ONTWERPEN VAN JOURNALISTIEKE ROLLEN EN PRAKTIJKEN
ZELF DE REGIE HOUDEN OVER EXTRA INFORMATIE
750 WOORDEN VAN DAAN COLUSSI
Een van de eerste lessen die studenten in hun opleiding journalistiek krijgen is ‘oprolbaar schrijven’. De belangrijkste informatie van een nieuwsbericht staat bovenaan in het artikel. Dit met het idee dat bij ruimtegebrek het einde van een bericht kan worden geschrapt. In hoeverre past het oprolbaar schrijven echter nog bij het huidige leesgedrag? Ik ben een snacker van nieuws, lees meerdere malen per dag longreads, kortjes en headlines. Daarbij ben ik niet gebonden aan een specifieke titel, noch aan een geografische regio. Ik lees en luister internationaal, nationaal en lokaal nieuws door elkaar heen. Hoewel ik op die manier redelijk wat nieuws tot me neem, lees ik lang niet ieder artikel van kop tot staart. Vaak ben ik halverwege al op iets gestuit dat mijn aandacht grijpt en zoek ik daarop verder. Zelden keer ik na die afleiding weer terug op de betreffende nieuwswebsite. In hoeverre sta ik daarin alleen? Kunnen we dit wellicht anders ontwerpen? Die vraag vormde de startpunt van mijn onderzoeksstage bij het Lectoraat Journalistiek en Innovatie in 2019. Mijn onderzoek startte ik met het observeren en interviewen van lezers in de Lochal, de centrale bibliotheek in Tilburg. Ik vroeg 15 bibliotheekbezoekers (een gemengde groep van jongeren, ouderen, mannen en vrouwen) een krant naar keuze te lezen en observeerde hun leesgedrag. Ik verzocht ze tijdens het lezen met een markeerstift aan te geven wat ze gelezen hadden en welke woorden en beelden de aandacht trokken. Het patroon dat zich aftekende liet zien dat het merendeel van de lezers voornamelijk de eerste twee alinea’s en tussenkopjes las. Na afloop interviewde ik de betreffende lezers over hun nieuwsgebruik en leesgedrag. Vervolgens herhaalde ik het onderzoek online. Wederom vroeg ik 15 respondenten online nieuws – van een outlet naar keuze – te lezen. Dit keer observeerde ik de respondenten door ze te vragen hun scherm te delen. Ook vroeg ik ze om tijdens het lezen door middel van een vinger op het scherm aan te geven waar hun aandacht naar uitging. Experimenteel onderzoek van Kragtwijk (121facts) wijst uit dat er een ster-
72
ke correlatie is tussen datgene wat onze aandacht trekt en de manier waarop zowel onze ogen als handen daarop reageren. De vingerbewegingen zouden een hele sterke indicatie zijn voor elementen waar de visuele aandacht naartoe gaat. Tot slot noteerde ik wanneer een lezer op een bijgesloten link in een artikel drukte en in hoeverre hij of zij daarna weer terugkwam naar het nieuwsplatform. Na het lezen van de online voorpagina vroeg ik de respondenten wederom naar hun nieuwsen leesgedrag. Geen van de respondenten bleek een krant helemaal uit te lezen. Het merendeel gaf bovendien te kennen slechts een aantal artikelen van kop tot staart te lezen. Een vijftal online-respondenten gaf te kennen