DUOPINIE
Arnold Wijngaarden, directeur Stichting Radar, Maastricht
04 2021
Zorgaanbieders zijn opportunistisch en willen vanuit een groot zorghart zoveel mogelijk patiënten helpen. Artsen vergeten hierbij vooral hun eigen portemonnee niet in hun eigen maatschap. Productie draaien is het devies. Verzekeraars proberen deze productieprikkel een halt toe te roepen door het instellen van budgetplafonds, om ongebreidelde groei van uitgaven te voorkomen. Dit betekent dat zorgaanbieders moeten nadenken over wie door het poortje komt en geholpen wordt en wie niet. Dat vinden we nog steeds raar in Nederland. Nee is geen antwoord. Misschien wordt het tijd dat we daar aan gaan wennen. Zorgaanbieders proberen koste wat het kost toch de patiënten te helpen en schuwen daarbij de pers niet. Hier gaat inderdaad nodeloos energie en geld verloren. Dit zouden we aan de voorkant samen beter moeten oplossen door goede afspraken te maken over hoe we gezamenlijk sturen op dit budgetplafond in plaats van achteraf te concluderen dat het (wederom) niet past. Hier moeten zorgorganisaties maar ook zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid te nemen. Het grappige is dat het budgetplafond doorgaans als iets negatiefs wordt gezien. Ik ben van mening dat dit duidelijkheid geeft vooraf. Daarnaast is er geen sprake van een openeinderegeling... Daar zijn veel gemeentes al mee op de koffie gekomen in het sociaal domein. Dus de noodzaak lijkt me wel duidelijk. We moeten de kosten in BV Nederland in de grip houden. Een belangrijke randvoorwaarde om goed te kunnen sturen met een budgetplafond is dat je de toeleiding van de patiënten moet kunnen beïnvloeden, zodat het probleem niet ontstaat als de patiënten al binnen zijn… en opletten dat dit niet interfereert met de wettelijke zorgplicht. Dus het mechanisme van een budgetplafond is zeer nuttig mits onder de juiste randvoorwaarden toegepast!
Door de concurrentieprincipes heeft een careaanbieder met ook Zvw-zorg productieplafondafspraken met veel verzekeraars, naast de een of twee grootste verzekeraars. De verzekeraars met slechts een klein aandeel spreken vaak een vrij strak plafond af. Misschien vanuit het idee dat dit in de premieberekening goed uitkomt, of dat een aanbieder wat remt op instroom van cliënten vanuit die verzekeraar... maar het is een wat struisvogelachtige politiek. In de praktijk wordt bij een dreigende overschrijding van het (opgelegde) plafond via de mail contact gezocht. De verzekeraars beweegt niet waarna – als het plafond daadwerkelijk is bereikt – de mailwisseling wat ongezelliger wordt. Als een en ander gaat escaleren en de aanbieder dreigt de verzekerden te gaan weigeren – en dit wellicht ook in de media laat weten, al was het maar om de verzekerden in de regio te informeren – wordt het onderlinge contact wat grimmiger. En na veel gedoe: het plafond gaat omhoog. Logisch, want of de verzekerde nu naar aanbieder A of B gaat, de rekening gaat naar de verzekeraar; dat is immers afgesproken met de verzekerde. Als het over thuiszorg of geriatrische revalidatie gaat: laat dit mechanisme los! Het levert niets op, behalve non-werkzaamheden. En dat is toch zonde van zorggeld.
Foto: De Beeldredaktie
Foto: De Beeldredaktie
ZVW BUDGETPLAFONDS IN DE CARE LEIDEN TOT BULLSHIT WERK
Anne Leemhuis, lid raad van bestuur Marente, Voorhout
15