100288_Overijssel_03:Opmaak 1
17-06-2010
14:13
Pagina 20
De cd Johanna van Buren, dichteresse in de modersproke (2004). Te bestellen via de boekhandel.
20
Z
o klinken enkele regels uit het refrein van Op fietse van de popband Skik van Daniël Lohues. Er zijn meer overeenkomsten tussen de Drentse popen blueszanger en de Sallandse streektaaldichteres Johanna van Buren dan je op het eerste gezicht zou denken. Zij delen een scherp observatiever-
mogen, liefde voor de natuur en het vermogen om met weinig woorden een hele wereld op te roepen. En de liefde voor de fietse, of de fielsepee, zoals Johanna meestal schreef. Iedere week leverde ze een gedichtje af bij de redactie van het Twents Zondagsblad, later het Dagblad van het Oosten. Ze was er in 1927 mee begonnen en hield het vol tot 1954. Maar die wekelijkse dwang viel haar niet mee. Ze was van oorsprong een gelegenheidsdichteres. Vaak vroegen dorpsgenoten haar een ‘leedtien’ te rijmen bij huwelijken, jubilea en bijzondere verjaardagen. Dat deed ze graag en ze had er veel succes mee. Tegenwoordig wordt haar natuurlyriek nog steeds in brede kring geroemd maar bij het ‘eenvoldig volk’ waren haar gelegenheidsgedichten minstens net zo populair. Om niet iedere keer naar een onderwerp te hoeven zoeken of te moeten wachten op inspiratie zette ze bijna al haar fietstochtjes op rijm. En ze fietste vaak en ver! Voor honderd kilometer draaide zij haar hand niet om. Zo was ze in Rheeze boven Hardenberg te vinden, dan weer in Tubbergen en een volgende keer helemaal in Diepenheim. Haar favoriete rondje ging van Hellendoorn naar Den Ham en via Eerde weer terug. Als op zaterdag de krant in de bus viel, grepen vele Tukkers hun dagblad haastig ‘um te kieken wat Jehanna noe weer schrif.’ In Den Ham ging er een stil gejuich op als hun dorp weer eens figureerde in het wekelijkse ‘vassien’.
Netten stillen Ham Johanna ging niet door het ‘buulzaand tussen Slien en Erm’ maar ‘deur kunnig laand en zaand’ (kunnig = vertrouwd): ‘k Fietsen, woer de nieje weg deur
Ik fietste, daar waar de nieuwe weg door
Marel op Den Ham an geet,
Marle naar Den Ham loopt,
Gellen broam en botterblomen
Gele brem en boterbloemen
Peppels soezen zachte eer leed.
Populieren suizen zacht hun lied.
Toew ‘k doar op den Hammerbrink met
Toen ik daar op de Hammerbrink met
Al dee hoge beume kwam’,
Al die hoge bomen kwam,
Dee good onderhöölen huze,
Die goed onderhouden huizen,
Dach ik: “Netten, stillen Ham”.
Dacht ik: “Dat nette, stille Den Ham”.
Opfietse met Johanna van Buren
’k Heb de banden vol met wind nee ik heb ja niks te klagen.