Het kaartje dat ontplofte Wouter van Oord Terwijl we zwijgend wachtten op U.G.’s komst, verscheen geruisloos en bijna onopvallend een kleine gestalte in het kamertje, die plaatsnam op een lege stoel in de erker. Pas na een tijdje drong het tot me door dat het U.G. was. Hij zag eruit als een bosje gedroogd hout. Hij zag er onwerkelijk, bijna buitenaards uit. Ik kon mijn ogen niet geloven! Hij zat daar stilletjes en schijnbaar ongeïnteresseerd in de aanwezigheid van het gezelschap.
© NICOLAS GREY
W
illiam Burroughs, de meest excentrieke schrijver van de beatgeneratie, publiceerde in 1962 in Parijs zijn boek: ‘The Ticket That Exploded’ (Het kaartje dat ontplofte). Samen met ‘De Soft Machine’ en ‘Nova Express’ vormt het een bizarre trilogie met als centraal concept: de taal als virus. Burroughs en U.G. hebben iets met elkaar gemeen; een nietsontziende kracht tot het vernietigen van taal als virus van betekenis en waan dat zich vestigt in de menselijke hersenschors. Taal is immers het eerste wat zich in de hersencellen nestelt en bepaalt
ons voorstellingsvermogen, kennis, gedrag en communicatie. GONER
In datzelfde 1962 bevond U.G. zich in Londen. ‘Down and out’ zwierf hij door de hoofdstad, volkomen berooid en zonder uitzicht op terugkeer naar India. Drie jaar lang leefde hij doelloos op straat. De paar vrienden die hij had, zagen hem onherroepelijk en willoos afglijden richting ondergang. Maar volgens U.G. zelf ervoer hij dat toen als vanzelfsprekend en liet hij alles gebeuren zoals het zich voordeed zonder de wens het te stoppen. Hij
27
w