meetmethodes 02
maximum bij abscis nul, en symmetrisch t.o.v. de y- as. Men kan ook de intervallen op de x- as kleiner maken zodanig dat het frequentiediagram een groter aantal zijden k rijgt. Uiteindelijk zal de veelhoek overgaan in een vloeiende kromme: de verdelingskromme of frequentiekromme (fig. 2).
fig. 2 Opmerkingen: 1. De ordinaat Y x van de frequentiekromme geeft voor de abscis x het aantal afwijkingen n x van de waarde x. Y x .dx geeft het aantal afwijkingen waarvan de waarde begrepen ligt tussen x en b
x dx y x dx geeft dan het aantal afwijkingen waarvan de waarde ligt tussen a en b. a
y x dx geeft dus het totaal aantal waarnemingen N.
Deze uitdrukkingen worden grafisch voorgesteld door de oppervlakten tussen de kromme en de x- as. 2. Bij de grote N en n x zal de weergave van de kromme moeilijkheden opleveren omdat de ordinaten te groot worden. Voor elk getal N zal een aparte frequentiekr omme getekend moeten worden. Men zal daarom niet de absolute frequenties n x voorstellen maar wel de percentages
100nx n , ofwel de relatieve frequenties x . N N
3. Bij weergave van de relatieve frequenties noemt men de verdelingskromme de foutenkromme van Gauss, of waarschijnlijkheidskromme, omdat bij zeer grote N de relatieve frequentie van x gelijk te stellen is met de kans voor het voorkomen van x bij één enkele waarneming. De oppervlakte tussen de foutenkromme en de x- as wordt = 1.
1.2.3 Centrummaten = een getal waar rond de waarnemingen zich situeren
Ingenieur Reinout Janssens
13/123