hadith meldt de hetzelfde. “Wie land heeft, moet het zelf cultiveren of gratis aan zijn (moslim) broer geven; anders zou hij het onbewerkt moeten houden.” [Bukari, 3: 39: 533] Er wordt gezegd dat Ibn Umar een aantal gronden had die hij had verhuurd, en toen hij deze hadith hoorde, stopte hij met het verhuren ervan. [Bukhari, 3: 39: 536] Ondanks het opgeven van landbouw en industrie, waren moslims verrijkt, maar volledig met buit en het stelen van eigendommen van anderen. Umar zegt: "Maar voor de toekomstige moslimgeneraties zou ik het land van de dorpen die ik verover onder de soldaten hebben verdeeld zoals de profeet het land Khaibar had verspreid." [Bukhari, 3: 39: 527] Maar net als al het andere dat Mohammed deed en zei, was er geen consistentie in hem. Toen hij Khaibar overviel en veroverde, nam hij alle landen in beslag, maar stond hij de overlevenden toe om ze te bewerken en de helft van de opbrengst met hem te delen. Umar's zoon heeft verteld: "Allah's Apostel was van plan de Joden te verdrijven, maar ze vroegen hem om hen daar te laten blijven op voorwaarde dat ze de arbeid zouden doen en de helft van de vruchten zouden krijgen. De apostel van Allah zei tegen hen: "We laten je zo blijven, zolang we willen." Dus, zij (d.w.z. joden) bleven daar wonen totdat ‘Umar hen dwong naar Taima’ en Ariha ’te gaan." [Bukhari: 3: 39: 531] De reden voor deze discrepantie kan zijn dat de veroverde bevolking van Khaybar joden waren. Technisch gesproken huurden ze hun in beslag genomen land niet, maar werkten ze vrijelijk voor moslims. Ibn Umar zei: De profeet sloot een contract met de mensen van Khaibar om het land te gebruiken op voorwaarde dat de helft van de producten van fruit of vegetatie hun deel zou zijn. De profeet gaf zijn vrouwen gewoonlijk honderd wasqs elk, tachtig wasqs dadels en twintig wasqs gerst. (Toen ‘Umar de kalief werd) gaf hij de vrouwen van de 26