Confessioneel-Credo 16-2022

Page 12

CONFESSIONEEL pag 4 Gastvrijheid in de Bijbel pag 6 Met Job in gesprek pag 8 De roep van het Molenwater 134e jaargang 22 september 2022 nr. 16 THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’ CREDO

TER INLEIDING

In de maand september denken we in de kerk na over de start van het seizoen en waarmee we aan de slag gaan dat komende seizoen. Veel gemeenten werken met het landelijke thema ‘Aan tafel’. Diemer de Jong geeft een mooi overzicht over gastvrijheid in de Bijbel. Daarbij wordt al gauw aan de Emmaüs gangers gedacht. Je kunt ook denken aan Mefiboseth, de zoon van Jonathan die gastvrij aan tafel wordt genodigd door David. Het is op grond van een ge lofte tussen Jonathan en David: als jou iets overkomt, zorg ik voor jouw kinderen en als mij iets overkomt doe jij dat voor mijn kinderen. Daar schuilt een sfeer van trouw, toewijding en achting achter. Daar komt een levensverhaal bij kijken. ”Vanaf dat moment zat Mefiboseth regelmatig met koning David aan tafel

alsof hij één van zijn eigen zonen was (2 Samuël 9: 1-13). Zo zien we dat ‘aan tafel’ nogal wat om het lijf kan hebben. Robert-Jan van Amstel neemt ons mee in het leerhuis over Job, het prototype van de lijdende mens. De vrienden van Job bedoelen het goed, maar de Here God vindt dat ze niet goed over Hem hebben gesproken (Job 42:7). Dat is een uitdaging voor ons om wel goed over God te spreken. Daarover gaat een artikel over de wekelijkse preek op zon dag. Keimpe Dijk vraagt zich af, waarom de Bijbel eigenlijk gezag heeft. En dat komt neer op een openbaring. Twee organisten vertellen iets over zang en kerkliederen. De psalmen hebben vanouds een grote plaats gekregen, omdat ze een Bijbelse oorsprong hebben. En de zang heeft oude papie

ren: er waren 4.000 zangers en 4.000 instrumentalisten en 288 zangleraren (1 Kronieken 23: 4,5 en 25:7). Het beeld dat in de dienst ondersteunend kan werken is met de beamer onder handbereik gekomen. Gerco Lock uit Scheveningen heeft daar veel ervaring mee en vertelt er over. Dick Westerneng schrijft over meester Ad en het nieuwe park Molenwater in Middelburg. Daarbij gaat het om ontmoeten en luisteren. Met God springen over een muur, dat spreekt Maurice Wielenga aan en dan vooral figuurlijk. In de kroniek worden actuele ontwikkelingen in maatschappij en kerk besproken. In de jeugdrubriek lezen we hoe jongeren ook actief zijn in de kerk voor Roemenië.

het werk in

kerk’

ds. Wim Scheltens

ds. Wim Scheltens

ds. Diemer de Jong

ds. Robert-Jan van Amstel

ds. Dick Westerneng

Arjan van Breukhoven

ds. Keimpe Dijk

ds. Wim Scheltens

ds. Gerco Lock

Margret Spelt

Maurice C.J. Wielenga

ds. Wim Scheltens

ds. Piet Rozeboom

‘DE VRIENDEN VAN JOB BEDOELEN HET GOED, MAAR DE HERE GOD VINDT DAT ZE NIET GOED OVER HEM HEBBEN GESPROKEN (JOB 42:7). DAT IS EEN UITDAGING VOOR ONS OM WEL GOED OVER GOD TE SPREKEN’
THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’ Thema: ‘Weer met van alles aan
de
02 Ter inleiding
03 De groenten van… (column)
04 Aan tafel - over gastvrijheid in de Bijbel
06 Met Job in gesprek
08 De roep van het Molenwater
10 Ik wil zingen! - Zingen we nog wel?
12 Een openbaring! - Over het gezag van de Schriften
14 De preek als uitnodiging tot een gedachtewisseling
16 Ik zie, ik zie…
18 Op vleugels van het gezang
20 Met mijn God spring ik over een muur (Psalm 18 : 21-30)
22 Kroniek
1. Poetin gaat maar door 2. Nederlandse politiek en de crises 3. Troonopvolgers in Europa 4. Naar een meer zelfbewuste theologie 5. Het ik-tijdperk en verder 26 Een hamer in de kerk (jeugdrubriek)
Foto voorpagina: De protestantse kerk in Straatsburg, Frankrijk. (Foto: Getty Images)
2

De groenten van…

Met interesse volg ik de rubriek ‘het theologisch elftal’ in het dagblad Trouw. Op 11 augustus fronste ik mijn wenkbrauwen en las nogmaals en nogmaals of ik het goed had gezien: “Kerken kunnen boeren wel helpen hun identiteit aan te passen. Want wat ze denken klopt niet: ze voeden Nederland niet.”

Is de landbouw dan niet belangrijk voor de voedselvoorziening? Waar zou het lid van het theologische elftal wel niet allemaal over denken, als hij de bal in het doel wil trappen? Zou hij denken, dat we de groenten van Hak krijgen? Ik heb wel eens gefietst langs landerijen waarop ik opeens een bordje van Hak ontwaarde met de bood schap: hier wordt groente voor Hak verbouwd en geoogst. Want Hak kan de boontjes niet zomaar achter het glas zetten.

Misschien kan een klein stukje van Hebreeën 11 ons wat verder helpen. Daar lezen we in vers 3: “Door geloof komen we tot het inzicht dat het heelal door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare.”. Het zichtbare verwijst naar het onzichtbare, omdat het zichtbare er kan zijn, dankzij het onzichtbare. En in het onzichtbare schuilt de scheppingsvreugde van God. Moet je begrijpen: dat wij als onderdeel van de schepping mogen beleven, dat ook wij voortkomen uit de scheppingsvreugde van God.

Jaren geleden bezocht ik een oude broeder op zijn verjaardag in het voorjaar. Op een gegeven moment wees hij naar buiten. Ziet u dat steeltje uit de grond komen. Ik heb in het najaar een zaadje in de grond gelegd en nu komt er een steeltje uit. Ik vroeg, of hij dit ieder jaar weer deed. En hij knikte bevestigend. Ik zei: je bent nu 91 jaar en vanaf je vierde heb je dat zo gezien? Hij knikte weer. Dan heb je dat meer dan 85 jaar gezien. En nog ben je er verwonderd over? Ja, zei hij, met een lach op zijn gezicht. Ik zei: dan ben je een gezegend mens. Het klinkt nog na in mijn herinnering - die sonore stem met lichte kwinkslag: ik stop er een zaadje in en er komt een steeltje uit.

Dit zal wel te gewoon zijn voor het theologische elftal in de krant, maar het is meer waar dan wat daar zwart op wit betoogd werd. Deze boerenman hoeft geen nieuwe identiteit te krijgen. Hij is christen met vallen en opstaan geweest en heeft de vergeving der zonden geproefd als een exquis nagerecht. Maar zouden de leden van het theologisch elftal ook wel eens buiten spel kunnen raken? Dat ze zich met hun eigen mening op sleeptouw laten nemen?

Onze identiteit is door Paulus zo mooi omschreven: gekocht en betaald (1 Korintiërs 6:20). Daar hoeft niemand meer aan te sleutelen. Wie met zo’n uitspraak over ‘gekocht en betaald’ een balletje trapt, staat nooit buiten spel.

COLUMN
3

AAN TAFEL - OVER GASTVRIJHEID IN DE BIJBEL

De mensen zijn altijd op pad geweest. Wie onderweg is heeft vaak hulp nodig of een bed, bad en brood. Wereldreizigers, jongeren op pad, pelgrims, zij die naar Santiago lopen, vrijwillige trekkers, maar ook vluchtelingen, die misschien nog het meest, zijn afhankelijk van hulp en gastvrijheid.

Zou daarom de gastvrijheid zo be langrijk zijn in de Bijbel? Het moet haast wel. Als iemand aanklopt wordt er opengedaan als het goed is. Jezus gaat hier ook gewoon van uit, het is bij Hem vanzelfsprekend om open huis te houden. Hij zegt: Zelfs midden in de nacht zal iemand zijn vriend toch wel opendoen en helpen? Dus ga maar naar de hemelse Vader en houd niet op met bidden, zoeken en kloppen, Lucas 11. Dit is waarom gastvrijheid gewoon moet. Omdat God gastvrij is op een manier die we niet voor mogelijk zouden houden, als Hij het ons zelf niet had gezegd.

Gastvrij zijn brengt ons dichtbij het ge heim van het Koninkrijk. Als Jezus naar het Huis van zijn Vader gaat, Johannes 14, om daar voor ons een plaats klaar te maken, dan betekent dat de aller grootste gastvrijheid voor mensen. Je mag bij God zijn, dat is oneindig goed. Gastvrijheid, die wij elkaar aanbieden, brengt dus iets mee van dat grote welkom dat de Here God geeft. Wees welkom.

BIJBELSE LIJNEN

Israël kreeg van God de wet en daarin staat gastvrij zijn hoog in het vaandel. Het komt regelmatig voorbij. In Exo dus 23: 9 en Leviticus 19: 33 lees je: Vreemdelingen mag je niet uitbuiten, niet onderdrukken, heb hen lief als jezelf. In Deuteronomium 1: 16 wor den de rechters opgeroepen om ook vreemdelingen recht te doen. Ieder mens is de Here God even lief, Deutero nomium 10: 18, vreemdelingen, wezen en weduwen behandelt Hij gelijk. God bewijst hen zijn liefde door hen te ge ven. Dat zingen we ook met Psalm 146: Wees en weduw en ontheemde doet Hij wonen op zijn erf. Hij behoedt de weg der vreemden. Je bent zelfs vervloekt als je de vreemdeling slecht behandeld, Deuteronomium 27: 19. Vreemdelin gen zijn gasten, ze mogen de feesten meevieren.

Zo werd Jezus gastvrij ontvangen door Marta, Lucas 10: 38. Ook als een uitnodiging gebruikt wordt om Jezus in de val te lokken, Lucas 14: 1 blijkt hoe belangrijk en eigenlijk ‘heel gewoon’ bij het leven horend gastvrijheid is. Volgens de Bijbel kun je het leven niet goed denken zonder gastvrijheid. Het is een gebod voor alle christenen tegenover alle mensen, Romeinen 12: 13. Door gastvrij te zijn kom je dichtbij wat God bedoelt en hoe Hij zelf voor ons is. Het is een gebod dat ons bij de ander brengt.

WAAROM GASTVRIJ ZIJN MOET

Er zijn wel drie redenen om gastvrij te zijn. Allereerst, Leviticus 19: 34, je weet wat het is om een vreemdeling te zijn, want jullie waren het ook, in Egypte. En, Leviticus 25: 23, in het beloofde land ben je ook vreemdelingen, te gast bij de Heer. En, Psalm 119: 19, op aarde is de mens als een vreemdeling, onder weg naar een vaderland. In Hebreeën 11: 13- 16 zijn ze een voorbeeld voor ons.

GASTVRIJHEID MAAKT JE ANDERS

En dat diepe besef, dit geloof, veran dert je levenshouding. Gastvrijheid laat zien dat er liefde is. Het is een uitings vorm van de liefde. Jezus zei tegen de farizeeër, die Hem uitgenodigd had, Lucas 14: 12- 14, dat hij niet alleen zijn vrienden moest uitnodigen, maar juist ook de armen en kreupelen en verlam den en blinden. Want die kunnen niets terugdoen, zoals je vrienden dat wel kunnen doen.

Daarmee laat Jezus ons zien dat iemand, die gastvrijheid biedt, iets geeft en ook iets ontvangt, het welkom van de Vader. Want gastvrij zijn is een houding die je brengt bij het Koninkrijk van God.

In Matteüs 25 zegt Jezus dat ons heil er zelfs van afhangt! Dat wij het Koninkrijk mogen binnengaan als wij de hongerigen voeden en de vreemdelin

gen opnemen. Jezus ging met iedereen om en vraagt dat ook van ons. Wij leren het van Hem. Hij zegt: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenko men, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.

Als de Heer binnenkomt worden de rol len omgedraaid. Hij die gevraagd werd wordt de gastheer, Openbaring 3: 20

RADICAAL

Gastvrijheid is niet zomaar een leuk ding wat je kunt doen of ook niet kunt doen, al naar gelang of het je uitkomt of dat het iets is dat bij je past. Nee, het hoort erbij en het moet gebeuren, het is een pijler van goed leven.

Er zit iets radicaals in de Bijbelse gastvrijheid. Het hoort gewoon bij het leven en als het er niet is, dan mist er iets fundamenteels. Als er geen welkom voor een ander is, zijn er twee verlie zers. Twee mensen komen dan tekort. Want ook wie uitnodigt wordt er beter van. In de ontmoeting zit groei van de ziel. Dat is een gemest kalf waard. Wie de ander in de ogen ziet, uit het hart deelt, komt een mens tegen en dat sterkt.

AAN DE SLAG

Je kunt over gastvrijheid nadenken en spreken, maar het mooiste is misschien wel om het te doen. Denk aan groeps werk in de kerk. Gespreksgroepen, cate chesegroepen, seniorenbijeenkomsten, gemeentegroeigroepen en de Alpha-cur sus. Bij die laatste speelt samen aan tafel en samen eten een grote rol. Niet alleen omdat je voedsel nodig hebt, maar ook omdat het je samenbrengt. Je hoort erbij, je wordt niet buitengesloten. Je wordt niet overgeslagen. Je wordt gezien. Je wordt uitgenodigd.

En dat welkom kun je op veel meer tijden en plaatsen gaan doen. Een lunchvergadering van het moderamen.

Een etentje overdag of in de avond, met wie maar wil en een kort onderwerp of

THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
4

muziekstuk, we noemen het in onze kerk ‘Praten met volle mond’. Thuis vergaderen. Een wijkbijeenkomst die het karakter krijgt van een buurtont moeting in de straat met een welkom voor ieder adres, ook niet-kerkleden. Estafette eten, waarbij een aantal mensen koken en anderen aanschuiven

om te eten. Na het voorgerecht verkas je naar een ander huis voor het hoofd gerecht en het derde welkom is op het toetjesadres. Een prima manier om kennis te maken, meer mensen te leren kennen.

Die twee die na Pasen naar huis in Emmaüs liepen, vroegen Hem ook om

binnen te komen. Hij was de Gast. Zij waren zijn welkom, maar zíj vroegen om hulp. Hij brak het brood en kwam hen nader, zoals zij nog nooit een welkom hadden beleefd, het welkom van de Vader.

ds. Diemer de Jong

‘ER ZIT IETS RADICAALS IN DE BIJBELSE GASTVRIJHEID. HET HOORT GEWOON BIJ HET LEVEN EN ALS HET ER NIET IS, DAN MIST ER IETS FUNDAMENTEELS. ALS ER GEEN WELKOM VOOR EEN ANDER IS, ZIJN ER TWEE VERLIEZERS. TWEE MENSEN KOMEN DAN TEKORT. WANT OOK WIE UITNODIGT WORDT ER BETER VAN. IN DE ONTMOETING ZIT GROEI VAN DE ZIEL. DAT IS EEN GEMEST KALF WAARD. WIE DE ANDER IN DE OGEN ZIET, UIT HET HART DEELT, KOMT EEN MENS TEGEN EN DAT STERKT’
5

MET JOB IN GESPREK

“Ik had dit niet willen missen. Wat een rijkdom bevat Job.” Of: “Nooit geweten dat met Job in gesprek gaan zoveel stof tot nadenken biedt. Niet alleen over het lijden, ook over wijsheid en vriendschap heb ik veel geleerd.” Zo klinken wat reacties van de deelnemers aan de Bijbelstudiegroep over Job: mens en Bijbelboek.

Ruim 30 personen verdeeld over twee groepen hebben zich gebogen over dit aangrijpend-intrigerende, oer-moei lijke boek. Job geeft zich niet zomaar prijs. Nu het nieuwe seizoen in onze ker ken begint, wil ik een lans breken voor Job: durf het aan om met een groep mensen of individueel dit boek te lezen en te doordenken, al “staat ons hoofd

er niet naar.” (K.H. Miskotte, Antwoord uit het onweer, p.11 Verzameld Werk deel 10).

Om u op weg te helpen geef ik wat ach tergrondinformatie en zet ik een drietal lijnen uit die u kunt volgen tijdens de bijeenkomsten: 1. het lijden en de rol van God, 2. vriendschap en pastoraat en 3. doel van het Bijbelboek Job.

BEHOUDZUCHT EN PASTORAAT

Omdat de ontstaansgeschiedenis van het boek wat diffuus is, presenteer ik de achtergrondinformatie in grote lijnen. Het boek van Job is vermoedelijk in de vijfde en vierde eeuw voor Christus geschreven. De Tweede Tempel is dan al een tijd in gebruik; de eerste was verwoest aan het begin van de Babyloni

“De lijdende mens”. (Foto: Armin Lotfi @unsplash)
THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
6

sche Ballingschap op last van God zelf (2 Kronieken 36, vers 15 t/m 21). Met de ingebruikname vormde zich een bolwerk van conservatisme en behoud zucht om te voorkomen dat de Tempel opnieuw verwoest zou worden door vreemd volk. Geloofsinhoud mag niet veranderd worden. De wetten in Thora worden streng nageleefd waardoor de tempeldienaars zoals schriftgeleerden hoeders worden van een streng-con servatieve traditie. De Farizeeën in de tijd van Jezus Christus zijn daar een epigoon van.

Er was behoudzucht wat betreft het godsbeeld dat vooral in boek Deu teronomium is terug te vinden: do ut des - ik geef opdat jij geeft. God zegent mensen die het goede doen en straft de zondaar / goddeloze / slechterik. Dat maakt het heel over zichtelijk.

Pastoraal en theologisch broeide een belangrijke (tegen)vraag: hoe zit het dan met mensen die goed leven en toch lijden of voortijdig sterven? Of dat goddelozen fluitend door het leven gaan, rijk zijn leven ten koste van an deren en oud sterven?

LITERAIRE VERHANDELING

Het boek Job is op een bepaalde ma nier een reactie op dat conservatisme en die behoudzucht die in de vrienden van Job vertegenwoordigers vinden. Het boek Job is geen geschiedschrij ving, eerder een literaire verhandeling. De schrijvers van het boek Job zijn goed thuis in de theologie van die tijd. Wellicht waren zij betrokken bij het werken in de Tempel en wilden ze van binnenuit de Tempeltheologie veran deren. Opvallend is dat in het gehele boek Job niets wordt gezegd over bijvoorbeeld de schepping in zeven dagen, Adam en Eva, Noach, Abraham en koning David. Er is een duidelijke focus op de theos (God) in de theolo gie en de vraag hoe dat nou zit met God, goed leven en lijden dat de mens overkomt.

1. Lijden en God

Begin met elkaar te lezen in Job 1 en Job 2. Deze teksten zullen genoeg oproepen aan emoties en vragen. De grootste moeite is vooral, waarom God een weddenschap aangaat met satan. Satan is deel van de hemelse huishouding en dus geen aartsvijand van God. Voor satan is de vraag of een oprecht en vroom mens als Job toch niet ergens een dubbele bodem heeft: zou Job “werkelijk zonder reden zoveel

ontzag hebben voor God?” (Job 1, vers 9 NBV21)

De mens Job (en zijn vrienden) weten niets af van wat ‘boven’ wordt bekok stoofd. Opvallend is dat satan hele maal niet meer terugkeert in de rest van het boek. Zelfs niet aan het slot waar God zelf spreekt tot Job. Wij als lezers weten meer dan Job en schrik ken, als God zegt tegen satan: “jij hebt Mij ertoe aangezet hem zonder reden te gronde te richten.” (Job 2, vers 3 NBV21)

Gespreksvragen: wat vindt u van deze weddenschap in de hemel? Hoe ervaart u de ambivalente rol van God? Herkent u zich in de reactie van de vrouw van Job? Wat vindt u van Job die ontzag blijft houden voor God te mid den van alle grote verliezen? Hoe gaat u zelf om met lijden dat u overkomt of om u heen ziet? Heeft dat lijden te maken met God of niet?

2. Vriendschap en pastoraat De drie vrienden brengen Job een bezoek; een vierde komt later aan het woord. Ze zijn zeven dagen en nachten stil bij hem, net zolang als de scheppingsweek duurt. Waar het leven begint voor de eerste mensen en de slang in beeld komt (Genesis 3), vervloekt Job zijn geboortedag hartgrondig en heftig (Job 3). Alsof Job de in de Tempel veelgehoorde Psalm 139 hardhandig omvormt tot een dodenlied. Wanneer u deze tekst in een groep leest, geef na het lezen een ieder de tijd om de tekst te laten bezinken.

Gespreksvragen: waar raakt de tekst u en doet u opschrikken? Is er herken ning bij jezelf of bij iemand anders?

De reacties of betogen van de vrien den die de hoofdstukken 4 t/m 37 zijn te vinden (3x Elifaz, 3x Bildad, 2x Sofar en 1x Elihu) wordt door de gespreksgroep als ronduit stuitend er varen: zij die de conservatieve tempel theologie vertegenwoordigen en voor hun godsbeeld opkomen, hebben geen warm-pastoraal oog voor de mens Job. De ‘vrienden’ trekken de conclusie dat Job toch iets gedaan moet hebben waardoor God hem straft. Vooral Sofar maakt het bont wanneer hij over Job spreekt in de hij-vorm (Job 20) en van kwaad beschuldigt dat Job “verbergt onder zijn tong” (vers 12).

Gespreksvragen: Als je iemand be zoekt of met iemand contact legt van wie je weet dat hij/zij lijdt of rouwt of verdriet heeft, wat zeg je dan wel of

niet? Hoe bereid je je daarop voor? Of kies je ervoor om weg te blijven? Op welke manier bied je troost? Durf je dan ook God ter sprake te brengen en/of wat je zelf kunt putten uit het christelijk geloof? Of gebruik je wel eens andere bronnen van zingeving? Het vergt gevoeligheid, geduld en aandacht om de nood van de ander in te voelen zonder gelijk alles willen begrijpen.

3. Doel van het Bijbelboek Job Wat mij treft in Job is zijn trouw aan God. Hij is de enige die tót God spreekt en niet over God zoals de vier vrienden. Hij geeft zijn hart bloot in gebeden, in eerlijke woorden spreekt hij tot God en zijn vrienden. Job kent intimiteit met God: God luistert aan dachtig (Job 23, vers 6b), God waakt over hem en woont in zijn huis (Job 29, vers 2 en 4). Job heeft oog voor de andere kant van God. In Job 30 horen we Job zeggen dat God hem vernedert (vers 11) of dat Hij “helse pijnen” door zijn botten laat gaan (vers 17). Of in Job 19, weer heel anders: “Ik weet: mijn redder leeft, en Hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen” (vers 25)

De auteurs van Job trekken geen conclusie: de vraag naar het waarom van lijden, door wie of wat veroorzaakt wordt door niemand beantwoord. Dat wordt, in alle wijsheid en tegen het ge vaar van dogmatisme in, aan de lezer overgelaten.

GOD ZÁL SPREKEN

Wel kan ik een aantal gedachten formuleren over hoe ik Job lees: God laat het lijden toe en is daar ambi valent in. We kunnen als mens niet sluitend krijgen waarom er kwaad is in de wereld. De menselijke natuur heeft per definitief tragiek in zich. Het leven is een harde leerschool. In het lijden is geduld te oefenen waar het gaat om Gods spreken en handelen. Dát God zal spreken, daarop is te vertrouwen. Zie de indringende, stormachtige woor den van God in Job 38 t/m 41 waar God het opneemt voor Job.

Gespreksvragen: waar vindt u het betoog van God houtsnijdend? Wat vindt u ervan dat God geen antwoord geeft op het waarom van het lijden van de mens?

Met Job in gesprek gaan is nooit uitge sproken raken.

ds. Robert-Jan van Amstel, Gereformeer de Kerk Putten (PKN), www.amstel4.nl

7

DE ROEP VAN HET MOLENWATER

‘Het kan gebeuren dat je leven in twee stukken breekt. Mij overkwam dat op zaterdag 10 november 2012. Een zwaar herseninfarct veroorzaakte een brute breuk in mijn leven’. Een halfjaar in het ziekenhuis en het revalidatiecentrum volgde. ‘Opgenomen worden in een wereld met lotgenoten, mensen die net als ik probeerden weer overeind te komen’

Na het eerste weekendverlof bracht ik hem zondagavond terug na een preek beurt. Studio Sport en het journaal waren net voorbij. Het moest. Hij stapte met tranen in zijn ogen in de auto, maar tijdens ons ritje werd hij rustig ondanks zijn beschadigde emotionele huishou ding. Een zuster kwam vragen hoe het met hem was gegaan. Later bedacht hij: ‘in haar reguliere taakomschrijving was vast en zeker niet vastgelegd dat ze dit moest doen, maar ze deed het dus wel! Zulke mensen heb je echt nodig’.

Aan het woord is Ad den Boeft uit Middelburg. Hij is geen leerkracht meer in het speciaal onderwijs. Ook aan dertig jaar krantenbezorger en depot houder kwam een eind. Onze vrouwen zijn/waren beiden stagiaire van Ad en vriendinnen. Wij delen de passie voor geloven, betrokken creatief onderwijs en verhalen vertellen. Op 13 november 2012 zag ik hem na een bezoek aan een gemeentelid op de stroke unit. Halfzijdig verlamd. Vanwege heftige pijnen wilde hij nog geen bezoek, had

ik gehoord, maar ik wilde hem gewoon even zien.

Al 31 jaar voetbalde hij iedere dag in de pauze met de leerlingen. Hij was tegelijk keeper van een van de teams en scheidsrechter. Mateloos populair door de sfeer die hij creëerde. Zelfs tijdens repetities toverde hij gelach tevoorschijn. Ik dacht: allemaal afgelo pen! In Lindenhof praatten we over de behandelingen, zijn belevenissen daar, boeken die wij lazen, voetbal en ons Eeuwig Houvast.

DE ROEP VAN HET MOLENWATER Ad beweegt zich inmiddels voort in een scootmobiel. In zijn ogen voor kinderen de gedroomde skelter, want je hoeft niet te trappen. Hij komt veel in bibliotheek en boekhandel. Hij leest de meest uiteenlopende boeken, van vertaalde Russische romans tot studies over de voormalige kolonie. Over zijn revalidatie schreef hij de verhalenbundel ‘Overeind’ (ISBN 978-90-79875-95-5). Lindenhof gaf het dat jaar als kerstgeschenk aan alle patiënten. Een baken van hoop en vermaak. Ad maakt zijn dagelijkse wan delingen in een nieuw park dat in het hart van de stad wordt aangelegd: Park Molenwater. Daarover gaat zijn tweede werk, ‘De roep van het Molenwater’ (ISBN 978-90-831588-3-9-). ‘De wande laar vertelt, luistert, laat zijn gedachten gaan over de verhalen uit verleden en heden. En hij probeert de moed erin te houden met behulp van humor, hoop en relativeringsvermogen in een voor hem totaal veranderd leven in een totaal veranderende wereld.’

Je wordt meegenomen in de magie van de nacht, maar ook naar de oorlog, de vogels in de stad, het speciaal onder wijs, opvoeding, vriendschap, gevolgen van hersenletsel en het onzichtbare leed achter de voordeuren in de stad Middelburg. Ad wil mensen ‘bemoe digen, in een tijd waarin bijna altijd

THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
8

benoemd wordt wat er allemaal niet goed gaat. Dat was ook in het speciaal onderwijs mijn doel als leerkracht, rich ting kinderen en ouders.’

BEMOEDIGENDE ONTMOETING

Ad is voor mij een voorbeeld hoe je door trouw, aandachtig te wandelen in je ont moetingen en het schrijven daarover een waardevol christen kunt zijn. Zijn bespie gelingen klinken als theologie. Ad maakt zich zorgen over een kastanjeboom die al lang in het water staat door de vele regen. Hij vraagt het een oude tuinman: Dat gaat toch niet goed op de duur? Het antwoord ‘Tja, dat kan natuurlijk gebeuren’ valt hem tegen. Zouden mensen dat ook hebben gezegd toen ze hoorden van mijn zware herseninfarct en als gevolg daarvan o.a. mijn verlamming. En toen ze hoorden dat mijn vriend Abel stierf? De tuinman legt uit dat ze proberen te voorkomen dat de boom doodgaat, maar dat het park een nat gebied heeft. Langzamerhand wordt het kostbare regenwater afgevoerd naar de vest. De natuur krijgt zo de kans te herstellen ‘Je moet nu niet alleen kijken naar die boom waarmee het niet goed gaat. Je moet kijken naar het hele plan’. Hij vertelt dat filmploegen een prachtig eiland filmden, waar de natuur totaal werd verwoest door een orkaan. Een indiaan zat op een grote steen, armen over elkaar, in kleermakerszit, in alle rust. De indiaan glimlachte en zei: ‘Mijn volk gelooft dat er een plan is’. Hij keek daarbij omhoog naar de lucht of misschien richting een Hogere Macht. ‘Dat er nu zoveel bomen en strui ken weg zijn, biedt ruimte en licht voor weer andere en nieuwe bomen en planten en op de duur zal het eiland nog mooier worden dan het was. Kijk niet alleen naar wat nu niet goed is, maar richt je op het Grote Plan, al is het niet te begrijpen en gaan er ook dingen fout. Jullie zagen alleen de verwoesting maar niet de ruimte en het licht’.

Ad omschrijft dit antwoord als een soort gelijkenis. ‘De oude tuinman, de indiaan en de bedenkers van het nieuwe klimaat adaptieve Park Molenwater tonen aan dat we moed moeten blijven houden.’

Ik las het en dacht aan Ezechiël, die het na de ballingschap herbouwde Jeruza lem noemt: ‘De HEER is daar’ (48:33). En Romeinen 8:28: Wij weten dat voor wie God liefhebben alles bijdraagt aan het goede. De roep van het molenwater is: Het Grote Plan wordt gemaakt door onze enige Troost in leven en in ster ven. Het is zeker niet afgelopen met Ad na de breuk in zijn leven. Integendeel!

ds. Dick Westerneng

TITUS BRANDSMA - ‘HET LAATSTE GESCHRIFT’ EN ‘MIJN CEL, DAGORDE VAN EEN GEVANGENE’

In juli 2022 is prof. Titus Brandsma herdacht in de Martinkerk te Bols ward en is in het museum ‘De Tijd’ in Bolsward een tentoonstelling aan hem gewijd. Op 26 juli 1942 is hij in Dachau als Nummer 30.492 gestorven. Aan hem is geworden, wat in een gedicht van hem de laatste strofe is:

Want Gij, o Jezus, zijt bij mij. Ik was U nimmer zo nabij.

Blijf bij mij, bij mij, Jezus zoet, Uw bijzijn maakt mij alles goed.

Wat ik niet in het museum zag, is het boekje ‘Het laatste geschrift’. Daarin schrijft hij als gevangene in het Oran jehotel te Scheveningen op bevel van de Gestapo, waarom de NSB en het Rooms-Katholicisme niet bij elkaar horen. Je zou kunnen zeggen: dit boekje is de evenknie van het vlammende geschrift ‘Geen duimbreed’ van K. Schilder. Waarom dit “laatste geschrift” zo weinig bekendheid heeft, is mij een raadsel.

Brandsma, filosoof en rector van de Radbouduniversiteit te Nijmegen vindt het onaanvaardbaar, als de NSB adver teert in katholieke bladen. Hij krijgt kar dinaal de Jong achter zich en krijgt te gelijkertijd de opdracht van de kardinaal om alle redacties van katholieke bladen te bezoeken. Op overtreding staat het afhouden van de sacramenten. Brands ma vindt dit geen daad van verzet, maar van heldere onderscheiding. Hij mop pert over de onbenulligheid van mensen van NSB en kritiseert de klakkeloze overname van Duitse instituties van het Derde Rijk, terwijl de eigenheid van Nederland zich kenmerkt door vrijheid en christelijke en katholieke waarden. De meerderheid van Nederland is chris

telijk en katholiek, zegt Brandsma. Daar moet Duitsland rekening mee houden. Bovendien kenmerkt de Nederlands geschiedenis zich door de hunkering naar vrijheid. Men moet zich realiseren dat Nederland gelaten is onder de be zettingsmacht en verlangt naar vrijheid. Daar werken de christelijke en katholie ke idealen ook naar toe: dat mensen in vrijheid God mogen dienen.

Dit is niet alleen geschiedenis. Zoals in Hitler-Duitsland het verboden is om Christus boven Hitler te stellen, zo verbiedt Poetin dat men Christus hoger acht dan Poetin. Brandsma geeft aan, dat de gelijkschakeling van het Der de Rijk on-Nederlands is. Net als K. Schilder kritiseert Brandsma de nadruk van NSB op het ‘algemeen (nationaal) belang’ boven het groepsbelang en het persoonlijk belang. Schilder zegt: “in de hand der goddelozen kan zo’n formule een stok zijn, waarmee de willekeur der tot de macht gekomenen slaat naar hen, die aan de machtsapparaten hun hand niet kunnen leggen. En uit chris telijk oogpunt is deze staande formule geheel en al te veroordelen; al was het alleen maar reeds daarom, dat ze van ‘belangen’ spreekt, zonder ter zake van het ‘recht’ Gods geopenbaarde Woord te horen. Brandsma heeft het over God dienen. En hij eindigt indrukwekkend: “God zegene Nederland, God zegene Duitsland. God geve, dat beide volkeren weldra weer in volle vrede en vrijheid naast elkaar staan”.

Titus Brandsma, ‘Het laatste geschrift’ (26 blz.) en ‘Mijn cel, dagorde van een gevangene’ (30 blz.); deze boekjes zijn verkrijgbaar bij het Bisdom Rotterdam.

BOEKBESPREKING
9

IK WIL ZINGEN!

ZINGEN WE NOG WEL?

Je zal toch van samenzang houden en je denkt terug aan die akelige corona-tijd. Wat gebeurde er in uw kerk? Werd er gezongen als gemeente, al werd het afgeraden? Waren er voorzangers? Werd er gemusiceerd? Gebruikten jullie YouTube-video’s? Werd er nog gezongen? En… wát werd er gezongen?

En nu? Weer als vanouds gemeente zang met orgel? Of hebben jullie een pianist, al of niet met een band en lead zanger? Nog steeds YouTube video’s? Ik hoor iemand zeggen: “ik wil zingen”, maar iemand anders zegt vertwijfeld: “ach, als ik nog wil zingen dan koop ik wel een seizoenkaart bij Feijenoord. Daar zingen ze tenminste nog.”

JEZUS ALS ZANGER

In de oude Romeinse tijd hadden de Romeinen het voor het zeggen in de wereld, al was de cultuur Grieks van afkomst. De Griekse muziek zal zeker een bijdrage hebben geleverd met hun volksliedjes aan de zang in de vroeg Christelijk tijd. De eerste Christenen zongen geestelijke liederen (Kolossen zen 3: 16), en dan moet je denken aan bijvoorbeeld onberijmd gezongen Psalmen. Na het laatste Avondmaal vertrok Jezus naar de Olijfberg nadat Hij en Zijn discipelen … de lofzang hadden gezongen (Matteüs 26: 30). Wat gewel

dig: ook Jezus mag ons hierin voorgaan: Jezus zingt, dus dát wil ik ook!

De tijd van het oude Romeinse rijk ligt ver achter ons. Sindsdien is er in de zin gende kerk veel veranderd. De psalmen zang is in de Christelijke kerk lang een vast onderdeel geweest, en in sommige kerken in ons land wordt er nog steeds alleen uit de Psalmen gezongen al dan niet ritmisch. Maar het gebeurt al in kerken dat zang tot een luistermoment is geminimaliseerd. Hoe staat u daarin? Is de samenzang een optreden of aan bidding? Zingt we tot lof van God, of ter verpozing?

BEPERKTE KEUZE: 1.755 LIEDEREN Waar in de wereld is zo’n verscheiden heid aan liederen als in Nederland? Hoe lang geleden hadden we 150 liederen om uit te kiezen. Bij mij in de Dorpskerk van Berkel en Rodenrijs hebben wij de beperkte keuze van maar liefst 1.755 (!) liederen. Is er bij u in de kerk de laatste 10 jaar wat veranderd

als het gaat om de zang?

Als samenzangbegeleider wordt er veel van jou verwacht. Goede gemeente zangbegeleiding is een kunst. Je moet een Psalm kunnen begeleiden, wat je doet vanuit een klassieke basis, maar ook een lied vanuit de Evangelische hoek, wat je moet begeleiden qua stijl gedacht vanuit de lichte muziek. Best wel uitersten waar niet iedere organist of pianist mee uit de voeten kan. Ik ben van mening dat bijna ieder lied op een orgel kan worden begeleid, maar dan moet je als organist wel kennis hebben van allerlei muziekstijlen. Niet alleen ge dacht vanuit de klassieke basis, maar je moet ook praktische kennis hebben van de lichte muziek, denk aan pop en jazz. Niet iedere organist heeft dit, dus waak er voor om te oordelen over je organist. Als je als organist echt een modern lied niet kan begeleiden wordt het wel lastig. Maar veel is wel weer te leren. Ik ben er ook een groot voorstan der van dat op het conservatorium de kerkmuziekopleiding moet aanschuiven bij de afdeling lichte muziek. Zeker gezien de verschuiving in de kerkmu ziek de laatste decennia moet er mijns inziens kennis worden genomen van elkaars vaardigheden om zo aansluiting te houden met de wensen van de kerk gangers. Ik vind het erg mooi te zien dat er zo’n verscheidenheid aan liederen is tegenwoordig. In een open communi catie tussen voorganger en organist of begeleider kom je een heel eind waar iedereen blij van kan worden!

VOOR ELCK WAT WILS

Ik werd bij het voorbereiden van dit artikel wel heel erg blij te lezen in een onderzoek dat het orgel in alle kerke lijke stromingen nog steeds het meest favoriete begeleidingsinstrument is in de Nederlandse kerken. Met 62% wordt het orgel als favoriet aangevinkt tegen over 26% piano. Nu moet ik eerlijk bekennen dat zowel

THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
10

het orgel als de piano de instrumenten zijn waar ik mijn boterham mee verdien. Beiden zijn mij even lief. Dan kun je je afvragen waarom ik toch eerder voor orgel kies voor samenzangbegeleiding dan voor de piano.

Het is heel simpel: een orgel heeft qua klank veel meer draagkracht dan een piano. Praktisch: je kunt veel beter een samenzang leiden en sturen met een orgel dan met een piano. Toch loop ik wel eens naar beneden om achter de piano te kruipen omdat het in de afwisseling ook wel weer leuk is. Want

62% voorstanders kent toch nog 38% liefhebbers van een ander instrument. Dus voor elck wat wils.

BLIJVEN WE WEL ZINGEN?

Maar ik ben toch enigszins veront rust. Samen zingen is samen bidden, is samen Gods lof zingen, is samen geroerd raken. In de zomer keken mijn vrouw en ik op ons vakantieadres via internet naar een dienst in den lande waar alleen een band speelde met een leadzanger. De dominee kondigde het al aan: “wij luisteren nu naar lied …”. En

inderdaad, de gehele dienst luisterliede ren, geen enkele samenzang. Dat deed mij verdriet. En niet alleen in Nederland. Tijdens diezelfde vakantie was ik in de grootste stadskerk in het Duitse Hamburg waar een zangeres met gitaar de hele dienst speelde. De organist speelde alleen, en zeker niet onverdien stelijk, het inleidende spel … niemand zong tijdens de dienst mee. En eerlijk heid gebiedt te zeggen dat ik dit vaker meemaak: als een band speelt wordt er minder meegezongen. Het verzandt in een luisterlied. Dat geldt ook voor het kijken naar YouTube fragmenten van liederen die opgenomen zijn voor het programma “Nederland Zingt”. Ook dat is verworden tot een luistermoment. Nu wil ik zeker geen waardeoordeel geven aan bandjes in kerken of andere manieren van samenzang begeleiding dan orgel, maar laten we alsjeblieft blijven zingen in de kerk en zoek naar mogelijkheden om dit met elkaar te blijven doen: samen zingen! Het aanbod aan liederen is tegenwoordig gelukkig megagroot!

EEN LUIKJE OPEN

Gaat er bij u ook wel eens een luik je naar boven open als u zingt? Het ontroerde mij toen ik Anita Witzier, de tv presentator, hoorde zeggen dat ze bij het overlijden van één van haar ouders zong: “Nu gaan de bloemen nog dood … stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw”. Maar ik krijg hetzelfde gevoel als mensen geroerd zijn bij het horen van een bepaald lied. Wat indrukwek kend als ik hoor dat liederen een leven lang troost en uitkomst bieden. Wat heerlijk om samen iedere zondag in de kerken met elkaar te zingen. Dat hoort bij onze kerkelijke cultuur, bij onze ker kelijke traditie, dat versterkt de ziel, dat brengt je dichter bij God. Wat geweldig om dit zondag aan zondag te mogen begeleiden!

Zingen in de Kuip in Rotterdam? Prima, laten ze dat maar blijven doen, maar wij hebben onze kerk… je moet er als voet balsupporter jaloers op worden om te horen hoe ze in de kerken met enthou siasme, met geestdrift zingen!

Ik wil zingen! U ook?

Auteur Arjan Breukhoven ontving op 9 januari 1982 zijn eerste officiële aanstel ling als organist in Rotterdam, dit jaar 40 jaar geleden. Op zaterdag 22 oktober 2022 zal hij het 40-jarig jubileum vieren tijdens een Jubileumconcert in de Grote Kerk van Dordrecht.

11

EEN OPENBARING!

Gezag komt van gezeggen. Wie gezag erkent laat zich door dat gezag gezeggen. Laat zich gezeg gen door de woorden die gezegd worden. Als we de bijbel erkennen als het Woord van God dan houdt dat in dat dat Woord met autoriteit tot ons komt, met gezag dus want dat Woord heeft iets te zeggen.

Waaraan ontleent de bijbel nu zijn gezag? Heeft de bijbel gezag omdat er bijbel op de omslag staat, of staat er bijbel omdat dat boek gezag uitstraalt? Iemand heeft ooit gezegd dat als je Woord van God of Bijbel op de omslag van een aardrijkskundeboek zet het daarmee nog geen Woord van God is. Meer dan voorheen zijn we gaan beseffen dat het gezag van de Heilige Schrift alles met de inhoud te maken heeft, met een inhoud die overtuigend overkomt, die in de meest nadrukkelijke zin een openbaring is.

We belijden dat de Schrift hoe dan ook onder de inspiratie van de Heilige Geest ontstaan is. Het is een geïnspi reerd woord. Maar dat heeft alleen effect als het ook inspirerend werkt. Woord en Geest hebben alles met elkaar te maken. Het Woord is de stem van de Geest. Mensen beweren nogal eens dat de Geest zo vaag is, maar dan beseffen ze niet dat de Geest nu juist gestalte heeft aangenomen in het Woord. Wie de Geest wil vinden, laat die de bijbel opslaan en de klank en de kleur van de Geest komt je tegemoet.

In elk geval is de Geest niet te vinden buiten dat Woord om! Anders dreigt het wel erg subjectief te worden, oftewel: dat men zelf bepaalt wanneer men onder het beslag van de Geest komt.

ONTVANGEN

Kijk, de bijbel is niet uit de hemel gevallen. Zoiets belijden de Moslims met betrekking tot de Koran. Wij zijn wat dat betreft toch iets liberaler, want we erkennen dat mensenhanden een belangrijke rol gespeeld hebben in de totstandkoming van de bijbel. Hoe willekeurig kan dat zijn. Toch is het opmerkelijk dat dit met grote eenstemmigheid is gebeurd. Er is wel enige discussie geweest over bepaalde bijbelboeken zoals over Openbaring van Johannes; toch beleed men de Schriften weliswaar als een menselijke schepping maar ten diepste als ontvan gen van en ontstaan onder de invloed van de Geest. Luther kon in het geheel de brief van Jacobus niet plaatsen. Wat mij betreft had het apocriefe boek Wijsheid ook opgenomen mogen wor den, mede omdat die een niet geringe rol speelt in de brief aan de Romeinen. Maar dat terzijde.

WAT IS LETTERLIJK?

In verband met het gezag van de Schrift is er nogal wat te doen over de letterlijkheid ervan. Als iemand mij een brief schrijft kan ik er iets in lezen wat de schrijver zelf niet zo bedoeld heeft. Het is duidelijk dat niet ik maar de schrijver de letterlijkheid ervan bepaalt. Bij de bijbel doen we vaak alsof wij dat zelf zijn die dat bepalen. Vooral omdat we de oorspronkelijke auteurs niet meer kunnen bereiken.

Toch zijn we meer te weten gekomen over de achtergronden, wereldbeeld en geloofsvoorstellingen van de bijbel schrijvers. Mijn stelling is dan ook sinds jaar en dag dat de bijbel nooit zo

OVER HET GEZAG VAN DE SCHRIFTEN
THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
12

letterlijk is opgevat als nu. Letterlijk is bijvoorbeeld dat je recht doet aan het metaforisch karakter van veel verhalen. Zoveel in de Bijbel is geen historie maar verkondiging. Niet echt gebeurd maar wel wáár! En in die waarheid ligt het gezag. Gelijkenissen verhalen niet wat echt gebeurd is maar stralen niet minder gezag uit.

SUBJECTIEF

Maar goed, zij wij het dan bepalen wat bij ons als gezag overkomt? Iedere ketter heeft zijn letter, toch? Om die reden heeft Rome de bijbel aan de ketting van de kerk gelegd. De kerk bepaalt het gezag en de interpretatie van de Schriften. Inderdaad heeft de kerk een doorslaggevende rol gespeeld in de totstandkoming ervan. Maar juist, zoals we zagen, omdat het voor haar een openbaring (!) was. De Kerk heeft dus een subjectieve rol gespeeld,

maar dan wel in de letterlijke beteke nis van subjectief: ze onderwierp zich aan (h)erkend gezag (subject betekent letterlijk onderworpen). Maar Rome is ermee aan de haal gegaan. Neem de Mariaverering, de transsubstantia tie-leer (brood en wijn zijn lichaam en bloed van Christus), de onfeilbaarheid van de Paus, de positie van de vrouw, het celibaat, etc. Ook al hebben meer dere RK-theologen, zoals de onlangs overleden Hans Küng, dit allemaal aan de hand van de bijbel hebben gede monteerd, het haalde niets uit. De Kerk bepaalt het gezag van de Schrift. Dus ook de uitleg ervan. Daar is Luther tegen in het geweer gekomen. Uit vrees voor een al te vrije omgang met de Schriften zijn ook door reformato rische kerken regels gesteld. Niet de Kerk maar de Schrift blijft daarbij altijd het belangrijkste referentiepunt. Ruw weg gezegd: Maria en de Kerk hebben

in Rome vaak de plaats van de Geest ingenomen.

WAT EEN PSALM MET JE DOET

De stem van de Geest, daar gaat het om, om het verkondigingskarakter van Gods woord waarin ook niet weinig woorden van mensen een plaats heb ben gekregen Neem de Psalmen. Maar neem nu bijvoorbeeld Psalm 121, de Psalm waarin met grote nadruk (zie de herhalingen) verwijst naar Gods bewa rende hand. Het is die Psalm zelf die die bewarende hand voelbaar maakt. Zo werkt het gezag van de Geest in de Schrift. De Geest is de room op de melk van de verhalen. Let wel: de Geest van de liefde en de gerech tigheid, heel uniek! En als dat geen openbaring is….Openbaring dan vooral als overrompelende belevenis.

ds. Keimpe Dijk, te Duiven

13

DE PREEK ALS UITNODIGING TOT EEN GEDACHTEWISSELING

Gelukkig is de Bijbel geen monoloog. Er is sprake van stem en tegenstem om met psalm 81 te spreken. In de zang vormen stem en tegenstem een meervoudige zang die de lofzang extra toon geeft. In de Bijbel is stem en tegenstem een afwisseling van proclamatie en aarzeling. Uitermate sterk is dat het geval in Johannes 14. Jezus zegt: waar Ik heenga, daarheen weet je de weg. En Thomas zegt daar meteen bovenop: we weten niet waar U heengaat…

Net als Jezus aangegeven heeft: het huis van de Vader heeft vele wonin gen. En dan voegt Jezus er onmiddellijk aan toe: en als het anders zou zijn had ik het jullie ook gezegd. Daar wordt de tegenstem gesuggereerd en meteen al serieus genomen. Dat is een uiterma te sterk gegeven. Want hier wordt de aarzeling serieus genomen ook als het niet nodig is. Jezus heeft immers net gezegd: Ik ga heen om plaats voor jullie bereiden, want Ik wil, dat jullie zullen zijn waar Ik ben. En dan Thomas: we weten het niet. We weten niet wat we ermee moe ten. We weten niet hoe ermee om te gaan. Zo zie je dat het Evangelie geen monoloog is, maar een dialoog. Dat zie je sterk in de hoofdstukken van het Evangelie naar Johannes, waar lange gesprekken zijn weergegeven.

WAT IS EEN PREEK?

Het is vooral verstandig om bij voorbaat te stellen: iemand mag namens God mij het heil aanzeggen en oproepen om dit heil te aanvaarden en daar uit te leven. Vervolgens is het de bedoeling, dat de Bijbel open gaat. Dat wil zeggen: er wordt een gedeelte uit de Bijbel gelezen en daarover worden gedachten geformu leerd, accenten geplaatst en met ande re gegevens uit de Bijbel gecombineerd. Daarom heet een preek ook uitleg. En het gaat tegen de achtergrond van het christelijk geloof. Bovendien worden ei gentijdse ontwikkelingen ook genoemd. Wellicht komen ook wel eens enkele herkenningspunten uit de eigen omge ving aan de orde.

VERGROOTGLAS

Wat mij ook belangrijk lijkt, is dat de Bijbel open gaat. Dat je met het ver grootglas of met het Joodse jadje een tekst doorloopt. In Hebreeën 11 zie je hoe geloofsgetuigen genoemd worden.

En bij Jacob staat, dat hij de kinderen van Jozef zegent: beide jongens krui selings, zo weten we uit Genesis. Maar in Hebreeën 11 lezen we ook nog, dat Jacob na die zegen op zijn stok steunt om te knielen. Dat hij God op zijn (blote) knieën dankt, dat hij zijn kleinzoontjes Efraïm en Manasse mag zien en mag zegenen. Daar dankt hij God voor in alle eerbied en met gymnastische bewegin gen met zijn oude knieën en knuisten. Volgens mij doe je zowel de Schriften als het geloof recht, als je hier bij stil staat in de preek. En dat je met elkaar van gedachten wisselt of je dit ook zo bijzonder vindt.

KERKPIJN

Een jongen speelt bij een feestelijke kerkdienst op zijn drumstel. Hij mag iets doen, waar hij goed in is. Hij leeft zich uit. Na de dienst komt een oudere dame uit de gemeente naar hem toe lopen en zegt hem bits, dat het drum stel ‘een instrument van de duivel’ is. Sindsdien is de jongen nooit weer in een kerkdienst geweest. De jongen is geraakt en voelt zich miskend in wat hij kan. En dat is hij opgelopen in de kerk. En zijn ouders hebben daar ook last van. Dat is kerkpijn. Ik had graag gezien, dat die jongen zoiets zou gezegd hebben als: mevrouw, de duivel zit niet in een instrument, maar in een mens. Maar die tegenwoordigheid van geest en geestelijke kracht heeft niet ieder een op jongere (of oudere) leeftijd. Dat is het venijn van kerkpijn. Of dat iemand een ander toespreekt: zoals jij leeft, mag niet.

Dan denk ik, wat is het toch een gouden greep van Jezus geweest om te zeggen: jullie zullen mijn getuigen zijn, helemaal in de lijn van de taak van Petrus: hoed mijn schapen.

Dan praten we dus niet over wat wij vinden, hoe goed doorleefd en bear

gumenteerd ook. Nee, dan praten we over Jezus die laat weten: niemand zal de schapen uit mijn hand roven. Of: de satan heeft jullie willen ziften als de tar we, maar Ik heb voor jullie gebeden. Die krachtige kant van Jezus’ koningschap of herderschap – wat bij Hem hetzelfde is – die geeft ons stof tot spreken.

TEN GOEDE GEKEERD

Wat we in de verhalen van het Oude Testament vooral moeten vasthouden is de bevrijdende en reddende kracht van God. Daarbij denk ik aan Jozef, die door zijn broers verkocht is. Zo kwamen ze van dat verwende kereltje met zijn mooie kleren en zijn dromerige praatjes af. Als Jozef opgeklommen is, dankzij diezelfde dromen, tot één na hoogste machthebber, komen zijn broers graan kopen. Dan moet Benjamin ook meeko men tegen de wil van vader Jacob en tenslotte moet vader Jacob zelf ook mee komen. En zo raakt het volk Israël in Egypte.

En nu is de terugblik van Jozef zo ken merkend voor alles in de Bijbel: “Jullie hadden kwaad tegen mij in de zin, maar God heeft dat ten goede gekeerd” (Ge nesis 50:20).

En wat is het mooi om hierover ook van gedachten te wisselen in de preek. En te overwegen, hoe sterk het is, dat de vroege kerk in de samenvatting van geloof in de Apostolische Geloofsbelij denis noemt, nadat het gegaan is over God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en de kerk: de vergeving van de zonden.

Dat het niet alleen gaat over de zonden, want daar zijn de media al druk mee. Maar dat het in het geloof gaat om de vergeving van de zonden. En dat je dit krijgen moet van bevoegde zijde. Dan komt God en alleen God in beeld.

Wat is het toepasselijk om dan als amenlied op de preek voor te stellen

THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
14

‘IN DE PREEK GAAT HET OVER GOD, ZO LAS IK EENS. IK DENK DAT DIT NIET HELEMAAL KLOPT. IK ZOU ZEGGEN: IN DE PREEK GAAT HET OVER GOD, ZOALS HIJ ZICH BEKEND MAAKT. DAN WORD JE METEEN TERUGGEBRACHT IN HET SPOOR VAN DE SCHRIFTEN. WE ZIJN ONTVANGERS EN GEEN UITVINDERS. WE VERZINNEN NIET, MAAR WE LUISTEREN ZORGVULDIG’

om samen te zingen met elkaar: Psalm 121: 4: “Hij maakt het kwade goed, Hij is het die u hoedt…

TOEKOMST

Als je de geloofsgetuigen uit Hebreeën 11 volgt, dan valt op hoe toekomstge richt het geloof daar getekend wordt: de zegen voor Jacob en Ezau is met het oog op de toekomst. En als klap op de vuurpijl is er Jozef, die zegt: als jullie gaan naar het land van de belofte moet je mijn beenderen meenemen.

Wat weet hij er nu van? Eerst moet het volk nog in Gosen (Genesis 47:27) aan het werk, gaandeweg aan het slaven bestaan wennen en dan pas is er de uittocht.

Maar de toekomst speelt een rol: Jozef hoort niet thuis in Egypte, maar in het

land van de belofte. Geloof heeft in Hebreeën 11 alles te maken met Gods belofte, die uit zal komen, die toekomst maakt. Dat Gods belofte ook voor ons is, dat is preken.

GELOOF

Geloven is, dat je Gods Woord ver trouwd en dat je het ook voor jou persoonlijk als gids of steun in de rug ervaart. In Johannes 10: 24 vragen de Joodse leidslieden aan Jezus of Hij nu echt de Messias is. Jezus wijst dan op het verschil tussen geloof en ongeloof: als je schaap van zijn kudde bent, hoor je zijn stem. Dus wie gelooft, ziet het voor zich en zo gaat er een wereld van heil en liefde open. Wie niet gelooft, ontgaat dit alles, is met andere dingen bezig, vindt dat

praten over geloof soms maar gebak ken lucht.

DE ANDER SERIEUS NEMEN

Wie zorgvuldig met het Bijbelverhaal omgaat en niet te snelle conclusies trekt, leert om te gaan met situaties van andere mensen. En ook komen on gedachte dingen aan de orde, Als je de kracht hierachter kunt beleven als Gods kracht, dan gaat er een wereld voor je open. Dan neem je serieus wat je in alle rust en ernst wordt toevertrouwd. Het is een leerschool voor het pastorale gesprek zonder vooroordelen. Een open mind voor het Bijbelverhaal vertaalt zich door naar een open mind voor mensen om je heen. In de Bijbel is er sprake van een omslag: van het kwade naar het goede. Die beweging is in het pasto rale gesprek ook zo van belang.

WE WETEN NIET ALLES

In de preek gaat het over God, zo las ik eens. Ik denk dat dit niet helemaal klopt. Ik zou zeggen: in de preek gaat het over God, zoals Hij zich bekend maakt. Dan word je meteen terugge bracht in het spoor van de Schriften. We zijn ontvangers en geen uitvinders. We verzinnen niet, maar we luisteren zorgvuldig. Wij weten namelijk niet alles. En dat is niet uit gebrek aan kennis of luiheid. Jezus geeft bij zijn hemelvaart aan, dat God sommige tijden en gele genheden aan Zichzelf heeft gehouden.

Dat is niet aan ons bekend gemaakt.

Dat maakt ons - als het goed is - be scheiden om zoiets als een eindtijd te voorspellen of het eindoordeel in te kleuren. Wat we wel weten, is, dat wie gelooft geoordeeld is. Dus angst past niet bij geloofsvertrouwen. “Rust mijn ziel, uw God is koning” - zo zingt het lied terecht.

Jakob zegent de zonen van Jozef, 1656 - Rembrandt.
15

IK ZIE, IK ZIE…

Ik liep een museumzaal binnen en zag daar geprojecteerd een groep kinderen in schooluniform. Ze keken ergens naar, maar wat ze precies voor zich hadden bleef buiten beeld. Eerst tuurden ze een poos. Op hun gezichten was één al concentratie te zien. Toen zei er één iets: ‘ik zie een huilende vrouw’. Een ander vulde aan: ‘Ik zie kleurvlakken die een gezicht vormen’. Steeds meer kinderen uitten zich en brachten hun gezichtspunt in. Er ontstond een gesprek. Langzamerhand omschreven ze niet slechts maar probeerden ze ook te verklaren, gingen ze emoties benoemen en vertelden ze wat dat met hen deed. Twaalf minuten lang duurde het gesprek tussen de kinderen in deze video-installatie van fotograaf Rineke Dijkstra. Na afloop werd pas verteld wat de kinderen al die tijd zagen. Het bleek een schilderij van Picasso te zijn geweest.

Deze klas kinderen (zie afbeelding hierboven) is voor mij een beeld van de gemeente van Christus. Wanneer de Bijbel open gaat gebeurt er immers iets soortgelijks. Voor onze ogen worden teksten opengevouwen. Die laten we op ons inwerken, we interpreteren deze zo goed mogelijk en zoeken naar de betekenis ervan voor ons eigen leven. Wonderlijk is wat er dan soms gebeurt in het gesprek met elkaar. Je gaat meer zien, scherper ook, door wat de ander naast je inbrengt. Het geheim ontvouwt zich zo steeds verder.

In een aantal van zijn boeken en arti kelen merkt Rowan Williams op dat de Reformatie voor sommigen het misver stand in de hand heeft gewerkt dat je de Bijbel vooral voor jezelf moet lezen. Een

grote vooruitgang na de kerkhervorming was dat mensen in hun eigen taal een Bijbel konden lezen en aanschaffen en daarin niet meer geheel afhankelijk waren van voorgangers. Maar van de weeromstuit werd vanaf toen de ge meenschappelijke lezing vaak ook min der belangrijk. Een misverstand, zo zegt Williams, want de Bijbel moet nu juist gelezen worden in de gemeenschap, met mensen om ons heen en met hen die ons zijn voorgegaan. Traditie in de kerk is dat je luistert naar de ervaringen van anderen. En de kerk is voor hem: een gemeenschap van Schriftlezers, die voortdurend op zoek is naar de beteke nis van Gods Woord.

Ik herinner me uit mijn studententijd momenten waarop zo’n gemeenschap

van verwonderde Bijbellezers ontstond. Het was in kerkdiensten, meestal op hoogtijdagen, waarin de voorganger naast de Schriftlezing een afbeelding van een schilderij had opgenomen op het liturgieblad. Zo’n schilderij werd dan gebruikt in de verkondiging. Om onze blik te richten, om mee te zoeken naar wat de schilder gezien had in de tekst. En om zelf ook op zoek te gaan naar de kern van de Schriftlezing. Ik zag om me heen in zulke diensten de concentratie toenemen. Met elkaar werden we als de schoolklas uit het werk van Rineke Dijkstra.

In diensten waarin ik zelf voorga, ge bruik ik nu ook regelmatig een schil derij. Het voordeel van kerken waar schermen hangen, is dat de kleinste

THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
16

details soms naar voren gebracht kun nen worden. Naar een schilderij kijken is een soort exegese waarin je inzoomt en uitzoomt. Die ervaring wordt gedeeld door auteurs in het ‘Handboek voor kunst in de kerk’ van Marleen Henge laar-Rookmaker en Anikó Ouweneel-To th. In hun boek worden tal van prakti sche tips aangedragen voor het gebruik van kunst in de kerk en kerkdienst. Verhalen die weerbarstig zijn, kunnen aan de hand van een schilderij soms zomaar opengaan. Het valt me op dat

na diensten waarin een afbeelding van een kunstwerk gebruikt werd, er altijd meer mensen naar me toe komen die nog iets willen zeggen over de preek.

Ze hebben nog iets extra’s gezien in het schilderij, of ze vertellen me dat ze Bij beltekst ineens beter konden begrijpen.

Onlangs was ik in het Mauritshuis, waar een prachtig schilderij hangt van Rem brandt over Saul en David. Saul zit met zijn speer in de hand, vol met kwaad en jaloezie. David maakt muziek. Jarenlang

heeft het museum onderzoek gedaan naar dit schilderij. Je kunt er veel over lezen en bekijken. Maar het Bijbelver haal zelf wordt eigenlijk nauwelijks be licht. Het is ook een ingewikkeld verhaal waarin het gaat over de ‘kwade geest van God die Saul overmand’. Maar juist de gemeenschap van gelovigen wil zich ook over ingewikkelde teksten buigen.

Zulke teksten worden toegankelijker wanneer je met Rembrandt meekijkt en ontdekt hoe hij het kwaad in zijn schil derij een plek geeft zonder zichzelf te ontzien. Hij laat Saul een donker gordijn naar zich toetrekken. Alsof hij zichzelf in het donker zet en het licht ontwijkt. In Sauls gezicht is een mengeling te zien van jaloezie en bewondering, ontroering en woede. De pure menselijkheid die Rembrandt inbrengt in het schilderij, helpt om het Bijbelverhaal naar ons toe te halen en te verstaan voor ons leven. Dat klinkt vervolgens ook door in het gesprek bij de koffie na de dienst. Daar wordt het gezamenlijk Bijbellezen nog even voortgezet.

Mij verrast dat iedere keer weer. Je zou denken dat we in onze tijd zo verveeld zijn door beelden, dat een enkele af beelding nauwelijks onze aandacht kan vasthouden. Maar wat me steeds weer opvalt: echt nauwkeurig zien doen we in het dagelijks leven niet zo veel. En dat is nu juist zo belangrijk in het verstaan van de Bijbel. Een goede schilder kan ons bewegen tot dat aandachtige zien. Deze neemt ons mee in de ontvou wing van het mysterie. Ineens blijf je dan verwonderd achter. Als een groep kinderen die gaandeweg steeds meer is gaan zien.

ds. Gerco Lock, Bethelkerk Scheveningen

‘JE ZOU DENKEN DAT WE IN ONZE TIJD
ZO VERVEELD ZIJN DOOR BEELDEN, DAT EEN ENKELE AFBEELDING NAUWELIJKS ONZE AANDACHT KAN VASTHOUDEN. MAAR WAT ME STEEDS
WEER OPVALT: ECHT NAUWKEURIG ZIEN DOEN WE IN HET DAGELIJKS LEVEN NIET
ZO VEEL. EN DAT IS NU JUIST ZO BELANGRIJK IN HET VERSTAAN VAN DE BIJBEL’
Schilderij van Rembrandt over Saul en David.
17

OP VLEUGELS VAN HET

GEZANG…

In onze erediensten is er een grote plaats voor muziek. Muziek is altijd verweven geweest in de samenkomsten en vieringen van de kerk. En de kerk heeft in haar lange geschiedenis een veelkleurige kerk-muzikale praktijk opgebouwd.

Een cantorij onderscheidt zich van andere soorten koren door zich in dienst van de liturgie te stellen.

THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
18

Vanuit bijbels perspectief gezien is het niet verwonderlijk dat de nadruk in de liturgie op het zingen ligt: “God troont op de lofzangen van Israël” zingt Psalm 22, 4. In het zingen komt het woord van God tot leven. Het geza menlijk zingen van de gemeente bindt. Iedereen kan er aan mee doen met zijn eigen instrument: zijn eigen stem. Door te zingen ervaren we God, belijden we ons geloof en zingen we God de lof toe. Alle aspecten van de relatie tussen God en mens, komen in Psalmen en kerkliederen aan bod. Met name in de Psalmen is er altijd weer het vertrouwen op God dat naar boven komt, wat er ook gebeurt.

Zingen kan zo een uiting zijn van onze religieuze beleving en ons gevoelsleven. Aan de andere kant is – om met Willem Barnard te spreken – zingen ook juist een ‘inning’: door te zingen, zing je je het geloof te binnen.

CANTORIJ

Als het gaat om zingen in de kerk is er een bijzondere rol weggelegd voor de cantorij. Een cantorij onderscheidt zich van andere soorten koren door zich in dienst van de liturgie te stellen. Als het goed is sluit de muziek die een cantorij zingt aan bij de betreffende zondag van het kerkelijk jaar, heeft het raakvlak met de lezingen en de verkondiging of past het bij een liturgische handeling. Belangrijk is goed en vroegtijdig overleg tussen predikant en cantor. Zo kan er een passende keuze voor liederen en muziekstukken tot stand komen. De waarde van een cantorij in de kerkelijke gemeente uit zich in verschil lende opzichten. Allereerst ondersteunt een cantorij de gemeentezang door de gemeente bijvoorbeeld een nieuw lied aan te leren of door een lied met veel strofen in wisselzang te zingen. De meeste gemeenten gebruiken inmiddels het Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk (2013) als standaard liedboek. In dit Liedboek hebben ook andere zangvormen dan het strofelied een plek gekregen. Vaak zijn deze accla maties, hallelujaverzen en onberijmde (antwoord)psalmen nog niet zo geïnte greerd in de diensten. Een cantorij kan de gemeente bekend maken met deze onbekende vormen, door ze in eerste in stantie alleen te zingen en naar verloop van tijd gezamenlijk met de gemeente te zingen. Ook zijn er liederen die een duidelijke voorzang-allen verdeling heb ben. Bij die liederen kan een cantorij de rol van voorzanger vervullen of – als er een solovoorzanger is – de gemeente

ondersteunen bij het zingend antwoor den.

Naast het stimuleren van de gemeente zang, zijn er in de liturgie handelingen die in onze praktijk vaak met muziek omlijst worden. Daarbij valt te denken aan het collectemoment, de viering van het Avondmaal of een processie. Deze momenten duren vaak wat langer en zijn daarom geschikt voor het zingen van een groter koorstuk. Voor een cantorij is het zingen van een stuk uit bijvoorbeeld de koorliteratuur een extra uitdaging boven het zingen van relatief eenvoudige koraalzettingen. Samen vormt dit met elkaar voor de cantorij een mooie afwisseling op het in te stu deren programma.

Kerkmuziek kan ook een missionaire functie hebben: dat het mensen bij de kerk betrekt die anders niet zo gauw in de kerk zouden komen. Zo kan het zingen in een cantorij ook zo’n functie hebben. In elk geval geeft het zingen in de cantorij zangers een algemeen grote re betrokkenheid bij de gemeente.

DE VRUCHT VAN COMPONEREN

Zoals gezegd heeft de kerk door de eeuwen heen een veelkleurige schat aan muziek verzameld: orgelmuziek, koorwerken en muziek voor solozang. Ook in onze tijd zijn er kerkmusici die zich bezighouden met componeren. Zo zijn er talloze psalm- en koraalbewerkin gen voor orgel beschikbaar. Ook zijn er componisten die zich toeleggen op het maken van koorzettingen of –bewerkin gen, die bruikbaar zijn voor cantorijen. De inspiratie voor deze composities wordt vaak gevormd door een reeds bestaand kerklied. Veel liederen uit de liederenschat van de kerk zijn al ouder en hebben de tand des tijds doorstaan. Dat komt omdat de tekst en melodie van zulke liederen afzonderlijk al sterk zijn en, eenmaal samengevoegd, elkaar intensiveren, completeren en de sfeer van het lied tot uitdrukking brengen.

Er ontstaan ook nieuwe liederen, soms gebaseerd op een oude melodie of tekst. Een voorbeeld hiervan vinden we in het Liedboek bij sommige Psalmen, die naast de Geneefse bewerking ook een eigentijdse versie hebben. De lange Psalm 78 bijvoorbeeld heeft in Lied 78a Luister, volk van God een hedendaagse variant gevonden, waarbij de Psalmtekst kernachtig samengevat is en is voorzien van een bijna hippe melodie in een ongebruikelijke 7/8 (!) maatsoort. Dit lied heeft een strofe, die het goed aangeeft: “Breng wat is gebeurd generaties her in herinnering generaties ver.”

Een ander voorbeeld van een heden daagse bewerking van een lied vinden we bij de Liedboekliederen 721 (“Houd ons bijeen, God, rond uw woord”) en 722 (“Uw stem, Heer, hebben wij ge hoord”). De beide dichters hebben zich hier laten inspireren door een bekend Lutherlied.

DE KRACHT VAN MUZIEK

Het wekelijkse zingen van de gemeente in de erediensten werkt samenbindend. Zo kunnen bij gelegenheid ook muzi kale gemeenteleden participeren in de eredienst met zang of instrument. Een startzondag, een themadienst of een openluchtdienst bij het Pinksterfeest kunnen aanleiding zijn voor zo’n verbin dende muzikale activiteit. Muziek gaat verder waar woorden stop pen. Dat komt omdat muziek de kracht heeft om ons tot in het diepst van onze ziel te raken. Het zingen (en musiceren) van de gemeente is daarom ook zo’n krachtig middel om in contact te komen met het Woord van God. Essentieel en waardevol om zo zingend en musice rend het nieuwe seizoen in te gaan!

Auteur Margret Spelt studeerde orgel en kerkmuziek aan het conservatorium te Zwolle en woont en werkt als musicus in Ede.
19

MET MIJN GOD SPRING

IK OVER EEN MUUR

18 : 21-30)

Bovenstaande woorden die Koning David als danklied genoteerd heeft, klinken heldhaftig. Over een muur springen. Kunnen wij dat? In het jaar 1945, toen mijn ouders in Leeuwarden de befaamde Luister post achter de boekwinkel hadden, leerden de vrijwilligers van het luisterteam hoe ze met klimijzers zo effectief mogelijk over de 4 meter hoge scheidingsmuur moeten klimmen bij een inval door de Duitsers. Dat was toen. Tegenwoordig besteedt in ons land 40% van de bevolking elke week aan fitness-oefeningen en krachttrainingen. Jongeren willen maar al te graag hun spierbundels vervolmaken. Ze willen kracht en zekerheid uitstralen. De reclamewereld speelt daar handig op in: de fitboys en fitgirls in hun sportoutfit, zoals de popster Justin Bieber dat doet in de reclame voor Calvin Klein underwear. Dat is prachtig, om te sporten en daar goed mee te scoren, maar met de tekst van vandaag wordt toch heel iets anders bedoeld. Daar gaan we nu nader op in.

David heeft in zijn leven vaak voor hete vuren gestaan. Hij moest strijd voeren tegen de Filistijnen en de Amele kieten. De eerste vuurproef werd een feit toen hij als herdersjongen met een slingersteen de reus Goliath doodde. Goliath had hem getart. Later ontkwam David ter nauwer nood aan een aanslag toen hij tijdens het tokkelen op zijn harp bijna werd getroffen door een werpspies die Saul op hem afvuurde. Een ultieme uiting van jaloersheid, omdat de meisjes op het tempelplein zongen: Saul heeft de duizenden verslagen, maar David de tienduizenden. Daar werd koning Saul woedend over. Na dit dreigement was David nog niet veilig. Hij vluchtte voor Saul en

zocht een heenkomen in de spelonk van Abdullam, samen met nog 450 stamgenoten die angst hadden voor de legers van de Filistijnen en Amele kieten. Ziehier een prachtig voorbeeld van geloofszekerheid en Godstrouw. David zocht hulp en sterkte bij God en die kreeg hij op het gebed ook volop.

GEDULDIG IN VERDRUKKING

We kunnen over geloofszekerheid lezen in de brief van Paulus aan de Romeinen (Romeinen 9: 9-21). Het centrale thema dat hierin naar voren komt is: “wij moeten geduldig zijn in de verdrukking en volhardend in het gebed”. We leven in een tijd van grote onzekerheden en

dreigingen in tal van landen. Volk zal op staan tegen volk. We ervaren dagelijks wat er in de Oekraïne gebeurt, hoe met duivelse middelen de Oekraïners het dagelijks leven bijna onmogelijk wordt gemaakt. Grote angst is er ook over de dreigende ontploffing van een van de grootste kerncentrales in Europa, die van Zaporizhya We weten nog haarfijn welke spanningen er in 1986 waren bij de ramp met de kerncentrale van Tsjer nobyl en hoe dat gebied ook na bijna 40 jaar nog steeds gevaren oplevert. In Psalm 18 lezen wij dan in het danklied van David: “met U loop ik op een leger in en met mijn God spring ik over een muur”. Deze prachtige bewoordingen van verwachting en ge loofszekerheid door de bijstand die God geeft, ook in een tijd van grote zorgen en wapengekletter: Oekraïne en Taiwan zitten in grote angst. Laten wij daarom bidden om uitredding voor deze volken. God redt op gebed.

God heeft ons niet de geest van vrees achtigheid gegeven, maar de geest van kracht, liefde en bezonnenheid. (2 Timotheüs 1: 7)

Dit is een krachtige oproep van de apostel Paulus aan Timotheüs, een jonge leerling van hem die nog best wat steun en onderricht kan gebruiken. Paulus leert hem zijn geloof te trainen, aan welke vaardigheden hij moet vol doen om een waar soldaat in het leger van Christus te zijn: moed vergaren, zelfvertrouwen hebben, volharding oefe

Berlijnse Muur - East Side Gallery.
THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’ (PSALM
20

nen. Met een geest van vrees komen wij niet ver op ons levenspad. Paulus noemt dit zelfs lafhartigheid, of kunnen wij misschien beter zeggen: vreesach tigheid. Het komt aan op de geest van kracht, van liefde en bezonnenheid. Daar kunnen we met Gods hulp verder mee door dit aardse leven.

OASES OM BIJ TE KOMEN

Op onze levensreis geeft God ons oases om even bij te komen van ver moeidheid, van ziekte of post-covidver schijnselen. Na zo’n periode kunnen we weer energie opladen en verheugd verder trekken. Daarmee kunnen we an deren moed inspreken of buren vertel len waarom Jezus zo’n goede leermees ter voor ons is. Of bidden voor vrienden of bekenden die het geloof hebben afgezworen, dat zij de weg naar God weer terug mogen vinden. Echt waar, beste lezers, gebed kan wonderen verrichten. Of mensen uit te nodigen weer trouw de kerkdiensten te bezoe ken, want die zondagse bijeenkomsten kunnen ook een kracht en steun bieden in je geloofsleven. Na de covid-periode kan het weer: samen luisteren, bid den en zingen zijn weer mogelijk. God nodigt ons daartoe uit. Psalm 47 roept ons daartoe ook op: “Juicht God toe met jubelgeroep”. U moet maar eens luisteren via you tube naar de organist Martin Mans uit Rotterdam, wat hij op het orgel van de Breepleinkerk uit dit jubellied naar voren kan toveren. Adem benemend mooi spel is dat, je komt er helemaal in jubelstemming van. Dat doe je niet alleen, dat doe je natuurlijk samen in het huis van God. Laat dat weer hoogtepunten van de week wor den. Maak vooral de jongeren daarvoor enthousiast.

Liefde en bezonnenheid mogen graad meters zijn op weg naar Christus toe. Wij moeten wel onze strijd strijden maar met Gods hulp overwinnen wij die ook. Want onze tijd en alle tijd staat uiteinde lijk in Gods Handen.

DE CHORAL EVENSONG IN DE PRAKTIJK

De Evensong mag zich verheugen in een toenemende interesse.

Uit Groot Brittannië overgewaaid zijn Evensongs en het Festival of Lessons and Carols zomaar overal in ons land te vinden. In het boek ‘De Choral Evens ong in de praktijk’ maakt Hanna Rijken een prachtige inkijk in deze vorm van kerkmuziek. Om te beginnen schrijft ze op wervelende wijze over de kerkge schiedenis in Engeland: in kort bestek zoveel, dat het je haast duizelt.

Nu koningin Elisabeth II op 96 jarige leeftijd is overleden is het goed om er bij stil te staan, dat zij niet het hoofd van de Anglicaanse Kerk was, dat is Jezus Christus. Zij heeft wel de titel gehad: Supreme Governer, opperste bestuurder.

Het is jammer, dat in dit boek geen op gave van plaatsen is, waar je die vinden kan, zoals in Ede, Lunteren, Kampen, Utrecht, IJsselmuiden en Nunspeet.

Dat ‘Festival of Nine Lessons and Carols‘ is in 1918 op Kerstavond geïn troduceerd in de King’s College Chapel in Cambridge. Over Thomas Cranmer gaat het ook indringend. Dat hij ook in een herberg de werken van Maarten Luther mee bediscussieert in Cam bridge. De herberg krijgt daardoor de bijnaam ‘Germany’. Thomas Cranmer wordt beschouwd als de architect van het eerste Book of Common Prayer. Dat de Engelse kerkgeschiedenis meer over kerkrecht gaat dan over theologie, dat is opmerkelijk. Want in ons land kennen we dat wel anders.

Toch betekent liturgie en ook de kerk

muziek veel voor het geloofsleven van mensen. Soms neuriet een bekende melodie zomaar in je hoofd en dan komt daar achteraan de inhoud van het lied bij stukje en beetje. In het liedboek Church Hymnary uit Cambridge zie je dat grote bekende liederen opgeno men zijn. Ik denk aan het lied dat in de Engelse koninklijke familie erg geliefd is ‘Guide me, O thou great Redeemer’. In het Nederlands: ‘Leid mij Heer, o mach tig Heiland’. In het slot van het boek loopt ze onderdelen van de evensong uitgebreid langs. En tenslotte komt er een wens: dat de kerkmuziek binnen de kerk een grotere plaats krijgt. Dat jonge stemmen oefenen zodat ze kwalitatief hoge muziek kunnen zingen.

En waarom? Omdat ze het eens kan zijn met de uitspraak die aan Ambro sius van Milaan wordt toegeschreven: “Muziek en poëzie zijn de twee vleugels, waarop de ziel, door hoop en liefde bewogen, omhoog gedragen wordt maar God.”

Hanna Rijken is theoloog en musicus, promoveerde op de Choral Evensong in Nederland. Ze is docent aan het Rot terdams Conservatorium, predikant van de interkerkelijke pioniersplek Choral Evensong & Pub in Utrecht en dirigent van het Vocaal Theologen Ensemble. Haar boek heet: “De Choral Evensong in de praktijk theologisch-liturgisch-mu zikaal”, bevat 176 blz. en is een uitgave van KokBoekencentrum, Utrecht 2002, € 17,99.

BOEKBESPREKING
21

KRONIEK

1.

1. Poetin gaat maar door Inmiddels duurt de oorlog in Oekra ine al meer dan een half jaar. Veel mensen zijn gedood. Veel vluchte lingen zijn in Polen en ook ons land terecht gekomen, ontheemd, beroofd van hun sociale leven. Vele gebouwen zijn verwoest of ernstig beschadigd. De oude Russische strategie van de verschroeide aarde is toegepast. Russische soldaten hebben ontbe ringen te leiden, krijgen voedsel dat over de houdbaarheidsdatum heen is, hebben soms geen passende kleding en goed schoeisel en weten soms niet wat ze moeten doen.

den op 91-jarige leeftijd. Zijn glasnost (openheid) en perestrojka (hervormin gen) hebben een onuitwisbare indruk gemaakt. Zijn visie op bewapening, klimaat en armoede is ondergewaar deerd en gewantrouwd. Dat is wel te begrijpen na de communistische har de lijn in Moskou van na WO II. Toch is het een tekortkoming van West-Eu ropa: de ontwikkelingen ten aanzien van bewapening en natuur zouden heel anders kunnen zijn. Dat hij een einde maakte aan de koude oorlog is dankbaar aanvaard. Zijn politiek wordt door Poetin teruggedraaid op een stalinistische manier.

En wat kunnen we? In de Maastrich terlaan in Vaals hangt een Oekraïense vlag met daarop het advies: Pray for peace. Daar is geen woord Frans bij.

2. Nederlandse politiek en de crises

We zijn zomaar gerold in een veel heid aan crises: de energiecrisis, de stikstofcrisis, de asielcrisis, de klimaatcrisis, de Oekraïnecrisis, de woningcrisis, de coronacrisis, de personeelscrisis en de financiële crisis door steeds hogere energie- en voedselprijzen.

Mannen uit Eemnes slaagden erin even via de Hofvijver in Den Haag de omgekeerde vlag bij het Torentje te plaatsen. Die was al snel weg.

gehoord voelen. Een apparaat kan niet luisteren alleen ratelen.

Ondertussen is Zelensky als leider van Oekraïne erin geslaagd om de aanval van Poetin zo te pareren, dat hij met inspirerende toespraken zijn land tot een grotere eenheid smeedt als ooit tevoren. Dat is wel een grote prestatie. De vaste wil om Rusland militair terug te dringen is ook bewon derenswaardig. Dat het tot een wrede oorlog moet leiden is weerzinwek kend.

Wanneer kan Poetin ophouden? In de internationale politiek zal toch een weg gezocht moeten worden voor een staakt het vuren, een status quo en rust in de tent.

In een oorlog is het nu eenmaal zo, dat je vrede moet sluiten met je vijand.

In Moskou is al eens eerder een andere wind gaan waaien. Ik denk aan Michaïl Sergejevitsj Gorbatsjov, die op 30 augustus 2022 is overle

Premier Rutte zei vrijdag 26 augustus na de ministerraad: „Besturen is ook fouten maken”. Of hij niet gewaar schuwd is, dat het met de asielin stroom uit de hand loopt? Rutte: „Bij elk besluit dat je neemt, zijn er heel veel mensen die waarschuwen voor de risico’s van zo’n besluit. En toch moeten we in de politiek besluiten blijven nemen.”

Veelomvattend

Het is haast te veelomvattend om aan te pakken. En toch is het nodig. Huisvesting is een eerste levensbe hoefte. Noodopvang en flexhuizen moeten tot vlotte oplossingen leiden. Laat in iedere gemeente een loket opengaan voor die mensen die de energiekosten niet meer kunnen betalen en laat een ambtenaar met de betrokkene samen kijken of de energiemaatschappij en de gemeente tot een oplossing kunnen komen.

Daar moet geld van de rijksoverheid voor beschikbaar worden gesteld.

Je kunt de oplossing beter dicht bij huis zoeken. De digitale manier van communiceren is te onpersoonlijk.

Geen wonder dat mensen zich niet

2030 - heilig?

En dan de stikstof. Minister Wopke Hoekstra heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid door het tempo van de regeringsmaartregelen in de vertraging te zetten.

Hij pleit voor samenlevings-brede bezinning en draagvlak.

Het regeerakkoord hoeft niet herzien te worden. Maar wat dan wel? Dat komt op mij als ‘half zacht’ over. We zullen wel moeten wachten op het rapport van Johan Remkes. En er zal wel een tegemoetkoming aan de boeren moeten komen. Om een amb tenaar met een zak geld te sturen en iemand gedwongen uit de eigen boerderij te halen.

Dat lijkt me niet echt Nederlands. En de Europese Commissie vind het ver kapte staatssteun. Nederland moet het economisch hebben van goede bedrijfsvoering.

Belangrijk is om kennis en inzicht van boeren serieus te nemen. Het zijn vaklui. Ze hebben kennis van zaken. Het zijn zakenmensen die een eerlijke boterham willen verdienen. Laat de overheid hen daarop aanspreken en samen zoeken naar oplossingen.

President Zelenski.
THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET WERK IN DE KERK’
POETIN GAAT MAAR DOOR 2. NEDERLANDSE POLITIEK EN DE CRISES 3. TROONOPVOLGERS IN EUROPA 4. NAAR EEN MEER ZELFBEWUSTE THEOLOGIE 5. HET IK-TIJDPERK EN VERDER
22

Dat wil Hoekstra van het CDA. En daarin herken ik het CDA tot in de diepste drijfveren. Het CDA gaat niet samen met een botte bijl. Het CDA moet het hebben van overleg en sa menwerking en draagvlak. En wat mij betreft ligt dat heel dicht tegen een kerngedachte van de Bergrede van Jezus: Behandel elkaar zoals je zelf behandeld wilt worden.

Gronings gas

Het kabinetsbesluit om de gaswinning in 2013 niet te verlagen, valt verkeerd in Groningen. De zomer ervoor werd Groningen getroffen door de zwaarste beving ooit – in Huizinge. De toezicht houder kwam na eigen onderzoek tot een schokkende conclusie: er zouden zwaardere aardbevingen kunnen komen dan werd gedacht.

Oud-burgemeester van Loppersum Albert Rodenboog (CDA) krijgt eind januari 2013 een telefoontje: of hij naar het provinciehuis in Groningen kan komen? In een zaaltje zitten drie “heren van de NAM”. “Het is mis met het Groningenveld”, zeggen ze. “Ik kon wel door de grond gaan. Het was niet meer veilig”, vertelt Roden boog maandag 29 augustus aan de commissie van de enquête over de gaswinning in Groningen. Hij loopt na het gesprek met de drie “heren van de NAM” langs de gedeputeerde. “Al bert, niet mee bemoeien. Dit is een probleem van de NAM en het ministe rie”, krijgt hij te horen. Als burgemeester van de voormalige gemeente Loppersum was Albert Rodenboog de eerste bestuurder die aan de bel trok vanwege mogelijke bevingen als gevolg van gaswinning in het gebied. Na de beving in Huizinge van 2012, de zwaarste tot u toe, was Rodenboog het zat. Hij vond dat gaswinner NAM snel met een nette schadeafhandeling moest komen voor de huizen in het gebied. Maar die uitspraak nam de NAM hem niet in dank af. Een paar uur later nam vi ce-premier, minister van Economische Zaken en partijgenoot Maxime Verha gen, de gaswinner zelfs in bescher ming. „De NAM had volgens hem een prima schadeafhandeling. Maar hij wist helemaal niet wat er aan de hand was.” Aldus de oud-burgemeester. Oud-minister Verhagen legde de fout bij een ambtenaar die het aspect van veiligheid niet onder de aandacht zou hebben gebracht. Waarom hij de NAM

dan wel in bescherming nam, ontgaat me. Want de schadeafwikkeling is van meet af aan te stroperig voor woorden. Oud-minister Kamp vertelt dat hij niet wist wat het departement wel wist. Dat komt op mij als een slap verhaal over.

Ik ben ervan overtuigd, dat als de NAM vlug en adequaat met schade meldingen was omgegaan, dat veel Groningers geen bezwaar zouden hebben tegen gaswinning.

Als Den Haag het geluid uit Lopper sum niet serieus neemt, verliest Den Haag gezag. Zouden ze dat in Den Haag niet aanvoelen? Als Haagse politici niet geïnteresseerd zijn in wat partijgenoten in het land meemaken en beleven, dan daalt het vertrouwen in die Haagse politici. Het relativeert het lidmaatschap van politieke partij en. Dat is slecht. Het holt de demo cratie uit. Zouden ze dat snappen in Den Haag?

3. Troonopvolgers in Europa

In de zaterdag-bijlage “Tijdgeest” van het dagblad Trouw van 27 augus tus 2022 is aandacht besteed aan verschillende vorstenhuizen en de troonopvolgers. Over prinses Leonor van Spanje, die volgend jaar oktober achttien wordt, wordt geschreven, dat zij de moeilijkste taak van alle Europese prinsessen krijgt: de naam van het koningshuis zuiveren. In het artikel klinkt haast een loftrompet, als ze wordt gepresenteerd als een vrolijk meisje dat graag naar het Koreaanse K-pop luistert, naar feestjes van haar schoolvriendinnen gaat. Maar ook als een jonge vrouw die zich bezorgd uitspreekt over het lot van kinderen in Oekraïne en die intussen speeches geeft in onder andere het Catalaans – in die eeuwige poging in Spanje om meer eenheid in het land te brengen. Het heeft de schoolgaande prinses de bijnaam ‘Disney-prinses’ opge leverd, aangezien zij het volk moet betoveren tot een hernieuwd geloof in het koningshuis.

De Belgische troonopvolger prinses Elisabeth Thérèse Marie Hélène is geboren op 25 oktober 2001, de eerste van vier kinderen. Allen spreken perfect Nederlands, wat men in Vlaanderen kan waarderen, waar het koningshuis van oudsher wordt gezien als Frans bastion. In haar vrije tijd schildert Elisabeth en speelt ze

piano. Dankzij jarenlange balletlessen heeft ze een kaarsrechte houding en zweeft ze moeiteloos op haar hak ken over de verraderlijke Brusselse kasseien.

Zij deed deze zomer in Aarlen mee aan het kamp van de Koninklijke Militaire School. Tussen de zware trainingen door verruilde ze nog even snel haar legeruniform voor een stijl volle rode jurk om acte de presence te geven bij de viering van de natio nale feestdag op 21 juli. Stralend en gewillig poseerde ze in Brussel voor de camera’s. Toen de avond aanbrak, was ze naar verluidt alweer terug naar Aarlen om zo weinig mogelijk van het kamp te missen. Als ze koningin is, wordt ze daarmee ook opperbevelheb ber van het leger. Ter voorbereiding voltooide ze vorig jaar een verkorte militaire opleiding.

In het artikel van “Tijdgeest” wordt haast de wierookkwast gebruikt: Over prinses Elisabeth kun je weinig anders dan in positieve bewoordingen spreken, zegt Brigitte Balfoort, auteur van Prinsessen van België. “Er is nog nooit iets negatiefs over haar gelekt, ze is smetteloos. Elisabeth is ook zelfverzekerd en sociaal. Bij officiële gelegenheden schudt ze handen, glimlacht ze en tilt ze baby’s op. In België is men zeer van haar gechar meerd.”

Prinses Catharina-Amalia Beatrix Carmen Victoria

Prinses Amalia wordt door Nelleke Noordervliet welwillend, bijna badine rend beschreven, haast met medelij den in verband met de gouden kooi. Het advies van Nelleke Noordervliet aan Amalia is: ‘Leef een eerlijk, soci aal en ontspannen leven. Met humor.’ Het valt op, dat de toon van dit artikel minder loftuitingen bevat. Dat zal wel typisch Nederlands zijn. Over de grondwet en de ministeriële verant woordelijkheid wordt een aandoenlijk

Prinses Amalia.
23
Lees het vervolg op pagina 24.

beeld opgehangen: “Die structuur is in de negentiende eeuw opgetuigd onder het bewind van de slimme liberaal Thorbecke. En we zitten er nog steeds mee. Een onmondig kind staat aan het hoofd van de regering. Een buikspreekpop op de schoot van de minister-president.”

Buikspreekpop?

Dat is wel op zijn minst eenzijdig. De koning heeft het recht zich te laten informeren. Intern kan de koning zijn staatsrechtelijk geweten laten functio neren. Hij kan ministers ontvangen en ondervragen en adviezen geven. De koning kan door allerlei werkbezoeken signalen opvangen en doorgeven. De koning is vrij om een toespraak te houden met medeweten van de minis ter-president. Zoals onze koning op 4 mei een toespraak heeft gehouden in 2020, 75 jaar na de bevrijding. Toen zei hij o.a.: ”Medemensen, mede burgers in nood, voelden zich in de steek gelaten, onvoldoende gehoord, onvoldoende gesteund, al was het maar met woorden. Ook vanuit Lon den, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat. Oorlog werkt generaties lang door. Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is: niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet ‘normaal’ maken wat niet normaal is. En: onze vrije, democrati sche rechtsstaat koesteren en verde digen. Want alleen die biedt bescher ming tegen willekeur en waanzin.”

Dit is geen taal van een buikspreek pop. Dit is taal van een achterklein zoon van de Moeder des Vaderlands. En daar is niets romantisch aan. Dat is in de traditie staan van opkomen voor Nederlanders in de knel. Het lijkt me eervol voor ons land om prinses Amalia de weg te gunnen om op deze plek te komen: dienaar van recht en rechtvaardigheid. Om minder gaat het niet in het koningschap in ons land. Als in het zwartgallige decorum van de jury van De Slimste Mens de natio nale mopperaar Maarten van Rossem neerbuigend doet over de studie van prinses Amalia, glijdt de allesweter uit. Hij weet niet, kan niet weten wat die studie inhoudt, want die studie is nieuw, wordt nog ontwikkeld en kan altijd uitgebreid worden naar een hoger niveau.

Terecht adviseert Nelleke Noorder

vliet: ‘Leef een eerlijk, sociaal en ontspannen leven. Met humor.’ Ik zou daaraan willen toevoegen: en met bewogenheid en verantwoordelijk heidsbesef, zoals dat in de navolging van Christus ook past.

4. Naar een meer zelfbewuste theologie

‘Theologen hebben ten onrechte een gebrek aan zelfvertrouwen’, aldus Rosanne Hertzberger bij de opening van het academisch jaar van de Protestantse Theologische Universi teit in Utrecht op 30 augustus 2022. De microbioloog (en NRC-columnist)

Hertzberger is gevraagd om haar kijk op theologie te geven. Ze geeft aan, dat theologen alle reden hebben voor zelfvertrouwen en optimisme.

Ze zegt: “Als me één ding duidelijk is, is dat theologie ten onrechte een gebrek aan zelfvertrouwen heeft. Ik constateer onrust: het moet beter, minder conventioneel, we moeten beter aansluiten bij de samenleving.

Het lijkt een christelijke gewoonte te worden, dat constante herbronnen en bezinnen en navelstaren. Niemand wil verantwoordelijk zijn voor het niet-aan haken bij een belangrijke ontwikkeling en achteraf moeten zeggen: daar ging het mis, daar verloren we definitief de aansluiting op de eenentwintigste eeuw. En ook al denk ik dat deze nederigheid een goed uitgangspunt is, wil ik het vandaag eens omkeren. Wat kan de samenleving van de theolo gie leren? Theologie moet niet beter aansluiten op Nederland; het is juist de samenleving die met vragen loopt waar theologen een antwoord op kunnen geven.”

leverde grote spirituele droogte op. We hebben honger naar heiligheid en betekenis. Mensen zoeken naar gemeenschap, naar rituelen, naar ma nieren om goed te doen. Mensen zijn de kerk opnieuw aan het uitvinden.”

Terugloop en afwijzing

Ondanks terugloop en afwijzing beleeft ze een positieve kant: “Kijken, observeren, in plaats van altijd maar meten. Omdat niet alles in data te vangen is. Dat is de kern van theolo gie. Theologen bewaren de schatkist van het christendom en mogen zich niet laten meeslepen.”

“De theologie, de kerk, de christelijke instituten en partijen winnen niet in aantal. Zo’n terugloop in het aantal theologiestudenten en kerkgangers, met daarbij de afwijzing uit de samen leving, dat doet iets met je. En toch ben ik ervan overtuigd dat er veel re den is voor zelfvertrouwen. Niet alleen qua inhoud, als het gaat om wat je te bieden hebt aan rijkdom aan beteke nis voor een spiritueel uitgehongerde samenleving, maar ook praktisch.”

Ze wijst op vragen rond diversiteit in de samenleving, waar in de kerken al lang mee wordt geleefd. Daarbij noemt ze haar woonplaats Rotterdam: “Daar smelten rijk en arm, hoog- en laagopgeleid samen. Ik heb het dan bijvoorbeeld over hoe je omgaat met groeiende ongelijkheid in Nederland, langs etnische, sociaal-economische, geografische en opleidingsniveau-lij nen. Als er érgens diversiteit te vinden is, dan is het in de kerk.”

Haar conclusie is: “Theologen en kerken hebben al de vormen van onderzoek, onderwijs en communica tie waar andere wetenschappen naar op zoek zijn. Er liggen grote kansen voor de theologie om een divers, inclusief en maatschappelijk relevant vakgebied te zijn, waar andere weten schappen een voorbeeld aan kunnen nemen.”

Het eigene met zelfbewustzijn belichten

Rosanne Hertzberger.

Ze analyseert verder: “De samenle ving heeft zich, misschien wel terecht, afgezet tegen een soms wel bijzon der knellende godsdienst. Maar het

Zo leer ik van Herzberger, dat we met enige dankbaarheid en vrijmoedigheid werk mogen maken van een blijmoe dig getuigenis, omdat er reden tot hoop is. Immers, de Schriften getui gen van een Here God die van wanten weet, die scheppingsvreugde beleeft en zegen en bemoediging geeft in tijden van moeite en verdriet. Dat een

WERK IN DE KERK’
THEMA: ‘WEER MET VAN ALLES AAN HET
24

mens geborgenheid in Christus bij God mag ervaren.

Van de zomer heb ik een preek afge sloten met de zin: “Zo brengt Jezus ons waar we uit onszelf niet kunnen komen.” Laat een iemand van de zware kant (SGP) daar nou positief op reageren: “een treffende samenvat ting van het geloof”.

Opeens heb ik zomaar een gesprekje met iemand. Ik vraag op een gegeven moment of hij ook religieus is. Ja, zegt hij, boeddhist. O, zeg ik, ik ben christen en daarom kan ik jou toewen sen: “God bless you”. Zegt hij: dank je, maar in Oostenrijk hebben ze toch ook zoiets. Ja, zeg ik, “Grüss Gott”, als groet onderweg.

Dat we onze eigen mogelijkheden als kerken en theologie niet laten verslappen: dat we de Schriften kun nen lezen en verstaan en dat we niet letterknechten zijn, maar de Geest van de Schriften mogen verstaan. Dat we daarom niet bezuinigen op Grieks en Hebreeuws en de exegetische vakken voldoende ruimte geven. Want de bron van de christelijke theologie is niet de menswetenschap, maar de openbaring van God, wie Hij is en wat Hij van Zich laat weten. Rosanne Hertzberger zegt tenslotte: “Ik hoop dat theologen kennis en in zichten gul delen, en een hoop trends links laten liggen. Laten zij vooral zichzelf blijven.“

Dat spreekt me aan. Hoe zei Jezus ook weer bij zijn hemelvaart? ”Jullie zullen mijn getuigen zijn.”

5. Het ik-tijdperk en verder De grootgrutter die in de volksmond graag aangeduid wordt met ‘Appie’ heeft bekend gemaakt, dat het muntje gaat verdwijnen van de winkelwagen tjes. In de corona-tijd waren ze ook al weg en bijna al de wagentjes kwamen weer terug in de stalling.

Nu heb ik zomaar de gedachte, dat de grootgrutter zich rijk rekent met een houding die meer past in de corona tijd dan daarna.

De eigen mening en eigengereidheid neemt meer en meer de overhand, wat ten koste gaat van de gemeen schapszin. Wat niet mag en wat moet heeft zijn beperkte levenstijd. In een tijd, dat de touwen weer wat kunnen hangen, gaan mensen het minder nauw nemen met plichtsbesef. Ik denk dat het muntje in de winkelwa

gen juist een hulpmiddel is om bij de les te blijven. Een argument van ‘Ap pie’ is ook: sommige mensen hebben geen muntje en zijn daar nijdig over. Maar hun klantenservice kun je zo’n muntje zo krijgen.

In genoemde zaterdagbijlage “Tijd geest” staat ook een heel gesprek met John Jansen van Galen, die in de Kerstspecial van De Haagse Post (1979) voor het eerst schreef over het “Ik-tijdperk”, wat veel aandacht kreeg. Is dat nu voorbij?

De polarisatie en ontzuiling, gebrek aan respect voor gezag, versplintering van het politieke landschap spelen zelfs een grotere rol dan in de 80-ja ren. Ook al horen we uit Den Haag over een participatie-samenleving en afkeer van de Dikke Ik. Maar geluiden uit Den Haag krijgen een steeds lager soortelijk gewicht.

Wetenschappers en politici worden geminacht en soms bedreigd, omdat men twijfelt aan de integriteit. Het vertrouwen in leiding van over ons geplaatsten neemt steeds meer af. Er wordt steeds meer geroepen, dat men zich niet gehoord voelt en dat er geen draagvlak is voor beleid dat voorgesteld wordt.

Waarschijnlijk blijven elementen van

het “Ik-tijdperk” gewoon mee functi oneren in de tijdgeest. Dan gaat dat “Ik-tijdperk” gewoon door, misschien op een lager pitje. Maar dat zien we nog niet zo.

Legitimatie en relatie Wat in het “Ik-tijdperk” misschien een extra rol mag spelen in het kerkelijk leven, dat zijn ‘de “Ik ben-woorden” in de Bijbel. Met die majesteitelijke opening van Exodus 3: “Ik ben die Ik ben”, die heeft mij gezonden – dat mag Mozes tegen de Farao zeggen. Dat is de Godsnaam als legitimatie. En de Godsnaam van de relatie is: “De God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jacob”.

En dan volgen de “Ik ben”-woorden van Jezus: het levende water, het levende brood, het licht der wereld, de wijnstok, de deur, de goede herder, de opstanding en het leven, de weg, de waarheid en het leven en tot slot: “Ik ben met u, al de dagen, tot de voleinding van de wereld”.

Is het nu gekunsteld of juist to the point om in het “Ik-tijdperk” te denken aan de “Ik ben”- woorden uit de Bijbel?

ds. Wim Scheltens

25

EEN HAMER IN DE KERK

Op de bouwplaats van een gezamen lijk project van Friezen en Hollanders - Mahanaïm in Roemenië – was echt wel wat te horen! Met een groep jongeren sloopten we een versleten jongenshuis waarbij heel wat klappen en kraken van voorhamer en breekijzer te horen viel. En waar kerkrentmeesters en een koster aan de slag gaan voor restauratie of renovatie hoor je echt wel de accuboor of de hamer. In het verenigingsgebouw van de Protestantse Gemeente te Aldeboarn (midden Friesland) hangt trouwens een mooie ambachtelijk gemaakte hamer aan de muur waar de Kerkenraad (en meer!) vergaderen. Dat is de symbolische voorzittershamer: in de praktijk zie ik nog zelden dat een dergelijke hamer gebruikt wordt bij de vergaderingen van de kerk.

BEZINNING EN BESPREKING

Vergaderen doen we om beleid te bepalen, elkaar te bevragen en vooral samen te zoeken wat God vandaag van ons vraagt. Daar hoort een bezinning en bespreking bij. Je hoort wel eens dat een bepaald stuk een hamerstuk is: daarmee zeg je, dat het “even” formeel besloten moet worden maar dat we het er al over eens zijn. Er zijn echter ook wel eens za ken, die een lange adem vragen: diverse vergaderingen zijn er nodig om tot een gezamenlijk gedragen besluit te komen. “Gezamenlijk gedragen” is namelijk de taak van de kerk. We zijn geroepen om sámen een besluit te nemen in gehoor zaamheid aan de HEER der Kerk. Soms zijn er echt tegengestelde visies en heb je bijna een hamer nodig om stilte te vragen, zodat we elkaar verstaan. Want elkaar verstaan is grondvoorwaarde voor de kerk.

KLAPPEN VAN DE HAMER

De uitdrukking “hete hoofden, koude harten” komt ergens vandaan: soms zijn vergaderingen moeizaam omdat we het

eigen gelijk willen halen. Maar waarheid zonder liefde heeft geen draagkracht. Je gelijk halen maakt koud. Dan vallen er niet letterlijk maar figuurlijk klappen van de hamer. Dat leidt nergens toe. Hoe voorkom je dat dan? De stilte bij de bouw van de tempel kon er zijn, doordat een groot werk elders was voorbereid. Dat is ook nodig bij onze besluitvorming. Dat werk elders is dat iedere deelnemer aan de vergadering met gebed in nede righeid een visie heeft voorbereid. Niet mijn traditie, mijn persoonlijke smaak of voorkeur zal leidend zijn, maar dat ik vraag: Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Een breder belang zoek ik, de opbouw van Gods Konink

rijk. Dat Rijk is breed en diep, hoog en verreikend, dat kun je slechts “samen met alle heiligen” bevatten (Efeziërs 3: 18). Dat besef geeft dat ik niet met scherpe woorden spreek in waarheid zonder liefde. Ik zoek juist de ander te verstaan zodat hij ruimte heeft in de kerk en dat zij zich gehoord weet. Dan heb ik geen hamer oftewel felheid nodig om mijn woorden kracht bij te zetten. Al luisterend en fluisterend is er in de stilte ruimte voor Gods Geest om te bouwen, te vormen, te smeden tot eenheid in veelkleurigheid.

STILTE

We hebben in de opbouw van de Kerk dus stilte nodig. Elia vond God niet in een krachtige windvlaag, een aardbeving of het vuur, maar in “het gefluister van een zachte bries”. (1 Koningen 17: 12)

Ach, geef mij toch stilte in het hart, zodat ik de fluistering van mijn naaste versta. Dán kunnen we samen bouwen in een veelkleurige eenheid!

JEUGDRUBRIEK
26 Als de tempel gebouwd wordt onder de regering van koning Salomo, is er een bijzondere stilte: in de tempel was tijdens de bouw geen enkel geluid van hamers, houwelen, of andere ijzeren gereedschappen te horen (1 Koningen 6: 7). Fascinerend! Hoe dit kan? Het werk dat geluid gaf was elders voorbereid. Daardoor was er in de tempel stilte opdat de heiligheid van God recht gedaan werd. Wat een indrukwekkend werk!

‘EVANGELISCHE GELUIDEN IN EN BUITEN DE KERK’

De Confessionele Kring Apeldoorn organiseert een avond over het thema ‘Evangeli sche geluiden in en buiten de kerk’. U bent welkom op woensdag 28 september 19.45 uur ontvangst vanaf 19.15 uur in het Hooge Pad, Papenberg 5, 7361 BR Beekbergen. Spreker is de classispredikant van de Veluwe, dr. Wilbert van Iperen. In 2014 heeft hij zijn proefschrift in Groningen verdedigd. Zijn promotoren waren prof. dr. Henk de Roest en prof. dr. Hijme Stoffels (‘Balanceren in de kerk. Onderzoek naar presentie, profilering en receptie van het Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse Kerk in Nederland, 1995-2010, Boekencentrum Academic, 2014). De toegang is vrij. Belangstellenden zijn van harte welkom, dus neem gerust iemand mee. Indien mogelijk graag aanmelden via e-mail: cka@confessionelebeweging.nl.

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo. Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR ds. Arien Treuren

EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 20628184

DEELREDACTIES

Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren

Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar en ds. Robert-Jan van Amstel Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn

Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, dr. Peter Verbaan, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode Vaste medewerkers: dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld tel. 0342- 494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl

Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl

Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 79,70 Halfjaarabonnement € 45,30 Kwartaalabonnement € 28,00 Buitenland, jaarabonnement € 127,10 Jaarabonnement student € 43,45

Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar.

Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341 565 477, klantenservice@cbb.nl

COLOFON 27
Ondernemers! Kennen uw broeders en zusters uw diensten of produc ten al? Adver teer in Confessioneel Credo! Neem contac t op met Roel Abraham via 06-54274244 of r.abraham@bdu.nl vakmedia Christelijke lectuur in gesproken vorm! Postbus 131, 3850 AC Ermelo Paul Krugerweg 39, 3851 ZH Ermelo 0341-56 54 77 WWW.CBB.NL klantenservice@cbb.nl Christelijke tijdschriften, bijbelse dagboeken, liedbundels, psalmboeken en de verschillende vertalingen van de Bijbel in gesproken vorm, grootletter en braille voor iedereen met een leesbeperking! BESTEL LECTUUR VOOR UZELF, UW PARTNER OF UW FAMILIE OP WWW.LEESBUTLER.NL Trouwen Food Shoppen Wonen & Leven Muziek 25, 26 & 27 oktober 2022 Evenementenhal Gorinchem Koop je ticket www.familiedagen-gorinchem.nl D.V. 220726_FD22_Adv_Diverse.indd 11 14-09-2022 14:52

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.