naar een vorm van bouwen die ‘bodem en water-positief’ is. Kan bouwen onderdeel zijn van het maken van een biotoop, een integrale leefomgeving voor mens en andere levensvormen, of landschappelijke fenomenen zoals zandverstuiving en overstroming?
Analyse
In de eerste helft hebben we ons vanaf dag 1 verdeeld over 7 locaties, van hoog naar laag. Een streep van de Veluwe met hoge zandgronden naar het zuiden. Van droge stuifzanden en de geboortegrond van Staatsbosbeheer met aangeplante bossen, om het stuiven tegen te gaan; naar de helling van de stuwwal waar de bossen het zwaar hebben omdat het verdroogt. Hier kruisten we de eerste rivier: de Nederrijn waar het water kan worden gestuwd om de waterstand voor scheepvaart en west-Nederland te kunnen regelen. Waar dijken al zo lang beschermen, dat we er als mens mee vergroeid zijn. Daarna dwars door de Overbetuwe, wat uit een lappendeken bestaat van grondsoorten in verborgen meanderende patronen. Dan, de ontmoeting met de tweede rivier: de Waal. De grootste en breedste rivier van Nederland met enorm veel scheepvaart en activiteiten. Waar unieke riviernatuurwaarden standhouden, op soms zwaar vervuilde grond in de uiterwaarden. Er is na het weghalen van klei voor bakstenen, gebakken in vele steenfabrieken, een serie van gaten ontstaan die
10 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
daarna soms opgevuld zijn met grof puin, afval uit de bouw. Zoveel diversiteit op deze lijn met 7 plekken! Een greep uit de rijkdom van de Nederlandse delta en de stuwwallen uit de verschillende ijstijden.
Twee aan twee zijn de plekken onderzocht door er grondboringen te doen en door te letten op het dierleven, de vegetatie, de waterstanden en historische manieren van bouwen. Er ontstond langzaam een beeld van de samenhang tussen bodem, water, dierleven en menselijke geschiedenis. En zo konden we uiteindelijk een dwarsdoorsnede tekenen. Een profiel van de verschillen tussen de 7 plekken.
De opstapeling van grove of fijne bodemsoorten die op de verschillende locaties zijn gevonden, werden bewaard in doorzichtige buisjes. Een inspiratie voor kleurtoepassing en materiaaleigenschappen in de wanden van de latere bouwwerken. Het besef groeide dat je als architect iets ontwerpt op een locatie waar wederzijds, over lange tijd, soms eeuwen, soms millennia lang, iets vorm heeft gekregen. Een vorm die nu weer sterk verschuift omdat de klimaatinvloeden verschuiven. Een inzicht van een student: juist menselijke activiteiten vormen het ‘dun laagje vernis’ over een diepe laag van ondergrondse geheimen. Ieder bouwwerk is een kans voor het maken van een herstellend evenwicht. Geen paardenfluisteraar, maar bodemfluisteraar.
Wat voor evenwicht? Welke principes kunnen we volgen?
11
Kootwijkerzand | Grootste zandverstuiving van West-Europa
Rinke Hendriks & Sebastiaan Hubers
bos NAP + 35 NAP + 45 NAP + 55 NAP + 25 NAP + 15 NAP + 5 0 NAP NAP - 5 NAP - 15 12 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
stuifzand
bos zand
dekzand
berk vliegden den
ree wild zwijn edelhert
das boomleeuwerik boompieper
tapuit geelgors lentevuurspin
kleine heivlinder sneeuwspringer zandoorworm
grijs kronkelsteeltje sterrenmos struikheide
zandzegge
13
Mosselse Zand | Landschap door de mens
Rozemarijn Koning & Anouk Muller
NAP + 55 NAP + 25
NAP +
NAP + 5 0 NAP NAP - 5 NAP - 15
NAP + 45 14 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
stuifzand/ heide bosrand NAP + 35
15
konijn wespendief vos berk eik ree grove den
roodborstje bruinrode heidelibelle zwarte mees boomleeuwerik tapuit keep grote lijster
bos
citroenvlinder dennespanner heivlinder
gouden dennestamjager
gouden tor steatoda
kortschildkever zandloopkever struikheide
hummuslaag
grondwaterlijn dek zand
stuifzand/
open rendiermos zandzegge smalle stekelvaren
stuifzandkorrelloof vermiljoenhoutzwam
gewoon sikkelsterretje
dove heidelucifer berkenzwam vliegenzwam
zand 15
Oud Reemst | Een glooiend zandlandschap
Brenda Evink & Stef Hartman
aangeplant bos heideveld weide droogdal stuw wal NAP + 35 NAP + 45 NAP + 55 NAP + 25 NAP + 15 NAP + 5 0 NAP NAP - 5 NAP - 15 16 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
beuk graasweide zwerfkeien eik
heide
moeflon sayageuse runder
geelgors grote lijster paapje wild zwijn ree eekhoorn forest pony
aangeplant bos weide
boomleeuwerik roodborsttapuit zwarte mees
luzernevlinder icarusblauwtje vuurvlinder
hummuslaag dek zand zand
zandhagedis parelmoervlinder gladde slang
grondwaterlijn
grote glimworm blauwvleugel sprinkhaan stinkende kortschildkever
fopelfenbankje grote parasolzwam kruiskruid
viltkruid
17
Doorwerth | Op de rand van een stuwwal
Richard Doensen & Sophia Straub
grind leem NAP + 35 NAP + 45 NAP + 55 NAP + 25 NAP + 15 NAP + 5 0 NAP NAP - 5 NAP - 15 bos 18 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
tamme kastanje lijsterbes lariks eik zwarte els ruwe berk fijnspar
havik gierzwaluw buizerd bever bosuil sperwer das
uiter waarden
huismus gewone grootoorvleermuis laatvlieger
baardvleermuis hazelworm levendbarende hagedis
grote modderkruiper rugstreeppad aardbeivlinder
gewone berenklauw rivierrombout pluimzegge
grondwaterlijn
Rivierklei
rode kornoelje pitrus brede stekelvaren
zand
zwarte braam veldrus
zuring
19
Nederrijn bij Driel | Verdronken dorpen
uiter waarde Nederrijn NAP + 35 NAP + 45 NAP + 55 NAP + 25 NAP + 15 NAP + 5 0 NAP NAP - 5 NAP - 15 20 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Lorenzo van Esch & Joppe Kusters
wintereik
wilde chicorei wilg beuk gras
hazenpootje snoek
winde barbeel kolbrei roofblei voorn brasem baars
uiter waarde akker klei grondwaterlijn zand klei
ekster bonte specht aalscholver
slobeend meerkoet fuut
torenvalk grouwe gans kievit
wintertaling roodborsttapuit ransuil
steenuil oeverloper
21
Overbetuwe | Overstromingsgebied
Rob Janssen & Ginn Maas
+ 45
agrarisch gebied aangelegd groen / Betuweroute
+ 25
NAP
NAP
NAP
NAP
0 NAP NAP
NAP -
22 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
NAP + 35
NAP + 55
+ 15
+ 5
- 5
15
gewone esdoorn gewone es canadapopulier ruw beemdgras
wilde eend krakeend europese haas
grote zilverreiger patrijs wulp kuifeend gierzwaluw blauwe reiger fuut
agrarisch gebied grondwaterlijn
ooievaar torenvalk ringmus
klei
raaf zwarte roodstaart kemphaan
zand
zanglijster buizerd meerkoet
vink waterhoen witte kwikstaart
karper brasem kool langpootmug
w
23
empoasca spec. stinkende kortschild rode wegslak
De Beuningse uiterwaarden | Steengoed of puinhoop?
Martin Hardeman & Judith van Hoorn
Waal oever overstroomingsgebied kleiput NAP + 35 NAP + 45 NAP + 55 NAP + 25 NAP + 15 NAP + 5 0 NAP NAP - 5 NAP - 15 24 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
brandnetel wilg meidoorn braamstruik populier
watergentiaan hertsmunt
buizerd pionierszaden rode geus konikpaard rivierhout
blauwe reiger grouwe gans
overstroomingsgebied dijk grind zand
klei/puin grondwaterlijn
-1.000
meerkoet slobeend fuut
kuifeend krakeend bonte specht
grasmus matkop kneu
brasem baars voorn
insectenlarven filterfeeder
25
26 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Ontwerp
28 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
1 Accepteer het water
Je kunt niet zomaar een handige plek uitzoeken om te bouwen als die plek over een paar jaar, of in ieder geval binnen de economische waarde van het gebouw, onder water komt te staan. Dat is niet langer handig als het water stijgt. En het water stijgt in Nederland, harder dan we dachten. Dus plekken om te bouwen moeten zorgvuldiger geselecteerd worden. Niet op de laagste plekken, waar nu ook al gepompt moet worden. In de toekomst pompen we ons dan ongans. Of dan helpt pompen sowieso niet meer, als het water juist van onder komt, vanuit de bodem en het grondwater.
Kun je daar niet meer bouwen? Jawel, maar dan anders. Hoe anders? In deze studio hebben we bewust plekken opgezocht die laag liggen en nu al regelmatig onder water staan. Vrijwel altijd is dat seizoensafhankelijk. In het werk van deze groep studenten is de creativiteit te zien hoe je toch in natte delen kunt bouwen.
Gebouwen kunnen gebouwd worden op net iets hoger gelegen gebieden, omdat we dankzij een goed peilbeheer door waterschappen, het water op en neer kunnen laten gaan, met een maximumhoogte; tot aan de kruin van de dijk die eens in de honderd jaar overstroomt, of misschien toch iets vaker. Dit soort informatie op basis van verzamelde data is goed beschikbaar in Nederland en daarmee een belangrijke bron voor integrale gebiedsplannen. We kunnen blijven werken aan een verfijnde relatie vanuit waterbeheersing, een symbiose tussen mens en natuur.
De charme van de subtiele rijkdom van open water naar drogere delen, met slechts decimeters verschil, is super inspirerend voor architecten die juist weer ambachtelijk willen kunnen werken vanuit ‘natuurlijke’ gradiënten die zo goed samenvallen met een menselijke maat.
29
Joppe Kusters
Natuurderij Driel
Het rivierenlandschap van de Nederrijn, zoals we dat nu kennen, is 10.000 jaar geleden ontstaan tijdens de laatste ijstijd. Gletsjers duwden de bodem omhoog, waardoor stuwwallen werden gevormd en de Nederrijn werd gedwongen westwaarts af te buigen. Door de afzetting van klei langs de rivier ontstond een zeer vruchtbare bodem met een weelderig landschap, met moerassen en ooibossen. In de 12e eeuw begint de mens hier in te grijpen: er worden dijken aangelegd en het landschap wordt ontgonnen om ruimte
te maken voor landbouw op deze vruchtbare bodem. Ooibossen langs de rivier verdwijnen. Vanwege de grote hoeveelheid klei in de bodem, wordt in de 19e eeuw langs de rivier een aantal steenfabrieken gebouwd. Een groot deel hiervan is inmiddels alweer verdwenen, maar heeft zijn sporen achter gelaten in het landschap.
Door de klimaatverandering ontstaan nu nieuwe condities rondom de rivier. Drogere zomers én nattere winters, met hogere piekwaterafvoeren, zorgen voor
Zachthoutooibos (bijvoetooibos) Zwarte populier Brandnetel Beemdgras Distel Droog hardhoutooibos Essen Eiken Brandnetel Dauwbraam Bonte specht Vochtig hardhoutooibos Essen Eiken Meidoorn Vogelkers Zachth 30 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
outooibos met wilgen (wilgenvloedbos)
Schietwilg (tot 25m)
Kraakwilg (tot 25m)
Amandelwilg (tot 1,5-4m)
Veldkers Hop
uitdagingen én kansen voor het landschap. Een project als ‘Ruimte voor de Rivier’ heeft laten zien hoe je het landschap succesvol voorbereidt op veranderingen en tegelijkertijd werkt aan natuurherstel en het vergroten van de biodiversiteit Geïnspireerd door de geschiedenis van het landschap en als antwoord op de veranderende condities, is dit project een voorstel voor een stuk natuurherstel en -beleving in een uiterwaard bij Driel. In de komende 20 tot 30 jaar zal deze uiterwaard zich transformeren naar een weelderig ooibos, waarmee een stuk natuur wordt hersteld en de biodiversiteit in dit gebied zal worden vergroot. Het project bestaat uit een landschappelijke ingreep
en een gebouw dat daarin bemiddelt: ‘Natuurderij Driel’.
Op een heuvel van een voormalige steenfabriek wordt deze natuurderij gebouwd.
In zijn vorm refereert het gebouw aan de voormalige steenovens die dit landschap tekenden. Onder het langwerpige dak doen zich een aantal volumes voor, waarmee het gebouw typologisch refereert aan de hallenhuisboerderijen die zo kenmerkend zijn voor deze omgeving.
In deze volumes bevinden zich een restaurant met een brouwerij, een mandenmakerij, een stal en een woning. Het programma sluit aan op de omgeving: er wordt eten en bier gemaakt met brandnetels,
Vochtig hardhoutooibos Essen Eiken Meidoorn Vogelkers
31
De kleur blauw in de tekening geeft de nieuwe vegetatie aan, de kleur zwart de bestaande.
hop en andere vegetatie uit het gebied, het onderhoud van de nabije natuur levert wilgentenen op waarvan manden kunnen worden gemaakt, en de konikspaarden en de vrije-uitloopkippen in de stal begrazen het land en hebben daarmee een rol in het ecosysteem. Het gebouw kent naast een private een publieke functie en beoogt een activerende rol te vervullen.
Anticiperend op de toenemende hoogwaterstanden, staat het gebouw op een voetstuk. Dit basement wordt gemaakt van de klei die wordt gewonnen bij het uitgraven van de naastgelegen plas en het afgraven naar ‘plas-dras’. De overige klei kan worden gebruikt om in een veldoven ter plaatse bakstenen te bakken voor dit project. Verdere toegepaste materialen worden zoveel mogelijk in de omgeving gevonden: klei, rivierstenen, eiken- en wilgenhout en bakstenen.
Het monochrome kleur- en materialenpalet zorgt voor een gebouw met een serene uitstraling, zowel in interieur als exterieur. Het gebouw gaat hiermee in materiaal en kleur een relatie aan met de witte gepleisterde gebouwen in de omgeving. Met zorgvuldig geplaatste openingen worden kaders op het rivierenlandschap geboden, met onder andere zicht op kasteel Doorwerth en de stuwen bij Driel.
32 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
33
Judith van Hoorn
Van bodem naar wanden
De Beuningse Uiterwaarden
De Beuningse Uiterwaarden liggen ten westen van Nijmegen onder de Waal. Dit gebied is getekend door zijn industriële historie en heeft des ondanks sinds 2000 de status Natura 2000. Het oudste element in het gebied is het Weurtsch straatje uit 1100. Dit historische element werd toen gebruikt als primitieve dijk en route langs de waal. Oorspronkelijk was de bodem in dit overstromingsgebied rijk aan klei. Deze schat in de bodem gaf in 1600 de aanleiding om bakstenen te winnen uit het gebied. Op grotere en kleinere schaal werden in de eeuwen hierna de bodem uitgeput en ontstonden er klei-
putten. Door het afnemen van de kwaliteit en kwantiteit van de klei werd de laatste steenfabriek in 1982 gesloten. De ontstane kleiputten zijn op een aantal plekken volgestort met schadelijk afval. Op andere plekken is er grind, zand en puin gebruikt om het landschap te egaliseren. Door de aangeplante ooibossen en het water in de grindgaten is het gebied in gebruik genomen door verschillende vogel soorten. Nu ervaart een wandelaar rust in het gebied tussen de konikpaarden en vogels. Op het terrein liggen nog industriële restanten die refereren aan het verleden. Brokken puin en afval geven een hint van wat er in de bodem ligt verstopt.
Waal Dijk Dijk 5
34
(GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
T.r.o.e.p m-en (Fr.) 1 menigte, aantal, een ~ vogels 2 (in het mv.) soldaten, mensen die een strijd hebben geleverd 3 bende, zooi 4 slechte of schadelijke producten
Een voormalig steenfabriek terrein een paradox, oude kleiputten gevuld met puinbrokken, zand en grind. Het gebied met een Natura 2000 status is onorthodox, een troep vogels die er zijn broedplaats vindt.
De bodem van grind, klei en zand, wordt met ambacht verwerkt, in een solide Rammed earth wand, die het zicht naar de Waal versterkt.
Puinbrokken opgestapeld tot een muur, geeft vogels de ruimte om te nesten, zo draagt het gebouw bij aan de natuur, en kan mens en dier samen huisvesten.
Van een melkpak een baksteen maken, door mensen die hun verleden willen verwerken. Grondstoffen recyclen zodat deze niet opraken, bewoners zelfstandig leren de maatschappij te versterken.
35
Landschap en gebouw
Op de historische zandrug worden acht wanden geplaatst. Vier wanden van Rammed Earth en vier wanden waarin puin en brokstukken uit het gebied worden opgestapeld. Tussen de brokstukken is er ruimte voor vogels om hun nest te bouwen. Waar de bodem afgegraven wordt voor het materiaal wat nodig is voor de wanden ontstaat er een plas voor vogels. In drie gebouwen is een fabriek voor het recyclen van materialen tot bakstenen. Op het terrein is er ruimte voor ex-gedetineerde, ex-verslaafden om in alle rust al werkend
hun eigen routine op te bouwen. Rondom een patio zijn duo en solo appartementen georganiseerd.
In dit gebouw krijgen de bewoners de kans om zelfstandig hun bestaan op te bouwen met lotgenoten en begeleiders als steun. De ruimtes hebben vierkante verhoudingen en krijgen van twee of drie zijdes daglicht, om te contrasteren met de ervaring in een celruimte. De route naar de appartementen loopt over de gemeenschappelijke verdieping met een trap naar de patio’s. Zo worden de bewoners
36 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
gestimuleerd de gemeenschappelijk ruimtes te gebruiken en elkaar te ontmoeten.
Paksteenfabriek
In de ‘paksteenfabriek’ worden melkpakken gerecycled tot kunststof bakstenen. Vanaf de Waal worden de grondstoffen aangeleverd. Via een lineaire route door drie gebouwen worden de melkpakken van pulp naar poly aluminium naar geëxtrudeerde pap tot baksteen gevormd. De gebouwen hebben een verloop in hoogte en ‘zakken’ langzaam de bodem in zodat er zichtlijnen ontstaan door en over de wanden en daken.
37
Martin Hardeman
Statement als landmark
De Beuningse Uiterwaarden
Langs de Waal liggen, onder de rook van Nijmegen, de uiterwaarden van Beuningen. Het gebied – aangemerkt als Natura-2000 gebied – wordt door lokale bezoekers gewaardeerd om haar ruigheid en ‘vrije natuur’. Diverse diersoorten vinden er hun habitat, waaronder konikpaarden, wilde koeien en diverse beschermde vogelsoorten. Het enige wat op het eerste gezicht stoort is de buizenopslag – een terrein waar enorme stalen buizen zijn opgeslagen – midden in de uiterwaarden.
5,5 miljoen kubieke meter.
Het terrein is in de voorbije eeuwen volledig ontgonnen voor de productie van bakstenen. Op de hoger gelegen historische zandrug stonden twee steenfabrieken die samen de verwerking van de Beuningse klei voor hun rekening namen. In totaal is er alleen in dit gebied zo’n 5,5 miljoen kubieke meter aan klei gewonnen.
Vervuiling
In de loop van de tijd zijn de ontstane kleiputten gevuld met puin en afval – waaronder het zeer vervuilende vliegas. Een laagje klei er overheen en voila: nieuwe landbouwgrond.
Daarmee waren de problemen echter niet opgelost. Het gebied is dusdanig vervuild dat zwemmen wordt afgeraden en dierlijk vlees niet gegeten mag worden. Nu is dat op zich geen probleem, maar het geeft wel de mate van vervuiling aan.
Onzichtbaar
Toen de klei op was verloren de steenfabrieken hun functie. Na verloop van tijd zijn de meeste gebouwen afgebroken. Alleen de steenovens met hun kenmerkende schoorsteen en een voormalige bazenwoning bleven gespaard. De fabriek in de Bunswaard is inmiddels hersteld en herbestemd tot appartementencom-
plex. De restanten van de fabriek in de staartjeswaard liggen er nog steeds verlaten bij. Gelegen op het terrein van de buizenopslag ontsnappen ze grotendeels aan de aandacht.
Visualisering volume
Om de massaliteit van de klei-afgraving en de impact die dat heeft gehad op de omgeving te verbeelden heb ik een gebouw ontworpen die het volume van de afgegraven klei symboliseert. Het resultaat is een twee-assig gebouw, opgetrokken in een baksteenarchitectuur als verwijzing naar de geschiedenis en de ondergrond.
Gesloten vanaf de dijk, open naar de uiterwaarde
De zuidas van het gebouw vormt een gesloten volume terwijl de westelijke as bestaat uit afzonderlijke elementen die als een rij dominostenen in het landschap staan. Hierdoor presenteert het gebouw zich aan de voorbijganger op de dijk als
38 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
een gesloten volume en krijgt hij of zij in één oogopslag een indruk van de massaliteit van de afgravingen. Door de positionering van de ‘dominostenen’ opent het bouwwerk zich in de richting van de uiterwaarde en nodigt mens en dier om zich naar het hoger gelegen voormalige fabrieksterrein te begeven. Daarnaast vinden grote grazers op het terrein een veilig heenkomen wanneer het water van de Waal stijgt zodat ze niet meer geëvacueerd hoeven te worden.
Natuurherstel
Om het natuurherstel in de uiterwaarden te bevorderen zal de zuidelijke as van het gebouw worden ingezet als ecologische waterzuivering. Door middel van een groot helofytenfilter op het dak zal het vervuilde (grond)water uit het gebied worden gezuiverd van onder meer zware metalen. Na zuivering wordt het water teruggegeven aan het gebied zodat de gezondheid van het drinkwater (voor de dieren) en de vegetatie met de loop van de tijd zal verbeteren.
39
40 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Misschien blijkt over twintig jaar dat fijnzinnige relaties van enkele decimeters niet langer houdbaar zijn. Dat het balanceren met subtiele verschillen niet langer mogelijk is omdat de watermassa te groot is of te onvoorspelbaar. Wat dan?
Gebouwen kunnen ook adaptief zijn, en meebewegen met het stijgende water. Het is in sommige delen volkomen veilig om over te stromen, mee te stromen, de capaciteit van rivieren aan te vullen door het stroombed te verbreden, als er tijdelijk, een paar dagen in het jaar, meer water door de rivier moet. Dit stroomverschil kan ook gebruikt worden om energie op te wekken.
Gebouwen kunnen ook onderdeel zijn van nieuwe waterkeringen, die alvast de nieuwe kruinhoogte aanhouden. Voorspellingen voor over 100 jaar geven een tamelijk dramatisch hoogteverschil aan. Waarom zouden we niet alvast met die nieuwe kruinhoogte rekening houden? Kunnen we in het verschil tussen de huidige en de nieuwe kruinhoogte een woning opnemen? Want zo groot is dat verschil.
41
Ginn Maas
BEleefBARE dijk
Het Overbetuwe gebied is van oorsprong een overstromingsgebied, waar de rivieren vrij spel hadden. Volgens voorspellingen kan het water in de komende 80 jaar gaan stijgen met 2,5 m waardoor de rivieren opnieuw, vrij spel zullen hebben. Om deze waterstijging de ruimte te geven, ben ik van een scenario uitgegaan om het grootste deel van de Overbetuwe mee te laten stromen en terug te geven aan de rivieren, behalve de door mensen gemaakte dijklichamen van de A15 en de spoorlijn. Deze beide dijken zullen wel worden opgehoogd. Hierdoor ontstaan er twee verhoogde lijnen in het landschap, oplopend van oost naar west. Tussen deze dijken vormt zich een nieuw droog leefgebied voor de omwonende. De dijken zelf zullen 8 meter hoog moeten worden. Dat is een behoorlijk verschil met de huidige kruinhoogte. Tussen de oude en de nieuwe kruinhoogte kan een woonvolume ingebouwd worden: een beleefbare dijk.
Voor een uitwerking van een verzameling van deze dijkwoningen heb ik inspiratie gevonden bij de beermuur en inlaat van Wijk bij Duurstede. Een architectonisch unicum en historisch ijkpunt in waterbe-
heer. Mijn dijkwoningen hebben de vorm van een inlaat in de dijk, ditmaal om het water beleefbaar en dichtbij de woningen te krijgen. De entree van de woningen ligt aan de achterkant op de oude kruinhoogte. Van hieruit beweeg je over de helling van de oude dijk naar de nieuwe kruinhoogte en de andere leefruimtes. De slaapkamer is op de hoogste verdieping. De verbinding tussen de oude en de nieuwe dijk geeft verschillende doorzichten binnenin de woning.
Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat op de locatie een grote hoeveelheid zand, klei en grind aanwezig is. Dit zijn dan ook de bouwmaterialen van de woningen. De helling van de oude dijk is bedekt met metselwerk in een mix van deze materialen. Tot aan het waterniveau is alles bekleed met klei om het waterniveau binnen de woning beleefbaar te maken. Vanaf dit waterniveau tot de bovenkant van de nieuwe dijk is alles bekleed met aangestampte aarde. Ook weer een mix van de eerdergenoemde materialen. Op deze manier bepaalt niet de nieuwe dijk maar de oorspronkelijke bodem de sfeer van de woning.
42 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
43
44 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
45
Lorenzo van Esch
Het stuwhuis
In de afgelopen eeuw is Driel vergroeid met de aanleg van grootschalige rivierbouwwerken. De stuw in de Nederrijn reguleert de waterstand zodat er genoeg water door de IJssel stroomt en de rivier bevaarbaar blijft. Ook blijft hiermee de zoetwaterbuffer in het IJsselmeer op peil. Als deze droogvalt hebben we in een groot deel van Nederland een groot probleem. De Stuw wordt ook wel de Kraan van Nederland genoemd en is de eerste van een reeks van stuwen uit het stuwensemble die bestaat uit: Driel, Amerongen en Hagestein.
De stuw van Driel is dus een gebouw voor de Nederlanders, maar wat is de betekenis ervan voor de mensen uit Driel? Geïnspireerd door de bouwstijl van de stuwen en als gift voor de inwoners van Driel is dit een project voor een toevoeging van een nieuw type buurthuis. Een gebouw dat echt van de inwoners van Driel is. Waar ze kunnen: eten, drinken, studeren en werken. Én een gebouw als een bron van duurzame lokale energie.
Voor een verbinding tussen het gebouw en in de inwoners van Driel is een nieuw waterpassage gemaakt. Hier kunnen vissen doorheen zwemmen en kan water snelheid maken, wat ervoor zorgt dat een vijzel stroom op kan wekken. Deze vijzel is visvriendelijk. De al aanwezige landbrug blijft bestaan en wordt gebruikt als entree voor het buurthuis.
Voor het materiaal van de gevel stel ik voor: gladgestreken beton. Dit omdat de bestaande stuw ook van beton is gemaakt. De grondvorm van het buurthuis is exact gelijk aan de vorm en maat en afstand van de pijlers van het stuwontwerp. In het plan zijn grote glaspartijen met ramen toegepast om zo de verbin-
46 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
ding tussen binnen en buiten te vergroten. Dit is vooral interessant als het water hoog staat. Midden in het gebouw staat een groot vijzelgemaal waar elektriciteit wordt opgewekt. Deze vijzel levert genoeg energie om half Driel van stroom te voorzien.
47
48 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
2 De bodem als spons
Gaan we wat dieper in op deze ontwerpstudies, dan zie je dat het niet alleen om de hoeveelheid water gaat, of de stroomsnelheid en kracht van het water. Het gaat vooral om de kwaliteit van de bodemsamenstellen en het bodemleven. Een hoge kwaliteit van de bodem kan het water als een spons absorberen en beter helpen meebewegen met het cyclisch aan- of afwezig zijn van water. Het regent namelijk in korte perioden heviger dan we gewend zijn (de ‘waterbom’) en er zijn tegelijk langere en hetere perioden van droogte. Bodemsoorten die er nu liggen, liggen daar omdat ze gevormd zijn door een interactie met deze cyclus van regen en droogte en de plantgroei die daarop reageert en het (ondergronds) dierleven dat daar weer op reageert. Een gezonde en passende bodem droogt niet te veel uit en verliest daarmee niet te veel plantgroei en (ondergronds) dierleven. Doet het dat wel, dan verliest het bodemstructuur en valt het uiteen in de losse mineralen en bouwstoffen waar het uit bestaat. Dan valt het cement tussen de delen en kan het wegwaaien als droog poeder.
Een groot aantal studenten heeft daarom niet zomaar een vrijstaand gebouw ontworpen, maar een gebouw met een functie aangepast aan het versterken van de vele kwaliteiten die een bodem heeft. Een gebouw dat de bodemkwaliteit versterkt omdat het onderdeel is van een regeneratief of natuurinclusief landbouwbedrijf. Een bouwwerk kan gebiedsspecifiek zijn als het onderdeel is van een regeneratief gebruik van de bodem als spons. Als het is aangepast aan een specifieke menselijk handelen zoals het sorteren, opslaan of verwerken van oogst. Bodem, water, gebouw en menselijke activiteit maken samen een nieuwe biotoop. Zo kunnen we opnieuw inheems worden.
49
Brenda Evink
Zand erover
Tijdens de ijstijd hebben de gletsjers Nederland vorm gegeven. Zo ook het kleine plekje Oud Reemst. Een plek met een rijke geschiedenis. Op deze plek heeft het landschap bewogen. Als eerst natuurlijk de gletsjers. De locatie bevindt zich op de rand van een stuwwal. Daarom is er een natuurlijke glooiing en zijn er her en der zwerfkeien te vinden in de grond. De grond bestaat voornamelijk uit zand. Dit is omdat het vroeger een en al zandwoestenij was. Dit is voor een groot deel weggestoven en begroeid met bos en heide. Ook is er beweging gekomen in het landschap (specifiek op Oud Reemst) door de mens. De mens is er gaan wonen, bossen zijn geplant en gekapt, akkers zijn er verbouwd en er zijn wegen aangelegd. Ook is er nog een hele vroegere nederzetting gevonden vanuit de twaalfde eeuw. Dit is weggevaagd onder het stuifzand.
Allemaal soorten bewegingen in het landschap die het landschap hebben gevormd tot wat het nu is. De locatie is nu in bezit van natuurmonumenten. De vroegere akkers zijn grotendeels nog intact en worden gebruikt voor biologisch teelt en kruiden voor de vlinders en insecten. De locatie is verbonden met het Nationaal Park De Hoge Veluwe via een ecoduct. Schapen en runderen grazen over de heide en weides en er wandelen en fietsen veel mensen voor recreatie.
In het gebied zelf zijn twee woningen te vinden, het is een erg afgelegen plek, maar het heeft zoveel kansen met zijn akkers en immense ruimtes. Een nieuwe nederzetting die de grond en natuur onderhouden, waar mensen hun voedsel zelf verbouwen en samen kunnen leven. Wonen verweven in de akkers van Oud Reemst, een woning gebouwd vanuit het landschap. De akkers zijn, in tegenstelling tot de rest van het landschap, vlak gemaakt door de mens. Hierdoor lijkt het niet een natuurlijk geheel, er is een groot contrast
tussen de akker- velden en de glooiende heidevelden en bos- sen. Deze glooiing wordt teruggebracht in het akkerveld en in die glooiing wordt gewoond. Bovenop de woningen gaan de akkervelden door, waardoor je het minst tot last bent voor de akkers. Op de woningen groeien de kruiskruiden en viltkruiden voor de insecten en vlinders. Die glooiing en dus de woningen gaan door het hele akkerveld.
Om het landschap te kunnen onderhouden zijn er tegenwoordig ook apparaten nodig. Hiervoor is een gezamenlijk ‘hub’, De mensen die er wonen komen daar samen en werken en overleggen daar. Dit is belangrijk in een gemeenschap, want je deelt immers samen het akkerveld. Je eigen stulpje ligt verdiept in de grond, dat maakt dat je echt in het akkerveld woont en er dus ook continu naar kijkt. De structuur van de glooiing is als een knipoog naar de vroegere nederzetting. Hier was namelijk een soort verkaveling, welke je ook weer terugziet in deze verdeling van de woningen over het akkerveld. Zo is er overzicht en heeft ieder huishouden een eigen stukje land waar men voor kan zorgen.
50 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
51
52 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
53
Rob Janssen
Fruitteelt boerderij
In de afgelopen duizend jaar heeft het rivierenlandschap van de Overbetuwe vele veranderingen doorgemaakt. Door de vele verschuivingen en overstromingen in het landschap, is er door de jaren heen een morfologie ontstaan van organische patronen. Iedere vorm in deze morfologische kaart heeft een eigen bodemsamenstelling. De geschiedenis van het landschap is hierin ‘te lezen’. Een algemene overeenkomst van deze type gronden, is de grondsoort klei. Wat voornamelijk afkomstig is van de omliggende rivieren. Het verschil zit hem in de vruchtbaarheid van de bodem waar het zich voor leent. Zware klei houdt bijvoorbeeld goed water vast waar gras uitstekend op groeit, maar waar andere planten/bomen minder goed op gaan. Als je op detailniveau gaat kijken in de bodem van de Overbetuwe, zul je zien dat de bodem heel veel te bieden heeft en zelf al aangeeft hoe die haar ecosysteem het liefst heeft.
Toch zie je dat wij als mens deze vormentaal vanuit de bodem vrijwel niet hebben verstaan als onderdeel van ons eigen ecosysteem. Iedere vierkante meter is (moedwillig) ingezet om er zoveel mogelijk winst uit te halen. Ook al gaat dit op
sommige plekken tegen de principes van de bodem in.
Op deze voet kunnen we niet meer door. We zien bijvoorbeeld dat door de vele gewasbestrijding en de aanleg van Engels raaigras de biodiversiteit onder andere flink keldert. Ook gaan mensen steeds meer milieubewust leven. Waardoor de veestapel kleiner wordt, omdat hier gewoonweg minder vraag naar is ten opzichte van tien jaar geleden. Een mooi voorbeeld uit de praktijk die inspeelt op deze veranderingen, is de natuur inclusieve landbouw.
Dit project speelt daarop in door een toonbeeld te zijn hoe zo’n boerderij kan worden opgebouwd binnen zo’n systeem. Met als basis een goede zorg voor de bodem en, omgekeerd, de bodem als basis voor het bouwwerk. Hier wordt de kleigrond gebruikt met de minste bodemvruchtbaarheid. Die als mal wordt ingezet om de contra mal te kunnen maken van zandcement. Eenmaal uitgehard kan de klei worden uitgegraven en worden teruggelegd op de plaats van herkomst. De ruimte die hierdoor ontstaat vormt het hart van een schuur, die tevens weer het hart vormt van een nieuwe grondcoöperatie voor aanliggende percelen.
54 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
55
56 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Hoe hoger, hoe droger
Zelfs als je veilig hoog en droog een locatie hebt gevonden voor een gebouw, is dat geen luxe. De droogte die toeneemt is juist voor hoge gronden extra desastreus. Bossen en bodembedekking worden gevoelig voor ziekten doordat ze voedingstoffen missen en eenzijdig worden opgejaagd door een teveel aan stikstof. Vegetatie legt massaal het loodje. Kan een goed geplaatst groepje huizen helpen om het bos of andere vegetatie weerbaar te maken? Diverser te maken? Bijvoorbeeld door vanuit het dak of de muren van een gebouw het water vast te houden en langzaam af te geven aan de omgeving. Door geheel op te gaan in de natuurlijke vormen en materialen van de locatie. Ingegraven in het zand en daarmee een biotoop toe te voegen dat nu ontbreekt: koel, luw en waardevol voor nieuwe pioniersoorten.
Gebouwen die zijn opgetild door de groeikracht van bomen, omringd door nieuwe boomgroepen. Je woning als levend materiaal om na 20 jaar je woning op te geven aan de volwassen bomen en een nieuwe plek op te zoeken. Nomadisch: een nieuwe vorm van bouw-ethiek om als huizenbezitter tevens een biotoopbouwer te zijn? Dankzij jouw woning een veerkrachtige natuur en zonder schaamte, gezondmakend te genieten vanuit je keuken, woonkamer, slaapkamer of badkamer.
57
3
Sophia Straub
Kweek je eigen huis
Op deze plek, op de hellingen van de Nederrijn-stuwwal, heeft het bos behoefte aan diversificatie. De bestaande bomen, aangeplant als productiebos, zijn niet in staat om de klimaatverandering, droogte en een overmaat aan meststoffen in de atmosfeer te weerstaan. Om de huidige, monotone vegetatie te vervangen is de aanplant van nieuwe bomen noodzakelijk. En mensen zullen deel moeten gaan uitmaken van deze herbeplanting om hun bewustzijn voor en betrokkenheid bij deze bedreigde hellingen te vergroten.
Een architectonisch voorstel dat gebaseerd is op natuurlijke groeiprocessen van planten. Uitgaand van deze overwegingen wordt de planten-structuur van het ‘botanische gebouw’ in regelmatig zeshoekige (rhombische) patronen geleid. Alle horizontale vloeren en verbindingen, zowel als technische componenten worden in verloop van tijd in de groei opgenomen. Gebladerte zorgt in de zomer voor schaduw en koeling door transpiratie; in de winter kan de zoninstraling onbelemmerd toetreden. Het biedt een holistisch klimaatconcept. De gebouwen vormen een integraal onderdeel van het nieuwe woongebied.
Mensen kunnen weer verbinding vinden met de natuur. De jaarlijks uitlopende scheuten van fris, vers voorjaarsgroen geven uitdrukking aan een vitaliteit die we kennen van bomen, maar niet van gebouwen. De ontwikkeling kent zodoende een duidelijke seizoen-ritmiek, maar laat ook ruimte voor beïnvloeding door toevallige en onvoorziene factoren.
58 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
59
60 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
61
Stef Hartman
Nieuwe rijtjeswoningen creëren nieuw landschap
Het bouwen van 100.000 woningen per jaar. Dat is het plan van het huidige kabinet. Echter worden veel van deze woningen gerealiseerd op slechte bouwgrond onder het zeeniveau. Dit, terwijl ons land over betere bouwgrond beschikt waar meerdere voordelen tegelijkertijd kunnen
In deze opdracht stond ‘bouwen vanuit bodem en water centraal. Het doel hiervan was het ontwerpen van een bouwwerk, speciaal voor die specifieke locatie. Het ontwerp is tot stand gekomen met alle aandacht voor verbinding met de ondergrond.
De locatie van het project is gelegen vlak bij een klein dorpje, genaamd ‘Oud Reemst’ op de Veluwe. De functie van het te bouwen bouwwerk was geheel vrij. Door iets te creëren wat ook maatschap pelijke voordelen zou opleveren, zou een win-win situatie zijn.
Goede bouwgrond, centraal gelegen in het
land en een gebied dat door de klimaatverandering te maken heeft met extreme droogte, terwijl er de meeste neerslag valt. Dit waren belangrijke kenmerken van deze locatie op de Veluwe.
De stuwwallen die het landschap kenmerken spelen hierin ook een belangrijke rol. Een reden om woningen te plaatsen in dit natuurgebied, heeft te maken met de huidige woningnood die in ons land afspeelt. Hier moeten geen ‘standaard’ woningen komen, maar woningen die een toegevoegde waarde hebben voor het landschap. Het één toevoegen, kan bijdragen aan het andere.
Door deze woningen te gebruiken als een soort waterbassin, oftewel waterberging, kan dit het landschap er omheen door de
De woningen zijn gepositioneerd om zoveel mogelijk water vast te houden in een hooggelegen gebied. Dit is ook een reden waarom de woningen op de rand van een lokaal droogdal zijn geplaatst.
WATERBERGING STUWWAL WAL DROOGDAL d b WATERBERGING TERBERGING WEG MOERAS STUWWAL WAL DROOGDAL p WATERBERGING WEG HEIDE STUWWAL WAL DROOGDAL d k k g b k g WATERBERGING TERBERGING WEG MOERAS STUWWAL WAL DROOGDAL p p 62 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Om zoveel mogelijk water op te vangen, is veel dakoppervlak nodig. Geen grote villa’s met veel dakoppervlak, maar een nieuw type rijtjeswoningen. Hierdoor zijn de woningen geschikt voor een breed publiek. In tijden van extreme droogte kan het opgeslagen water ingezet worden om de grond (in het lager gelegen dal) vruchtbaar te houden.
s aa s aa
63
64 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
65
Rinke Hendriks
Symbiotisch wonen in de gevolgen van het Antropoceen
We leven in een tijd die verschillende geleerden het Antropoceen noemen. Een tijdperk waar de mens de aarde domineert wat een extremer klimaat tot gevolg heeft. Als wij als mensheid ons bestaansrecht willen behouden zal er dus een kentering moeten plaatsvinden. Door in symbiose te leven met de aarde en haar biotopen kan de aarde zich langzaam herstellen. Voordat het zover is zal er dus terughoudender moeten worden geleefd en moeten we met respect omgaan met materiaal en biotoop. Een symbiotische leefomgeving ontstaat pas wanneer wij als mens niet alleen van een biotoop profiteren en materialen nemen maar deze ook zo inzetten dat dit het biotoop, de zandverstuiving, ten goede komt.
De nieuwe enclave bevindt zich in het zand op dezelfde locatie als de nederzetting van ruim 1200 jaar geleden. De eerste woning vormt zich naar het huidige landschap. Het ondergrondse stratenpatroon breidt zich gedurende de tijd uit en verbindt de gebouwen.
Om net als de dieren te kunnen nestelen zal de woning deels in het zand gebouwd worden. Binnen het ontwerp spelen de lokale materialen een belangrijke rol zoals dit in 800 n.C. ook gebeurde.
Door bij de plaatsing van de pionierswoningen rekening te houden met de windrichting ontstaan er nieuwe paraboolduinen die het biotoop bevorderen.
66 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
67
68 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
4
Er is zoveel dat we nog niet weten over het verborgen leven in de bodem. Over de communicatie van wortels van planten, bacteriën, microben en bomen. Architectuur kan helpen om mensen onderdeel te maken van nieuwe mens-natuur relaties die meer gelijkwaardig zijn en meer tijd nodig hebben. Onthaasten, verbinden, verbazen, verwonderen.
Is het nodig om mensen te weren uit gevoelige natuurgebieden? Is het niet juist nodig om mensen uit te nodigen, een relatie aan te gaan met natuurlijke systemen waar we zo ver vanaf staan met ons zogenaamd moderne leven? Is recreatie niet een vorm van therapie om relaties te herstellen? Natuurlijk! Gebouwen waar je voor even kunt overnachten. Die zo nauwkeurig tussen de bomen door gewurmd zijn dat ze bewondering oogsten en helpen het geduld op te brengen om vanuit stilte, gefascineerd en vaak ontroerend, het ritme van anders-dan-menselijke natuur te ervaren.
Geen onnodige lichtvervuiling als het donker wordt! Circulaire bouwmaterialen om optimaal de patina, de wind, de wandeling en het weer te kunnen ondergaan. Bouwen met als doel: bewustwording.
Wat je niet beleeft, leer je ook niet kennen 69
Anouk Muller
Overname door natuur
Het Mosselse Zand. Een plek die weinig mensen kennen, en dat mag zo blijven. Een plek die rijk is aan flora, fauna, de verschillende soorten landschappen en een plek die de stilte kent en bewaart.
Het Mosselse Zand is een kleine zandverstuiving ter grootte van 1 vierkante kilometer en is gelegen net onder Otterlo aan de westkant van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. In tegenstelling tot de Veluwe is het hier erg rustig. Het is de perfecte plek om de rust op te zoeken, de drukke wereld uit te stappen en de verschillende landschappen en eigenschappen hiervan te gaan beleven. Staatsbosbeheer kan haar aanbod hier uitbreiden door mensen een ervaring te bieden die ze dichter bij de natuur brengt.
De ingrepen die ik heb ontworpen zijn minimaal, maar versterken de beleving net genoeg om bezoekers ergens op te wijzen. Deze ingrepen zijn gemaakt op verschillende schaalniveaus. De dierlijke schaal, de menselijke schaal en de landschappelijke schaal. De ingrepen leiden de mens door het landschap en laat ze op specifieke plekken eigenschappen van het landschap ervaren. Zodat wij als mens deze momenten in het landschap kunnen zien, horen, voelen, ruiken en dus beleven. Daarnaast beïnvloeden na verloop van tijd de flora en fauna de ingrepen en ontstaan er nieuwe vormen en aanleidingen voor aanpassing.
70 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Historie
De zandverstuiving is ontstaan door een gelaagde geschiedenis waar de hoogteverschillen ontstonden in de laatste IJstijd. Gletsjers uit het noorden duwden tegen ijstongen aan, waardoor stuwwallen ontstonden. Over deze wijde zandvlaktes verstoof het zand en ontstonden er wallen. Toen de mens zich hier vestigde zat het stuivende zand de landbouw in de weg en werden bomen geplant waarmee het zand werd vastgehouden en het niet meer kon stuiven.
Ingreep 1
De eerste ingreep is gemaakt op dierlijke schaal. Het zijn meerdere zuilen met eenzelfde afmeting. Het verschil zit in de toevoeging op verschillende hoogtes, om hiermee verschillende soorten dieren aan te trekken. De zuilen markeren een route van de parkeerplaats door de bossen naar de rand van de zandverstuiving. Naarmate de route dichterbij de zandverstuiving
71
72 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
komt, komen de zuilen steeds hoger in het landschap te liggen. Dit zorgt voor een natuurlijke inleiding op de overgang naar de tweede ingreep.
Ingreep 2
De tweede ingreep benadrukt de menselijke maat op de overgang van bos naar zandvlakte. De maten zijn hier plotseling heel groot. Een bouwwerk dat uit twee delen bestaat geeft deze overgang meer variatie. De mens kan hier eerst aankomen en daarna door een smalle gang een toonzaal inlopen en genieten van het panoramisch uitzicht, het zand en de wind. Daarnaast zijn de volumes verschoven van elkaar, zodat zand tegen het volume aan de oostkant kan aanwaaien. De derde ingreep is vanaf hier goed te zien.
73
74 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
Ingreep 3
De derde ingreep is gemaakt op de grens van hei en zand. Deze ingreep is 20 meter groot en is dus veel meer in verhouding met het landschap dan met de mens. Hier kunnen mensen op verschillende hoogtes op het plateau lopen en het landschap vanaf een andere hoogte beleven. Ook kunnen de verschillende aardlagen vanaf hier worden bestudeerd. Als het regent blijft het water hier staan en kan het dienen als wasplek voor dieren, drinkplek, zwemplek of groeiplek voor planten. Het water verdampt als een mistvlaag als het snel opwarmt.
Tijd
Het grootste risico is dat het gebied ontdekt wordt. Ingreep 1 en 3 kunnen een grote hoeveelheid toeristen aan. Ingreep twee in eerste instantie niet. De vorm van ingreep 2 is zo geplaatst dat hierop zand komt te liggen, daardoor verdwijnt in de omgeving en moeilijker te vinden is voor de grote hoeveelheid toeristen.
Materiaal
Er worden twee materialen gebruikt in het gehele project. Deze materialen bestaan uit wat hier te vinden is en uit geïmporteerde toevoegingen.
75
Rozemarijn Koning
Windstilte, verstilde recreatie in een stil landschap
Geschiedenis
Zandverstuivingen zijn ontstaan in de laatste ijstijden. Woeste gronden werden ze later ook wel genoemd. De mens kon er niks mee, uiteindelijk werd het ruim 100 jaar geleden volgeplant met grove dennen, zo ontstonden de huidige zandverstuivingen waar het Mosselse Zand een voorbeeld van is.
Waar in de omgeving veel trekpleisters, nationale parken en wandel- en fietsnetwerken zijn gelegen, heeft dit gebied dat allemaal niet. Het is stil, en dat is juist haar kwaliteit. Een verstilde vorm van recreatie: ruimte voor een retraite.
Het landschap
Het landschap kenmerkt zich door de verschillende schalen en de grote invloed van het weer. Vanuit een dicht bos loop je de verstuiving op waar de schaal zo groot is dat het bloot voelt. Het mulle zand loopt zwaar, in de verte zie je het gebouw liggen. Het ligt volop in de confrontatie, maar het
draait hier om focus, hoe komen invloeden van buiten naar binnen toe?
Meditatieruimte
Het volume is zo geknikt, dat de zijde van de entree in de wind ligt. In de loop der tijd zal hier steeds meer zand tegenaan waaien. Hier aangekomen trek je de zware deur naar buiten open waarmee je het zand wat hier tegenaan was gewaaid wegschuift. De entree is donker, zwaar en staat in groot contrast met de schaal van het landschap. Hierna volg je het licht en wordt de weg alleen maar lichter. De ruimte van de meditatie staat in contact met buiten: de wind waait naar binnen, het geluid van de vogels en wind is te horen. Een grote opening zorgt voor reflectie en oriëntatie, verticale spleten geven uitzicht op een eenzame pionier. Wanneer het regent sijpelt dit naar binnen door de smalle spleten in het dak. De betonnen massa, gemaakt met het zand uit de verstuiving, zal donker kleuren. Richting de uitgang
76 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
van de ruimte volg je opnieuw het licht. In tegenstelling tot de ingang is de uitgang juist licht, zowel in gewicht als het licht van buiten. Via een plankenpad volg je de route naar de plek waar je overnacht.
De nacht
Niet in de confrontatie, maar in de luwte bevindt zich de ruimte om je terug te trekken uit de impact van de enorme schaal. In de bosrand, uit de wind is de boomhut gelegen. Hoog tussen de bomen, met zo min mogelijk impact op het landschap. Juist hier is uitzicht en openheid belangrijk, maar de ruimte moet niet zorgen voor lichtvervuiling in het leefgebied van de (zeldzame) soorten. Draaibare lamellen zorgen ervoor dat er heel bewust voor openheid en geslotenheid gekozen kan worden. De boomhut is van grenenhout; afkomstig van de gekapte grove dennen om de verstuiving te behouden. In de boomhut overnacht je, de volgende ochtend begin je weer met de oversteek naar de confrontatie.
77
78 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
79
Sebastiaan Hubers
Nachtblind
Licht in de nacht
Het Kootwijkerzand is met 700 hectare de grootste zandverstuiving van West-Europa. Het is een woestijn op een plek waar vroeger geen woestijn was. Door de mens heeft het vroegere bos plaats gemaakt voor nederzettingen en haar bedrijvigheid, zoals landbouw, veeteelt en het produceren van houtskool.
Door deze activiteiten is het beboste gebied snel uitgedund wat de zandige grondlagen aan het oppervlak heeft blootgelegd. zuidwester winden maakte dat het zand is gaan verstuiven. Het zand maakte overleven erg lastig wat de nederzettingen deed vervagen.
Het landschap dat is overgebleven is er één vol contrasten. Het zijn juist die contrasten die de plek zo uniek maakt, het nachtelijke tafereel in het bijzonder. Wan-
80 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
neer je overdag over het zand loopt zie je de sporen van het dierlijk leven, maar je ziet de dieren zelf niet. De nacht geeft je de kans om ze wel te ervaren!
“Nachtblind” is gesitueerd in de rand van het bos, kijkend over het zand en laat je de nacht ervaren vanuit je eigen stam. Door je ogen 20 minuten te laten wennen aan het duister wordt het contrast tussen dier en zand zichtbaar. Een rode draad begeleid je door het gebouw zodat je pupillen altijd wijdt open staan als het diafragma van een camera.
Bouwmethode
Om de locatie zo min mogelijk aan te tasten, wordt het gebouw langs de bomen
gevormd waardoor geen één boom wordt gekapt. Openingen worden gemaakt tegenover de bomen die het gebouw vormen. Op die manier begrijp je de vorm wanneer je er doorheen beweegt. Een houten constructie op palen in combinatie met wanden en vloeren van gestort kalkhennep, wordt lokaal bouwen mogelijk gemaakt.
Het branden van houtskool was een bron van inkomsten 1000 jaar geleden op het Kootwijkerzand. Nu is dit het uitgangspunt om de houtbrand techniek te gebruiken als gevelbekleding. Op deze wijze verankerd “nachtblind” zich zowel in de fysieke als historische context.
81
82 (GE ) BOUWEN VANUIT BODEM EN WATER
83
Dingeman Deijs
In 2008 studeerde Dingeman Deijs af aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Het bureau Dingeman Deijs architects is opgericht nadat hij in 2009 de gedeelde eerste prijs van de Archiprix won en is een ontwerp- en onderzoeksbureau dat werkt op het raakvlak tussen architectuur en landschap. Het bureau verricht ontwerpend onderzoek aan gebouwen, bruggen, kunstobjecten, dijken en openbare ruimten.
Architectuur en landschap
De verwevenheid tussen architectuur en landschap is een doorlopend thema in ons werk. Hierbij gaat het om de relatie tussen het object en zijn omliggende omgeving. De ingrepen liggen vaak in het verlengde van de cultuurhistorie en voegen aan die context een nieuwe, leesbare laag toe. Hierbij staat de beleving van de gebruiker altijd centraal.
Maatschappelijk relevante opgaven
Ons ontwerpbureau werkt aan ruimtelijke projecten in stad en landschap, door middel van onderzoek en ontwerp. Wij werken aan uitdagende en maatschappelijk relevante vraagstukken zoals water (klimaatverandering), energie(transitie) en stedelijke transformatie (herbestemming).
Vanuit ‘ongevraagd advies’ worden via onderzoek naar deze maatschappelijke thema’s veel projecten zelf geïnitieerd.
Paul Roncken
Paul Roncken is ontwerper, schrijver en wetenschapper, verbonden aan Wageningen Universiteit. Sinds 2015 is hij de provinciaal bouwmeester van de provincie Utrecht en sinds 2021 directeur van de stichting NatuurCollege, een innovatienetwerk voor hedendaagse relaties tussen mens en natuur in onderzoek, onderwijs en verbeelding. Hij promoveerde in 2018 op een ontwerpend onderzoek naar betekenisgeving en natuuresthetiek vanuit de sublieme ervaring, met zijn boek Shades of Sublime.
Na zijn opleiding landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit (1991-1996) heeft Paul in zijn ontwerpwerk, onderwijs en onderzoek de relaties tussen sociale rituelen, artistieke vorm en natuurlijke processen centraal gesteld. Naar aanleiding van zijn werk heeft het Fonds BKVB hem tweemaal een stipendium/werkbeurs toegekend. Hij publiceert (over) zijn werk in wetenschappelijke en professionele tijdschriften, boekbijdragen en via internet; geeft regelmatig lezingen en gelooft dat ‘landschap’ de beste metafoor is voor democratie.
Zijn nevenfuncties zijn (geweest): lid van de adviescommissie bouwkunst van het Fonds BKVB Amsterdam (2002-2007); lid van de programmaraad van architectuurcentrum AORTA Utrecht (2003-2007); vicevoorzitter van de Werkgemeenschap Landschapsonderzoek (WLO) (2010-2017); bestuurslid van de Stichting Archiprix (Internationaal) (2004-heden); lid van ‘The Academy of the Sublime’, opgericht door kunstenaar Erik Odijk (2014-heden) en bestuurslid van de Stichting Groeneveld (2023-heden).
COLOFON
Dit is een publicatie van ArtEZ Academie van Bouwkunst
Masteropleiding Architectuur
Onderlangs 9
6812 CE Arnhem Communicatie@artez.nl
Samenstelling en eindredactie
Ady Steketee, coördinator atelieronderwijs
Redactie
Ady Steketee, Paul Roncken, Dingeman Deijs
Grafisch ontwerp
Accu grafisch ontwerpers, Linda Swaap
Druk
Booxs
©ArtEZ maart 2023
Deze publicatie bevat werk van onze Masterstudenten:
Richard Doensen
Lorenzo van Esch
Brenda Evink
Martin Hardeman
Stef Hartman *
Rinke Hendriks *
Judith van Hoorn *
Sebastiaan Hubers *
Rob Janssen
Rozemarijn Koning *
Joppe Kusters
Ginn Maas
Anouk Muller *
dat gemaakt is voor het atelier Gebouw, bodem, water, biotoop. Een atelier dat vormgegeven en tijdens het najaar-semester van 2022-23 begeleid is door docenten Paul Roncken en Dingeman Deijs. Alle rechten zijn voorbehouden aan de ArtEZ Masteropleiding Architectuur, de docenten en de studenten.
Werk van de met * gemarkeerde studenten is van 6 – 17 maart 2023 geëxposeerd op het Huis voor de Provincie Utrecht.
84