Monte - Klim-en Bergsportfederatie KBF - december 2022

Page 1

1 2022 / 5 VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - JANUARI (SPECIAL EDITION - OPLEIDINGSBROCHURE), MAART, JUNI, OKTOBER, DECEMBER AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808 KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE EEN BLIK OP: Winter MONTE

winnaar fotowedstrijd 2022

Bedankt voor jullie vele inzendingen! De jurering was moeilijk, en meningen waren verdeeld, maar uiteindelijk is de keuze gevallen op de foto van Joyce Sigmans... Binnenkort zal die pronken op de kaft van de Opleidingbrochure 2023. Van harte proficiat!
Joyce Sigmans - ‘Hogere sferen - Mardi Himal, Nepal’

Inhoud

3 Actueel 3 Inhoud 5 Voorwoord 6 Boekbespreking 7 Up2Date 13 Fiets-
14 Sportkaderdag 16 Klim-en
40
Veiligheid
8 Materiaal
11 RAB
rotsklimmen 44 LUAK
48 Gericht
een
18 Apps
20
24 Sneeuwschoenwandelen
28 Een
32
36
skyrunning 50 Skyrunning bergbeklimmen 56 Bergtocht
geologie 60 Hoe
gesteentes? ecologie 64 Klimaatverandering,
Foto kaft: Een ode aan het ijs - route 'Reise Ins Reich des Eiszwerge' © Ilian Diez-Canedo (Thomas Wuyts)
en wandelbeurs
Bergsportongevallen
'De Acht Bergen' in de bioscoop
& techniek
& Techniek: nieuwe producten
advertorial
24 uren Challenge - klimuitdaging in België
trainen om je klimniveau te verhogen
blik op... winter
voor wintersporters
Toerskistage in het Wipptal
in Unterengadin
ode aan het ijs
Haute Route Intégrale
Het geschenk van Ovre Dividal
in Monte Rosa, of, hoe het kan verkeren...
herken je
is er een weg terug?
JAARGANG 15 2022 / 5 EEN BLIK OP... Winter 32 50 24 28 40

De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom.

Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66

WWW.ALPAMAYO.BE

OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE

De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 13 000 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen.

De KBF telt 37 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs

BEREIKBAARHEID

Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00*

*Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag.

E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be

Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be

SHOP

In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.ecwid.com

KBF-HUTTEN

Chaveehut

Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen

Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag.

Vennhütte

Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland

Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag.

Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.

Hernieuw je lidmaatschap voor 1 januari en geniet van extra korting

In de aanloop naar het nieuwe kalenderjaar lanceren we een oproep naar onze leden om hun lidmaatschap te hernieuwen voor 1 januari.

Als snelle beslisser geniet je van €10,50 korting op je lidmaatschap. (Bij de jeugdleden blijft de bijdrage het hele jaar gelijk) De uitnodiging tot hernieuwing wacht op jou in je mailbox.

We kijken ernaar uit om je in 2023 opnieuw te verwelkomen binnen KBF en onze clubs.

Kan je de mail niet vinden? Contacteer dan even het KBF-secretariaat, we helpen jou met plezier op weg.

DE

4
KLIMGREPEN KLIM VOLUMES HARDWAREN KLIM MATERIALEN KLIMGREPEN KLIM VOLUMES HARDWAREN KLIM MATERIALEN
BESTE
OP
PRIJZEN VIND JE
WWW.KLIMWANDSHOP.BE

Engagement

Wanneer weet je of een activiteit succesvol was? Als iedereen na afloop nog een uur blijft hangen om na te praten, ook al is er te weinig bier en cava, en bovendien komt vragen of er al een datum is voor volgend jaar, dan weet je dat het goed zat. Dat was het geval met de Outdoor Kaderdag die we in oktober voor het eerst organiseerden.

Toegegeven, de weergoden waren ons gunstig gezind – of misschien hadden mijn collega’s dat gewoon goed geregeld: een mooie indian summer-dag, daar in Pont-à-Lesse, zodat alle workshops buiten konden plaatsvinden, zoals gepland. Na afloop keerden een zestigtal sportkaders huiswaarts met nieuwe inzichten, tevreden omdat ze elkaar nog eens ontmoet hadden en misschien ook wel een beetje omwille van die goed gevulde goodiebag.

Dat is ook onze dubbele opdracht als sportfederatie. Enerzijds zorgen we ervoor dat onze sportkaders bijblijven en gevoed worden met nieuwe inzichten en technieken; anderzijds brengen we gelijkgestemden samen zodat zij een netwerk kunnen uitbouwen en onderling kunnen uitwisselen. Zo blijven ze ook gemotiveerd als trainer of stageleider.

Mensen samenbrengen willen we vaker doen. Zo organiseerden we in november onze eerste dag van de winterbergsporter. Daarmee zetten we onze winterdisciplines weer wat nadrukkelijker op de kaart. Sneeuwschoenwandelen, ijsklimmen, toerskiën: voor één keertje moest je er niet voor naar het buitenland. Sporters krijgen zo de kans om kennis te maken met nieuwe disciplines of nieuwe ontwikkelingen en wij leiden hen toe naar het aanbod van onze clubs.

En voor volgend jaar broeden we op nog andere plannen. Je bent toch geabonneerd op onze nieuwsbrief?

VERSCHIJNINGSDATA

5
is
Het federatietijdschrift Monte verschijnt vijfmaal per jaar en
een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie
en workshops) , maart, juni, oktober, december deadlines
maart
/ juni (31.03.23) / oktober (24.07.23) / december
Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Annelore Orije, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools, Ben Van Poucke, Ignace Bral, Bart Smets VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming: Reginald Roels Druk:
Yanick
colofon Onze projecten MOUNT COACH-Academy KBF werkt samen met: VOORWOORD blijf op de hoogte Volg KBF op Instagram en Facebook @Klimenbergsportfederatie voor de laatste nieuwtjes in de sport SPORT MET GRENZEN Zit je met vragen rond 'grensoverschrijdend gedrag'? • Noodgeval: hulplijn 1712 • Advies: api@kbfvzw.be of 03 830 75 02
2023 januari ( Special Edition - Opleidingen
2023
(23.12.22)
(6.10.23) REDACTIEVERANTWOORDELIJKE
Drukkerij Albe de Cocker - Hoboken VERANTWOORDELIJKE UITGEVer
Bos - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

BOEKBESPREKING

De tanden van de wind

Op 4 november 1997 verlaten Alain Hubert en Dixie Dansercoer de voormalige Koning Boudewijnbasis voor een oversteek van Antarctica. Hun einddoel: de Amerikaanse wetenschappelijke basis McMurdo, 3924 km verder. Minder dan honderd dagen later komt het duo op zijn bestemming aan.

Het begin van de expeditie verloopt chaotisch door onverdraaglijke blizzards, materiaalbreuk, ongevallen… Maar het tij keert. Op het einde van hun barre tocht leggen ze met behulp van kites 271 km af in minder dan 24 uur; dat had niemand op Antarctica hen ooit voorgedaan.

Het is het relaas van een bovenmenselijk avontuur. De hoofdmoot van dit boek is het dagboek van beide expeditieleden met het verhaal van hun dagelijkse bekommernissen, hun angsten en twijfels en hun fysieke en psychische strijd om te overleven in deze extreme omstandigheden.

‘De tanden van de wind’ laat inzien dat het onmogelijke soms toch mogelijk blijkt, als je er maar blijft voor vechten.

ISBN 90 5617 185 2

Sneeuwt het nog lang opa

Opa en Leo gaan samen op dagtocht door de sneeuw en over bevroren rivieren en meren. Zwijgend stappen ze door het winterse landschap. Ze genieten van de stilte, de bossen en de dieren. Het lijkt alsof de wereld van hen is. Maar dan begint het plots hard te waaien en vallen er steeds meer en steeds grotere sneeuwvlokken. Ze moeten schuilen voor een zware sneeuwstorm. Opa’s verhalen doden de tijd. Maar het wachten duurt lang en Leo wordt bang…

Jaak Dreesen neemt je mee naar een prachtig decor vol sneeuw en ijs. En naar verhalen van vroeger. Dit fijne poëtische boek over liefde, geborgenheid en vertrouwen maakt het warm in je hart. Over de sterke band die opa en Leo delen, maar ook over afscheid nemen en bang zijn.

Een prachtig jeugdboek (vanaf 8 jaar) dat ook volwassenen kan boeien.

ISBN 90 5908 070 X

Kind van sneeuw

Alaska 1920. Mabel en Jack hebben het zwaar. Jack gaat gebukt onder de enorme hoeveelheid werk op de boerderij en Mabel worstelt met de eenzaamheid en het verdriet over het feit dat ze geen kinderen kunnen krijgen. Bij de eerste sneeuwval van het seizoen bouwt het echtpaar in een opwelling een kleine sneeuwpop. De volgende morgen is het sneeuwkind verdwenen, maar plotseling vangen ze een glimp op van een blond meisje dat door het bos rent. Het kleine meisje dat zichzelf Faina noemt en zo uit een sprookje lijkt weggewandeld verovert al snel Jack en Mabel’s hart. Maar in Alaska zijn leven en dood onvermijdelijk met elkaar verbonden. Wat het echtpaar van Faina leert, verandert hun leven voorgoed. Eowyn Ivey vond de inspiratie voor deze literaire roman in een Russisch sprookje. Eowyn werd gegrepen door de leegte en de eenzaamheid, maar ook door de magie van het landschap dat zoveel gelijkenis vertoonde met dat van haar jeugd.

‘Kind van sneeuw’ trekt je mee in de ruwheid van de winter. Het boek is prachtig van opzet en toon, betoverend van begin tot einde.

ISBN 90 4720 282 1

6
Bral
Tekst Ignace

Op 12 juni 2022 is groot alpinist Renaat Van Malderen overleden op 86-jarige leeftijd.

Hij was lid van de federatie sinds begin jaren ’60 en stond gekend voor zijn vele noemenswaardige beklimmingen:

• Diretissima Predigstuhl (1964 met Toni Peeters)

• Noordwand Grosse Zinne, Dolomieten, Comici route (1964 met Toni Peeters)

• Piz Badile, Bergell, noordoostwand (1965 met Kurt De Hessele)

• Walker Pijler, Grandes Jorasses, Chamonix, eerste volledig Belgische beklimming (1969 met Toni Peeters)

• Grand Capucin oostwand, Chamonix, Bonatti-route (1970 met Vincent Dewaele)

• Aiguille du Peigne, Chamonix, Vaucherroute (1970 met Vincent Dewaele)

• Barre des Ecrins, zuidpijler (1971 met Vincent Dewaele)

• Westliche Zinne, Dolomieten, Cassin route (1971 met Vincent Dewaele)

• Piz Cengalo, Bergell, noordwestpijler (1971 met Vincent Dewaele)

• Eiger Noordwand, 1e Belgische beklimming Heckmair route (1971 met Vincent Dewaele)

• Eiger Mittellegigrat, vertrek vanuit Alpiglen naar Mittellegi hut, aansluitend Mittellegigrat (1986 in solo)

• Eiger zuidwestgraat (1991 met Tom Van Malderen)

Moge hij rusten in vrede.

Renaat Van Malderen op de top van de Eiger Noordwand, na de eerste Belgische beklimming (1971)

Sean Villanueva O'Driscoll heeft de Piolet d’Or gewonnen, 's werelds hoogste onderscheiding voor bergbeklimmers. Hij wint de piolet als één van de ‘honoured ascents’ voor zijn solo-oversteek van de Fitz Roy ‘de Moonwalk Traverse’ die hij als eerste volbracht in februari 2021, volledig rope-solo.

Proficiat Sean voor deze welverdiende prijs!

Eerder in 2011 won hij deze ook al, in een gedeelde zege, met Nicolas Favresse, Olivier Favresse, Ben Ditto en Bob Shepton voor de opening van negen nieuwe routes in de gigantische wanden van Kaap Farvel aan de zuid- en westkust van Groenland.

Proficiat aan de Nieuw Gediplomeerden van 2022!

Onze stageleiders zorgen ervoor dat onze sport kan groeien. Ze begeleiden de cursisten in alle veiligheid en geven hun kennis met veel passie en enthousiasme door. Een eerwaardig werkje, zeker als je weet dat ze dit vaak als vrijwilliger volbrengen. Bij KBF studeren jaarlijks nieuwe sportkaders af, en daar zijn we oprecht trots op! Graag uw applaus voor onze nieuwe gediplomeerden:

Instructor Mountain Walking & Trekking: Bruno Van der Elst, Tine Van Looveren, Pieter Schroe, Jurgen Anthoni, Annelies Neyens, Wout Dekoster

Instructor Alpine Climbing: Hendrik Vandenbroecke Initiator Canyoning: Jens Dupont, Sven Billiet, Matthias Müller, Jente Ceulemans, Stefan Hendrickx, Jo Haegeman, Dieter Boey, Wouter Van Hooydonck

Initiator Rotsklimmen: Cyril Vankerckhoven, Margot De Vleminck, Wannes Maerten, Danny Matthijs, Nelis Caubergs, Stijn De Gang, Sven De Smet, Jurgen Dewulf, Arne Iserbyt, Initiator Sportklimmen: Claus Lansens, Nelle Deprez, Jens Baeté, Kim Baudewijns, Glenn Adriaensens, Veerle Bäumer, Elien Massart, Marjolein Beatse, Kwinten Cammaer, Kasper Creemers, Robin Denis, Michiel Fiesack, Edward Malisse, Jona Bonneure, Yashin Ver Donck, Sander Verheyden, Jurgen Slootmaeckers, Shanni da Cunha e Silva, Mathieu van Putten, Christophe Caesens, Jana Van Tornhout

Trainer B Sportklimmen: Silke Ghekiere, Senne Trogh

Via Ferrata Begeleider: Jurgen Anthoni, Joris Dieussaert, Bart Despiegelaere, Sven De Smet, Matthias Muller, Jan Engels, Glenn Loddewyckx, Nick Van Bhellingen

Mount Coach 8: Ellen Barber, Pieter Steyaert, Tobias Speelmans, Bavo Robben, Brecht Lyssens, Simon Dierickx

7 UP2DATE
In Memoriam - Renaat Van Malderen sean Villanueva ontvangt le Piolet d’Or voor de solo-beklimming van Moonwalk Traverse!

MATERIAAL EN TECHNIEK

LIGHT MY FIRE – Firekit Een warm eindejaarscadeau

Met dit setje maak je vuur in een handomdraai. Het hout zit gedrenkt in eigen hars en is zeer handig als aanmaakhout voor je kampvuur. Te gebruiken als blokjes op zich, maar als je ze met behulp van een mes snijdt tot kleine krulletjes, zorgen ze er in combinatie met de bijgeleverde Firesteel voor dat je vuur mits enige handigheid direct ontbrandt. Leuk voor jezelf, maar ook om cadeau te doen aan je avontuurlijke vrienden en familie- of gezinsleden. Ideaal voor avontuurlijke tieners (en hun ouders). Inclusief handleiding.

Adviesverkoopprijs: 19,95 euro

EDELRID – Starling Protect Pro Dry 8.2mm

One Rope to rule them all

Wat het meeste opvalt aan deze touwen is het Cut Protect logo op de verpakking. Edelrid is erin geslaagd om aramide vezels te vermengen in de nylon mantel. Zonder iets teniet te doen aan de dynamische capaciteiten van hun touwen zijn ze wel veel sterker en veel resistenter geworden tegen een accidentele kantenbelasting. Maar dat is niet alles, de Pro Dry Finish is één van de betere op de markt en zorgt voor een excellente bescherming tegen vocht en vuil. Dit maakt het touw niet alleen tot een droom voor de avontuurlijke rotsklimmer, maar ook voor de ijsklimmer en de alpinist. Voor een touw dat veel langer kan meegaan, ligt de prijs niet eens zoveel hoger. Verder heeft het touw nog een middenmarkering en is het zowel gekeurd als tweelingtouw en als halftouw. Voeg er nog een Bluesign logo aan toe en je zou zomaar eens de meest interessante touwen van het moment in handen kunnen hebben.

Adviesverkoopprijs: 149,95 euro (per streng van 50m) Gewicht: 44 gram per meter

EDITIONS DU MONT BLANC - Roc

'Hét referentiewerk voor al wat met rotsklimmen te maken heeft'

Of je nu amateur of professioneel klimmer bent, het belangrijkste dat je nodig hebt om van dit boek te genieten is passie. Passie voor het rotsklimmen en toch ook wel veel goesting om je door de net geen 600 pagina's te jagen. Werkelijk álle aspecten worden besproken. Niet alleen het ontstaan van de sport wordt beschreven, maar ook aan sportklimmen, traden big wall climbing wordt apart veel aandacht besteed. En dit door een combinatie van tekst, tekeningen en zeer veel prachtige foto's die alleen maar nog meer goesting doen krijgen om onze prachtige wereld al klimmend te blijven verkennen. Materiaal, touw- en veiligheidstechnieken, verschillende soorten gesteentes... Alles komt aan bod. Jérôme BlancGras en Manu Ibarra hebben een absoluut referentiewerk op de markt gebracht, voorlopig wel enkel in het Frans te verkrijgen. Ideaal om als cadeau te geven tijdens de feestdagen, aan je klimpartners of aan jezelf.

Adviesverkoopprijs: 49,95 euro

Taal: Frans

8
Tekst

RAB – Mythic Ultra Jacket

Zalig zacht en warm met heel wat awards in de prijzenkast

Met duurzaamheid in het achterhoofd komt Rab met een innovatieve donsjas op de markt die de optimale mix maakt tussen warmte, comfort en gewicht. Ze gaan voor 100% gerecycleerde Pertex, 900 FP dons met Responsible Down Standard en een waterafstotende behandeling die vrij is van chemicaliën. Ecologisch bewust materiaal dus, dat tegen een stootje kan. Verder is de binnenvoering uitgerust met de nieuwe TILT-technologie die het warmteverlies vermindert door deze terug te reflecteren naar het lichaam. Dat zorgt voor meer warmte, zonder te moeten inboeten in het gewicht. De Mythic Ultra is gemaakt voor zeer koude omstandigheden en oogt bovendien behoorlijk stijlvol. Zo hebben we het graag...

De ISPO Award 2022 en de Outside Gear Guide Editor’s Choice Award bevestigen onze bevindingen: de nieuwe Mythic-lijn van Rab mag er wezen. De donsjas is ook verkrijgbaar in een iets dunnere versie, de Mythic Alpine Jacket, die deel uitmaakt van het KBF-pakket: met veel dank aan Rab én onze partnerwinkels!

Adviesverkoopprijs: 450,00 euro

Het dunnere alpiene-broertje kost 349,95 euro (20% korting (of 279,96 euro) voor KBF leden en 50% korting (of 174,98 euro*) voor KBF Sportkaders in de KBF partnerwinkels)

*Hier komen nog 15 euro bedrukkingskosten bij Gewicht: 499 gram (vrouwen maat S) en 537 gram (heren maat M)

De Mythic Alpine Jacket weegt 286 gram (dames maat S); 313 gram (heren maat M)

BLUE ICE – Cuesta Adjustable Misschien wel de meest veelzijdige lichte klimgordel op de markt

De Cuesta bestond al eventjes bij dit gerenommeerde klimmersmerk uit Chamonix, maar met de Cuesta Adjustable hebben ze blij Blue Ice opnieuw een hoofdvogel afgeschoten. Ze omschrijven deze gordel zelf als de perfecte combinatie tussen absolute bewegingsvrijheid en een licht gewicht. Het design is heel puur en stijlvol terwijl wel alles erop en eraan zit. De gordel is verstelbaar en daarmee geschikt voor zowel indoor als outdoor sportklimmen, maar ook voor alpinisme, toerskiën, via ferrata is ze meer dan gepast. Dankzij de gelamineerde heupriem krijg je alsnog een brede ondersteuning zonder dat het gewicht de hoogte in gaat. Buiten de vier standaard materiaallussen, zitten er ook vier zogeheten ‘Ice Clipper Loops’ ingestikt zodat je ook hier op een efficiënte manier je ijsvijzen gesorteerd krijgt. Zelfs in steil ijs komt deze gordel dus absoluut tot zijn recht. En om het helemaal af te maken, zit er achteraan ook een haul loop opgestikt. Ook de big wall fanatici kunnen zich dus aan hun geliefde routes wagen in deze gordel.

Adviesverkoopprijs: 99,95 euro Gewicht: 310 gram (maat M)

TREK 'N Eat – Performance Series 1000 kcal maaltijden

Trek’n Eat is natuurlijk al jarenlang een van de bekendere merken van vriesdroogmaaltijden die avonturiers op de been houden tijdens hun tochten. Maar waar een gemiddelde maaltijd schommelt tussen de 450 en de 600 kilocalorieën, hebben ze nu ook een Performance Series uitgebracht. Deze maaltijden bevatten niet minder dan 1.000 kcal per portie! En dat is best wel veel. Ideaal voor iedereen die onderweg is tijdens een zware trekking. Denk hierbij bijvoorbeeld aan winterse tochten in zeer koude omstandigheden of andere trektochten met zware pulka’s of rugzakken op een moeilijke ondergrond. Sowieso is het niet oninteressant om één zo’n portie mee te nemen op elke zelfstandige trektocht. Je weet maar nooit als je er eens onderdoor zit. Momenteel verkrijgbaar in een ontbijtvorm en in vijf verschillende avondmaaltijden.

Adviesverkoopprijs: tussen de 9 euro voor het ontbijt en 11,50 euro voor het duurste avondmaal Gewicht: 240 gram voor de avondmaaltijden, 260 gram voor het ontbijt (drooggewicht)

9
10 adv XFoodnl+QR A5 liggend FC - F1 LC.indd 1 01-10-2021 14:07 • • ✓ ✓ ✓ ✓ ✓

EEN HANDLEIDING VOOR GEÏSOLEERDE

JASSEN

Warm en comfortabel blijven in extreme omstandigheden vormt de basis van ons merk. Dus, hoe doen we dat? Wat gebruiken we? Hoe werkt het en waarom moet je aandacht aan de isolatie van kleding besteden?

Hoe zit het met synthetische isolatie?

Synthetische isolatie is volledig kunstmatig. Deze wordt meestal gemaakt van polyester om wattering of opgevulde (opgeblazen) structuren te vormen die zich net zo gedragen als dons. Filamenten van verschillende grootte zijn met elkaar verweven om luchtzakken te creëren die isoleren tegen de kou.

Synthetische isolatie is sterk en veerkrachtig. Het is licht, droogt snel en blijft effectief in vochtige omstandigheden. Synthetische isolatie kan bijzonder nuttig zijn voor jassen die gebruikt worden bij stop-startactiviteiten of snelle beklimmingen, omdat het gecombineerd kan worden met zeer ventilerende stoffen. Deze is ontworpen om te reageren op de lichaamswarmte die je genereert, en kan isolatie én ventilatie bieden om de temperatuur van je lichaam onder verschillende omstandigheden te regelen.

Wat is beter, dons of synthetisch?

Hoewel dons en synthetische isolatie veel dezelfde eigenschappen hebben, zijn er bepaalde situaties waarin de ene de andere overtreft.

Wat is isolatie en hoe werkt het?

Wij gebruiken twee soorten materialen in onze kleding om je te isoleren tegen de kou: dons (van eenden of ganzen) en synthetische kunstvezels.

Beide werken op dezelfde manier door lucht in hun structuur op te sluiten. De isolatie zelf houdt je niet echt warm, maar het vermogen om effectief lucht in te sluiten en stabiel te houden doet dat wel.

Laten we beginnen met dons

Dons bestaat uit de lichte, pluizige veertjes die onder de hardere buitenste veren van eenden en ganzen zitten. Het is gemaakt van zeer fijne vezels die de lichtste en meest efficiënte manier zijn om lucht in te sluiten en je te isoleren.

Deze ingesloten lucht vormt een ongelooflijk efficiënte thermische barrière. Geen enkel ander natuurlijk of synthetisch materiaal heeft dezelfde isolerende eigenschappen. Individuele donsclusters kunnen zich uitzetten (of worden opgeklopt) tot een volume dat vele malen groter is dan hun omvang. Het volume van het dons bestaat dan bijna volledig uit ingesloten lucht. Dit betekent dat alle met dons gevulde kleding ongelooflijk licht en samendrukbaar blijft.

Dons biedt een ongeëvenaarde warmte ten opzichte van zijn gewicht en is zeer samendrukbaar en inpakbaar. Het kan echter beschadigd raken als het nat wordt en niet goed wordt onderhouden. Ook moet dons ongecomprimeerd worden bewaard om de levensduur ervan te verlengen.

De beste keuze hangt sterk af van de omstandigheden waarin je je jas gaat gebruiken en wat je prioriteiten daarbij zijn (gewicht ten opzichte van warmte of veerkracht, bijvoorbeeld).

Ik snap het! Maar hoe zit het met body mapping?

Soms gebruiken we body mapping-technologie bij het samenstellen van onze jassen. Dit kan effectief worden gebruikt met zowel dons als synthetische isolatie om je de beste warmte en ventilatie te geven waar je die het meest nodig hebt.

Wij kijken bij het kiezen van de stof naar wat je op bepaalde plekken op je lichaam nodig hebt, of dat nu meer stretch, bescherming of ademend vermogen is. Zones waar je veel zweet bieden dus minder isolatie, zones met veel beweging hebben meer rek en de kernzones van het lichaam hebben juist meer isolatie om je warm te houden terwijl je in beweging bent. Dat betekent efficiëntere kleding voor jou, je activiteit en de weersomstandigheden, zodat je van de eerste tot de laatste stap comfortabel blijft.

En dat is het... Ga dus na in welke situaties je je jas wilt gebruiken en voor welke activiteiten, en bedenk wat je prioriteiten voor het artikel zijn. Dan vind je vast en zeker de perfecte match!

11
Advertorial
12 12 fietsenwandelbeurs.be za 18 feb & zo 19 feb 2023 Flanders Expo Gent KOOP NU EEN KAARTJE MET 4,50 EURO KORTING! * via fietsenwandelbeurs.be/ticketshop/kbf Tijd voor nieuwe ontmoetingen INCLUSIEF TOEGANG TOT * geldig in de voorverkoop, t/m 17 februari 2023 FOTO: CHRIS KELLER SCHWARZWALD TOURISMUS

OUTDOOR KADERDAG

De outdoor kaderdag is veel meer dan een bijscholingsdag voor lesgevers in de sport. Het is een moment om te netwerken, elkaar te inspireren, ervaringen uit te wisselen, oude bekenden tegen het lijf te lopen... We blikken terug op een geslaagde eerste outdoor editie.

We zorgen voor een ruim aanbod van onderwerpen, zodat er in elke sporttak wel iets interessants te volgen is en iedereen ook eens kan proeven van iets nieuws.

Als deelnemend sportkader stel je zo zelf een programma samen, op maat van je eigen interesses.

Alles draait om bijleren, kennis uitwisselen en zaken heropfrissen. We mikken op een goeie mix van theorie en praktijk, persoonlijke vaardigheden (kaartlezen, rappellen zonder reverso of halve mast, highline introductie…) en begeleidersvaardigheden (Outdoor EHBO, groepsdynamica, conflictbeheersing…)

Uit deze eerste outdoor editie trekken we ook heel wat lessen. Uit de evaluatie van de deelnemers blijkt dat heel wat sessies langer hadden mogen duren dan 1,5u om nog meer oefenkansen te bieden.

Verder willen we met de volgende edities een breder publiek aanspreken, meer jonge en vrouwelijke sportkaders, zodat het feit dat we één grote KBF-familie zijn ervan af mag spatten!

Ben je sportkader, begeleider of als niet-gediplomeerde lesgever actief in een club? Houd dan alvast 10 december 2023 vrij, want dan gaat de volgende kaderdag door. Ditmaal indoor, ergens in de Vlaamse contreien, meer nieuws daarover volgt!

13 13
Tekst Annelore Orye
14 Discover everything you need for an exciting boulder experience, selected carefully by seasoned climbers, Ollie & Jacco, who care as much about your boulder fun as you do. From the essentials to all the extras, this is your one-stop-shop! 9cbouldering.com KVBF_ad_2022.indd 1 053/ 705 222 - info@trek-king.be – www.trek-king.be OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST Uitrusting voor: - Wandelen - Bergsport - Verre reizen - Beveiliging hoogtewerken
15

Klim-en bergsportongevallen

Reeds verschillende jaren proberen we door de analyses van ongevallengegevens onze sport veiliger te maken. Uit ongevallen en bijna-ongevallen valt er immers veel te leren. Zo startten we in februari 2019 met de website klimenbergsportongevallen.eu.

Ongevallen worden nu standaard besproken en geanalyseerd in de verschillende adviserende sportcellen van KBF. We gebruiken de verzamelde informatie om onze opleidingen te verbeteren, specifieke bijscholingen te organiseren en klimmers en bergsporters bewust te maken van de gevaren en hoe daarop te anticiperen.

ACTIVITEIT

Sinds begin januari 2022 tot 10 oktober 2022 werden 105 meldingen van ongevallen en één melding van een bijna-ongeval gedaan via klimenbergsportongevallen.eu of via het KBF-portaal. Daar zij een aantal tendensen uit op te maken.

MELDINGEN COURANTE OORZAKEN EN CONTEXT

Bergwandelen 12

• Uitgegleden / gestruikeld / val 7

• Door knie gegaan 2 • Voet omgeslagen 2 • Voet met slippers gestoten op bivakplaats 1

Bergbeklimmen 9 • Steenslag 2 • In gletsjerspleet gevallen 2 • Val 3

• Huidletsel aan voeten 1 • Bijna-ongeval door vallende rugzak 1

Sneeuwschoenwandelen 2

• Uitgegleden / val 2

Canyoning 1 • Verkeerd neerkomen in het water na tobogan 1

Boulderen indoor 18 • Verkeerd neerkomen op de mat na val / afsprong 10 • Neerkomen naast / tussen mat 3 • (Acuut) overbelastingsletsel 3 • Verkeerde beweging 2

Sportklimmen lengteklimmen indoor 13 • (Acuut) overbelastingsletsel 3 • Voorklimmersval 4 • Val 1 • Voet omgeslagen 1 • Knie gestoten 1 • Kneuzing borstbeen door achtknoop 1 • Verkeerde beweging 1 • Onbekend 1

Sportklimmen lengte of boulder indoor (niet gespecifieerd) 5 • Val 5

Rotsklimmen 15 • Voorklimmersval 9 • Steenslag 2 • Overstrekking / verkeerde beweging 2 • Onbekend 2

Boulderen Outdoor 3 • Verkeerd neerkomen na val / afsprong 3

Via ferrata 6 • Onvoldoende remmen bij tyrolienne 2 • Steenslag 2 • Val 1 • Onwel / ziekte 1

Toerskiën 3 • Val 2 • Onwel / ziekte 1 Skiën of snowboarden op piste 12 • Val 12

Mountainbike 4 • Val 3 • Spierscheur tijdens klim 1

Trail-en skyrunning 2 • Enkel omgeslagen 1 • Val 1

Onbekend 1 • Door knie gezakt 1

Tekst Brenda de Fré 16

leren?

Bij het bergbeklimmen is het bewust zijn van – en kunnen anticiperen op – mogelijke steenslag belangrijk. Het vallen in een gletsjerspleet is ook een wezenlijk risico van deze discipline. Een goede kennis van technieken voor spaltenberging is dan ook cruciaal. Ook andere valpartijen komen regelmatig voor bij bergbeklimmen: opvallend is dat bij 2 van de 3 vermelde valpartijen, losse rotsen als oorzaak genoemd werden. Zowel steenslag als een val in een gletsjerspleet of loszittend gesteente kunnen te maken hebben met de veranderende condities (omwille van een sneeuwarme winter, gecombineerd met een zeer warme zomer).

Kijken we naar het bergwandelen dan is ‘tredzekerheid’ de meest belangrijke vaardigheid. Een goede conditie, alertheid en aangepast schoeisel zijn onontbeerlijk.

In het verlengde daarvan is tredzekerheid bij sneeuwschoenwandelen ook cruciaal. Zorg voor degelijke en goed passende sneeuwschoenen. Niet elke sneeuwschoen is geschikt voor elk terrein en ieder persoon.

Bij canyoning zorgde een overrotatie na een tobogan dat de persoon slecht neerkwam in het water.

De meeste meldingen betroffen de discipline indoor sportklimmen Dit hoeft uiteraard niet te betekenen dat dit de meest risicovolle activiteit is. Juist door het laagdrempelig karakter klimmen zeer veel mensen indoor. Boulderen blijkt ondanks de beperkte hoogte toch te leiden tot heel wat blessures. Valpartijen zijn de meest genoemde oorzaak. Ook vallen kan je leren. Door bij elke bouldersessie een beetje tijd te voorzien voor valtraining kan je makkelijk kwetsuren voorkomen. Een aantal van de gemelde ongevallen konden mogelijks voorkomen worden door een goede keuze en een juiste plaatsing van bouldermatten. Bij het lengteklimmen zijn niet alleen (voorklim) vallen verantwoordelijk voor het groot aantal blessures: daar is het eerder een combinatie van overbelastingsletsels en verkeerde of onhandige bewegingen. Een goede opwarming en een constante alertheid tijdens het klimmen kunnen problemen voorkomen.

Bij rotsklimmen is het correct leren inschatten van potentiële risico’s of obstakels op je klimroute zeer belangrijk (waar zitten de sleutelpassages, waar is het een no fall zone…). Het grootste aantal ongevallen gebeurt namelijk bij een voorklimmersval. Zo’n voorafgaande risico-analyse kan je eventueel doen beslissen om een andere route te gaan klimmen. Bij boulderen outdoor is ook, net zoals bij boulderen indoor, verkeerd neerkomen na een val of afsprong de meest voorkomende oorzaak van kwetsuren. Net zoals bij het outdoor lengteklimmen is ook bij het outdoor boulderen een mini-risico-analyse op zijn plaats. Correct gepositioneerde crashpads en een ervaren spotter kunnen eveneens problemen voorkomen.

Bij via ferrata lijkt het correct gebruik van een tyrolienne toch wel een aandachtspunt. Ben je er niet mee vertrouwd, volg dan een opleiding. Steenslag is in dit terrein ook een oorzaak van ongevallen.

Bij piste-skiën , snowboarden en toerskiën was een val uiteraard de meest vermelde oorzaak. Een goede skitechniek en een goede inschatting van het terrein zijn zeer belangrijk. Afdalen in mistige condities wordt best vermeden.

Opvallend is wel dat er nauwelijks bijna-ongevallen gemeld werden. Nochtans zijn deze gevallen ook zeer interessant en leerrijk. In alle gevallen waarbij je het gevoel had ‘oef, dit had slecht kunnen aflopen…’ is het zinvol om een melding te doen.

Zelf een ongeval registreren

Heb je een klim- of bergsportongeval gehad of was je getuige hiervan? Registreer jouw ervaring, zodat anderen ervan kunnen leren. Op die manier help je de veiligheid van de hele sport vooruit!

Alle meldingen worden vertrouwelijk behandeld en volledig anoniem opgeslagen en weergegeven. Iedereen kan een melding doen, ongeacht of je KBF-lid bent, klimzaalmedewerker bent, een LOleraar bent die een klimactiviteit doet…

In het verleden verliep de informatieverzameling op verschillende manieren. We hadden de website klimenbergsportongevallen.eu en daarnaast moest je met KBF contact opnemen om een ongevalsaangifte voor de verzekering te starten. Sinds kort werken we met één systeem. Zowel een verzekeringsaangifte als een andere melding van een ongeval gebeurt nu via het nieuwe KBF-portaal. Indien je ook een aanvraag voor de verzekering wilt indienen, log dan eerst in. Wat zeggen de verzekeringsdossiers?

Voor het merendeel van de ongevallen waar KBF-leden bij betrokken zijn, wordt vermoedelijk ook een verzekeringsaangifte via KBF gedaan. Die aantallen geven ons dus de meest exacte aantallen qua ongevallen en incidenten met veelal ook fysiek letsel.

2018 2019 2020 2021 2015 34 38 41 38

Helikopterredding 12 30 30 32 27 Dodelijk ongeval 0 38 28 24 24 23 23 18 34 2015 10 15 17 7

We moeten wel opmerkenn dat het niet steeds om een ongeval gaat, maar over een 'geopend dossier', dat het dus ook kleinere kwetsuren betreft of bijvoorbeeld inzet van de bergredding bij noodoproep zonder ongeval. In 2022 werden er bijvoorbeeld 26 helicopterreddingen in de berggebieden uitgevoerd, soms tengevolge van een ongeval, soms bij bergnood (aantal tot half november 2022).

Helikopterredding 12 38 43 31 5 Dodelijk ongeval 0 14 10 5 0 31 25 11 26 218 212 179 161 24 35 29 14 1 0 3 3

Deze cijfers maken duidelijk dat in eerste instantie veiligheid, maar ook een goede tochtplanning een absolute prioriteit hoort te zijn.

Ongevallen per discipline

Wat bij een klim- of bergongeval?

Jaarlijks organiseert KBF een intensieve bijscholing i.v.m. ongevalsrespons: van het inschatten van de situatie en ongevalsmanagement tot het alarmeren van hulpdiensten, passende interventies en de omgang met je groep. Er wordt maximaal geoefend in reële cases. Noteer alvast 7 oktober 2023 in je agenda!

17
Wat kunnen we eruit
0 50 100 150 200 250 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Rotsklimmen Sportklimmen Boulderen
outdoor) Bergwandelen Bergbeklimmen
(indoor en
Winterbergsport Canyoning Andere

APPS VOOR WINTERSPORTERS

Digitale hulpmiddelen zijn bij het plannen van bergtochten niet meer weer weg te denken. In dit artikel focussen we op de apps die voor toerskiërs, sneeuwschoenwandelaars en ijsklimmers relevant kunnen zijn. Bij alle apps is er ook een desktopversie die tijdens de tochtvoorbereiding soms nog iets praktischer is in gebruik.

‘Wind is de bouwmeester van lawines.’ Lawineguru Werner Munter wees op het gevaar van sneeuwtransport. Windy is zowel een online toepassing als een app waarbij je niet alleen de windsnelheid en -richting op diverse hoogtes kan bekijken maar ook sneeuwhoogtes, temperatuur, regen, vochtigheid, etc. Ook voorspellingen zitten erin. De gratis versie biedt al heel wat.

Link: www.windy.com Kostprijs: gratis en 29,99 euro (premium voor o.a. 3D en snellere updates).

Whiterisk

Deze toepassing is gericht op de winter en vooral bruikbaar in Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk. De hellingsgraad wordt in kleur aangeduid op de stafkaart. In Zwitserland zie je ook de wildruhezones en toerski-routes. Je kan zelf ook routes maken door ze in te tekenen op de kaart. Deze zullen niet automatisch routeren, maar in de winter is de kans dat je de gewone paden volgt hoe dan ook al veel kleiner. Bij het uittekenen van routes in Zwitserland (geen andere gebieden) krijg je meteen ook al sleutelpassages gesignaleerd waar de hellingsgraad hoog is. Je kan je voorbereiding ook delen. Via de app is het mogelijk om, na het downloaden van de kaart, offline te navigeren, en ook lawineberichten te bekijken. Daarnaast is er ook een leerplatform waar je je kennis over lawinegevaar kan bijspijkeren.

Link: whiterisk.ch Kostprijs: 29 CHF (standaard) en 58 CHF (pro), 14 dagen gratis testen mogelijk.

Alpenvereinaktiv

Deze tool is zowel voor zomer als winter geschikt. Ben je abonnee, dan kan je ook de hellingsgraad visualiseren (heel Europa), al durft die met het in- of uitzoomen al eens verdwijnen. Bergsporters delen hun tochten op dit platform en je kan ook zelf routes maken, waarbij je kan kiezen of je ze laat routeren of niet. Ook deze app is offline te gebruiken als navigatiemiddel, maar let erop dat je zowel de kaart als de route download. Afhankelijk van het abonnement heb je toegang tot de gedetailleerde stafkaarten van het gebied.

Tip: Wil je gebruik maken van het ledentarief van de alpenclub, maak dan een gratis account aan en surf naar www.alpenvereinaktiv.com/ de/pro.html. Klik op ‘Alpenvereins-Mitgliedervorteil anfordern’. Voer je lidnummer in (formaat xxx-xxxxxx). Kies voor het abonnement van je keuze en klik op de knop onderaan om de couponcode via mail te laten verzenden. Gebruik deze code bij je aankoop.

Link: www.alpenvereinaktiv.com

Kostprijs: gratis basisversie (geen hellingsgraad), 29,99 euro (pro, leden alpenclub), 49,99 euro (pro+, leden alpenclub) en 59,99 euro (pro+, andere), 30 dagen gratis testen mogelijk.

18
Debbie Sanders
Tekst

Fatmap

Deze toepassing biedt gedetailleerde 3D-landschappen met hellingsgraad in Fatmap over de ganse wereld. Ze is dus erg interessant voor wie buiten de Alpenlanden en Europa op stap gaat. Wie de kleurschakering ook op een stafkaart wil zien, zal een abonnement moeten nemen.

Link: fatmap.com

Kostprijs: gratis basisversie (geen stafkaarten), 29,99 euro (explore), 7 dagen gratis testen mogelijk.

Skitourenguru

De klassieke reductiemethoden zoals stop-or-go, GRM of snowcard vergen oefening en ervaring om ze in te zetten. Een extra hulpmiddel is artificiële intelligentie die diverse informatiebronnen meteen combineert, o.a. lawinebulletin, eerdere lawine-ongevallen en terreininformatie (expositie, hoogte, begroeiing…). Op basis van deze info berekent skitourenguru dagelijks een risico voor heel wat routes in de Alpenlanden. Daarbij wordt een score berekend voor het ganse parcours alsook voor de diverse segmenten van het traject, die ingekleurd worden in functie van het risico (groen – oranje – rood).

Opgelet, een basiskennis van sneeuw- en lawinekunde blijft nodig om deze informatie correct in te schatten en te combineren met wat je op het terrein ziet. Bovendien is een correcte navigatie ook een must, als je van de (niet gemarkeerde) skiroute afwijkt, kan het risico veel groter zijn. De tool is handig omdat hij snel een overzicht geeft van welke routes in een bepaald gebied het meest aangewezen zijn. Men geeft daarbij de nadruk dat groen gekleurde routes veruit de beste keuze zijn, al blijft er altijd een restrisico aanwezig. Met een stijgende score en veranderende kleur stijgt het risico ook exponentieel. De filmpjes op het YouTube-kanaal van Skitourenguru zijn daarbij heel verhelderend.

Link: www.skitourenguru.ch Kostprijs: gratis

Apps voor lawineberichten

We raden elke winterbergsporter aan om doorheen de winter de lawinesituatie van zijn vakantiebestemming al op te volgen, eerst wekelijks en tijdens de laatste week voor vertrek dagelijks. Zeker de recente historiek zal sterk meespelen in het lawinerisico, maar een zwakke laag in het sneeuwdek kan wekenlang voor een verhoogd risico zorgen. Ook tijdens de tocht zelf heb je best dagelijks toegang tot de lawineberichtgeving die door professionals wordt opgesteld en je heel wat informatie over de algemene situatie geeft.

In elk land is er wel een app waarmee je de lawineberichten via je smartphone kan bekijken:

• Frankrijk: Meteo France

• Zwitserland: Whiterisk

• Tirol en Zuid-Tirol: Lawine Tirol

• Noorwegen: Varsom

• Schotland: Be Avalanche Aware

• Grensoverschrijdend: SnowSafe (o.a. Oostenrijk, Italië, IJsland)

Kostprijs: gratis

19

TOERSKISTAGE IN HET WIPPTAL

Basis/ervaring-toerskistage 2022 in Gries am Brenner

Op maandag 6 januari ontmoeten de stageleden mekaar voor het eerst. Dat verloopt u-weetwel-waarom via een Zoom-meeting. De gebruikelijke verwenkoffie ten huize Vanhoof gaat dan ook aan ons voorbij… Er wordt gewezen op het belang van het huren van het gepaste (lichte) toerski-materiaal. Ook wordt ons aangeraden om – voorafgaand aan de stageweek - de lokale weer- en lawineberichten op te volgen. December en januari werden gekenmerkt door een periode van zware sneeuwval, gevolgd door sterke dooi. Daarenboven valt - voorafgaand aan de stageweek - nog zo’n flinke 60 cm sneeuw. Dit gaat gepaard met zware stormen. Dat zijn alvast de ingrediënten die het lawinerisico flink doen toenemen tot “Gefahrenstufe 4 Gross”. Afspraken voor het vertrek worden gemaakt en de ganse groep beslist een dagje vroeger te komen inskiën op de lokale Bergeralm-pistes. Peter en Geert zullen reeds enkele dagen van tevoren verkennende toerskitochten maken.

20
Tekst Wim Raemdonck / Foto's Peter Vanhoof en Koen Staelens

De eerste dag begint alvast in mineur. We worden geconfronteerd met berichten over de vele lawineongevallen in de wijde omgeving, waarbij flink wat (dodelijke) slachtoffers te betreuren vallen. Daarenboven is de nachtelijke storm nog steeds niet gaan liggen. Onder de blik van strenge Tiroolse portretschilderijen, beslissen Peter en Geert het vertrek even uit te stellen.

Volgens het ZAMG (Zentralanstalt für Meteorologie und Geodynamik – het Oostenrijkse KMI dus) zou de wind vrij snel in kracht afnemen. In het prachtige hotelsalon wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat meer context te geven bij de gevaarlijke lawinecondities. Er zal gekozen worden voor een defensieve, veilige route met hellingen onder de 30°. Op de Sattelberg verwachten we daarenboven sterk verspoord en doorskied terrein. Het rasterpatroon dat daarbij ontstaat laat de opeenvolgende sneeuwlagen goed in mekaar verankeren. Dit komt de stabiliteit van het sneeuwdek ten goede. Langs de route zijn daarenboven ook geen steile flanken te bespeuren. Naarmate de wind in kracht afneemt, keert ook de rust in groep terug. Er worden duidelijk geen risico’s genomen. We voelen ons in veilige handen.

Na een verkwikkende douche en/of sauna en een stevig avondmaal volgt ’s avonds steevast het “academisch” uurtje. We bespreken de lawine- en weercondities en stapsgewijs nemen we de verdere theorie van de “Stop or Go”-methode van het AÖ (Alpenverein Österreich) door. Het blijkt absoluut nodig te zijn, want gans de week zal het lawinegevaar rond een (hoog) lawinegevaar 3 “Erheblich” schommelen. De interesse is groot en we toetsen – met de Alpenvereinaktiv-app – samen de theorie aan de praktijk af. De stagebegeleiding trotseert moedig het spervuur aan vragen, we bespreken de tochtkeuze en of we ook morgen weer veilig op pad kunnen. Het lawinegevaar is weinig of niet gedaald en we kiezen een vergelijkbare, defensieve tocht. Genoeg theorie en ernstige materie, hoog tijd voor een streepje muziek… Ingrid haalt haar (diatonisch) accordeon boven en voor het slapengaan genieten we van een mooi miniconcert.

En weg zijn we

Na een goed uurtje vellen we de ski’s aan, worden voeten en schenen preventief ingetaped tegen blaren, checken we onze veiligheidsuitrusting (LVS (“LawinenVerschüttetenSuchgerät”/ “Lawinebieper”), sonde en schop) en vatten we onze eerste tocht aan.

We trekken gestaag omhoog en stellen vast dat iedereen over de vereiste stevige conditie beschikt. De “Renaat Schotte van het toerskiën” is eveneens van de partij: Koen trekt voorop, laat zich afzakken, haalt weer in én neemt daarbij fraaie foto’s. Hans en Patrick raken we al eens kwijt en blijken dan op zoek te zijn naar die bijzondere zwam of zeldzame berk. Een thematische “Fauna & Flora”-toerskistage…, zou dat geen goed idee zijn ?

Naarmate we de top naderen, krijgt de wind meer en meer vrij spel en vermindert de zichtbaarheid. Voorbij de boomgrens besluiten we rechtsomkeer te maken en bouwen - uit de wind gezet door enkele verdwaalde bomen - de ski’s om. Even verder beslissen we een lawineongeval te simuleren. De LVS wordt door Peter en Geert verstopt, waarna de zoekactie kan starten: iemand schakelt zijn LVS om naar zoek-modus, terwijl een andere een oproep naar de hulpdiensten simuleert (coördinaten doorgeven!) én twee anderen brengen alvast de sonde en schoppen in gereedheid. Het zoeken en uitgraven verloopt bij beide groepen snel en efficiënt.

Etwas Deutsch lernen

We trekken richting Eggerberg en kunnen bij het klimmen de impact van de storm van de voorafgaande week waarnemen. De bovenlaag van het sneeuwpakket vertoont op vele plaatsen een (hard) duinenpatroon. Op andere locaties heeft de sneeuw zich dan weer opgehoopt (tot soms fraaie sculpturen). Peter neemt beperkte zettingsgeluiden waar. Dit wijst op instabiliteit van het sneeuwdek. De defensieve route wordt verder gezet. Naarmate we de top naderen stellen we vast dat deze zo goed als kaal geblazen is. We banen ons een weg op de smalle strookjes sneeuw en bereiken onze eerste “echte” top.

Bij het afdalen maken we kennis met het begrip “Waldfahren” (lees: bomen-skislalom) én worden geconfronteerd met onze eerste “Zwischenabfahrt” (gevolg: onverwacht terug aanvellen én daarbij tot de oksels wegzakken in de sneeuw; lachen geblazen!). We zetten aan voor een korte tussenklim en passeren aan een korte ietwat steilere helling.

De ideale plaats om (voor het eerst) het “Spitzekehren” in te oefenen: in zig-zag-patroon gaan we de helling op. De zon is inmiddels van de partij. Er wordt flink wat afgezweet (en ingesmeerd). We zijn de sneeuwstorm van gisteren snel vergeten... Dag twee ook van onze “Heisse Schoko”-kroegentocht: deze van de Nösslachhütte zal naderhand de beste van de week blijken te zijn.

21 Domper op de feestvreugde…

willen leren (en pauzeren)!

Onze kennisdrang kent geen grenzen. Liesbeth vraagt zich af hoe het zou voelen om in die diepe sneeuw zelf het spoor te trekken. ’s Anderendaags mag ze al snel de koppositie richting Ottenspitze innemen. Had ze die vraag dan toch luidop gesteld? Het gaat haar goed af en anderen tonen zich (de komende dagen) ook geïnteresseerd. Een vloeiende lijn vinden is niet altijd evident, maar met wat bijsturen door Peter, glijdt de toerski-slang elegant naar boven. Daarbij grijpt Wim af en toe naar zijn “koolhydratencartouchkes” én “hydratatie-shotjes”, waarmee hij zijn “man met de hamer”-trauma van een eerdere stage tracht te bezweren. Dat lukt en het begrip “regelmatige (!) drink- en eetpauze” krijgt zowaar echt vorm op deze stage.

’s Avonds zullen we tot onze grote hilariteit ontdekken dat dit pauzeadvies zelfs staat opgenomen in de “Stop or Go”-brochure! Het aanvaardingsproces bij Peter verloopt moeizaam, en vraagt zich af of dit een vernieuwde uitgave is? We bieden hem troost en de nodige morele ondersteuning met de woorden: “Zo erg is dat echt niet hoor Peter…” De sfeer in de groep zit goed!

We naderen de top: de laatste hoogtemeters zijn steil en bijzonder ijzig. We bevestigen de “harschijzers” (stijgijzers voor ski’s) en we ondervinden dat dit bijzonder comfortabel stapt.

Pfoner Kreuzjöchl – onze koninginnentocht

Na een stevig ontbijt maken we ons klaar voor de langste en hoogste tocht van de week. We trekken ditmaal richting het Arztal voor een tocht van 1300 hoogtemeters. Na een eerder matige aanvangshelling en “Spitzekheren im Wald” bereiken we vrij snel de boomgrens. Een wondermooi landschap biedt zich aan. Op veilige afstand van majestueuze steile flanken (met lawinesporen), voelen we ons nietig in deze prachtige onaangeroerde witte sneeuwwoestijn. Op de kadans van onze ademhaling en het glijden van de vellen, laten we een nietig klein spoor na. Op ietwat steilere hellingen houden we preventief de nodige afstand, onze lichte ski’s worden almaar zwaarder door de plakkende sneeuw en we halen voor de laatste hoogtemeters nogmaals de harschijzers boven. Op de top van de Pfoner Kreuzjöchl is het uitzicht betoverend mooi en in de verte, ruim 2000 meter lager, ontwaren we de vallei van de Inn.

Bij het afdalen hebben we een overaanbod aan afdalingsmogelijkheden. Geert – vol ongeduld – ontsnapt even aan de aandacht van Peter. Altijd maar de waakzame laatste moeten zijn... dat is nu wel even welletjes geweest. Die mooie maagdelijke helling langs een rivierbedding zal hij voor het eerst aansnijden! En weg is hij! Wat nu? Volgen maar zeker?! Het Waldfahren vraagt deze keer echter wat zoekwerk, maar uiteindelijk bereiken we een bruggetje waarover we de andere kant van de vallei bereiken. Die laatste steile diepsneeuwhelling vòòr dat bruggetje leidt tot het betere ploeter- en ploegwerk. Iris laat zich daarbij inspireren door de vele meerdaagse backcountry-langlauftochten die ze - met bagageslede – in Scandinavië maakte. Sledegewijs komt ze vastberaden naar beneden; de techniek vraagt nog wat verfijning, maar de basis is alvast gelegd! Dit komt zeker aan bod op één van de volgende ervaringstages. Het woord “ervaring” wordt hier andermaal getoetst aan de vele betekenissen van het woord…

Voor de latere afdaling heeft Peter alvast wat “treden” in de steile flank aangebracht. We genieten van het uitzicht en windstille picknick en maken ons klaar voor de afdaling. Sommigen bevestigen de ski’s op de rug en maken gebruik van de fraaie “sneeuwladder”. Anderen wagen zich aan de steile ijzige afdaling. We verkiezen ook vandaag een eerder noordgerichte flank. Noordgerichte flanken zijn minder onderhevig aan de dooi-vorst-cycli dan de zuidflanken (“crème brûlée”-hellingen) en de toplaag is er ook minder verhard.

De milde werking van de zon op deze noordelijke flanken maakt dat op grote delen van de afdaling nog diepsneeuw te vinden is. Hilke is in haar nopjes. Onze skihinde zweeft over het zacht, donzig wit sneeuwtapijt én zigzagt tussen het grillige bomenpatroon. Het kost haar blijkbaar geen enkele moeite… De groep wikt en weegt de eigen skistijl, overlegt, maar slaagt er niet in haar energiezuinige techniek te ontcijferen. Had ze dan toch jetmotortjes onder haar ski’s bevestigd? Haar ski’s werden alvast in beslag genomen… We wachten het deskundigenverslag nog steeds af…

Wij
De
22

We willen leren (en navigeren)!

’s Avonds – bij de nabespreking – gaan we nog even door de blog van lawinen.report. De bergpolitie-verslagen van de vele lawineongevallen zijn beschikbaar. We nemen er enkele door én toetsen deze aan de “Stop or Go”-criteria voor onze tochtkeuzes. Een helicopterbeeld van de steile flanken richting Pfoner Kreuzjöchl is er ook in opgenomen.

Nog niet helemaal verzadigd in onze leerhonger, wensen we ’s anderendaags mee te navigeren. We komen tot een gemeenschappelijke tochtkeuze, waar nog enkele kritische passages in zitten. Als eerste een flank met een helling van meer dan 40 graden. Stop!!! We beslissen samen de tocht bij te sturen en meer afstand van deze flank te houden. We verleggen de route naar de andere kant van de rivierbedding. Aan deze kant van de vallei zijn we veilig. Go!

Tijdens de tocht naderen we een andere steile flank. Stop! Dat blijkt uiteindelijk een onschuldige, sneeuwvrije (baby)rotsflank te zijn. Go! We navigeren samen verder door het landschap en wegen telkens de verschillende opties af. Dan toch die veilige bergrug volgen? Of eerdere die veilige geul? Beide opties zijn evenwaardig, hier mogen we “ons goesting” volgen. We klimmen verder en de week eindigt zoals ze begonnen is: op de Grubenjoch komen we terecht in een stevige sneeuwstorm. Het daarnet nog ingeoefende “skiën met vellen” komt goed van pas! We dalen af naar een iets veiliger gedeelte van de helling, maar bij het acrobatisch ombouwen van de ski’s flapperen vellen, jassen, skistokken en allerhande riempjes ons nog steeds om de oren.

Onderweg graven Peter en Geert nog een sneeuwprofiel uit. De ECTP-test (Extended Column Test) stemt overeen met gelijkaardige testen in de omgeving.

Na 25 slagen (vanuit de schouder) ontstaat een breuk met voortplanting. De mini-lawine komt los ter hoogte van de tot kogellagers getransformeerde sneeuwkristallen. Het “Altschnee”probleem wordt hier (griezelig) tastbaar. Op deze helling is dit - met enkele slagen boven de kritische drempel - net niet kritisch.

Na de afdaling, langs een meertje met fraaie kapel, genieten we in Gasthof Waldesruh nog van de beelden van de bronzen medaillewinnares Short Track Skating, Hanne De Smet.

Hoe het eindigde

Bij ons laatste ontbijt worden we getrakteerd op een accordeonverjaardagsmelodie. Liesbeth wordt in de watten gelegd, waarna we afscheid nemen. Deze stage, met uitdagende lawine-, weer- en sneeuwcondities, liet vele aspecten van eerdere theoretische cursussen aan bod komen.

Bedankt, Peter en Geert!!!

Jullie boden prachtige tochten aan én op een behendige manier werd de planning ervan aangevuld met vele praktische oefeningen. Dank ook aan iedereen voor het fijne gezelschap en het delen van vele mooie foto’s. Het is heerlijk vertoeven in de bergen alzo. We kijken terug op een geslaagde stageweek!

23

Sneeuwschoenwandelen in Unterengadin

Op een zondag naar Zwitserland rijden is een plezier, zeker in de winterperiode wanneer de ski-accommodaties meestal van zaterdag tot zaterdag gaan. Onze bestemming is Unterengadin, gelegen in het meest oostelijke deel van Zwitserland waar de toppen net boven de 3000 m gaan, waar de meeste stukken vrij zijn van ski-infrastructuur, waar de sneeuwzekerheid tamelijk groot is en het ’s nachts nog flink vriest gezien de oostelijke ligging: het eldorado voor de toerskiër en de geëngageerde sneeuwschoenwandelaar.

We spreken af in de Jeugdherberg van Scuol en de volgende ochtend verplaatsen we ons tot buiten Scuol waar we meteen de sneeuwschoenen zullen aantrekken om naar het dorpje S-Charl te stappen: dit dorpje is in de winter alleen bereikbaar op sneeuwschoenen, toerski’s of met een slede getrokken door paarden. Dus krijg je meteen de charmes van het Zwitserland van weleer. Veel volk loopt er niet rond, maar er is toch een mooi hotel Mayor waar we terecht kunnen. Na de middag doen we een lawinescholing onder leiding van Jan en Henk, zodat iedereen goed weet hoe het lawinemateriaal werkt en wat je moet doen wanneer een van je vrienden in een lawine terechtkomt. We eindigen de dag in een hot tub naast het hotel: wel een speciaal gevoel buiten in een warm bad te zitten terwijl het flink vriest.

24
Tekst Henk Vandenhoeck / Foto's Joke Blommaert, Karin Van Overberghe, Jan Noyez en Rinke Cautaerts Links: © Jan Noyez / boven en spread: © Joke Blommaert
25

Bij lawineschaal 2 is nog heel veel mogelijk, zeker ook de beklimming van de Mot dal Gajer, de top die we voor vandaag hebben voorzien. Het is een flinke klim van 900 hoogtemeters, eerst nog via een breed bospad. Daarna wordt het echt sneeuwschoenwandelen over de ondergesneeuwde alpenweides en komen we hoe langer hoe meer in de alpiene wereld terecht. Vanaf de laatste pas, de Fuorcla Schombrina, klimmen we over een sneeuwgraat naar de 200 m hoger gelegen top op 2797 m. Voor de afdaling via de andere kant ligt er te weinig sneeuw, zodat we langs dezelfde weg terugkeren naar S-Charl waar de hot tub en de sauna op ons wachten.

De derde dag maken we een langere wandeldag, doch met flink wat minder hoogtemeters. Via de Passo della Crocetta trekken we naar de Val Müstair. De afdaling is erg lang, we zakken zo’n 800 af naar Müstair in een eerder onschuldig landschap en worden daar warm onthaald in een van de hotelletjes. We ontmoeten hier ook onze stageleider Stefaan die met een groep toerskiërs eveneens in de Val Müstair verblijft.

De volgende ochtend verplaatsen we ons met een busje tot Schlinig om van daaruit naar de Sesvennahut te trekken. Eerst gaat het om eenvoudig terrein, maar hogerop zien we dat het spoor door een rotswand omhoog kronkelt. Ik hoor al angstkreten van mensen die niet tot onze groep behoren, maar uiteindelijk valt het goed mee als we ons zeer goed concentreren op onze staptechniek. Tijdens deze klim zie je boven de rots een gebouw, dus hoopten we dat daar de hut lag. Maar niets was minder waar: het wordt nog anderhalve kilometer zachtjes omhoog klimmen tot de hut die we tegen de middag bereiken. En Jan zou Jan niet zijn als hij het hierbij zou laten, dus met uitzondering van enkelen die wat rust willen, trekken we na de middag nog naar de bijna 700 m hoger gelegen Rasasspitz (2941 m): we krijgen alle terrein onder onze sneeuwschoenen, soms tamelijk steil. Jan legt er een gezond tempo op want hij heeft van jongsafaan geleerd dat je altijd voor het donker terug moet binnen zijn, wat we uiteindelijk maar net halen. Tijdens de afdaling wordt het ook steeds zoeken naar de minst steile hellingen en echt treuzelen zit er niet in aangezien de avond stilaan op komst is.

26
Links en boven: © Karin Van Overberghe / onder links: © Joke Blomaert / rechts onder: © Rinke Cautaerts

De voorlaatste dag trekken we terug naar het hotelletje in S-Charl: we trekken over de Fuorcla Sesvenna (2818 m) en zitten daar echt in alpien terrein met gletsjers en toppen boven de 3000 m rondom ons. Het wordt alweer een lange afdaling van ruim 1000 daalmeters, de eerste 400 m in erg steil en alpien terrein tot we in een valleitje komen, maar ook hier is het niet altijd vanzelfsprekend. De dag is al goed gevorderd als we de huisjes naderen waar we de eerste dag de lawinescholing hebben gedaan: de hot tub en de sauna wachten alweer op ons!

De laatste dag is een halve dag en we keren terug naar Scuol, enigszins langs hetzelfde spoor als dat van de eerste dag. Rond 11 u bereiken we de wagens zodat iedereen die naar België moet nog dezelfde avond thuis zal zijn. Jan en Henk blijven nog in Zwitserland voor een volgende stage sneeuwschoenwandelen die vanuit de Julierpas vertrekt.

27

EEN ODE AAN HET IJS

De gevaarlijkste, de meest gedurfde, de riskantste, de zotste...

Het ijsklimmen kent veel superlatieven onder klimmers, maar zelden zijn ze écht positief. De sport is net zo ongrijpbaar als de materie waarop het zich afspeelt en waar enkele gekken elk jaar weer verlekkerd naar uitkijken. Ik kijk al eens op het meteorologisch portaal voor Aosta terwijl ik deze tekst schrijf: we zijn oktober en het vriest nog helemaal niet. Ik ga dan maar beteuterd verder met schrijven. Het zal een Belgische rots worden dit weekend…

28

Het is steeds koffiedikkijken hoe de condities zullen zijn het aankomende seizoen. Veel neerslag, het sneeuwt en smelt terug, daarna koude temperaturen. Het is allemaal belangrijk voor de vorming van een ijswaterval. Vanaf begin december zijn ze er normaal weer, echter nog fragiel maar toch beklimbaar. Doorheen het seizoen transformeren deze gigantische ijssculpturen voortdurend. Je zal nooit twee keer hetzelfde klimmen in ijs! Waarom vormen bepaalde watervallen zich op specifieke plaatsen? Waarom verschijnen er plots volledig nieuwe lijnen? Wie zal het zeggen!

Deze levende materie kan bovendien overnacht of zelfs op enkele uren tijd helemaal van karakter veranderen: van zachte sorbet tot pure beton, of een onaangename afschilferende buitenlaag. De ijsklimmer is aandachtig voor de kleinste nuances die zijn bijlen hem geven. Elk pasje weer opnieuw luisteren en voelen: die zuivere ‘tik’ of een donkere ‘djoef’? Wanneer ga je door of wanneer ga je best gewoon een warme choco drinken?

Je kan ze al van ver zien komen, die ijsklimmers. Bijlen op de goedgevulde rugzak: crampons, touwen, ijsvijzen, setjes, carrytools en abalakov hooks en nog veel meer. 4 verschillende donsjes en een regenjas, je weet wel, voor het water. Op de beste grand beau dagen vind je ze doorgaans op de meest schaduwrijke plaatsen van de vallei. Een bevriende skiër verklaart me al jaren voor zot. Superlatief: de zotste! De avond ervoor wordt er keer op keer naarstig gevijld. 1 slag op de rots en het is alweer om zeep. Vanavond nog maar eens vijlen dan. Zucht.

Net zo noodzakelijk als bijlen en crampons is de helm, an ice climber’s best friend! Er valt wel regelmatig iets naar beneden, of door jezelf losgeklopt of zo’n rare snuiter 5 lengtes boven je. IJS! IJS! IJS! Bijl?!... De gevorderde klimmer probeert steeds subtiel te zijn, maar slaagt (of slaat?) daar niet altijd in. Ik tast nog eens aan mijn neus… Een aandenken aan vorig seizoen. Om nog maar te zwijgen over de kuiten en de voorarmen! If you know, you know… Nog steeds hier? Nog steeds geïnteresseerd? Zot! En ook: join the club! Onder goede begeleiding kan je de kneepjes van het vak leren: waar gaan we heen, wat heb ik nodig, welke soorten ijs zijn er, wat zijn de moeilijkheidsgraden, welke technieken pas ik toe…? Een stage als jouw gateway drug!

Ik heb trouwens nog een superlatief gevonden voor het ijsklimmen: de mooiste!

Op zoek naar goede condities? Europa heeft enkele échte frigo’s: de Queras en Freissinieres in de Ecrins, Kandersteg in Berner Oberland, Pontresina in Graubunden, het Pitztal in Oostenrijk. Geen enkel gebied is echter zo bekend, zo ijszeker of zo gevuld met watervallen als Cogne in Aosta. Het is niet voor niets dat alle KBF-stages daar doorgaan! Wandel de zijvalleien Valleille of Valnontey in en je vindt er lijn na lijn. Voor ieder wat wils! Als zelfverklaarde minnaar van het ijsklimmen in Aosta en bij uitbreiding Cogne, vroeg KBF me naar de mooiste waterval in ieder niveau, van WI2 tot en met 6. Hieronder volgt het verdict. A faire!

29

Mijn eerste échte waterval. Deze lijn van 350 meter is lang en ideaal voor wie snel de nodige meters op zijn teller wil. Minder steile en wat steilere stukken wisselen elkaar af voor een gevarieerd geheel waarvan de kuiten zeker zullen branden!

WI3 – Patri – Valnontey

Dé lijn waarop vele hotels in de winter draaien, want deze ligt altijd in conditie. Alleen zal je hier echter zelden zijn, maar dit is oprecht een mooi route met verschillende opties zowel in de eerste als in de laatste lengtes. Je start op een brede driehoek waar je kan kiezen tussen niveau 3 of 4 (meer rechts). Heel af en toe vind je er ook de ‘candelino’, een mooie 5e graads lengte. In het bovenste circus kies je voor ‘de gauche’ WI3 met een prachtige, diep ingesneden goulotte boven, of voor de steilere ‘droite’ WI4. Tegen het einde van het seizoen vormt er zich ook regelmatig een directissima tussen de 2 in (WI5).

Ieder jaar beloof ik deze lijn links te laten liggen, maar ieder jaar kom ik er terug: de teller staat ondertussen op 12 keer langs alle mogelijke varianten.

WI4+ – Cold Couloir

Cold Couloir is de langste lijn in Cogne. Meer dan 1100 meter als je hem uitklimt tot op de top. Het neemt zo’n 500 meter tot het ‘officiële einde’. Het is een mooie mix van simultaan klimmen en lengtes trekken. Lengte 1 (62 meter), 2 en 7 (WI4+) zijn om duimen en vingers van af te likken. Ik deed 2x de gewone versie en 1x de integrale op minder dan 8 uur van parking tot parking. Opgepast: de route is wel zeer lawine-gevaarlijk!

WI4 – Monday Money – Valnontey

Deze lijn is enorm esthetisch en je ziet hem al van op de parking liggen. Het is dan echter nog zeker 2 uur aanlopen! Elke lengte is steiler dan je hem voorstelde en de 2e pitch is altijd nat. De 3e lengte is hier letterlijk de ‘money pitch’ en de 5e lengte achter de hoek heeft altijd verrassingen in petto! Exit op turf in de zon. De lijn ligt bovendien vlak langs de kaarsrechte Repentance Super: a sight to behold! Als ik iemand voor de eerste keer meeneem naar Cogne dan is dit de place to be. Niemand komt on-enthousiast beneden! Deze staat reeds 5 keer op de teller!

WI2 – Sentiero dei
Trol
30

Slechts 2 lengtes, maar wat voor lengtes! Steil en featured in de eerste lengte. Een luchtige traversee boven een overhang en in de ijspegels voor pitch 2.

Zelfs als je de uiteinden van je touw kan zien, is de afdaling nog steeds bangelijk! Reeds 3 keer op de teller, waarvan 2 sfeervolle nachtelijke beklimmingen.

– Repentance Super – Valnontey

The icefall, the myth, the legend. Je klimt in de eerste 2 lengtes loodrecht, waarbij je regelmatig overhangende bloemkolen moet overwinnen. De 3e lengte is een magnifieke pilaar met een waanzinnige hoeveelheid lucht eronder. 2 bijkomende lengtes brengen je aan de summitblock. Ik beklom deze waterval reeds 3 keer en het begint bijna normaal aan te voelen. Bijna…

Magnifieke pilaar doorheen een overhang. Ligt in de zon. What’s not to like? Misschien liever geen ijspegels op de neus de volgende keer…

WI5 – Lau Bij
Valeille WI6 – Di Fronte al Tradimento Direct – Valnontey WI5+
31

Haute Route Intégrale

Half juli. De redactionele deadline komt in het vizier… Hoog tijd om dat beloofde reisverslag eens uit te werken. Het voelt wel wat surrealistisch aan om bij 36°C in je zwembroek onder een boom in de Ardèche een tekst te schrijven over een van de bekendste winterse tochten in de Alpen. Maar er is ook een gelijkenis: ook toen waren de temperaturen te hoog, lag er té weinig sneeuw, waren er waarschuwingen voor niet al te goede condities… en hadden we ‘goed’ weer.

32
Tekst Bart Smets / Foto's Armand Eeckels en Koen De Bock

schrapen, klauteren… maar vooral 8 dagen genieten van

Flashback naar 2020. Na een zeer gesmaakte Berner Haute Route (zie KBF Magazine van december 2019) hadden we onze zinnen op Chamonix-Zermatt gezet. Corona en de bijhorende reisbeperkingen zorgden voor uitstel, niet met één maar ineens met twee jaar.

Vol vertrouwen en toch met twijfels naar de start

In 2022 moet het lukken! We vormen een sterk team met ruime ervaring in zowel toerskiën als bergbeklimmen. We volgden allemaal meerdere KBF-opleidingsstages en lawinescholing, en sommigen onder ons zijn al enkele jaren actief als stageleider in de bergsport. We kennen elkaar goed van eerdere bergavonturen: alle redenen dus om vol vertrouwen te vertrekken…

En toch… Ook in zo’n goede samenstelling van tochtgenoten schuilen risico’s, zoals nonchalance door een te groot gevoel van zelfzekerheid, group thinking (‘wat de ander kan, zal ik ook wel kunnen’) of onduidelijk leiderschap bij het nemen van beslissingen. Deze zaken hebben we vooraf wel doorgesproken.

Een reportage in BergUndSteigen, waarbij het drama van in 2018 nabij Cabane des Vignettes uitgespit werd, zet ons allemaal wat op onze qui-vive… Daar waren het allemaal ervaren bergsporters onder leiding van een professionele berggids, die in een storm vast kwamen te zitten op enkele honderden meters van de hut: twaalf overleefden het niet. Voor ons is het een wake-up call om toch vooral de voorbereiding én de beslissingen ter plaatse ernstig te nemen en een bewuste risicoafweging te maken, die zeker voldoende rekening houdt met terrein- en weercondities.

Eind maart vertrekken we, met z’n vijven in een busje: zo hebben we meer dan genoeg bagageruimte voor alle spullen. Onderweg komt toevallig ter sprake dat er vorige week een hele hut geëvacueerd moest worden door een CO-vergiftiging. Na wat opzoekwerk bleek het toevallig de eerste stop van onze route te zijn: Refuge d’Argentière is voor onbepaalde tijd gesloten, zonder dat we daarover een mailtje kregen. Het meest voor de hand liggende alternatief is de Cabane d’Albert 1er, maar die blijkt volzet… Alors, dan maar direct naar de 3200m hoog gelegen Cabane de Trient? We zijn nog maar enkele uren aan het rijden en we staan al voor onze eerste impactvolle beslissing!

starten met Bowie

Na Indisch tafelen en een goede maar wat korte nachtrust in Chamonix Lodge staan we zondagochtend klaar aan de start vanaf kabelbaan Lognan… samen met tientallen ski-mountaineers die daar een wedstrijd lopen. De opzwepende beats en het aanmoedigend gewauwel van de presentator blijven ons nog vele uren achtervolgen in de anders zo stille bergen.

Die eerste dag geeft al onmiddellijk een introductie tot de rest van de week: immens grootse uitzichten, (te) mooi weer, weinig sneeuw, heel afwisselend terrein en dus ook vele transities van omhoog ‘skinnen’ tot Col de Passon naar afskiën op een wel heel verijsde helling, inbinden voor Glacier du Tour en ook al eens op verkort touw, meerdere keren de stijgijzers aan en ski’s op de rugzak om - wat in slow motion - Plateau du Trient over te glijden… Heerlijk! Het ‘rustig wat inlopen’ zoals aanvankelijk gepland zit er niet in: het is een pittige start met toch 8 uur onderweg over 14 km en vooral té hoog slapen zonder vooraf acclimatiseren.

Steile hellingen en meerdere cols

Vanaf Cabane De Trient hebben we meerdere cols, gletsjers en hellingen te overwinnen, en door de eerste blaren te soigneren zijn we pas tegen 6.30u goed en wel vertrokken. Col Roc des Plines naast Aiguilles Dorées is vlot bereikbaar, maar is ’t nu rechts of links van die reusachtige windkolk? We gaan rechtsom en dat lukt goed. De afdaling langs Bivak L’Envers des Aiguilles Dorées geeft wat skiplezier in behoorlijke sneeuw, tot we doorheen drooggeblazen rotspartijen moeten. Ook de volgende gletsjer blijkt behoorlijk bedekt, we kiezen voor de meer directe route naar de 3030m hoge Col des Planereuses. In de zomer is dit een met staalkabels beveiligde passage, nu geraken we op ski’s tot kort ervoor, en pas voor de afklim doen we opnieuw crampons aan. En dan wederom skiën, om amper 170 m lager alweer te stijgen tot de volgende col, waarbij een goede stijgijzertechniek geen overbodige luxe blijkt.

33
'Glijden,
Chamonix tot Zermatt...'

De doorsteek naar Col des Essettes is uitdagend maar op zich niet zo moeilijk. Met grote tussenafstand traverseren we de - té fel in de zon badende - steile sneeuwflanken. Het doet denken aan het traverseren van plattekaastaart. Misschien is dit zelfs nog spannender dan wat er achter de col verscholen zit: de wellicht steilste afdaling van de week, een minstens 40-45° steile en extreem ijzige couloir. Al roetsjend gaat het nog net, hoewel de eerste 40-50 m eter een touw hangen wellicht een beter plan zou zijn. Of afdalen op je vertrouwde crampons en piolet in plaats van een pijnlijke schuiver te riskeren?

Het vervolg geeft wél wat gezapiger skiën, onder Cabane de l’A Neuve door, tot in de nabijheid van La Fouly waar het wederom ijziger wordt en we verschillende oude lawinesporen doorkruisen. Maar het lukt ons tot het dorpje Le Ferret te skiën! Na 18 km in de benen laten we ons in Auberge des Glaciers verwennen met lekker eten, goeie douches, wifi… en er is zelfs een kleine superette!

Om Col de Grand Saint-Bernard te bereiken, is het belangrijk dat je niet te onstuimig de hellingen afskiet en tijdig de doorsteek ziet, anders krijg je heel wat stijgmeters extra tot aan het nu - wat surrealistisch aandoende - tunnelcomplex. Hier komen we meerdere jeugdgroepen tegen die vanuit Italië onderweg zijn naar de Hospice. De afdaling naar Bourg-Saint-Bernard heeft nu, dus einde maart, nog ’t meeste weg van iets tussen een bobsleebaan en een brede verijsde buckelpiste. Na kort terug stijgen, deels over de vroegere skipiste, bereiken we de geweldige refuge Plan de Jeu: de kleinste hut van onze week, met het warmste welkom! We kunnen er zelfs gratis douchen, krijgen wortelcake en Lupulus-bier voorgeschoteld (‘des Belges, hein?’) en ’s avonds ook nog ongelofelijk lekkere linzensoep en zowaar een Buddha bowl! Of wat te zeggen van het dessert: een donkere échte chocomousse? Deze huttenwaard legt zijn hart echt in zijn kookkunsten!

Shakshuka en een droge canyon

Een lekker ontbijtbuffetje staat klaar in de krappe gang tussen de slaapkamers in: voor de andere gasten misschien niet de meest stille oplossing voor onze vroege start voor deze 21 km lange dag. Het eerste deel is een ‘route touristique’ met wandelen langs de baan en het volgen van de langlaufpiste van Val Ferret tot Les Chaux. Daarna volgen enkele steilere hellingen waar de Harscheisen absoluut nodig zijn. In de alsmaar steiler oplopende en ijzige flank trekken we zorrogewijs ons spoor. Een misstap of een foutje bij het Spitzenkehren heeft hier grote gevolgen, niet verwonderlijk dat sommigen toch verkiezen de latten voor crampons te wisselen.

We twijfelen eventjes of de afkorting via Col de Bastillon geen betere optie is, maar de helling ligt er niet zo aantrekkelijk bij. Het landschap naar Fenêtre de Ferret is een prachtig oplopend komvormig dal, met ronduit sublieme uitzichten op Mont Dolent en de Jorasses.

Opstaan met zowaar shakshuka én bialetti koffie… Heerlijk toch? Vandaag een flinke klim naar Cabane de Valsorey, die velen starten via Col de Proz. Maar wij kiezen voor een naamloos alternatief van 2883 m nabij Croix de Tsousse. Het terrein blijkt er alweer heel ijzig bij te liggen, met passages tot ca. 42°, wat toch wat spannend is om op Harscheisen te passeren. Sommigen wisselen sneller naar hun stijgijzers en kunnen de verloren tijd inhalen door een steiler spoor sneller te overwinnen.

In de afdaling worden we beloond met een van de betere sneeuwcondities. Normaal zou het daarna terug stijgen worden door een canyon, die echter droog ligt… dus gaan we rechts ervan omhoog met de stijgijzers aan. Ook hogerop, bij het passeren onder de puinkegel door, gaan de ski’s alweer uit en moeten we te voet verder. Aan de overkant hebben we een prachtig zicht op de futuristische Cabane Vélan, hoog gelegen boven een immense bergkom.

Kort na de middag bereiken we de hut en blijken we die 16 km dus behoorlijk snel afgelegd te hebben… In Valsorey halen ze het drinkwater vanuit de smeltende sneeuw op het dak! De beide huttenwirtinnen zijn ook heldinnen in de taartbakkunst, het lukt ons nog net om de laatste 5 stukken te verschalken.

Van ijle lucht naar languit in ‘t gras Vandaag gaan we onder langs de almachtige Grand Combin naar Cabane de Chanrion. Na een 40-tal minuutjes ‘skinnen’ is ’t alweer latten op de rug om de steile firnhelling tot 3600 m eter hoogte te overwinnen.

34
Over Col Grand Saint-Bernard tot Buddha Bowl

We zijn onze voorgangers dankbaar, er blijken meestal goede treden te zijn, dus het gaat goed, ook al voel ik me wat ijl in het hoofd... We passeren een fenomenaal gelegen knalrode bivakhut aan Plateau du Couloir. Het is een groots decor met een heel weidse Mont Durandgletsjer in de afdaling. Onverwacht moeten we nog een half uur opnieuw stijgen, om niet fataal van de kliffen de honderden meters dieper liggende vallei in te duiken. Bij minder goed zicht is ’t hier dus serieus opletten geblazen. Chanrion is reeds van ver zichtbaar, maar we doen er toch nog lang over om verder naar beneden te skiën en in zompige sneeuw terug omhoog te stappen. Na in totaal 6,5 u onderweg bereiken we de comfortabele en nog vrij nieuwe hut, waar we nog urenlang kunnen genieten van ’t zonnetje, languit liggend in ‘t gras zowaar!

Dilemma Serpentine en Pigne d’Arolla

Lekkere pap als ontbijt, waarna we snel vertrekken… om ter hoogte van de morenerug onder Glacier du Brenay te aarzelen wat de beste optie is. Ons gezelschap splitst eventjes op… Met drie dalen we af om in de gletsjerkom omhoog te stijgen, terwijl de anderen de hogere traverserende route volgen, aanvankelijk een ander gezelschap achterna. Via de walkietalkie houden we vlot contact. Er is geen beste keuze, want we komen quasi gelijktijdig toe op Glacier de la Serpentine.

Water is er helemaal niet: zelfs geen druppeltje komt er uit de kraan… In de leefruimte heerst er een drukte van jewelste, gelukkig hebben we een eigen kamertje voor ons vijven.

Het heeft goed gevroren, dus wacht ons een ijzig vertrek en extra opletten. Via de Col de l’Eveque dalen we af naar Haut Glacier d’Arolla. Ons onbemande overnachtingsalternatief, de Bouquetinshut, laten we rechts liggen en we skiën links aanhoudend op de alsmaar platter wordende gletsjer tot aan Plan Bertol. Een steile overgang brent ons naar de oplopende kom die richting Col de Bertol en de gelijknamige hut voert. Weer zo’n berghut met toch echt een unieke ligging, als een adelaarsnest op een rotstoren, enkel bereikbaar langs ladders. De ski’s laten we onder de rotswand achter. In de hut treffen we inspirerende boeken aan die doen dromen van nieuwe bergavonturen. Een kaasfondue kan er vandaag niet aan mankeren. En zelfs vanop het toilet is ’t hier genieten van een fenomenaal uitzicht!

Met een wittekop naar Zermatt

Na een pover ontbijt (we zijn verwend ja), dalen we de laddertjes af tot bij de ski’s. Met 24 km wordt het wellicht de langste dagetappe, maar grotendeels bergaf. Bij de oversteek van de Glacier du Mont Miné richting Col des Bouqetins worden we gegeseld door een ijskoude snijdende wind. Onze handen lijken telkens weer te gaan bevriezen.

De van op afstand nogal angstaanjagende séracs blijken gelukkig linksom nog makkelijk te passeren. Boven Col de la Serpentine is het niet zo duidelijk wat nu de beste strategie is: op ski’s en aan langer touw om veiliger te zijn voor de gletsjerspleten of op crampons en met korttouw om glijpartijen op de verijsde steile passages te vermijden? Ook hogerop zijn er meerdere gletsjerkloven die er riskant bij liggen. Het is nog maar einde maart, maar nu al zijn sommige sneeuwbruggen te dun. Wat gaat dat in de zomer geven, vragen we ons af… De 3787 m eter hoge top van Pigne d’Arolla is het letterlijke hoogste punt van onze trip, we treffen deze afgeblazen en met harde sneeuw aan, terwijl er wél nog corniches hangen. We stonden allen al eerder op deze top, maar nu voor het eerst met ski’s.

In de afdaling missen we de eerste en meest logische doorsteek, die nochtans gemarkeerd is door twee steenmannetjes. Goed te geloven dat deze moeilijk te vinden is bij slechter zicht! Maar lager lukt het ook: via Col de Vignettes is het dan wel weer een 100-tal meter stijgen over een 35° steile en wakke sneeuwhelling. Dus bij minder zekere lawinesituatie toch extra uitkijken hier. Na een lange dag van 10 uren komen we toe in een afgeladen volle Cabane des Vignettes. Deze hut wordt sinds kort mede gerund door de Vlaamse Katrien.

Ik steek één stok weg, zodat ik telkens één hand kan opwarmen. Een buff is wel het minimum om ons gezicht wat te beschermen.

Eens we de top van Tête Blanche bereiken, gaat de wind wat liggen. Wat een fenomenaal uitzicht op Matterhorn en Dent d’Hérens hier! Subliem voor fotoshoots dus.

Het afskiën over de Stockjigletscher is een constant navigeren tussen spaltenzones en vergt de nodige aandacht. Rond 3000 m eter is de doorsteek naar de Tiefmattengletscher, waar het zigzaggen is tussen oude ijzige lawineblokken, terwijl we vaart moeten maken om snel vanonder de dreigende seracs weg te komen. Maar wat een schitterend kader is dit alweer om in te mogen afdalen, en wat een geluk dat we hier niet omhoog moeten!

Hoe dichter bij Zermatt hoe minder sneeuw: soms is het echt zoeken naar kleine witte passages. De laatste kilometers gaan over de skipistes. Dit is wennen, zo terug in de drukte...

Na de obligate pizza nemen we de trein terug naar Chamonix, waar we een laatste keer klinken op alweer een schitterende trip!

35

Het geschenk van de wildernis in Ovre Dividal

/

Na lang dromen is plots de woensdagochtend daar, waar we maanden naar uitgekeken hebben. Het kompas wordt ingesteld op nationaal park 0vre Dividal in Noorwegen; ruim binnen de poolcirkel, pal onder de Aurora Belt en thuis van de bruine beer, wolf, veelvraat en Euraziatische lynx.

Onderweg naar Kilpisjärvi ontmoeten we onze gids (Into The Arctic) en tochtgenoten waarmee we 8 dagen lang als een pulka-trein van hut naar hut zullen reizen. Bart, pappie, vader van Rik. Rik, junior, Amsterdams trekpaard. Thomas, gids, West-Vlaamse oerkracht met een vleugje mediterraans. Jan, Himalaya-man. Tom, astronaut-uilplaneet tattoo. Evelyn, rekenwonder. Evy, Noorwegen-fan. Mezelf, totem Sifaka.

Kilpisjärvi - Gappohytta

Na een uitgebreid Noors ontbijtbuffet met Köttbollar halen twee sneeuwscooters ons op, om ons een half uurtje later af te zetten aan iets wat op een pudding lijkt; Treriksröset of steenmannetje in drie landen; Zweden, Noorwegen, Finland. De ski's en pulka's zijn vanaf nu onze reisgezellen. De eerste rendieren, sneeuw en wind verwelkomen ons bij de klim naar de Gappohytta. Culinair slaan topchefs uit België en Nederland de handen in elkaar en serveren exquise rijst met broccoli en zalm. Een beroepen debat later is de avond compleet en zal niemand de warm wals ooit nog vergeten.

Gappohytta - Rostahytta

De ochtend vraagt routine die elke dag beter wordt; wakker worden, vuur opnieuw stoken, water koken, thermosflessen vullen, ontbijten, afwassen, opruimen, materiaal schikken en pulka's laden. We trekken nu écht de bergen in en worden na de eerste lange klim beloond met een prachtig vergezicht, een fijne afdaling tot aan de gezellig kleine hut volgt. De chef serveert chicken nuggets, klassieker van pekes & ertjes en köttbullar met een plamuur-sausje.

/
Evy Liefsoens 36
Tekst Koen Cuyt
Foto's

Rostahytta - Deartahytta

Vandaag maken we veel hoogtemeters; de eerste 5 uur gaat het omhoog tot boven de 1000 m. De beklimming is magnifiek. De vallei is enorm, de bergen imposant en zon & wolken tonen duidelijk het kaliber van dit nationaal park: parelwit en prachtig. De pauzes die we onderweg nemen, volgen steeds hetzelfde stramien: pulka parkeren, verzamelen rond de dagpulka, thee slurpen en suikerpeil aanvullen. Hoewel de temperaturen van min 5 tot min 10, best aangenaam zijn voor deze tijd, verander je spontaan in een sneeuwman bij stilstaan, dus snel weer inpakken en wegwezen. Mist en sneeuw steken de kop op, maar na een vlotte en leuke afdaling betreden we de balzaal van de hut met salon en mooie grote ramen. Na het driegangenmenu met uitstekende panna cotta schittert het Noorderlicht de eerste keer voluit. Het licht golft en kleurt alsof het de sterren wil doen dansen.

Deartahytta - Dividalenhytta

De wekker gaat om 8u30 voor de langste tocht van deze trekking. We trekken door het hart van 0vre Dividal naar hét Dividal. 0vre staat voor het hogere gedeelte, Divi volgt uit de riviernaam Divielva en betekent in Sami ronde en droge heuvel. We passeren een verlaten Sami dorp dat pas in de lente terug springlevend zal worden, als de rendieren terugreizen naar deze plaats. Vervolgens gaat het in één lange rechte lijn richting een replica van de tafelberg met slagroomtaarten en de zon aan onze zijde, wat later links een zee van sneeuw zo ver het oog kan zien. De eindeloosheid van deze parelwitte vlaktes en plateaus zijn adembenemend. Aan de horizon lijkt de berg op een tekening, een meesterwerk. Tijdens de pauze groet de kudde rendieren ons, net als wij onderweg. Na een kleine detour met overwinning van de steilste klim, gaat het door het bos bij schemering tot aan de hut. Jagers en studenten verblijven hier al, dus we verdelen de groep over twee hutten.

Twee emmertjes water halen uit de waterput mét ski's is eens wat anders dan gewoon de kraan open draaien. De cuisson van de fish sticks is uitmuntend, de mousseline en spinazie de perfecte mix. Bij 30° in de hut moet het raam open voor wat frisse lucht. Een tweede keer rustig Noorderlicht wenst ons een goede nacht.

Tijd om uit te slapen en uitgebreid te brunchen met wentelteefjes. 's Middags halen Evy, Jan en ik nog een frisse neus op een heerlijk rustig tempo vlakbij de hut, de sneeuw kraakt, een sneeuwhoender of een broertje van speelt verstoppertje. Het pashokje in de hut leent zich nadien uitstekend voor een goed wasje. Aperitieven en een spaghettiavond later, ging de kaars uit.

37

Dividalenhytta - Vuomahytta

Vol nieuwe energie dalen we prettig af, zig zag, op en neer door het bos. Vandaag volgen we de Geadggeseatnu (gaat ge zitten nu?) rivier stroomopwaarts. Eerst nog even steil klimmen en een weg zoeken door het bos, om vervolgens helemaal in zen modus de riviervallei te volgen. Vers schepijs en roomtaarten tarten de verbeelding. Een piramide berg staat vol glorie te pronken in een circus van steen. De laatste kilometers tot aan de hut zijn steil, maar boven wappert la Flamme Rouge.

Hoewel ook hier de horizon zijn geheim blijft verbergen tot we vrijwel vlak aan de hut zijn. Het Vuomajávri meer ernaast is een immens vlak sneeuw bewoond door een tentje met vissers. Studenten, vissers en jagers vergezellen ons. Het Noorderlicht is vanavond écht fenomenaal, alsof de schoorsteen van de hut garant staat voor een spektakelshow.

Vuomahytta - Gaskahytta

Voor de sport even vaart omhoog, om de trein nadien weer op cruisesnelheid te brengen. Een berg stracciatellaijs wijst ons de weg naar een top die schittert als een schatkist omgeven door eindeloze witte zeeën. Een mooie afdaling langs een onzichtbaar ravijn brengt ons in de wolken. Vroeg en vlot aan de hut, serveren we kokoscake zonder kokos, chicken nuggets, jalapeno sticks, worst, soep en camembert, het Breugelfestijn is niet ver weg. Thomas zet de kers op de taart met zijn eigen signatuur gerecht bij kaarslicht.

38

Gaskahytta - lnnset husky farm

Zowel het ontbijt als de rode draad van humor bereiken deze ochtend een hoogtepunt. Ei van poeder, de laatste croques, verse chocolademelk, havermout à la carte, alles passeert de revue.

De Amsterdamse humor was nooit veraf, werkte aanstekelijk en toverde steeds een lach. Wat verderop, omgeven door zonnestralen tussen het wolkendek, groette een machtige berg ons vaarwel uit Dividalen. Nog een laatste 10km skarten, West-Vlaams voor harken, over het Veslvatnet meer en rest ons enkel sauna, douchen en genieten van het laatste avondmaal op de huskyfarm.

Nota: Treecological.be berekent dat onze vluchten heen en terug zo'n 1.5T C02 p.p. uitstoten; compensatietermijn 20 jaar, bijdrage 25 euro. Het blijft een druppel op een hete plaat, maar bewustwording is goud waard en ons paradijs is onbetaalbaar! Klimzaal Wallstreet steunt overigens ook actief Treegenerations.com.

39
a life, what a trip, what a beautifull, beautifull ride...' (scarlet pleasure)
What

‘De Acht Bergen’ in de bioscoop

De Acht Bergen vertelt het verhaal van Pietro en Bruno, een stadsjongen en een bergjongen, die vriendschap sluiten als ze elf zijn, met een vergeten stukje Alpen als Koninkrijk. Terwijl Bruno trouw blijft aan zijn berg, trekt Pietro de wereld rond. Een tocht in eenzaamheid en liefde, langs afkomst en bestemming, over vriendschap, leven en dood heen tegen de achtergrond van de ongerepte natuur van de Italiaanse Alpen.

KBF ging in gesprek met regisseurskoppel Felix Van Groeningen en

over de bekroonde verfilming van de besteller "Le otto montagne" van

KBF: Is ‘De acht bergen’ een bergbeklimmersverhaal, zoals het soms wordt voorgesteld?

Felix: Het is een verhaal dat vooral heel gelaagd is. Het begint met de vader-zoon relatie en evolueert meer en meer naar een verhaal over vriendschap, waarbij de berg veel meer is dan de achtergrond. De berg is op alle mogelijke manieren verbonden met de personages en is als het ware het derde hoofdpersonage.

KBF: Wat trekt jullie zo hard aan in dit verhaal?

Charlotte: In de kern is dit een episch verhaal over vriendschap dat zich in de bergen afspeelt. Over twee jongens die vrienden worden, elkaar uit het oog verliezen en elkaar pas als volwassenen terug ‘vinden’. Er wordt gezegd wat moet gezegd worden, of net niet: veel gebeurt net in de stilte. Maar toch begrijpen ze elkaar. Die tederheid en dat respect komt sterk tot uiting in het boek. Voor ons was het een unieke kans om zo’n mooi verhaal te kunnen verfilmen. Er worden veel vragen in gesteld: wat is vriendschap? En liefde? Hoe kan je de keuzes van de ander respecteren? Kan je vrijheid geven zonder te gaan oordelen, ook al doet het jezelf soms pijn? Heb je een lotsbestemming en kun je daar ook aan ontsnappen? Kan je het anders doen dan je ouders? Wat is je plek in de wereld? Maar er worden ook thema’s aangesneden als leven dood, bijvoorbeeld met het verlies van Pietro’s vader. Zo vele laagjes en toch zo herkenbaar…

Felix: Het gaat over je weg zoeken in ’t leven, en deze soms niet te vinden, weer getriggerd worden door anderen die hem wél schijnen te vinden en daardoor ook zelf keuzes gaan maken.

40
Charlotte Vandermeersch Paolo Cognetti (2017).
/
Acht
Tekst Bart Smets
Foto's © De
Bergen

KBF: Hebben jullie zelf bergsportervaring?

Felix: Enkele weken voor ik het boek gelezen heb, deed ik een skitourtocht in Zwitserland. Voor ’t eerst in die hoge bergen, met ook drie nachten slapen in berghutten. Daar begreep ik waarom mensen zo gepassioneerd kunnen zijn door de bergen. Ik voelde dat zelf ook echt. Door de uitputting, het ijle en de schrik, de ervaring weg te zijn van alles en letterlijk vanuit de hoogte naar de wereld te kijken was het een wat maffe, bijna spirituele beleving. Voor mij een unieke ervaring die ging over vriendschap én het voelen van zowel de gevaren als de schoonheid van de bergen. Ik snap echt wel waarom mensen het soms wat hoger gaan zoeken!

Charlotte: Ik heb geen bergwandelverleden, maar reisde wel al naar Ladakh in de Indische Himalaya, waar we ook vijf dagen een trekking deden over een 5000m-hoge bergpas. Ik was niet zo goed getraind, zag af door de inspanning, de hoogte, gebarsten lippen… en toch was het zo mooi dit met twee goede vriendinnen te beleven! Dat gevoel van vrijheid, de natuur, de ruige omgeving, de vriendschap, je vermoeidheid en de focus telkens weer verder willen... Het boek benoemt veel van die ervaringen.

KBF: Ook hoofdpersonage Pietro zwierf een tijd rond in de Himalaya, voor hij als volwassene terug naar Aosta kwam. In Nepal ontmoette hij een oudere man die vertelde dat hij ‘een tocht maakte langs de acht bergen’, verwijzend naar de mythologie van de berg Sumeru, waarrond zich acht lagere bergen en acht zeeën bevinden. Hij vroeg Pietro: "Wie zal meer hebben geleerd: hij die de tocht langs de acht bergen heeft gemaakt of hij die de top van de Sumeru heeft bereikt?" Is dat voor jullie belangrijk en welke plaats heeft het in de film gekregen?

Felix: Het zit er wel en niet in. Het is minder expliciet dan in het boek maar de betekenis is wel doorheen het verhaal geweven. Veel van die mooie beschouwingen hebben ons geïnspireerd om de film te maken.

Charlotte: Die spirituele en filosofische laag maakt het verhaal ook zo sterk. Het verkennen van wat ongrijpbaar lijkt. Het wezen van het zijn, waar we het zaadje niet van kennen. Die verwondering over de wereld en het kosmische… Die metafoor, waarvan we denken dat hij ze zelf heeft uitgevonden bij het zien van een mandala-tekening, vat het wel helemaal!

Wanneer we met die film bezig waren ontdekten we ook verschillende kanten van onszelf en hoe deze zich verhouden binnen jezelf en tegenover elkaar: ik ben meer de zwerver in ’t leven en Felix is de filmmaker die voor die ene berg gaat, als missie. Terwijl we wel ieder onze ‘bergen’ hebben die we willen beklimmen op meerdere vlakken in ’t leven. En die doelstellingen veranderen ook in de verschillende fasen van je leven.

'De spirituele en filosofische laag maakt het verhaal zo sterk. Het verkennen van wat ongrijpbaar lijkt...'

41

KBF: Ook in een ander boek, ‘Zonder de top te bereiken’, refereert Cognetti aan de waarde van de reiservaring eerder dan van het bereiken van het initiële doel.

Felix: Ja, dat is zowat het contrast met de vader van Pietro, de bergbeklimmer die altijd maar naar die bergtop wil, die bovenop wat teleurgesteld is en dan zo snel mogelijk terug omlaag wil.

Charlotte: En toch is dat ook wat het leven is: een top bereiken en je dan afvragen waar je volgende doel gaat liggen. Eigenlijk gaat het over mindfulness: ook in meditatie gaat het over eventjes die top loslaten, niet vooruit en niet achteruit denken, maar wel in ‘het nu’ zijn. Be here now! Het is zo belangrijk het evenwicht tussen het doel en de reis te vinden...

KBF: Hoofdpersonage Pietro merkt in het boek op dat “bergbeklimmen het enige is wat mijn vader me heeft meegegeven dat een beetje in de buurt van een opvoeding kwam". Hoe kijken jullie zelf naar de plaats van natuur- en bergbeleving in de opvoeding van kinderen?

Felix: We hebben onze driejarige zoon meegenomen naar Aosta gedurende de hele zomer en een maand in de winter. Dat was fantastisch! Hij is een echte buitenjongen geworden. Hij ging van de koeien houden en speelde met de Italiaanse kinderen tot ’s avonds laat buiten.

Charlotte: Hij wilde zelfs amper nog naar binnen en dat is zo waardevol! Hij leerde een heel andere kant van zichzelf kennen, stelde zich veel meer open en ging op ontdekking in de natuur.

Felix: De bergen lijken niet meteen de meest evidente vakantiebestemming met kinderen, zeker niet als je wil gaan stappen. We hebben geprobeerd om met zo’n kinderdraagzak te gaan wandelen, maar dat zag hij totaal niet zitten, hij wilde zélf stappen! Daarna zijn we verhuisd naar een plek met meer groen en een grote tuin. Ook wijzelf zijn opgegroeid met veel groen: Charlotte in de Vlaamse Ardennen, en ik zowel in de stad als in het Centraal Massief in Frankrijk. Die vrijheid die ik gekend heb, daar kijk ik met plezier naar terug. Kampen bouwen, zwemmen in meertjes, laat opblijven met vrienden… avonturen beleven - in een nog best veilige omgeving - is zoveel waard.

Charlotte: Ik ben meer tussen de velden opgegroeid en dat heeft me een gevoel van vrijheid gegeven dat ik altijd ben blijven koesteren. Een soort idylle streven we toch wel na, een evenwicht tussen wat we aangenaam en praktisch vinden.

KBF: Jullie gaan nog niet naar een almhut in Aosta verhuizen?

Felix: We hebben daar al een berghut gebouwd… voor de film! Maar nee, verhuizen gaan we niet doen. Ik heb altijd nog dat plekje in Frankrijk waar ik heen kan als ik wat meer wil ‘aarden’ of even deconnecteren. Onze tweede plek is wel daar waar Paolo [Cognetti, de auteur] woont, zijn vrienden zijn ook onze vrienden geworden.

We voelen ons daar in dat bergdorpje zeer welkom. Zoveel mensen hebben we daar leren kennen: berggidsen, ezelhoeders, sneeuwmakers enz…

Charlotte: Door het leren van Italiaans is er ook een heel nieuwe wereld opengegaan, en dat was wel nodig om die contacten te leggen.

KBF: In het boek lijkt het bergdecor bijna geschilderd, zo scherp zijn de beschrijvingen over de kleuren van het ijs op de gletsjers, de sensatie bij het zien van bergbeekjes of in hoe het verhaal van gletsjers ‘als de sneeuw van winters uit het verleden’ wordt verteld. Een unieke setting die leest als het kijken naar een film… Hielp dit bij de regie?

Charlotte: Het was bijzonder inspirerend. De auteur doet je aandachtiger naar zo’n puinhelling kijken en leert je veel woorden die je voordien als leek niet kende.

Felix: Net door die intense beschrijvingen neem je het allemaal ook mee op in de film. Eén van die bespiegelingen is dat ieder zijn ideale hoogte heeft op de berg: die waar je je het best voelt of die het meest met je karakter overeenkomt. Die verschillende hoogtes visueel duidelijk maken hebben we wel benadrukt, zonder het echt uit te leggen. Vanaf je je camera ergens op richt heb je al een mooi beeld, dus het is echt heerlijk om zo’n film te maken!

42
'Het was een groot avontuur, maar we hadden van in ’t begin al ’t idee met een speciaal verhaal bezig te zijn...'

KBF: Wat mij in het boek opviel is hoe vaak de bergomgeving als een metafoor gebruikt wordt: het bergbeklimmen als zoektocht naar geluk, of hoe de verschillende hoogtes op de berg symbool staan voor de persoonlijkheden van de personages in dit verhaal.

Charlotte: Het zit er uiteindelijk niet expliciet in, maar je ziet wel hoe Pietro over en weer gaat tussen het groene dal waar zijn mama thuishoort en de onherbergzame bergen, die zijn vader bijna dwangmatig gaat beklimmen. Felix is graag op grote hoogte en kale toppen, ik voel me op mijn best vlak boven de boomgrens, waar het landschap weidser wordt maar ook nog kleurrijk blijft. Ik voel me dan nog wat beschermd en het is er idyllisch en gezellig.

KBF: Het klinkt niet zo eenvoudig om deze film logistiek rond te krijgen, met filmen in verschillende landen, seizoenen, terrein én op grote hoogte. Hoe was dat?

Felix: Ja, het was een groot avontuur. Er zijn vele helikopters en een grote crew aan te pas gekomen. Gelukkig bleek veel mogelijk voor het Italiaanse productiehuis, we hebben eigenlijk op al onze droomlocaties kunnen filmen. Zo hebben we gefilmd aan het bergmeer, waar je normaal alleen geraakt na twee uur stappen. In de winter vlogen ze er ons met een helikopter naartoe, en we gingen zelfs eens met sneeuwscooters omdat de helikopter door de mist niet kon uitvliegen. Per twee erop… en dat om onze crew van 40 personen daar te krijgen!

Charlotte: De grillen van de bergen en het weer hebben ons parten gespeeld. Gelukkig zijn er geen ernstige ongelukken gebeurd, maar er waren wel wat kwetsuren door valpartijen. Het blijft uiteindelijk toch een soms meedogenloze omgeving. Eén misstap en je kan eraan zijn. De bergomgeving heeft zich wel getoond als iets waar je ervaring in nodig hebt om er veilig te vertoeven.

Het was geen evidente film om te maken. We zijn dan ook blij dat we de ganse ploeg en de acteurs meekregen om dit avontuur aan te gaan.

Aan Rifugio Mezzalama op 3036m hebben we bij avond- en ochtendlicht gefilmd. Dat betekende dat we op grote hoogte met een kleinere crew van 25 in de hut moesten blijven slapen. Dus sliepen we met z’n allen op dat zoldertje, ieder in zijn slaapzak… en dat was toch wat trekken en duwen om dat van de crew gedaan te krijgen. Het was niet voor iedereen evident.

Felix: We hadden van in ’t begin al het idee met een speciaal verhaal bezig te zijn. Het was een grote productie met al bij al niet veel tegenslagen. We zijn er altijd in blijven geloven. Het is een prachtig verhaal dat moést verfilmd worden en dat zijn weg naar een groot publiek wel zou vinden. Het is een project waarover we nooit twijfelden. Wij hebben ons aandeel daar natuurlijk in, maar de bijdrage van Paolo, de acteurs en de crew was eveneens erg bepalend. Het succes in Cannes kwam niet geheel uit de lucht vallen, maar we zijn wel superblij om die erkenning te krijgen én de film meer in de aandacht te krijgen.

Charlotte: Het is een film die je meetrekt, die je uitnodigt om mee ‘op wandel’ te gaan. Je gaat op tocht omhoog en ook terug naar beneden, ook in filosofische zin. Wie bereid is wat te verstillen en daarvoor de tijd te nemen, vindt die film schitterend. Mensen die ervoor zijn, vallen er keihard voor.

*De acht bergen is te zien in de Belgische bioscopen vanaf 14 december.

KBF: Dit was jullie eerste samenwerking als regisseursduo, en meteen kapen jullie in Cannes de juryprijs. Hadden jullie dat verwacht?
43

LUAK 24 UREN CHALLENGE klimuitdaging in België

Een jaar geleden ontstond het simpele maar intrigerende idee: probeer in 24 uur in minstens 24 Belgische klimgebieden te klimmen. Van waar kwam het idee voor deze uitdaging? We weten het niet meer. Wat we wel weten: het zal een vermoeiende dag worden, met veel klimmen.

Het idee

De uitdaging nam snel vorm aan: alpiene stijl, autonoom verplaatsen te voet of met de fiets en in één lange push. Maar “waar?”, dat was nog een andere vraag. Zijn er überhaupt meer dan 24 klimgebieden in België? Die vraag kon snel beantwoord worden. Als ik op onze clubavonden enthousiast vertel over een - voor mij - nieuw gebied, dan krijg ik steevast de vraag “Is het een écht klimgebied, of weer één van de dwaze, onbekende blokkendozen waar jij veel te vaak naar op zoek gaat?”. Toegegeven, als je al die verwaarloosde, kleine klimgebieden mee in rekening brengt, dan kom je vlot aan 24 klimgebieden in de Ourthevallei alleen al! Het plan neemt verder vorm aan: van Hotton tot Tilff kom je langs de Ourthe en enkele zijvalleitjes ruim 30(!) plaatsen tegen waar een klimgeschiedenis is. En dat was meteen de definitie voor een klimgebied: het moet een klimgeschiedenis hebben. Dit kan gaan van een klimgebied waar vandaag nog gretig geklommen wordt tot de meest vergeten rots waar de haken oude relicten zijn uit de periode van henneptouwen en zekeren over de schouder.

Na meer dan een jaar wachten, was het afgelopen april go-time. Het had een week niet geregend, zodat zelfs de meest overwoekerde gebiedjes, overgroeid met klimop en mos, droog (genoeg) zouden moeten zijn. De vrijdagavond ervoor werd ik nog wat op gehypet door Sean Villaneuva’s inspirerende presentatie over zijn Moonwalk Traverse én de verrassende band ‘The Trouble Notes’ die aanzetten tot beweging.

44
en foto's Sebastiaan Verbeke
Tekst

Départ ok!

Om zeven uur ’s ochtends sta ik in Luik, klaar om te beginnen. Geen extreem vroege alpiene start, maar vroeger kon niet met het openbaar vervoer. Omwille van logistieke redenen besloot ik de Ourthe stroomopwaarts te volgen. Start aan Luik station, een 30-tal klimplaatsen onderweg om dan hopelijk minder dan 24 uur later aan het station van Hotton-Melreux te eindigen.

Vanaf Luik volg je onmiddellijk de Ourthe-ravel. Een luxe, want via deze fietsostrade als centrale ader van de 100 km lange tocht kan er vaart gemaakt worden. De 24 uren timer loopt! Maar na nog geen 4 km moet ik al stoppen… Geen platte band of een ongeluk, maar een barst in een oude muur. Het vertrek via de ge-urbaniseerde Hoge Ourthe, langs vergane industriële glorie, opent opties voor wat urban boulderen, en deze 5m hoge barst nodigt me te veel uit om links te laten liggen. Deze boulder laat ik tellen als route #0. Deze kleine opwarming van vijf minuten zal het verschil niet maken. En route!

Wie de Ourthevallei goed kent, weet dat het eerste gebied vanaf Luik ‘Les Rochers de Sainte-Anne (#1)’ te Tilff is. Hier ga ik voor de klassieke Dièdre de Sainte-Anne, een 5a hoekversnijding en meteen ook de meest aanlokkelijke route van het massief. Dat is wat ik wou, in elk gebied de meest aantrekkelijke, klassieke route proberen klimmen, de route van het gebied die je zou aanraden aan iemand die er nog niet geweest is. Op deze manier zou de uitdaging hopelijk voelen als een lange – zij het gefragmenteerde - multipitch met de ene Belgische “kingline” na de andere.

In Tilff merk ik al snel dat efficiëntie key zal zijn doorheen de dag. Onder het alpiene moto ‘Snelheid is veiligheid’ wou ik ook hier snel en efficiënt vorderen. Niet omwille van het gevaar van onstabiele sneeuwbruggen op de gletsjer of verhoogde steenslag tijdens de warme namiddag, maar omdat ik alleen onderweg ben. Er waren wel verschillende kandidaten voor de uitdaging, maar zij hadden al andere plannen dit weekend. Er is dus niemand om een partnercheck bij me te doen of niemand om op te merken dat ik eigenlijk té moe ben om nog alleen veilig verder te gaan. Daarom dacht ik dat sneller beter was. Want hoe vlotter ik vorder, hoe sneller ik klaar ben en hoe minder een groezelige vermoeidheid me kan overvallen wanneer ik al bijna de klok rond in beweging ben. Dat is toch de theorie. En die efficiëntie loont. In nog geen tien minuten ben ik klaar in Tilff. Aan dit tempo ben ik mogelijks zelfs nog klaar voor de laatste trein terug vandaag in Hotton. Naïef optimisme aan de start van de dag is niet verkeerd!

Na Tilff komt via een tussenstop aan Poudingue de Chawrasse (#2) en Trou de Nutons (#3) in het dorpje Esneux, gelegen aan de toeristische ‘Boucle de l’Ourthe’. Hier staan niet minder dan acht gebiedjes op de lijst.

Het eerste hier is het speciale ‘Le Chien Assiz (#4), de zeven meter hoge conglomeraat rots ‘zittende hond’ waarvan JC Vittoz zegt “Vous me direz que c'est un caillou insignifiant mais si vous aimez sortir des sentiers battus […], l'endroit pourrait vous intéresser”. « Het zou je kunnen interesseren », die voorwaardelijke schrijfstijl lijkt me inderdaad gepast. Hetzelfde kan gezegd worden van Rocher de l’Abri (#6) & Roc du Beaumont (#7), maar Rocher du Ham (#5) & Rocher de Strivay (#8) zijn toch wel aanraders.

In Esneux vind je ook ‘Rocher du Four à Chaux’ (#9). Deze toch wel gekende parel huisvest ‘La Mésaise’. Een lange, gevarieerde, diagonaal omhoog lopende route langs een markante barst. Het is dé lijn die meteen opvalt, 40 m verticaal genieten in speciaal gesculpteerde kalksteen. Dit gebied is een aanrader, al is het maar voor deze route alleen!

45

Als tegenpool van de Four à Chaux zijn er de hopeloos vergeten Rocher de la Cloche (#10) en Bloc de la Tannerie (#11). Daar aangekomen had ik een probleem: “Waar zijn mijn klimschoenen?!”. De routes hier zijn van die old-school Belgische 5b’s en dus moderne 6a’s, wat toch meer genietbaar is met klimschoenen. Ik zoek overal, maar moet concluderen dat ik ze ergens vergeten ben.

Plots denk ik terug aan wat Sean Villaneuva zei tijdens zijn Moonwalk-presentatie over zijn beschadigde, core-shot touw: “Als er iets onverwachts gebeurt, dan is dat deel van de ervaring en is het meant-to-be. Niet treuren en verder gaan.” Ik pas die filosofie toe, bind de veters van mijn approachschoenen wat vaster en ga door. Hoewel Mr. Villaneuva’s situatie véél precaider was, werkte het ook hier. Met de nodige compensatie uit het bovenlichaam trek ik me een weg naar boven. Good times? Niet echt, maar verder, en route.

Het is ondertussen 13 uur ’s middags en ik ben zes uur aan het klimmen, fietsen en lopen. Ik voel me fris en de naïeve optimist belt vrolijk naar huis “Ja, het gaat goed, misschien ben ik nog wel voor het donker klaar. De volgenden zijn La Roche Grise (#12) en Rocher de la Vierge (#13) in Comblain. Ik hou je op de hoogte. Eerst even mijn klimschoenen terugvinden”.

In la Roche Grise begint het echter bergaf te gaan. Eigenlijk is ‘bergop’ een betere metafoor: alles voelt net dat tikkeltje moeizamer dan vanmorgen. De route blijkt een niet te onderschatten 6a, met in het midden een enorm braamstruweel. En niet zomaar bramen, maar wel van die bramen met stengel zo dik als een duim. Wat normaal een eenvoudig stukje cruisen zou moeten zijn, eindigde in een delicate dans tussen de doornen. Het touw komt herhaaldelijk vast te zitten achter deze verraderlijke doornen, waardoor zelfs rappellen naar beneden gebeurt aan een tergend traag tempo.

Fiets even in een versnelling hoger en de verloren tijd proberen inhalen. Mijn klim-karma zit duidelijk nog goed. In Rocher de la Vierge vind ik een achtergelaten setje, in Tabreux (#14) word ik via een klein slingerend pad door een zalig geurend tapijt van bloeiende daslook naar een idyllische rots op de oever van de Ourthe geleid en in het onbekende Carrière de Hé Quinet (#15) zorgt een dik, fris, groen mostapijt op de rots voor een hemels zachte ervaring voor het vel.

Halfweg en op schema!

Ondertussen zijn we halfweg het doel van 30 gebieden, maar de laatste vijf massieven hebben me veel tijd gekost: het is 18 uur wanneer ik inbind onderaan la Pastorale (#16). Een iconische route met een prachtige verticale barst, de parel van de hele uitdaging in het magische dorpje Sy. Voor deze route wil ik tijd maken. Het maakt me niet uit dat het even duurt om boven te geraken. Elke pas hier is gewoon puur genieten.

Na de Pastorale richting sector La Cathedrale (#17), een andere sector in Sy. Een 50 m hoge rots die uitnodigt om recht op recht de langste lijn naar boven te cruisen. Wanneer ik hier toekom blijk ik de enige klimmer te zijn. “Raar?” denk ik, “Want dit is toch een van de meest populaire sectoren van de Ourthevallei?”. Mogelijk omdat het al 19 uur is en de andere klimmers naar huis zijn.

Mijn naïeve hoop de laatste trein te halen, wordt bijgesteld met een wat meer realistische timing: middernacht. Maar ergens voel ik dat ook dat optimistisch is. Voor het doel op zich: 19 uur ’s avonds betekent dat, dat 12 uren van de arbitraire 24 uren deadline verstreken zijn, en samen met dat ook (nipt) meer dan de helft van de beoogde 30 klimgebieden.

46

Na een tussenstop in Palonge (#18) op naar Bomal. Daar aangekomen moet ik een van mijn doelen opgeven: 100% autonoom. Ik heb geen water meer. 3.5 liter water was te weinig, ondanks de milde temperaturen en de bewolkte hemel. Waar verlies ik het minste tijd om water bij te vullen? De lokale frituur! Normaal wou ik die houden als traktatie aan de finishlijn, maar nood breekt wet. Ik voel mijn hartslag al een beetje bonzen, extra water voelt als een must om verder te gaan. Terwijl de vette dikke Waalse frieten in het vet gaan, les ik gretig mijn dorst en vul mijn flessen bij.

Om het midden te houden tussen snelheid en comfort, besluit ik opnieuw voor efficiëntie: de frietjes al fietsend naar binnen werken. In Bomal werd het een pittige serie boulderige 6b/c’s na elkaar. Een boulderige, stoffige 6b in Coléoptère (#19), een pittige 6b+ Juzaine (#20) met een fantastisch grond anchor: een horizontale druipsteen (kan dat überhaupt wel?), de meest overhangende 6b+ van België –bij mijn weten – in Roc à l’Aisne (#21) en tenslotte in Calvaire (#22) nog een 6b.

Ondertussen is het donker wanneer ik verder de Ravel volg richting Barvaux. Hier en daar passeer je een typische ‘camping’ waar men gretig staat te feesten. Dit nachtlawaai doet me eraan herinneren dat de nacht nog jong is, maar het contrasteert sterk met de rust die ik vind in La Roche aux Corbeaux (#25).

Midden in de nacht, vlak langs de Ourthe, pure stilte behalve het zachte geklingel van setjes aan de gordel en het kabbelende water. Ik voel me zalig relaxed. Plots voelde het oké als er nog 100 klimgebieden zouden komen na dit! Toch houd ik het ook hier na één route voor bekeken. Op weg naar de laatste vier plaatsen! Oh, ja, vóór La Roche aux Corbeaux lagen ook de weinig noemenswaardige Rocher de Coreu (#23) en Glawan (#24).

Stop de tijd!

In les Tranches de Ny (#26) doe ik snel de enige route binnen 6de graads. Behalve een kleine val door de vleermuis die luid en duidelijk maakte dat hij niet gesteld was op mijn nachtelijke aanwezigheid, is het hier niet heel speciaal. Wel goed tijdens hete zomerdagen, maar niet op donkere april-nachten. Nog drie te gaan! Via Port Aive (#27) – zo klein dat het de moeite bijna niet waard is - naar Rocher de Rénissart (#28) te Hotton. Hier waag ik me aan een route die ik nog niet eerder deed, Mimi. Ik vroeg me af of het mijn vermoeidheid was, of is er toch iets mis met die route. Het zou een 5c+ moeten zijn maar het voelde zo onlogisch behaakt. Snel even zoeken belclimb.be om anderen hun mening te horen. Ene H. verwoordt het toepasselijk: “Wie deze route heeft geëquipeerd moesten ze vierendelen!”. Dankjewel H., mijn frustratie op deze voorlaatste route is dus niet geheel ongegrond.

Het is nu omstreeks 2.30 uur ’s nachts en ik ga richting ‘Rocher du Parc’ in Hotton (#29). Het is een oude, vierkante steengroeve, met als markante kingline een horizontale traverse in 7b/c. Maar mijn vel is wat aan de gevoelige kant na mijn uitje van vandaag, mijn ogen nog maar half open en de rots is vuil. Excuses genoeg om me aan de nummer twee van het massief te wagen: een krachtige 6a. Met moeite sleur ik mezelf omhoog en voel een gelaten gevoel over me komen. Nu nog tot aan het station van Hotton en dan stop ik mijn timer. Ik trek een laatste sprintje – waarschijnlijk eerder een gezapige 15km/u – en om 3.25 uur stopt de tijd. Ongeveer 20 uur en 25 minuten later ben ik klaar.

Op dit uur zijn er geen treinen, maar dat maakt niet uit. Het is gelukt om op een dertigtal plaatsen te klimmen in minder dan een dag tijd. Een goede training voor alpiene avonturen. Een gebrek aan treinen leidt me naar een knusse bank ergens in een parkje waar ik mijn ogen enkele uren ga sluiten voor de eerste winkels open zijn om koffiekoeken te kopen. (Tip: een lege touwzak is niet slecht als dekentje). Net voor ik mijn ogen sluit zie ik de sterren boven me tussen de bladeren doorkomen. Daar zijn de grote en kleine beer, een schitterende maan en nog enkele vogeltjes. Dit was een goede dag, voor herhaling vatbaar!

DE CIJFERS • Afstand gelopen en gefietst: ca. 100 km • Aantal routes: ± 30 • Hoogtemeters (fiets en lopen): ± 1800 hm • Hoogtemeters klimmen: ± 400 hm (is niet al te veel door de talloze kleine gebiedjes) • Tijd: 20.25 uur van Liège Guillemins tot Hotton-Melreux • Aantal 4-5c: 13 • Aantal 6a-6c: 17 • Platte banden: 0 Voor wie een praktische lijst wil van de routes of gebiedjes: steeds welkom voor info sebastiaan.verbeke@outlook.com Foto pag 44: Overhangende 6B Foto pag 45 boven: Le Chien Assiz / onder: Domain de Pallogne Foto pag 46: uitkijken boven Esneux Foto pag 47 links: La Pastorale te Sy boven: fantastisch gesculpteerde rots in Comblain La Tour onder: 6b in Tabreux 47

“The goal is to keep the goal the goal” - (Dan John) is een veel aangehaalde quote wanneer ik klimmers begeleid, althans voor mij als coach. Wat wil je doen? Wat wil je bereiken? Voor klimmers betekent dit bijvoorbeeld: ‘Ik hoop dat ik dit voorjaar mijn eerste 8a klim’, of ‘Ik hoop dit seizoen een 7A te boulderen’, of ‘Ik ga één week sportklimmen in Spanje, en ik hoop tegen dan in vorm te zijn’.

GERICHT TRAINEN OM JE KLIMNIVEAU TE VERHOGEN Sterker worden is makkelijk. Jezelf voorbereiden op succes echter niet. .
© Maxime Degroote
Tekst Matthias Faes - Coach, Sportklimtrainer.

Zulke doelstellingen hoor je wel meer. Of beter gezegd: meestal. Maar zijn deze concreet genoeg? Wat betekent ‘in vorm zijn’ voor jou? Is dat klaar zijn om lange routes te klimmen op uithouding? Of wil je genieten van het klimmen, en veel routes klimmen op submaximaal niveau? (volume-training) En die 8a lead route? Welk massief? Welke stijl? Mag het eender welke 8a zijn, of heb je een specifieke route op ‘t oog? Of wil je elke 8a die je doet, waar dan ook, in de tweede poging klimmen? Hetzelfde geldt voor de boulderroutes. Is het een highball? Een specifieke 7A die je ligt? Wil je deze flashen?

“Mogelijks zijn je doelen niet duidelijk of specifiek genoeg omschreven.” Maybe… Je hebt er misschien over gelezen, wellicht omdat het gangbaar taalgebruik is. Het ‘wens-gedrag’ bij het formuleren van je doelen. Om je doel kracht bij te zetten kan het ook anders geformuleerd worden, zoals bijvoorbeeld: ‘Ik ga dit voorjaar mijn eerste 8a klimmen.’ Passief versus actief.

Is je doel krachtig en actief formuleren dan voldoende om succesvol te zijn? Wat als het voorjaar, en dus je outdoor voorbereiding, letterlijk in het water valt? Wat als je ziek wordt? Of je vlucht geannuleerd wordt? Vele factoren heb je namelijk niet in de hand.

“Mogelijks zijn je doelen te specifiek (en tijdsgebonden) omschreven.” Maybe…

Klimmen is voor velen een sport die ze levenslang beoefenen, waarin ze jaar op jaar kunnen groeien en hun klimniveau verhogen. Een mooi doel, toch?

Hoe starten we met gericht trainen om je klimniveau te verhogen?

“Sterker worden is makkelijk!” Spoiler alert!

Er volgt geen oplijsting van de beste hangbord-protocollen, workouts, noch de praktische zaken van hoe je een klimsessie structureert of een trainingsschema opstelt. Er is meer dan voldoende info online, een triljoen hangbord protocollen, en nog meer YouTube- en Instagramvideo’s met trainingsadvies. Ook de trainer in je lokale club kan je op weg helpen. Neem er iets uit, stick to it, en je wordt sterker. 100%.

On a sidenote. Klimmen is een skill-sport. Sterker worden brengt je maar zo ver. Een betere klimmer kan altijd sterker worden. Ervaring overtreft training. Jezelf voorbereiden op succes is echter niet zo makkelijk!

Het is niet wat we doen, maar waarom en hoe. Wil je sterker en beter klimmen, dan start je met de vraag waarom, en hoe je dit gaat doen. Wat er uit voortvloeit is een logisch gevolg. Vroeg of laat weliswaar.

Als wat we doen (‘Ik ga dit voorjaar mijn eerste 8a klimmen.’) een logisch gevolg is van hoe ik iets doe, dan kan een gericht doel zijn: ‘Ik ga elk weekend op rots klimmen (minstens één dag, geen uitzondering), ik ga twee toegewijde klim sessies inplannen om mijn energiesystemen te trainen, of één supplementaire krachttraining op een niet-klimavond, en voldoende rusten (deload week inbegrepen) en slapen.’ Met andere woorden ga je consistentie en regelmaat inbouwen.

Maar waarom? Wat is je drijfveer?

49

Als we denken aan het verhogen van het klimniveau, dan zijn klimmers in het eerste jaar geneigd om een heel jaar sterk te presteren. Dit is overigens een grote valkuil voor vele klimmers: de focus teveel leggen op teveel fysieke paraatheid. Altijd en overal zo hard mogelijk klimmen en in vorm zijn. Dat laatste, ‘in vorm zijn’ is een tweede valkuil. Klimmers zijn eveneens geneigd te zeggen dat ze eerst nog wat gaan trainen om terug in vorm te zijn. Maar wat wil dat zeggen, wat betekent dat concreet? Veelal betekent het de aanvang van een nieuw trainingsblok met de focus op fysieke componenten: hang-training, gewichtheffen, doen waar je goed in bent.

Set yourself up for success!

Om gericht te kunnen trainen moet je weten waar je staat als klimmer. Hoe identificeer je jezelf? Stel jezelf de juiste vragen. Let op, er is een verschil tussen wie je bent, en wie je graag zou zijn. Anders gezegd: ‘tussen wat je momenteel doet, en wat je graag zou willen doen’.

Een tiener kan vijf op zeven in de bouldergym klimmen, met als enige verantwoordelijkheid het huiswerk dat tijdig ingediend moet worden. Ze beschikken over hormonale en andere topcondities om zich elke dag in de vernieling te klimmen, daags nadien al gerecupereerd te zijn en daarbij exponentiële progressie te maken.

Een klimmer in zijn dertiger jaren daarentegen, die op latere leeftijd het klimmen heeft ontdekt, met een dagjob, verantwoordelijkheden binnen het huishouden en kinderen, heeft veel minder vrijheid wat betreft klim -en trainingsmomenten. Bovendien heeft hij ook af te rekenen met fysieke beperkingen. Hij zal doorgaans meer recuperatietijd nodig hebben tussen zijn klim sessies, en meer onderhevig zijn aan stress en slaaptekort, wat zijn prestaties negatief beïnvloedt.

Als fysieke paraatheid the top layer is, dan vormt de mentale paraatheid een belangrijke onderliggende pijler. Hoe kijk jij momenteel tegen jezelf aan als klimmer?

Kijk je niet teveel vanuit je gemiste kansen? Misschien zelfs met wat jaloezie naar andere klimmers, omdat die in een schijnbaar betere situatie zitten om goed te presteren?

Je staat waar je staat, en dat is de enige realiteit. Deal with it. Doe aan positieve self-talk, of leg op z’n minst niet steeds de nadruk op wat je denkt dat het voor jou zo moeilijk maakt om progressie te maken. Excuses zoals: ik ben te klein, heb te dikke vingers voor pockets… laat je best zoveel mogelijk achterwege. Een ander gangbaar voorbeeld is leeftijd: ‘Ik word al wat ouder’, wat trouwens een onterecht veel gebruikt excuus is.

Er is geen shortcut naar ervaring opdoen, en je krijgt geen outdoor ervaring door in de zaal te klimmen. Hoe lang klim je al? Vergelijk je niet met een achttienjarige die al vijftien jaar klimt, als je als dertiger nog maar twee jaar klimt. Wacht tot je vijfenveertig bent, hetzelfde aantal klimjaren achter de rug hebt… en vergelijk dan.

Wat is je klimervaring? Je kan twintig jaar met klimmen bezig zijn, maar heb je ook consistent geklommen? Hoeveel kilometers er op jouw teller staan is van essentieel belang.

Recreatief wekelijks de zaal in duiken, vijf routes klimmen en vervolgens tooghangen brengt je helaas niet zo ver dan wanneer je verschillende sessies per week onderneemt en een veelvoud aan routes of boulders klimt. Een klimmer die elk weekend, en verschillende weken per jaar honderden routes bijeen klimt op rots, zal na een tijd die klimmer achter zich laten die elke maand één of twee dagen op de rots slechts enkele routes klimt. Skills are built from (quality) reps.

Wat is je trainingservaring? Heb je ervaring met (supplementaire) krachttraining?

Ben je multidisciplinair ontwikkeld? Heb je andere sporten gedaan waarbij je zowel fysieke, mentale en andere skills reeds ontwikkeld hebt die je kan meenemen in de rest van je sportcarrière?

50 WIE BEN JIJ ALS

Waar ligt je prioriteit? Wil je én carrière maken, én hard klimmen, én een huishouden runnen? Kan je alles aan 100% uitvoeren, of moet er een compromis gemaakt worden? Denk er goed over na.

Een klimmer die met regelmaat trainingen en klimdagen annuleert omdat hij/zij langer moet werken, liever sociale verplichtingen nakomt (elk weekend trouwt, verhuist, of verjaart er wel iemand) in plaats van effectief te gaan klimmen, zet zichzelf achterop. Tenminste als je je identificeert als (rots)klimmer en het je doel is om volgende vakantie eindelijk die 8a te klimmen. Hiermee wil ik niet zeggen dat er geen plaats is voor sociale activiteiten en andere omstandigheden, but you get the picture.

Ik zeg niet dat de klimmer in het laatste geval geen progressie kan maken. Maar de verwachtingen naar prestatieniveau en termijn waarin je bepaalde zaken kan bewerkstelligen zullen uiteenlopend zijn naargelang de situatie waarin jij je als klimmer bevindt.

Vergroot je sociale context en je sociale contacten!

Klim je in een zaal met klimmers die min of meer jouw klimniveau hebben? Heb je voldoende triggers die jou uit je comfort-zone halen, je ego pijn doen en je aanzetten om dingen te doen die je beter maken? Of ben jij juist de local hero waar iedereen naar opkijkt? 8a klimmen is sterk! Maar als je naar Spanje gaat, dan is dit voor de meeste klimsites het niveau waarin je opwarmt. Omgekeerd geldt ook, lijkt achtste graad klimmen onbereikbaar? Misschien ken je enkel klimmers van de YouTube channels die ‘zo hard’ klimmen.

Je kan eventueel op zoek gaan naar betere klimmers om samen met hen te klimmen, waaruit je zal gaan geloven dat jij dat niveau ook kan bereiken, en zal groeien. Zoek naar klimmers met dezelfde ambitie, vind de voor jou juiste klimpartners.

Vergroot je geografische context.

De mogelijkheid om je te verplaatsen, naar klimzalen, rotsen en het buitenland, zijn onontbeerlijk om te groeien als klimmer. (Financiële mogelijkheden buiten beschouwing gelaten.)

Het is voordehandliggend dat een klimmer die geografisch gebonden is aan één zaal, of slechts jaarlijks een zevendaagse klimvakantie kan boeken, minder kansen heeft dan een klimmer die weken tot maanden op zoek kan gaan naar droge rots.

Wees realistisch met jezelf!

Wie ben jij? Waar sta je? Waar wil jij heen? Vergelijk jezelf met wie je was gisteren, en niet met een ander vandaag.

Een goede tip voor (beginnende) klimmers die gericht willen trainen is om op te schrijven wat je doet. Zo weet je wat werkt, en wat niet. Het geeft je de mogelijkheid om terug te blikken en na te gaan wat je exact hebt gedaan. Noteer ook na elke sessie wat je geleerd hebt. Noteer wat je volgende sessie beter kan doen. Noteer zoveel mogelijk excuses die tijdens een sessie in je opkomen. En leer er uit!

Na elke training- of klim sessie zou je volgende vragen kunnen beantwoorden:

- Geef drie zaken aan die goed gingen

- Wat heb je geleerd uit deze sessie?

- Met wat je hebt geleerd, hoe zou je je volgende sessie kunnen verbeteren?

- Noteer één ding dat je vandaag wil onthouden

Organiseer je leven zo, opdat je kan bereiken wat je wil bereiken. Als je met regelmaat doet wat je vooropgesteld hebt, en je dit ook met plezier doet, dan is succes een logisch gevolg.

Dat is de sleutel om gericht te kunnen trainen. Zoek uit wat klimmen voor je betekent, hoe jij je identificeert als klimmer, waar je wil staan op termijn. Zoek uit wat er moet veranderen, zoek uit wat je kan en moet doen, en doe dat elke dag.

How we spend our days, is how we spend our lives!

Na het klimmen herontdekt te hebben als jonge twintiger, heb ik me vooral toegewijd aan (alpine) multipitch klimmen. Pas rond mijn 38ste verschoof de focus naar ‘hard’ sportklimmen. Dat jaar klom ik mijn eerste 8a. Op mijn veertigste klom ik mijn eerste 8a+/b. Niet veel later ontdekte ik ook het boulderen. Dit jaar, op mijn tweeënveertigste klom ik mijn eerste 7C Font. Niveaus die mythisch leken toen ik voor het eerst begon te klimmen. En, ik geloof dat er nog ruimte is om te blijven groeien, absoluut!

Matthias Faes - klimcoach

Trainer B sportklimmen VTS sedert 2004

Regent Lichamelijke Opvoeding sedert 2002

www.coachmatti.be

51
Wat is je achtergrond?

Skyrunning

The Sky is the limit. En die limiet bereiken echte bergsporters op eigen kracht: te voet of al lopend. We stellen de nieuwe discipline binnen het KBF-aanbod voor, en brengen verslag uit van het WK in Italië op 9-11 september, waar zeven straffe dames en heren KBF en België hebben vertegenwoordigd.

52
Tekst Debbie Sanders en deelnemers / Foto's © World Skyrunning Champs 2022

Op 8-9 september 2023 vinden de eerste Belgische Kampioenschappen plaats tijdens de Nassfeld Mountain Skytrails in Oostenrijk (skytrails.nassfeld.at/en).

Daar kan je je meten met landgenoten, de Nederlanders (die gelijktijdig het NK organiseren) en talloze andere skyrunners. Meer info volgt.

Skyrunning?

Een catchy naam voor berglopen denk je misschien, en eigenlijk is het ook zo, maar in een wedstrijd context wel duidelijk afgebakend. Trail hoort bij de atletiekfederatie. Skyrunning is een bergsport discipline die op en over de 2.000m hoogte gaat, met een gemiddeld stijgingspercentage van minimaal 6% en waarbij minstens 5% van het parcours erg steile hellingen (> 30%) bevat. Stevig bergterrein dus. Blokken en klauterpassages zijn mogelijk, maar maximaal tweedegraads.

De belangrijkste disciplines zijn:

• Sky: races tussen 20 km en 49 km met minimum van 1200m positieve hoogtemeters.

• Sky Ultra: races tussen 50 km en 99 km met een minimum aan 3000m positieve hoogtemeters en een maximum wedstrijdtijd van 16 uur.

• Vertical: races met enkel stijging van 1000m over variabel terrein, niet langer dan 5 km met een minimum gemiddeld stijgingspercentage van 20%.

Sierre-Zinal is één van de bekendste skyraces, maar er bestaan nog vele andere wedstrijden, over de hele wereld. Vaak zijn er ook kortere parcours voor wie wil kennismaken met de sport. Ook meerdaagse evenementen in de bergen zijn mogelijk zoals de Tor Des Géants, die enkele honderden kilometers lang is met duizenden hoogtemeters. Daar is de uitdaging nog groter: ‘s nachts lopen, omgaan met het slaaptekort en de extreme caloriebehoefte managen.

Maar het hoeven niet enkele georganiseerde events te zijn. Ook recreatief kan je aan skyrunning doen door vb. de kuiten te pijnigen op weg naar een bergtop om dan in lichte looppas terug af te dalen, een berghuttentocht ‘licht en snel’…

Wat doet de KBF?

Om over gebaand en ongebaand terrein te (hard)lopen heb je niet alleen een stevige conditie nodig, ook tredzekerheid is een must. Struikelen is snel gebeurd, en de gevolgen kunnen best dramatisch zijn. In de bergen kan het weer alle kant uit en ook navigeren is niet altijd simpel.

Als bergsportfederatie willen we beginnende en ervaren ‘skyrunners’ alle basiskennis en vaardigheden meegeven om de sport veilig te kunnen beoefenen maar ook om onderweg te genieten van de omgeving. De beleving is minstens even belangrijk als de prestatie. Daarnaast zetten we in op het samenbrengen van skyrunners in een echte community.

Een aanbod van trainingsdagen, weekends en stages is in volle opmaak en zal binnenkort worden gepubliceerd op onze website: https://www.klimenbergsportfederatie.be/skyrunnen.

Wedstrijdteam

Naast een aanbod voor het brede publiek, zijn we dit jaar ook gestart met een wedstrijdteam van een tiental skyrunners die KBF en België vertegenwoordigen op enkele belangrijke wedstrijden en kampioenschappen. De selectie gebeurt jaarlijks op basis van eerdere resultaten en scores (Betrail en ITRA).

Zo won Raoul Raus al een bronzen medaille op het Youth Championship in Andorra. Begin september trok het team naar de Ossola-vallei in Italië om mee te strijden op het WK.

53

Openingsceremonie - Florian Descamps

'Aan een wereldkampioenschap mogen deelnemen als lid van de Belgische delegatie, het geeft iets extra aan de beleving van een sportevenement. Het WK werd op gang getrokken door een openingsceremonie waarbij de delegaties één voor één op het podium werden geroepen, midden op een typisch Italiaans pleintje te Domodossola. Het was voor ons meteen de eerste kennismaking met het Belgisch team. Eenieder met een verschillende achtergrond maar veelal met dezelfde mindset.'

Vertical

(3,8 km, 1.063 meter stijgen) -

Raoul Raus

'Het oorspronkelijke plan was om na het WK voor jongeren in juli te rusten, daarna de training te hervatten met als hoofddoel de selectie cross voor het EK veldlopen in november. Toen ik hoorde dat ik mee kon naar het WK was ik heel enthousiast. Ik schreef me in voor de Vertical Race en niet voor de Skyrace, wat mijn favoriete afstand is. Omdat bij de senioren bij de eerste finishen nog onrealistisch is, zag ik het WK als een opportuniteit om iets nieuws te proberen op training om zowel op het WK Skyrunning als de selectie cross in vorm te zijn. Ik trainde veel op vlak terrein, soms in de bergen en focuste hierbij op steile hellingen om te voldoen aan de specificiteit van de Vertical Race. Ik miste uiteindelijk toch wat kracht in mijn benen in het erg steile terrein, en leerde dat ik daar nog meer moet op trainen. Belangrijker dan het resultaat was de ervaring, wat ik ervan leerde, het ontmoeten van interessante mensen en het delen van de sport in de prachtige bergen.'

Sky-Ultra (57,8 km, 3.508 meter stijgen)Thomas van Woensel en Laura Van Vooren

Thomas:

Onderweg naar Kilpisjärvi ontmoeten we onze gids en tochtgenoten waarmee we 8 dagen lang als een pulka-trein van hut naar hut zullen reizen. Bart, pappie, vader van Rik. Rik, junior, Amsterdams trekpaard. Thomas, gids, West-Vlaamse oerkracht met een vleugje mediterraans. Jan, Himalaya-man. Tom, astronaut-uil-planeet tattoo. Evelyn, rekenwonder. Evy, Noorwegen-fan. Mezelf, totem Sifaka.

Rostahytta - Deartahytta

'Na een vertrek in de vroege uurtjes, werden we op de top van de eerste klim getrakteerd op een fantastische zonsopgang, en ook nadien liepen we in een prachtige omgeving. In tegenstelling tot mijn vorige Skyrace in Livigno, was dit een niet al te technisch parcours en werd er door iedereen wel wat tempo gemaakt. Zo zag ik de andere Belgen al redelijk snel verdwijnen, ieder op zijn eigen tempo. De hoogtemeters werden goed verteerd en het tempo gedurende de wedstrijd bleef constant, genieten was dan ook de boodschap bij mij vanaf het begin van dit WK. Wat zeker en vast gelukt is.'

Kilpisjärvi - Gappohytta

Laura:

Na een uitgebreid Noors ontbijtbuffet met Kj0ttboller halen twee sneeuwscooters ons op, om ons een half uurtje later af te zetten aan iets wat op een pudding lijkt; Treriksröset of steenmannetje in drie landen; Zweden, Noorwegen, Finland. De ski's en pulka's zijn vanaf nu onze reisgezellen. De eerste rendieren, sneeuw en wind verwelkomen ons bij de klim naar de Gappohytta. Culinair slaan topchefs uit België en Nederland de handen in elkaar en serveren exquise rijst met broccoli en zalm. Een beroepen debat later is de avond compleet en zal niemand de warm wals ooit nog vergeten.

Gappohytta - Rostahytta

De ochtend vraagt routine die elke dag beter wordt; wakker worden, vuur opnieuw stoken, water koken, thermosflessen vullen, ontbijten, afwassen, opruimen, materiaal schikken en pulka's laden. We trekken nu écht de bergen in en worden na de eerste lange klim beloond met een prachtig vergezicht, een fijne afdaling tot aan de gezellig kleine hut volgt. De chef serveert chicken nuggets, klassieker van pekes & ertjes en köttbullar met een plamuur-sausje.

'Bij de start was ik geïntimideerd door het idee dat ik daar stond tussen al die topatleten. We startten onmiddellijk met een klim en na een aantal kilometer begonnen de mensen rond mij te hiken terwijl ik rustig bleef doorlopen, voornamelijk om het wat warmer te krijgen. Het was heel erg koud en ik had duidelijk niet de juiste vestimentaire keuzes gemaakt. Tegelijkertijd voelde ik me ook wat duizelig en kon me niet concentreren. Pas tijdens de tweede afdaling had ik terug controle, al ging ik wel een eerste keer tegen de grond. Maar ik vloog naar beneden, de afdaling was lekker technisch en ik genoot ervan! Na 35 km zag ik opnieuw mijn crew, ik heb daar goed gegeten en gedronken en voelde me veel beter. Ik dacht dat de laatste 22 km niet meer zo lastig zouden zijn maar de realiteit was anders. De finale klim voelde eindeloos, waarbij ik telkens dacht de top te zien maar waarbij die zich elke keer weer verlegde. Ik werd ook opnieuw ingehaald en kwam terug in zesde positie. Op de laatste bevoorrading zorgde Aron voor een mentale boost. Het gevoel toen ik de finish haalde, was onbeschrijfelijk! Ik was erg moe, maar de voldoening was des te groter.'

Vandaag maken we veel hoogtemeters; de eerste 5 uur gaat het omhoog tot boven de 1000m. de beklimming is magnifiek. De vallei is enorm, de bergen imposant en zon & wolken tonen duidelijk het kaliber van dit nationaal park, parelwit en prachtig. De pauzes die we onderweg nemen, volgen steeds hetzelfde stramien; pul ka parkeren, verzamelen rond de dagpulka, thee slurpen en suikerpeil aanvullen. Hoewel de temperaturen van min 5 tot min 10, best aangenaam zijn voor deze tijd, je verandert spontaan in een sneeuwman bij stilstaan, dus snel weer inpakken en wegwezen. Mist en sneeuw steken de kop op, maar na een vlotte en leuke afdaling betreden we de balzaal van de hut met salon en mooie grote ramen. Na het driegangenmenu met uitstekende panna cotta schittert het Noorderlicht de eerste keer voluit. Het licht golft en kleurt alsof het de sterren wil doen dansen.

en studenten verblijven hier al, dus we verdelen de

54
Jagers groep

Astrid: 'Na de vertical stond de skyrace gepland op zeer technisch terrein. Bijna om de 500m stond er een toezichthouder om te kunnen alarmeren bij ongevallen. Je moest heel het parcours enorm goed opletten waar je je voeten plaatste, een omgeslagen voet op zo een rotsig terrein is snel gebeurd. Het Alpine Rescue Team had hun handen vol met repatriëringen. Ik voelde al snel dat ik voor dit type wedstrijd niet ideaal was voorbereid. De meest technische trails in de Ardennen stellen niets voor met het parcours dat we nu voorgeschoteld kregen. Er is wel degelijk een groot verschil tussen trail- en skyrunnen. Meer dan een 35e plaats zat er niet in. Ik ben dus licht ontgoocheld maar het blijft een ervaring om nooit te vergeten!'

Florian: 'Ik keek er erg naar uit om de Skyrace te lopen. Een mooi en zwaar parcours over vele singletracks met hier en daar een passage over een bergrug en eindigend met een lange lopende afdaling. Qua duur langer dan een marathon, en dat is 'all about pacing'. Het plan was om te trachten van bij het begin een tempo te kiezen dat ik gedurende de gehele wedstrijd kon aanhouden. En zo geschiedde, in het begin werd ik voorbij geraasd door anderen, Japanners, Tsjechen, Peruvianen... Het deerde me niet. Ik bleef mijn plan strak volgen. In het tweede wedstrijddeel kon ik zo weer heel wat lopers inhalen en dat gaf een extra boost om er alles uit te halen in de laatste afdaling. Even heb ik het moeten bekopen met krampen in mijn linker adductoren. Een kleine minuut aan de kant, twee plaatsen verloren en nadien kon ik weer verder. Rustig aan dreef ik het tempo weer op en trachtte ik die twee lopers terug in te halen zonder weer krampen te krijgen. Een klein tussendoel naar het einde van de wedstrijd en het lukt nog ook! Moegestreden maar voldaan spring ik over de finish.'

Vertical

Florian Descamps (18/48)

Raoul Raus (24/48)

Bart De Cooman (40/48)

Astrid Van Cleef (30/39)

Sky Ultra

Aron-Levi Herregodts (19/44)

Thomas Van Woensel (39/44)

Laura Van Vooren (6/35)

Sky

Florian Descamps (24/59)

Bart De Cooman (50/59)

Astrid Van Cleef (35/50)

55
Sky (31km, 2.600 meter stijgen)Astrid Van Cleef en Florian Descamps resultaten WK skyrunning 2022

BERGTOCHT IN MONTE ROSA

Of hoe het kan verkeren...

Zaterdag 30 mei - We hebben een vastomlijnd plan. Naar de Rifugio Ferraro (2066m). Vandaar de volgende dag een deel van het materiaal naar de Rifugio Mezzalama (3036m) brengen en terugkeren naar de gezellige Ferraro hut. De dag daarna nogmaals naar Mezzalama met de rest van onze klim- en kookuitrusting. Nog een dag later willen we de Rifugio Guide di Ayas (3475m) bereiken. Dat wordt ons basiskamp van waaruit we de Castor en de Polux willen beklimmen. De uitbaatster van de Ferraro hut heeft ons verwittigd dat er nog heel veel sneeuw ligt. Sneeuwschoenen zijn noodzakelijk.

Zaterdag 30 mei

We zijn geen kwartier in de hut als Fausta, de vriendelijke maar nononsense uitbaatster onze klimweek heeft herschreven.

Morgen: acclimatisatie tocht naar de Rifugio Mezzalama met een beperkte aanvoer van materiaal; daarna terug naar haar koninkrijk.

Maandag: doorsteek naar de Rifugio d’Ayas via de route van Mezzalama.

Dinsdag: beklimming Pollux en afdalen tot bij ‘la mamma’.

Woensdag: klim naar de Rifugio Sella.

Donderdag: beklimming Castor en overnachten in de Sella hut.

Vrijdag: afdalen naar onze tweede thuis.

Zaterdag: naar huis.

Zondag 31 mei

Met een stralende zon als gids trekken we gemotiveerd en oplettend naar boven.

Een Torinees die de streek goed kent, heeft ons deze morgen op enkele valstrikken gewezen.

Een man, die wat ouder is dan wij, haalt ons in. Zijn tempo is iets hoger en we laten hem gaan. Na een korte drinkpauze is hij uit het oog verdwenen. Een beetje later zien we hem heel even boven op de graat die de Torinees ons heeft af geraden. Vreemd, want zowel op de kaart als in de werkelijkheid lijkt het erop dat die graat recht naar de hut leidt.

Even verder wijzen merktekens dat het pad naar beneden loopt, langs de wild schuimende bergbeek.

56 Tekst en foto's Ignace Bral

‘Naar beneden?’

We zijn het snel roerend oneens. ‘Als die wegaanduiding ons weghaalt van de graat, dan heeft dat toch een reden?’

Geen discussie.

Guido wil de graat volgen, dus volgt hij de graat. Ik neem de aanbevolen route. Al snel kom ik bij een mooi aangeduide afslag naar de Mezzalama hut.

Ondertussen zie ik Guido gestaag vorderen over de graat. Beneden versperren een paar steile en gladde sneeuwvelden de weg. Zonder stijgijzers zijn ze enkel met risico te traverseren. Na enig wikken en wegen besluit ik, zonder er een wedstrijd van te maken, de achtervolging op Guido in te zetten. Het meest logische is, via een lang sneeuwveld dat dicht bij de graat uitkomt, naar boven te stappen. Na enig zwoegen - wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten - bereik ik de smalle graat. Twintig meter verder verspert een groot blok me de weg. Ik stuntel er voorbij en krijg door zoveel zwakte onmiddellijk een tweede vraagstuk op te lossen. De graat is even verder echt maar één voet breed. Rechts zie ik niets dat bij een struikelpartij houvast kan bieden en aan mijn linkerkant is er enkel lucht. Loodrecht, zelfs ietwat uitgehold valt de bergflank in de diepte. Onder het pad, dat hier vooral uit gruis bestaat, is er niets. Hier durf ik niet voorbij.

Komaan, een beetje lef, tel je stappen uit, het is niet ver. Ik herschik mijn rugzak, stijgijzers naar onder, om meer stabiliteit te hebben.

Als ik hier voorbij raak zonder rugzak kan Guido mijn zak ophalen. Vooruit, probeer eens.

Het is zinloos. Ik heb Mieke beloofd voorzichtig te zijn. Hier mijn geluk op proef stellen is in mijn ogen niet eerlijk, dus blijf ik hier.

Guido is niet per gsm bereikbaar. Ik trek warme kleren aan en sterk me met wat eten. Een kwartier later komt Guido kijken waar ik blijf. Hij stribbelt niet tegen, probeert me niet over de gevreesde passage heen te praten. Het idee om een zekering te maken - hoe is een half raadsel - verwerpt hij onmiddellijk. ‘Als het niet gaat, dan gaat het niet. Je vrienden kies je op zeeniveau, in de bergen zijn de bergen de baas.’

Op de graat die Guido over het hele eind heeft gevolgd, vermijd ik alle heikele punten door even in de flank af te dalen. Op het ‘point of no return’ was dat niet mogelijk. Graten zijn mijn ding niet. Dit zal misschien nog gevolgen hebben voor de rest van de tocht. Wat brengt morgen? De regen wiegt ons in slaap.

Maandag 1 juni

Na de onvoltooide verkenningstocht naar de Mezzalama, bergen we het plan om naar de Pollux te gaan (voorlopig) op. Fausta wil voor ons inzetten op de Castor vanuit de Rifugio Quintino Sella. Of die hut bereikbaar is, is nog maar de vraag.

Verkenningstocht II komt eraan. Rechts van de Pallon de Resy sturen we op sneeuwraketten aan op de Col de Bettaforce (2742m). De sneeuw wiegt mee bij elke stap, het spoor is ongeveer 15 centimeter diep. Dan verder noordwaarts. Het zomerpad, waarvan de wegmarkering af en toe hoger op de rotsen is te zien, ligt onder hoge pakken sneeuw. Voor ons dartelt een oud spoor de goede richting uit. Na ongeveer anderhalve kilometer stopt onze op-en-neer verkenning. Een hoge rotsmuur biedt ons de keuze tussen veel risico nemen of terugkeren.

Zonder veel woorden komen mijn maat en ik tot het besluit dat het plan om naar de Pollux te gaan toch een kans moet krijgen. De rugzak inpakken is een spel van wikken en wegen. Donsjas en bivakzak blijven beneden. Ik neem mijn sneeuwraketten mee, Guido niet. Op die manier kan er indien nodig één van de twee een spoor trappen.

De nacht vult zich met verlangens en vraagtekens.

Dinsdag 2 juni

Bij de start steekt de pijn aan mijn enkels weer de kop op. Stappen met D-schoenen in wandelterrein blijft een moeilijke combinatie. Eerst over een pittig ruggetje dalen en dan, zonder plotse versnellingen en elke diepe stap vermijdend, zoetjes naar de vallei. Op het brede, vlakke pad halen we vier Italianen in: twee snaken van vooraan in de twintig en twee grijsaards. Ze lenen ons van harte hun verrekijker waarmee we even in de toekomst kijken. Dan lopen we met ons zessen samen verder. De pijn aan mijn voeten doet me beseffen hoezeer ik Bébèr (mijn muilezel) mis in de hutten aanlopen. Eens kijken of ik een van die jonge Italianen tot pakezel kan bombarderen. Listig zet ik mijn fuik in de goede richting.

‘Kan je raden hoeveel die rugzak weegt?’ Ze schatten goed tien kilogram te weinig. ‘Venticinque, madre di Dio. Incredibile!’ Of hij even wil weten hoe dat aanvoelt? Het melkmuiltje trekt scheef. ‘Ik weet zeker dat JIJ die kan dragen.’

57

Baardloos zal wel even opscheppen. Hij laat zich gewillig fotograferen met mijn last op zijn schouders.

‘Nog een fotootje als je aan het stappen bent, dan is het echter.’ Ziezo. Mijn rugzak beweegt zich zonder mijn lichaamskracht in de juiste richting.

‘Je helpt me echt’, vertrouw ik de smalle toe, ‘ik ben gekwetst aan mijn voet en elke meter die jij me helpt, is een geschenk uit de hemel.’

Simone gespt de gordel niet dicht, wat een veeg teken is. Wanneer ik vijftig meter verder niet inga op zijn voorstel om in ruil voor veertig euro die zak wat verder te dragen, verlaagt hij zijn snelheid tot nul meter per seconde. Ik bedank hem toch uitgebreid en bied zijn vriend de uitgelezen kans om tegenover de twee ouderen in het gezelschap zijn kracht en moed tentoon te spreiden. Deze keer wijs ik Antonio wél hoe je de buik- en borstriem aansnoert. Ik loop onopvallend even van hem vandaan en Guido wijst me erop dat ik soms vergeet te trekkebenen. Bij de eerste splitsing geeft asino II er ook de brui aan. Vanaf nu weeg ik weer meer dan 100 kilogram bruto.

We volgen de normaalweg nummer 7 naar ons tussenstation. Op dit makkelijke gedeelte spaar ik mijn krachten, want aan de afslag begint het zeulen en zwoegen over ongelijke trappen, los gruis en dansende punten en bulten. Daar zal ik al mijn energie nodig hebben.

Het pad wordt meermaals onderbroken door sneeuwvelden. Dan is het zoeken tussen blokken en stenen. We vermijden zoveel mogelijk de steile grasflanken; zelfs droog zijn ze glad en aartsgevaarlijk .

Om zo’n gras-en steenhelling te vermijden steven ik in rechte lijn naar het hoogste punt van een langgerekt sneeuwveld door halfzachte sneeuw. Plots steek ik pas vanaf mijn heupen boven de sneeuw uit; m’n benen staan pal naast elkaar in een smal zwart gat.

Guido, die ongeveer twintig meter boven mij is, gooit op mijn verzoek het touw. Eerst takelt hij mijn rugzak op en daarna wrik ik me met de steun van het touw uit dat koude gat. Dit is vlug verteld, maar de hele operatie kost ons toch een kwartier oponthoud.

Het beulenwerk wordt nog lastiger als we ingaan op de suggestie van een ervaren rot die afdaalt: ‘Volg hier het blokkenparcours en vermijd zo de slecht dragende sneeuw op de graat.’

Weer komt het touw eraan te pas om me vanaf een sneeuw- en later te steile grashelling op veiliger bodem te krijgen.

Doorbijten is de enige optie. In de oude Mezzalamahut neemt Guido het voortouw bij het bereiden van het avondmaal en het aanmaken van liters drinkwater.

Mijn meegesmokkelde waterfilter - ‘niet nodig’ had Guido gisteren nog verklaard – kan een deel van het werk verlichten.

We delen de hut met een solo skiër. Hij geeft ons nog enkele geruststellende tips.

Zijn vinger wijst in drie seconden het hele parcours.

Woensdag 3 juni

De tocht naar de Rifugio d’Ayas, ook Rifugio Lambronecca genoemd, verloopt vlekkeloos. Hoe is het mogelijk?

We hebben dan toch ons basiskamp op 3394 meter bereikt.

De ganse dag staat in het teken van voorbereiding op de klim naar de Pollux. Dat wil zeggen: voldoende drinkbaar water maken, eten, de rugzak minutieus voorbereiden en rusten. Er staat een strakke, zelfs gierende wind.

Om 18.30 uur liggen we al in bed. Om 2.30 uur zal de wekker gaan. Nog acht uur slaap in het vooruitzicht.

Ja, thuis lukt dat misschien, maar hier gaan er zoveel gedachten door je hoofd. Wat me de meeste zorgen baart, is de ijskoude wind. Ik heb om gewicht te besparen mijn donsjas in de Ferraro hut achtergelaten. Toch vind ik een oplossing. Ik ga mijn nieuwe zijden slaapzak als een sari onder mijn fleece vest dragen, dat extra laagje zal de wind helpen breken.

Donderdag 4 juni

Om 02.00 uur zijn we klaarwakker. De wind zoeft rond de hut. ‘Ik zal eens buiten kijken.’

‘Ja, doe dat.’ ‘Sta maar op. Sterrenhemel, driekwart maan én veel wind. Maar als we het niet proberen leren we hier niets uit.’

We overleggen nog even en besluiten om de beklimming van de Pollux te ruilen met die van de Castor, weliswaar 130 meter hoger dan zijn tweelingberg maar een zuivere sneeuw- en ijsberg. De Pollux vraagt rotsklimmen in graad III. Normaal mag dit geen moeilijkheid vormen, maar de grote hoeveelheden sneeuw zullen de omstandigheden in de rotsen zeker niet gemakkelijker maken.

Guido overloopt nog snel een paar alpiene regels: is het weer goed? Is de uitrusting goed? Is de conditie goed? Kan je de route aan? Bij minder dan vier op vier mag/moet je afdalen. Wij spelen op veilig en kiezen de gemakkelijkste berg: de westflank van de Castor (4228m).

Om 4.20 uur fluit de wind om ons gehelmde hoofd. De koplampen zoeken zigzaggend de oostelijke richting. Het is al goed licht als we de steile westflank van de Castor in vol ornaat te zien krijgen. Ik trek denkbeeldige lijnen, zoek hoe de breukzones te vermijden en merk dat de randkloof op veel plaatsen is dichtgesneeuwd. Daar ligt ons doel. Op naar de bekroning van een bewogen bergweek. ‘Dat doe ik niet!’

58

Guido zegt van zichzelf dat hij allerminst een diplomaat is, als hij iets zegt, is het gemeend: recht voor de vuist.

Ik wijs hem erop dat zo’n flank ervan op enige afstand altijd steiler uitziet dan in werkelijkheid. ‘Ik doe dat niet! Kijk naar die grote pakken hangijs.’ ‘Dan met evenveel plezier naar de Pollux.’

Weer verandert het scenario.

We stevenen voorbij de inklim naar de zuidwestgraat, recht op de besneeuwde westflank van de Pollux af. De Franse skiër liet ons geloven dat dat de normaalweg is, in de klimgids duidt men echter de zuidwestgraat als normaalweg aan. Wat is normaal?

De berg zelf dwingt ons in de juiste richting want hij laat ons stranden in heupdiepe waadsneeuw. We veranderen andermaal van richting en likkebaardend aanschouwen we de mixt couloir, een brede, tamelijk steile geul waar een dunne laag sneeuw de meeste stenen, die nu nog gelukkig vastgevroren liggen, bedekt. Snel nog eens de topo raadplegen: ‘Über einen Schneehang betritt man den Festeil des Grates. Er ist zuerst unschwierig, mit einigem Schutt, wird dann aber steiler und führt zu einem Kamin. Ein Drahtseil hilft über diese Stelle hinweg, dann erklettert man über Bänder den oberen Felsteil bis zum Schneegrat und über diesen den höchsten Punkt’ (sic). Ziet er lekker uit en dat is het ook.

Klimmen met twee ijsbijlen doet me telkens herleven. Even gaat het mis als mijn rechter stijgijzer loskomt; gelukkig dondert het niet naar beneden. Guido, die nakomt, pikt het voor me op. Buiten in de koude en de wind je stijgijzers onderbinden is altijd een krachtenvretend werkje, hier in een ijzig couloir vraagt het aanbinden veel concentratie en geduld.

Dan kan het weer hoger. Guido klimt nu voor. Af en toe moet hij blank ijs te lijf. Daarna klimt hij resoluut de grote blokken voor, vermijd valkuilen en komt perfect uit aan de hoek van een rode toren. Hier wijzen duimdikke kettingen de weg langs ruwe platen.

Guido trekt zijn ganse arsenaal aan kunstgrepen open en zorgt voor maximale veiligheid. Op je stijgijzers rotsen beklimmen geeft een apart gevoel, het lijkt onbehouwen maar toch gaat het goed. De punten vinden houvast in de kleinste reliëfveranderingen. Vanaf de tweede standplaats, waar ik op een sneeuwrug te paard zit, is het uitzicht weergaloos. Genieten met G-kracht. De kabels leiden ons naar een Madonna, 125 meter hoger wacht de top.

Ik besef dat de afdaling langs de weg die we gekomen zijn eerder problematisch kan worden. De zon brandt stilaan alle draagkracht uit de sneeuw weg en het rotsklimmen en andere technische passages vragen veel tijd. Even besluipt de twijfel me. ‘Zouden we niet beter afdalen?’ Waarlangs is dan nog een onopgelost vraagstuk. Hebben we onszelf gevangen gezet op een groot ijskasteel? Aan de andere kant is er het verlangen om deze bergweek met een echt hoogtepunt te besluiten. Met of zonder top, afdalen moeten we toch. Uitgesteld is niet verloren. Dus, toch naar de top. 4000 meter boven zeeniveau laten zich voelen en ik moet af en toe een rustpauze inlassen. Zalig om, na enkele uren in het touw verbonden te zijn, de top te mogen bereiken. Guido is ontroerd. Het is zijn eerste zelfstandig beklommen top. En hij heeft het heel goed gedaan. Ikzelf krijg een paar keer de tranen in de ogen. Wordt dit mijn laatste alpentop? Zo ja, dan is hij zeker niet op een geschenkenblaadje gekomen. Onze ontroering gaat over in lachen. Rondom ons niets anders dan zuivere berglijnen, scherpe en ronde toppen, zonovergoten gletsjers, zwarte en groene dalen. Maar, nu moeten we naar beneden. De westwand - onze ei zo na aanlooproute - lijkt de beste keuze. Eerst kunnen we nog stappen, dan wordt de wand zo steil dat we moeten afdalen met het gezicht naar de berg, om beurten psychologisch gezekerd op een ingeramde ijsbijl. Dus vertrouwen op eigen stapen bijltechniek. Telkens tachtig stappen tellen, tot het touw op is. En dan wisselen. Mijn ervaring op de Alpamayo komt me goed van pas. Onder aan de wand is het nog enkele minuten ploeteren in zeer zachte sneeuw. We hebben het ganse berg decor voor ons alleen. Guido, bergbroer, dank je voor je inzet.

59

Er zijn stenen in de bergen. Dat

is zeker. Maar welke zijn het? Hoe voelt het gesteente om te klimmen? Is het glad om op te wandelen? Is het solide of eerder brokkelig? Of misschien wil je graag weten wat die mooie steen is, of waaruit de hele berg gemaakt is? Dit artikel geeft een eenvoudig overzicht van de meest voorkomende types gesteente in de bergen, samen met enkele tips om ze te herkennen.

Types gesteente

Klassiek worden gesteentes ingedeeld op basis van hun ontstaan. Er zijn drie grote groepen: 1) stollingsgesteente (of magmatisch gesteente), 2) sedimentair gesteente en 3) metamorf gesteente. Vulkanisch gesteente ontstaat uit magma of lava. Hoe sneller lava stolt, hoe kleiner de kristallen. Traag stollend magma zorgt voor grote kristallen. Trouwens, zodra magma aan het aardoppervlak komt, heet het lava. Vulkanisch glas en obsidiaan zijn voorbeelden van glad vulkanische gesteente (heel snel gestold). Puimsteen of tufsteen, typische poreuze lavasteen, is door een vulkaan uitgespuwd en na het mengen met lucht snel gestold. Basalt komt voort uit een gestolde lavastroom. Graniet is ontstaan uit magma dat in de diepte (onder de grond) traag is gestold. Graniet heeft typisch grote kristallen.

Sedimentair gesteente ontstaat door het verstenen van sediment. Sediment is materiaal dat bestaat uit deeltjes die zijn samengebracht na transport door wind, water of ijs. Die deeltjes kunnen afbraakmateriaal van bestaand gesteente of bodem zijn (bv. leem, klei, zand, grind), of resten van dood materiaal (bv. schelpen, skeletten, plantenresten). Sediment wordt typisch in laagjes afgezet op het laagste punt van de omgeving. Vaak is dat de zeebodem. Bij de alpiene gebergtevorming wordt de versteende zeebodem omhoog gestuwd en geplooid. Voor de alpiene gebergtevorming was het hele gebied namelijk bedekt door de zogenoemde Tethyszee. De laagjes structuur blijft zichtbaar in het gesteente, en is dan ook een typisch kenmerk van sedimentair gesteente. Voorbeelden van sedimentair gesteente zijn kalksteen, zandsteen en kleisteen. De eerste bergen, vulkanen, werden beetje bij beetje afgebroken door regen en wind, wat de ingrediënten opleverde voor sedimentaire gesteenten. Sedimentaire gesteenten werden vervolgens zelf beetje bij beetje afgebroken, en vormden de basis voor een nieuwe generatie sedimentair gesteente.

Het derde grote type gesteente is metamorf gesteente. Dat is gesteente dat ontstaan is uit ander gesteente (uitgangsgesteente), dat wordt gebakken (hoge temperatuur) of samengeperst (hoge druk). Bekende metamorfe gesteenten zijn schist (gevormd uit leisteen), marmer (uit kalksteen), kwartsiet (uit zandsteen) en gneis (uit graniet of schist). Een overzicht zie je in Fig. 1.

Waar

komen gesteentes voor?

Een manier om te weten welk gesteente je tegenkomt, is het opzoeken op een geologische kaart. Elk land en regio heeft wel zijn online portal waarop je de lokale geologie kunt opzoeken. Vlaanderen heeft zijn Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV). De geologische kaart van de Ardennen vind je op het Géoportail de la Wallonie. Op het OneGeology portaal zijn kaarten wereldwijd samengebracht. Het interpreteren van een geologische kaart is wel niet zo eenvoudig.

De aanduidingen op de meeste geologische kaarten zijn gericht op de ouderdom van een geologische afzetting, eerder dan op het gesteente. Graniet dat bijvoorbeeld in een andere tijdsperiode is gevormd, is verschillend aangeduid in de legende. Als eenzelfde gesteente een ietwat andere chemische samenstelling of structuur heeft, wordt het ook anders benoemd, vaak met een verwijzing naar de regio waar het vaak voorkomt (bv. Bergeller graniet, Mont Blanc graniet, Jura kalksteen, Arolla gneis) en/of waar het voor het eerst ontdekt is (bv. Dolomieten of Boomse klei).

Wat het ook moeilijker maakt om een geologische kaart te interpreteren is het apart coderen van vaak voorkomende combinaties van gesteentes (bv. zandsteen, schist en conglomeraat). Vaak is het niet slechts één gesteente dat voorkomt, en is het samen voorkomen met andere gesteentes bijzonder en dus waard te vermelden. Een eenvoudige kaart die aanduidt wat het dominant voorkomend gesteente is, is in de praktijk handiger. Zo heb je ter plekke minder opties al kan het dan zijn dat je een steen tegenkomt die net niet het dominant gesteente is. Vereenvoudigde geologische informatie vind je op de hydrogeologische kaart. Die kaart is gemaakt met grondwater als uitgangspunt.

Graniet

De hydrogeologische kaart bevat data over de doorlatendheid of opslagcapaciteit voor water, en dat is hoofdzakelijk bepaald door het type gesteente. Op een hydrogeologische kaart maakt het niet uit hoe oud een gesteente is, en of het een lokale variëteit is. Op de BGR geoviewer kan je de International Hydrogeological Map of Europe (IHME) raadplegen. Ook het Duitstalige bergsport magazine Berg und Steigen toont een vereenvoudigde geologische kaart in deel één van een driedelige reeks over de geologie van Tekst en foto's Jan Cools 60
Hoe herken je gesteentes?
Gneis Vooraf bestaand gesteente Metamorf gesteente Kwarts, mica & veldspaat Calciet (skelet, schelp) Kleimineralen Zand (kwarts) Grondstof Leisteen (Schiefer of Schalie) Gneis Marmer Klei(steen)
Kalksteen
Schist Zandsteen Kwartsiet

de Alpen, met als titel Achtung Stein (zie figuur 2). Deel één verscheen al tien jaar geleden in uitgave #1/11.

De centrale as van de Alpen bestaat uit gneis, met hier en daar kleine kernen van graniet. Aan de randen vind je kalksteen en leisteen. Zie ook figuur 2. Sterk vereenvoudigd zijn de Noordelijke en Zuidelijke Kalkalpen, de oude zeebodem die omhoog gestuwd en geplooid is door botsing van aardplaten. Het sediment dat in laagjes op de zeebodem is afgezet, werd versteend en geplooid. Waar de aardplaten botsten, ontstond vulkanische activiteit, wat resulteerde in stollingsgesteente, vnl. graniet in het centrale deel van de Alpen.

De botsing verhoogde de druk en temperatuur sterk waardoor het bestaande gesteente op de centrale as werd omgevormd tot metamorf gesteente, vnl. gneis. Anders gezegd bestaat het hooggebergte in de Alpen grotendeels uit graniet of gneis terwijl de lager gelegen delen eerder uit kalksteen of leisteen bestaan. Zoals verder nog verduidelijkt, wordt graniet en gneis vaak verward.

Figuur 1 (pag. 60): Van grondstof tot metamorf gesteente na omvorming van een vooraf bestaand stollingsgesteente of sedimentair gesteente Figuur 2 (onder): Dominant gesteente in de Alpen, samengelegd met een kaart van enkele bekende bergen (bron: bergundsteigen #1/11, ‘achtung stein, teil 1, p. 70-83)

Foto pag. 61 (links): Dolomiet – Langkofel (Foto: Mark Sebille)

Foto pag. 61 (rechts): Kalksteen in Sardinië (Cala Luna), het grijze deel is bedekt door een bacteriën en algenfilm; het rood-oranje deel is roest.

(hotel, B&B,

61
Gebiete mit hauptsächlich Schiefer Gebiete mit hauptsächlich Gneis Gebiete mit
Kalk “Alte” Granite “Junge” Granite 100 km 1: 4 000 000 Apennin Dinariden Po-Becken Pannonisches Becken Wiener Becken Molassebecken Jura Europäisches Vorland Adriatisches Vorland Provence-Plattform Valence-Becken Bresse-Graben ValensolesBecken Rhein-Graben Böhmisches Massiv Schwarzwald Vogesen Esterel Massif cental verändert nach Pfiffner, O.A., 2010 LIGURISCHES MEER ADRIA Legende Turin Marseille Nizza Avignon Valence Lyon Genf Konstanz München Salzburg Wien Graz Zagreb Rechnitz Klagenfurt Basel Straßburg Genua Mailand Venedig Triest Grenoble Aosta Sion Bern Zürich Chur Trient Bozen Innsbruck Como Zugspitze Piz Bernina Ortler Piz Badile Marmolada Grossglockner Parseierspitze Hochkönig Drei Zinnen Wildpitze Hochschwab Monte Baldo Hochgolling Hoher Dachstein Wilder Kaiser Triglav Rosennock Monte Adamello Hochgall Rax Mont Blanc Matterhorn Piz Buin Tête de l'Estrop Obiou Dents du Midi Punta Marguareis Monte Argentera Monviso Col Nudo Barre des Ècrin Gran Paradiso Monte Leone Rheinwaldhorn Stockhorn Dufourspitze Schilthorn Finsteraarhorn Tödi Schöckl Olperer Säntis Ankogel
end
hauptsächlich

Dolomiet ontstaat door langdurige blootstelling van kalksteen aan magnesiumhoudend zout water. Dat gebeurde op plaatsen waar zout zeewater het langst bleef staan. Dolomiet is eerst beschreven in de Dolomieten door Déodat de Dolomieu. Het gesteente komt echter wereldwijd voor. Een vuistregel is dat kalksteen eerder grijs is en dolomiet eerder bleek of geelachtig. Een dolomiet puinhelling die schittert in de zon wordt vanuit de verte wel eens als een sneeuwveld aanzien. De bleke kleur van dolomiet is ook bekend van de vele wandelpaden en opritten die nu aangelegd zijn met dolomiet gruis.

Een andere vuistregel is dat kalksteen bruist als je er een druppel (eventueel verdund) zoutzuur op laat vallen terwijl dolomiet niet bruist. Kalksteen bruist het sterkst met zoutzuur, maar eigenlijk kan je het al dan niet bruisen ook testen met andere zuren die makkelijker beschikbaar zijn zoals azijn of citroenzuur. Let op, marmer, de metamorfe vorm van kalksteen, gaat ook bruisen als reactie op zuur. In de praktijk zijn er wel wat uitzonderingen op de bovenstaande vuistregels. Er is ook kalksteen die eerder gelig is (bv. Jura kalksteen) en dolomiet die minder bleek en eerder grijs is (bv. de Belgische klimmassieven Beez en Dave).

De kleur hangt af van de andere mineralen die zijn bijgemengd tijdens de gesteentevorming. De natuurlijke kleur van zuiver kalk is immers wit-gelig. Plantenresten (koolstof) zorgen eerder voor een donkere kleur. De Blauwe hardsteen of arduin is bijvoorbeeld een blauw grijze kalksteen die rijk is aan de resten van zeelelies. Menging van kalksteen met glauconiet zorgt eerder voor groene kalksteen. IJzer in kalksteen zorgt dat kalksteen roest, en dus eerder oranje is. Het roesten gaat sneller in een droog en warm (micro)klimaat. Droge, warme plekjes kalksteen zijn dus eerder oranje terwijl op de nattere stukken vaak een zwarte bacteriën- en algenfilm groeit. Die zwarte film is vaak glad. Het al dan niet spotten van fossielen is ook een goede sleutel. Kalksteen bevat vaak fossielen. In dolomiet en marmer zie je geen fossielen. Fossielen gaan kapot bij de omvorming tot marmer of dolomiet.

Ook op de schaal van bergen en rotswanden zijn er verschillen tussen kalksteen en dolomiet. Kalksteen lost op in water en dolomiet niet. Geulen, grotten, kleine uithollingen en karst tonen sporen van het oplossen van kalksteen in (stromend) water. Typisch voor dolomiet bergen is de bandstructuur (horizontale lagen) zoals bijvoorbeeld in de Brenta dolomieten. Dolomiet bergen zijn vaak ook ruwer, steiler en blokkiger (bv. de Drei Zinnen). Ook puinkegels, onderaan dolomiet bergen, zijn een kenmerkend verschijnsel.

Plaatgesteente

Klimmen op plaatgesteente, op dalles, vraagt een aparte klimstijl, vaak op wrijving, met richeltjes en spleten. De dalles waarop je in België kan klimmen (bv. Yvoir) is meestal kalksteen. De laagjes sediment waaruit kalksteen is gevormd, zijn tijdens de gebergtevorming gekanteld. Ander gesteente dat ook plaatvormig is, maar vaak moeilijk te beklimmen is, is ontstaan uit kleilaagjes. Typisch voor kleigesteente is dat het makkelijk splijt en brokkelig is. Hoe ouder en hoe meer metamorf, hoe harder het gesteente. De namen voor de verschillende types kleigesteente worden vaak door mekaar gebruikt, al zijn ze wetenschappelijk niet altijd correct. Ook in andere talen is er een soortgelijke verwarring in verband met de naamgeving van de types kleigesteente. Hieronder vind je een overzicht van vaak voorkomende termen. Het zachtste, eerst gevormde gesteente uit klei is kleisteen (ook mudstone of tonstein genoemd in respectievelijk het Engels en Duits).

Kleisteen is brokkelig en zacht, maar heeft (nog) geen vaste splijting richting. Schalie of schiefer (shale) is een hardere variant van kleisteen dat als kenmerk heeft dat het splijt in dunne, breekbare schilfers. Uit sommige schalievelden kan aardgas gewonnen worden. Aardgas zit in belletjes opgesloten in schalie. De winning ervan is slecht voor omgeving en klimaat, en vaak gecontesteerd. Schalie zet zich vervolgens om in drie generaties metamorf gesteente. De eerste metamorfe generatie van schalie is leisteen (slate), harder en splijtbaar. Leistenen zijn dikker dan schalie. Leisteen wordt gebruikt als dakbedekking en vroeger als krijtbordje om leerlingen te leren schrijven. Leisteen wordt vervolgens omgezet (de tweede metamorfose) naar schist, een harder gesteente, ook met een typische splijting richting. Schist bestaat uit dikkere lagen, gaande van een tiental cm tot enkele meters. Schist kan vervolgens nog verder metamorfoseren tot gneis (zie verder). Schist en gneis zijn vaak solide en beklimbaar. Schalie en leisteen is brokkelig. De Duitse term schiefer en het Franse schist, doelen op alle gesteente met een duidelijke splijtrichting, dus schalie, leisteen en schist. In het Engels, en in wetenschappelijk werk, doelt schist enkel op de metamorfe variant. In het Duits en Frans wordt met een extra woord verduidelijk over welk type het gaat. Zo komt tonschiefer en schiste argileux overeen met leisteen. Kristalline Schiefer en schiste métamorphique verwijzen naar de metamorfe versie. Leisteen is meestal grijs, maar kan er zoals kalksteen ook eerder oranje, groen of donkerblauw uitzien afhankelijk van de bijgemengde mineralen. Het type schist en gneis dat eruitziet als blinkend goud en zilver is bedekt met een dun laagje glimmers of mica. meer specifiek van het type muscoviet. Muscoviet zie je schitteren, alsof er zonlicht op een spiegel valt. De andere vaak voorkomende glimmer is biotiet. Die is blinkend zwart. Glimmer mineralen zijn bovendien één van de ingrediënten voor graniet, zoals je hieronder leest. Schist of gneis met een laagje glimmers op noemt simpelweg glimmerschist of gneis. Het verschil zie je. Glimmerschist heeft een duidelijke splijt richting terwijl glimmer gneis gekenmerkt wordt door banden in grillige vormen en verschillende kleuren.

62

Graniet of gneiss?

In de Alpen zijn er maar weinig gebieden met graniet. Het merendeel van de hoge Alpen is eigenlijk gneis. Zeker graniet gneis, dat ontstaan is uit graniet, wordt vaak met graniet verward. Voorbeelden van graniet in de Alpen zijn Bergell en Aare graniet (beide in Zwitserland), het Mont Blanc gebied (Frankrijk) en de Adamello regio (Italië). Graniet is een kristallijn stollingsgesteente dat traag gestold is diep onder de grond in de magmakamer. Meest herkenbaar is graniet als een verticaal, massief blok, met verticale spleten of spectaculaire punten en pijlers. In het Yosemite National Park (VS) en de Preikestolen (Noorwegen) vormt graniet hoge rotswanden door de schurende werking van gletsjers in vroegere ijstijden. De Aiguille du Midi en Les Drus zijn voorbeelden van puntige graniet pijlers. De oorspronkelijke vulkaan, waarin het graniet gevormd is, is mettertijd weg geërodeerd. Het harde graniet is overgebleven.

Graniet heeft een goede grip als het droog is, maar is glad bij regenweer. Granietgesteente is herkenbaar aan zijn kristallen, maar ook aan zijn gespikkelde kleuren. Graniet is immers opgebouwd uit drie soorten mineralen, die samen een wit-zwart-roze gespikkeld patroon van kristallen geven: kwarts, mica (of glimmer) en veldspaat. Kwarts geeft de witte (of grijze) kleur. Het zwart is van de glimmer (biotiet) en het roze van de kalium-houdende veldspaat, of kaliveldspaat. Veel varianten bestaan op graniet, naargelang de proporties van de samenstellende mineralen. Als het gesteente enkel zwart-wit gespikkeld is, is het dioriet, en dus niet meer graniet.

Onder hoge druk en temperatuur vormt graniet om naar gneis. Hierbij worden de kristallen platgedrukt, waardoor de gneis er eerder streepvormig uitziet. Gneis is bovendien vaak bedekt met een laagje glimmers, waardoor het schittert en glanst in zonlicht. Gneis wordt niet enkel gevormd uit graniet, maar ook uit schist (zie hoger, sectie plaatgesteente). Gneis uit schist, soms ook paragneis genoemd, is gekend voor zijn grillige, golvende banden. Een andere term voor graniet gneis is ortho gneis. Gneis is veel voorkomend, onder andere in de hoge Alpen en Scandinavië.

Basalt

Naast het kristallijne graniet, is ook basalt een stollingsgesteente. Basalt is het meest voorkomende gesteente op aarde. Het is versteende lava en dus een vulkanisch gesteente. Na uitbarsting, aan het aardoppervlak, stolde de lava snel waardoor basalt amper kristallen heeft. Het is eerder een egaal gevormde steen, zonder veel textuur verschil. Basalt heeft een donkere kleur. Wel bijzonder zijn kolom basalten, de zeshoekige kolommen die in dikke lavastromen gevormd zijn. Het afkoelen van een dikke lavastroom gaat trager. Door het drogen en verstenen van lava ontstaan spanningen die de lava uit elkaar trekt en een veelhoekig patroon (vaak zeshoekig) doet ontstaan. Dat patroon zet zich voort in de diepte zodat je zeshoekige kolommen krijgt. Gekende kolom basalten in Europa zijn de Giant’s Causeway in Noord-Ierland, de basaltkolommen aan de Svartifoss waterval in IJsland en die op het zuidelijk eiland van de Faeröer (Suðuroy). Het dichtstbij gelegen basalt vind je in de Vulkaaneifel in Duitsland, een mooi gebied om te wandelen. In Ettringen vind je ook een basalt klimgebied.

Apps

Een aantal apps, die je helpen het gesteente te identificeren op basis van een foto zijn nu beschikbaar. Respectievelijk ‘Stone Identifier Rock Scanner’ en ‘Rock identifier: stone ID’. Deze zijn beschikbaar voor Android en Apple. Beide zijn te betalen.

Meer lezen

De Nederlandse Bergsportvereniging (NKBV) heeft in zijn kenniscentrum een specifieke pagina over ‘gesteente herkennen’. De Zwitserse Alpenclub (SAC) bracht een educatief pakket in het Duits en Frans als onderdeel van hun EnviroTool serie, met als respectievelijke titel ‘gesteine’ en ‘roches’. In het bergtijdschrift Berg und Steigen is een driedelige serie gewijd aan de geologie van de Alpen met als titel ‘Achtung Stein’. Op geology.com vind je vervolgens informatie in het Engels.

63
Foto pag. 62 (boven): glimmer schist: in de zon blinkend als goud, vaak met een duidelijke splijtingsrichting (op weg naar de Studerhorn, Zwitserland - Foto: Jan Cools) Foto pag. 62 (onder): Gneis, een metamorf gesteente met grillige banden (Foto: Jan Cools, Ötztal, Oostenrijk) Foto pag. 63: Bovenop de Nesthorn, graniete gespikkelde pijlers (Foto: DAV/Silvan Metz - https://www.skyfish.com/p/alpenverein)

Klimaatverandering, is er nog een weg terug?

Toen me door het KBF werd gevraagd naar een nieuwe vertaling voor deze Monte; was ik (even) inspiratieloos. Na wat speurwerk op de DAV en ÖAV sites en hun bijhorende magazines; dacht ik dat een artikel rond klimaatsveranderingen wel interessant kon zijn. Het ligt in de lijn van de KBF beleidsrichtlijnen en is actueel, toch? Hoe actueel? Bij het schrijven van dit artikel, kwam het verschrikkelijke nieuws binnen dat een enorm stuk gletsjer van de Marmolada (Dolomieten) was afgebroken en verschillende mensen had bedolven. Voorlopige balans: 7 doden; 9 gewonden en 15 vermisten (toestand 05 juli 2022).

inleiding

Ik was twee jaar na elkaar in de Hohe Tauern (Oost-Tirol). Aan de voet van de Schlatenkees (Venediger groep) kon ik optisch vaststellen, van het ene jaar op het andere, dat het ijs zich terugtrok. De naakte cijfers zijn ontnuchterend: in de meetperiode 2020/2021 ging deze gletsjer met 54,5 meter achteruit. De voorgaande meetperiode 2019/2020 was het ook al 50,0 meter. Dus op twee jaar tijd verdwijnt meer dan honderd meter… (Zie foto 1 ÖAV Gletschermessdienst / R. Luzian2001 + foto 2 Ben Van Poucke - 2020).

Volgens een Nederlands onderzoek in de Berner Alpen, blijkt dat de kans op steenslag sinds 1950 langzaam toeneemt, maar sinds de eeuwwisseling is dit allemaal in een stroomversnelling geraakt.

Uiteraard is de klimaatverandering een globaal probleem, ook het basiskamp aan de Mount Everest zou 400 meter lager geplaatst worden, omdat de Khumbu gletsjer waar het kamp zich bevindt te onveilig wordt.

In het kader van hun #Machseinfach-campagne onderzoekt DAV of er risico’s zijn en/of kantelpunten, waardoor catastrofale klimaatveranderingen zich onvoorspelbaar zouden vermenigvuldigen en/of onomkeerbaar zouden worden.

Veel mensen stellen zich het (mondiale) klimaat voor als een systeem dat langzaam en lineair reageert op veranderingen in het milieu, zoals stijgende niveaus van broeikasgassen. Maar er zijn punten in dit systeem waar processen niet langer afhankelijk zijn van één oorzaak, maar elkaar gaan versterken.

Dit worden kantelpunten genoemd. Het Potsdam Institute for Climate Impact Research onderscheidt drie fenomenen die dit kunnen triggeren: het afsmelten van de poolkappen/gletsjers, de veranderende golfstromen en de menselijke impact op ecosystemen.

Trigger 1: Het (af)smelten van ijs

Normaal groeit een gletsjer in de winter en smelt gedeeltelijk af in de zomer. Er heerst dus een evenwicht. De klimaatverandering heeft er echter voor gezorgd dat er meer ijs wegsmelt dan dat er aangroeit. Wanneer ijs smelt komt de rotsbodem aan de oppervlakte. Die is donkerder en absorbeert daardoor meer warmte van de zon. Het minder reflecteren van zonnestraling door sneeuw/ijs en de daarop volgende opwarming wordt het “albedo-effect” genoemd.

De drastische afname van de poolkappen aan de Noordpool toont dat het kantelpunt daar al gepasseerd is. Het grote verlies aan ijsmassa in de zomer heeft bovendien de belangstelling gewekt voor de exploitatie van grondstoffen, onder het noordpoolgebied. Als de Groenlandse ijskap, na Antarctica het grootste bevroren gebied ter wereld, zou smelten, zou de zeespiegel met zeven meter stijgen.

Tot nu toe is de ijskap geconserveerd door het reflecteren van zonlicht en zijn grootte. Het oppervlak bevindt zich op hoog bergniveau in koudere luchtlagen. Het massaverlies van de ijskap is de afgelopen veertig jaar echter verzesvoudigd.

Aan de andere kant van de wereld is het niet beter: de Antarctische ijskap dreigt te worden blootgesteld aan een domino-effect. Daar smelt of breekt het ijs aan de randen, zoals in de Amundsen Baai, waardoor het binnenijs gedestabiliseerd raakt en in zee dreigt te glijden en daar te smelten.

64
Tekst Ben Van Poucke / Foto's Roland Luzian, DAV Archiv & Ben Van Poucke
Of hoe het 'eeuwige ijs' steeds sneller verdwijnt!

Alpen

Tegen 2100 zullen de meeste Alpengletsjers verdwenen zijn. Dit is niet alleen jammer voor bergbeklimmers, maar ook de watervoorziening wordt een probleem. Daarnaast is de permafrost in de Alpen, waar de grond sinds de laatste ijstijd bevroren is, aan het ontdooien. Hellingen verliezen hun stabiliteit en aardverschuivingen nemen toe. (Zie ook inleiding.)

Ook de berghutten lijden onder dit fenomeen: het Hochwildehaus (2883m) in de Ötztaler Alpen moest vanwege onherstelbare instabiliteit worden gesloten - de fundering staat op smeltende permafrost (Zie foto 3 - Hochwildhaus - DAV Archiv). Een ander recent voorbeeld: aan alle leden van DAV Sektion MünchenOberland werd een vrijwillige bijdrage gevraagd om de Stüdlhütte (2802m), aan de voet van de Großglockner, financieel mee te helpen ondersteunen. Omwille van gevaar door ontdooiende permafrost en risico op steenlawines worden er allerlei bouwwerken gepland (voorziene kost: ca. 430.000 €).

Een ander zichzelf versterkend smeltproces is het ontdooien van de permafrost in de veengronden van Siberië en Canada. Daar bevinden zich miljarden tonnen methaan. Het broeikaseffect van methaan is vijfentwintig keer groter dan dat van CO2! Methaan die in de atmosfeer terecht komt… versnelt de temperatuurstijging.

Trigger 2: Golfstromen

Ons weer en dus ook het klimaat wordt bepaald door de continue stromingen van lucht en water rond de planeet. De golfstroom geeft ons, in Europa een gematigd klimaat. De circulatie van de golfstroom van de tropen naar het noordpoolgebied en terug wordt aangedreven door wind en de verschillen in waterdichtheid. Voor de dichtheid geldt: hoe zouter en kouder, hoe dichter (dus zwaarder). Zout, warm oppervlaktewater uit de tropen stroomt naar het noorden en koelt af. Een omgekeerde beweging vindt plaats in het noordpoolgebied: koud, zout water stort neer op de oceaanbodem en stroomt terug naar het zuiden langs de Amerikaanse kust.

Deze circulatie wordt in gevaar gebracht door het smelten van het ijs op de Noordpool: het smeltwater van de gletsjers is zoet water en verdunt het zoute zeewater, waardoor de verticale beweging naar beneden wordt afgezwakt. De verzwakking van de golfstroom zou in eerste instantie leiden tot afkoeling in Europa, maar zou ook gevolgen hebben voor de mondiale circulatie, de zeespiegel, het maritieme leven en de neerslagverdeling.

Windstromingen veranderen ook naarmate de Aziatische moesson afneemt. De intensiteit en frequentie van de El Niño-jaren zal toenemen; dit mogelijk als gevolg van opgewarmde oceanen. Deze veranderingen in temperatuur en neerslag hebben gevolgen voor mens, dier en land- en bosbouw.

Trigger 3: Ecosystemen

Waar mensen en dieren zich makkelijk kunnen verplaatsen als de leefomstandigheden in een regio te moeilijk worden, zijn planten vaak (te) traag. De boreale bossen (Alaska, Rusland, Canada en Scandinavië), die een derde van het bosgebied van de wereld beslaan, drogen op. Hierdoor worden de bomen vatbaarder voor ziektes, planten ze zich minder voort en komen bosbranden vaker voor. Bossen zijn echter niet alleen een belangrijke materiaal bron voor papier en hout, maar zijn ook een grote koolstofvoorraad. Ook het Amazone-regenwoud wordt steeds vaker getroffen door droogte. Als 's werelds grote bossen zouden verdwijnen, zal er een snellere toename zijn van de CO2-concentratie in de atmosfeer en dus een stijging van de mondiale temperatuur.

Tot nu toe wordt veel van de CO2 die de atmosfeer binnenkomt, opgevangen door de oceanen. Als hun absorberend vermogen uitgeput raakt, kan de koolstofdioxide ongeremd werken. Tot die tijd vormt het samen met water koolzuur in de zee, waardoor de pH-waarde van de zee daalt en levensvormen met kalkhoudende skeletten worden aangetast. Daarbij gaat het niet alleen om koraalriffen, maar ook om veel dieren onderaan de voedselketen, zoals plankton, waarvan de verdwijning verstrekkende gevolgen zou hebben.

Wat kunnen we doen?

Eigenlijk weten we allemaal al véél langer wat we kunnen en zouden moeten doen. Met alle grote problemen is het vooral belangrijk dat iedereen zijn steentje bijdraagt, ook aan klimaatbescherming en duurzaamheid. Er zijn veel kleine en eenvoudige dingen die men in het dagelijks leven of in zijn vrije tijd kan doen om zijn voetafdruk te verkleinen. Eén aspect is zeker mobiliteit. Ook voedselkeuze heeft invloed op ons klimaat.

Wie af en toe vegetarisch eet, een eigen broodtrommel gebruikt of wandelmateriaal herstelt in plaats van nieuw aan te kopen, doet individueel al wat hij/zij kan. It's one small step for man, one giant leap for mankind.

65 Effect op de
Afb 2 Afb 3

SHOP

Uitgebreid aanbod van topo's en boeken in de webshop! Met nieuwe uitgaves van Olloy, Sy en Freyr 2022 topo olloy Klim-en Bergsportfederatie Naast onze 'klassiekers' hebben we enkele nieuwe boeken in aanbod. Neem een kijkje op http://webshop.klimenbergsportfederatie.be
Sensor Extremely soft and sensitive high-end climbing shoe for the modern climbing and bouldering style seen in gyms and competitions. redchiliclimbing.com /redchiliclimbing

MYTHIC ULTRA

WWW.RAB.EQUIPMENT

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.