2021 Afstudeerscriptie Hidde van den Heuvel

Page 1

WATERMACHINE STADSBLOKKEN Een Nieuw Werklandschap

Hidde van den Heuvel | Master Architectuur ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem Mentoren: Jeroen Helder | JCR Architecten Annemariken Hilberink |ArtEZ Ralph Brodrück |ArtEZ juni 2021


Afstudeerverslag Hidde van den Heuvel Master Architectuur ArtEZ Academie van Bouwkunst Arnhem juni 2021 Mentoren: Jeroen Helder | JCR Architecten Annemariken Hilberink |ArtEZ Ralph Brodrück |ArtEZ Afstudeercoördinator: Gerard van Heel |ArtEZ Trefwoorden: Industrieel Erfgoed, Werklandschap, Gebiedsrevitalisatie, Landschappelijke Inpassing, Stedelijke Inpassing, Duurzame Energie, Energie uit Water

2


INHOUDSOPGAVE Voorwoord......................................................................................4

5. Inrichting Nieuw Werklandschap...............................................64

Inleiding.........................................................................................5

Inrichting Nieuw Werklandschap...............................................66

Samenvatting.................................................................................6

Plattegrond & doorsnede..........................................................75

1. Locatiepaspoort.........................................................................8

6. Architectonisch Ontwerp AEM ...................................................76

Stadsblokken anno 2021..........................................................11

Analyse ASM-architectuur........................................................78

Fotoreportage...........................................................................13

Referenties turbinehal-architectuur............................................83

Analyse bestaande situatie.......................................................18

Architectonische visie...............................................................87

2. Historisch onderzoek.................................................................22

Ontwerp entreegebouw - warmtewisselaar................................91

Historische ontwikkeling - 400 n.chr.........................................24

Ontwerp turbinehal en dijk........................................................100

Historische ontwikkeling - 1560................................................26

Ontwerp transformator - aanlegplaats pont...............................109

Historische ontwikkeling - 1649................................................28

7. Maatschappelijke relevantie......................................................113

Historische ontwikkeling - 1889................................................30

Toekomstwaarde en draagvlak..................................................114

Historische ontwikkeling - 1970................................................32

8. Nawoord....................................................................................115

Historische ontwikkeling - 1980................................................34

9. Bronvermelding.........................................................................116

Historische ontwikkeling - 2021................................................36

bijlage I: personificatie Stadsblokken & Arnhem...........................117

Conclusies...............................................................................38

Gepersonifieerd verhaal Stadsblokken.......................................118

3. Een Nieuw Werklandschap.........................................................40

bijlage II: schouw 1 & 2: conceptontwikkeling...............................122

Watermachine Stadsblokken: een Nieuw Werklandschap...........42

bijlage III: inspiratie ‘The Timeless Way Of Building’.....................133

Historische transitie werklandschappen Nederland....................44 Historische transitie werklandschappen Stadsblokken...............46 Definitie Nieuw Werklandschap.................................................47 Programma van eisen...............................................................48 4. Landschappelijke inpassing Nieuw werklandschap...................50 Conceptuitleg Nieuw Werklandschap........................................52 Landschappelijke Inpassing energieconcept..............................57 Energieconcept techniek...........................................................59

3


VOORWOORD In dit document is het ontwikkelingsproces van mijn afstudeerproject aan de ArtEZ Academie van Bouwkunst te Arnhem beschreven. Het proces is een zoektocht naar juiste functie voor de revitalisatie van het voormalig ASM-terrein in Stadsblokken. Het integreren van industrieel erfgoed, infrastructuur, landschap, waterschappen en duurzame energie, weerspiegelen mijn passie voor de gehele breedte van het vak architectuur en passen bij mijn ambitie een allrounder te zijn in mijn loopbaan als architect. Graag zou ik een aantal personen bedanken voor hun inzichten en inspiratie gedurende de loop van het proces en ontwerp. Om te beginnen wil ik Jeroen Helder bedanken voor zijn prettige begeleiding, sturing en kennisbijdrage waardoor ik met plezier heb kunnen werken aan deze opgave. Daarnaast wil ik Ralph Brodrück, Annemariken Hilberink en Gerard van Heel bedanken voor de begeleiding vanuit de Academie. Tenslotte gaat mijn dank uit naar mijn vrouw die mij altijd onvoorwaardelijk heeft gesteund in dit project.

4


INLEIDING Het is de hoogste tijd dat Nederland zich meer gaat inzetten om aan de klimaatdoelen van Parijs (2015) te voldoen. Er ligt een enorme opgave in het verschiet om over te stappen op duurzame energiebronnen zoals zon, wind en water. Met het ontwerp van AEM watermachine Stadsblokken in Arnhem wordt hier op ingespeeld. Na het eeuwenlang buitensluiten van de Rijn wordt het water nu omarmt als energiebron. Met een nieuw en innovatief energieconcept, gekoppeld aan gebiedsrevitalisatie is een precedent ontworpen voor de wijze waarop Nederland kan bijdragen aan de energietransitie. Het Nieuwe Werklandschap op de voormalige ASM-werf in de uiterwaarden van Stadsblokken wordt zowel de energiebuffer van Arnhem als de entree voor StadsblokkenMeinerswijk. Historisch onderzoek naar de topografische en planologische ontwikkeling en functie van de plek heeft geleid tot enkele bijzondere bevindingen en geven antwoord op de vraag: waarom past deze functie op deze locatie? In dit afstudeerverslag wordt eerst de bestaande situatie anno 2021 uitgelicht. Hier vloeit zowel de probleemstelling als de potentie van de plek uit voort. Vervolgens wordt middels een historisch onderzoek uiteengezet hoe de locatie door de jaren heen is ontwikkeld.

De onderzoeksresultaten tonen de rode draad in de geschiedenis en leiden tot de functie waarmee Stadsblokken, in de geest van zijn ware identiteit, wordt gerevitaliseerd: een Nieuw Werklandschap. Vervolgens wordt het begrip Nieuw Werklandschap nader toegelicht. Het begrip heeft een transitie ondergaan en krijgt in dit project een nieuwe definitie. Op basis van deze nieuwe definitie wordt het Programma van Eisen (PvE) vastgesteld, evenals een kaderstellende beeldkwaliteit. Het PvE is tweeledig: een programma voor het energieconcept en een publiek-sociaal programma. Daarna wordt het ontwerp vervolgens van groot naar klein toegelicht. Eerst wordt stil gestaan bij het ontwerp op stedelijke schaal: de inpassing van het energieconcept in het landschap. Daarna wordt de inrichting van het werklandschap uitgelegd. Vervolgens wordt het ontwerp op gebouw- en detailniveau toegelicht. Als laatst wordt de toekomstwaarde en relevantie van het project geduid, waarna ik afsluit met een persoonlijke reflectie op de ontwikkeling die ik heb door doorgemaakt gedurende dit project.

5


SAMENVATTING Gelegen aan de Rijn, midden in de groene uiterwaarden, en toch nabij het historisch centrum. Wanneer deze uiteenlopende componenten in één zin aan elkaar gekoppeld kunnen worden, kan men gerust spreken van een unieke locatie. Uniek in Arnhem én uniek in Nederland. En toch is het een locatie die verslonst en onveilig is geraakt en daardoor vrij onbekend is voor de gemiddelde Arnhemmer. Een gebied zonder functie maar met een enorme potentie. Hoe kan een gebied zo gedevolueerd raken? Historisch onderzoek naar de planologische en topografsiche ontwikkeling geeft juist een heel ander beeld. Er wordt zelfs een duidelijke rode draad zichtbaar: het gebied blijkt eeuwenlang een dienstbaar werklandschap te zijn geweest. Tot en met 200n.chr. was de plek dienstbaar voor de Romeinen: de Rijn als grens van het Romeinse Rijk. In de middeleeuwen was de plek dienstbaar doordat met klei uit de uiterwaarden de stad Arnhem gebouwd kon worden, en vervolgens versterkt werd met vestingen en een stadsmuur. Deze steenindustrie zou tot en met eind 20ste eeuw in het gebied gevestigd zijn: het eerste industriële Werklandschap. De weiden waar de Arnhemse boeren destijds hun vee lieten weiden werden ‘stadsweiden’, ook wel stadsblokkken genoemd. Dit was de derde dienstbare functie: een agrarisch Werklandschap.

In 1889 onstond de derde en laatste dienstbare functie: de havenindustrie. Met eerst de Houthaven en vervolgens de Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij (ASM) domineerden de klanken van machines en het slaan van de klinken de zuidelijke oever van de Rijn en was het de grootste werkgever van Arnhem. In 1979 ging de ASM echter failliet en werden alle loodsen gesloopt. Hiermee kwam een eind aan 700 jaar Werklandschap. Van 1979 tot en met heden is er naast het Werklandschap een nieuwe identiteit ontstaan in het gebied. Bewoning in woonboten tot en met 2012 en seizoensgebonden pop-up initiatieven zorgden voor het ontstaan van een subcultuur. Er kwam plek voor activiteiten waar in de stad geen ruimte voor was. De grootschalige festivals springen het meest in het oog. Het enorme desolate gebied raakt sinds 2015 zo’n 3 keer per jaar vol met duizenden mensen maar die laten daarna een leeg terrein achter. Een terrein waar op dat moment het fluctuerende water de grootste dynamische factor is. Door een gebrek aan toezicht is het gebied vervallen, overwoekerd en onveilig geraakt en is de roep naar een nieuwe functie voor de stad duidelijk. De AEM (Arnhemse Energie Maatschappij) aan de Rijn wordt de energieleverancier voor Arnhem. Met een Nieuw

6

Werklandschap wordt de rode draad uit het verleden opgepakt en krijgt de plek nieuw leven. De voormalige ASM-werf in de uiterwaarden van Stadsblokken wordt de energiebuffer van Arnhem en voor de Arnhemmer. Een industriële functie voor een publieke doelgroep. Juist vanwege dit maatschappelijk-Arnhems belang wordt het werklandschap toegankelijk voor iedere Arnhemmer en gaat de Arnhemmer onderdeel zijn van het Werklandschap. De industriële functies van het energieconcept worden daarom geïntegreerd met publiek-sociale functies. Een nieuw en innovatief energieconcept wordt ingepast in het bestaande landschap en het industriële erfgoed wordt geherwaardeerd en productief ingezet. De gebouwen voor het energieconcept worden gekoppeld aan publieke functies waardoor er in het Werklandschap een wisselwerking tussen industrie en publiek ontstaat. Hierin is tevens podium voor de huidige subcultuur. AEM is hiermee naast energiebuffer ook de entree voor Stadsblokken-Meinerswijk. Tegen de achtergrond van een land dat zo snel mogelijk aan de klimaatdoelen moet gaan werken is het Werklandschap Watermachine Stadsblokken een precedent voor nieuw te ontwikkelen Werklandschappen in Nederland en dient het als inspiratie voor de wijze waarop Nederland kan bijdragen aan de energietransitie.


7


1. LOCATIEPASPOORT De huidige toestand van het beoogde Nieuwe Werklandschap.

Wat treffen we aan in Stadsblokken? Om inzicht te krijgen in de identiteit van de plek wordt eerst het heden en de vroege geschiedenis in kaart gebracht. Een geschiedenis die nog direct afleesbaar is op de plek wordt verteld aan de hand van een fotoreportage. Vervolgens wordt na analyse duidelijk wat de probleemstelling is. Spelen de problemen al langer of is dit het gevolg van recente ontwikkelingen? In het daarop volgende hoofdstuk wordt aan de hand van historisch onderzoek naar de planologische en topografische ontwikkelingen vanaf de eerste eeuw tot en met 2021 antwoord gegeven op deze vraag. Het wordt duidelijk waarom een Nieuw Werklandschap past op deze plek.

8


9


Stadsblokken

10


STADSBLOKKEN ANNO 2021

Gelegen aan de Rijn, midden in de groene uiterwaarden, en toch nabij het historisch centrum. Wanneer deze uiteenlopende componenten in één zin aan elkaar gekoppeld kunnen worden, kan men gerust spreken van een unieke locatie. Toch is het een locatie die verslonst is geraakt en moeilijke toegankelijk waardoor het vrij onbekend is voor veel Arnhemmers. Het betreft een locatie in het uiterwaardengebied Stadsblokken ten zuiden van het centrum van de stad. Het gebied Stadsblokken kan samen met Meinerswijk gezien worden als een exclusief stukje uiterwaarde van de 1233 km lange Rijn. Het rapport Gebiedsontwikkeling StadsblokkenMeinerswijk’ van atelier LOOS van VLIET en Bureau B+B1, wat is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Arnhem, benoemt zelfs dat Stadsblokken-Meinerswijk ten opzichte

van andere grote groenstructuren zoals Nationaal park de Veluwezoom, het Nationaal Landschap Gelderse Poort, de Ooijpolder en Park Lingezegen een bijzondere positie inneemt. Het ligt namelijk midden in de stad. Juist vanwege deze bijzondere positie verdient het gebied gekoesterd te worden als uiterwaardenpark. Recente ontwikkelingen In een groter perspectief kan dit gebied gezien worden als een (toekomstige) verbinding tussen noord en zuid Arnhem. In het document ‘Structuurvisie Arnhem 2020’2 stelt de gemeente zich een ‘stad aan de rivier’ voor met open en aantrekkelijke rivierfronten, waarbij StadsblokkenMeinerswijk zich ontwikkelt tot een aantrekkelijke en bereikbare ontmoetingsplek in de stad tussen noord en zuid. Het past in de ontwikkelingsgang van de stad: eerst ‘de stad

op het zand’, toen ‘de stad in de polder’ en nu ‘de stad aan de rivier’ als opgave; van tweedeling naar drie-eenheid. “Het principe van ‘de verbindende rivierzone’ zal zoveel mogelijk haar doorwerking krijgen in uiteenlopende initiatieven op de korte en lange termijn.” Locatie Stadsblokken vormt hierin een belangrijke schakel. Dit plan is al doorgevoerd in het bestemmingsplan en zal komende jaren in fasen gerealiseerd worden.

_______________________________ 1 2

11

atelier LOOS van VLIET en Bureau B+B. (2012, april). Gemeente Arnhem. (2012, januari).


VOORMALIG ASM-TERREIN ANNO 2021 De locatie Stadsblokken heeft een rijke historie als haventerrein waar anno 2021 nog slechts enkele robuuste relicten met cultuurhistorische waarde aan doen terugdenken. Samen met de houtwerf in de haven van Workum was ‘De Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij’ (ASM) hier de grootste werkgever van Arnhem3 en zij domineerde ‘de overkant’ van de Rijn met haar activiteiten tot in de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Sindsdien ligt het terrein braak in een verder desolaat gebied. Alleen de fundamenten getuigen nog van de vroegere scheepswerf. De voormalige ASM haven kenmerkt zich op dit moment voornamelijk door het groene karakter rondom de baai. Om de plek te ervaren kan de pond genomen worden vanaf de Rijnkade. Hiervandaan vaart men langs de groene landtong

de fraaie baai in. Hier wordt de vaarder direct omzoomt door bomen, die rondom iedere zijde van de baai geworteld staan. In het verlengde van de uitmonding van de baai doemt een oud restant van de ASM haven op. Puur en robuust, zonder zijn afkomst te ontkennen ligt daar een indrukwekkende afbouwkade (zie onderstaande foto). Samen met de betonsfundering van de scheepshelling is dit het meest karakteristieke element van Stadsblokken en één van de relicten die doet herinneren aan de Arnhemse havengeschiedenis. Overige kenmerken liggen niet diep onder het maaiveld verscholen en geven de oude structuren van de werf goed weer. Een fotoreportage van de locatie brengt ASM-restanten evenals de nieuwe identiteit goed in beeld. _______________________________ 3

www.arneym.nl

12


FOTOREPORTAGE

AFBOUWKADE KADEMUUR

BAAI SCHEEPSHELLING

De contouren van de ASM-werf met zichtbare restanten. Op de achtergrond de Rijn en Arnhem.

De scheepshelling is ondanks de wildgroei nog duidelijk afleesbaar en is een beeldbepalend element.

Een besloten baai door ooibos en wildgroei omzoomt. Het aangelegde reliëf versterkt de contouren van de baai.

13

Funderingen van de scheepshelling onder de graszoden geven poëtische kwaliteiten aan de locatie


fotoreportage

Overwoekerde kademuren met graffiti. Met de bouw van de werf onstond tevens een nieuw reliëf in het landschap

AFBOUWKADE

De afbouwkade, de kraan en de baai vormen het industriële erfgoed dat het terrein een extra identiteit geeft

14

bron foto: Mytzkafotografie


fotoreportage

FESTIVALTERREIN OPGEHOOGD ZOMERDIJK

NEVENGEUL

Bij hoogwater is de afbouwkade niet meer toegankelijk.

Het terrein van de werf werd bij de bouw 3 meter opgehoogd. Met een hoge waterstand blijft het terrein hierdoor droog.

ZOMERDIJK

Tussen Malburgen en het voormalige ASM-terrein ligt de nevengeul, welke dient als overstroomlocatie van de Rijn

15

De zomerdijk wordt verrijkt met een bomenlaan en is in gebruik als fietsroute.


fotoreportage

In 2016 werd de Stadsblokkenwerf gerealiseerd. Vrijwilligers werken hier aan boten en het paviljoen is ‘s zomers als horeca actief.

Een desolaat gebied met een overmaat aan ruimte. Enkele loodsvloeren zijn nog zichtbaar.

bron foto: Mytzkafotografie

Vanuit Stadsblokken zijn prachtige wandelingen mogelijk richting Meinerswijk. Hier zijn de contouren van het Romeins Castellum zichtbaar gemaakt.

16

Een prachtig wandelgebied in de uiterwaarden met wilde paarden en een levendige flora en fauna.


fotoreportage

Het terrein stroomt driemaal per jaar vol met bezoekers van het festival

De locatie biedt voor maximaal 3000 mensen ruimte voor activiteiten die in de stad niet mogelijk zijn.

De kleinschalige horeca voor de liefhebber.

17


ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

LEEGTE De uiterwaarden midden in de stad laten een grote leegte achter in het stedelijk weefsel. Dit wordt treffend zichtbaar in de morfologische kaart. Een aantal conclusies kunnen aan deze kaart worden verbonden: - De leegte van de uiterwaarden maakt op dit moment een duidelijke scheiding tussen Arnhem-Noord en Arnhem-Zuid. - De leegte staat ook symbool voor de functieloosheid van het gebied sinds het failliet van de ASM. - Tegelijk staat de leegte symbool voor de potentie. Er zijn maar weinig steden met zoveel (groene) ruimte op een steenworp afstand van het centrum. - In een dergelijke leegte is er ruimte voor activiteiten en functies waarvoor in de stad géén ruimte is.

18


FLUCTUEREND WATERPEIL In de leegte van de uiterwaarden is het fluctuerende waterpeil de grootste dynamische factor. Op deze kaart wordt het water in het gebied uitgelicht. De Rijn, de Haven van Coers en de ASM-werf worden goed zichtbaar. Het gemiddelde waterpeil ligt op 8,0+NAP. Echter een aantal keer per jaar stijgt dit peil met 3 meter tot 11,0+NAP. In de afgelopen decennia is het waterpeil zeer incidenteel gestegen naar 13,0+NAP. - Waterpeil 8,0+NAP Bij dit waterpeil zien we contouren van het landschap zoals het doorgaans zichtbaar is. De nevengeul, ook wel de Groene Rivier genoemd is bij dit waterpeil nog niet in gebruik. - Waterpeil 10,0+NAP Bij dit waterpeil zien we dat de ribben van de Rijn overstromen. De Groene Rivier staat op het punt om de overmaat aan water op te vangen. De baai van de ASM neemt toe in omvang doordat de scheepshelling relatief snel overspoelt. - Waterpeil 11,0+NAP De Groene Rivier ontlast de Rijn, waardoor het waterpeil met enkele decimeters zakt. Hierdoor blijft de Rijnkade droog. Het ASM-terrein is qua oppervlakte gehalveerd. Alleen het met 3 meter opgehoogde werkterrein van de haven is nog droog. - Waterpeil 13,0+NAP De Groene Rivier leidt het water richting Meinerswijk en van daar terug de Rijn in. Stadsblokken wordt een eiland en zelfs de ASM-haven staat grotendeels onder water. Deze situatie is de afgelopen decennia slechts eenmaal voorgekomen.4 Echter, door de verwachte waterstijging de komende eeuwen dient er wel degelijk rekening mee worden gehouden.

nevengeul

8,0 +NAP

10,0+NAP

11,0+NAP

13,0+NAP

_______________________________ 4

Waterberichten archief | Waterpeilen.nl. (2020).

19


ROUTING EN ORIËNTATIE Hoewel het gebied pal naast het centrum ligt, is het voor veel Arnhemmers een vrij onbekende plek. Dit heeft een aantal oorzaken:

parkeren

pont

1. bestaande routing naar het gebied onduidelijk De ontsluiting met de auto vindt plaats via de Mandelabrug. De afslag is echter maar vanuit één richting te nemen: vanuit de binnenstad. Er is een pontverbinding vanaf de Rijnkade naar de Stadsblokkenwerf. Op de zomerdijk is een fietsroute die Stadsblokken verbindt met Meinerswijk en Malburgen.

Stadsblokkenwerf

2. gebied mist oriëntatiepunt De drie verbindingen komen verspreid op de locatie aan, waardoor men enigszins verdwaald op het terrein. Het gebied mist een duidelijk oriëntatiepunt waar routes samenkomen en routes verder gaan.

scheepshelling

3. functieloos en onbeheerd Doordat het het gebied geen functie heeft, is het onbeheerd en is het inmiddels overwoekerd door ooibos en onkruid. Daarnaast is het onveilig geworden. Door gebrek aan toezicht is er steeds meer ciminaliteit op het terrein.

festivalterrein

fietsroute dijk

4. karakter door industrieel erfgoed Het industriële erfgoed raakt langzaam verloren door een gebrek aan gebruik en beheer. Het verrijkt echter de plek en zal beter geconserveerd moeten worden.

Malburgen

Het is duidelijk dat de plek vraagt om een revitialisatie. Een nieuw leven dat de plek weer een rol van betekenis voor Arnhem moet gaan geven.

20


21


2. HISTORISCH ONDERZOEK De ontwikkeling van Stadsblokken Is de plek altijd een leeg en functieloos uiterwaardengebied geweest of laat het verleden een heel andere identiteit zien? Om het gebied te revitaliseren met een functie die past bij de identiteit van het gebied, is onderzoek gedaan naar de planologische en topografische ontwikkelingen in Stadsblokken. De identiteit van de locatie kan tenslotte pas goed worden bepaald als we de vroege geschiedenis in kaart brengen. Door teruggaan naar de oudste bronnen en vanaf dat punt het onderzoek starten. Topografische kaarten, opgravingen en documenten uit het Gelders Archief zijn de fundering van het onderzoek. Een onderzoek naar de ontwikkelingen in en rondom Stadsblokken wordt verteld aan de hand van drie thema’s: ‘Planologische ontwikkeling’, ‘Landschappelijke ontwikkeling’ en ‘Arnhemse ontwikkeling’.

22


23


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 400 n.chr.

Planologische ontwikkeling De eerste vorm van een werk(end)landschap: het gebied ‘werkt’ als grens van het Romeinse Rijk. De eerste kaart (volgende pagina) waarin deze functie van het gebied geduid wordt, wordt getekend door de Romeinen. De Romeinen bouwden tussen 10 en 20 n.C. op de grens van het Romeinse Rijk een legerkamp (castellum Castra Hercules) in Meinerswijk, mogelijk ter voorbereiding van de Germaanse veldtocht onder leiding van Germanicus in het jaar 16, toen duizend schepen zich verzamelden in de Betuwe. Meinerswijk was op dat moment één van de drie forten in het latere Nederland: de andere lagen in Vechten en in Velsen. Geschat wordt dat tot de 5e eeuw n.chr. het fort in gebruik is geweest.1

Landschappelijke ontwikkeling Het plangebied heeft sinds de vroegste eeuwen altijd te maken gehad met de gevolgen van hoogwater in het rivierengebied. De Rijn was grillig en kon nog stromen waar het wilde door het ontbreken van dijken. De kaarten tot en met de 16 eeuw van het landschap veranderden hierdoor voortdurend. Vanaf dat moment krijgt de Rijn de contouren zoals we het vandaag de dag herkennen.

Arnhemse ontwikkeling In de eeuwen die volgden na de bezetting van de Romeinen is de Rijn hoogstwaarschijnlijk de aanleiding geweest voor een eerste kleine nederzetting: Arnheym. Het werd gebouwd aan de noordelijke oever, op een veilige afstand van het grillige uiterwaarden-gebied (zie onderstaande doorsnede).

_______________________________ 1

Stadsblokken

Op de bovenste kaart is goed te zien hoe de Rijn zich eeuwenlang vrij kon bewegen, op zoek naar de kortste weg richting zee. Als grens van het Romeinse Rijk had de Rijn, en daarmee het landschap, een belangrijke functie.

500n.chr. 24

atelier LOOS van VLIET en Bureau B+B. (2012, april).


Bron: gelders archief

25


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 1560

Planologische ontwikkeling De tweede vorm van werklandschap doet zijn intrede: de kleiwinning en de steenfabrieken. Het voegt voor het eerst een industriëel karakter toe aan het gebied. Het is het eerste van een reeks dienstbare functies voor de stad. De eerste vermelding van een steenoven in Arnhem dateert uit 1353 toen er melding gemaakt werd van een nieuwe steenoven die werd gebouwd in het Broek aan de overzijde van de Rijn. De geproduceerde stenen waren onder andere bedoeld voor de bouw van kerken, de stadsmuren en poorten. In het begin van de 16e eeuw werd de stadssteenoven verplaatst naar de Stadswaarden.5

Ontwikkelingen landschap Vanaf de 12e eeuw is men in Gelderland begonnen met de aanleg van kades langs de Rijn. In het begin van de 14e eeuw was sprake van een continue dijk langs de Rijn. Ter hoogte van het plangebied bestond deze dijk uit de Sleuteldam of Slueteldick (ook wel aangeduid als Mamburghse dam en Mijnderswijcksen Dam). Het oostelijke deel van het plangebied, dat bekend stond als de Stadsblokken en de Stadswaard, lag in deze periode nog ten noorden van de Rijn. Tussen 1528 en 1536 is in opdracht van hertog Karel van Gelre de meanderbocht van de Rijn ten zuiden van Arnhem afgesneden, waardoor rivier voortaan weer langs de stad liep. Hoewel de Rijnstrangen in de Stadswaarden en Stadsblokken in de loop van de 17e eeuw steeds meer zijn verland, is het goed te zien hoe veel ruimte de Rijn heeft. De grift zal tot 1750 het gebied doorkruisen (trekvaart), waarna het ‘verland’ wordt en als dijk zal fungeren.5

1560 26

Ontwikkelingen Arnhem De eerste kaart van Arnhem als vestingstad. Met de stenen die vervaardigd zijn uit de klei van Stadsblokken begint in de 13e eeuw de aanleg van een stenen stadsmuur. De middeleeuwse verdedigingswerken worden in de drie eeuwen daarna verder uitgebreid en verbeterd met stadsmuren, poorten en torens. De Eusebiuskerk maakt al sinds de 9e eeuw onderdeel uit van de stad en wordt rond 1453 vernoemd naar patroonheilige Sint Eusebius.6 Door de nieuwe rivierloop dreigde Arnhem te worden ondermijnd. Om deze reden neemt de stad een drastisch besluit (zie pagina 28).

_______________________________ 5 6

BAAC. (2018, februari). Over de Eusebius. (2020). eusebius.nl.


steenfabriek

Grift

Bron: Gelders Archief

27


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 1649

Planologische ontwikkeling De derde vorm van een een dienstbaar werklandschap ontstaat: de uiterwaarden als agrarisch landschap. Door de expansie van de stad en het toenemende bewonersaantal wordt steeds meer land rondom de stad ingezet voor akkerbouw of voor het grazen van vee. Ook de steenoven functioneert nog. De steenoven lag in ieder geval in het derde kwart van de 17e eeuw direct ten westen van de huidige John Frostbrug op het terrein van de voormalige ASM-werf in Stadsblokken.5

Ontwikkelingen landschap Door de nieuwe rivierloop dreigde Arnhem te worden ondermijnd, waardoor in 1563 maatregelen zijn genomen om de Rijn weer iets verder van de stad af te leggen. Een ontwikkeling die aantoont hoe begaafd Nederlanders al in de 16e eeuw zijn in het werken met water en land. Een talent waar Nederland zich wereldwijd ook later nog in zal onderscheiden. Het landschap aan de zuidelijke oever van de Rijn zal als graasgebied voor het vee dienen. Met deze functie kreeg het zijn naam: Stadsblokken. ‘Stadsblokken’ is een samenvoegsel van de woorden: ‘blokken’, dit zijn ‘omheinde percelen’, terwijl de ‘stad’ uiteraard slaat op Arnhem. De Stadsblokken (ook Stadswaarden of Stadsweiden genoemd) werden niet gebruikt voor akkerbouw, maar voor het grazen van vee.7

1649 28

Ontwikkelingen Arnhem De stad is gegroeid tot aan de uiterste randen van de vestingmuren. Van de imposante Arnhemse vestingwerken, die tussen de 16e en het begin van de 19e eeuw, hun hoogtepunt kenden, is alleen de Sabelspoort overgebleven. De poort is vanaf dan, tot op de dag van vandaag, een verbinding tussen de Rijn(kade), de Markt, Het Stadhuis en de Eusebiuskerk.

_______________________________

BAAC. (2018, februari). Gemeente Arnhem. Bestemmingsplan Stadsblokken-Meinerswijk. (2021, 26 januari) 5 7

Gebiedsontwikkeling


Eusebiuskerk

Stadhuis

‘Markt’

Sabelspoort

Grift

Stadsblokken

Bron: Gelders Archief

29


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 1889

Planologische ontwikkeling De vierde vorm van een dienstbaar werklandschap ontstaat: de havenindustrie. De oudste vermelding van de firma Stoomhoutzagerij G.T. Coers dateert van 1870. Coers’ stoomhoutzagerij beschikte in 1874 over een haven waar schepen konden lossen en laden: de eerste haven aan ‘de overkant van de rivier’. De grote buurman ASM kwam pas een decennium later. In 1889 heeft de Arnhemse Stoomsleephelling Maatschappij, vanaf 1952 de Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij (ASM), zich in het plangebied gevestigd. Het bedrijf bestond in eerste instantie uit een haven met aan de zuidzijde een hellingbaan met ten zuiden daarvan twee werkplaatsen.8

Ontwikkelingen landschap In 1752 heeft de Staten van Geldermals de polder Meinerswijk als overlaatgebied uitgeroepen. Als gevolg van de aanwijzing als overlaatgebied vonden dermate veel overstromingen plaats, dat het gebied nauwelijks meer bewoonbaar was.7 De griftdijk met overlaatbruggen en sluizen reguleren het waterpeil in het gebied. Het terrein van de ASM-haven wordt 2 tot 3 meter opgehoogd zodat het ten tijde van hoogwater droog blijft en kan blijven functioneren.

De steenoven direct ten westen van de huidige John Frostbrug op het terrein van de voormalige ASM-werf in Stadsblokken is omstreeks 1874 gesloten. In het westen van het gebied, Meinerswijk, ontstonden nieuwe steenfabrieken.7 De Agrarische functie verdwijnt van het toneel.

1880 30

Ontwikkelingen Arnhem In 1808 wordt de vestingfunctie van Arnhem opgeheven en worden in fasen de stadswallen en andere verdedigingswerken gesloopt om de expansie ruimte te bieden. De Rijnkade wordt nu de begrenzing tussen de Rijn, de Stad en Stadsblokken. De ASM-werf groeit uit tot de grootste werkgever van Arnhem.8 _______________________________ 7 Gemeente Arnhem. Bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling Stadsblokken-Meinerswijk. (2021, 26 januari) 8 van Cruyningen, P., Korteweg, O., & Hummelen, M. (2011). ASM Kloppend Hart. BS.


steenfabriek

Houthandel Coers

ASM-werf

griftdijk

Bron: Topotijdreis.nl

31


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 1970

Planologische ontwikkeling De havenindustrie kent na de Tweede Wereldoorlog zijn hoogtijdagen. De ASM-werf expandeert en is nu de grootste werkgever van Arnhem. Kleiwinning en zandwinning hebben een grote impact op het werklandschap van de uiterwaarden. Het landschap van Stadsblokken wordt gehalveerd door de nieuwe wijk Malburgen.

Ontwikkelingen landschap In de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw zijn delen van de Stadswaard (tussen het ASM terrein en de Grift) weer dieper ontgraven, waardoor ook hier waterplassen ontstonden. Tussen 1958 en 1977 zijn enkele van deze diepe kleigaten volgestort met industrieafval en Arnhems huisafval en vervolgens afgedekt met een kleilaag. Andere gaten zijn voor de zandwinning nog verder uitgediept, soms tot meer dan 25 m diep. Het vrijgekomen zand is onder meer gebruikt voor de oprit van de Mandelabrug, dijkverzwaringen en de verdere ophoging van het terrein van de ASM.9 Het ASM-terrein krijgt de contouren zoals het anno 2021 bekend is. Door de schaalvergroting is ook de baai vergroot en verder landinwaarts gelegd.

1970 32

Ontwikkelingen Arnhem De expansie van Arnhem krijgt vorm. Er wordt meer en meer buiten de voormalige stadsmuren gebouwd en in de 20ste eeuw maakt men zelfs de oversteek over de Rijn. Na de Tweede Wereldoorlog besloot men in Stadsblokken de wijk Malburgen te bouwen.

_______________________________ 9

RAAP. (2011). Uiterwaardvergravingen in Meinerswijk-Stadsblokken.


steenfabriek

Houthandel Coers

ASM-werf

Malburgen

Bron: Topotijdreis.nl

33


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 1980

Planologische ontwikkeling Voor het eerst in de geschiedenis heeft de plek geen functie meer. Ook zijn dienstbare functie als werklandschap is verleden tijd. De ASM-werf en de haven van Coers raken failliet. De algemene scheepsbouwcrisis in de jaren zeventig van de 20e eeuw trof de scheepswerf zwaar. De ongunstige ligging ver landinwaarts verzwakte de positie van de ASM. Door de sterk wisselende waterstanden van de Rijn kon de werf geen schepen met een grote diepgang bouwen. Tenslotte werden in 1978 de werkzaamheden gestaakt. Slechts enkele funderingen van gebouwen en een haven herinneren nog aan de ‘Bloedhelling’, zoals dit bedrijf in de volksmond werd genoemd. Op het werfterrein in de Stadsblokken zelf zijn alle gebouwen gesloopt. Hier en daar zijn nog kraanbanen en tegelvloeren te ontwaren.9 De kelders van het kantoor en woonhuis zijn nog aanwezig, inclusief openstaande kluisdeur. Tot 2017 heeft de haven gediend als woonbotenligplaats.

Ontwikkelingen landschap Als gevolg van de zandwinning veranderden grote delen van het plangebied in waterplassen. De laatste ontgrondingsaanvraag dateert uit 1990. Hierna heeft de gemeente Arnhem besloten de natuur haar gang te laten gaan, waarbij door middel van begrazing door Gallowayrunderen en Konik-paarden wordt voorkomen dat het gebied dichtgroeit.10 De leegte van het voormalig ASM-terrein wordt treffend weergegeven met de kleur wit op de kaart: functieloos. Half bebost en semi-openbaar gebied voor woonboten maken de plek tot moeilijk leesbaar en ondefinieerbaar.

Ontwikkelingen Arnhem Met de bouw van de Mandelebrug en de John Frost Brug wordt gewerkt aan betere verbindingen tussen Stadsblokken, Noord-Arnhem en Zuid-Arnhem. Hiermee wordt het gebied Stadsblokken nog meer dan voorheen ingekaderd door ‘menselijk ingrijpen’. Door de leegstand van het ASM-terrein besluit Arnhem woonboten in de baai toe te laten. Tot 2017 heeft de ASMhaven gediend als woonbotenligplaats. In de Haven van Coers liggen ze nog steeds.

_______________________________ 9

Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij (ASM). (2018). RAAP. (2011). Uiterwaardvergravingen in Meinerswijk-Stadsblokken.

10

1980 34


woonboten

woonboten

doorlaatbrug

Bron: Topotijdreis.nl

35


HISTORISCHE ONTWIKKELING - 2021

Planologische ontwikkeling Anno 2021 is het gebied al 43 jaar functieloos. De rode draad van een dienstbaar werklandschap lijkt een vergeten verleden te zijn. Het gebied functioneert nu als een groene buffer tussen Arnhem-Noord en Arnhem-Zuid die voornamelijk een scheiding tussen beide stadshelften veroorzaakt. Door de matige bereikbaarheid van de plek zijn veel Arnhemmers vrij onbekend met wat er nog wél aanwezig is: stadsstranden, natuur, industrieel erfgoed en het belangrijkste van alles: ruimte. Deze ruimte heeft wel geleid tot een aantal nieuwe ontwikkelingen. Sinds een aantal jaar geven tijdelijke functies waar in de stad geen plek voor is, zoals festivals, circus, horeca en pop-up initiatieven de plek weer een ziel. Een nieuwe subcultuur, anders dan de industrie, doet hiermee zijn intrede. Een grotere ingreep lijkt echter nodig om de plek weer zijn identiteit terug te geven en de verloren rode draad weer op te pakken. Met een passende nieuwe functie zal het gebied gerevitaliseerd moeten worden.

Ontwikkelingen landschap Op de voormalige scheepswerf neemt de natuur de plek langzaam over. De natuur laat zich ook gelden in de Rijn. Hoge waterstanden en overstromingen van de Rijnkade heeft ertoe geleid dat een nieuwe geul is gegraven: de eerste stap om ruimte aan de rivier te geven. de nevengeul leidt naar de plassen in Meinerswijk en maakt zo onderdeel uit van het overstroomgebied van Stadsblokken-Meinerswijk. Bij hoogwater zal de ASM-haven een eiland vormen tussen de twee stromen van de Rijn. Sinds de komst van de nevengeul staat de doorlaatbrug permanent open. De doorlaatbrug werkte bij normaal hoogwater als ‘gewone’ brug naar de steenfabriek, maar in tijden van nood kon men de zware schotten laten zakken. Zo kon het water op het gewenste niveau worden gehouden. De doorlaatbrug bestaat nog altijd en vormt een markant herkenningspunt in de polder.10

Ontwikkelingen Arnhem Anno 2020 toont de stad veel ambitie om bij te dragen aan de energietransitie. Er is veel burgerparticipatie en er zijn talloze initiatieven tot het duurzaam opwekken van energie. Evenals in de rest van Nederland wordt in Arnhem gewerkt aan doelstellingen uit het Klimaatakkoord. Nieuwe gebouwen, en ook steeds meer bestaande gebouwen maken daarom gebruik van duurzame energiebronnen als zon en wind. Een goed voorbeeld is de wijk Malburgen. Hier krijgen honderden woningen energie uit water door het hergebruik van een oud gemaal. De landelijke doelstellingen worden echter bij lange na niet gehaald. Dat geldt naast Arnhem voor iedere Nederlandse stad. Een grotere ingreep lijkt daarom nodig te zijn om wél aan de duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen voldoen.

_______________________________ 11

De ontwikkelingen in de strijd tegen het water duren voort maar kan het landschap niet juist productief ingezet gaan worden zoals het in het verleden bewezen heeft? Kan het water niet veel beter ingezet worden dan dat het nu gedaan wordt?

2021 36

InfoCaster B.V. (2021). Meinerswijk - Ijssellinie


woonboten

ooibos festivalterrein

doorlaatbrug nevengeul

Bron: Topotijdreis.nl

37


CONCLUSIES

Kijkend naar de functie van het landschap vormt de karakteristiek ‘dienstbaar werklandschap’ de rode draad door de geschiedenis. De Rijn geldt als eerste ‘bewoner’ van het gebied. De Romeinen lieten het tenslotte de grens van hun Rijk zijn. Zij bouwden er verschillende nederzettingen, waaronder het Castellum ‘Castra Herculis’. Dit kan wellicht gezien worden als aanleiding voor de latere bouw van de stad Arnhem. Zeker is dat Arnhem zijn bestaansrecht ontleent aan de Rijn. Hiermee is de Rijn de eerste in een reeks dienstbare functies voor de stad Arnhem. Al sinds de middeleeuwen ligt de Rijn ten zuiden van Arnhem en vormde het samen met de uitwaarden aan de noordelijke en zuidelijke oever hét decor van een snel groeiende stad. Een groei die niet los gezien kan worden van de grondstof die de uitwaarden biedt: klei. Steenfabrieken maakten van het klei de bakstenen waarmee Arnhem verder gebouwd en versterkt kon worden. Zo werd het gebied voor het eerst op een industriële wijze dienstbaar voor de stad: de eerste vorm van werklandschap . Dit is de start van een lange reeks aan dienstbare werklandschappen die gaan volgen door de eeuwen heen. Toen de loop van de Rijn in 1530 door de Arnhemmers werd verlegd en ingedamd kwam Arnhem daadwerkelijk aan de rivier te liggen.

Ten zuiden van de rivier, in de uiterwaarden, ontstonden vervolgens de Stadswaarden (de huidige Stadsblokken), op de plek zoals we die tot op de dag van vandaag kennen. Hier kon het hele jaar vee grazen. Deze tweede vorm van dienstbaar werklandschap heeft een agrarisch karakter. Naast het dienstbare karakter voor de stad is de plek als overstroomgebied onmisbaar voor de grillen van de Rijn. Enkele keren per jaar laat het zich bij hoogwater overstromen zodat de Rijn zijn water kwijt kan. Hoewel Nederland zijn rivieren meer en meer indijkt en hiermee de steden beschermt, is het grillige karakter van Stadsblokken altijd gebleven. Omdat de winterdijk ten zuiden van Stadsblokken gebouwd is, is het overgelaten aan de grillen van de Rijn. In 1889 ontstond de laatste dienstbare functie van de plek: de havenindustrie. Met eerst de Houthaven en vervolgens de Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij (ASM) domineerden de klanken van machines en het slaan van de klinken de zuidelijke oever van de Rijn. De ASM werd de grootste werkgever van Arnhem en in de volksmond ‘Het kloppende hart van Arnhem’ genoemd. Een einde aan 700 jaar dienstbaarheid Na het failliet van de ASM in 1979 kwam het terrein braak te liggen. Alles wat boven het maaiveld stak werd gesloopt. Oude restanten liggen als nog te ontdekken archeologische

38

vondsten nét onder het oppervlak. Overwoekerd door ooibossen, struiken en onkruid doen vooral de scheepshelling en de afbouwkade nog herinneren aan bijna 100 jaar havenindustrie en 700 jaar dienstbaarheid. Anno 2021 Hoe poëtisch de plek ook aandoet, de achterliggende werkelijkheid anno 2021 is treurig. Het terrein werd ruim 40 jaar onbeheerd achtergelaten. In deze tijdspanne raakte de plek onveilig, onbereikbaar en vergeten. Een ongelooflijk contrast met de potentie die het heeft: een schitterend groen uiterwaardengebied, midden in de stad. Een stukje leegte in een stad: een ongelooflijke wilde in een land waar het vechten is om ruimte. Sinds een aantal jaar gaven tijdelijke functies, waar in de stad geen plek voor is, zoals festivals, circus, horeca en pop-up initiatieven de plek weer een ziel. Een nieuwe subcultuur, anders dan de industrie, deed hiermee zijn entree. Een grotere ingreep is echter nodig om de plek weer zijn identiteit terug te geven en de verloren rode draad weer op te pakken.


400n.chr.

1560

1649

1880

1978

1980

2020

39


3. EEN NIEUW WERKLANDSCHAP De historische transitie van Nederlandse Werklandschappen

Nederland heeft een rijke historie en traditie als het gaat om werklandschappen. Zo is het dijk- en polderlandschap inmiddels zo vanzelfsprekend dat men zou kunnen vergeten dat het uniek is in de wereld. Molens, gemalen, polders en waterkeringen als Nederlands oudste werklandschap vormen iconisch erfgoed en behoren zelfs tot UNESCO Werelderfgoed. Tegenwoordig zien we in Nederland dat werklandschappen veelvuldig aan de energietransitie gekoppeld zijn: windmolenparken op land, meren en op zee, zonneparken op land en op water, maar ook industrieterreinen worden meer en meer onderdeel van het landschap. In de toekomst komen daar technieken voor energieopwekking bij die nu nog verder doorontwikkeld moeten

worden. Om te kunnen begrijpen hoe Nieuw Werklandschap Watermachine Stadsblokken zich verhoudt in de lijn van deze rijke geschiedenis, is het in de eerste plaats belangrijk te weten welke transitie werklandschappen in Nederland hebben ondergaan. Hoe kenmerkt de transitie zich in Nederland en meer specifiek in Stadsblokken? Tegen de achtergrond van een maatschappij die zich meer en meer richt op duurzaamheid en innovatie kan het werklandschap Watermachine Stadsblokken de precedent gaan worden voor nieuw te ontwikkelen werklandschappen in Nederland. Ook wordt ingegaan op de nieuwe definitie van het NIeuwe Werklandschap, de doelgroep en het programma van eisen.

40


41


WATERMACHINE STADSBLOKKEN: EEN NIEUW WERKLANDSCHAP

De samenwerking tussen mensen, werk en landschap is door de jaren heen diep geworteld in de Nederlandse cultuur. De ontwikkelingen in Stadsblokken geven dit treffend weer. In werkende landschappen (lees: Werklandschap) wordt het landschap zodanig benut zodat het functioneel ingezet kan worden. Geen landschap zoals een industrieterrein waar mensen werken, maar een landschap gecreëerd dóór mensen, werkend vóór mensen. Echter, waar Nederland altijd aan kop liep met het innoverend inzetten van landschap, lijkt het nu juist een passieve houding aan te nemen ten aanzien van de energietransitie. Er ligt een grote opgave in het verschiet waarbij maximaal gebruik gemaakt moet gaan worden van energie uit duurzame bronnen, zoals wind, water en zon.

Dit is precies waar de AEM (Arnhemse Energie Maatschappij) als Watermachine Stadsblokken voor staat. Met het oog op de noodzakelijke energietransitie die Nederland, en dus ook Arnhem, moet maken, wordt ‘duurzaamheid’ in dit Nieuwe Werklandschap een elementair begrip. Het wordt de kapstok waar alle functies van het een werklandschap aan opgehangen worden. Met een innoverend energieconcept gaat het werklandschap Watermachine Stadsblokken uit water van de Rijn energie opwekken voor Arnhem. Het Nieuwe Werklandschap moet de precedent gaan worden voor nieuw te ontwikkelen werklandschappen in Nederland en als inspiratie gaan dienen voor de wijze waarop Nederland kan bijdrage aan de energietransitie.

42


43


HISTORISCHE TRANSITIE WERKLANDSCHAPPEN NEDERLAND

Goedbeschouwd werken Nederlanders al eeuwenlang met werklandschappen. De specieke term is er echter nooit aan gegeven. Als geen ander is Nederland in staat gebleken het landschap naar zijn hand te zetten en er een werkend landschap van te maken. Zo vonden de Nederlanders in de strijd tegen het water al snel slimme oplossingen. Wanneer in ogenschouw genomen wordt dat de helft van Nederland onder water zou staan zonder de door mensen gebouwde waterkeringen, kan stellen dat Nederland in de loop der jaren één groot werklandschap geworden is. Geen landschap zoals een bedrijventerrein waar mensen werken, maar een landschap gecreëerd dóór mensen, werkend vóór mensen. Droogmakerijen zijn cultuurhistorisch uniek binnen Europa. “We hebben in het laagland een traditie van strijd tegen het water om het land droog te maken en te consolideren. Die strijd is gecultiveerd en verinnerlijkt; Nederlanders zien

vooral die elementen (terpen, dijken, grachten, polders, Deltawerken) als kenmerkend en verbindend.”12 Het landschap zou zelfs bijgedragen hebben aan de cultuurvorming van het land. De strijd tegen het water wordt namelijk ook wel verbonden aan de zogenoemde poldercultuur, een term die gebruikt wordt voor een overlegcultuur: een typisch Nederlands kenmerk. Al in het jaar 47 na Christus beschrijft Romein Plinius - op enigszins cynische toon - de oplossing van Nederlanders in de strijd met het water: terpen “Tweemaal per dag overstroomt de oceaan een groot deel van hun gebied, zodat het niet goed uit te maken is of dit land tot de zee of tot het land gerekend moet worden. Daar probeert een armzalig volk in leven te blijven door huizen te bouwen op steile heuveltjes. Die heuveltjes zijn met handkracht opgeworpen tot een hoogte die net boven de hoogste vloed uitsteekt.”13

Rond de 10de eeuw werd begonnen met de bedijking van het rivieren- en kustgebied tegen overstromingen. Aanvankelijk waren dit vooral veengebieden en vanaf de 13e eeuw werden vooral rivieren omdijkt. Zo ontstonden de uiterwaarden. Voornamelijk in het rivierengebied vond er in deze uiterwaarden veel kleiwinning plaats voor de productie van bakstenen. Met het steviger worden van de dijken groeide het Hollandse vertrouwen in de strijd tegen het water. Dit uitte zich met name in een nieuw ingezet middel: de polder. Met behulp van windmolens werden ondiepe gebieden drooggelegd, nadat er dijken en ringvaarten omheen waren gelegd. In het verlengde van deze techniek werd tussen 1956 en 1968 midden in de vroegere Zuiderzee, Flevoland aangelegd: het grootste kunstmatige eiland ter wereld.

bron: Nederland Waterland (voetnoot 20)

44


Anno 2021 is Nederland niet voldoende in staat het landschap in te zetten voor de energietransitie. In de bouw, maar ook voor particulieren is de energietransitie wel degelijk voelbaar en wordt er steeds meer duurzame energie opgewekt: Windenergie Windmolens langs snelwegen, op grote stukken weiland en windparken op zee maken meer en meer onderdeel uit van het landschap. Zonne-energie In de bouw van woningen of utiliteitsgebouwen is zonneenergie volledig geïntegreerd in het ontwerpproces en de uitvoering. Ook komen er steeds meer weilanden vol zonnepanelen die een hele wijk van stroom kunnen voorzien. Het is eveneens mogelijk om zonne-energie te gebruiken om warm water te produceren in combinatie met een zonneboiler.

Biomassa Biomassa is organisch materiaal zoals hout of groente-, fruit- en tuinafval. Energie opgewekt uit biomassa geldt als duurzame energie omdat de CO2 die bij de verbranding in de atmosfeer verdwijnt pas kort daarvoor is opgenomen uit de atmosfeer tijdens de groei van de planten of bomen. Er is sprake van een gesloten CO2-kring. Lucht- en bodemwarmte Lucht- en bodemwarmte zijn duurzame energiebronnen die langzaam in opkomst zijn. Met behulp van een elektrische warmtepomp kan warmte uit de lucht of de grond worden benut voor het verwarmen en koelen van woningen. Ook kan warmte uit diepere aardlagen (500 meter of meer) direct worden benut voor het verwarmen van een wijk of bijvoorbeeld kassen.

_______________________________

Rijksdienst van cultureel erfgoed. (2020). Provincie Gelderland. (2011). Werkschrift Werklandschappen. 14 Voor- en nadelen van waterkracht | Essent. (2020). 12 13

45

Waterkracht In Nederland wordt nog weinig energie uit waterkracht opgewekt. Dit is een gemiste kans.Waterkracht heeft namelijk allerlei voordelen. Enkele voordelen van waterkracht zijn: - Waterkracht is schoon. Er hoeven geen grondstoffen voor te worden gewonnen, en er ontstaan geen afvalproducten. Er is dus ook geen vervoer nodig van grondstoffen of afval. - Waterkracht is een energiebron die nooit opraakt. - Waterkracht is goedkoop. Voor de bouw van de waterkrachtcentrale is wel een investering nodig, maar daarna zijn de kosten heel laag. Een waterkrachtcentrale gaat tientallen jaren mee. - Waterkracht maakt het mogelijk heel veel energie op te wekken. - Waterkracht is niet afhankelijk van het weer. Waterkracht is dus een veel betrouwbaardere energiebron dan zonnestroom of windenergie.14


HISTORISCHE TRANSITIE WERKLANDSCHAPPEN STADSBLOKKEN

In het hoofdstuk ‘historisch onderzoek’ is al geconcludeerd dat het dienstbare werklandschap in Stadsblokken(Meinerswijk) als een rode draad door de geschiedenis heen loopt. De historische transitie in Stadsblokken blijkt een mooie weerspiegeling van de landelijke ontwikkelingen door de jaren heen. Van de Romeinse invloeden tot en met de

gegraven nevengeul ten behoeve van de ruimte voor de Rijn: ook dit landschap is door de jaren heen een continu werklandschap geweest. De korte opéénvolging van de functies van het werklandschap, zoals in het historisch onderzoek beschreven, geeft dit treffend weer (zie rechterkolom).

1e - 4e eeuw: - De Rijn als natuurlijke grens van het Romeinse Rijk. Een Romeinse nederzetting in Meinerswijk, Castellum ‘Castra Herculis’, is één van de grensposten. - Mogelijk ook de eerste kleiafgravingen. Niet ten behoeve van baksteen. De Romeinen bakten er dakpannen van.

13e-18e eeuw: - Stadsblokken als agrarisch werklandschap van Arnhem. - Stadsblokken als industrieel werklandschap: kleiwinning en steenfabrieken maakten een grote baksteenproductie mogelijk waardoor Arnhem kon doorgroeien en een vestingstad werd. - Stadsblokken als waterschap: in 1560 werd de Rijn ingedijkt en verlegd waardoor Arnhem voortaan aan de Rijn kwam te liggen.

x

19e-20ste eeuw: - Stadsblokken als industriële havenfunctie: Met de komst van de haven van Coers en de Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij ontstaat een nieuwe en tevens laatste soort werklandschap in Stadsblokken. - leegstand vanaf 1978

21ste eeuw: - Nieuw Werklandschap AEM

46


DEFINITIE NIEUW WERKLANDSCHAP

In tegenstelling tot ‘industrieterrein’(of ‘bedrijventerrein’) is ‘werklandschap’ een relatief nieuw begrip waarvoor geen precieze definitie is. ‘Landschap’ heeft iets in zich van ruimte, natuur, groen. ‘Werk’ geeft aan dat werken een belangrijk uitgangspunt is. De VROM- raad zegt hierover het volgende: “Juist functiemenging in steden en kleinschalige ontwikkelingen vallen onder het begrip werklandschap. Het biedt kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in Nederland.”

en zijn eigen specifieke markt van vraag en aanbod heeft, zouden werklandschappen in de praktijk sterk van elkaar kunnen verschillen.

Een ‘normaal’ werklandschap is een plek: • waar de functie ‘werken’ het uitgangspunt is; • waar deze functie vermengd is met andere functies, een meerwaarde ontstaat voor zowel de vraag- als aanbodzijde; • die ruimtelijke samenhang vertoont met de directe omgeving; • waar uitdrukkelijk rekening is gehouden met de aspecten gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde die samen leiden tot ruimtelijke kwaliteit; • die een aanbod aan werklocaties biedt die door een eigen identiteit een kwalitatieve aanvulling betekenen op het bestaande regionale aanbod.13 Echter, omdat iedere locatie zijn eigen directe omgeving

Het Nieuwe Werklandschap zou tevens een locatie moeten zijn: • waar maximaal gebruik gemaakt wordt van energie uit duurzame bronnen (in Watermachine Stadsblokken: waterkracht/-warmte Rijn); • waar energie uit duurzame bronnen een maatschappelijke breed gedragen doelgroep dient (in Watermachine Stadsblokken: overheidsgebouwen en woningen binnenstad Arnhem); • waar innovatie nagestreeft wordt; • waar bovengenoemde functies gepaard gaan met gebiedsrevitalisatie waardoor een breed maatschappelijk draagvlak ontstaat.

Het nieuwe werklandschap Watermachine Stadsblokken wil zich als een precedent voor toekomstige werklandschappen profileren en voegt daarom 1 essentieel element toe aan de kernpunten van een werklandschap zoals omschreven door het VROM: ‘duurzaamheid’.

_______________________________ 13

Provincie Gelderland. (2011). Werkschrift Werklandschappen.

47


PROGRAMMA ENERGIECONCEPT

PROGRAMMA VAN EISEN

PROGRAMMA PUBLIEK-SOCIAAL

In het Nieuwe Werklandschap wordt energie opgewekt voor Arnhem en voor de Arnhemmer. Juist vanwege deze publieke doelgroep moet de Arnhemmer onderdeel uit gaan maken van het Werklandschap. Hierdoor onstaat een programma wat enerzijds industrieel en technisch van aard is: het programma voor het energieconcept. Anderzijds ontstaat een publiek-sociaal programma. 1.POMP/TURBINE

1. RECREATIEVE INFRASTRUCTUUR & EVENEMENTENHAL

Het Nieuwe Werklandschap draait om de functiemenging van beide programma’s. ‘Werken’ blijft echter het uitgangspunt. Met ‘werken’ wordt bedoeld: het productief inzetten van het landschap ten behoeve van het opwekken van energie. Om functiemenging te bewerkstelligen wordt aan iedere functie (lees: ieder gebouw) binnen het energieconcept een publieke functie gekoppeld. (zie rechterkolom) Het energieconcept wat toegepast wordt, is een theoretisch model, opgesteld op basis van specialistisch onderzoek naar de potentie van het opwekken van energie uit water. 15 Het is een nog niet bewezen energieconcept, maar biedt veel potentie. Door gebrek aan financiele steun is het innoverende concept nog niet in ontwikkeling genomen. Door het te koppelen aan een publieke doelgroep en aan gebiedsontwikkeling ontstaat er een businesscase waar mogelijk wél in geinvesteerd durft te worden.

2. TRANSFORMATOR

2. AANLEGPLAATS PONT EN VERBINDING STAD

_______________________________ 15 Royal Haskoning DHV. (2016, december). Onderzoek potentie energie uit waterkracht in Provincie Gelderland.

3. WARMTEWISSELAAR

48

3. SOCIAAL-PUBLIEK PROGRAMMA ALLE SEIZOENEN: HORECA EN ENTREE


PROGRAMMA ENERGIECONCEPT: - Turbinehal met 27 pomp/turbines (vastgesteld op basis van de benodigde hoeveelheid energie per huishouden/utilitaire functie), kantoor, opslag, laad-/losruimte, manouvreerruimte vrachtwagen; - Transformator; - Warmtewisselaar met SmartPolder. PROGRAMMA PUBLIEK-SOCIAAL: - Entreegebouw, als entree en doorstroomlocatie van Stadsblokken; - Horeca met binnen- en buitenterras, seizoenrond in gebruik; - Expositieruimte; - Evenementenhal; - Podium; - Lege ruimte: open ruimtes creeëren voor de nieuwe subcultuur die is ontstaan in het gebied (circus, pop-up evenementen, exposities en festivals); - Infrastructuur en routes duiden; - polder als recreatiewater, zowel als zwemwater in de zomer en als schaatsvijver in de winter. PROGRAMMA INFRASTRUCTUUR - productief inzetten van zomerdijk als fietsroute vanuit Malburgen en als onderdeel van route door het werklandschap;

- aanlegplaats voor de pont vanuit de binnenstad verplaatsten naar de afbouwkade en betrekken bij routing door werklandschap; - parkeerplaats nabij horeca en bestaande autoroute hergebruiken. PROGRAMMA INDUSTRIEEL ERFGOED - productief inzetten van baai in het energieconcept; - afbouwkade en scheepshelling betrekken in het ensemble van het werklandschap; - afbouwkade en scheepshelling inzetten als onderdeel van route. PROGRAMMA NATUUR - bestaande ooibossen beheren en controleren - kappen wat moet en behouden waar het kan zodat identiteit behouden blijft BEELDKWALITEIT De gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde zorgen voor de ruimtelijke kwaliteit waarbij ingespeeld wordt op het lokale Arnhemse sentiment. Het werklandschap zal ruimtelijke samenhang vertonen met de contouren van de baai, het reliëf in het landschap en de karakteristieken van de voormalige ASM-architectuur. Met deze componenten wordt moderne architectuur gemaakt die toch herkenbaar is voor de Arnhemmer.

Bron: gelders archief

• WAAR MAXIMAAL GEBRUIK GEMAAKT • GEBRUIKSWAARDE, BELEVINGSWAARDE • DIE RUIMTELIJKE SAMENHANG • WAAR DE FUNCTIE ‘WERKEN’ HET VERTONEN MET DE DIRECTE UITGANGSPUNT IS MAAR VERMENGD IS WORDT VAN ENERGIE UIT DUURZAME EN TOEKOMSTWAARDE : RUIMTELIJKE 49 KWALITEIT BRONNEN OMGEVING; MET ANDERE FUNCTIES


4. LANDSCHAPPELIJKE INPASSING NIEUW WERKLANDSCHAP De implementatie van het energieconcept in het landschap en de stad

Voor het ontwerp van de AEM (Arnhemse Energie Maatschappij) Watermachine Stadsblokken worden op verschillende schaalniveaus ingrepen gedaan. Op stedelijk niveau, landschappelijk niveau en op gebouwniveau worden elementen toegevoegd en elementen weggelaten. In dit verslag wordt van groot naar klein gewerkt.

Daarna wordt duidelijk in welke hiëarchie industriële en publieke functie onderdeel gaan uitmaken van het nieuwe werklandschap. Op massaniveau worden industriële functies gekoppeld aan publieke functies en energieconcepten geïntegreerd in bestaande landschappelijke ingrepen.

Startpunt hierbij is de schematische verbeelding van de implementatie van het concept. Dan wordt doorgeschakeld naar het energieconcept. Een concept dat op heel Arnhem invloed heeft. Vervolgens wordt dieper ingegaan op hoe dit concept geïmplementeerd wordt in Stadsblokken en meer specifiek op het voormalige ASM-terrein.

Vervolgens wordt richting gegeven aan architectuur. Waar sluit het op aan? Welk standpunt neemt het in? Aan de hand van een ruimtelijke analyse van de ASM-architectuur en turbinehal-architectuur worden karakteristieken geformuleerd waar de nieuwe architectuur zich naar gaat voegen. Stap voor stap wordt vervolgens verbeeld hoe deze karakteristieken zijn uitgewerkt in nieuwe gebouwen.

50


51


CONCEPTUITLEG NIEUW WERKLANDSCHAP Doorsnede huidige situatie Stadsblokken

52


In 6 stappen transformeert Stadsblokken naar een Nieuw Werklandschap

groene rivier

1. 1. Het voormalige ASM-terrein tussen de Groene Rivier en de Rijn ligt braak. De rode draad moet weer worden opgepakt.

2. De Groene Rivier wordt verder ingedijkt waardoor een energiebuffer in de vorm van water aangelegd kan worden. Het waterpeil in de buffer is maximaal 13m+NAP, wat 5 meter hoger is dan het gemiddelde waterpeil van de Rijn. Bij hoogwater zal het verval lager zijn en enerzijds ten koste gaan van de energieopbrengst. Anderzijds haalt het winst uit het feit dat het de pompen minder energie kost om het water terug het buffer in te pompen.

2.

53


3. 3. Het nieuwe werklandschap wordt o.a. van een turbine-/pompcombinatie voorzien die zowel elektriciteit opwekt als water kan oppompen. Dit is de hoofdfunctie in het landschap en leidend in de ruimtelijke uitwerking van het plan.

4. De schaal van het werklandschap is afgestemd op de doelgroep. De doelgroep bestaat uit het Provinciehuis, het Stadhuis, de Eusebiuskerk, de woonwijk aan de Rijnkade en Malburgen -Noord. Het functioneren van Arnhem als stad wordt hiermee mogelijk gemaakt met elektriciteit uit Stadsblokken. Na 40 jaar is de plek hiermee weer dienstbaar.

4.

54


Doorsnede nieuwe situatie Stadsblokken

55


5. 5. De energieleverancier van Arnhemen en vóór de Arnhemmmer. Vanwege deze maatschappelijke en publieke doelgroep wordt de Arnhemmer uitgenodigd om gast te zijn in het werklandschap. Zodat men (onder andere) kan zien en horen hoe zijn energie wordt opgewekt.

6. Dit leidt ertoe ook publieke functies aan het werklandschap toe te kennen waarbij de hiërarchie duidelijk is: het publiek is te gast. Hierdoor wordt het werklandschap tevens de entree van het uiterwaardengebied, die past bij de ware identiteit van de plek.

6.

56


LANDSCHAPPELIJKE INPASSING ENERGIECONCEPT

INGREPEN OP STEDELIJKE SCHAAL

2 1 3 3

2

a b

1

a

3

1) De turbines worden geplaatst aan de nieuwe waterbuffer (de voormalige Groene Rivier). Het aantal turbines bepaalt de lengte van het gebouw. Het rendament van de machine en de energievraag van de doelgroep is hierin leidend. 2) Tevens is een transformator nodig om de opgewekte elektriciteit, hoogspanning, om te zetten in laagspanning. De hoogspanning takt via een transformator in stappen af naar een laagspanning, geschikt voor het laagspanningnetwerk dat leidt naar de gebouwen van de doelgroep. 3) Via een transformatorhuisje ten zuiden van de Rijn wordt de leiding naar de noordzijde getrokken en opgevangen in een tweede transformatorhuisje op de Rijnkade.

Het werklandschap zal in fases in schaal worden vergroot. In de eerste fase wordt de doelgroep aangesproken die al volledig op duurzame energiebronnen draaien. Dit zijn het Provinciehuis, Stadhuis en de Eusebiuskerk. Daarna zal in fase 2 de woonwijk aan de Rijnkade aangesloten worden op het werklandschap. In fase 3 zal de wijk Malburgen aan de beurt zijn. Fase 2 en 3 worden in werking gesteld zodra er voldoende woningen afhankelijk zijn van duurzame energiebronnen. Pas dan kan het werklandschap goed reageren op de fluctuaties in het aanbod en de vraag naar energie. (dit wordt nader toegelicht op pagina 59) Met deze laatste stap wordt Stadsblokken weer een verbinding tussen Arnhem-Noord en Arnhem-Zuid. Arnhem raakt weer afhankelijk van de plek. Maar wel op een eigenwijze manier die past bij Stadsblokken.

a) De zomerdijk en de winterdijk zullen worden opgehoogd zodat een waterbuffer met een verval van 5 meter kan ontstaan. b) De bestaande doorlaatbrug wordt opnieuw ingezet als sluis tussen de waterbuffer en Meinerswijk. De Groene Rivier zal bij hoogwater nog steeds in werking treden en het waterpeil aan de Rijnkade doen laten zaken. Wanneer dit nodig is, zal de doorlaatbrug zijn sluizen open zetten waardoor het water via Meinerswijk verder het landschap ingelaten kan worden.

57


WERKLANDSCHAP 1 2

TRANSFORMATORS

1) Tot slot wordt de Smartpolder met warmtewisselaar ingepast zodat het werklandschap zelfvoorzienend kan functioneren. Het wordt ingepast tussen de ASM-baai en de nieuw aangelegde polder (2). Hier wordt warmte uit warm baaiwater onttrokken en opgeslagen in de grond middels een WKO systeem. Het koude water stroomt de polder in en wordt gemonitord. Dit water is geschikt voor recreatief gebruik waardoor er een publieke functie aan gekoppeld wordt (het entreegebouw)

58

TURBINEHAL

SMARTPOLDER


ENERGIECONCEPT TECHNIEK

ROMANIC TURBINE/POMPCOMBINATIE MET ENERGIEBUFFER De Watermachine Stadsblokken is een waterkrachtcentrale en zal als waterbuffer gaan fungeren voor de binnenstad van Arnhem en primair voor het Stadhuis en het Provinciehuis. Als het aanbod aan duurzame energie laag is maar de vraag hoog, zal er water uit de buffer door de turbine stromen waardoor elektriciteit opgewekt kan worden om wél te

kunnen voldoen aan de vraag. Echter als het aanbod aan duurzame energie hoog en ongebruikt is, en de vraag laag, zal met de restenergie water uit de Rijn omhoog gepompt worden om op te slaan in de waterbuffer. Dit waterbuffer is als het ware opgeslagen energie die ingezet kan worden als de vraag hoog is.

energiewinning

pompen

lage vraag / hoog aanbod

hoge vraag / laag aanbod

59


Als gevolg van het toenemend aandeel duurzame energie (vooral uit zon en wind) zal het aanbod aan energie op het elektriciteitsnet steeds sterker gaan fluctueren. Geregeld krijgt elektriciteit een negatieve prijs om afname ervan te bevorderen. Anderzijds is er ook sprake van dagelijkse pieken in verbruik van elektriciteit in de ochtend en vroeg in de avond. Voornamelijk bij utilitaire gebouwen als een stadhuis of provinciehuis is de fluctuatie in het aanbod energie sterk aanwezig. Er is hier sprake van een grote mate van afhankelijkheid van duurzame energie, meer dan de meeste huishoudens in de oude binnenstad. Juist daarom vormen deze twee functies, aangevuld met de Eusebiuskerk -die zo’n centrale rol speelt in de beleving van de binnenstad- de

toenemend aandeel duurzame energie

perfecte doelgroep voor dit energieconcept. Door deze buffer is het mogelijk de pieken en de dalen in de vraag en aanbod van energie in Arnhem op te vangen. In opdracht van de Provincie Gelderland is onderzoek gedaan naar de kansen van deze pomp/turbinecombinatie.15,16 Geconcludeerd werd dat het concept potentie heeft. Dit heeft echter nog niet geleid tot investeringen of uitvoering. INNOVATIE Het ontwikkelen en toepassen van nieuwe technologieën in een publiek-private context blijkt niet eenvoudig, wordt ook duidelijk uit een rapport van Erasmus Universiteit Rotterdam, Erasmus School of Social and Behavioural Sciences en Departement Bestuurskunde & Sociologie.17

aanbod duurzame energie zal sterker fluctueren

Het blijkt lastig te zijn om overheidsinstanties te verleiden om nieuwe nog-niet bewezen technologie (‘non-proven technology’) toe te passen voor het uitvoeren van hun taken. De redenen voor deze aarzelingen vloeien voort uit risicomijdend gedrag, formele, juridische voorschriften voor technologietoepassing en het ontbreken van urgentie. De urgentie moet daarom wellicht uit een externe hoek komen buiten de waterschappen. In dit geval komt de urgentie uit Stadsblokken zelf. Vanuit de urgentie het gebied te revitaliseren ontstaat de mogelijkheid om innovatie van waterschappen met sociale en recreatieve stadsontwikkeling te integreren en combineren.

vraag en aanbod van duurzame energie heeft dagelijkse pieken die niet evenredig benut worden

_______________________________ 15 Royal Haskoning DHV. (2016, december). Onderzoek potentie energie uit waterkracht in Provincie Gelderland. 16 Royal Haskoning DHV. (2016, november). Aanvullende werkzaamheden. 17 DMEC. (2018, december). DMEC-EINDRAPPORT_FINAL.

60


TECHNIEK In tegenstelling tot traditionele technologieën hebben deze rotoren geen bladen maar grote ‘lobben’. De twee ‘rotorlobben’ zijn geplaatst in een caisson ter grootte van een container. Een klein drukverschil tussen twee waterlopen brengt deze lobben in beweging. Zo wordt energie opgewekt. Niet uit de snelheid van stromend water maar uit het drukverschil tussen 2 waterlichamen (het zogenoemde hydrostatische principe). Zowel de rotoren als het caisson zijn gemaakt van beton waardoor de productiekosten en de

onderhoudskosten uitzonderlijk laag zijn. De rotorlobben kunnen worden stilgezet en aangedreven. Voordelen: - Multifunctionaliteit: energie opwekken, water pompen, watergangen veilig afsluiten en waterstromen beheersen. - Efficiënt opwekken van energie uit water met een lage snelheid (laag verval). - Relatief lage aanlegkosten en zeer onderhoudsvriendelijk.17

61

De RONAMIC Pomp en Turbine (PaT) is een hydrostatische machine die naast energie opwekken óók kan pompen.17


SMART POLDER (IF TECHNOLOGY) Het werklandschap zal 100% procent zelfvoorzienend zijn. Een secundair energiesysteem -het Smart Poldersysteemdraagt hieraan bij en zorgt voor verwarming en verkoeling van het werklandschap. Zowel de multifunctionele ruimtes in het entreegebouw, als de kantoren en de controlekamer (en in mindere mate de turbinehallen) moeten geklimatiseerd worden. Dit wordt mogelijk gemaakt door warmte uit oppervlaktewater te onttrekken. In de zomer wordt warmte uit de baai onttrokken en opgeslagen in een Warmte en Koude Opslagsysteem (WKO). Deze warmte zal vervolgens in de winter weer worden opgepompt om met behulp van een

warmtepomp te worden opgewaardeerd voor het verwarmen van de gebouwen én het tapwater. Door het opslaan van de hoge temperaturen (meer dan 20°C) uit het warmere baaiwater heeft de installatie een beter rendement dat traditionele bodemenergiesystemen.18 Na een gesprek met IF-Technology19, werd duidelijk dat energieopwekken uit de Rijn in Stadsblokken daadwerkelijk potentie heeft. Dit gesprek gaf inspiratie en draagvlak om ook het SmartPolder systeem in te passen in het ontwerp. Deze twee systemen zijn complementair aan elkaar en voegen zelfs een functie toe.

ENERGIECONCEPT KOPPELEN AAN PUBLIEKE FUNCTIE De Smart Polder kan uitstekend gekoppeld worden aan een publieke functie. Dit heeft te maken met de goede kwaliteit van het water dat uit na de warmteafgifte in de uitgiftepolder stroomt. De uitgiftepolder is gemonitord water met uitsluitend gezond vitaal water, waar geen botulisme in kan ontstaan. Hierdoor is het uitermate geschikt voor recreatief gebruik. In de polder kan ‘s zomers gezwommen worden en hij kan ‘s winters als schaatsbaan ingezet worden. Het energieconcept maakt het mogelijk dat het terrein jaarrond kleinschalig gebruikt kan worden.

_______________________________

STOWA 2017-33. (2017). Thermische energie uit oppervlaktewater. IF Technology - Biemond, H. - Senior Concept Developer. 20 IF Technology. (2020, 10 augustus). Energie uit de stadsgracht. 18 19

20 IF Technology.nl/SmartPolder

62


BAAI

POLDER

63


5. INRICHTING NIEUW WERKLANDSCHAP De menging van industriële functies met publiek-sociale functies.

Aan de industriële functies, gebouwen en polder worden publieksociale functies gekoppeld. Het wordt duidelijk wat de intenties zijn en hoe het ensemble van gebouwen en landschap met elkaar samenwerken. Ook wordt uitgelegd hoe het bestaande industriële erfgoed geherwaardeerd wordt, door het productief in te zetten.

64


65


INRICHTING NIEUW WERKLANDSCHAP NIEUW WERKLANDSCHAP

In het Nieuwe Werklandschap is de industrie leidend. Het opwekken van energie is daarom bepalend voor de indeling van het werklandschap. Eerst wordt aan de hand van de maquette ieder gebouw in het werklandschap uitgelicht. Er wordt gekeken naar de ligging, het programma, de oriëntatie en de infrastructuur. Tot slot wordt toegelicht op welke wijze de koppeling met de publieke functie gemaakt wordt.

66

TRANSFORMATORS

TURBINEHAL

SMARTPOLDER

PUBLIEKE FUNCTIE 1

PUBLIEKE FUNCTIE 2

PUBLIEKE FUNCTIE 3


Rijn

2

c

b

a

a

a

1

1) De turbines worden geplaatst aan de nieuwe waterbuffer (de voormalige Groene Rivier). Het gebouw is opgedeeld in verschillende functies: (a) turbinehal, (b) controlekamer en kantoor, en (c) opslag. Het volume ligt in het verlengde van de bestaande zomerdijk, die als fietsroute in gebruik is. 2) Het terrein van het werklandschap wordt 0,5 meter boven het maaiveld geplaatst. Het staat op een betonnen voetstuk en contrasteert hiermee met zijn natuurlijke omgeving en blijft hierdoor droog bij hoogwater.

waterbuffer

Leegte: de basis van het gebied

67


2

1) Het transformatorgebouw staat haaks op de turbinehal, gericht naar het noorden, richting de Rijnkade. 2) Elektriciteit wordt via de technische flank van de turbinehal naar de controlekamer gestuurd en van hieruit maakt het de oversteek naar het transformatorgebouw.

1

De oriëntatie van het transformatorgebouw staat symbool voor zijn functie: richting de stad. Daar moet het laagspanningsnet naartoe en daar moet de energie naartoe.

68


a

1 a

baai

1) De industriele infrastructuur. Voor het functioneren van het werklandschap wordt de bestaande laan verbreed en toegankelijk gemaakt voor vrachtwagens. Het werklandschap krijgt hiermee zijn eigen ontsluiting, los van de toekomstige publieke functies.

b smartpolder

a) Via de transformator wordt de elektriciteit, wat dan nog een hoogspanningsnetwerk is, in fases afgetakt naar een wisselspanning geschikt voor een laagspanningsnetwerk. Deze aftakking vindt plaats in transformatorhuisjes ten zuiden en noorden van de Rijn. Hiertussen vindt de oversteek over de Rijn plaats. Op een subtiele manier wordt hiermee verbinding gelegd tussen Stadsblokken en Arnhem Noord. De architectuur van deze twee huisjes krijgt dezelfde vormentaal als de rest van het werklandschap en is hiermee een eerste uitnodiging om het te bezoeken.

69

b) De warmtewisselaar die uit het warme baaiwater warmte onttrekt en opslaat ligt ondergronds, tussen de baai en een nieuw aangelegde (smart)polder. Deze polder wordt continue gemonitord en op peil gehouden. Het water dat hierin stroomt is gezond water met stroming en daardoor uitermate geschikt voor recreatieve functie. Dit concept maakt het mogelijk een publieke functie te koppelen aan het industriële gebouw.


1

b

b

1) Nu de industriële functies hun meest rendabele plek hebben, wordt iedere functie gekoppeld aan een publieke functie. De eerste stap is om het onderdeel te laten zijn van het verhoogde werklandschap en de routing.

a

a) De volgende stap is het voltooien van de route. De industriële functies worden aan elkaar gekoppeld waardoor een aanééngesloten werklandschap ontstaat. b) De bestaande autoweg wordt ingezet, een voet-/fietspad wordt aangelegd. c) Op de fundering van de verdiepte warmtewisselaar komt het entreegebouw. De oriëntatie verraadt net als bij de turbinehal en de transformator zijn functie. Gericht op de baai en de nieuwe polder is het zowel als energiefunctie als publieke functie een schakel.

70


Het entreegebouw is geen eindbestemming maar juist een doorstroomlocatie. Alle publieke routes leiden naar en door het entreegebouw. Het gebouw kan hierdoor goed dienst doen als ticketcontrole en toegangsportaal naar het festivalterrein. De route door het werklandsdchap krijgt nog meer duiding doordat ieder gebouw georiënteerd is op de route-as: de turbinehal volgt de dijkroute, de transformator volgt de pont en het entreegebouw is het kruispunt. a

a) De dijk wordt onderdeel van de turbinehal en wordt hiermee onderdeel van de publieke infrastructuur.

71


1) Tot slot worden aan het transformatorgebouw de aanlegplaatsen voor de pont gekoppeld: de laatste integratie van industriële en publieke functies. Het entreegebouw is een open structuur en is de spil tussen 3 aankomstroutes naar het landschap.

1

1. De hoofdstroom aan bezoekers komt vanaf de Mandelabrug (west) waardoor een beweging van west naar oost (richting het festivalterrein) ontstaat; 2. Vanaf de dijk (zuid-oost); 3. Vanaf de pont uit de binnenstad.

NIEUW WERKLANDSCHAP

1 TRANSFORMATORS

TURBINEHAL

SMARTPOLDER

AANLEGPLAATS PONT

DIJK

ENTREEGEBOUW

Rechter afbeelding: Het werklandschap omarmt de baai maar opent zich richting het festivalterrein. Door het lange volume van de turbinehal wordt zowel de bestaande baai als de nieuwe polder en het festivalterrein bij het werklandschap betrokken. Hierdoor vormen niet alleen de gebouwen het ensemble van het werklandschap maar werkt het samen met het hele landschap. Landschap en architectuur zijn met elkaar geïntegreerd en vormen gezamenlijk het ensemble van het Nieuwe Werklandschap.

72


73


5 3

4

2

1

6

7

7

5

74 6

2


PLATTEGROND & DOORSNEDE 1. De verlenging van de dijk en de fietsroute wordt aan de ‘binnenkant’ geplaatst zodat de dijkroute vanaf dat moment onderdeel gaat uitmaken van het werklandschap. Het gebied wordt gerevitaliseerd. Dat wil zeggen: opnieuw tot leven gebracht. Dit wordt niet alleen met nieuwe functies bereikt, maar juist ook door de bestaande natuur en industriële erfgoed te herwaarderen en productief in te zetten (punt 2 t/m 5): 2. Ooibos wordt gerooid en natuur beheerd maar de oase -uitstraling blijft omdat dit onderdeel uitmaakt van de huidige ruige identiteit van de plek. 3. De scheepshelling en de baai worden weer productief ingezet. De waterleidingen vanuit de pomp/turbines liggen tussen de funderingen van de voormalige scheepshelling (zie plattegrond en doorsnede). 4. Het reliëf van de scheepshelling wordt ingezet als trap en tribune en biedt als ‘ontwerp van lege ruimte’ plaats voor de nieuwe subcultuur in Stadsblokken: pop-up initiatieven, het circus en tentoonstellingen. 5. De afbouwkade gaat onderdeel worden van de routing door het werklandschap: het is het aanlegpunt van de pont, nabij het transformatorgebouw. (zie ook doorsnede) 6. De pomp-turbines zijn het kloppend hart van het werklandschap (zie ook doorsnede). De hal wordt geflankeerd door het kantoor, de opslag, de laad-/los ruimte en de inkijklocatie voor de Arnhemmers. Wanneer de pompen eenmaal hun gang gaan is de hele hal multifunctioneel inzetbaar en kan het publiek-recreatief ingezet worden als evenementhal. Het kan als schitterend decor van muziekoptredens dienen. De fantastische akoustiek, de hoogte van de ruimte en de overmaat aan ruimte zorgen voor een unieke beleving die doet denken aan de Tate Modern hall in London Aanzet tot beeldkwaliteit: - Goed zichtbaar is het grid van de betonplaten in het verhoogde

podium van het werklandschap. Het grid staat symbool voor de beeldkwaliteit, die zijn inspiratie kent uit de karakteristieken van de ASM-architectuur; - Het gebouwensemble ligt langs de geometrische meetlat waarbij ieder gebouw zich onderscheidt met zijn eigen ritme en regelmaat, passend bij zijn functie. Zo wordt het ritme van de turbinehal bepaald door de maat van de pomp/turbineisntallatie. Ieder gebouw is hierdoor onderscheidend maar toch familie; - Het ritme wordt bepaald door de kolommenstructuur die kenmerkend is bij ieder gebouwtype. Dit principe maakt het mogelijk ruimtes subtiel in elkaar over te laten vloeien. Het is de overgang van binnen naar buiten en van open naar gesloten. De bezoeker doorloopt op de route door het werklandschap verschillende gradaties van binnen en buiten.. Echt binnen is men in de turbinehal. Echt buiten is de ruimte tussen de gebouwen. Half buiten is men in de galerijen en half binnen is men onder het dak van het entreegebouw.

75


6. ARCHITECTONISCH ONTWERP AEM

Arnhemse Energie Maatschappij - het ontwerp van een nieuw werklandschap

Dit hoofdstuk geeft de randvoorwaarden voor de architectonische uitwerking van de gebouwen. Hierin is gezocht naar aansluiting op de karakteristieken die de industriële functies van de ASM op het terrein zo kenmerkend maakten. Eerst wordt er op basis van bouwtekeningen uit het Gelders Archief analyse gedaan van ASM-architectuur en wordt er een vergelijking gemaakt met turbinehallen-architectuur. Hieruit vloeien karakterstieken voort die de basis gaan vormen voor nieuwe architectuur: de architectuur van het Werklandschap AEM Watermachine Stadsblokken. Daarna worden, eerst schematisch, vervolgens concreet, de gebouwen ontleed en uitgelegd.

76


77


ANALYSE ASM-ARCHITECTUUR

loods = hoofdmassa

MASSA

ensemble binnen ensemble

horizontale volumes

9

horizontale volumes

MASSA

MASSA

_______________________________

van Cruyningen, P., Korteweg, O., & Hummelen, M. (2011). ASM Kloppend Hart. BS.

9

78

detail binnen ensemble


GEVEL

dak geeft horizontaliteit

grid en verticale belijning (spanten) bepalend voor gevelindeling

9

GEVEL GEVEL _______________________________

van Cruyningen, P., Korteweg, O., & Hummelen, M. (2011). ASM Kloppend Hart. BS.

9

blokkenpatroon

GEVEL

79

verticaal karakter


metselwerk gevelpanelen binnen stalen spanten

MATERIALITEIT

houten schuifdeuren

9

eternit dakplaat en glas met draadstaal

MATERIALEN _______________________________

van Cruyningen, P., Korteweg, O., & Hummelen, M. (2011). ASM Kloppend Hart. BS.

9

80


CONSTRUCTIE

kolommenstructuur op betonpoeren

CONSTRUCTIE CONSTRUCTIE

81


ROUTING EN DAGLICHT

fysieke opening in kopgevels

visuele opening in langsgevels

ROUTING EN ORGANISATIE

ORGANISATIE

ROUTING EN ORGANISATIE

82


REFERENTIES TURBINEHAL-ARCHITECTUUR

Doordat het energieconcept met de Ronomic-pomp nog onbewezen is, is het niet mogelijk dergelijke referenties te analyseren. Het is wél mogelijk waterkrachtcentrales te selecteren die werken op basis van van een verval. Ook worden de turbinehallen geselecteerd op basis van de beeldkwaliteit. Overeenkomstig met andere turbinehallen zijn er opvallende kenmerken in de architectuur te ontdekken. Om deze redenen is de Taccani Hydroelectric Power Plant uit Italië geselecteerd. Deze waterkrachtcentrale uit 1906 laat tevens zien hoe architectuur ingezet wordt in de uitstraling naar buiten en naar binnen toe. De “Conowingo” Hydroelectric Power Plant in de Verenigde staten werkt ook op basis van een verval. Daarnaast is dit bouwwerk multifunctioneel, hetgeen de turbinehal in de AEM ook is. Tot slot een referentie van Nederlandse makelij: de waterkrachtcentrale in Hagestein, in de Nederrijn. Deze centrale is in de basis een stuw die het waterpeil in de

Nederrijn en Lek regelt. Echter door het verval in het water is het tevens ingezet om energie op te wekken. “CONOWINGO” HYDROELECTRIC POWER PLANT 1928, VERENIGDE STATEN De Conowingo Dam, gelegen aan de lagere Susquehannarivier in het noorden van Maryland, heeft meer dan 90 jaar gediend als de grootste bron van schone energie in Maryland. De Conowingo Dam, eigendom van en geëxploiteerd door Exelon Generation, heeft momenteel 11 turbines. Door de jaren heen heeft de Conowingo-dam een belangrijke ​​ rol gespeeld bij de bescherming van de Chesapeake Bay, de ondersteuning van lokale en staatseconomieën en het bieden van recreatieve mogelijkheden voor duizenden lokale bewoners en toeristen. De Dam heeft ook een bezoekerscentrum waar het publiek meer te weten kan komen over de geschiedenis van Conowingo, de rol van hydro-elektriciteit als hernieuwbare

DAM & TUBINE HAL

83

energiebron, en over de nabijgelegen recreatieve voorzieningen en openbare toegangsgebieden van Conowingo die beschikbaar zijn voor bewoners en toeristen. Het bouwwerk functioneerd als waterkrachtcentrale, als dam en als verkeersbrug en is ontworpen door Stone & Webster.21 Direct valt het ritme van steunberen op. Deze dienen ter versterking van de dam en worden tevens doorgezet in het ritme van de turbinehal, links in de afbeelding. Hiermee is de constructiemethode leidend voor het uiterlijk van het bouwwerk. Karakteristieken: - horizontaal volume - ritme - verticale belijning door constructie (z.o.z.)


“CONOWINGO” HYDROELECTRIC PLANT 1928, VERENIGDE STATEN De kolommen -bovengronds- van de turbinehal staan in lijn met de steunberen van de dam. Het ritme wordt bepaald door de constructie van de hal en dijk. Deze constructie is tevens zichtbaar in het interieur. Karakteristieken: - horizontaal volume - ritme - verticale belijning door constructie - beweging langs de flanken van de machines - daglicht/visuele openingen in de langsgevel, tussen de constructie

_______________________________

https://www.exeloncorp.com/locations/power-plants/conowingo Maryland circa 1930. “Conowingo Hydroelectric Plant. 21

84


TACCANI HYDROELECTRIC POWER PLANT 1906, ITALIE De fabriek werd begin 1900 gebouwd om elektriciteit te produceren voor de katoenspinnerij van het nabijgelegen arbeidersdorp Crespi d’Adda. Tegenwoordig is het een prachtig voorbeeld van industriële archeologie. Naar de wens van de oprichter Cristoforo Benigno Crespi werd het gebouw subtiel ingepast in de omgeving. Het verrijkt het uitzicht en past bij het project die zijn esthetica vindt in de kunst. De Liberty-stijl, modernisme en middeleeuwse accenten komen samen om leven te geven aan een structuur die doet denken aan de oude gekanteelde kastelen. De smaak voor schoonheid staat ten dienste van de typische functionaliteit van de Crespi-familie. Het esthetische gevoel vond de ideale rechterhand in de architect Gaetano Moretti, een illustere exponent van een

stroming van modernistische inspiratie: hem werd daarom de bouw van de energiecentrale toevertrouwd.22 Het gebouw geeft treffend weer dat turbinehallen niet altijd alleen industrie uitstralen. Deze waterkrachtcentrale is één van de voorbeelden die laten zien dat waterkrachtcentrales gebouwen kunnen zijn die zorgvuldig zijn vormgegeven en van zowel van binnen als van buiten esthetische schoonheid uitstralen. Van buiten is het vaak niet afleesbaar wat de functie binnen is. Binnen laat het een schone afgewerkte ruimte zien met duidelijke aandacht voor esthetiek. Dit is een opvallend verschil met de ASM-architectuur die hoofdzakelijk functioneel van aard is. Met aandacht voor esthetiek (wat een klein percentage is van de complete bouwsom van een dergelijk gebouw, maar vanwege de hoge bouwsom toch een fraai budget geeft) ljikt de functie uit te stralen

85

dat hier sprake is van schone industrie. De esthetiek van duurzame energie is terug te zien in de zorgvuldigheid van de architectuur. Karakteristieken: - aandacht voor esthetiek - horizontaal volume - ritme - verticale belijning door constructie - beweging langs de flanken van de machines - daglicht/visuele openingen in de langsgevel

_______________________________ 22 The Taccani hydroelectric plant. https://www.lineacali.it/en/bellitalia-thetaccani-hydroelectric-plant/


WATERKRACHTCENTRALE HAGESTEIN De turbine maakt gebruik van het hoogteverschil tussen het water voor en achter de stuw. Dat is afhankelijk van de wateraanvoer in de Lek en het getij, maar kan oplopen tot zo’n drie meter. In tijden van droogte staat het water in de Lek aan de oostkant van de stuw lager en is het hoogteverschil beperkt. Aan de westkant wisselt de waterstand voortdurend door de invloed van het getij op zee. Ook dat beïnvloedt het hoogteverschil. Bij hoog water gaat de stuw helemaal open en is er nauwelijks hoogteverschil. Op die momenten, gemiddeld 25 dagen per jaar, kan de turbine geen stroom leveren. De stuw in Hagestein heeft een ‘broer’ en een ‘zus’ in Driel en bij Amerongen. Ze zorgen er gezamenlijk voor dat

de rivier niet ‘leegloopt’ naar zee. Door het water tegen te houden - op te stuwen - blijft de rivier diep genoeg voor de scheepvaart. Schepen kunnen passeren via naastgelegen sluizen. De drie stuwen dateren uit de jaren 50 en zijn de afgelopen jaren alledrie opgeknapt. Ze worden centraal bediend vanuit Amerongen.23 De waterkrachtcentrale is een civiel-technisch bouwwerk, waarbij de esthetica geen doel op zichzelf is. De esthetica vindt zijn expressie volledig in de constructie, techniek en de groteske afmetingen van het bouwwerk. Een nadeel van deze techniek is het beperkte verval. Dit wordt grotendeels bepaald door de getijden van de Rijn. In een waterbuffer zoals in de AEM is het mogelijk meer verval te creëren.

_______________________________ 23

https://www.ad.nl/utrecht/waterkrachtcentrale

86

Overeenkomsten ASM en turbinehallen - horizontaal volume - ritme en geometrie - verticale belijning door constructie - beweging langs de flanken van de machines - daglicht/visuele openingen in de langsgevel - groteske bouwvolumes


ARCHITECTONISCHE VISIE

In het ontwerp worden de karakteristieken van de ASMarchitectuur, evenals de inpiratie uit de turbinehal-referenties gebruikt en omgezet in een nieuwe architectuur. Vier kernwaarden dienen tot uiting te komen in het ontwerp:

1. Bestaande relicten zijn behouden gebleven of hebben zelfs een nieuw leven gegeven: denk hierbij aan de afbouwkade, de baai en het verhoogde landschap. Allen met behoud van de bestaande ruigheid.

2. Het werklandschap is afleesbaar en onderscheidend ten opzichte van het landschap en de bestaande relicten. Nieuwe elementen stralen functionaliteit uit met aandacht voor esthetiek.

87

3. Industriële uitstraling is voelbaar door schaal, geometrie, hiërarchie en materialiteit, maar heeft een uitnodigend karakter.

4. Herkenbare karakteristieken. De herkenbaarheid wordt gehaald uit de ASM-architectuur en speelt hiermee in op het Anhems sentiment.


6 KARAKTERISTIEKEN

Het werklandschap bestaat uit 3 hoofdfuncties: de turbinehal, de transformator en de warmtewisselaar. De vier kernwaarden uit de architectonische visie krijgen vorm door ieder gebouw te ontwerpen met speciale aandacht voor 6 karakteristieken: (1) structuur en geometrie, (2) ritme en verticale belijning, (3) horizontaal volume, (4) ensemble binnen ensemble in bouwvolume, (5) ensemble binnen ensemble in materialiteit en (6) fysieke openingen

1. structuur en geometrie

ENTREE - WARMTEWISSELAAR

TRANSFORMATOR - POND

Ieder gebouw krijgt zijn eigen unieke grid, welke bepaald wordt door zijn functie en techniek.

2. ritme en verticale belijning Ieder gebouw krijgt eigen ritme en verticale belijning door de kolommen in de gevel in zicht te laten.

88

TURBINE - DIJK


6 KARAKTERISTIEKEN

3. horizontaal volume

ENTREE - WARMTEWISSELAAR

TRANSFORMATOR - POND

Alle gebouwen hebben een horizontaal volume.

4. ensemble binnen ensemble in bouwvolume

Ieder gebouw zijn eigen vormentaal passend bij de schaal van de functie en de machine die ingepast moet worden. De eigen(aardig)heid van de afwijkende publieke functie is afleesbaar in het entreegebouw.

89

TURBINE - DIJK


6 KARAKTERISTIEKEN

5. ensemble binnen ensemble (materialiteit - gevel/vloerindeling)

ENTREE - WARMTEWISSELAAR

TRANSFORMATOR - POND

In alle lagen wordt de lijnentaal doorgevoerd. Het hoofdensemble is ingedeeld in kleinere ensembles die op hun beurt ook zijn ingedeeld in ensembles: a) spanten binnen volume b) gevelvlak binnen spanten c) baksteenverband binnen gevelvlak d) raam binnen gevelvlak e) raamindeling binnen raamkozijn

7. Kopgevels zijn fysieke openingen. (langsgevels zijn visuele openingen) Industriele functies boven het maaiveld krijgen een herkenbare fysieke opening. Het entreegebouw krijgt zijn eigen interpretatie van een fysieke doorgang in de kopgevel.

90

TURBINE - DIJK


ONTWERP ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

91

•Beeldkwaliteit: nieuw industrieel karakter, passend bij lokaal sentiment; •Als er hoogwater is, volgt er een route over de afbouwkade; •De open kolommenstructuur van het entreegebouw moet uitnodigend zijn, belangrijk element is dat routes hier niet eindigen maar doorheen trekken.


92

•Dubbelfunctie: letterlijk: op de funderingen van de warmtewisselaar vindt het kruispunt van routes plaats; •De transparante vloer zorgt voor een continue ervaring van het werk wat verricht wordt; •Binnen: multifunctionele ruimte voor horeca en evenementene; •Karakteristieke dakconstructie in zicht als terugkerend element (zie ook: turbinehal).


•Aan de voet van de galerij, maar ook van de ASM-kraan ademt het plan een industriële sfeer; •De smartpolder (links) is gemonitord water en continue koel, geschikt voor zwemmen in de zomer en schaatsen in de winter. •De recreatieve functies faciliteren geen massatoerisme, dit past niet bij de aard van de plek, maar 93 het biedt plek voor kleine groepen en incidentele evenementen


ONTWERP ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

- Binnen zijn eigen grid komen twee galerijen en de afbouwkade samen in een open overdekte ruimte. Hier is de toegang naar de multifuntionele ruimte. - In hetzelfde grid ligt de trap naar de baai, die als tribune voor het podium dient. Het podium is het dak van de warmtewisselaar.

begane grond

94


ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

- Het entreegebouw staat op de grondvesten van de technische ruimte met warmtewisselaar. - Bezoekers kunnen deze ruimte zien vanuit buiten: door de glazen vloer onder het zadeldak, maar ook van binnenuit: vanuit de onderste verdieping van de multifunctionele ruimte. - De steunberen in het souterrain staan in lijn met het grid boven het maaiveld.

souterrain

95


ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

- De open kolommenstructuur op de grondvesten van de industrie. - De WKO nabij de warmtewisselaar.

96


ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

- Een horizontaal karakter met verticale belijning. - De spanten zijn de hoofdstructuur van het gebouw en zijn bepalend voor de gevelindeling.

97


ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

- Betonnen funderingen en vloeren als opgetild werklandschap onderscheiden zich met eigen betonnen materialisering van de bovenbouw; - De bovenbouw heeft houten spanten en een aluminium felsdak; - De schaal van het volume bepaald de afstand van de kolommen. Hoe groter het volume hoe groter de kolommenafstand.

98


ENTREEGEBOUW - WARMTEWISSELAAR

Open kopgevels, gericht op de baai en de polder. De oriëntatie ‘verraad’ hiermee zijn ware functie: energie opwekken. De gevelvlakken van metselwerk vormen op zichzelf een eigen ensemble met tegelwerkverband en raamindeling. Ook te zien: de glazen vloer naar beneden binnen het grid van de betonplatenvloer als continue verbinding met de techniek van de warmtewisselaar. Op de funderingen van de techniek vindt het kruispunt van route plaats.

99


ONTWERP TURBINEHAL EN DIJK

100

•Sacrale ervaring. Als een kathedraal die de schoonheid van energie viert. Een indrukwekkende ervaring voor de indrukwekkende prestaties. •Tevens te gebruiken als grote evenementenhal voor concerten of grote kunstexposities.


TURBINEHAL EN DIJK

Ontwerpstrategie

PUBLIEKE ROUTE VERLENGE DIJK+INKIJK

101


TURBINEHAL EN DIJK

- Binnen zijn eigen grid een kolommenstructuur.

- Rechts de oversteek over de Rijn via de transformatorhuisjes.

- Linksonder in doorsnede de turbinehal met in aanzicht het transformatorgebouw en het entreegebouw.

begane grond

102


TURBINEHAL EN DIJK

- De afmeting van het grid verschilt van de andere gebouwen en komt voort uit de afmeting van het turbine-caisson. - Binnen zijn eigen grid een kolommenstructuur.

- Llinksonder in doorsnede de turbinehal, in aanzicht het transformatorgebouw en het entreegebouw. - Recht de oversteek over de RIjn via de transformatorhuisjes.

103


TURBINEHAL EN DIJK

- Horizontale volumes met verticale belijningen geeft ritme en structuur. - Steunberen dijk in lijn met spantenstructuur. - Herkenbaar volume.

104


TURBINEHAL EN DIJK

- Horizontale volumes met verticale belijningen geeft ritme en structuur. - Steunberen dijk in lijn met spantenstructuur. - Herkenbaar volume.

105


TURBINEHAL EN DIJK

- Kopgevel verticaal. - Fysieke opening (publieksentree). - Klezorenverband.

•Dubbelfunctie: recreatieve infrastructuur en turbinehal •De entree van de fietsgalerij, als verlenging van de dijk •Inkijk naar binnen, om de herkomst van energie te ontdekken •Het gebouw kadert het festivalgebied in en is het decor van het gebied

- Betonvloer met betonplaten grid. - Ensemble binnen ensemble in volume en materialiteit.

106


TURBINEHAL EN DIJK - Het belang van de turbine uit zich in de sacraliteit van de ruimte. Als een kathedraal die de schoonheid van energie viert. Een indrukwekkende ervaring voor zijn indrukwekkende prestaties. - Materialiteit ondergronds (beton) is bovengronds afleesbaar - Hout als circulair product passend bij duurzaam karakter. - Tevens is het een thermische onderbrekening tussen binnen en buiten. Het maakt het mogelijk om de kolom in het gevelvlak zichtbaar te maken.

107


materialiteit

108


ONTWERP TRANSFORMATOR - AANLEGPLAATS PONT

•Aan het hoofd van de tribune staat de transformator: als decor van het podium met een zichtas naar stad; •Het podium met tribune biedt plaats voor lokale initiatieven als circus. Een mooie kans de lokale pop-up evenementen plek te geven en deze mooie identiteit te behouden.

109


ONTWERP TRANSFORMATOR - AANLEGPLAATS PONT - De maat van het grid is anders dan de andere gebouwen en is afgestemd op de maat en schaal van het gebouwvolume. - Het grid bepaald de h.o.h. afstand van de kolommen.

begane grond

110


TRANSFORMATOR - AANLEGPLAATS PONT - Horizontale volumes met verticale belijningen geeft ritme en structuur. - Eigen ritme anders dan andere gebouwen. - Herkenbaar volume.

111


TRANSFORMATOR - AANLEGPLAATS PONT - Fysieke opening in de kopgevel. - Visuele opening langsgevel. - Ensemble binnen ensemble in materialiteit.

112


7. MAATSCHAPPELIJKE RELEVANTIE

De opgave om nieuwe duurzame energiebronnen te benutten is enorm actueel terwijl er tegelijkertijd initiatieven zijn om oude en nieuwe industrieterreinen te verduurzamen. Werklandschap AEM Stadsblokken gaat nog een stap verder en brengt landschap, werk en duurzaamheid onder één (spreekwoordelijk) dak. Dit hoofdstuk gaat in op welke specifieke rol de architect kan innemen in het ontwikkelingsproces. Daarnaast wordt ingegaan op de de vraag hoe het komt dat nieuwe technieken zoals in AEM worden toegepast, moeilijk van de grond komen en waarom Werklandschap AEM wellicht wél draagvlak kan bieden.

113


TOEKOMSTWAARDE EN DRAAGVLAK

POTENTIE Het verduurzamen van gebouwen is een enorm actuele opgave. Partijen durven eerder dan voorheen te investeren in duurzaamheid. Niet alleen om de natuur te sparen maar ook voor hun eigen imago. Een ‘groen’ bedrijf is steeds belangrijker voor de consument. Utilitaire functies raken hierdoor steeds meer afhankelijk van duurzame energie. Omdat naast de utilitaire functies ook woningen steeds afhankelijker van duurzame energie worden, wordt onze gebouwde omgeving steeds gevoeliger voor de fluctuatie van het aanbod aan energie. De huidige binnenstad van Arnhem vaart anno 2021 nog niet of nauwelijks op duurzame energiebronnen maar zodra ook deze wijken gaan verduurzamen zal het een omvangrijke extra doelgroep zijn voor de AEM.

SCHAALBAARHEID Het Nieuwe Werklandschap moet dan ook schaalbaar zijn. In het geval van de AEM geldt: mocht de Arnhemse doelgroep groter worden door verduurzaming van de woningbouw in de binnenstad, dan kunnen langs de waterbuffer twee keer zoveel turbines opgesteld worden. De hal zelf is fysiek schaalbaar door hem te verlengen. Dit concept kan in feite op iedere open plek met ruimte aan een rivier toegepast worden. In verband met het effectief in gebruik nemen van de technieken, denk aan de lengte van bekabeling, geldt wel een voorwaarde dat de locatie binnen een straal van 1a2 km nabij een bewonerskern is.

114

DRAAGVLAK Er valt nog veel winst te behalen uit waterenergie, maar terwijl ontwikkelingen in de aquathermie elkaar snel opvolgen, blijkt investeren hierin moeilijk. Met de nieuwste technieken speelt AEM in op de toekomst en zou het als testcase kunnen gaan dienen voor nog onbewezen technieken. Allereerst laat dit project zien op welke wijze een energieconcept en nieuwe technieken concreet gekoppeld kunnen worden aan enerzijds een publieke doelgroep en anderzijds de urgentie tot revitalisatie van een gebied. Deze koppeling creëert maatschappelijk belang en draagvlak waardoor het een interessante bussines case wordt.


8. NAWOORD REFLECTIE De aanleidig tot mijn afstudeervoorstel was de autorit iedere vrijdag en zaterdag naar het Artez. Steeds als ik over de brug reed vroeg ik me af: wat is dit eigenlijk voor gebied? Zo mooi maar zo lastig definieerbaar. Het inspireerde mij enorm en ik besloot er mijn afstudeervoorstel over te schrijven. Ik kon toen niet de grote schaal voorzien die het project zou gaan aannemen. Dat was ook niet de intentie van afstudeervoorstel. De intentie was om te zoeken naar de juist functie voor Stadsblokken. Gaandeweg ontwikkelden klein- en grootschalige plannen, langs een route van een jaar waarin ik de tijd heb genomen, of heb moeten nemen, om het gebied goed te leren kennen. Een jaar historisch onderzoek doen kostte veel tijd en energie. Dat heb ik erg onderschat. Mijn overtuiging was echter dat ik het moest doen om het de juiste functie te kunnen geven. In het proces om de juiste functie te vinden was een lange adem nodig omdat ik lange tijd niet wist welke richting het project op moest gaan. De eerste twee schouwen zijn een zoektocht geweest naar deze functie. De 1e schouw stond in het teken van het presenteren van het onderzoek en het uitzetten van 3 scenario’s. Richting schouw 2 wilde ik de contouren van mijn ingreep presenteren. Dit lukte, echter wel met een heel ander plan dan ik nu gepresenteerd heb. Na de schouw drong tot mij door dat ik niet de kern te pakken had. Ik ben nóg een keer gedoken in de archieven en vond toen een sterkere identiteit waar ik mijn ingreep naar kon voegen: dienstbaarheid. Bij de uitwerking van dit plan werd het project groter en groter en vroeg ik me regelmatig af welke

schaal het project zou gaan aannemen. Stedelijke inpassing, landschappelijk inpassing, historisch erfgoed, infrastructuur, complexe energieconcepten maken tenslotte allen onderdeel uit van deze opgave. Ik kwam erachter dat ik op verschillende disciplines kennis te kort kwam en eigen externe hulp nodig had. De technieken van energieinstallaties zijn bijvoorbeeld complex en daarnaast ben ik geen waterbouwkundige bij de waterschappen. Toch heb ik mij de hele context van het plan eigen gemaakt. Zo heb ik contact gezocht met IF Technology en heb ik een onderzoek van de Provincie Gelderland tot mijn beschikking gekregen over de potentie van waterkracht. Dit hielp mij enorm het plan draagvlak en realiteitszin mee te geven. De fout die ik vervolgens maakte in de uitwerking van alle verzamelde informatie was dat ik alles in 1 gebouw probeerde op te lossen. Een half jaar studeren op hoe infrastructuur, industrie en publiek met elkaar kunnen intergreren leverde geen goed gebouw op, wel veel vragen. Dat was dan ook een duidelijk leermoment. Ik moest niet alles willen oplossen met 1 gebaar, maar ik moest zaken losknippen. Losknippen betekent namelijk niet dat functies niet met elkaar geïntegreerd kunnen worden. Hier moest ik echter nog achter komen. Pas nadat ik de functies van het werklandschap beter ging definiëren en loskoppelen vielen de oplossingen op hun plek. Als vanzelf werden ruimtelijke uitdagingen (zoals: relatie publiek met industrie) opgelost. Het proces van een vormentaal leidde ook langs verschillende wegen. Allereerst zocht ik het in een modern-klassieke

115

vormentaal met als doel eeuwigheidswaarde uit te stralen. Hierdoor werd het gebouw echter teveel een aliën op een historische plek. Weer moest ik terugkoppelen en 2 stappen terugdoen om er vervolgens 3 vooruit te zetten. Het bestuderen van de ASM architectuur en turbinearchitectuur gaven mij aanknopingspunten voor mijn eigen architectuur. DIt heb ik vervolgens kunnen uitwerken. Dit proces is ongelooflijk waardevol geweest voor mijn ontwikkeling als architect en ontwerper. De schaal van de opgave noopte mij tot meerdere keren afpellen om tot de kern te komen. Daarnaast heeft het mijn kennis vergroot en verrijkt. De verschillende technische en landschappelijk elementen die ik tegenkwam bij het ontwerpen hebben mij allemaal verder gebracht als ontwerper. Ik heb mogen ontwerpen op grote schaal en op detailniveau. Dat maakte het project heel compleet. Het feit dat aquathermie een ‘hot item’ aan het worden is en er een bepaalde urgentie in Nederland ontstaat om water- en energieproblematiek aan te pakken maakt het plan actueel. Ook las ik de berichten vanuit Arnhemse media, over plannen met het gebied, over de hoge waterstanden en de festivals. Deze dynamiek rondom de plek zorgde voor energie om er aan te blijven werken. Tot slot kan ik zeggen dat ik trots ben op het verrichte werk. Het was geen lineair proces maar ik heb mijn eigen route gevolgd en iets kunnen maken met een resultaat waar ik volledig achter sta.


9. BRONVERMELDING 1 atelier LOOS van VLIET en Bureau B+B. (2012, april). Gebiedsvisie Stadsblokken-Meinerswijk. https://www.stadsblokkenmeinerswijk.nl/sites/default/files/bijlagen/bestanden/gebiedsvisiestadsblokkenmeinerswijk.pdf 2 Gemeente Arnhem. (2012, januari). Structuurvisie Arnhem 2020. https://www.google.nl/ruimtelijkeadaptatie.nl. 3 www.arneym.nl (site bestaat niet meer) 4 Waterberichten archief | Waterpeilen.nl. (2020). Waterpeilen.nl. https://www.waterpeilen.nl/waterberichten-archief 5 BAAC. (2018, februari). Archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase). https://www.commissiemer.nl/projectdocumenten/00005425.pdf 6 Over de Eusebius. (2020). eusebius.nl. https://eusebius.nl/over-de-eusebius/ 7 Gemeente Arnhem. Bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling Stadsblokken-Meinerswijk. (2021, 26 januari). https://docplayer.nl/169613805-Bestemmingsplan-gebiedsontwikkeling-stadsblokken-meinerswijk.html 8 Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij (ASM). (2018). https://www.dredgepoint.org/. https://www.dredgepoint.org/dredging-database/shipyards/arnhemse-scheepsbouw-maatschappij-asm 9 van Cruyningen, P., Korteweg, O., & Hummelen, M. (2011). ASM Kloppend Hart. BS. 10 RAAP. (2011). Uiterwaardvergravingen in Meinerswijk-Stadsblokken. https://archisarchief.cultureelerfgoed.nl/Archis2/Archeorapporten/32/AR30061/RA2295_ARMB.pdf 11 InfoCaster B.V. (2021). Meinerswijk - Ijssellinie - Spannende Geschiedenis. spannendegeschiedenis. https://spannendegeschiedenis.nl/koude-oorlog/meinerswijk-ijssellinie 12 Rijksdienst van cultureel erfgoed. (2020). Nederland waterland. https://edepot.wur.nl/402709 13 Provincie Gelderland. (2011). Werkschrift Werklandschappen. http://www.ruimtevoor.nl/economische_activiteiten/PDF/Werkschrift%20werklandschappen.pdf 14 Voor- en nadelen van waterkracht | Essent. (2020). www.essent.nl. https://www.essent.nl/kennisbank/stroom-en-gas/duurzame-energie/waterkracht 15 Royal Haskoning DHV. (2016, december). Onderzoek potentie energie uit waterkracht in Provincie Gelderland. RHDHV_-_Waterkracht_provincie_Gelderland_-_20161227_def. 16 Royal Haskoning DHV. (2016, november). Aanvullende werkzaamheden: Onderzoek potentie energie uit waterkracht in Provincie Gelderland. https://power2nijmegen.nl/wp-content/uploads/2017/08/RHDHV Waterkracht-Gemeente-Nijmegen-20161129.pdf 17 DMEC. (2018, december). DMEC-EINDRAPPORT_FINAL. Hybride Asset Management Strategieën, (Be)Sturend Vermogen en Meervoudige Business Cases Voor Energie uit Water-projecten. 18 STOWA 2017-33. (2017). Thermische energie uit oppervlaktewater. Ministerie van infrastructuur en waterschappen 19 IF Technology - Biemond, H. - Senior Concept Developer. Geraadpleegd medio juni 2020 20 IF Technology. (2020, 10 augustus). Energie uit de stadsgracht. https://iftechnology.nl/kennisbank/een-mooie-samenwerking-levert-energie-uit-de-stadsgracht/ 21 CONOWINGO HYDROELECTRIC GENERATING STATION. (2021) https://www.exeloncorp.com/locations/power-plants/conowingo-hydroelectric-generating-station 22 The Taccani hydroelectric plant. https://www.lineacali.it/en/bellitalia-the-taccani-hydroelectric-plant/ 23 Waterkrachtcentrale in stuw van Hagestein kan in 2000 huizen het licht laten branden (AD). https://www.ad.nl/utrecht/waterkrachtcentrale-in-stuw-van-hagestein-kan-in-2000-huizen-het-licht-laten-branden Bronnen voor de uitwerking van het ontwerp: - Deltares - Rijkswaterstaat. (2015, januari). Handreiking_Dijkbekledingen_deel_1_-_Algemeen. Overige bronnen ter behoeve van het historisch (locatie)onderzoek: - Gelders Archief, bouwtekeningen uit het archief. zoekterm ASM-werf. Geraadpleed tussen 2019-2021 - Gelders Archief, topografsiche kaarten uit het archief. zoekterm Arnhem. Geraadpleed tussen 2019-2021 - Gelders Archief, fotoarchief. zoekterm stadsblokken, ASM. Geraadpleed tussen 2019-2021 - Buro Harro & De Zwarte Hond. (2017). masterplan_stadsblokken_meinerswijk_0. - Gemeente Arnhem. (2005, januari). WATER ALS KANS Startnotitie Atelier Rivierzone. https://arnhemspeil.nl/nap/dok/2005-01-00-gemeente-arnhem-kpvv-beleidsdocument-water-als-kans-atelier-rivierzone.pdf - Witteveen en Bos. (2018). Watertoets Gebiedsontwikkeling Stadsblokken en Meinerswijk. b_NL.IMRO.0202.925-0201_13 projectnaam Watertoets Gebiedsontwikkeling Stadsblokken en Meinerswijk - Visser, G. (2015). Het bruisende verleden van de Praets en de Stadsblokken. https://www.stadsblokkenmeinerswijk.nl/sites/default/files/bijlagen/bestanden/nummer_125_november_2015_het_bruisende_verleden_ van_de_praets_en_de_stadsblokken_0.pdf. - Wikipedia-bijdragers. (2020, 26 maart). Schipbrug Arnhem. Wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Schipbrug_Arnhem Ter inspiratie kennisgeving: - FEDDES OLTHOF landschaparchitecten. (2015, december). waterkansenkaart. https://www.google.nl/search/waterkansenkaart

116


BIJLAGE I: PERSONIFICATIE STADSBLOKKEN & ARNHEM Begripsvorming van de identiteit van de plek aan de hand van historische ontwikkelingen

Als onderdeel van het locatie-onderzoek zijn niet alleen de archieven geraadpleegd maar ook de fantasie. Om nog meer begrip te krijgen voor de identiteit van de plek en de gevoeligheden die eeuwenlang rondom de plek een rol speelden is de plek gepersonificeerd in een geschreven verhaal. Het verhaal is vanuit twee perspectieven geschreven. Het start met het verhaal van de stad Arnhem en zijn relatie met Stadsblokken. Daarna volgt het verhaal van Stadsblokken en zijn relatie met de stad. Het verhaal heeft een belangrijke rol gespeeld in het bepalen van de juiste richting voor het masterplan (zie bijlage II) en is daarom een belangrijk document geworden in de bepaling van de nieuwe functie van het gebied.

117


GEPERSONIFIEERD VERHAAL STADSBLOKKEN

HET VERHAAL VAN ARNHEM EN ZIJN RELATIE MET STADSBLOKKEN Anno 1650. Daar ligt het, dat groene uitgestrekte land met zijn verstrengelende rivieren. Nu mijn nieuwe toren gebouwd is (rond 1350) en Sabelpoort is gaan heten kan ik zelfs nog verder uitkijken over dat platte rivierenland in het zuiden. Zeker nu het zomer is kan ik veel zien. Germaanse stammen zou ik van heinde verre aan kunnen zien komen. Regenbuien zie ik al snel en de zon zie ik zakken in het verre westen. Overdag laten de rivieren hun grillige contouren zien. Land en water zijn ieder zichzelf, duidelijk van elkaar gescheiden, maar duidelijk afhankelijk van elkaar. Elke dag zie ik de runderen grazen in het gras van de stadswaarden. Van ’s ochtends vroeg, wanneer de dauw het landschap versluiert, tot in de avondschemering zie ik hen bukkend of liggend gulzig het gras opeten. Om het vervolgens te herkauwen, alsof het hun hoofdgerecht en dessert tegelijk is. Zonder die tevreden beesten zou ‘de overkant’ er een stuk wilder aan toe zijn. Af en toe wordt een rund opgeschrikt door de vele vogels, die iedere dag op en aan vliegen. Het water trekt veel dieren aan. Voor hen is het er jaarrond een voedingsbron. Echter niet voor de mensen. Ik zie geen boeren akkers aanleggen of het land bewerken. Nee dit land wordt bewerkt door de natuur zelf. Grillig als hij is. Door al die wisselende waterstanden, kunnen de mensen er niet van op aan. Ze weten eigenlijk nooit wat ze er mee aan moeten, anders dan het een graasgebied te laten zijn én dat die ‘duvelse rivier’ de stad maar niet binnen dringt. Iedere winter is het afwachten hoe hoog het water ditmaal zal komen. De rivieren raken in deze periode hun contouren kwijt en het land wordt één grote plas water, diep en ondiep is niet meer te onderscheiden. Ik word vaak wat zenuwachtig als dat natte water de plinten van mijn stadsmuren raken. Ik ben sterk genoeg, maar mijn poort laat makkelijk het water toe. En modder. Plattelanders, boeren uit de streek, stromen ieder weekend weer binnen met hun karren vol groente en fruit. Met de modder nog onder hun voeten laten ze een voetprint op mijn kasseien achter die niet met één regenbui weg te wassen valt. Wanneer deze lui binnen mijn stadsmuren zijn besef ik me altijd des te meer hoe ‘anders’ de mensen van buiten zijn. Toch komen de plattelanders erg zelfverzekerd over. Gehard. Zij boeren zeker niet slecht. Ieder jaar zie ik immers meer vee voor mijn ogen verschijnen. Mijn eigen mensen zijn anders. Over het algemeen juist erg beschaafd, rijk en sjiek gekleed. Vaak pronkend met één of ander Indisch sierraad. Bij mij wonen veel rijke koopmannen. Mannen

118


het als een goed teken voor de welvaart in de stad. Terwijl ik hier naar kijk, houden de schutterijen op de stadsmuren de wacht. Zoals heel Arnhem wenden wij ons gezicht voornamelijk naar de Betuwe. Hier liggen onze vruchtbare landerijen (waarden). Anno 1945. De bommen vliegen me over de oren. Ik heb al eeuwen lang de tijden doorstaan, maar nu echter vrees ik. Dit wordt mijn eind. Veel van de verdedigingswerken rondom mij werden gesloopt bij de stadsuitbreidingen in 1829 en 1853. Mijn vestingmuur, mijn drie andere kompanen, Rijnpoort, Janspoort en Velperpoort werden allemaal neergehaald. Mijn vestingmuur is zelfs het angstvallige lot van gras toebedeeld. Één lange strook gras op een plek waar eens mijn trotse standvastige vestingmuren zich bevonden. Mijn hart huilt nog steeds. Tegenover mij nog steeds de Rijn.

uit het westen die hun vermogen verdiend hebben aan de handel in Indië en vervolgens komen wonen in Arnhem.

15 Jaar na de bouw van de Rijnbrug aan mijn linkerhand, en de daarmee gepaarde sloop van de schipbrug aan mijn rechterhand, zijn de Rijnbrug en de rivier hét decor van de tweede wereldoorlog. Met een desastreuze afloop. Ik zie duizenden doden, een vernielde stad en een vernielde brug. Alleen ‘de overkant’ doet nog een beetje denken aan hoe het was. De ASM haven ligt er nog, met hier en daar een verdwaalde krater en schade aan de havengebouwen.

Een meer aangename indruk maken de imposante handelsschepen, die bij mijn kompaan de Rijnpoort in de haven aanmeren. De Rijnpoort, de belangrijkste van de 4 poorten, want hier is tenslotte de haven. Naar het schijnt vult de handelswaar van die schepen de goederen van mijn stad aan, die wij zelf niet kunnen vergaren. Een mooie regeling. Ja, die rivieren zijn dan wel onbetrouwbaar, maar toch ook wel erg functioneel. Een heuse levensader voor deze stad. Ik heb mij laten vertellen dat zonder deze Rijnrivier deze stad zelfs nooit op deze plek gebouwd zou zijn. Dankjewel rivier.

Ik heb het altijd een ironisch verhaal gevonden. In de stadswaarden is eeuwenlang gevochten tegen het water. Talloze ingrepen zoals het aanleggen van dijken, sluizen, sloten en droogleggingen zijn gedaan om de Rijn in bedwang te houden en weg te houden van mijn muren. Anders dan wat kleiwinnerij, kon er geen nijverheid plaatsvinden. Of toch wel, dacht J.J. Prins in 1889. Op de vraag wat bedwingt het water? is maar één antwoord zo dacht hij: schepen. De enig mogelijke vorm van nijverheid kreeg op die manier zijn entree: de Arnhemse Scheepsbouw Maatschappij. Helemaal bont werd het vanaf 1935. Na de bouw van de brug over de Rijn zie ik steeds meer mensen ‘in het zuiden’ wonen in plaats van rondom mijn poort. Net voorbij het uiterwaarden gebied groeit er in rap tempo een grote wijk naar mij toe. Hoewel nog onderbroken door een breed uiterwaardengebied en de Rijn zie ik het ieder jaar een beetje naderen. Malburgen is het gaan heten. Zelfs een extra brug werd aangelegd. Het gebied waar ik altijd op uitkeek en wat altijd zo anders was, lijkt nu enigszins bij mij te gaan horen..

Kleine schepen, grote schepen, ik mag ze graag voorbij zien varen. Hoe de bemanning aan boord, ijverig en gedisciplineerd hun schip gereed maken om voor anker te gaan, óf juist de zeilen hijsen om hun reis naar huis te volbrengen. Ik hou van het zien van deze nijverheid. Ik zie

Anno 2021. Tegenwoordig woont al de helft van de stedelijke bevolking in Zuid en speelt onze voetbalclub Vitesse er zijn wedstrijden. Het gevoel dat Zuid niet het echte Arnhem is, wordt langzaam verleden tijd. Arnhem-Zuid is echt Arnhems geworden. Gelukkig zie ik nog wel mijn

‘De groene stad aan de Rijn’ zoals ik in die contreien schijn te heten. W. Huetink typeerde de stad zelfs als ‘het Haagse van het Oosten’, omdat ook in Den Haag veel mensen woonden die rijk geworden zijn in Indië. Ik ben een woonstad voor welvarende mensen. De boeren steken hierbij schril af..

119


HET VERHAAL VAN STADSBLOKKEN EN ZIJN RELATIE MET ARNHEM I am the place (gap) in between the moments of living, in between two places being alive. Zomer. Hier lig ik, vanaf het allereerste begin. Hier ben ik geworteld. Ik ben oud. Maar toch, iedere lente, jaar in jaar uit, voel ik me herboren. Alsof ik net geschapen ben. Ik begin dan weer te groeien, te bloeien, ik voed dieren van alle soorten en in alle maten. Ik voel het leven door mijn aderen stromen. Ik heb dan weer kleur op mijn wangen. Ik voel me koning. Ik bepaal. Ik ben de grond waarop iedereen mag staan. Ik bepaal hoe een rivier mag stromen. Ik ben de gastheer van al het leven boven mij. Ik voorzie. Ik dien. Ik incasseer. Ik verander. Maar nooit zal ik mijn aard ontkennen. Ik ben wie ik ben.

eeuwenoude uitzicht: het groen en de rivier. Wij verschillen dag en nacht. Al eeuwen lang. Ik keek er vroeger wat geringschattend naar. Nu echter, ben ik het enorm gaan waarderen. De wereld om mij heen veranderd nu zó snel, dat ik graag vasthoud en veel waarde hecht aan wat behouden blijft. De stad is al tientallen jaren volledig hersteld van de oorlog. Mijn wijk is daar altijd het toonbeeld van geweest. Recent is mijn wijk voor het eerst sinds de wederopbouw een beetje opgeknapt. De Nieuwstraat, de Jansbeek, is terug, en zelfs het uiterwaardengebied Stadsblokken Meinerswijk wordt vernieuwd. Op een schaal en met een impact waarop het nooit eerder is aangepakt, gaat dit natuurgebied ineens iets nieuws betekenen voor de stad. Eindelijk krijgt de rivier weer wat ruimte: wat is dat lang geleden. Maar ook wil het de mensen in de stad ertoe bewegen het te bezoeken. Hoe zal dit uitpakken? Mijn mensen waagden zich eigenlijk nooit in het gebied. Wat hadden ze er te zoeken? Niet veel. Maar die tijd is voorbij.

Anno 10 n.Chr.. Heerlijk, ik heb de vrijheid om te zijn wie ik kan zijn. Alle ruimte, alle tijd. Het water laat ik stromen waar het wil. Geen beperkingen. Mensen komen af en toe, vaak in groepen, maar vertrekken meestal snel. De Rijn lijkt een onberekenbare factor te zijn voor mensen die zich hier voor langere tijd willen vestigen. Toch lijkt hij ook een leidraad, een soort herkenningspunt op de route naar elders. Ik ben slechts een ‘route’. Vaak zelfs het uitzicht van ‘de route’. Geen verblijfplaats. En eigenlijk vind ik dat niet erg. Ik houd van wie ik ben: onafhankelijk en autonoom. Ook lijk ik de grens te zijn tussen twee volken. Het ene volk voelt vertrouwd, maar het andere volk is nieuw. Het brengt iets nieuws. En daar zal ik al snel achter komen. Koude zware vloeistof wordt in mij gegoten. Dit heb ik nog nooit gevoeld. Het wordt hard. Keihard. Het blijft liggen, verplaatst zich niet. Moet ik dit nu omarmen? Ontwijken? Of laten? Ik besluit het te gedogen, ik ben benieuwd wat het mij gaat brengen. De Rijn, die door mij heen stroomt bezorgt de bewoners van het fort regelmatig problemen. Wanneer ik de rivier over mijn waarden laat stromen komt het fort onder water te staan. Voor het eerst gaan mensen in mij graven en maken overloopgeulen en daarmee samenhangende ophogingen van in totaal zo’n 2,5 meter. Er wordt geknoeid met mijn landschap. Hoewel de romeinen 4 eeuwen lang schepen af en aan laten varen gaan water en mensen nog niet altijd even goed samen. Anno 400 n.Chr.. Het romeins Castellum, Castra Herculis, is ten gronde gericht door de Noormannen Vikingen. Het beton ligt echter nog in mij. Zwaar. Het blijft en went nog niet. Vanaf het moment dat het castellum gebouwd werd tot aan de vernietiging is er niets meer gebouwd dat mij doet denken aan die koude zware vloeistof die zo snel uithardt. Anno 1650. Het beton hoort nu bij me. 15 eeuwen later, ben ik ermee vertrouwd geraakt. Ik ben

120


monding van de zijrivier die ze trachtten te bewaken. Anno 2019. De geschiedenis herhaalt zich. De rivier mag weer vertakken. Waar mensen de rivier eeuwenlang hebben getemd willen ze hem nu weer rijkelijk over mijn landen laten stromen. Men heeft ingezien wat mijn identiteit is en wil er weer naar terug. Ik mag weer uiterwaarden zijn. Zelfs bij de havens mag ik weer groeien. Dit doe ik dan ook gestaag en naar hartenlust. Er mogen weer runderen grazen. Ik voel me langzaam weer natuurgebied aan het worden. Hoewel gemankeerd, en met grote littekens. Ontelbaar veel zware gebouwen zijn de afgelopen eeuw als kool op mij neergezet, waardoor er steeds minder ruimte voor mij overbleef.

eroverheen gaan groeien en ermee volgroeit. Grote delen van het fort slijten langzaam weg, eroderen of spoelen de Rijn in. Het ‘Principia’ blijft nog goed intact. Op mijn oppervlak laat ik het vee grazen dat toebehoort aan een grote nieuwe stad tegenover mij: Arnhem. De stad heeft mij Stadswaarden genoemd. Langzaam ben ik ingedeeld in percelen en ben ik eigendom geworden van mensen. Niet iedereen mag meer vrij over mij lopen. Alleen mijn rivier geniet nog dezelfde macht als vroeger. Mensen kunnen mij aanpassen, maar de rivier nog niet. Verder keert de stad zijn rug naar mij. Ik lijk niet erg belangrijk. Wel wordt ik in de gaten gehouden door de schutterij op de Sabelspoort. Ik heb te doen met het land aan de andere kant van de rivier. Zoveel vervuiling, waar eens een heuvelachtig landschap kon floreren. Het had nooit een sterk karakter. Het water kwam er nooit en het liet zich makkelijk overrompelen door stadsmensen. Zolang de hoge vestingmuren maar niet dichterbij mij komen kan ik nog relatief mezelf zijn. Anno 1945. Ik raak uitgeput. In de laatste 4 eeuwen hebben mensen me voortdurend in bedwang proberen te houden. Ik ben erg veranderd. Ik ben uitgegraven voor kleiwinning. Ik ben opgehoogd voor dijken. Ik ben verlegd en afgevoerd. Zelfs platgegooid met beton. Voor havens, wegen, dijken en enkele woningen sinds de 17e eeuw (de Preats). Ik bepaal niet langer waar de rivier stroomt. De mensen hebben dijken gelegd waardoor de rivier nog maar een nauwe route mag afleggen. Het is verstikkend.

Één andere ontwikkeling echter vind ik veel spannender. Mijn land is nog nooit aantrekkelijk voor mensen geweest. Zelden zochten ze mij op. Ik ben altijd het gat, het moment tussen twee momenten van ‘leven’ geweest. Nu echter willen ze hier verandering in brengen. Ik blijk plotseling gezien te worden als kostbaar en bijzonder. Zelfs mijn verrichtingen bij de voormalige ASM haven schijnen in trek. Ik heb het laten wegrotten, laten eroderen en wegspoelen. Toch maakt dit litteken onderdeel van wie ik ben. Het laat mijn vroegste herinnering zien, mijn verhaal. Ik ben benieuwd wat de toekomst gaat brengen. Als ik maar kan blijven zijn wie ik ben. … But these gaps must be healed and made as whole as the parts on either side of them. Slowly, as the “process of repair” repairs the gaps between the wholes, the structure becomes complete and whole at every level. This goes vastly beyond the normal way of repair (The Timeless Ways of Building, Christoffer Alexander)

Diep onder de grond ziet de ligging van het Castellum er vandaag de dag merkwaardig uit. Alleen de oriëntatie van het fort verraadt nog dat de Rijn in de Romeinse tijd hier niet NO-ZW stroomde, zoals nu, maar ZO-NW. Het Rijnfort bouwde men met het front naar de rivier, gericht op de

121


BIJLAGE II: SCHOUW 1 & 2: CONCEPTONTWIKKELING Wat wordt de volgende kaart van Stadsblokken?

Het doel van het opstellen van de scenario’s is het vinden van functie die het gebied nieuw leven geeft die past bij de identiteit van het terreim, zoals deze is geformuleerd in het historish onderzoek. Eerst wordt uitgelegd welke scenario’s van masterplannen er uit het historisch onderzoek gekomen zijn. Vervolgens wordt uitgelegd waarom een plan wel of niet past bij de ware identiteit.

122


SAMENVATTING Schouw 1 en 2 staan in het teken van het historisch onderzoek en het omzetten van onderzoeksresultaten naar planconcepten. Drie scenario’s kunnen antwoord geven op de vraag: wat wordt de volgende kaart van Stadsblokken? Scenario ‘Steppingstone Stadsblokken’ gaat uit van Stadsblokken als verbindende schakel tussen Noord en Zuid-Arnhem. Een verbinding die zowel fysiek als functioneel vorm gaat krijgen. Scenario ‘ASM op een voetstuk’ gaat uit van een monumentale benadering van de ASM geschiedenis. Op een museale manier vormt architectuur de schakel tussen

SCENARIO 1. STEPPING-STONE STADSBLOKKEN

X

het ASM-verleden en het heden. Het laatste gekozen scenario is ‘Contra Stadsblokken’: het terrein als contromal van Arnhem. Er is plek voor datgene waar in Arnhem-stad geen plaats is: leegte. Leegte wordt hier als de kern van de identiteit van het gebied gezien. De leegte moet de verbindende factor tussen Arnhem-Noord en Zuid zijn, en van het uiterwaardegebied zelf. Vanuit dit gedachtegoed ontwikkelde zich een plan dat eerst uitging van de identiteit ‘leegte’ maar vervolgens doorontwikkelde naar een masterplan dat past bij de daadwerkelijke kern van de identiteit: een dienstbaar werklandschap.

SCENARIO 2. ASM OP EEN VOETSTUK

SCENARIO 3. ‘VESTIBULE VAN LEEGTE’

X

X 123

SCENARIO 4. NIEUW WERKLANSDCHAP AEM WATERMACHINE STADSBLOKKEN


SCENARIO 1. STEPPING-STONE STADSBLOKKEN

‘Steppingstone Stadsblokken’ gaat uit van Stadsblokken als verbindende schakel tussen Noord en Zuid-Arnhem. Een verbinding die zowel fysiek als functioneel vorm gaat krijgen. Het speelt in op het historisch onderzoek waarin duidelijk wordt dat de plek nooit voor de Arnhemmer toegankelijk is geweest. Wel voor de arbeider maar niet voor de bezoeker. Hier moet verandering in komen. Het gebied kan een verbindende schakel worden waardoor de stad niet meer gescheiden, maar verbonden wordt door de Rijn en Stadsblokken. Door het toevoegen van de functies recreatie en horeca en een verbeterde infrastructuur liggen er uitstekende kaders voor een mooie revitalisatie van het gebied. Het transformeert van een low-pressure naar een highpressure gebied. Van een gebied waar weinig mensen zijn, naar een gebied waar veel mensen willen zijn. Met veel programma, recreatie en aantrekkingskracht.

Dit scenario laat echter vooral zien welke richting het ontwerp juist niet op moet. In de eerste plaats wordt er stukje unieke leegte in Arnhem gecultiveerd. Juist een ongecultiveerde plek als Stadsblokken is altijd de contra van de stad geweest. Het cultiveren en commercialiseren van Arnhems grootste leegte past dan ook niet bij de identiteit van de plek. Dit plan voegt zich niet naar de identiteit van de plek maar naar de identiteit van de stad. Dat is de omgekeerde volgorde. Op de tweede plaats volgt het een landelijke trend waarin de grens tussen platteland en stad steeds vager wordt. Dit zijn zorgwekkende ontwikkelingen waar in Stadsblokken geen plaats voor is.

124


SCENARIO 2. ASM OP EEN VOETSTUK

‘ASM op een voetstuk’ gaat uit van een monumentale benadering van de ASM geschiedenis. Op een museale manier vormt architectuur de schakel tussen het ASMverleden en het heden. Dit plan sluit op een historische manier aan op de industriële identiteit van de plek. De identiteit wordt als het ware tentoongesteld en nu, na al die eeuwen toegankelijk gemaakt voor publiek. Op een subtiele manier wordt omgegaan met het bestaande erfgoed. MUSEALE INGREEP TERREIN

Het grootste bezwaar tegen dit masterplan is dat met dit idee een einde komt aan een levenslijn in plaats van het oppakken ervan. Uit het historisch onderzoek bleek juist dat de plek altijd in ontwikkeling is geweest. Steeds weer opnieuw was de plek dienstbaar voor Arnhem. Steeds op een andere manier. Met een museale functie wordt korte metten gemaakt met deze ontwikkeling. Er wordt een punt gemaakt waarbij alleen teruggekeken wordt en niet meer vooruit. Een gemiste kans.

MUSEALE INGREEP AFBOUWKADE

125

MUSEALE INGREEP SCHEEPSHELLING


Het laatste scenario is ‘Contra Stadsblokken’: het terrein als contromal van Arnhem. Er is plek voor datgene waar in Arnhem-stad geen plaats is: leegte. Leegte wordt hier als kern van de identiteit van het gebied gezien. Leegte moet de verbindende factor tussen Arnhem Noord en Zuid zijn, en van het uiterwaardegebied zelf. Binnen deze leegte is het fluctuerende water de meest dynamische factor. Zo wordt ingespeeld op het contrasterende karakter van de plek ten opzichte van Arnhem zoals blijkt uit het historisch onderzoek. De plek is altijd anders en moet ook altijd anders blijven. Hieronder op conceptmatige wijze verbeeld hoe leegte fysiek kan worden ontworpen.

SCENARIO 3. CONTRA STADSSBLOKKEN

126


SCENARIO 3 - CONCEPTUITWERKING ‘VESTIBULE VAN LEEGTE VISIE: 3 INGREPEN

bestaande routing

1) nieuw routing en entreegebied Op 13,5+NAP en pont door stadsblokken, als verbinding tussen noord en zuid.

127


2) tweeledige entree en vestibule Als startpunt voor wandelaars en toegang tot het evenemententerrein.

128


3) nieuw evenemententerrein Voormalige ASM werf functioneel betrekken, amfitheater inpassen en terrein monitoren zodat het jaarrond gebruikt kan worden voor sport, festival en schaatsen,

bestaand evenemententerrein entree

entree

parkeren/verzamelen kaartcontrole/entree

parkplein

duinlandschap

facilitaire functies

podia/strand/schaatsen

129


GEBOUWCONCEPT

Iedere aardlaag representeert een periode in de geschiedenis van het gebied - iedere aardlaag wordt gerepresenteerd door een ruimte - een sequentie van ruimtes, waar men van verleden naar toekomst beweegt - de bezoeker ervaart door diepte/hoogte de rijke historie en de ware identiteit van het gebied - met leegte als statement geeft deze ervaring een herinnering aan de identiteit van het gebied12

130


Faciliterende ruimtes en routing (leegte)

Leegte in de stad, bij laagwater en hoogwater

131


2 STAPPEN TERUG EN 3 VOORUIT. De uitwerking van dit masterplan liet zien hoe het begrip leegte kan worden omgezet in een nieuwe functie van het terrein maar riep ook vragen op. Wat is nu de daadwerkelijke nieuwe functie van het gebied? Krijgt het wel nieuw leven? Is dit nu echt de ingreep die past bij de identiteit van het gebied? Verdere uitwerking van deze interpretatie van het masterplan werd daarom stop gezet. Dit was nodig om een het kantelpunt in het ontwerpproces tot stand te brengen. Na het herzien van het historisch onderzoek werd duidelijk dat het begrip leegte slechts deels de kernidentiteit van het gebied is. Het verhulde slechts een functie die daadwerkelijk achter die leegte schuil gaat, namelijk: het dienstbare STADSBLOKKEN werklandschap. Leegte was slechts het resultaat van deze dienstbare functie, maar niet de bron. De bron was juist de opeenvolging van talloze industriële en agrarische functies in het gebied en de ruimte die de rivier nodig heeft om te stromen. Het vormde de rode draad door de historie. Na het failliet van de ASM kwam er echter een eind aan het dienstbare werklandschap en daarmee ook de rode draad.

VESTIBULE VAN LEEGTE

VISIE 3 INGREPEN

GEBOUWCONCEPT

Every part you look at is not only whole itself but is part of a larger whole, has wholes around it. When things are first built, the gaps between the parts are often left unwhole. (the place inbetween the moments of living)

But these gaps must be healed and made as whole as the parts on either side of them.

SCENARIO’S STEPPING-STONE STADSBLOKKEN

ASM OP EEN VOETSTUK

- cultiveren van het enige stukje leegte - landelijke trend: vervaagde grens stad-platteland

- ASM als einde van levenslijn

CONTRA: ALTIJD ANDERS GEWEEST

1) nieuw routing en entreegebied op 13,5+NAP en pont door stadsblokken, als verbinding tussen noord en zuid

2) tweeledige entree en vestibule als startpunt voor wandelaars en toegang tot het evenemententerrein

entree

entree

parkeren/verzamelen kaartcontrole/entree

bestaand evenemententerrein

parkplein facilitaire functies

duinlandschap podia/strand/schaatsen

3) nieuw evenemententerrein voormalige ASM werf functioneel betrekken, amfitheater inpassen en terrein monitoren zodat het jaarrond gebruikt kan worden voor sport, festival en schaatsen

iedere aardlaag representeerd een periode in de geschiedenis van het gebied - iedere aardlaag wordt gerepresenteerd door een ruimte - een sequentie van ruimtes, waar men van verleden naar toekomst beweegt - de bezoeker ervaart door diepte/hoogte de rijke historie en de ware identiteit van het gebied. - met de leegte als statement geeft deze ervaring geeft het een herinnering aan de identiteit van het gebied.

leegtein de stad, bij laagwater en hoogwater

faciliterende ruimtes en routing (leegte)

opgegraafde klei hergebruiken voor eigen baksteen, en ophoging terrein

- groen en water - dienstbaar - subcultuur - leegte - stadsblokken als contramal van de stad

ANALYSE LEEGTE (JAPANS: MÁ) MIDDEN IN DE STAD IS DÉ KERNKWALITEIT VAN HET GEBIED

dichtheid van de stad in 2 delen verdeeld

bestaande routing

KERNWAARDEN GEBIED

situatie laagwater

enorme ruimte tussen twee stadsdelen

De ware revitalisatie-opgave die past bij de identiteit van de plek is daarom het oppakken van de rode draad en het ontwerpen van een nieuw dienstbaar werklandschap.

IN DEZE LEEGTE IS HET FLUCTUEREND WATERPEIL GROOTSTE DYNAMISCHE FACTOR

8,0 - 9,0+NAP

10,0+NAP

Leegte verbeeld als holte in het maaiveld. Een route als vestibule van het gebied. 11,0+NAP

13,0+NAP

132

situatie hoogwater


BIJLAGE III: INSPIRATIE ‘THE TIMELESS WAY OF BUILDING’ De achterliggende inspiratiebron.

Het boek ‘The Timeless Way Of Building’ van Christopher Alexander is in het afstudeerproces voor constante bron van inspiratie geweest. De quotes die daadwerkelijk zijn gebruikt voor de uitwerking van het plan zijn in de deze bijlage gebundeld.

133


Consider the leaves on a tree P. 482

In order to define this quality in buildings and in towns, we must begin by inderstanding that every place is given its character by certain patterns of events that keep on happinening there. P. 55 Every part you look at is not only whole itself but is part of a larger whole, has wholes around it.

Every part you look at is not only whole itself but is part of a larger whole, has wholes around it.

When things are first built, the gaps between the parts are often left unwhole. (the place inbetween the moments of living) P. 483 But these gaps must be healed and made as whole as the parts on either side of them.

Stress concentration Consider the pattern of a colomn and beam structure without a brace or capital where the column meets the beam. In such a configuration, as the STRESS goes byond the bounds of the material, small cracks develop. P. 127

Slowly, as the “process of repair” repairs the gaps between the wholes, the structure becomes complete and whole at every level. This goes vastly beyond the normal way of repair We assume that when we repair something we are essentially trying to get it back in its original state.

THE QUILITY WITHOUT A NAME

THE QUILITY WITHOUT A NAME

THE TIMELESS WAY OF BUILDING

THE TIMELESS WAY OF BUILDING

Christopher Alexander

Christopher Alexander

We use the defects of the present state as the starting point for the definition of the new state.... New wholes wil be born. P. 485 Welke stressconcentratie zijn er op de locatie? Waar ontmoeten twee componenten elkaar, waarna het zich ontwikkeld heeft tot iets nieuws?

Quality in buildings and in towns cannot be made, but only generated, indirectly, by the ordinary actions of the people, just as af flower connot be made, but only generated from the seed.

An organism cannot be made. It’s the process which creates the organism- and it must be so. No thing which lives can possible be made in any other way. P.161

134


ArtEZ | Academie van de Bouwkunst Arnhem

135


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook

Articles inside

Gepersonifieerd verhaal Stadsblokken

22min
pages 118-135

Toekomstwaarde en draagvlak

7min
pages 114-117

Ontwerp transformator - aanlegplaats pont

1min
pages 109-113

Ontwerp turbinehal en dijk

3min
pages 100-108

Ontwerp entreegebouw - warmtewisselaar

2min
pages 91-99

Architectonische visie

2min
pages 87-90

Energieconcept techniek

5min
pages 59-65

Plattegrond & doorsnede

2min
pages 75-77

Referenties turbinehal-architectuur

5min
pages 83-86

Programma van eisen

3min
pages 48-51

Definitie Nieuw Werklandschap

1min
page 47

Conceptuitleg Nieuw Werklandschap

1min
pages 52-56

Historische transitie werklandschappen Stadsblokken

1min
page 46

Historische ontwikkeling - 1980

1min
pages 34-35

Historische transitie werklandschappen Nederland

3min
pages 44-45

Historische ontwikkeling - 400 n.chr

1min
pages 24-25

Analyse bestaande situatie

3min
pages 18-23

Conclusies

4min
pages 38-41

Stadsblokken anno 2021

2min
pages 11-12

Watermachine Stadsblokken: een Nieuw Werklandschap

1min
pages 42-43

Historische ontwikkeling - 1889

1min
pages 30-31
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.