De Gids - Januari 2022

Page 45

DEGIDS maandelijks, behalve juli & augustus gesticht in 1901 - jaargang 113 - nr. 1 - januari 2022 Afgiftekantoor Antwerpen X - Erkenning P 206923 OP MAATSCHAPPELIJK GEBIED N°1 3 Kernuitstap een feit, wat nu? 18 Bouwen aan mensenrechten via overheidsopdrachten 27 Energiearmoede in België SYNDICAAL MEE OP WEG NAAR EEN DUURZAME MOBILITEIT

Teen Spirit - Adolescentie door de ogen van hedendaagse kunst

BPS22/Musée d’art de la Province de Hainaut – 12 februari tot 22 mei 2022

Teen Spirit wil de impact van het tiener-zijn in de expressie van hedendaagse kunstenaars detecteren. Adolescentie is een van de steeds terugkerende thema’s in de kunst en vooral in de hedendaagse fotografie. De expo brengt enkele bekende namen (Mohamed Bourouissa, Larry Clark, Nan Goldin) samen met jonge talenten via verschillende media. Enkele kunstenaars gebruiken een taal die eigen is aan jongeren. De tentoongestelde werken van Eric Croes, Mike Kelley, Sophie Podolski, Jim Shaw of Emmanuel Van der Auwera zijn doordrongen van een tienergeest en halen hun inspiratie uit de esthetische codes van de tegencultuur of de populaire tienercultuur.

Joseph Beuys, La jambe d’Orwell, pantalon pour le XXI siècle, 1984 FNAC 02-1128 Centre national des arts plastiques Paris-La Défense (France)

vooraf EEN NIEUWE KANS

Een nieuwe Gids, een nieuwe kans om stil te staan bij de uitdagingen die we delen. Die zijn talrijk en moeten op maatschappelijk gebied per definitie overstijgend zijn en dus om rechtvaardigheid gaan: een plus een is niet langer twee. Ten opzichte van energieopwekking staat energiearmoede. Ten opzichte van een service van werkgevers aan hun werknemers staat de vraag of we geen opbod van cafetariaplannen organiseren dat verspilling in de hand werkt ten nadele van onze sociale zekerheid.

De oplossingen gaan niet toevallig vaak om klimaatverandering. Het valt me moeilijk de omvang van die uitdaging te vatten. De uitstoot van broeikasgassen zit verweven in al ons handelen en daar liggen grote paradoxen verscholen: mobiliteit maakt echte connectie mogelijk, in huisvesting zie ik de kern van geborgenheid, en voeding is de saus van onze samenleving. Er is onmiddellijke actie nodig, maar toch … hoe raak je daar aan?

Daarom moeten we menselijkheid centraal blijven plaatsen. Rijden en omzien zodat iedereen mee is. De Gids op Maatschappelijk Gebied houdt de brede kijk en laat oplossingen aan bod die hieraan invulling geven. Voor sommige oplossingen is het ook goed dat er een lang maatschappelijk debat aan vooraf ging. Een ingrijpende maatregel verdient overleg tussen betrokken partijen en een uitwerking ten gronde.

Gelukkig zijn er ook oplossingen waar we het eens om zijn. Energiebesparing is in nagenoeg elke situatie een voordehandliggende juiste keuze. Efficiënter werken, de wil om meer te doen met minder, is de werkelijke onzichtbare hand. Als die ambitie wordt ingepast in de principes van de circulaire economie kunnen we met het inperken van verspilling onze

1

draagkracht versterken en onze impact verhogen. Wie weet spreken we zo ooit over energieweelde.

Het besef begint te dagen dat we oplossingen collectief moeten zoeken. Onze beweging is uniek geplaatst om het initiatief van onderuit te laten komen. We hoeven niet te wachten op overheidsstimuli, er is nu een groene investeringsgolf nodig. Als we straks allemaal van oplossingen werk maken – door duurzame renovatie, bij uitwerken van een mobiliteitsbeleid, of tijdens aankopen – laat ons dan ook lokale en authentieke initiatieven voorop stellen. Onze beweging verenigt er talloze van.

2

eerste woord

DE RECHTVAARDIGE KERNUITSTAP

Voor een rechtvaardige energietransitie is duidelijkheid over de kernuitstap nodig. Maar de echte opdracht is om onze maatschappij van fossiel gas af te helpen en te zorgen dat iedereen mee kan.

De Belgische kerncentrales hadden een goed jaar in 2021. Hoogspanningsnetbeheerder Elia berichtte1 dat kernenergie in 2021 een dikke 52 procent van de Belgische elektriciteitsmix voor de rekening nam. De helft meer dan in 2020. De gascentrales moesten minder draaien en België voerde meer stroom uit dan het invoerde. Want ondanks de kwakkelzomer noteerde ook de elektriciteit uit wind en zon in België nieuwe jaarrecords.

We kunnen echter redelijk zeker zijn dat 2021 het laatste nucleair topjaar zal zijn in België. In oktober 2022 begint de Belgische kernuitstap, als de door technische zorgen geplaagde2 reactor Doel 3 van het net gaat. Tihange 2 volgt in februari 2023 en de vijf resterende reactoren in 20253. Tenzij in maart de federale regering zou vinden dat voor de bevoorradingszekerheid toch Doel 4 en Tihange 3 langer nodig zijn. Hoe dan ook maakt dit nieuwe uitstel het nog aanpassen van de kernuitstap kalender opnieuw enkele graden minder waarschijnlijk.

Dat is op zich een goede zaak. In oktober 2021 concludeerde de Hoge Gezondheidsraad4 dat ‘vanuit ethisch, milieu- en gezondheidsoogpunt niet kan worden gesteld dat kernsplijtingsenergie, zoals die momenteel wordt gebruikt, aan de beginselen van duurzame ontwikkeling voldoet’. Bij een eventuele levensduurverlenging van enkele reactoren maakt de raad zich

3

zorgen over zware ongevallen, zo dicht bij Antwerpen en Luik. Ondanks het ‘onbetwistbare voordeel’ dat kernenergie bijna geen CO2 uitstoot. Zoals bekend zullen gascentrales een deel van de nucleaire capaciteit vervangen. Zelfs binnen de context van de Europese emissiehandel kunnen we er niet omheen5 dat door die gascentrales de uitstoot van CO2 op Europees niveau iets trager zal dalen.

VALT DAAR NIETS AAN TE DOEN?

Natuurlijk wel: zorg dat alle nieuwe én bestaande gascentrales zo snel mogelijk en uiterlijk in 2035 op klimaatneutrale brandstof draaien, of uit dienst gaan. Onder andere door de Europese emissiehandel bij te sturen zodat de uitstoot van elektriciteitsproductie en industrie sneller zakt dan vandaag gepland. Maar ook door te bekijken of subsidievoorwaarden of vergunningen uitbaters kunnen aansporen versneld van fossiel gas af te stappen.

De toekomst is hernieuwbaar. In de praktijk een mix van wind, zon en waterkracht aangevuld met opslag en flexibele afname. Plus enkele gascentrales voor als het lang koud, donker en windstil is. De toekomst is er ook een waarbij de decentralisatie zich verder zet: meer uitwisseling met het buitenland, en tegelijk meer projecten op de daken van families en bedrijven. Voor een klein, centraal, geïndustrialiseerd land als België betekent dat logischerwijs netto meer import van elektriciteit. Ook wat dat betreft zal de export in 2021 eerder de uitzondering dan de regel blijken.

IS DAT EEN PROBLEEM?

In de gekoppelde Europese elektriciteitsmarkt is de importbalans een resultaat van het verschil in kostprijs van elektriciteit hier en elders. Als België netto meer elektriciteit invoert, zal dat een goedkopere oplossing zijn dan persé volledig zelfvoorzienend te willen zijn. Zeker rekening houdend met de verwachting dat elektrificeren van vervoer, verwarming en belangrijke delen van de industrie volgens het Federaal Planbureau de totale vraag naar elektriciteit in België zal verdubbelen.6

Vandaag importeert België 90 procent van haar energie.7 Enkel onze eigen hernieuwbare energieproductie is werkelijk lokaal, en die gaan we opdrijven. Elektrische toepassingen zijn inherent veel energie-efficiënter dan energie-

4

verspillende motoren of verbrandingsketels. Dus vermindert in de energietransitie de hoeveelheid energie die onze economie nodig heeft. Resultaat: zelfs al importeren we netto meer elektriciteit, door te elektrificeren en meer hernieuwbare energie daalt onze importafhankelijkheid. Een doordenker.

Macro-economische simulaties van het Planbureau tonen dat de energietransitie netto jobs creëert. Maar daaronder zitten belangrijke verschuivingen tussen sectoren en vele individuele verhalen. De impact van een uitfasering valt niet te onderschatten. Zeker niet in regio’s met minder gunstige economische opportuniteiten, zoals in Luik. Bovendien blijkt Engie Electrabel ondertussen al te moeten grijpen naar bijzondere bonussen om te vermijden dat meer personeel vertrekt dan goed is voor de veilige uitbating van de kerncentrales tot het einde van hun uitbatingstermijn.8 De politieke onzekerheid over een deel van de kernuitstap mag ook daarom niet nog langer dan nodig aanslepen. De tweeduizend werknemers en nog eens zoveel onderaannemers in de centrales verdienden al veel eerder duidelijkheid en een volwaardig transitieplan, binnen het bedrijf of erbuiten. Engie Electrabel blijft natuurlijk ook na de kernuitstap dominant in de Belgische energiesector, en op de nucleaire sites blijft nog decennia werk voor de ontmanteling. Wie weet kunnen enkele reactoren zelfs nog een rol spelen voor lokale waterstofproductie.9 Als ze dat na 1,5 miljard euro veiligheidsinvesteringen competitief zouden kunnen ten opzichte van groene gassen.

DE ECHTE UITDAGING LIGT ECHTER ELDERS.

De Europese energiemarkten beleven stormachtige tijden. De economische opleving na corona en geopolitieke spanningen met Rusland stuwden de gasprijs en ook de elektriciteitsprijzen door het plafond. Op korte termijn nam de federale regering maatregelen om kwetsbare consumenten te beschermen.

Op langere termijn moeten we echter van gas en olie af. Een drieledige aanpak is aangewezen.10 Ten eerste energie-efficiëntie, met onder andere de renovatie van alle oude gebouwen tot energieneutraliteit. Als klein importafhankelijk land zou het logisch zijn om volop de kaart te trekken van circulariteit, eerder dan proberen ons te positioneren in de waterstofhandel waar al onze buurlanden ook al op mikken. Ten tweede: een massieve uitrol

5

van hernieuwbare energiebronnen en de uitfasering van oude gas- en steenkoolcentrales tegen 2035.

Ten derde: om de transitie rechtvaardig te laten verlopen, moeten de regeringen zorgen voor een eerlijke verdeling van de kosten en baten van de transitie. Pak energiearmoede aan via eerlijke tarieven. Koolstofinkomsten kunnen worden geoormerkt voor investeringen in hernieuwbare energiebronnen en efficiëntie, maar ook voor steun voor kwetsbare klanten. Zorg dat gezinnen met een laag inkomen toegang hebben tot inkomsten uit energiediensten.

De Belgische kernuitstap speelt daarin geen rol van betekenis. Wel of niet twee reactoren verlengen maakt zo goed als geen verschil voor de elektriciteitsprijs. Voor de bevoorradingszekerheid in een energiesysteem gedomineerd door variabele hernieuwbare energiebronnen, is flexibiliteit aan de vraagzijde maar ook aan de productiekant met gascentrales cruciaal. De kernuitstap is tenslotte irrelevant in de belangrijkste uitdaging: zorgen dat we geen gas meer gebruiken om onze gebouwen te verwarmen.

NLaat 2022 dus het jaar zijn van duidelijke beslissingen. Eerst eindelijk over de Belgische kernuitstap. Maar vervolgens en veel belangrijker over de Europese energietransitie en de rol die België daarin wil spelen.

1. https://www.elia.be/en/news/press-releases/2022/01/20220107_belgium-2021-electricity-mix

2. https://fanc.fgov.be/nl/dossiers/kerncentrales-belgie/actualiteit/foutindicaties-de-stalen-wanden-vande-reactorvaten-van

3. https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/energiebronnen/kernenergie/wettelijke-grondslag-van-de

4. https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/20211020_ hgr-9576_nucleair_risico_vweb_0.pdf

5. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/11/08/brengen-extra-gascentrales-de-europese-klimaatdoelstellingen-in/

6. https://www.plan.be/publications/publication-2056-nl-fuel_for_the_future_more_molecules_deep_ electrification_of_belgium_s_energy_system_by_2050

7. https://energy.ec.europa.eu/data-and-analysis/eu-energy-statistical-pocketbook-and-country-datasheets_en

8. https://www.standaard.be/cnt/dmf20211207_94924548

9. https://trends.levif.be/economie/entreprises/compromis-nucleaire-debrancher-sans-demanteler/ article-opinion-1504893.html

10. https://www.raponline.org/knowledge-center/responses-to-fossil-gas-price-volatility/

6

SYNDICAAL OMGAAN MET DE

MOBILITEIT VAN DE TOEKOMST

NIEUWE EMISSIEREGELS

BEDRIJFSWAGENS

Deze regering sloot dit jaar een akkoord over de hervorming van de bedrijfswagens (BW). Het is de eerste keer na bijna tien jaar stilstand dat er wordt bijgestuurd. Gedurende al die tijd is het aantal bedrijfswagens jaarlijks met tien tot vijftien procent gestegen, al zijn de exacte cijfers onduidelijk. De overheid houdt het niet bij. Maar er zouden nu meer dan 1,3 miljoen bedrijfswagens over onze wegen rijden. 700 000 werknemers hebben er een. 500 000 van die wagens zijn pure salariswagens, die dus enkel voor privé- en pendelverplaatsingen gebruikt worden. Het akkoord is ondertussen omgezet in een wet ‘Fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit’, die inging op 1 januari 2022.

DRIE PIJLERS

De nieuwe wet bevat drie pijlers: strengere emissieregels voor bedrijfswagens, een belastingvermindering voor installatie van laadpalen en een verruiming van het mobiliteitsbudget. De strengere emissieregels moeten de uitstoot door personenwagens terugdringen en zo het klimaat helpen. Voor bedrijven zijn er gulle aftrekmogelijkheden voor investeringen in laadpalen tot 2024. Voor privépersonen is er een korting tot 1 500 euro per belastingplichtige in 2022. De derde pijler wil het gebruik van het mobiliteitsbudget stimuleren. Werknemers kunnen dat budget krijgen in ruil voor een bedrijfswagen, op voorwaarde dat de werkgever het aan-

7

biedt. Het gebruik ervan was tot nu toe zeer minimaal. Slechts 1 000 werknemers gebruiken het. Onbekend is onbemind?

MOBILITEITSBUDGET?

Het mobiliteitsbudget geeft werkgevers de mogelijkheid een systeem in te voeren waarbij werknemers kunnen vragen hun (huidige) bedrijfswagen – of hun aanspraak daarop – te vervangen door een jaarlijks ‘budget’ dat besteed kan worden aan bepaalde ‘mobiliteitsuitgaven’. Het systeem bestaat uit drie pijlers. In ‘pijler 1’ kan het budget gebruikt worden ter financiering van een ‘milieuvriendelijke’ bedrijfswagen; in ‘pijler 2’ kan het besteed worden aan bepaalde ‘duurzame vervoermiddelen’ die volledig fiscaal zijn vrijgesteld; en wat op het einde van het jaar overblijft, wordt in ‘pijler 3’ in loon uitbetaald. Er zijn dus mobiliteitsbudgetten mogelijk met of zonder wagen.

De regering beloofde dat er aan het voordeel van alle aard, de belasting die werknemers betalen op hun bedrijfswagens, niet geraakt zou worden. Toch zijn er belangrijke gevolgen voor werknemers. Als werkgevers na 2023 enkel goedkope bedrijfswagens met emissies blijven aanbieden, zal het voordeel van alle aard beginnen oplopen. En aftrek van woonwerkkosten met de auto in de personenbelasting zal niet meer mogelijk zijn voor niet-emissievrije wagens.1

DRIE KANTELMOMENTEN

Er zijn drie belangrijke kantelmomenten voor werknemers in de pijlers mobiliteitsbudget en nieuwe emissieregels.

Op 1 januari 2022 wordt het mobiliteitsbudget verruimd en verbeterd. Er komen bijkomende (1) bestedingsmogelijkheden, (2) een vork met grensbedragen en (3) soepelere toegangsvoorwaarden.

(1) In 2022 worden nieuwe mobiliteitsuitgaven voor duurzaam vervoer en huisvesting, die volledig vrijgesteld zijn, mogelijk. Het gaat over hogere kosten voor fietsenstalling- en veiligheid, parkeerkosten, abonnementen

8

voor openbaar vervoer voor gezinsleden en elektrische steps. Met die extra mogelijkheden kan je die tweede pijler nog meer bekijken als catalogus van verschillende mobiliteitsdiensten. Die diensten kunnen gebruikt worden naargelang wat men nodig heeft en in combinatie met elkaar.2 Andere nieuwigheden in de tweede pijler zijn een voetgangerspremie voor woonwerkverkeer. En de perimeter voor huisvestingskosten wordt verruimd van 5 tot 10 kilometer van de werkvloer. Zowel interest- als kapitaalaflossingen komen nu in aanmerking binnen budget.

(2) Om misbruik tegen te gaan, komt er op vraag van de sociale partners een vork die de hoogte en de laagte van het budget begrenst. Het mobiliteitsbudget mag nooit hoger zijn dan 16 000 euro of lager dan 3 000 euro. Die grenzen komen overeen met de totale brutokost voor de financiering en onderhoud van een kleine tot grote bedrijfswagen, de total cost of ownership (TCO). Het voordeel moet ook in verhouding zijn met het brutoloon en mag nooit meer dan een vijfde bedragen dan de hoogte van het brutoloon. Binnen budget wordt het voordeel voor luxe- of dure sportwagens dus afgetopt. Boven de grens van 16 000 euro per jaar wordt het voordeel beschouwd en belast als loon.

(3) Ook de vraag van sociale partners voor soepelere toegangsvoorwaarden voor werknemers is gevolgd. De wachttermijn voor werknemers stopt. Daarmee eindigt een absurde situatie dat men eerst zes maanden moet rijden met een bedrijfswagen.

Het is enkel nog wachten op een uitvoeringsbesluit voor heldere TCO-berekeningsformules die de hoogte van het mobiliteitsbudget bepalen. TCO omvat alle jaarlijkse brutokosten voor de werkgever voor de financiering van een wagen, belastingen, verzekering en het onderhoud van een bedrijfswagen. Er zouden twee formules komen: één formule op basis van werkelijke kosten en één op basis van forfaitaire waarden voor verschillende soorten van kosten.

VOLGENDE HORDES

Voor emissieregels zijn er twee kantelmomenten. Op 1 juli 2023 start een overgangsregeling voor nieuwe bestelde bedrijfswagens op benzine

9

en diesel. Na 2026 worden die trapsgewijs duurder, niet enkel voor werkgevers maar ook voor werknemers. De aftrek verlaagt van 75 procent in 2025 naar nul in 2028. Ook voor hybride auto’s worden de regels aangepast en aftrekmogelijkheden beperkt tot 50 procent vanaf 1 januari 2023. Dat moet volledig elektrisch rijden stimuleren. 1 januari 2026 vervalt het fiscaal voordeel voor bedrijfswagens op benzine en diesel. Ook de hybride gaat eruit. Dat betekent het einde van een fiscaal voordeel voor de bedrijfswagen met verbrandingsmotor.

PROBLEMATISCH SYSTEEM

Aan het gunstregime zelf wordt niet geraakt, zolang bedrijfswagens niet meer vervuilend zijn. Nochtans luidt er al jaren luide kritiek op het systeem. Het vervangt loon door wielen en stimuleert autoverplaatsingen. En dat zorgt voor files, vervuiling en verspert de transitie naar een meer duurzaam vervoerssysteem.

Vooral hoge inkomens genieten van het voordeel. Het mobiliteitssysteem, het klimaat, de sociale zekerheid, en burgers die niet van dit voordeel genieten, ondervinden heel wat nadelen van het systeem. De snelle explosie van het aantal bedrijfswagens kost de fiscus en de sociale zekerheid steeds meer. Ramingen variëren van jaarlijks twee tot meer dan 4,5 miljard euro.

Het doet ook een grote mobiliteitskloof ontstaan onder werkenden. De mobiliteitsvoordelen van de bedrijfswagen en het mobiliteitsbudget zijn bijzonder genereus voor vele werknemers, dikwijls met een hoog loon. Ze gelden zowel voor privé- als woon-werkverplaatsingen. Terwijl aan de andere kant een op de vijf werknemers niet kan rekenen op een financiële tussenkomst die pendelkosten dekt. Ook is er nog veel marge voor betere vergoedingen voor duurzame vervoersmiddelen. Een op de vier treinpendelaars betaalt nog altijd zelf uit eigen zak een deel van het abonnement. En tienduizenden fietsende pendelaars ontvangen nog altijd maar een beperkte of helemaal geen fietsvergoeding. Verre van voldoende om kosten voor aankoop, kledij en onderhoud te dekken. Buiten budget zijn ook dikwijls bijdragen verschuldigd op een voordeel, bijvoorbeeld als een bedrijfsfiets of leasefiets gebruikt wordt voor

10

privéverplaatsing. De waarde van het privégebruik wordt buiten budget beschouwd en belast als loon.

Kortom, het systeem is fout en onrechtvaardig. Op lange termijn onverdedigbaar.

EVOLUTIE, GEEN REVOLUTIE

Dat er toch iets moest gebeuren, was wel duidelijk. Zelf tijdens periodes van verplicht thuiswerk explodeerde het aantal bedrijfswagens verder. Uiteindelijk kwam er een compromis uit de bus dat als klimaatmaatregel verpakt werd. De kern van het compromis luidt als volgt.

Minder vervuilend. Emissienormen die enkele jaren vooroplopen op het Europese tempo voor nieuwe wagens. Economisch slim voor de eigen industrie. Met ook een aantrekkelijker alternatief mobiliteitsbudget voor zij die hun gedrag willen veranderen en de wagen gedeeltelijk of helemaal willen inruilen. En omdat op dit moment maar 2 procent van het wagenpark volledig elektrisch is, zou het ook kunnen leiden tot minder auto’s en beter gebruik van het mobiliteitsbudget.

Experts en commentatoren uitten kritiek. De beperkte hervorming pakt de hoge arbeidskost en de verbetering van de mobiliteit niet aan. Ze kadert niet in een globale fiscale hervorming die het voordeel omzet in daling van lasten op arbeid en die verschuift naar vermogen. En er is nog niet nagedacht over lagere inkomsten uit brandstofaccijnzen. Als iedereen elektrisch gaat rijden, blijven de files en de kost van dat stilstaan overeind. En door auto’s centraal te stellen als klimaatmaatregel, riskeren we het openbaar vervoer verder irrelevant te maken en de mobiliteitskloof te doen groeien. Dat terwijl het officiële beleid toch is te verschuiven naar het openbaar vervoer.

Voor het ACV is er nog een gemiste kans. De hervorming bevat geen verplichting voor werkgevers om mobiliteitsbudgetten aan te bieden als alternatief voor de bedrijfswagen. Dat zou een effectieve manier zijn om het budget en het sociaal overleg erover te promoten. Maar het vrijwillig karakter voor werkgevers werd behouden. Werkgevers mogen maar moe -

11

Zelfs een werkgever die vandaag beslist om bedrijfswagens aan te bieden, moet daarbij geen mobiliteitsbudget voorzien. Een gemiste kans om het betere ecologische alternatief te stimuleren.

ten het niet verplicht aanbieden aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen. Zelfs een werkgever die vandaag beslist om bedrijfswagens aan te bieden, moet daarbij geen mobiliteitsbudget voorzien. Een gemiste kans om het betere ecologische alternatief te stimuleren. Ook voor de belastingvermindering voor laadpalen hebben we weinig begrip. Het is zo’n typische klimaatmaatregel die via Mattheüs verloopt. Hogere inkomens genieten disproportioneel.

Het werd dus een kleine hervorming die de evolutie naar emissievrij personenvervoer inluidt. Dat is tegelijkertijd ook de verdienste van dat akkoord. Problemen op de weg los je niet alleen op met een fiscale hervorming. Daarvoor zijn andere veelal gewestelijke maatregelen nodig zoals circulatieplannen, een slimme kilometerheffing, een stabiele financiering voor het openbaar vervoer.

Dat er geen revolutionaire hervorming kwam, is eigenlijk niet verrassend op zich. Want tijdens de verkiezingscampagne in 2019 durfde geen enkele partij het open en bloot te hebben over de nadelen van het systeem. De wagen is een populair loonvoordeel dat voor honderdduizenden werknemers deel uitmaakt van het standaard loonpakket. Als natuurlijk persoon koop of lease je nu éénmaal veel minder wagen voor hetzelfde geld. Bovendien zeggen heel wat mensen er niet meer zonder te kunnen.

SYNDICALE PARADOX

Syndicaal bevinden we ons ook in een paradoxale situatie. Enerzijds is die loonvervanger ondertussen zo geïnstitutionaliseerd bij veel van onze leden dat we daar een evenwicht in moeten vinden. Budgetneutraliteit en geen afbouw van verworven arbeidsvoorwaarden zijn daarbij belangrijke syndicale uitgangsprincipes.

Anderzijds zijn we kritisch over de wildgroei aan cafetariavoordelen die de financiering van de sociale zekerheid uitholt. Tegelijkertijd moeten we

12

als groene vakbond ook rekening houden met de grote klimaatuitdagingen waar we voor staan. Dat bleek overduidelijk uit een grote bevraging in aanloop naar het volgende Vlaams ACV-congres. Vele van de ingediende mobiliteitsvoorstellen op de website ‘acvoptocht2030’ kunnen onder 5 v’s geplaatst worden.

Veranderen naar nieuwe infrastructuur, verschuiven naar alternatieve vervoersmodi dan de auto, verschonen naar duurzame technologie, verminderen van nodeloze vervuilende automobiliteit en verrechtvaardigen.

Vanuit het perspectief van minder en schoner blijkt er in de kleine hervorming heel wat potentieel te zitten om die paradox beter te beheersen en de omslag naar minder en schoner met sociaal overleg op punt te zetten.

SOCIAAL OVERLEG OVER MINDER EN SCHONER

Het mobiliteitsbudget wil ook minder. Er is potentieel. Dat heeft te maken met wijzigende verplaatsingsbehoeften. De auto is niet langer het statussymbool dat het was. 25 procent van de werknemers met recht op een bedrijfswagen zou een overstap overwegen naar het budget. Omdat zij autoloos door het leven willen, dicht bij het werk wonen, over voldoende alternatieven beschikken rond de woon- en werkplaats, of omdat er meerdere bedrijfswagens zijn in het gezin. Ook zijn het vooral jongeren die vaker bewust hun bedrijfswagen van de hand willen doen waarbij looncompensatie niet altijd doorslaggevend is.

ACV Puls gaat alvast volgend jaar een mooie campagne opzetten ‘www. metsociaaloverlegslimmeronderweg.be’. Een grondige transitie naar groenere mobiliteit kan niet zonder sociaal overleg. Voor heel wat werknemers is het privégebruik van een bedrijfswagen een substantieel onderdeel van het verloningspakket. Logisch dat de omzetting naar duurzame alternatieven niet los kan gezien worden van werknemersinspraak.

De volgende vier contextuele elementen zijn daarbij van belang.

Bedrijven moeten in 2022 beginnen de puzzel te leggen om hun voertuigenvloot te vergroenen. Wagenreglement en mobiliteitstegemoetkomin-

13

gen zijn een bevoegdheid voor overlegorganen in bedrijven en sectoren en moet daar zo snel mogelijk geagendeerd worden.

Volledige elektrische wagens zijn ook niet langer duurder dan wagens op benzine of diesel. In sommige gevallen zijn ze zelfs goedkoper. Het is belangrijk de vergelijking te maken op basis van TCO. Vergelijken op basis van leasekost geeft een vertekend beeld. De gunstigere fiscale behandeling en lagere kosten voor de stekker dan de pomp maakt de elektrische wagen commercieel interessant.

Het loonvoordeel van de wagen uitdrukken in een TCO budget is belangrijk voor collega’s die geen bedrijfswagen willen. De omvang van het mobiliteitsbudget wordt immers berekend op basis van dat TCO.

Het loont ook de moeite het verplicht aanbieden van een mobiliteitsbudget te onderhandelen in sectoren en bedrijven. Dat geeft werknemers het recht een bedrijfswagen te weigeren en het voordeel om te zetten in een sociaal overlegd mobiliteitsbudget zonder wagen.

VERRECHTVAARDIGEN

Van belang is ook het sociaal overleg niet enkel te voeren vanuit het perspectief van werknemers met recht op een bedrijfswagen. Mobiliteit is ook een belangrijk element van welzijn van alle werknemers.

Werknemers zijn veel meer vragende partij voor meer keuzevrijheid in de organisatie van het woon-werkverkeer. Ook gevraagd zijn meer mogelijkheden om de vervoersmiddelen te kunnen variëren en combineren. Om stressvolle files vermijden, dichter bij het werk wonen of om enkele dagen comfortabel van thuis te kunnen werken. Om te fietsen in de zomer en de trein te nemen in de winter. Dat vergt allemaal vakbondsondersteuning om collectieve regelingen te onderhandelen die elke werknemer een recht geven op volledig kosteloos openbaar vervoer naar het werk en een recht op een fietsvergoeding. De huidige terugbetalingsregimes zijn momenteel te rigide per vervoersmiddel georganiseerd.

Ook aan telewerk zijn best wel wat kosten verbonden die nu op werknemers vallen zoals verwarming, eten, een uitgeruste werkruimte of een

14

internetverbinding. Slechts een minderheid van werkgevers kent op dit moment een thuiswerkvergoeding toe. Daar waar werkgevers opmerken dat al die kantoorruimte niet meer hoeft, de kantine niet meer bezocht wordt en mobiliteitstegemoetkomingen herbekeken kunnen worden.

VERDER HERVORMEN

Terug naar de bedrijfswagens en het budget.

De impact van de wet moet alvast goed opgevolgd en geëvalueerd worden. Dat is ook een expliciete vraag van sociale partners. Niet enkel budgettair maar vooral vanuit het v-perspectief van verschoning en vermindering van verplaatsingen met bedrijfswagens.

Interessant alvast is dat er nu een vork is afgesproken voor de omvang van het mobiliteitsbudget. Het is de eerste keer dat de aftopping van het voordeel binnen budget is vastgelegd. Deze aftopping op 16 000 euro wordt beter meteen ook uitgebreid naar het aparte regime van de bedrijfswagen. We zouden graag zien dat na het derde kantelpunt op 1 januari 2026 het stelsel van de bedrijfswagen uitdooft. Als er na die datum nog elektrische bedrijfswagens worden toegekend, moeten werkgevers die binnen het kader van een mobiliteitsbudget aanbieden. Dat maakt dat verdere evoluties in de emissieregels coherent binnen het kader van mobiliteitsbudget kunnen worden ingepast. We willen ook sociaal overleg over mobiliteitsbudgetten verplichten. Dat zal leiden tot diepere reflectie over bedrijfslocatie, duurzaam verplaatsingsgedrag en een collectief kader over het mobiliteitsbeleid van een onderneming.

3. https://www.ccecrb.fgov.be/dpics/fichiers/2021-11-16-09-51-55_aanvullingoppersmededeling.pdf

N 15
1. Voor meer info over fiscale gevolgen op werknemers zie vakbeweging 947, pagina 14-17. Groene mobiliteit, akkoord over de bedrijfswagens. 2. Die nieuwe hippe mobiliteitsdiensten roepen ook heel wat vragen op. Ze zijn niet voor iedereen even toegankelijk en doen mobiliteitskloof ontstaan. Lees ook: Mobiliteitsbeleid anno 2021; maak plaats voor de rijken. Thomas Vanoutrive, Gids op Maatschappelijk Gebied, april 2021.

ZIJ VORMEN EEN VAKBOND EEN VAKBOND VAN BEANIES EN BASEBALL CAPS

‘Here’s Why Gen Z Is Unionizing ’, kopte de Amerikaanse nieuwszender CNN afgelopen eindejaar. Het ultraliberale zakentijdschrift Fortune vroeg zich zelfs af of Gen Z vakbonden in de VS weer mainstream zou maken. Laten we ons dus niet miskijken op dalende ledencijfers of pessimistisch zijn over de verenigde kracht van jongeren.

Aanleiding van de berichtgeving was de recente vakbondsoverwinning bij Starbucks in Buffalo, New York. Uitgesproken jonge mensen staken hun nek uit en verenigden zich. Ook bij de recente vakbondsrally’s bij Amazon toonde de verslaggeving vooral rimpelloze gezichten van hoofden met beanies , baseball caps of paarse haren op. Zij doen iets waar een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht vanuit gaat: zij kiezen ervoor een vakbond te vormen.

Opmerkelijk was het cijfermateriaal dat beide media aandroegen om de bevindingen te staven. Jongeren worden in de VS niet plots massaal lid. In de jongste leeftijdscohorte is dat slechts 4,4 procent van de werknemers. Wel was de attitude van jonge mensen in de VS sinds 1964 nooit vakbondsgezinder dan nu. 77 procent van de volwassenen tussen 18 en 34 steunt er de vakbonden. Men is het in de Verenigde Staten eindelijk nog eens over iets eens.

Misschien ligt dat aan de enorme precariteit en onzekerheid waarmee jonge mensen ook in de VS dagelijks geconfronteerd worden. Of misschien speelt een generationeel gegeven. Jonge mensen groeien vandaag op in het donker van een klimaatcrisis die hen ongemeen hard zal treffen. Dat doet beseffen dat problemen collectief opgelost moeten worden. Als het zo eenvoudig is, zouden we in De Morgen en Knack dan geen gelijkaardige berichtgeving verwachten?

16
column

MAGIE

Twee verschilpunten met België zijn relevant. Ten eerste: in de VS is meer ruimte voor grassroots -initiatieven van jonge vakbondsvertegenwoordigers. Dat is logisch: de syndicalisatiegraad is er veel lager. Er is simpelweg meer bedrijfsterrein te winnen.

Jonge werknemers kunnen dan zelf vormgeven wat het betekent om bij een vakbond te zijn. Zij worden niet geconfronteerd met weerbarstige structuren, een stijlgids die vastlegt hoe groot een tussentitel moet zijn, of met vakbondsvertegenwoordigers die al jaren hetzelfde mandaat opnemen en wie ze misschien als jongerenkandidaat op de lijst kunnen vervoegen. Hun wordt niet verteld dat het minstens twee jaar duurt voor je de weg in de beweging kent.

Ten tweede: het is een proces van collectivisering dat de trein naar jongerenland daar op de rails zet. Die jongeren kampen allemaal met dezelfde problemen en verenigen zich. De corebusiness van het ACV vandaag, individuele dienstverlening en een lobby voor de gemeenschappelijke belangen van leden, heeft daar eigenlijk weinig mee te maken. Deze mensen sluiten zich niet aan bij een vakbond die hen vertegenwoordigt, maar vormen er één. Wat dan gebeurt, is magisch. Eén plus één is niet langer twee.

Wij moeten dat binnen onze prachtige organisatie, denk ik, opnieuw mogelijk maken: een vakbond vormen. Laten we niet-voorgekauwde, grassroots -initiatieven van vereniging koesteren en stimuleren. Er gaat een enorme aantrekkingskracht vanuit.

17

MENSENRECHTEN IN OVERHEIDSOPDRACHTEN VAN WETGEVING NAAR

AANKOOPPRAKTIJK

Hoewel prijs doorslaggevend blijft, worden ook duurzaamheidsoverwegingen steeds vaker meegenomen in openbare aanbestedingen. Vooralsnog ligt de focus echter vooral op milieu, terwijl sociale uitdagingen veel minder aandacht krijgen. Doorheen de toeleveringsketens van vele goederen en diensten die overheden aankopen bestaan echter belangrijke risico’s op mensenrechtenschendingen. Maar welke mogelijkheden biedt de bestaande wetgeving inzake overheidsopdrachten om met die risico’s aan de slag te gaan? Hoe kunnen aanbestedende overheden tot actie aangezet worden? En hoe kan zulke actie er dan uitzien?

DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN AANBESTEDENDE OVERHEDEN

Vele goederen en diensten die overheden aankopen zijn het resultaat van lange en uitermate complexe toeleveringsketens, waarin ernstige risico’s kunnen bestaan op het vlak van mensenrechten. Denk aan de uitbuiting van arbeiders op katoenplantages en in fabrieken waar werkkledij geproduceerd wordt, aan de werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten in Spaanse serres waar onze verse groenten geteeld worden, of aan het totaalgebrek aan vakbondsvrijheid in Aziatische fabrieken waar ze onze computers produceren.

18

In 2011 keurden de Verenigde Naties een set principes1 goed inzake bedrijven en mensenrechten, waarin de plichten en verantwoordelijkheden van zowel overheden als bedrijven omschreven worden. Waar bedrijven de verantwoordelijkheid hebben om mensenrechten te respecteren, moeten overheden bescherming bieden tegen mensenrechtenschendingen door bedrijven. Daarnaast worden overheden ook geacht om de mensenrechten te respecteren en te promoten in hun eigen aankoopbeleid. Ook de Europese Commissie2 en de OESO3 hebben recentelijk richtlijnen gepubliceerd op het vlak van sociaal verantwoord overheidsaankopen, die ook aandacht besteden aan mensenrechten

EU-RICHTLIJN 2014/24/EU: OPPORTUNITEIT OF DWANGBUIS?

De basis voor nationale wetgeving inzake overheidsopdrachten binnen de Europese Unie is Richtlijn 2014/24/EU. Die richtlijn wordt door velen gezien als een stap in de richting van een duurzamere publieke aankooppraktijk. Hoewel de richtlijn geen enkele (!) expliciete verwijzing bevat naar mensenrechten, biedt ze toch opportuniteiten, en zelfs (indirecte) verplichtingen, om met mensenrechten aan de slag te gaan:

• De ‘verplichte sociale clausule’ (Artikel 18(2)): Lidstaten moeten ‘gepaste maatregelen’ nemen om te garanderen dat contractanten en subcontractanten (zie Artikel 71(1)) tijdens de uitvoering van opdrachten de sociale wetgeving en de arbeidsconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) naleven.

• Uitsluitingsgronden (Artikel 57): Aankopers moeten ondernemers 4 uitsluiten indien ze veroordeeld zijn voor sociale fraude, kinderarbeid of mensensmokkel. Ze mogen ondernemers uitsluiten indien aangetoond kan worden dat ze artikel 18(2) overtreden hebben, of indien zich schuldig hebben gemaakt aan ‘ernstig professioneel wangedrag’.

• Abnormaal lage prijzen (Artikel 69): Inschrijvingen moeten afgewezen worden indien ze een abnormaal lage prijs hebben, die aantoonbaar te wijten is aan het niet naleven van artikel 18(2).

• Gunningscriteria (Artikel 67): De gunning van overheidsopdrachten dient te gebeuren op basis van het principe van de ‘economisch meest voordelige inschrijving’. Hoewel gunning louter op basis van prijs mogelijk blijft, mogen overheden ook andere, kwalitatieve criteria meenemen in hun beoordeling, zoals sociale- en milieucriteria.

19

• Uitvoeringsvoorwaarden (Artikel 70): Aankopers kunnen gebruikmaken van uitvoeringsvoorwaarden, die tevens bedoeld kunnen zijn om de naleving van de IAO-conventies te garanderen (Recital 98).

• Keurmerken (Artikel 43): In de technische criteria, gunningscriteria of uitvoeringsvoorwaarden kunnen keurmerken (labels of certificaten) geeist worden als bewijs dat aan bepaalde criteria voldaan wordt.

Hoewel de richtlijn kansen biedt om mensenrechten te integreren in de aankooppraktijk, heeft ze ook duidelijke beperkingen5. Ten eerste ligt de focus vooral op milieu. In zoverre er aandacht is voor sociale uitdagingen, gaat het vooral over sociale fraude en tewerkstelling binnen Europa. Ten tweede is er een duidelijke voorkeur voor vrijwillige actie, en blijven dwingende maatregelen beperkt tot het respecteren van bestaande wetgeving. Ten derde zijn aankopers ten allen tijde gebonden aan de principes van (onder meer) non-discriminatie en proportionaliteit. Dit betekent onder meer dat, indien er een keurmerk gevraagd wordt, ook andere vormen van bewijs aanvaard moeten worden (non-discriminatie); en dat enkel eisen geformuleerd mogen worden die verband houden met de goederen of diensten die worden aangekocht, en niet met het algemene beleid van ondernemers (proportionaliteit). Ten vierde omvat de richtlijn veel vage formuleringen (bijvoorbeeld ‘gepaste maatregelen’), en laat ze heel wat ruimte voor interpretatie door de lidstaten.

BELGIË EN VLAANDEREN: GEBREK AAN EEN COHERENT

EN AMBITIEUS BELEID

De EU-richtlijn werd door de Belgische federale staat omgezet in nationale wetgeving via de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. Afgezien van een aantal specifieke bepalingen inzake onderaanneming6 is de Belgische wetgever niet noemenswaardig afgeweken van de richtlijn. Dit betekent onder meer dat de nadruk ligt op vrijwillige actie door aanbestedende overheden7.

Afgezien van twee omzendbrieven8 en summiere passages in het ‘Nationaal Actieplan Ondernemingen en Mensenrechten’ (2017) en het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling (2021) bestaat er op federaal niveau niet zoiets als een coherent beleid inzake sociaal verantwoord (en

20

bij uitbreiding duurzaam) publiek aankopen. Ook op Vlaams niveau vinden we niets meer dan een korte paragraaf over ‘De naleving van IAOnormen en opname principes voor duurzame handel, sociale criteria en tegengaan van sociale dumping’ in het Vlaams actieplan duurzame overheidsopdrachten van 2016-2020 (dat vooralsnog geen opvolger heeft).

BESTAANDE AANKOOPPRAKTIJKEN

Uit onze interacties met publieke aankopers9 blijkt dat de expertise en capaciteit op het vlak van mensenrechten zeer beperkt blijft. Toch zien we dat sommige overheden voorzichtige stappen zetten in de richting van een sociaal verantwoord aankoopbeleid. Op het vlak van mensenrechten zien we dat deze acties vaak beperkt blijven tot het aankopen van fairtrade producten; hoewel ook steeds vaker gebruik gemaakt wordt van ethische clausules die leveranciers verplichten om de mensenrechten (vaak vernauwd tot de IAO-conventies) te respecteren. Vaak blijven zulke clausules echter dode letter, en laat de opvolging van leveranciers te wensen over. Eerder dan een gebrek aan goede wil, is dit vooral te wijten aan een gebrek aan expertise en capaciteit bij aanbestedende overheden.

DIALOOGCLAUSULE BIJ KU LEUVEN

In het kader van een driejarig project10 waarbij KU Leuven trachtte om de basis te leggen voor een beleid van ‘ketenzorg’ aan de universiteit, werd aan een nieuw raamcontract voor printer-copiers een clausule toegevoegd, waarin de leverancier gevraagd werd om gedurende de looptijd van het contract de dialoog aan te gaan over mensenrechten. Daaraan werden concrete afspraken verbonden, zoals regelmatige rapportage, het bijwonen van vergaderingen, en het verschaffen van concrete informatie over de toeleveringsketens van producten aangekocht door KU Leuven.

NAAR DWINGENDE WETGEVING?

Hoe kunnen aanbestedende overheden dan wel aangezet worden tot actie? Een eerste mogelijkheid is om dwingender op te treden. Zo zijn sommige aanbestedende overheden in Noorwegen en Nederland verplicht om

21

ethische clausules op te nemen in contracten voor goederen en diensten uit ‘risicocategorieën’.

Dwingende maatregelen hoeven niet eenzijdig gericht te zijn op de vraagzijde. In navolging van verschillende lidstaten zal de Europese commissie allicht dit jaar een richtlijn inzake supply chain due diligence voorstellen, die bedrijven verplicht om due diligence -plannen op te stellen, waarin ze aangeven hoe ze met mensenrechtenrisico’s aan de slag gaan. Net zoals in Duitsland het geval zal zijn vanaf 202311, zou het niet nakomen van die verplichting kunnen leiden tot een (tijdelijke) uitsluiting van de markt voor publieke aanbestedingen.

HET BELANG VAN EEN SLIMME BELEIDSMIX

Hoewel dwingende wetgeving een plaats kan en mogelijk moet hebben binnen een bredere beleidsaanpak, dient ten allen tijde nagedacht te worden over de haalbaarheid van wetgeving. Noch aanbestedende overheden, noch de meeste bedrijven, beschikken op dit moment over de noodzakelijke capaciteit en expertise om risico’s in complexe globale ketens systematisch te monitoren, laat staan om een sluitend antwoord te formuleren op die risico’s. Indien geopteerd wordt voor dwingende wetgeving, is het belangrijk om een gedifferentieerde aanpak uit te werken die rekening houdt met de capaciteit van verschillende overheden en bedrijven, en die voorziet in ondersteunende maatregelen. Indien wetgeving geen onderdeel uitmaakt van zulk een slimme mix, riskeert ze in het beste geval een oefening in compliance te worden.

Noch aanbestedende overheden, noch de meeste bedrijven, beschikken op dit moment over de noodzakelijke capaciteit en expertise om risico’s in complexe globale ketens systematisch te monitoren, laat staan om een sluitend antwoord te formuleren op die risico’s.

EEN HOLISTISCHE VISIE OP AANKOOP

Initiatieven op het vlak van duurzaam aankopen focussen vaak op specifieke elementen van het aankoopproces, zoals het gebruik van keurmerken of ethische clausules. Eerder dan een of-of-verhaal, is het belangrijk om na te denken over hoe verschillende instrumenten en acties gecombineerd kunnen worden, om de marktstandaard inzake mensenrechten te verhogen.

22

TRUSTONE: EEN HOLISTISCHE VISIE OP HET AANKOOPPROCES?

Trustone is het Nederlandse convenant internationaal verantwoord ondernemen in de natuursteensector, dat ook gesteund wordt door de Vlaamse overheid. In haar aanbevelingen naar publieke aankopers wordt in eerste instantie de klemtoon gelegd op uitvoeringsvoorwaarden, die leveranciers verplichten om een due diligence -beleid te ontwikkelen. Op termijn is het de bedoeling om de uitvoeringsvoorwaarden te koppelen aan gunningscriteria, die aankopers toelaten om koplopers in de markt te belonen bij latere aanbestedingen.

NAAR MEER INCLUSIEVE EN EFFECTIEVE MONITORING

Aan het eind van de rit staat of valt het succes van elke poging om risico’s in globale ketens aan te pakken met een effectieve monitoring op het terrein. Zeldzame pogingen van overheden (bijvoorbeeld lokale overheden in Zweden en Denemarken) om de situatie bij leveranciers te monitoren maken gebruik van sociale audits, uitgevoerd door privéfirma’s. Er worden echter steeds meer vragen gesteld bij de mate waarin zulke audits effectief problemen kunnen detecteren zoals ze zich stellen voor werknemers12. Om te komen tot een meer effectieve aanpak, is er nood aan innovatieve partnerschappen waarbij niet enkel overheden en bedrijven betrokken zijn, maar ook andere partners.

ELECTRONICS WATCH: BELOFTEVOL, MAAR (VOORALSNOG) ZONDER GELIJKE

Electronics Watch is een ngo die streeft naar betere werkomstandigheden in de elektronicasector, via partnerschappen tussen aanbestedende overheden en ‘monitoringpartners’ in productielanden als Vietnam of China. In ruil voor een ledenbijdrage krijgen overheden ondersteuning bij de opvolging van leveranciers, die geacht worden om de Electronics Watch Code of Labour Standards te respecteren. Door haar ledenbestand systematisch uit te breiden hoopt Electronics Watch haar marktinvloed te vergroten. Ook verschillende Belgische (semi-)publieke instellingen (facilitair bedrijf, Stad Gent, Universiteit Gent) hebben zich intussen aangesloten. Hoewel dit model potentieel heeft, blijven er uitdagingen bestaan om toegang te krijgen tot de werkvloer. Bovendien bestaan er vooralsnog geen gelijk(w)aardige initiatieven in andere sectoren.

23

1. https://www.ohchr.org/documents/publications/guidingprinciplesbusinesshr_en.pdf

2. https://ec.europa.eu/docsroom/documents/45767

3. https://www.oecd.org/gov/integrating-responsible-business-conduct-in-public-procurement-02682b01-en.htm

4. De richtlijn definieert ‘ondernemers’ in ruime zin als ‘personen en/of entiteiten (…) die de uitvoering van werken, de levering van producten of de verrichting van diensten op de markt aanbieden’ (zie EU-richtlijn 2014/24/EU, considerans n°14).

5. Deze analyse is gebaseerd op Martin-Ortega, O., Outhwaite, O., & Rook, W. (2015) Buying power and human rights in the supply chain: legal options for socially responsible public procurement of electronic goods. The International Journal of Human Rights, 19(3), 341-368; Wiesbrock, A. (2015). Socially Responsible Public Procurement. In Sjåfjell, B., & Wiesbrock, A. (Eds.), Sustainable public procurement under EU law: new perspectives on the state as stakeholder (7598). Cambridge University Press.

6. Het KB van 22 Juni 2017 verbiedt in enkele gevallen het volledig of gedeeltelijk uitbesteden van taken door de opdrachtnemer aan onderaannemers, en stelt bijkomende voorwaarden voor onderaanneming in fraudegevoelige sectoren. Sowieso blijft de opdrachtnemer aansprakelijk ten opzichte van de aanbesteder wanneer hij de uitvoering van zijn taken geheel of gedeeltelijk aan derden uitbesteedt (https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_ lg.pl?language=nl&la=N&table_name=wet&cn=2017062201).

7. Repriels, K. (2016). Sociale rechtvaardigheid bij overheidsopdrachten: Parlement moet nieuwe wet overheidsopdrachten bijsturen. De Gids op Maatschappelijk Gebied, Februari 2016, 61-64.

8. Omzendbrief van 16 mei 2014 - Integratie van duurzame ontwikkeling, met inbegrip van sociale clausules en maatregelen ten voordele van kleine en middelgrote ondernemingen, in het kader van overheidsopdrachten geplaatst door federale aanbestedende instanties; Omzendbrief van 10 juli 2017 - Strijd tegen sociale dumping bij overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten.

9 Naast verschillende bilaterale contacten met publieke aankopers organiseerden we op 27 mei 2021 twee (online) focusgroepen, waaraan publieke aankopers (CM, BPost, stad Sint-Niklaas, en de Vlaamse overheid) en verschillende bedrijven en middenveldorganisaties deelnamen.

10. https://hiva.kuleuven.be/sites/sustainablesupplychains

11. Voor meer informatie, zie https://www.reguvis.de/vergabe-alt/news/newsletter-vergabe/nachrichten-vergaberecht/nachrichten-detail/artikel/bundeskabinett-beschliesst-entwurf-fuer-lieferkettengesetz-auswirkungen-auf-das-vergaberecht-43001.html

12. Clean Clothes Campaign (2019). Fig leaf for fashion. Retrieved from https://cleanclothes.org/filerepository/figleaf-for-fashion.pdf

24 N

TIJD EN NABIJHEID

Michèle Morel

Tijd en nabijheid. Het zijn topcadeaus om te krijgen. Even geleden lagen ze nog onder de kerstboom voor onze twee kleuters, want vliegertje spelen op het tapijt blijkt beter te scoren dan een op afstand bestuurbare monstertruck. En ik volg ze: geef mij maar een massage cadeau eerder dan een zilveren juweel. Niets heerlijker dan tijd en nabijheid.

De voorbije coronajaren hebben er een zeldzaam goed van gemaakt. Ik mis de onbedekte glimlach van de schooljuf aan de poort, de warme handdruk bij een nieuwe ontmoeting en de gratis-knuffelacties aan het station. Het lijkt nog stiller in de trein dan vroeger. De gezellige babbels met wildvreemden in de koffiebar zijn verleden tijd.

Van het alledaagse leven naar de zorg: daar hebben tijd en nabijheid een nog grotere klap gekregen. Met als dieptepunt onze palliatieve medeburgers die de laatste fase van hun leven op een (te) eenzame wijze moeten doormaken. Minder tijd voor zachte zorg, minder strelende troosthanden. Minder ruimte voor helend afscheid.

Maar heeft u ooit al gehoord van het eindelevensgesprek ? Dat is bij uitstek een gebeuren waar tijd en nabijheid zegevieren, ook in covidtijden. Enkele maanden geleden voerde ik voor het eerst zo’n gesprek. Na een lange trein- en busrit richting een afgelegen Vlaams dorp sta ik voor de deur van een jonge vrouw die afscheid moet nemen van het leven. Ik ben geen huisarts, geen palliatief verpleegkundige en geen psycholoog. Het diploma dat ik wel heb, laat ik aan de deurdrempel liggen. Ik stap binnen als mens. Een mens met tijd en nabijheid in zijn rugzak.

De tranen vloeien en de woorden vormen zinnen. Een gesprek over het leven en de dood. Niet over de ziekte, pijnmedicatie of zorgnoden, maar over gevoelens en gedachten. Over de persoon achter de aandoening, in zijn totaliteit, in zijn kwetsbaarheid en zijn kracht. Over angst en dankbaarheid, spijt en schoonheid. Over liefde! Liefde voor het leven, liefde voor

column 25

naasten. En over moeilijk verwoordbare zaken, die de ruimte krijgen om in taal omgezet en uitgesproken te worden. Oncomfortabel. Bevrijdend.

Een gesprek wordt een verhaal. Een eindelevensverhaal, dat deuren opent naar meer gesprekken. Gesprekken met dierbaren, zo moeilijk maar zo verbindend. Het verhaal wordt een boekje: een tastbare herinnering nadat de geliefde haar ogen heeft gesloten.

Ik stap naar buiten en hoor de poort achter me dichtgaan. Even laten bezinken wat zich zonet binnen dat landelijke huis heeft afgespeeld. Verwonderd en overdonderd. Hoe kan op zo’n korte tijd zoveel openheid en verbondenheid ontstaan tussen twee mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten? Hoe buitengewoon mooi is het dat iemand je deelgenoot laat zijn van zijn essentie?

Op de bus richting Brussel zit ik met een krop in de keel naar buiten te staren. Ik besluit om bij thuiskomst mijn to-dolijst te laten voor wat ze is en vliegertje te spelen op het salontapijt.

26

HISTORISCH HOGE ENERGIEPRIJZEN

‘WE STELLEN LIEVER EEN OPERATIE UIT DAN ONZE KINDEREN IN DE KOU TE ZETTEN’

‘De hoge energieprijzen zullen energieschulden creëren’, zegt Stefan Goemaere, deskundige energiearmoede. En vergis je niet, energiearmoede vind je overal. ‘Ik kom ook bij de advocaat en tandarts over de vloer.’

Al bijna tien jaar lang komt hij over de vloer in onverlichte en onverwarmde huizen in de Westhoek. Stefan Goemaere is projectmedewerker energiearmoede bij SAAMO, tot voor kort gekend als Samenlevingsopbouw. Met de bewoners overloopt hij energierekeningen en bespreekt hij mogelijkheden om het verbruik omlaag te brengen. Maar evengoed zit hij regelmatig met netbeheerder Fluvius en energiemaatschappijen rond de tafel om te kijken hoe toch iedereen zich een minimum aan licht en warmte kan veroorloven. Ook in deze tijden van piekende energieprijzen.

‘Dat je nu energieschulden maakt, is logisch. Stel dat je normaal al nauwelijks rondkomt met je laag inkomen, dan is het met een onverwachte energierekening van 400 euro wel heel moeilijk om uit de schulden te blijven. Toch zet Vlaanderen vooral in op het vermijden van die schulden. Een goed sociaal principe, maar het gaat voorbij aan de realiteit. Ik kom nu mensen tegen die een doktersbezoek of een operatie uitstellen om toch maar de energiefactuur te kunnen betalen. We beknibbelen liever op andere essentiële zaken dan onze kinderen in de kou te zetten.’

27
Tekst Nils De Neubourg Foto Tom Talloen

Wanneer ben je energiearm?

‘Energiearmoede kent twee vormen: moeite hebben om de energiefacturen te betalen of je verbruik enorm beperken om toch maar de factuur aan te kunnen. Objectieve cijfers over energiearmoede geven aan hoeveel mensen in schulden zitten en dan bijvoorbeeld een budgetmeter moeten gebruiken. Of het aandeel van de gezinnen dat meer dan tien procent van het budget aan energie spendeert. Maar daarnaast heb je ook nog de verborgen armoede: mensen die slechts één kamer in het hele huis verwarmen of de thermostaat op 16 graden zetten. Die mensen duiken minder op in de cijfers.’

28

Over hoeveel mensen gaat het?

‘In Vlaanderen gaat het ongeveer over 15 tot 17 procent van de huishoudens dat energiearm. Dat komt overeen met 400 000 gezinnen.’

21 % energiearmoede

Meer dan een op de vijf huishoudens kent energiearmoede

bron: Energiebarometer 2021 Koning Boudewijnstichting

Cijfers over algemene armoede zijn van eenzelfde grootorde. Zijn dat dezelfde mensen?

‘Die twee groepen overlappen, maar niet helemaal. Een groot deel van de groep armen valt ook in de categorie van energiearmoede. Door de beschermingsmaatregelen is er ook een groep die eigenlijk hun energie niet zouden kunnen betalen, maar daar dankzij bijvoorbeeld een sociaal tarief wel in slagen. Aan de andere kant betekent dat er ook wel wat mensen uit de middenklasse met energieproblemen kunnen kampen.’

‘We zien heel veel alleenstaanden die risico lopen op energiearmoede, zeker met kinderen of wanneer ze net een scheiding achter de rug hebben. Iemand die in een supermarkt werkt, daarom een beperkt loont heeft en na een scheiding plots naar een huurhuis moet loopt makkelijk tegen betaalmoeilijkheden van de energiefactuur aan.’

Energiearmoede treft dus ook de gewone man of vrouw in de middenklasse?

‘Dat is inderdaad zo, zeker met de recente prijsstijgingen van energie. In opdracht van het OCMW bezoek ik ook mensen thuis om te kijken wat ze aan hun hoge energiekosten kunnen doen. Zo kom ik ook bij een advocaat of een tandarts. Ook zij kampen met hoge energiekosten en een gebrek aan middelen om die te betalen. Die advocaat geeft dan weliswaar aan dat het een tijdelijk probleem is, maar het feit dat ik er langsga betekent wel dat hij al schulden heeft opgebouwd bij zijn energieleverancier. Voor het OCMW dan weer bij mij aanklopt gaat er minstens een half jaar voorbij. Een tijdelijk probleem is dus relatief.’

Voorschotfacturen tot 500 euro per maand of meer zijn tegenwoordige een realiteit voor een deel van de gezinnen. Dan spendeer je zelfs met een zogenaamd goed loon al snel meer dan tien procent van je inkomen aan energie, de grens om over energiearmoede te spreken.

29

800 000

voor gezinnen sinds de start van de coronacrisis

bron: Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven

‘Daar zit ook het verschil tussen de middenklasse en de lagere inkomens. Een gezin uit de middenklasse kan misschien nog die hoge facturen betalen, maar moet er soms spaargeld voor gebruiken. Voor mensen die nooit kunnen sparen is dat geen optie. Gezinnen met lagere inkomens zullen dus eerder schulden opbouwen. Maar of je nu aan je spaargeld zit of schulden maakt, voor iedereen zijn het zware kosten.’

Verdwijnt het probleem niet als de prijzen over een tijdje weer dalen?

‘Dat valt moeilijk te voorspellen. Alleszins hebben we vanaf de lente wat tijd, want gas gebruiken we vooral om te verwarmen. Dat is dan minder nodig. De vraag is vooral hoe het volgende winter met de prijzen gesteld staat. Mensen die nu het hoofd boven water houden dankzij een afbetalingsplan bij hun leverancier zijn heel afhankelijk van die prijzen in de toekomst. Want als die zo hoog blijven, stapelen de schulden zich steeds hoger op tot ze onhoudbaar worden.’

Valt er een trend op te maken uit de cijfers over mensen met te zware energiekosten?

‘Tot nu bleven de cijfers nogal stabiel. Maar die zullen binnenkort wel flink omhoog gaan, vrees ik. Het zijn huidige facturen die voor problemen zorgen. Heel wat mensen zijn nu bezig met het afspreken van een afbetalingsplan voor hun energie. Het enige geluk is de uitbreiding van het sociaal tarief als coronamaatregel, en dat voorlopig nog tot maart 2022. Zo krijgen mensen met beperkte financiële middelen toch enige tijd bescherming tegen de hoge prijzen.’

30
nieuwe afbetalingsplannen

‘Maar wat gebeurt er vanaf april? Dan hebben veel van die mensen een nieuw contract nodig. En tegen welke tarieven dan? En mensen die nu toch geen sociaal tarief hebben maar normaal al hun volledige budget nodig hebben om van te leven, nu zeker schulden beginnen opbouwen bij hun leverancier. Onbetaalde facturen kan je even opstapelen, maar na enkele maanden kom je dan bij de netbeheerder terecht. Die cijfers kennen we binnenkort pas. En zelfs als de prijzen binnenkort weer dalen, kunnen de gevolgen zich nog een tijd laten voelen. Die dienen zich uitgeteld aan.’

De energiearmoede bleef ook de voorbije jaren op hetzelfde niveau. Werken maatregelen als een sociaal tarief dan onvoldoende?

‘Het sociaal tarief werkt wel om energie betaalbaar te houden. Alleen heeft in tijden buiten corona slechts een kleine groep mensen recht op dat tarief, zoals een gedeelte van de mensen met een leefloon of een invaliditeitsuitkering. Die mensen bescherm je wel, maar niet de mensen die moeten werken aan een laag loon. Omdat ze geen uitkering ontvangen, hebben ze zelden recht op een sociaal tarief. Voor die groep zien we nu dat het tijdelijke uitbreiding van het verlaagd tarief een groot verschil maakt.’

van Engie Electrabel

betalen hun facturen te laat, niet of hebben een afbetalingsplan

bron: Engie Electrabel

‘Tegelijkertijd heeft een op de tien klanten van netbeheerder Fluvius ook recht op dat tarief. Dat ze bij Fluvius terechtkomen wilt zeggen dat ze bij hun commerciële leverancier de facturen niet konden betalen, zelfs niet aan die lagere prijs. Vooral daar moeten we kijken en ons afvragen hoe het komt dat die groep niet in staat is de allerlaagste prijs voor gas en elektriciteit te betalen. In veel gevallen heeft dat te maken met te lage uitkeringen en te hoge andere kosten, zoals een hoge huurkost. Omdat ze geen betaalbare woning vinden, is iedere andere kost er al een te veel. Dat zeg ik op basis van ervaring, want onderzoek ontbreekt helaas.

31
1 op de 10 residentiele klanten

15 % te hoge factuur

Voor ongeveer een op de zeven gezinnen is de energiefactuur te hoog voor het inkomen

bron: Energiebarometer 2021

Koning Boudewijnstichting

En die huurwoningen zijn ook niet altijd even goed geïsoleerd, waardoor je letterlijk energie en geld door ramen en deuren buitensmijt.

‘Dat geldt vooral voor het laagste segment in de huurmarkt, net de woningen die door kapitaalarme mensen gehuurd worden. Dat is ook de groep die in veel gevallen recht heeft op een sociale woning, maar daarvoor al een tijd op een wachtlijst staat.’

Het sociaal tarief alleen blijkt niet alles op te lossen. Welke ingrepen hebben we nog nodig in de strijd tegen energiearmoede?

‘De woonkwaliteit komt dan snel naar boven. De regering voorziet daarom als deel van het klimaatplan wel leningen en subsidies om woningen energiezuiniger te maken. Helaas zien we dat het geld vooral terechtkomt bij de rijkeren. Heel wat initiatieven gaan voorbij aan het feit dat sommige mensen geen andere keuze hebben dan huren. Overheidsgeld wordt vooral ingezet om eigenaars te helpen woningen energiezuinig te maken. Die investeringen worden vaak ook nog in de huur verrekend, waardoor mensen aan de onderkant van de huurmarkt er niet op vooruit gaan.’

‘Door subsidies voor duurzame investeringen in de vorm van goedkope leningen aan te bieden, negeer je ook nog eens een belangrijke groep, want mensen in armoede hebben soms al schulden. Daardoor mogen ze geen nieuwe lening aangaan, zelfs niet om energie te besparen. Terwijl net daar de grootste stappen richting duurzaamheid kunnen gezet worden.’

Investeringen om energie – en daarom dus ook geld – te besparen gaan dus vooral naar mensen die dat het minst nodig hebben?

‘Dat is een oud zeer. In principe zou je zo’n lening zelfs ook kunnen gebruiken om een zuinig huishoudtoestel, als een koelkast of wasmachine, te kopen. Alleen raadt het Energiehuis dat af, want de dossierkosten en -werk voor een toestel van 500 euro zijn even hoog als die voor een lening voor een renovatie van 20 000 euro. Daarom zijn we zelf ook begonnen met de verhuur van energiezuinige toestellen. Dat heeft een directe impact.

32

Met financiële hulp zou zo’n initiatief breder uitgerold kunnen worden. In dezelfde lijn ligt het aanbieden van ledlampen in plaats van klassieke spaarlampen. Zulke initiatieven geven iedereen de mogelijkheid om zelf duurzaamheid in handen te nemen.’

Ik onthoud: eenvoudige ingrepen voor iedereen mogelijk maken. Maar gaan die kleine dingen ook echt het verschil maken voor je energierekening?

‘Huizen die twintig à dertig jaar geleden gebouwd of verbouwd werden, hebben vaak ingebouwde halogeenspotjes. Dat verbruikt enorm veel. Tien van die spotjes in je plafond kosten je per jaar ongeveer 200 euro. Een ledlamp verbruikt slechts een tiende. Eigenlijk zou een overheid daar beter en breder over kunnen sensibiliseren.’

Zit het beleid dan niet verkeerd wanneer we allemaal zelf opdraaien voor de kosten van een zuinige ledlamp terwijl de al dan niet directe subsidies voor de Tesla van een select publiek tot in de duizenden euro’s gaat?

‘Dat is een pijnlijke realiteit, die we ook nog kennen van de beginperiode van de zonnepanelen. In beide gevallen zijn de winsten voor de mensen die het zich kunnen permitteren, terwijl de mensen die het zich niet kunnen veroorloven net wel mee de kosten dragen. Dat is pervers.’

‘Ook wat de kosten voor de distributies betreft, zien we zo’n effect. De grootste energieverslinders zijn de megabedrijven, maar die betalen relatief veel minder dan gezinnen en kmo’s. Die laatsten dragen dus vooral de kosten. Daar zou je ook kunnen zoeken naar een evenredige verdeling van de kosten.’

‘Hetzelfde geldt eigenlijk voor veel inspanningen voor het klimaat. Want hoewel een ledlamp indraaien of de kraan sluiten tijdens het tandenpoetsen misschien wel een verschil maakt voor de portemonnee, is het maar een kleine druppel in de aanpak van de klimaatopwarming. Je kraan dichtdraaien is nodig, maar tegelijkertijd zie je bij grote bouwwerken het opgepompt en proper water gewoon wegstromen.’

De klimaatcrisis moet wel aangepakt worden. En alle bewustmakingscampagnes ten spijt blijken we toch pas stil te staan bij ons energieverbruik bij

33

hoge energieprijzen. Hoe breng je dat soort financiële prikkels om duurzamer om te gaan met energie samen met betaalbare energie?

‘Als overheid moet je met beleid zowel kijken naar wat je ermee wil bereiken, zoals duurzamer gedrag, als naar wie erbij verliest. Maatregelen zijn niet per se slecht, maar je moet tegelijkertijd ook kijken naar de sociale effecten. Door heel vervuilende brandstoffen als stookolie duurder maken om het gebruik te ontmoedigen, duw je mensen in energiearmoede. Vraag je af wie er hulp nodig heeft om net mee te kunnen in die duurzame beweging. Al kost dat natuurlijk ook weer geld.’

‘Het is een deel van een groter plaatje. Kijk naar de gele hesjes in Frankrijk. Dat protest ontstond als reactie op hogere dieselprijzen. Ze waren kwaad omdat ze daar zo afhankelijk van zijn. Maar als ze alternatieven als toegankelijk openbaar vervoer of deelauto’s zouden hebben, zou er al minder woede zijn. Zo maak je van ook een deel van de verliezers weer winnaars van een beleid. Wat ze nu vooral voelen is dat ze geraakt worden in de portemonnee omdat ze alleen een oude dieselauto hebben terwijl dat iemand die een dure elektrisch Porsche koopt, daarbij nog financiële hulp krijgt. Mensen voelen zich dus ongelijk behandeld.’

‘Onbedoeld doen sommige maatregelen mensen soms zelfs net teruggrijpen naar zeer vervuilende alternatieven. Voor mensen die het niet breed hebben is dat dan een oplossing. Ik zie mensen hun huis verwarmen met afvalhout en zelfs weer steenkool, zoals vroeger. Of mensen die wel op aardgas kunnen verwarmen maar voor houtpellets kiezen als noodoplossing. Dat je steenkool of houtpellets per zak in de Brico kan halen, zien zij als voordeel. Je verbruik blijft helemaal onder controle en de kosten per zak zijn meer behapbaar. Die tendensen blijven vaak ook onder de radar.’

bron: Energiebarometer 2021 Koning Boudewijnstichting

34
43 % van de oudere alleenstaanden is energiearm

NIEUW JAAR

We weten niet eens meer of we ergens voor, ergens na of ergens middenin zitten – vermoedelijk alles tegelijk. Ondanks varianten, immer hetzelfde. Zonder lange termijnplan voor leven met corona, moeten we het dus weer zelf oplossen. Daarom een kalender voor een nieuw normaal, een nieuw jaar. Maar dan helemaal anders.

Februari. Tournée Minérale wordt afgevoerd. Wegens slechte timing. Januari is al een vreselijke maand: tergend lang, altijd donkerder dan verwacht, plus nu omikron. We hebben verdoving nodig.

De EU beslist, als onderdeel van de Green New Deal, CO2 op te slaan in lege vliegtuigen van Lufthansa en Brussels Airlines, die 18 000 keer naar een ander continent vliegen. Ook u kunt mee helpen CO2-vervluchtigen naar ver weg: vlieg minder!

Carnaval wordt getransfereerd naar putje zomer. Dan kan het een Rio de Janeiro-uitstraling krijgen.

14 maart. Slimste Mens Geert Meyfroidt bespreekt live de modellering van de verwachte buitentemperaturen versus de milde en kwalijke cijfers. Bij gunstige uitkomsten verklaart het Overlegcomité daarna de lente voor geopend. Meteen ook de opening van de voetbalcompetitie (maart-oktober) en het niet-gesubsidieerde theaterseizoen.

18 maart. Allesanders De Croo verklaart dat de regering tot de kernuitstap zal besluiten voor het zomerreces. Dan is er minder energie nodig en zal er, de klimaatopwarming zij dank, ook op termijn steeds minder nodig zijn. Bart De Wever nodigt, eveneens, iedereen uit tot een kernuitstap: naar Doel.

Pasen. Zoek paaseieren voor de zorg. Laat ze bezorgen door bpost.

1 mei. Prins Conner Rousseau leidt de dance party vanuit zijn kustoord en past de SP.Assepoester haar muiltje aan. En houdt daarna meetings (niet meetings) met de matekes van morgen, van influencers tot gamers.

column 35

Hemelvaartdag. Beweging.zet viert, na 130 jaar, voortaan Rerum Movarum en (vaccin)eert zorgzamers, veerzachtigen, Okranigen en toekomstige gemeenschapsdienaars.

Pinksteren. Iedereen kiest een eigen feestdag.

1 juli. Begin nationale vakantiemaand. Schoolvakantie duurt vier weken. Kortere zomervakantie, langere kerstvakantie.

11 juli. Vlaanderen upgradet zijn feestdag naar 11 oktober, dag waarop Bart De Wever in 2012 de trappen van ’t Schoon Verdiep besteeg.

15 augustus. Intocht Sinterklaas.

Laatste weekend augustus: viering Nieuwjaar met recepties en toespraken. September. Nationale boostermaand. Geopend met live uitzending van de Koninklijke Eerste Oppepprik.

6 september. Sinterklaas. Meer dan vier mensen mogen meespelen, behoudens kwetsbare grootouders en snotterige kleuters.

7 oktober. Begin boekenhamsterweek. Opening gesubsidieerd theater- en concertseizoentje.

25 oktober. Nationale feestdag en Dag van de Monarchie worden voortaan gevierd op de verjaardag van toekomstige koningin Elisabeth. Zij opent het discotheekseizoen (tot 11 november).

1 november. Eerste Ventilatieweek.

11 november. Plechtige opening van het winterseizoen. Intensivist Geert Meyfroidt becijfert live de modellering dan wel modulering van de te verwachten buitentemperaturen versus de cijfers. En rondt af met: ‘De virussen komen/De virussen gaan/Zo is het altijd gegaan.’

Kijk, de gebruiken veranderen niet, de feesten ook niet, alleen het tijdstip verandert. Massale bijeenkomsten en familiereünies naar de zomer, knusse voorstellingen en plechtigheden naar de winter. Er komt misschien veel druk te liggen op de zomer, maar daarop kunnen we ons voorbereiden. Want, zegt minister van Volksgewondheid Frank Vandenbroucke, ‘als er één periode is waarin minder meer is, dan wel de winter. Maak een ferme winterslaap.’ Lockdown XL. Je krijgt er al zin in?

36

KOLONIALISTISCH DENKEN BEPAALT DE COVIDAANPAK

De Black Lives Matter-demonstraties vonden plaats in mei en juni 2020 – halverwege de eerste coronapiek – als reactie op de dood van George Floyd. In het kielzog daarvan riepen antiracisme-activisten politici, beleidsmakers, juridische instanties, de media en academische instellingen op om de noodzaak van dekolonisatie te erkennen. Dekolonisatie is een kritiek op de doorlopende en soms onzichtbare reproductie van het koloniale denken, waaronder raciale, maatschappelijke hiërarchieën en (geïnstitutionaliseerde vormen van) raciale discriminatie die hun oorsprong kenden tijdens het koloniale tijdperk.1 2 Door de coronapandemie is opnieuw duidelijk geworden dat de nalatenschap van het kolonialisme nog steeds erg tastbaar is en invloed heeft op de existentiële realiteit en geleefde ervaringen van mensen.

Met name mensen van Afrikaanse afkomst zien de sporen van het kolonialisme zowel in hun dagelijkse interacties met anderen als in institutioneel racisme. Die overblijfselen zijn ook zichtbaar in bredere systemen van kennisproductie. Daar worden er amper vraagtekens of kritische kanttekeningen geplaatst bij de dominante positie van Westerse kennis. Hoe duikt die dominante positie van de Westerse kennis ook op tijdens deze pandemie?

NIET STATISCH

Om de impact van het coronavirus en de bijbehorende maatregelen op mensen uit de Afrikaanse diaspora goed te kunnen begrijpen, is de

37

De identiteit van de diaspora is daarom niet statisch of voorspelbaar, maar komt voort uit en is verankerd in een kader van wereldwijde hiërarchieën van ras, geslacht, religieuze overtuigingen, seksuele geaardheid en burgerschap.

complexiteit van de echte of denkbeeldige wereld van hun stedelijke bestaan en dagelijkse ervaringen te vatten essentieel. Er zijn uiteenlopende manieren waarop leden van de Afrikaanse diaspora hun identiteit construeren, deconstrueren en reconstrueren.3 Dat proces gebeurt zelden op individuele basis, maar vaker in relatie tot anderen. De echte of denkbeeldige staat van in-de-wereld-zijn van mensen uit de Afrikaanse diaspora bestaat vaak (onbewust en ongewild) uit paradoxen, ambiguïteiten, tegenstellingen en ervaringen die buiten het bereik vallen van de genormaliseerde structuren van het sociale en culturele leven in de Europese stad. De identiteit van de diaspora is daarom niet statisch of voorspelbaar, maar komt voort uit en is verankerd in een kader van wereldwijde hiërarchieën van ras, geslacht, religieuze overtuigingen, seksuele geaardheid en burgerschap.

In de Afrikaanse diaspora wordt familie over het algemeen gezien in het kader van verwantschapsrollen, normen en gewoontes. Die kaders zijn micro-kosmische reflecties van de uiteenlopende intersecties van intergenerationele verbindingen en spanningen die worden gegenereerd door en voor transnationale diasporaleden. Afrikanen en Afrikaanse diaspora zijn zich doorgaans zeer bewust van de mensen die hun bloedverwanten zijn, maar verwantschap wordt niet alleen gezien in termen van bloedverwantschap. Zo noemen kinderen iedereen uit de generatie van hun ouders ‘oom’ of ‘tante’ (tantines et tontons). Op die manier worden Afrikaanse diasporische urbanscapes gevormd4, die de Afrikaanse diaspora zowel fysiek als via de allernieuwste technologieën transnationaal verbinden in steden over de hele wereld. Ze worden door Afrikaanse diaspora gezien als een amalgamatie van brede verwantschapsbanden die voortkomen uit en onderdeel zijn van hun gedeelde ervaringen en bijzondere levensgebeurtenissen. Die urbanscapes worden door de meeste diasporaleden ook ervaren als een wereldwijd stedelijk netwerk van solidariteit, maar kunnen soms evenzeer een bron van controle en conflicten zijn.

38

Het coronavirus, en met name de lockdowns, heeft een directe invloed gehad op de steun- en solidariteitsmechanismen binnen de transnationale urbanscapes van de Afrikaanse diaspora. Ondanks hun inherente heterogeniteit komen leden van de Afrikaanse diaspora vaak samen in echte of samengestelde familiecontexten voor bruiloften, dopen, uitvaarten, om te bidden in kerken, buurtcentra en heilige plaatsen, of om zich in te zetten voor een gemeenschappelijk doel in burgerinitiatieven en verenigingen.

Vaak voelen diasporaleden zich moreel verplicht om deel te nemen aan belangrijke levensgebeurtenissen zoals geboortes, overgangsrituelen, bruiloften en uitvaarten van familie in het buitenland. Dat gebeurt vaak online of telefonisch, maar ook in de vorm van daadwerkelijke bezoeken en andere fysieke ontmoetingen in Afrika en Afrikaanse diasporische urbanscapes . Die samenkomsten zijn broodnodige toevluchtsoorden of veilige havens waar zij hun dromen, verwachtingen, wensen, passies, eigenaardigheden, triomfen en successen met elkaar kunnen delen. Het zijn ook plekken waar zij omstreden, tegenstrijdige en mogelijk verstorende emoties kunnen bespreken, zoals verlating, verbijstering, ontworteling. Daarnaast kunnen zij hier hun frustratie, onrust, angst en spijt uiten, emoties die hen hebben getekend of getraumatiseerd en waaruit vaak depressies en suïcidale gedachten ontstaan.

LOCKDOWNPRIVILEGE

Door het coronavirus en de bijbehorende maatregelen kwamen die steun- en solidariteitsmechanismen, zowel in de thuislanden van Afrikaanse diasporaleden als in de diasporische urbanscapes , onder druk te staan. Voor een groot deel komt dat omdat het coronabeleid, met de focus op de (Eurocentrische) nucleaire familie als een veilige ‘bubbel’ haaks staat op de manier van leven van veel Afrikaanse diasporaleden. Daarin zijn bredere verwantschapsbanden die zich uitspreiden over transnationale urbanscapes primordiaal. Door sommige leden

Door het coronavirus en de bijbehorende maatregelen kwamen die steun- en solidariteitsmechanismen onder druk te staan. Voor een groot deel komt dat omdat het coronabeleid, met de focus op de (Eurocentrische) nucleaire familie als een veilige ‘bubbel’ haaks staat op de manier van leven van veel Afrikaanse diasporaleden.

39

Hoewel de snelle spreiding van het covidvirus de snelheid van de globalisering laat zien, vinden vaccinatiecampagnes voornamelijk op nationaal niveau plaats en worden de wereldwijde machtsverhoudingen zeer pijnlijk zichtbaar in de toegang tot en de distributie van vaccins.

van de Afrikaanse diaspora werd de mogelijkheid om jezelf terug te trekken in een ‘bubbel’ dan ook gezien als een (wit) lockdownprivilege waartegen weerstand ontstond. Die weerstand werd enkel vergroot doordat de eerste lockdown samenviel met de Black Lives Matterdemonstraties, een mondiaal moment waarin die (witte) privileges actief werden bevraagd. Maar ook op meer passieve manieren, simpelweg via tal van overlevingsmechanismen, werden de covidmaatregelen gecontesteerd.

Die koloniale dimensie in de reactie op de coronapandemie vinden we terug in de vaccinatiecampagnes. Hoewel de snelle spreiding van het covidvirus de snelheid van de globalisering laat zien, vinden vaccinatiecampagnes voornamelijk op nationaal niveau plaats en worden de wereldwijde machtsverhoudingen zeer pijnlijk zichtbaar in de toegang tot en de distributie van vaccins. Geconfronteerd met wat velen ‘vaccin-apartheid’ noemen – in feite een reflectie van de ongelijkheid in toegang tot de gezondheidszorg precorona – is het zeer urgent om een plan te ontwikkelen voor het bestrijden van de ongelijkheid in de wereldwijde toegang tot vaccins tegen corona, en mogelijke andere virussen in de toekomst.

Toch lijkt dat voor de meeste Westerse landen geen prioriteit te hebben: de derde prik wordt ontplooid terwijl grote delen van de wereldbevolking nog geen eerste prik kregen. Daarnaast worden grote doorbraken in de ontwikkeling van covidvaccinaties in China, India en zelfs delen van Afrika grotendeels genegeerd in het Westen, soms ook doordat die niet overeenkomen met het belang en het primaat van de grote Westerse farmaceutische bedrijven. Bovendien komen de meeste ‘oplossingen’ van Westerse experts, die meestal niet op de hoogte zijn van de paramedische, existentiële realiteit van Afrikanen, noch van de onoverkomelijke moeilijkheden van degenen die het hardst worden getroffen door volksgezondheidsproblemen. Het is van groot belang dat we vraagtekens plaatsen bij de onderliggende ongelijkheden en het kolonialisme van deze wereldwijde vaccinatiecampagnes.

40

Het is dan ook geen verrassing dat de Black Lives Matters-demonstraties tijdens de pandemie zulke heftige emotionele en explosieve reacties hebben uitgelokt onder Afrikaanse diasporaleden. Bovenop een structureel aanwezige angst voor reëel politiegeweld, dat zijn bestaan middenin een pandemie zowel in België als in de Verenigde Staten opnieuw bevestigde, zat die laag ongenoegen over de erg verschillende dagdagelijkse beleving van de covidpandemie zelf. Vele Afrikaanse diaspora zetten vraagtekens bij de kolonialiteit van hun structureel achtergestelde sociaaleconomische, politieke, culturele, existentiële (fysieke) en nu dus ook medische posities in steden. Verder aangespoord door hun ervaringen in de pandemie, spreken steeds meer mensen zich uit tegen racisme en eisen zij de subversie en uiteindelijke dekolonisering van de gevestigde orde.

ONGELIJKE IMPACT

De informatie over de ongelijke verdeling van vaccinaties over landen wereldwijd is zo alarmerend, overweldigend, tegenstrijdig en verwarrend dat veel Afrikaanse diasporaleden sceptisch tegenover vaccinaties staan en niet bereid zijn eraan mee te doen. Er ontstaan vragen over de neiging van het Westen om zich op ‘acute zorg’ te richten, terwijl de onderliggende chronische factoren worden genegeerd. In plaats van te geloven in het geïdealiseerde, Eurocentrische medische protocol waarin diagnose wordt gevolgd door behandeling, geloven sommigen meer in een filosofie waarin onze levens op complexe wijze verweven zijn door onderlinge wederkerigheid en eenheid (te vergelijken met de Ubuntu-filosofie ‘Ik besta, omdat wij bestaan’ of ‘Ik ben, omdat wij zijn’).

Dit betekent dat er een collectieve verantwoordelijkheid is om samen te werken in de strijd tegen corona, maar dat het ook een collectieve verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat iedereen kan deelnemen aan het bereiken van die gezamenlijke doelen. Er moet bij coronamaatregelen daarom rekening worden gehouden met de ongelijke impact van het virus en de bijbehorende maatregelen op de stedelijke bevolking. Als we die structurele ongelijkheden en racisme

In plaats van te geloven in het geïdealiseerde, Eurocentrische medische protocol waarin diagnose wordt gevolgd door behandeling, geloven sommigen meer in een filosofie waarin onze levens op complexe wijze verweven zijn door onderlinge wederkerigheid en eenheid.

41

willen overwinnen, moeten we ons ervan bewust zijn hoe bevooroordeeld de zogenaamde ‘neutrale’ maatregelen zijn. Daarnaast moet er aandacht zijn voor de manier waarop de maatregelen ‘andere’ culturele levensstijlen en leefgewoonten wegwuiven, negeren of uitwissen, en de ongelijkheden die al voor corona bestonden en eveneens diep gekleurd zijn, versterken.

N1 Rutazibwa, O. (2018, 6 augustus). ‘Het einde van de witte wereld: een dekoloniaal manifest’. MO, essay. Beschikbaar op https://www.mo.be/essay/het-einde-van-de-witte-wereld-een-dekoloniaalmanifest.

2. Nsayi, N. (2020). Dochter van de dekolonisatie. Antwerpen: Epo.

3. Beeckmans, L. (2019). ‘Migrants, Mobile Worlding and City-Making.’ African Diaspora, 11(1-2): 87-100.

R4. Van de Kamp, L. (2017). ‘The transnational infrastructures of Luso-Pentecostal mega-cities’. New Diversities, 19(1): 1−17.

Faist, T. (2008). ‘Migrants as transnational development agents: an inquiry into the newest round of the migration–development nexus’. Population Space Place, 14: 21-42.

Wanki, P., Derluyn, I. & Lietaert, I. (2021, forthcoming). ‘‘Let Them Make It Rain And Bling’: Unveiling Community Expectations Towards Returned Migrants In Cameroon’. Africa. World Health Organisation (WH0) (2021). WHO Director-General’s opening remarks at the media briefing on COVID-19. Beschikbaar op: https://www.who.int/director-general/speeches/detail/who-director-generals-opening-remarks-at-the-media-briefing-on-covid-4-august-2021.

42

HOE GAAT HET? EEN VRAAG ALS UITGESTOKEN HAND

Dominique Coopman

WAT EEN JAAR, 2021.

Ik word voor de vijfde keer opa. We hebben vier kinderen. Onze oudste zoon heeft drie kinderen, van negen, drie en een jaar. Ons schoondochter brak zes weken geleden haar enkel. Zware breuk, maandenlange revalidatie. Onze oudste dochter heeft twee kinderen, van drie en een jaar. Zij staat er nagenoeg alleen voor. Mijn jongste dochter is alleen, heeft een kat en veranderde dit jaar van werk. Zij zorgt voor mensen met een beperking. Mijn jongste zoon is alleen, heeft een hond en een frituur. Op de plaats waar hij nu frietjes bakt, moet hij weg. Hij werkt hard, wil in 2023 een gloednieuwe zaak openen.

WAT EEN JAAR, 2021.

Ik hang mijn werkfiets aan de haak, maak mijn laatste Visie en ga op pensioen. Of ik mij wat kan bezighouden, vraagt mijn buurman? Eerst wat uitrusten, opruimen en rouwen, zeg ik. De balans opmaken en nieuwe plannen smeden. Ik duik mijn derde levensfase in als opa die plots erg nuttig blijkt, van online les helpen volgen tot zotte spelletjes doen. Ik moet ook nog wat huis- en tuinwerk inhalen. Keuzes maken in mijn vrijwilligerswerk, leren ‘nee’ zeggen. En ik wil nog heel veel schrijven.

WAT EEN JAAR, 2021.

Mijn vrouw wordt zestig. Ik had een verrassing in petto, maar op de vooravond van haar verjaardag belt ze: ‘Blaas maar alles af. Het resultaat van de covidtest is positief. Wij moeten in quarantaine.’ Mijn vrouw werkt op de REVA-afdeling van AZ Groeninge in Kortrijk. Ook voor mijn pensioen geen groot feest. Ik keek uit naar mijn laatste tweedaagse met de collega’s, het West-Vlaams bewegingsfestival, de nieuwjaarsreceptie in de Brusselse AB, maar alles wordt geschrapt. Positief is wel dat ik, na drie vaccinaties en enkele keren zo’n wattenstaaf in je neus draaien, tot hiertoe de coronadans ben ontsprongen. Maar hout vasthouden. Niets is vanzelfsprekend.

column 43

WAT EEN JAAR, 2021.

Mijn moeder sterft. Madeleine Wybo (1933 – 2021). Ik zat naast haar, die laatste nacht, toen ze zachtjes heenging. Het was mijn eerste nacht in het ziekenhuis sinds mijn geboorte. Een mens moet chance hebben met zijn gezondheid. Voor ik er was, had mijn moeder al twee kindjes verloren. Later is mijn broer Luc gestorven, omvergereden door een dronken chauffeur. Mijn moeder gaf zijn te vroege dood (net geen 18) betekenis door zich nog harder te engageren voor Femma en in de politiek (eerste vrouwelijke schepen van Wingene).

WAT EEN JAAR, 2021.

Sinds mijn zeventiende maak ik interviews. Voor dagblad Het Volk, KijkOp (Kajottersblad), Raak (kwb), Visie, Femma en OKRA-magazine. Wat een voorrecht! Elke ontmoeting, elk interview, dezelfde vragen. Hoe gaat het? Wie ben je? Gezin, werk? Waar ben je trots op? Wat is jouw grootste verdriet? En dan luister ik, zonder oordeel. ‘Ik zit liever aan de kant van het luisteren, dan van de zieke die op een bezoekje wacht,’ hoor ik mijn moeder in me. Ontmoetingen uit 2021 die op mij een grote indruk maken zijn die met Elke Plovie (41) en Lynn Formesyn (33). Elke is een warme pleitbezorger van het vrijwilligers- en buurtwerk, maar verliest haar vader zonder afscheid, corona weet-je-wel. Lynn is een reumapatiënt die met haar boek Zinvol ziek en haar podcast ‘In de grijze zone’ baanbrekend werk doet voor de erkenning van lotgenoten met een chronische aandoening. Wir schaffen das, het zal ons lukken. Dus google hen.

Hoe gaat het? Elk gesprek, elke vergadering, elk overleg zou met die vraag moeten beginnen. In de Beweging, in het onderwijs, in de zorg, in de Kerk, in de politiek. Hoe gaat het? Het is de vraag van de uitgestoken hand, de vraag die verbindt. En dus de allerbelangrijkste.

44

TERUGBLIK OP DE

COP26: BLABLABLA OF ECHTE STAPPEN VOORWAARTS?

Burgers van over de hele wereld verwachten dat leiders zich echt engageren om de uitstoot van broeikasgassen drastisch terug te dringen. Tussen kleine stappen voorwaarts en grote teleurstellingen. De studiedienst van het ACV maakte de eerste balans op van de COP26.

Van 31 oktober tot 13 november 2021 vond de 26ste wereldconferentie over het klimaat plaats in Glasgow, Schotland, onder Brits voorzitterschap. Er zat flink wat druk op de ketel om tot resultaten te komen die de uitdagingen het hoofd kunnen bieden. De steeds vaker voorkomende klimaatrampen op onze planeet zouden politici moeten aanzetten om strengere maatregelen te nemen. Daarbij komt dat sinds de eerste COPklimaatconferentie (in 1995 in Berlijn) de COP26 de eerste was die een jaar werd uitgesteld. De COP vond elk jaar plaats sinds 1995, behalve in 2020 door corona. De verwachtingen waren ook hoog want in de Overeenkomst van Parijs (COP21 in 2015) was voorzien dat om de vijf jaar de staten hun klimaatambities zouden verhogen. Uiteindelijk verwachtten de ontwikkelingslanden dat de ontwikkelde landen hun belofte zouden inlossen om vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard euro te storten aan ‘arme’ landen om hen te helpen in hun strijd tegen klimaatopwarming. We bekijken even in detail of dat ook gebeurde.

45
© Donatienne Coppieters

VOORUITGANG MET EEN KORREL ZOUT

We zien om te beginnen een aantal stappen vooruit die gerelativeerd moeten worden. Een van de meest opvallende is de fel verwachte vermelding van steenkool als oorzaak van de klimaatopwarming. Eindelijk sneuvelde er een taboe: steenkool (de meest vervuilende fossiele brandstof en bijgevolg de energiebron die het eerst moet verdwijnen) en fossiele brandstoffen worden voor het eerst duidelijk vermeld als verantwoordelijken van de klimaatopwarming. Dit is een belangrijke symbolische stap vooruit. Hoewel de aanvankelijk voorgestelde tekst wees op de noodzaak van een versnelde steenkooluitstap, werd die tekst spijtig genoeg tot tweemaal toe afgezwakt. Een eerste keer door de Verenigde Staten, Australië, Rusland en Saoedi-Arabië. Een tweede keer op het laatste moment door China, India en Zuid-Afrika. Daardoor werd de eindtekst van het Klimaatpact van Glasgow afgezwakt en heeft hij alleen nog als doel sterkere inspanningen te leveren voor minder steenkool zonder systemen voor CO2-afvang en voor het afstappen van ondoeltreffende subsidies voor fossiele brandstoffen. Dat opent de deur naar steenkoolcentrales met systeem voor koolstofafvang en -opslag. Die systemen zijn weinig doeltreffend, erg duur en ze veroorzaken een aantal milieuproblemen. Het afstappen van ‘ondoeltreffende’ subsidies voor fossiele brandstoffen zonder herverdelingsmaatregelen zou wel eens veel mensen in de energiearmoede kunnen duwen. Sommige subsidies voor fossiele brandstoffen helpen kwetsbare gezinnen immers hun energiefactuur te betalen. Als we die subsidies afschaffen zonder financiële ondersteuning en zonder een begeleiding voor die gezinnen in hun transitie naar hernieuwbare energie, zal de energiearmoede toenemen.

De laatste hand aan de Overeenkomst van Parijs (OP) is gelegd en de missie volbracht. Het Paris Rule Book, dat de regels bevat voor de invoering van de overeenkomst, werd immers volledig bepaald. Er zijn dus geen uitvluchten meer mogelijk om niet met onmiddellijke ingang de Overeenkomst in te voeren. Ter herinnering: de OP heeft als doel de klimaatopwarming significant onder twee graden te houden, ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Artikel 6 van de OP dat de internationale koolstofmarkten regelt, wat voor veel problemen zorgde, werd ook goedgekeurd. Het artikel voorziet in mechanismen die de partijen (dit zijn de

46

ondertekenende landen van de OP, oftewel 195 landen plus de Europese Unie) in staat stellen om onder elkaar uitstootverminderingen uit te wisselen (koolstofkredieten) om zo hun klimaatdoelstellingen te bereiken. Een voorbeeldig land dat zijn broeikasgasuitstoot verder verlaagt dan de doelstellingen van Parijs verwachten, kan zijn koolstofkrediet verkopen aan andere landen die die doelstellingen niet halen. Probleem: geen enkel land ter wereld heeft een traject dat in lijn ligt met de doelstellingen van Parijs! Geen enkel land voldoet dus aan de voorwaarden om zijn koolstofkrediet te verkopen. Er blijven overigens veel lacunes in dit artikel 6 die de klimaatactie zouden kunnen ondermijnen.

Bovenop de eindtekst werd de COP ook gekenmerkt door een aantal initiatieven, verklaringen en engagementen, met name over ontbossing en de vermindering van methaanuitstoot. We kunnen echter de geloofwaardigheid van die engagementen in vraag stellen. Het gaat hier uiteraard om intentieverklaringen die dus geen enkele juridische of wettelijke waarde hebben. Neem nu bijvoorbeeld de strijd tegen ontbossing. Een honderdtal staatshoofden en regeringsleiders hebben een verklaring goedgekeurd over de bossen en het gebruik van land. De ondertekenende landen verbonden zich ertoe de ontbossing en bodemaantasting te stoppen en om te keren tegen 2030. Die strijd is natuurlijk essentieel, maar de fameuze VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) beloofden ons al de implementatie te bevorderen van het duurzaam beheer van alle soorten bossen, de ontbossing een halt toe te roepen, verloederde bossen te herstellen en op duurzame manier bebossing en herbebossing mondiaal op te voeren, tegen … 2020! We moeten dus vaststellen dat dat voornemen niet werd nageleefd, ondanks al het gewicht dat men beweert te geven aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Wat methaan betreft zijn er meer dan honderd landen die zich bij de ‘Global Methane Pledge’ voegden, een initiatief van de Verenigde Staten en de Europese Unie, gelanceerd in september 2021. Dat wereldwijde

Probleem: geen enkel land ter wereld heeft een traject dat in lijn ligt met de doelstellingen van Parijs! Geen enkel land voldoet dus aan de voorwaarden om zijn koolstofkrediet te verkopen.

47

engagement, dat de methaanuitstoot wil verminderen (het tweede grootste broeikasgas, na CO2) met 30 procent tegen 2030 ten opzichte van het niveau van 2020, is op dat vlak een primeur. Toch wordt geen melding gemaakt van de grote rol die landbouw speelt in de methaanuitstoot.

ZWARE TELEURSTELLINGEN

De beperkte vooruitgang kan de essentie van deze COP niet verhullen. We verwachtten ons aan concrete en afdwingbare engagementen over de noodzaak de klimaatopwarming te beperken tot anderhalve graad, ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. We verwachtten eveneens rechtvaardige transitiemaatregelen in alle landen om de transitie zo te kunnen invoeren en werknemers zo te begeleiden dat niemand uit de boot valt. We weten sinds het rapport van het IPCC van oktober 2018 dat het essentieel is de klimaatopwarming te beperken tot anderhalve graad om desastreuse gevolgen te voorkomen. Wat zegt het Pact van Glasgow daarover? Er wordt eenvoudigweg bevestigd dat deze doelstelling een snelle, diepgaande en duurzame actie vereist en dat onze wereldwijde CO2-uitstoot met 45 procent verminderd moet worden tegen 2030, ten opzichte van 2010. Kortom, er wordt bevestigd wat al geweten is. Het pact erkent ook dat de huidige trajecten in de klimaatplannen van de verschillende landen niet leiden naar een daling van 45 procent van de uitstoot, maar naar een verhoging van 13,7 procent tegen 2030. Het pact neemt er genoegen mee de landen te vragen om hun op nationaal niveau vastgelegde bijdragen (NCD of klimaatplan) te herzien en te versterken, zodat ze compatibel zijn met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs tegen eind 2022. Kortom, eens te meer een afleidingsmanoeuvre en een uitstel van de nodige inspanningen naar volgend jaar. De Climate Action Tracker (CAT), een consortium van wetenschappers die de reële klimaatactie van landen bestudeert, publiceerde een update van zijn analyses met inbegrip van de gedane beloftes in Glasgow1. De beloftes om de uitstoot op middellange termijn (2030) terug te dringen zullen leiden tot een temperatuurstijging van 2,4 graden in 2100. De verhoging zal nog groter zijn (2,7 graden) wanneer we ons baseren op de realiteit. Met andere woorden, op het huidige beleid en niet op de beloftes van de landen. De CAT trekt aan de alarmbel en hekelt het gebrek aan geloofwaardigheid van de COP26 en de landen die hun (evenwel ontoereikende) klimaatbeloftes niet houden.

48

De wereldwijde CO2-uitstoot en de concentratie ervan in de atmosfeer zijn een eyeopener. Beide blijven al jaren toenemen (zie figuren hieronder).

Bron: Waals platform voor het IPCC, brief nr.9, april 2018.

De echte uitdaging om de klimaatopwarming te beheersen is om de wereldwijde uitstoot van CO2 en de concentratie ervan in de atmosfeer te doen dalen. Vanuit dat oogpunt zijn de feiten hardnekkig en is er globaal genomen – ondanks de 26 klimaatconferenties – geen vooruitgang geboekt in deze cruciale kwestie.

BELOFTEN NIET INGELOST

Sinds de COP15 in Kopenhagen in 2009 beloofden de ontwikkelde landen ieder jaar, tegen 2020, 100 miljard dollars te storten aan de ontwikkelingslanden om ze te helpen de klimaatverandering te temperen en zich eraan aan te passen. Dat wordt internationale ‘klimaatfinanciering’ genoemd. Die belofte werd niet nagekomen maar er werd toegezegd de financieringsachterstand in te halen tegen 2025. In 2019 werd ongeveer 80 miljard gestort als klimaatfinanciering voor de ontwikkelingslanden. Het overgrote deel van de financiering (71 procent) bestaat uit leningen en niet uit giften. We staan dus ver af van de bedragen die nochtans al jaren beloofd zijn. Een andere positieve noot, voor wie erin gelooft, is dat

49

de ‘ontwikkelde’ landen beloofd hebben hun hulp voor de aanpassing van ontwikkelingslanden aan de klimaatopwarming tegen 2025 te verdubbelen ten opzichte van het niveau van 2019. Naast de internationale klimaatfinanciering is er nu al de kwestie van onomkeerbare ‘verliezen en schade’ door de klimaatopwarming. De getroffen landen zouden voor dat verlies en die schade door klimaatopwarming moeten worden gecompenseerd. Dit is onderdeel van een rechtvaardige transitie. Jammer genoeg ontvangen de ‘arme’ landen, die in het algemeen weinig verantwoordelijkheid dragen voor de klimaatopwarming maar er sterkst de gevolgen van voelen, geen hulp van de ‘rijke’ landen om de schade te herstellen. Men slaagde er zelfs niet in om dit probleem bij volgende COP’s als een vast agendapunt op te nemen. Er werd eenvoudigweg besloten voortaan een paar workshops over dit onderwerp te organiseren. Schotland, gevolgd door Duitsland en Wallonië, redde de eer door een paar miljoen vrij te maken voor het verlies en de schade die de ‘arme’ landen hebben geleden.

Wat rechtvaardige transitie betreft, kunnen we kleine stapjes voorwaarts optekenen. Op verschillende plaatsen in de slottekst wordt onze definitie van een rechtvaardige transitie en de noodzaak om ze te ondersteunen vermeld. Onder druk van de vakbonden moeten landen bijvoorbeeld tegen de volgende COP-langetermijnstrategieën presenteren om de uitstoot te verminderen via een rechtvaardige transitie naar een netto-nuluitstoot tegen 2050. Momenteel hebben 49 landen een ‘rechtvaardige transitie’ expliciet in hun klimaatplannen opgenomen. In een verklaring tijdens de COP26 spraken regeringen (waaronder België) hun steun uit voor een rechtvaardige transitie via groene groei, waardig werk en economische welvaart bij de overgang van de economie naar een netto-nuluitstoot2. Die verklaring, gesteund door 14 donorlanden en de Europese Commissie, verbindt ze ertoe de voorwaarden voor een rechtvaardige transitie in hun beleid voor ontwikkelingssamenwerking in stand te houden. De rechtvaardige transitie wordt ook besproken in het werkterrein ‘responsmaatregelen’. Dat terrein weerspiegelt momenteel niet de dringende noodzaak om de sociale dimensie op te nemen in de klimaatmaatregelen en evenmin de impact die deze maatregelen hebben op de werknemers en hun gezinnen. Bovendien is ook niet voorzien om vakbonden structureel mee te nemen in deze besprekingen. Bepaalde regeringen, ondernemingen en organi-

50

saties hebben hun eigen visie op een rechtvaardige transitie en vergeten daarbij te focussen op werknemers en hun banen.

EN BELGIË?

België heeft zich tijdens de COP26 van twee kanten laten zien. Samen met de Klimaatcoalitie kunnen we zeggen dat de Belgische afvaardiging tijdens de onderhandelingen een constructieve rol heeft gespeeld en dat België een aantal belangrijke verklaringen heeft getekend. Toch blijft het gebrek aan een intra-Belgisch akkoord de geloofwaardigheid van ons land parten spelen3. Bovendien was België niet in staat om toezeggingen te doen inzake internationale klimaatfinanciering. Het is hoog tijd dat ons land zijn klimaatactie sterk opvoert. Onze politici moeten snel een stevig akkoord bereiken over de verdeling van de inspanningen over de verschillende Belgische deelstaten en zo de bijdrage van onze land aan de Europese klimaatdoelstellingen bekrachtigen. Het is ook hard nodig dat ons land een nationaal plan voor rechtvaardige transitie uitwerkt en toepast om alle werknemers bij te staan in de klimaattransitie.

DE GRENZEN VAN DE COP

Wat kunnen we hieruit besluiten? In de eerste plaats herinneren we eraan dat de klimaatconferenties niet bedoeld zijn om alle problemen op te lossen. Ze hebben bijvoorbeeld niets te zeggen over het belangrijke hoofdstuk van de internationale handelsbetrekkingen (die een aanzienlijke impact hebben op het klimaat). Maar ze geven de wereld de gelegenheid om de balans op te maken van de klimaattoestand en -vooruitzichten. Ze verlopen ook in een zeer gespannen sfeer, met veel politieke, media- en publieke aandacht. De fundamentele doelstelling om de opwarming van de aarde tot anderhalve graden Celcius te beperken, wordt voorlopig nog behouden en bevestigd. Er wordt ook erkend dat we niet op schema zitten om dat doel te bereiken. Het maatschappelijk middenveld, burgerbewegingen, jeugdbewegingen en vakbonden

Toch blijft het gebrek aan een intra-Belgisch akkoord de geloofwaardigheid van ons land parten spelen. Bovendien was België niet in staat om toezeggingen te doen inzake internationale klimaatfinanciering. Het is hoog tijd dat ons land zijn klimaatactie sterk opvoert.

51

moeten druk blijven uitoefenen op de politici zodat ze de mooie beloften omzetten in acties op korte termijn die stroken met het uiteindelijke doel: de opwarming van de aarde beperken tot anderhalve graden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk.

Herinner je dat de opwarming van de aarde momenteel 1,1 graden bedraagt sinds het begin van de industriële revolutie. Redelijkerwijs is het doel dus nog haalbaar, maar we mogen de druk op onze politici niet lossen, integendeel. Landen nemen het voortouw en staan op het punt de juiste beleidsmaatregelen te nemen om de opwarming van de aarde te beperken. Gambia, met zijn grootschalige herbebossingsprogramma, was een tijdlang het enige land ter wereld met een traject dat in lijn lag met de Overeenkomst van Parijs 4. Zuid-Afrika toont ons een mooi voorbeeld van hoe een rechtvaardige energietransitie5 eruit kan zien en wordt daarin internationaal gesteund.

Zoals we hierboven al schreven, moeten alle landen tegen de volgende COP in 2022 strategieën ontwikkelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen via een rechtvaardige transitie naar een netto-nuluitstoot. Als vakbondsmensen moeten wij druk blijven uitoefenen om ervoor te zorgen dat deze strategieën uitgetekend worden met onze standpunten erin en dat ze snel worden uitgevoerd. Negentig procent van de landen in de wereld heeft zich geëngageerd tot klimaatneutraliteit. Nu moeten ze hun toezeggingen uitvoeren. Geen blablabla meer! Tijd voor actie!

N1. https://www.rtbf.be/info/dossier/cop26/detail_la-cop26-en-deficit-de-credibilite-climate-actiontracker-pointe-l-ecart-entre-les-actions-et-les-promesses?id=10875556

2. https://ukcop26.org/supporting-the-conditions-for-a-just-transition-internationally/

3. https://www.klimaatcoalitie.be/fr/nouvelles/communiqu%C3%A9-cop26-l%E2%80%99objectifde-15%C2%B0c-encore-en-vue-%C3%A0-condition-de-passer-r%C3%A9ellement-%C3%A0-l

4. https://www.courrierinternational.com/article/climat-la-gambie-seul-bon-eleve-de-laccord-de-paris

5. https://ukcop26.org/political-declaration-on-the-just-energy-transition-in-south-africa/

52

De lezenaar

HET ZIJ ZO

Op 22 november 2021 ziet Henry Temmermans op een Nederlandse autostrade in een slingerende auto een bewusteloze vrouw achter het stuur zitten. Hij geeft plankgas en parkeert zijn auto voor die van de vrouw. Door de botsing brengt hij de auto tot stilstand. Hij stapt uit, brengt de vrouw terug bij bewustzijn en roept de hulpdiensten op. De vrouw houdt er vijf gebroken ribben aan over maar kan het allemaal nog navertellen. De auto van Henry moet weggesleept worden.

Toen hem over zijn moedige daad en zijn geblutse auto om commentaar gevraagd werd antwoordde Henry : ‘So be it. Een mensenleven is belangrijker’.

Mag ik u, beste lezer, een inspirerend 2022 wensen? Met weinig blutsen en builen. Voor jezelf en je medemens. So be it, hopelijk.

ZO WAS HET

Op het einde van het jaar bekijk ik nog eens al de zinnen die ik heb opgeschreven of onderstreept bij het lezen van kranten, tijdschriften en boeken. Zinnen of gedachten die mij helpen de wereld begrijpbaar te maken, die het verstand prikkelen of de bedachtzaamheid stimuleren. Een aantal van die zinnen – daar zijn geen Twitter-berichten of Instagramboodschappen bij – heb ik voor u geselecteerd. Geknipt en geplakt. Herlezen en goedgekeurd. Hopelijk ook door u.

‘Mijn rebellie was mijn aanpassing. Niet aan de verwachting hoe je als migrant diende te zijn, maar ook niet bewust ertegen. Ik richtte mijn verzet tegen de fetisjering van afkomst en tegen het fantasma van nationale identiteit. Ik was voor erbij­horen. Overal waar men me wilde hebben en waar ik wilde zijn. De kleinste gemene deler was voldoende.’

Sasa Stanisic: ‘Herkomst ’

53

‘In (het oude) Rome ontbrak het uiteraard niet aan mensen die riepen dat de aanwezigheid van zoveel slaven in de stad uiteindelijk de patriottische essentie zou ondermijnen, en vele beschuldigden de buitenlanders ervan dat ze niet voldoende deden om te integreren. Maar zelfs de grootste bromberen zouden onze ideeën over ‘ illegale immigranten’ of ‘ongedocumenteerden’ niet hebben begrepen.’

Irene Vallejo: ‘Papyrus ’

‘In het verleden zou je zijn gearresteerd als je wilde vertrekken. Nu niemand ons meer tegenhield om te emigreren, waren we niet meer welkom aan de andere kant. Het enige wat er veranderd was, was de kleur van de politie­unifiormen. Het Westen had het Oosten tientallen jaren bekritiseerd het vanwege het sluiten van de grenzen, ze betaalden campagnes om bewegingsvrijheid te eisen, ze veroordeelden de immoraliteit van staten die het recht op vertrek inperkten. Onze ballingen werden altijd als helden ontvangen. Nu werden ze behandeld als criminelen’

Lea Ypi over haar ervaringen na de val van het stalinistisch regime in Albanië in ‘Opgroeien aan het einde van de geschiedenis ’

‘Er zijn twee prominente manieren waarop meerderheden minderheden bejegenen. Ten eerste de strategie waarin ontkend wordt dat de minderheid een heuse minderheid is: zij zou slechts bestaan uit aandachtstrekkers die aanleiding geven tot onnodige verdeeldheid. In die strategie wordt de minderheid verteld dat haar positie niet zo speciaal is (whataboutism) en gemaand zich bij de meerderheid te voegen. Daarnaast staat een tweede strategie waarin de meerderheid zichzelf voordoet als minderheid. Niet de minderheden zijn de echte minderheden maar de bedreigde meerderheid is de eigenlijke minderheid (‘omvolking’).’

Jan-Willem Duyvendak: ’Over minderheden­nijd ’ (Groene Amsterdammer, 24 november 2021)

54

‘Iets conserveren, iets bewaren, en dan vooral intermenselijke relaties, is per definitie onmogelijk zonder ze intrinsiek te veranderen.’

Sally Rooney: ‘Prachtige wereld, waar ben je ’

‘Doordat we naar elkaar toe groeiden is niet alleen haar toekomst veranderd, maar ook ons verleden.’

Eduard Louis over de relatie met zijn moeder in ‘Strijd en metamorfose van een vrouw ’

‘Ik schrijf over mijn vader in de verleden tijd en ik kan niet geloven dat ik in de verleden tijd over mijn vader schrijf.’

Chimamanda Ngozi Adichie: ‘Gedachten over rouw ’

‘Ik ben opgegroeid met de preken van mijn papa over de gevaren van het kapitalisme en kolonialisme en de merites van het socialisme waar ik tijdens het avondeten naar moest luisteren de keukentafel was zijn preekstoel en waren zijn geboeide gemeente alsof we zijn politieke overtuigingen letterlijk door de strot geduwd kregen als hij na de onafhankelijkheid terug was gegaan naar Ghana was hij waarschijnlijk een man van aanzien geworden in plaats daarvan is hij de alleenheerser over ons gezin.’

Bernardine Evaristo: ‘Meisje, vrouw, anders ’

‘Ik vraag me af waar we Later gaan wonen. Het zal zijn tussen wat we niet hebben gedaan en wat we niet meer zullen doen.’

Ewa Lipska: ‘Tussen’ in ‘De Liefde, beste mevrouw Schubert ’

55

‘De nationale schuld waar zoveel politici en burgers zich zo druk over maken, is in feite de historische accumulatie van geld dat door de overheid is uitgegeven en niet terugbelast, en nu deel uitmaakt van private activa. De rode inkt van de overheid is gelijk aan zwarte inkt van de private sector.’

Mariana Mazzucato: ‘Moonshot. Grootste missies voor de hervorming van het kapitalisme ’

‘We kunnen niet doen als onze samenleving voor het uitbreken van de coronacrisis een toonbeeld was van tevredenheid en stabiliteit. Volgens mij was de uiterste houdbaarheidsdatum van de maatschappelijke orde al geruime tijd overschreden toen de crisis zich aandiende. Het lijkt mij dan ook heel naief om te geloven dat we over een tijd naar de oude orde kunnen terugkeren.’

Gabriël van den Brink: ‘Ruw ontwaken uit een neoliberale droom ’

‘Misschien moet je daarom lachen, maar de enige drijfveer om te vechten tegen de pest, is het fatsoen.’

Albert Camus: ‘De Pest ’

‘In een zoektocht naar stabiele meerderheden is het politieke midden juist buitengewoon instabiel geworden.’

Mariëtte Hamer, regerings-informateur in Nederland

56

‘Het is ook gewoon een historische realiteit dat Burke met zijn conservatieve gedachtegoed een van de grondleggers was van de christendemocratie.’

Sammy Mehdi (De Standaard, 14 oktober 2021)

‘Energie is een overheidstaak, op dat vlak zit ik op de lijn van de PVDA’

Joachim Coens (De Morgen, 26 oktober 2021)

‘Het middenveld wordt al meer dan een decennium verwaarloosd door politici die het steevast hebben over de burger als individu, de burger als klant van de overheid. Maar de cohesie in een samenleving wordt niet bepaald door de band van de burger met zijn overheid, maar door de band die burgers onderling ervaren. Die stille inzet van vrijwilligers is hartverwarmend en bewijst dat niet iedereen verblind en verdwaasd is door de berichtenstroom op de handige, draagbare privélichtbakjes van het wereldwijde net.’

Elvis Peeters (De Standaard, 8 juni 2021)

‘Onze basis, de vele vrijwilligers en onze partnerorganisaties, verwachten van ons een actieve inmenging in het politieke debat.’

Peter Wouters naar aanleiding van de beslissing van beweging.net om ook met Vooruit en Groen samen te werken (Visie, 2 december 2021)

57

‘Terwijl we verdrinken in data, dorsten we naar kennis.’

Sidney Brenner (Filosofie­magazine , februari 2021) •

‘Neem een broos zelf­ en wereldbeeld, verleg het waarheidscriterium van indiduen naar algoritmen, tuchtig de digitale infrastructuur naar algoritmen (lees : hoe spectaculairder en uitgesprokener de online­uiting, des te meer clicks) en wees verzekerd van een giftig mengsel waarin ‘alternatieve feiten’ en ‘fake news’ zich expotentieel kunnen vermeerderen.’

Hans Schnitzler: ‘Wij nihilisten. Een zoektocht naar de geest van de digitalisering ’

‘We zijn steeds meer losgekoppeld van onze online persona en we acteren het delen in plaats van dat we echt onszelf delen. Zoals een 16 ­jarige die delen. nu met sociale media is gestopt zei: ‘ ik presenteerde die oneerlijke versie van mezelf op een platform waar de meeste mensen oneerlijke versies van zichzelf presenteerden.’

Noreena Hertz: ‘De eenzame eeuw ’

‘De talkshows zijn relatief ongevaarlijk voor de radicaal rechtse politici. Het aantal onwaarheden was soms niet bij te houden, maar daar wordt zelden tegenspel tegen geboden. Want het moet natuurlijk wel gezellig blijven. Het format is blijkbaar zo dwingend dat het niemand lukt om het wel over meer inhoudelijke onderwerpen te hebben. Ze mogen dan wel vijf minuten over een stelling praten, maar dan wordt de opwarming van de aarde teruggebracht naar voor of tegen kernenergie.’

Nel Ruigrok van LJS Nieuwsmonitor over de Nederlandse (Vlaamse?)

Televisie

58

‘The past few years have seen a dramatic shift in the aesthetics of far­right extremism, as the far right has all but abandoned the shaved heads and combat boots of the racist skinhead in favor of a hip, youth­ oriented style that blends in with the mainstream. (…) This shifting aesthetic had been a key factor in the mainstreaming of far­right ideas.’ key

Cynthia Miller-Idriss: ‘Hate in the Homeland. The new global Far Right ’.

‘De slechtste kritiek is de kritiek die het laatste woord wil hebben en ons de mond wil snoeren, de beste kritiek is het beginpunt van een nimmer eindigende uitwisseling’

Rebecca Solnit: ‘Mannen leggen me altijd uit ’ •

‘Als het er op aankomt is er toch maar één iets wat ons mensen helemaal overhoop haalt, en dat is de liefde, maar dat betekent niet dat wij werkeloos moeten blijven toekijken hoe deze liefde, of datgene waarvan wij denken dat het liefde is, in al onze onwetendheid, ons in haar greep houdt.’

Els Moors: ‘Mijn nachten met Spinoza ’

‘Ik besef dat het hart, wedijverend met het bewustzijn, grillig, sluw en fantasievol is als een virtuoze kostuumontwerper. Om zijn maskers te maken heeft het aan de kleinste ingeving al genoeg; om dingen te vermommen vervangt het gewoon het ene woord door een ander … Het bewustzijn dwaalt in dat bizarre spel rond als een vreemde op een gemaskerd bal, tussen de wijndampen.’

Elsa Morante: ‘Het eiland van Arturo ’

59

‘Moet iets mogelijk zijn om erin te geloven?’

Jess Walter: ‘De nietige miljoenen ’

‘O, stoor ons niet wij zijn zo romantisch als samen voetballen op zondag in bed.’

Sybren Polet

‘Zonder verhaal is er geen moraal van het verhaal.’

Philipp Blom (De Groene Amsterdammer, juni 2020)

60

laatste woord

WAT WE ZELF DOEN, DOEN WE BETER ANDERS

In november kwam de Vlaamse Regering na veel heen-en-weer met het ontwerpdecreet voor de Vlaamse jobbonus. Ondanks alle eerdere kritieken blijft het concept zo goed als ongewijzigd, ten opzichte van het regeerakkoord. En jaarlijkse premie voor de laagste lonen tussen 1 700 en 2 500 euro: met een maximum van 600 euro, dus 50 euro per maand, en dan geleidelijk dalend voor de lonen daarboven.

Loon naar werken, zo verkoopt de Vlaams Regering de jobbonus. Een activeringsinstrument om mensen aan te zetten tot werk, een belastingverlaging voor wie werkt en een strijdmiddel tegen armoede. Kortom, vele doelstellingen en verhalen, die niet allemaal hout snijden.

Is het een activeringsinstrument? De idee van de jobbonus als activerend instrument steunt op de idee dat het verschil tussen werken en niet werken te beperkt is om mensen de overstap naar werk te laten maken. Hoe groter het verschil, hoe sterker mensen geprikkeld worden te werken. Daar duiken meteen al enkele pijnpunten op. De jobbonus vult namelijk de federale werkbonus aan, een netto-loonsverhoging voor lage lonen via de federale sociale bijdragen (sociale werkbonus) en de fiscaliteit (fiscale werkbonus). Het onderscheid tussen werk en niet-werk wordt dus wel groter, maar slechts in beperkte mate, wat de prikkel al verzwakt. De link met activering wordt nog verder verzwakt door de manier waarop de jobbonus werkt, namelijk een eenmalige uitkering berekend op de inkomsten van het vorige jaar. Kortom, de positieve prikkel komt ruim ná de

61

beslissing om al dan niet te werken. Onderzoek toont aan dat inzet van zulke premies of belastingkredieten weinig effect hebben. Tot slot kiest de Vlaamse regering ook voor het woonplaatscriterium voor de toekenning van de bonus, daarmee net de Waalse en Brusselse werkzoekenden uitsluitend, terwijl ze die groep juist naar Vlaanderen wil halen. Samengevat, de prikkel te is te klein, komt te laat en vat onvoldoende het potentieel om er veel van te verwachten.

Is het dat een belastingverlaging? Ten dele wel, maar met een grote omweg. In plaats van rechtstreeks in te grijpen in de Vlaamse fiscaliteit en een onmiddellijke verlaging te betekenen, werkt het via een aparte premie. De Vlaamse Regering wil de premie alvast vrijstellen als inkomen bij het berekenen van andere premies zoals huurpremies of studietoelagen. Anders dreigt het een vestzak-broekzak operatie te worden.

De Vlaamse overheid heeft geen toegang tot de loongegevens en koppeling met individuele rekeningen, waardoor een aanzienlijk deel van de werknemers die in aanmerking komen, zelf een aanvraag zullen moeten doen. En laat nu net in de groep van de laagste inkomens de non-take up van dergelijke maatregelen het hoogste zijn.

Zal het de armoede helpen bestrijden? Daarvoor moeten we kijken naar de inkomensverdeling van de gezinnen. Hoewel de jobbonus focust op de laagste lonen, zijn de laagste lonen nog geen indicator voor de laagste inkomens. Een verdeling van de Vlaamse gezinnen toont dat de jobbonus uitgespreid zal worden over de huishoudens en relatief veel ‘hogere’ gezinsinkomens zal versterken, ten opzichte van de lage inkomens. De onderkant van de inkomensverdeling wordt amper versterkt omdat daar de gezinnen zitten die met een uitkering moeten rondkomen. Een pijnlijk element in het opzet van de jobbonus is de vaststelling dat de Vlaamse overheid eigenlijk niet over de juiste gegevens beschikt om de jobbonus automatisch toe te kennen. De Vlaamse overheid heeft geen toegang tot de loongegevens en koppeling met individuele rekeningen, waardoor een aanzienlijk deel van de werknemers die in aanmerking komen, zelf een aanvraag zullen moeten doen. En laat nu net in de groep van de laagste inkomens de non-take up van dergelijke maatregelen het hoogste zijn.

62

BETER 50 EURO IN DE HAND?

Op doelmatigheid scoort de jobbonus dus geen hoge punten. Maar moeten we gewoon niet blij zijn met een versterking van de inkomens voor de werknemers met de laagste lonen? Voor de werknemers met de allerlaagste inkomens is 50 euro per maand een aanzienlijk verschil. Dienstencheque- of doelgroepwerknemers in de sociale economie schurken vaak met hun loon tegen de minimumgrens aan. Zij zullen er met de jobbonus op korte termijn op vooruitgaan.

Door het aanvullen van de federale werkbonus met een jobbonus in ruwweg dezelfde loonschaal, wordt de marginale aanslagvoet op lage lonen nog maar eens verhoogd. Zo zal een werknemer met een brutoloon van 2000 euro van 100 euro opslag of anciënniteitsvergoeding nog maar 14 euro overhouden.

Het probleem zit dan ook in de middellange termijn voor álle werknemers in de lagelooncategorieën. En dat probleem heet de promotieval. Die is het gevolg van parafiscale of fiscale voordelen die worden toegekend binnen een beperkte loonspanne. Zodra het loon stijgt vervalt ook het voordeel, waardoor de loonstijging als het ware wordt tenietgedaan door het wegvallen van de parafiscale of fiscale ondersteuning, vaak verergerd doordat ook nog eens andere inkomensgebonden voordelen wegvallen. Door het aanvullen van de federale werkbonus met een jobbonus in ruwweg dezelfde loonschaal, wordt de marginale aanslagvoet op lage lonen nog maar eens verhoogd. Zo zal een werknemer met een brutoloon van 2 000 euro van 100 euro opslag of anciënniteitsvergoeding nog maar 14 euro overhouden. Als het gaat om een alleenstaande met kinderen daalt dat nog verder tot 9 euro. Daarmee worden de individuele loopbaankansen ondermijnd, net als de algemene arbeidsmarkt-mobiliteit en de loonvorming.

BETERE INSTRUMENTEN DAN EEN JOBBONUS

De jobbonus is dus niet alleen onvolkomen als beleidsinstrument voor de zelf gezette doelstellingen, het vergroot nog eens andere problemen in de loonvorming van werknemers. Het valt toe te juichen dat de Vlaams regering wil investeren in werknemers met een laag inkomen, maar het is treurig dat ze niet verder raakt dan een nieuw instrument dat een slechte kopie is van het bestaande federale instrumentarium. In plaats van zich

63

in de federale bevoegdheidssfeer te wringen, zou Vlaanderen de keuze kunnen maken haar eigen instrumentarium te versterken.

Het maatschappelijk relancecomité schreef in zijn rapport, genegeerd door de Vlaamse Regering:

• ‘Indien het doel is de werkende Vlaming te belonen, dan kunnen middelen gerichter ingezet voor prioritaire groepen die een significante extra waardering verdienen, bijvoorbeeld mensen in de zorg, dan wel ze vrij breed uit te smeren;

• Indien het doel is werkprikkels te verhogen, dan kunnen de middelen allicht efficiënter worden ingezet om andere dan financiële barrières naar werk te verminderen en werk te ondersteunen, bijvoorbeeld kinderopvang, sociale voordelen minder categoriaal maken;

• Indien het doel is werkende armoede te voorkomen, kanaliseer dan de middelen naar de sociale toeslagen in het Groeipakket; verhoog deze structureel en zorg voor zwakkere uitfasering om promotievallen te vermijden. Zorg voor meer betaalbare huisvesting, op korte termijn via huurpremies.’

Vlaanderen kan beter, maar dan moet het eerst bereid zijn om de dogma’s los te laten en het ook anders te doen.

64

COLOFON

ABONNEMENTEN

ADMINISTRATIE

Garant-Uitgevers nv

Somersstraat 13-15

2018 Antwerpen

tel. 03 / 231 29 00

fax 03 / 233 26 59

e-mail: uitgeverij@garant.be

PRIJZEN

10 nummers (verschijnt niet in juli en augustus)

• In België:

particulieren: 31 euro

studenten: 27,60 euro

groepen: 28,90 euro (min. 5

abonn. bij zelfde bestemmeling)

instellingen: 46,60 euro

steunabonnement: 80 euro

een abonnement aanvragen kan via een mailtje naar uitgeverij@ garant.be met vermelding van je naam, adres en mailadres

• Andere landen: 31 euro + verzendkosten

• Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij opgezegd wordt ten minste één maand voor het einde van de jaargang.

• Abonnementen kunnen op elk tijdstip ingaan en gelden dan voor de lopende jaargang (m.i.v. de reeds verschenen nummers van die jaargang).

LOS NUMMER

5,90 euro

REDACTIE

REDACTIEADRES

Postbus 20, 1031 Brussel

tel. 02 / 246 31 11

fax 02 / 246 37 00

e-mail:

nils.deneubourg@beweging.net

REDACTIECOMITÉ

Peter Wouters, Frieda Bex, Jozef Mampuys, Chris Serroyen, Sandra Rosvelds, Bram Verschuere, Stan de Spiegelaere, Monique Ramioul, Rebecca Verniest, Steven Omblets, Peter Catthoor, Nils De Neubourg (redactiesecretaris).

Getekende artikels verbinden alleen de betreffende auteur(s).

De Gids op Maatschappelijk Gebied is een uitgave van Beweging.net

Verantwoordelijke uitgever: Gilbert Pex, Postbus 20, 1031 Brussel

© Beweging.net & Garant-Uitgevers nv

Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.

Cover: Nikola Markelov.

De Gids op Maatschappelijk Gebied is ondertekenaar van de Milieubeleidsovereenkomst Papier Vlaanderen en steunt de inspanningen van de Vlaamse regering i.v.m. Papierrrecuperatie.

uitgave van beweging.net, netwerk van christelijke en sociale organisaties

i.s.m.

werkt structureel samen met financiële par tners die duurzame ontwikkeling en maatschappelijk engagement hoog in het vaandel dragen.

WABLIEF?

De Gids wil een kritische kijk bieden op maatschappelijk gebied. Wij zijn niet voor niets een blad met mening. Maar wat geldt voor ons, geldt ook voor u. Ook u mag kritisch zijn – uiteraard – en úw mening geven. Over wat wij schrijven én wat we níet schrijven. Over het formaat, de vormgeving, of artikels al dan niet óók op het internet dienen geplaatst… Dat alles interesseert ons. Laat het ons weten.

Schrijf of – liever nog – mail het ons. De Gids op Maatschappelijk Gebied, Postbus 20, 1031 Brussel – nils.deneubourg@beweging.net

N°1 2022

1 WOORD VOORAF

Een nieuwe kans

Leen Van den Neste

3 EERSTE WOORD

De rechtvaardige kernuitstap

Bram Claeys

HOOFDARTIKELS

7 Syndicaal omgaan met de mobiliteit van de toekomst: Nieuwe emissieregels bedrijfswagens

Koen Repriels

16 COLUMN Zij vormen een vakbond: een vakbond van beanies en baseball caps

Nelis Jespers

18 Mensenrechten in overheidsopdrachten: van wetgeving naar aankooppraktijk

Boris Verbrugge, Dirk Gillis

25 COLUMN Tijd en nabijheid

Michèle Morel

REDACTIEADRES

De Gids op Maatschappelijk Gebied, Haachtsesteenweg 579, 1030 Brussel, nils.deneubourg@beweging.net

27 Historisch hoge energieprijzen: ‘We stellen liever een operatie uit dan onze kinderen in de kou te zetten’

Nils De Neubourg

35 COLUMN Nieuw Jaar – Gilbert De Swert

37 Kolonialistisch denken bepaalt de covidaanpak

Stella Nyanchama Okemwa

43 COLUMN Hoe gaat het? Een vraag als uitgestoken hand – Dominique Coopman

45 Terugblik op de COP26: blablabla of echte stappen voorwaarts?

François Sana

53 DE LEZENAAR

Jos Geysels

61 LAATSTE WOORD

Wat we zelf doen, doen we beter anders

Maarten Gerard

DRUK

Gevaert Printing info@gevaertprinting.be

VORMGEVING EN OPMAAK

Gevaert Graphics info@gevaertgraphics.be

UITGAVE VAN BEWEGING.NET, NETWERK VAN CHRISTELIJKE EN SOCIALE ORGANISATIES

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.