Goud (Februari 2022)

Page 1

NUMMER 4 Februari 2022, 25e JAARGANG

d MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM d

EINDELOOS

6

Goud

Goudkoorts in Klondike • Gouden boekverluchting • El Dorado • De Steen der Wijzen • De Hopediamant Gouden slagtanden • Het goud in de Duitse vlag • Gouden sieraden in Auschwitz-Birkenau


2 - INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave Waar ligt El Dorado ook alweer?

3

Hope doet doden? 4 Verborgen gouden sieraden 6 Een bijzondere vondst in Auschwitz-Birkenau

EINDELOOS COLOFON Hoofdredactie Iris Jocker Lauren Hermans

Eindredactie

Haye Heida Rutger Hoekstra Silvio Algra Suzanne Nellestijn

Gouden kunst van boekverluchting 8 Opmaak Centerfold

10-11

Lauren Hermans

Drukwerk Schwarz-Rot-Gold 12 De geschiedenis en betekenis van de Duitse vlag Het Geknutsel der Wijzen 14 Van losse draden tot gouden slagtand

16

Het laatste grote avontuur 18 Goudkoorts in Klondike Achterkant 20

HOOFDREDACTIONEEL Lieve lezers,

de Duitse vlag, zou Ole Lechner antwoorden. Anna van Schouten zou het daarentegen in een boek verwerken en Emma van Benthem zou er meteen een ring met de meest spectaculaire diamant ter wereld van laten maken. Meer weten over de motivaties achter deze keuzes? Lees het snel in hun artikelen. Natuurlijk heeft goud niet alleen gepolijste kanten, maar ook zijn rafelranden. Petra Cselényi schrijft in haar artikel hoe Joodse mensen in Auschwitz hun gouden sieraden uit handen van de Nazi’s probeerden te houden. Tot slot biedt de centerfold, zoals de trouwe lezers van ons gewend zijn, weer een aangename afwisseling. Lees hierin alles over de metalen tegenpool van goud: zilver! Kortom, genoeg schitterende leespracht in dit nummer om je gouden hart aan op te halen.

De Olympische Winterspelen 2022 zijn voorbij. Na zwoegen, ploeteren en alles geven sleepte Nederland acht gouden medailles in de wacht. Ireen Wüst, Kjeld Nuis en Irene Schouten, een greep uit de kanjers die de befaamde gouden plak om kregen. Wat maakt echter dit edelmetaal al eeuwenlang zo begerenswaardig? Onze eigen Eindeloos kanjers, die stuk voor stuk goud verdienen, hebben het voor je uitgezocht. Ze doken in de geschiedenis van het goud en kwamen met allerlei blinkende wetenswaardigheden boven. Wie wilt er bijvoorbeeld nou niet weten waar de mythische gouden stad El Dorado ligt? Onze Indiana Jones, Koen van Raaij, geeft je het antwoord in zijn artikel. Al goudkoorts gekregen? Christiaan Velzeboer schrijft dat men vroeger die drang naar goudbergen ook niet kon weerstaan. Liever niet op Veel leesplezier! reis, maar toch goud bemachtigen? Gina Iris Jocker & Lauren Hermans Verhagen vertelt hoe alchemisten van nietige metalen goud probeerden te brouwen. Maar wat moet je eigenlijk met al dat goud als je het eenmaal bezit? Verwerk het in je gebit, zou Bart van Oostrom zeggen, of in EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4

Speed-o-Print, Amsterdam

Redactie

Anna van Schouten Bart van Oostrom Christiaan Velzeboer Emma van Benthem Gina Verhagen Iris Jocker Isabel Linnartz Isabelle Mouissie Koen van Raaij Lauren Hermans Ole Lechner Petra Cselényi

Redactieraad

Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Prof. dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie

Uitgever: Stichting Eindeloos

Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hoofthuis, het Bushuis en Oudemanhuispoort. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloosamsterdam@gmail. com. Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam. Stichting Eindeloos Postbus 1626 1000 BP Amsterdam


EL DORADO - 3

Waar ligt El Dorado ook alweer? Koen van Raaij - Ergens in de enorme regenwouden van Zuid-Amerika zou een verborgen stad liggen waar de straten van goud zijn en de inwoners te veel goud hadden om te tellen. Eeuwenlang is er gezocht naar deze stad, maar tot op de dag van vandaag is hij nog steeds niet gevonden. De honderden expedities en zoektochten hebben geleid tot duizenden doden en toch waren er elke keer wel nieuwe schatzoekers. Vandaag de dag zijn er nog steeds sporen te zien van deze zoektochten die lang geleden plaatsvonden. Hoe kan het dat al deze mensen zo bevangen waren van het goud dat in de jungle zou liggen? Het komt allemaal door de mythe van El Dorado.

I

n 1537 ontdekte de Spaanse ontdekkingsreiziger Gon- den stad. In het begin gingen de Spanjaarden gewoon de zalo Jiménez de Quesada de Muisca-stam in het An- jungle in met enorme groepen indianen, om zo de stad te desgebergte. Dat gebied ligt in hedendaags Colombia vinden (aan de hand van aanwijzingen van de indianen). en de stam woont er niet meer. In de zestiende eeuw Dit heeft duizenden mensenlevens gekost en dat terwijl vertelden de indianen van de Muisca-stam een le- er meestal geen enkele buit werd gevonden. Later gingende aan de conquistadores, de ontdekkingsreizigers gen vooral gelukszoekers en ontdekkingsreizigers op zoek uit Spanje. De legende ging als volgt: bij festiviteiten en naar de stad, maar dan met een veel kleiner gezelschap. speciale gelegenheden voerden de Muisca’s een rituOndanks dat El Dorado zeer waarschijnlijk nooit eel uit. Het hoofd van de stam zou zich volledig bedek- heeft bestaan, heeft het veel bijgedragen aan de hedendaagken met goudpoeder. Dit gebeurde allemaal bij het meer se cultuur. Er zijn steden, liedjes en films die de naam dravan Guatavita. Vervolgens voer het stamhoofd op een vlot gen of er mee verbonden zijn. De prijs die hiervoor betaald naar het midden van dit meer, waar hij goud en edelste- is, is echter hoog. De vele zoektochten hebben voornamelijk nen in het water gooide. Dit deed hij om de goden te eren, geleid tot dood en verderf. Vooral de indianen moesten het zodat deze tevreden zouden zijn. Na de ceremonie zou hij bekopen, doordat ze ziek werden van de Europese virussen. al het goudpoeder weer van zich af wassen in het meer. Het is treurig om te bedenken dat alle doden en mislukDe naam El Dorado betekent letterlijk: de Vergul- kingen het gevolg waren van geruchten. Inmiddels zijn de de. Het is afgeleid van El Hombre Dorado wat letterlijk ‘de verhalen ontwikkeld tot een echte mythe met honderden gouden man’ betekent. Dit verwijst natuurlijk naar het boeken en studies over de stad. Het verhaal van de legendastamhoofd dat zich volledig bedekte met goud. Toen de rische gouden stad El Dorado zal nog lang verteld worden en Spanjaarden de legende hoorden van de indianen, waren wie weet gaan er nog wel eens wat mensen naar op zoek! d zij zeer geïnteresseerd in deze El Hombre Dorado. De geruchten verspreidden zich als een lopend vuurtje door heel Zuid-Amerika en deze verhalen bereikten ook Europa. Het probleem met die verhalen was: er klopte helemaal niks van. Iedereen gaf zijn eigen draai aan het verhaal en de ene ontdekkingsreiziger interpreteerde het anders dan de andere. Zo ging het verhaal van een man die zich heel af en toe met goud bedekte, naar een stad met gouden straten en tot slot ging het over een legendarisch rijk wat immens veel goud bezat. Het gevolg van deze verhalen was een eeuwenlange zoektocht naar de stad. Tot ver in de achttiende eeuw hebben mensen de oerwouden doorzocht, zonder enig spoor van de stad. In 1562 heeft Antonio de Sepúlveda zelfs geprobeerd om het Guatavita meer leeg te pompen, in opdracht van de Spaanse koning. Natuurlijk lukte het hem niet om het hele meer leeg te pompen met de toenmalige technologie. Een Hollander vragen, lag in die tijd natuurlijk ook wat gevoelig. Er werd heel weinig goud en niet eens één edelsteen gevonden in de delen van het meer die droog waren gelegd. In de eeuwen erna Dit beeldje geeft weer hoe de Spanjaarden de inwoners van El Dorado zijn er nog vele zoektochten geweest naar de gouzagen: goud.

EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


4 - HOPEDIAMANT

Hope doet doden?

Emma van Benthem - Wat is de bekendste diamant ter wereld? Precies ja, de Heart of the Sea. In de echte wereld is het een andere diamant, die toevallig ook blauw is: de Hopediamant. Deze diepblauwe edelsteen kan voor een hoop zorgen. Van goede sier maken op een avondje uit tot je bankrekening spekken. Maar anders dan de naam doet vermoeden, kan die je ook berooid in de goot achterlaten of zelfs doden! Wie de omzwervingen van de diamant volgt, komt langs markante eigenaren en macabre verhalen. Van India tot de Verenigde Staten, overal zorgde de diamant voor beroering, in voor- en tegenspoed.

Onze legende, onze mythe, onze King of Chaos©

De Hopediamant

H

et mysterie van de diamant begint al met zijn delving, want die is onbekend. Meerdere theorieën over het hoe, wat, waar en wanneer doen de rondte. Zo is geopperd dat de diamant oorspronkelijk uit de Kollurmijn in Golconda, India komt. In 1660 of 1661 kwam de steen in het bezit van de Franse koopvaarder Jean-Baptiste Tavernier, die zelf EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4

de diamant omschreef als “belle violette”. Tavernier beweert dat hij de edelsteen had gekocht. Er bestaat echter een legende dat de koopvaarder de diamant had gestolen uit het oog van een beeld van de hindoestaanse godin Sita, waarna de tempelpriesters een vloek uitspraken over de steen en zij die de gestolen diamant zouden bezitten. Bijna drie decennia later, in 1688, verkocht Ta-


HOPEDIAMANT - 5

vernier de diamant aan de Zonnekoning, Lodewijk XIV. Lodewijk liet de edelsteen door zijn hofjuwelier slijpen, waarna de diamant bekend werd als diamant bleu de la Couronne de France, afgekort de Frans Blauw. De edelsteen werd in goud gezet en aan een lint gehangen zodat de koning de diamant kon dragen tijdens plechtigheden. Lodewijks achterkleinzoon Lodewijk XV liet later de Frans Blauw plaatsen in een versiersel van de Orde van het Gulden Vlies. Na zijn dood raakte de diamant in onbruik.

De legende gaat dat een Franse koopvader de diamant stal uit het beeld van een hindoestaanse godin.

als ze 25 waren. De trustfondsbeheerders besloten echter dat ze de diamant al mochten verkopen om hun schulden af te lossen. In 1949 werd de Hopediamant, en de rest van McLeans juwelen collectie, verkocht aan de New Yorkse diamanthandelaar Harry Winston. Winston stelde de Hope jarenlang tentoon, onder andere in zijn “Court of Jewels”, een rondreizende tentoonstelling door heel Amerika. Op 10 november 1958 schonk Winston de diamant aan het Smithsonian Instituut in Washington D.C. Hij verstuurde bijzonder genoeg de Hopediamant per post. Sindsdien maakt de Hopediamant deel uit van de collectie van het instituut. Zo blijkt wel dat van de inleiding geen woord gelogen is. Alle ellende, faillissementen en zelfs de dood is overduidelijk het gevolg van de vloek van de Indiase tempelpriesters. Journalisten uit die tijd zagen dat ook in. In de loop van tijd verschenen verscheidende artikelen over de vloek en zijn slachtoffers. In 1911 publiceerde de New York Times een artikel met een opsomming van vermeende gevallen van pech. Zo zou de Russische prins Ivan Kanitovski als gevolg van zijn bezit vermoord zijn door Russische revolutionairen en zou hij zijn geliefde aan wie hij de steen had uitgeleend, actrice Lorens Ladeu, om het leven hebben gebracht. Ook zou de eerste eigenaar van de diamant, Tavernier, “aan stukken zijn gereten door wilde honden in Constantinopel”.

De Frans Blauw bleef familiebezit, want Lodewijk XVI erfde de edelsteen. Alhoewel zijn vrouw Marie Antoinette vele Franse kroonjuwelen in nieuwe versiersels liet zetten voor haar eigen gebruik, bleef de Frans Blauw in de gulden vlieshanger. Op 11 september 1792, tijdens de Franse Revolutie, stal een groep dieven de kroonjuwelen. De meeste juwelen kwamen weer terecht, maar de diamant was verdwenen. Hoewel de Frans Blauw al twintig jaar spoorloos was, dook in 1812 in Londen een mysterieuze diamant op. Diamanthandelaar Daniel Eliason had een evenzo opvallend blauwe diamant in de verkoop. In tegenstelling tot het driehoekige van de verdwenen diamant, was deze ovaalvormig. De eerste bekende eigenaar van deze diamant is Henry Philip Hope, aan wie de diamant zijn huidige naam ontleend. Hope was een verzamelaar van Nederlandse afkomst gevestigd in Londen. Zonder zelf bankier te zijn, was hij één van de erfgenamen van de bank Hope & Co. Na de dood van Hope in 1839, en een jarenlange rechtszaak over wie zijn erfenis kreeg, kwam de Hopediamant in het bezit van Hope’s neef Henry Thomas Hope. Na het overleiden van Henry en zijn vrouw ging de gehele erfenis in 1887 naar hun kleinzoon Lord Francis Hope. Hij kon echter niets met de erfenis doen zonder toestemming van de rechter. In 1896 raakte Francis failliet en kreeg hij toestemming om de blauwe edelsteen te verkopen aan de juwelenhandelaar Adolf Weil. Na Weil wisselde de Hopediamant op vrij korte tijd een aantal keer van eigenaar waarbij meer dan eens faillissement de reden van verkoop was. Uiteindelijk kocht in 1910 Pierre Cartier, de kleinzoon van de oprichter van het gerenommeerde sieraden bedrijf Cartier, de diamant. Cartier probeerde de Hopediamant te verkopen aan de Washington, D.C. socialite Evalyn Walsh McLean en haar man. In eerste instantie wezen zij het aanbod van de juwelier af, maar Cartier was een goede zakenman en het jonge stel kocht in 1911 de Hopediamant, nu in een modern versiersel gezet. Het koppel had de diamant jarenlang in hun bezit en McLean droeg de Hope tijdens de door haarzelf georganiseerde feesten en partijen. Toen zij overleed in 1947 liet zij de Hopediamant na aan haar kleinkinderen, maar doordat McLean haar erfenis in een trustfonds had geplaatst, konden haar kleinkinderen pas bij de diamant Evalyn Walsh McLean, de Rose DeWitt Bukater van Washington D.C.

EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


6 - HOPEDIAMANT

Een diamant op de post doen is door de hoeveelheid postzegels een kostbare zaak.

Een diamant op de post doen is door de hoeveelheid postzegels een kostbare zaak. Natuurlijk houdt de vloek geen steek en is de ellende hier geen gevolg van. Lodewijk XVI en Marie Antoinette zijn niet als gevolg van de vloek onthoofd. De geschiedenis suggereert dat zij de diamant nooit gedragen heeft, omdat die exclusief gereserveerd was voor gebruik door de koning. Bovendien is er historisch bewijs dat Tavernier overleed op 84-jarige leeftijd ten gevolge van ouderdom. Zoals zo vaak lijkt commercie de achterliggende gedachte achter deze vloek. Er zijn aanwijzingen dat Cartier en de McLeans de verhalen zelf rondbazuint hebben om de aantrekkingskracht en hun eigen aankoop te vergroten. De vloek

maakte de diamant mysterieuzer en dus waardevoller. Al lang werd gedacht dat de Hopediamant uit de Franse Blauw is geslepen, maar bevestiging hiervan kwam pas in deze eeuw. In 2005 werd een driedimensionale loden model van de Franse Blauw gevonden in de archieven van het Natuurhistorisch Museum van Parijs. De Hopediamant past precies in dit model en daarmee is het jarenlange vermoeden bevestigd. Sinds het Smithsonian de edelsteen in het bezit heeft, lijkt de vloek ook ingesluimerd te zijn. Volgens één van de conservatoren heeft het bezit van de Hopediamant het museum juist alleen maar geluk gebracht. d

Verborgen gouden sieraden Een bijzondere vondst in Auschwitz-Birkenau

Petra Cselényi -Als we nu terugblikken op de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog, dan wordt Auschwitz beschouwd als een van de meest duistere plekken. Een plek die als een voorbeeld dient om te laten zien wat nooit meer mag gebeuren. Decennialang is er onderzoek gedaan naar het leven in Auschwitz en zijn er verhalen naar boven gekomen. Een aantal van die verhalen laten zien wat de Joden in het geheim hebben gedaan binnen de muren van het concentratiekamp. Denk bijvoorbeeld aan ‘De tatoeëerder van Auschwitz’ of ‘De bibliothecaresse van Auschwitz’. Maar hoe luidt het verhaal over de gouden sieraden? EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


T

oen de Joden op de trein stapten, werd er een betere toekomst aan hen beloofd, waar zij werk en een beter leven zouden krijgen. Ze wisten niet dat zodra ze aankwamen bij de eindbestemming, al hun eigendommen zouden worden afgenomen. Doordat de Joden dit niet wisten en alleen maar een koffer mochten meenemen, zaten al hun kostbaarheden in die ene koffer. En dat hadden de Duitse soldaten wel in de gaten. Bij ontvangst werden alle Joodse bezittingen ingenomen en op een centrale plaats opgeslagen. Vele kampbewakers probeerden op eigen gelegenheid ook enige kostbaarheden in handen te krijgen, om ze vervolgens door te kunnen verkopen met fikse winst. Echter, na een tijdje hadden de Joden deze bedoelingen ook door. Om deze grootschalige roof te voorkomen trachtten zij hun waardevolle eigendommen naar de buitenwereld te smokkelen. In geheime brieven verzochten zij hun familieleden om de eigendommen op een veilige plek te bewaren. In sommige gevallen werden zelfs voorwerpen uit Auschwitz naar de buitenwereld gesmokkeld om te laten zien wat er binnen het kamp zelf gebeurde.

In sommige gevallen werden zelfs voorwerpen uit Auschwitz naar de buitenwereld gesmokkeld om te laten zien wat er binnen het kamp zelf gebeurde. Vervolgens gingen steeds meer Joden hun kostbaarheden in allerlei dagelijkse voorwerpen verbergen of bij niet-joodse buren of vrienden verstoppen in de gedachte dat zij deze na de oorlog weer op konden halen. Maar laten we bij de alledaagse voorwerpen blijven.

GOUDEN SIERADEN - 7

Sinds het einde van de oorlog zijn er alleen al in Auschwitz zo’n 12.000 stuks aan keukengereedschap gevonden met daarin verborgen kostbaarheden. Hierbij zou je kunnen denken aan kopjes, schalen, potten, ketels en kannen. En in 2016 hebben ze nog een verborgen eigendom ontdekt in het Auschwitz-Birkenau museum. Toen museummedewerker, Hanna Kubik, een koffiemok schoonmaakte voor een collectie, merkte zij op dat de mok een dubbele bodem had. Het emaille was waarschijnlijk door de jaren heen geleidelijk gaan slijten, waardoor de tweede bodem makkelijk losliet. In de mok lagen een in canvas verwikkelde ketting en gouden ring verstopt, die waarschijnlijk in het bezit van een vrouw zijn geweest. De kans is erg klein dat het nog wordt vastgesteld van wie de sieraden waren. Er is namelijk op de mok zelf geen spoor van rechthebbenden. De ring en de ketting hebben volgens een test een goudgehalte van 583, wat betekent dat ze 58,3% puur goud bevatten. Ook wordt er verondersteld dat de sieraden tussen 1921 en 1931 in Polen zijn gemaakt. Om te bevestigen waarvan de sieraden gemaakt zijn, hebben de medewerkers verschillende speciale methoden gebruikt. Zij maakten röntgenfoto’s en gebruikten de XRF-methode, waarbij diverse elementen worden gemeten door middel van röntgenstraling. Zo konden de medewerkers vaststellen dat de sieraden naast goud, ook zilver en koper bevatten. In de afgelopen 77 jaar zijn naast sieraden meerdere persoonlijke bezittingen teruggevonden. Denk aan horloges, bestek, sleutels, brillen, tabakspijpen, lege medicijnflesjes en aanstekers. Volgens een medewerker van het museum laten deze sieraden een belangrijke perspectief zien: “Blijkbaar wisten ze over de berovingen. Maar we zien ook de hoop die mensen hadden om dit te overleven.” Hoeveel verborgen kostbaarheden zitten er nog in de kampen zonder dat wij er vanaf weten? d

EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


8 - BOEKVERLUCHTING

Gouden kunst van boekverluchting

Anna van Schouten - Boekverluchting, oftewel de kunst van het illustreren van handschriften en documenten met goud of zilver. Het stamt af van het Latijnse woord ‘illuminare’ dat verlichten betekent. De techniek van deze handgemaakt boeken dateert vanaf de oudheid. Maar vooral middeleeuwse monniken maakten deze kunst. Deze boeken zijn over het algemeen religieuze boeken waarbij het geloof voorop staat. Het doel van boekverluchting was voornamelijk de tekst te verduidelijken, de tekst aan te vullen maar ook schoonheid natuurlijk. Dit was overigens niet de belangrijkste bedoeling van boekverluchting. Hoe meer een boek verlucht was hoe belangrijker de status van het boek werd.

G

eschreven teksten werden geruime tijd bewaard op boekrollen. Deze bestonden vrijwel altijd uit een aantal vellen van papyrus of perkament die aan elkaar geplakt werden. In de vierde eeuw kwam hier verandering in door het ontstaan van codex, bestaande uit losse vellen perkament. Door het ontstaan van de codex waren boeken makkelijker te gebruiken en te bewaren. Hierdoor zijn er een groot aantal boeken bewaard gebleven en kunnen wij deze, vandaag de dag, nog steeds bestuderen. De eenvoudigste vorm van boekverluchting was om zwarte verf af te wisselen met rode inkt (rugrum) of verf (minium). Hier stammen de termen rubricatie en miniatuur van af. Iets ingewikkeldere EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4

verluchtingen waren afbeeldingen zoals planten, dieren en evangelisten. Vanaf de 13e eeuw ging het boek niet alleen om het verluchten maar ook om het illustreren. Zo’n illustratie kon beginnen met

Het woord boekverluchting stamt af van het Latijnse woord ‘illuminare’ dat verlichten betekent.

een initiaal, een grote versierde letter waarmee de tekst begon. Maar het kon ook beginnen met een il-


BOEKVERLUCHTING - 9

lustratie in de marge, net buiten de tekst. De mees- lende stijlen gekend. Deze stijlen zijn ieder op hun te teksten hadden nauwelijks illustraties omdat eigen manier beïnvloed geraakt door andere stijlen ze bedoeld waren om te lezen. Getijdenboek, die en hebben invloed gehad op de toepassing ervan. voor de hoogste klasse werden gemaakt, vormden Dit heeft ervoor gezorgd dat er ‘insulaire’ hierop een uitzondering en werden rijk verlucht. boekkunst ontstond in de 7e en 8e eeuw. Een voorVoor de boekverluchting werd vaak bladgoud beeld van een handschriften uit de Insulaire periode gebruikt. Bladgoud is goud, bestaande uit een le- is ‘Book of Kells. In de 9e eeuw, tijdens de zogenaamgering van metalen, dat een dikte heeft van 0,0001 de Karolingische periode, maakte Karel de Grote tijmm. Dat is heel dun dus. Om het bladgoud aan te dens zijn veldtochten in Italië kennis had gemaakt brengen moet je heel verfijnd en zorgvuldig te werk met de Byzantijnse cultuur. Hierdoor geïnspireerd gaan. Voor het aanbrengen heb je een goudkussen, zetten hij een hofacademie op in Aken, waar vereen goudmes, een goudaanlegger en een goudstof- schillende handschriften werden vervaardigd. Een fer nodig. Om te beginnen brengt men lijmwater aan van de bekendste handschriften uit deze periode is met nauwkeurige lijnen. Als dit is opgedroogd kan de Godescalc-evangelie. Na Karel de Grote kwam de men het bladOttoonse pegoud aanbrenriode (10e-11e gen. Na ongeveer eeuw) waarbij twintig minuten de Byzantijnkan het opperse invloed zeer vlak glad worherkenbaar is. den gestreken Na de 11e eeuw met een penseel. ontstonden Dit wordt ook nog meer stijgedaan om het len zoals de Rooverige goud van maanse- en de het schilderij te Renaissancesverwijderen. Het tijl. Ook hieruit aanbrengen van ontstonden bladgoud is prebelangrijke cisie werk. Monhandschriften niken waren hier zoals het Ingeuren mee bezig. borg Psalter. De geAl deze schiedenis van handschrifde boekverluchting is lang ten stammen af van en heeft verschillende kenandere tijd waarbij Voor de boekverluchting werd een merkende periodes zoals de verschillende stijlkenvaak bladgoud gebruikt. oudheid en Middeleeuwen. merken zichtbaar zijn. Een aantal voorbeelden van Hierdoor verschillen handschriften zijn belangdeze handschriften sterk rijk voor de geschiedenis van van elkaar. Hoe meer boekverluchting. Het begon in de oudheid en werd verlucht en geïllustreerd een handschrift was, des gebonden via codex. Een van de oudste bewaarde te hoger de status van degene die het boek in eihandschriften met codex zijn Vergilius Romanus, gendom had. Vanwege het goud en zilver in deze Vergilius Vaticanus en Illias Ambrosiana. Vanuit handschriften waren deze boeken vroeger alleen Rome wilde men het Christendom verder verspreiden voor de hogere klasse beschikbaar. Vandaag de en zo ook naar de Ierse eilanden. Zodoende werd de dag vinden onderzoekers nog steeds handschrifboekverluchting ook overgenomen door monniken ten en kunnen wij deze bekijken en onderzoeken. uit Ierland. De boeken die hier ontstonden werden Deze boeken zijn met de hand gemaakt en zijn beïnvloed door Keltische goudsmeedkunst. Boekver- dus speciaal en uniek doordat ze allemaal van elluchting heeft door de eeuwen heen veel verschil- kaar verschillen. Iets om je ogen bij uit te kijken. d EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


10 - CENTERFOLD

Zil

‘Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.’ Jacob Cats doorzag h mooi. Goud maakt niet aantrekkelijk. Goud maakt niet belangrijk. Goud maakt niet

Het de Pfeffel-zilver Ole Lechner - De oma van de Britse premier Johnson - voluit Alexander Boris de Pfeffel Johnson - was altijd ontzettend trots op haar veronderstelde komaf. De naam ‘de Pfeffel’ zou van een adellijke familie afstammen, hoewel ze zelf boerin was. Boris vond dit idee vergezocht en vrij hilarisch. Maar oma had wel een grote, mysterieuze kist vol zilveren lepels, koffie- en suikerpotten. Een Brits tv-programma zocht uit hoe het precies zat met Boris’ afkomst en ziedaar: Boris bleek toch echt familie te zijn van de Beierse baron Charles de Pfeffel en barones Caroline de Pfeffel. Maar daar hield het niet op: Caroline was de onwettige kleindochter van koning Friedrich van Württemberg. Het ‘de Pfeffel-zilver’ zou Caroline als cadeau van de koning hebben ontvangen. Als klap op de vuurpijl was de koning van Württemberg een afstammeling van het Huis van Hannover. Dat maakt koning George II van Groot-Brittannië en Ierland Boris’ over-over-over-over-over-over-over-overgrootvader. Het zilver zit overigens niet meer in de familie: dat verkochten zijn grootouders jaren geleden al.

Zilver leven op de Titanic Petra Cselényi - De Titanic wordt gezien als een van de meest luxueuze schepen allertijden. Maar hoe goud (of zilver) was het leven aan boord? De spullen die uit de Titanic werden gered, kunnen ons hier een inkijkje in geven. Op de Titanic werden zilveren bestek en tafelgerei gevonden. Deze voorwerpen leken heel erg op wat je in die jaren ook op de schepen Olympic en Britannic zou hebben gevonden. De klassenopstelling was ook hetzelfde. De eerste klas kon tijdens het eten genieten van het mooie zilveren tafelgerei, terwijl de andere twee klassen alles op een porseleinen bordje voor hun neus kregen. Het zilver bestek dat op de ‘White Star Line’ schepen was gebruikt, en dus ook op de Titanic, is gemaakt door Elkington & Co (vorken, lepels en tafelgerei) en Mappin & Webb (messen).

De kansloze tweede plaats Bart van Oostrom - Bij topsport streef je naar de eerste plaats, maar er kan uiteindelijk maar één de gouden medaille naar huis nemen. Naast de gouden heb je de zilveren en de bronzen medaille. De bronzen medaille is nog wat waard: je bent niet de beste, maar je bent goed genoeg om bij de top drie te horen. Je laat tevens een heel aantal tegenstanders achter je die niet het podium mogen betreden. De meest zielige prijs die je kan krijgen is de zilveren medaille, het is een constante herinnering aan het feit dat je eigenlijk niet goed genoeg bent. De derde plek krijgt natuurlijk ook geen goud, maar dan heb je in ieder geval nog iets behaald. Bij zilver ben je eigenlijk gewoon net niets. Sven Kramer trekt het nog een stukje verder. Volgens hem is zilver helemaal níets waard en stormde vervolgens weg van de nieuwsreporter die hem vroeg hoe de wedstrijd was verlopen. EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


lver

CENTERFOLD -11

het eeuwen geleden al. Goud maakt niet gelukkig. Goud maakt niet rijk. Goud maakt niet t chic. Goud maakt niet af. Goud maakt niet beter. Zilver daarentegen wel! Of toch niet?

Kwabben voor de sier Isabel Linnartz - Zilveren ornamenten zijn het toppunt van elegantie. Welke kelk of schaal ziet er nou niet chiquer uit met wat zilverwerk in de vorm van fleurige bladeren, klassieke figuren, of wat zwierige kwabben? Ja, kwabben, of dergelijke golvende en plooiende organische vormen, waren ooit een hete trend in de zilverwerkwereld. Het gebruik van deze vaag lichamelijke motieven werd ook wel oorschelp- of kraakbeenstijl genoemd. Ondanks deze enigszins verontrustende beschrijving is kwabstijl zilverwerk nog steeds een geliefd collectorsitem vanwege de inventieve en dynamische vormentaal. Dit type edelsmederij werd vooral populair in de vroeg zeventiende-eeuwse Republiek der Nederlanden en wordt gezien als een onderdeel van het maniërisme: een stroming in de beeldende kunst die onder andere gekenmerkt wordt door overdreven sierlijke mensenlichamen. De grote voorloper binnen deze stijl, zilversmid Paulus van Vianen, liet zich aanvankelijk inspireren door de surrealistische monsters van Jheronimus Bosch. Het zilverwerk ontwikkelde zich langzamerhand van dynamische lijven, golven, en zeemonsters naar abstracte massa’s. Ook buiten de zilversmederij zien we af en toe nog eens kwabornamentatie terug, zo kan je de kenmerkende cartouches met gekrulde huid-achtige randen ook spotten in zeventiende-eeuwse boekwerken en gebouwen.

Geboortelepel Rutger Hoekstra - Met een zilveren (of gouden) lepel in de mond geboren worden. Het is een zegswijze die vrij letterlijk genomen kan worden. Vooral in Friesland is het al sinds de zestiende eeuw een traditie om bij de geboorte een lepel cadeau te doen. Het bestek wordt cadeau gedaan door de grootouders of de oom en tante. Met het gebaar wordt de pasgeborene een rijk leven gewenst en in geval van financiële nood kan die hem desnoods verkopen. Op de lepel staan de naam en geboortedatum gegraveerd. De versiering verwijst naar iets wat met de familie te maken heeft, zoals waar de familie woont. Zo is mijn lepel versierd met een uilenbord (nog zo’n Friese traditie). Die sierde dan weer de woonboerderij waar mijn ouders woonden toen ze mijn beide zussen kregen. Die versiering werd na verhuizingen aangehouden voor de kinderen die nog volgden.

Kwakzilverij Maura Wesseling - Colloïdaal zilver, ook wel nanozilver of zilverwater genoemd, is een oplossing waarbij een vloeistof elektrisch geladen zilverdeeltjes bevat. Deze deeltjes zijn zo klein dat ze met het blote oog niet te zien zijn. Voor lange tijd had deze vloeistof de bijnaam ‘helend water’ en werd aanbevolen als een soort antibiotica tegen ontstekingen zoals syfilis. Hippocrates schreef rond 400 voor Christus al over de helende werking van zilver. De kleine zilverdeeltjes in water zouden schimmels en ontstekingen wegwerken uit het lichaam. Het is echter niet bewezen dat dit middel echt werkt, al kan het wanneer het in grote maten wordt ingenomen wel schadelijk zijn. Sinds 2016 mag het medicijn niet meer worden verkocht als supplement of levensmiddel volgens de Europese Voedsel en Warenautoriteit. Colloïdaal zilver brengt schade aan bacteriën, dat klopt, maar het kan geen onderscheid maken tussen de lichaamseigen en lichaamsvreemde cellen. Daarnaast kan een te grote inname van het zilverwater tot een onomkeerbare grijsblauwe verkleuring van de huid leiden, deze verkleuring wordt Argyrie genoemd, afgeleid van het Griekse argyros, oftwel: zilver. EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


12 - DUITSE VLAG

Schwarz-Rot-Gold

De geschiedenis en betekenis van de Duitse vlag

Ole Lechner - Volgens artikel 22, paragraaf 2 van de Duitse grondwet is de Bundesflagge (de nationale vlag van Duitsland) zwart-rood-goud. Toch ziet het onderste deel van de driekleur er geel uit in plaats van goud. De Belgische vlag, die bijna dezelfde kleuren gebruikt, wordt in de grondwet beschreven als rood, geel en zwart. Hoe komt het dat Duitsland zo’n aparte benaming hanteert?

H

oewel Duitsland tot in de 19e eeuw niet één staat vormde, stammen de kleuren van de Duitse vlag uit de middeleeuwen. Het Heilige Roomse Rijk gebruikte namelijk al in de 14e eeuw een gele banier met daarop een zwarte adelaar met rode klauwen en snavel. De adelaar wordt vandaag de dag ook nog gebruikt als Duits nationaal symbool: het Duitse parlementsgebouw en de 2 euromunt worden hiermee bijvoorbeeld versierd. Ook de machtige Habsburgers begonnen in de hoge middeleeuwen gebruik te maken van zowel de adelaar als de kleuren zwart en geel. Met Napoleons invasie in 1805 kwam er een einde aan het Heilige EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4

Roomse Rijk en daarmee ook aan het officiële gebruik van de kleuren zwart, rood en geel (hoewel Oostenrijk nog tot het einde van de Eerste Wereldoorlog een zwart-gele vlag gebruikte). De in 1815 opgerichte Duitse Bond had aanvankelijk geen nationale kleuren. De Duitse kleuren hadden echter nog niet hun laatste adem uitgeblazen. Integendeel: in de 19e eeuw speelden de kleuren een belangrijke rol in de nationaal-liberale beweging die een Duitse staat wilde stichten. Voor het eerst werd ook de term ‘goud’ gebruikt in deze context. Na te hebben gevochten in de Napoleontische Oorlogen begon een studenten-vrijkorps zich te manifesteren als belangrijke voorvechter van een verenigd Duitsland. Dit korps

droeg een zwart-rood uniform met gouden knopen en ging in de naoorlogse jaren een zwart-rood-gouden vlag gebruiken. De kleuren zouden staan voor de zwarte nacht van de onderdrukking, de bloedige strijd voor rechten en de gouden dageraad van de vrijheid. In de aanloop naar de revolutie van 1848-1849 werd de kleurencombinatie steeds meer ingezet om de ‘Duitse natie’ te vertegenwoordigen. De revolutionairen riepen op tot liberaal-democratische hervormingen en de vorming van een Duitse staat. Toen in maart 1848 onrust uitbrak, zwaaiden zij in meerdere steden met vlaggen in de welbekende kleuren. De Duitstalige staten slaagden er in 1848 niet in om zich te verenigen, met name vanwege


de vele verschillende belangen van de heersende klassen. Een Duits rijk - met de driekleur als vlag - werd kortstondig gevormd, maar stortte binnen een jaar alweer in, waarop de Duitse Bond werd hersteld. Desalniettemin legde de revolutie de basis voor een Duitse identiteit, die stevig verbonden was met de kleuren zwart-rood-goud. Met het hernieuwde belang van de kleuren besloot de Duitse Confederatie dan ook om de driekleur te blijven gebruiken. Niet iedereen was tevreden met de uitkomst van de revolutie. Met name Pruisen, naast Oostenrijk de machtigste staat in de Duitstalige gebieden, pleitte voor een ‘klein-Duitse oplossing’. Dat wil zeggen, het vormen van een staat zonder Oostenrijk, onder leiding van Pruisen. Pruisen slaagde er geleidelijk in dit doel te bereiken door eerst de Noord-Duitse Bond op te richten in 1867 en vervolgens (na een paar oorlogen) door het Duitse Rijk op te richten in 1871. De nieuwe Duitse staat deed afstand van de driekleur en verving deze door zijn eigen, zwart-wit-rode: een combinatie van de zwart-witte Pruisische vlag en de kleuren van de Hanzesteden, wit en rood. Dit ging met weinig verzet gepaard: ook liefhebbers van de zwartrood-gouden vlag vonden een verenigd Duitsland belangrijker. Zo kwam het dat de eerste echte Duitse staat niet de klassieke Duitse kleuren droeg.

De kleuren zouden staan voor de zwarte nacht van de onderdrukking, de bloedige strijd voor rechten en de gouden dageraad van de vrijheid. Maar, zoals wel vaker gebeurt in de Duitse geschiedenis, zou deze nieuw opgerichte Duitse staat het niet lang uithouden: in 1918 werd het Duitse rijk verslagen in de Eerste Wereldoorlog en maakte de Novemberrevolutie een einde aan de constitutionele monarchie. Het Duitse Keizerrijk maakte plaats voor de Weimarrepubliek. Daarmee rees opnieuw de vraag welke vlag te gebruiken. De Weimar-grondwet van 1919 herstelde de oude driekleur om de voortzetting van de revolutionaire be-

Een middeleeuwse banier met daarop een niet zo natuurgetrouwe adelaar, geschilderd door Albrecht Durer.

DUITSE VLAG - 13

weging van de 19e eeuw, en een breuk met de monarchie aan te duiden. Niet iedereen was hier blij mee: met name conservatieven, monarchisten en nationaalsocialisten zagen de vlag als symbool van de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog. Zij noemden de vlag daarom bij denigrerende namen, zoals ‘zwart-rood-geel’ en ‘zwartrood-mosterd’. De keizerlijke kleuren, zwart, wit en rood werden daarmee kleuren van de monarchistische en nationalistische bewegingen en zwartrood-goud werd juist een symbool voor democratie; zo werd er in 1924 een organisatie opgericht onder de naam Reichsbanner Schwarz-Rot-Gold, met als doel de parlementaire democratie te beschermen tegen links en rechts extremisme. Toen de nazi’s in 1933 aan de macht kwamen werden de keizerlijke kleuren gerecycled tot een nieuwe vlag, dit keer met een hakenkruis erop. Na de Tweede Wereldoorlog en de geallieerde bezetting van Duitsland maakte de zwart-rood-gouden vlag zijn comeback in 1949. Aan beide kanten van Duitsland, dat inmiddels in

oost en west was opgesplitst, werden de oude kleuren weer in ere hersteld. In de Bondsrepubliek werd nog even getwijfeld over een mogelijk redesign. De CDU/CSU stelde voor om wel de oude kleuren te gebruiken, maar in de vorm van een Scandinavisch kruis (dus vergelijkbaar met Denemarken, Noorwegen enzovoorts). Uiteindelijk werd er toch gekozen voor de oude Weimar vlag, met name als teken van continuïteit met de vorige Duitse democratie. In de grondwet werd de vlag als zwart-rood-goud beschreven, omdat zwart-rood-geel besmet was geraakt door het gebruik van de term door de nazi’s en monarchisten. Ook de Duitse Democratische Republiek (DDR) besloot de zwart-rood-gouden vlag te gebruiken. De Oost en West-Duitse vlaggen waren daardoor tien jaar lang identiek, totdat de DDR in 1959 haar embleem erop plaatste. Maar de Duitse kleuren waren inmiddels niet meer weg te denken uit de vlag: ook na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de hereniging van Duitsland in 1990 bleef de Duitse vlag zwart, rood en goud. d EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


14 - STEEN DER WIJZEN

Het Geknutsel der Wijzen

Gina Verhagen - Een geschrift uit de vierde eeuw zet al eeuwenlang mensen aan tot een mythische queeste. De Griek Zosimos van Panopolis beschreef hier een speciale stof die gewone metalen in edelmetalen kon veranderen, in het bijzonder goud en zilver. Maar een andere bijwerking - een die voor velen de zoektocht ongetwijfeld zo verleidelijk maakte - was dat deze stof kon worden gebruikt voor een levenselixir. De buit was dus niet niks en de lust van vele alchemisten was aangewakkerd. Het klinkt wellicht als zweverige ‘mambo jambo’, maar toch leidde het geschrift tot een zoektocht die niet resulteerde – spoiler alert – in het eeuwige leven, maar wel in veel andere bijzondere producten.

A

lchemie is een zeer oude spirituele traditie en zijtak van de natuurfilosofie. Het kan omschreven worden als het filosofisch denken over materie met als doel deze materie te veranderen, ofwel transmutatie. Vooral vanaf de oudheid wordt alchemie voornamelijk geassocieerd met het vinden van die eerdergenoemde bijzondere stof. Alchemisten doopten die stof al snel om tot ‘de steen der wijzen’, een naam die verwees

naar henzelf (‘de wijzen’) en ‘de steen die geen steen is’. Ook de zoektocht naar die steen kreeg een eigen naam: Magnum Opus, oftewel het ‘Grote Werk’. De steen kwam al snel bekend te staan als iets meer dan dat. De stof werd symbool voor het streven naar perfectie door alchemisten. Ook raakte de steen het geestelijke vlak: het ging om verlichting en spiritueel inzicht voor ieder die deelnam aan de zoektocht. Toch waren alchemisten niet alleen maar in de ban van de woorden van Zosimos, maar focusten ze zich ook op vele andere zaken. Zo zagen Chinese alchemisten de aarde als één levend organisme en gebruikten zij magneten om de vitale energiestromen van de aarde te detecteren. Zij ontdekten een netwerk van energie, die zij feng shui noemden, oftewel een soort ‘aard-magie’. Hun onderzoek leidde interessant genoeg tot de ontdekking van buskruit rond de tiende eeuw. Toch konden ook de Chinezen het niet laten om zich te wagen aan een zoektocht naar onsterfelijkheid. Die zoektocht noemden zij Waidan en bestond voor hen voornamelijk uit het experimenteren met hun eigen lichaam en diëten. De alchemisten uit India focusten zich meer op het vinden van medicijnen en hoe men een goede gezondheid in stand kon houden. Het zoeken naar medicijnen klinkt nobel en verre van zweverig, maar toch hebben alchemisten vaak een stoffige en mysterieuze reputatie. Dit wordt ook versterkt door het feit dat alchemistische geschriften bezaaid zijn met cryptische scheikundige formules, sprookjesachtige illustraties en Latijnse benamingen. Dit maakt alchemie niet alleen lastig voor een leekpubliek, maar zitten deskundigen ook nog altijd met hun handen in het haar. Het was namelijk een alchemistentraditie om geschriften te coderen door gebruik te maken van allegorieën. Zo schreven ze hun verhalen met personages en acties die totaal iets anders Het geheime recept voor een goed doorbakken mens. Beetje betekenden dan hun alledaagse betekenis. Deze tijm erbij en klaar! codes, beter bekend als Decknamen, waren alleen

EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


STEEN DER WIJZEN - 15

te ontcijferen door diegenen voor wie de boodschap bedoeld was, vaak vrienden die ook alchemisten waren. Ook de illustraties bevatten vaak geheime symbolen en boodschappen. Deze dubbelzinnige warboel heeft ondanks geleid tot een nalatenschap van historisch waardevolle documenten en die in elk geval een lust voor het oog bieden.

baar concept en dit heeft de alchemie ook een erfenis gegeven van bijzondere mythes. Zo geloofden velen dat het toch mogelijk was om lood te veranderen in goud en iemand die het antwoord hiertoe zou hebben gekraakt was de Parijse Nicolas Famel. Deze schrijver en boekenhandelaar was geboren in circa 1340. Opvallend genoeg kwamen de eerste beweringen dat Flamel de steen der wijzen had gevonden pas in de 17e eeuw, tweehonderd jaar na Flamel’s dood. Opeens werden bepaalde teksten aan Flamel toegeschreven waarin de ‘alchemist’ het geheime recept zou hebben geleerd van een joodse bekeerling, op weg naar Santiago de Compostella. Een reden voor deze hoogstwaarschijnlijke mythe is dat Flamel een groot vermogen had vergaard, dat hij grotendeels besteedde aan vrome doelen en goede werken. Een vermogen dat zo aanzienlijk was dat Flamel zich kon ontwikkelen tot succesvol alchemist en het geheim tot goud en het eeuwige leven kon ontdekken. Door deze mythe is Flamel sindsdien in verscheidene fictieve werken opgedoken als legendarische alchemist, met het bekendste voorbeeld wellicht Harry Potter en de Steen der Wijzen. Een verwijzing naar Harry Potter is niet vergezocht wanneer er over alchemie wordt gesproken. Het blijft een traditie die een mystieke en magische aura heeft en die moeilijk is te doorgronden. Naast inspiratie voor het eerste Harry Potter boek heeft de alchemie toch ook zeer praktische uitvindingen voortgebracht. Zo worden werktuigen die alchemisten gebruikten, zoals de retort en de destilleerkolf vandaag de dag nog steeds gebruikt. Ook fosfor werd door alchemisten in 1669 toevallig ontdekt toen zij urine kookten in een poging de steen der wijzen te vinden. Ook

Alchemie was de samenkomst van creatieve personen met filosofische ideeën die random spullen bij elkaar gooiden. De recepten van alchemisten waren dus zeer cryptisch en bevatten ook fijne ingrediënten zoals ‘de stralen van de zon’. Ook was geen enkel alchemistisch recept voor de steen der wijzen hetzelfde. De alchemisten waren het niet eens hoe deze krachtige steen gemaakt kon worden. Zo waren sommigen van de mening dat de steen eerder metaforisch moest worden opgevat: het ging niet om een fysieke steen, maar om een begrip van geometrie. De steen der wijzen veranderden dus ook in een ontast-

de uitvinding van de boekdrukkunst als een economische massaproductie door Johannes Gutenberg was mogelijk door middel van alchemie. Zo wist de metaalbewerker Gutenberg een legering te maken van lood, tin en antimoon. Deze legering in combinatie met een bepaalde soort olie op inktbasis en de toentertijd gewone kaaspers zorgde voor een duurzaam systeem voor massale boekdrukkunst. De alchemie was de samenkomst van creatieve personen met filosofische ideeën die schijnbaar willekeurig EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


16 - GOUDEN SLAGTAND

spullen bij elkaar gooiden in de hoop zo de geheimen van het universum te achterhalen. Ze wisten niet wat ze precies deden of waarin hun experimenten in resulteerden. Eén hoop was echter groot bij velen: dat hun geknutsel zou leiden tot het geheim der goud en het geheim der leven. Onderweg werd er toevalligerwijs veel ontdekt en werd zo de basis voor de moderne wetenschap gevormd.

Van dit grote nalatenschap is er in dit artikel maar een klein deel behandeld. Er valt nog veel meer te ontdekken in de wereld van de alchemie. Duizenden alchemistische puzzels moeten nog gekraakt worden: en wie weet, misschien staat er ergens tussen al die gecodeerde alchemistische teksten toch het recept voor de steen der wijzen. d

Van losse draden tot gouden slagtand

Bart van Oostrom - Piraten, rappers, een Bengaalse tijger en de adel uit de achttiende eeuw. Eén ding hebben ze gemeen: hun voorliefde voor de gouden tand. Hoewel piraten, rappers en de adel zulke tanden niet om medische redenen laten zetten, is dit wel het geval voor de Bengaalse tijger. De gewoonte om goud in het gebit te plaatsen moet ergens vandaan komen, maar de vraag is of dit veelal medische reden had of eerder een cosmetische.

D

e oudst gereconstrueerde tanden die ooit zijn gevonden komen uit Pakistan. Het betreft elf kiezen die waarschijnlijk uit het neolithicum dateren, waardoor we nu weten dat de tandheelkunde al een heel oude bezigheid is. In het oude Egypte vinden wij het eerste gebruik van goud in het gebit. Er werden geen volledige tanden gereconstrueerd, maar gouddraad door de tanden heen geweven. Dit werd met name gedaan bij tanEINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4

den die mogelijk uit zouden vallen, om ze zodoende op de plaats te houden. Dit fenomeen is in teksten te vinden die ongeveer rond 1700 v. Chr. geschreven zijn. Dezelfde geschriften vertellen over overgedragen wetenschappen die waarschijnlijk al teruggaan tot 3000 v. Chr. Deze omgang met het gebit en de behandeling met gouden draden tegen uitvallende tanden is op zichzelf al fascinerend. Het gaat echter nog steeds niet om de gouden tanden die wij associëren met hiphopcultuur of


GOUDEN SLAGTAND - 17

piraterij. In teksten van Aulus Cornelius Celsus is uitgebreid geschreven over het gebit en wat er allemaal mis mee kan zijn. Zo benoemt hij wat wij nu zouden kunnen zien als een kroon op de tand: hij noemt dit nog geen tandheelkunde en zijn teksten hadden geen wetenschappelijk karakter. Wat wij wel weten via deze teksten is dat de kroon hoogstwaarschijnlijk gevonden is bij de Etrusken. We zijn echter nog steeds niet bij de gouden tand terecht: in de teksten van Celsus schrijft hij over het vullen van tanden met lood. Lange tijd werden zijn ge-

te Amsterdam. In de advertentie biedt Johannes de Maber een ivoren tand aan waarmee je weer gewoon kunt praten, eten en volgens de Maber zelfs weer uitstekend kan zingen (wat hij er niet bij vermeld is of het hierbij van belang is of je voor het gebitsverlies al enigszins gezegend was met een fijne stem). Fauchard is wel de eerste schrijver die goud benoemt als optie voor vergane tanden, alhoewel hij zelf de ivoren tand mooier vindt. De gouden tand kent dus een voornamelijk medische achtergrond, die tegenwoordig niet alleen meer

Er werden geen volledige tanden gereconstrueerd, maar gouddraad door de tanden heen geweven. schriften gezien als de enige wetenschap rondom het gebit en hoe je ermee om moest gaan. In de zeventiende eeuw begint de tandheelkunde een ietwat meer specialistische vorm aan te nemen. Het is uiteindelijk in Nederland dat Antonie van Leeuwenhoek met zijn microscoop van alles gaat onderzoeken. Zo heeft hij ook het menselijk gebit van dichtbij begluurd en zodoende als eerste het fenomeen tandplaque omschreven. Vaak wordt de gouden tand en de uitvinding van moderne tandheelkunde zodanig toegeschreven aan Pierre Fauchard, die in 1748 zijn eerste werken over tandheelkunde publiceerde. Fauchard heeft echter al voorgangers in Nederland gehad: de eerste advertentie betreffende prosthetische tanden is afkomstig uit 1725

wordt toegepast op mensen. Nadat deze op de markt kwam waren er echter ook tal van mensen die hem niet nodig hadden maar toch graag wilden hebben. Zodoende kwam de gouden glimlach tot leven in de achttiende eeuw en lieten mensen gouden kronen zetten, ook wanneer zij deze eigenlijk niet nodig hadden. De gewoonte om onnodig je tanden laten veranderen in goud is echter iets wat nog steeds niet veranderd is in de loop der jaren. Je zou misschien kunnen zeggen dat het langzamerhand klaar moet zijn met deze trend. Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo dat een beetje zelf respecterend rapper, piraat of Bengaalse tijger edelmetaal tussen zijn tanden nodig heeft om zijn positie te kunnen bevestigen. d EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


18 - GOUDKOORTS

Het laatste grote avontuur Goudkoorts in Klondike

Christiaan Velzeboer - Wanneer mensen massaal stoppen met wat ze op dat moment aan het doen zijn kan dit verschillende dingen betekenen. Het kan zijn dat hun land de WK-finale heeft bereikt en deze op het punt staat te beginnen. Wanneer diezelfde mensen zich niet naar een scherm, maar naar een onherbergzaam gebied begeven, betekent dit vaak maar één ding: er ligt daar goud op hen te wachten! Dit is het verhaal van de Klondike Gold Rush, het laatste grote avontuur van de negentiende eeuw.

O

p de rand van de wereld in Noordwest-Canada, tegen Alaska aan, ligt het territorium Yukon. Van oudsher wordt deze regio bevolkt door verschillende inheemse volkeren en vanaf de vroege negentiende eeuw trekken ook Europeanen het gebied in. Eerst zijn het voornamelijk bonthandelaren, later komen hier missionarissen bij en vanaf de jaren 1860 en 1870 komen de eerste goudzoekers hun geluk beproeven. Deze bevolkingsgroei wordt door de regering aangegrepen de politie uit te breiden naar de regio. Achteraf had men geen beter moment kunnen kiezen. In augustus 1896 dobbert Robert Henderson stroomafwaarts op de Indian River om voorraad en andere benodigdheden te halen in het nabijgelegen dorpje Forty Miles. Het water staat laag en om zijn boot te sparen besluit Henderson de Thron-diuckrivier (deze inheemse naam is later verengelst tot ‘Klondike’) te nemen. Een noodlottige beslissing, want daar kruist zijn pad met die van de Amerikaan George Carmack en diens zwager Skookum Jim. Naar de ongeschreven goudzoekerscode, waarvan vrije informatie-uitwisseling een belangrijke pijler is, vertelt Hen-

EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4

derson dit tweetal over de door hem ontdekte ‘Gold Bottom’ verderop en adviseert hen daar ook een claim te doen. Op 17 augustus 1896 stuit Skookum Jim in Rabbit Creek (nu Bonanza Creek) op een goudklomp die de wereld op zijn kant zou zetten. Wanneer niet veel later in de El Dorado Creek een nog grotere exemplaar wordt gevonden weet iedereen in Yukon genoeg. Met het binnenvallen van de winter bleef het nieuws nog even geheim voor de rest van de wereld. Hier kwam verandering in toen in juli 1897 de eerste scheepslading met Yukon-goud Seattle bereikte. En er volgden er meer.

Op 17 augustus 1896 stuit Skookum Jim in Rabbit Creek (nu Bonanza Creek) op een goudklomp die de wereld zou veranderen.

In een Amerika dat economisch aan de grond zat ging het nieuws dan ook als een lopend vuurtje rond en daarmee


GOUDKOORTS - 19

was de goudkoorts geboren. Klondike leek de oplossing voor alle problemen: van de wereldwijde vraag naar goud tot felbegeerd werk en de mogelijkheid financieel onafhankelijk te worden. Hierop vertrokken duizenden gelukszoekers naar Canada met in hun kielzog handelaren, journalisten, schrijvers en fotografen. Onder de gelukszoekers zaten vanzelfsprekend veel werklozen, maar ook berucht zijn de verhalen waarin mensen massaal ontslag namen om goud te gaan zoeken. Naar verluidt zou in Seattle een deel van de politie zijn vertrokken, lieten taxichauffeurs hun auto’s op straat achter en zou zelfs de burgemeester zijn ambtsketting hebben ingeruild voor een pikhouweel. Geschat wordt dat zo’n honderdduizend mensen naar het noorden trokken. Dit kon over land, maar de meeste van hen kozen voor de route over zee. Uiteindelijk zouden ergens tussen de 30.000 en 40.000 mensen de goudvelden van Klondike weten te bereiken. Als gevolg van de massamigratie ontstonden er langs de verschillende routes kleine stadjes om in de meest uiteenlopende behoeften te voorzien. De bekendste hiervan is Dawson City. Tegenwoordig een slaperig stadje, maar in de tijd van de Klondike Gold Rush

een bruisende plaats met circa 17.000 inwoners en vele passanten. ‘Het Parijs van het Noorden’ staat symbool voor de tijdelijke gekte die Klondike trof. Bij de meest extreme leegloop vertrokken zo’n 8000 mensen in een week uit Dawson City. Het is tevens de plek waar Dagobert Duck voor het eerst en voor het laatst zijn hart verloor aan een vrouw. Het romantische beeld dat de vele goudzoekers hadden van Klondike viel vanzelfsprekend tegen. De meeste van hen waren in de eerste plaats niet getraind in het mijnen van goud, maar daarbij ook niet berekend op de huiveringwekkende Canadese winters. De meeste goudzoekers kwamen dus van een koude kermis thuis. Ook de vooraf geromantiseerde enscenering van Klondike bleek inwisselbaar. Nadat de goudvoorraad uitgeput raakte kwam er in 1899 vanuit Nome, Alaska het nieuws dat ook daar goud was gevonden. Zij die niet al gedecimeerd naar huis waren teruggekeerd pakten hun biezen en lieten zich door de goudkoorts leiden naar de volgende plek. Het laatste grote avontuur van de negentiende eeuw zat erop. d

EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


20 - ALCHEMIST DIY

Word een echte alchemist en maak je eigen goud!* Wat heb je nodig: -Pyriet (ook wel gekkengoud genoemd) -Zoutoplossing -Zeewater -Honing -Azijn -Zwavel -Gele aluin -Attisch oker -Vuurtje

> Stap 1: Zorg voor een opgeruimde tafel. Pak het pyriet uit het doosje en stal ook de andere benodigdheden uit. > Stap 2: Behandel het pyriet met zoutoplossing / zeewater/ honing en azijn, kijk maar wat werkt. Heeft het pyriet zijn donkere kleur verloren en kan je het niet meer in de fik zetten? Proficiat! Dan ben je nu al een geboren alchemist. > Stap 3: Maak voorzichtig een vuurtje. Plaats de behandelde pyriet in een pannetje en laat dit boven het vuur warm worden. Wordt het al goud?!?! > Stap 4: Het is tijd voor de finishing touch. Bestrijk het geheel met zwavel / gele aluin / attisch oker en klaar is je goud!

Variatietip: Gebruik eens de Wet van Archimedes om erachter te komen of jouw goud wel echt goud is. Archimedes verzon voor koning Hiëro van Syracuse een experiment om er zeker van te worden of de koningskroon van massief goud was. Het principe is simpel: plaats jouw klompje goud en een ander klompje goud, dat zeker van goud is, met hetzelfde gewicht in twee aparte bakken water. Verplaatsen de klompjes dezelfde hoeveelheid water? Dan is het je dus gelukt pientere alchemist! Disclaimer: Eindeloos is niet aansprakelijk voor eventuele ongelukken tijdens het beschreven proces. Schadevergoedingen kunnen worden verhaald op Bolos van Mendes (bekend van Physica et Mystica).

*Don’t try this at home EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.