100497_Overijssel_05:Opmaak 1
01-10-2010
15:10
Pagina 20
20
Brief voor de sultan na Op 2 oktober 1795 werden in ’s-Gravenhage twee diplomatieke brieven geschreven met bestemming Constantinopel, het tegenwoordige Istanbul in Turkije. De Republiek der Verenigde Nederlanden had in januari van dat jaar plaatsgemaakt voor de Bataafse Republiek en dat betekende dat ook de benoemingen van ambassadeurs in het buitenland opnieuw moesten worden bekrachtigd. mbassadeur bij de Porte, ofwel het Osmaanse
ven worden geïnformeerd over de gewijzigde staats-
vrijwel identiek, maar toch leek de brief voor de sultan,
hof te Constantinopel, was op dat moment
vorm in Nederland. Ook werd hun de blijvende vriend-
door een andere vouwwijze, groter dan die voor de
de Overijsselse baron Frederik Gijsbert van
schap namens het nieuwe bewind aangeboden. Van
eerste minister. In april 1796 keerde Van Dedem terug
Dedem tot de Gelder. In 1784 was hij als zoda-
Dedem, die in 1795 met verlof in Nederland was, zou de
naar Constantinopel, maar om onduidelijke redenen
nig benoemd namens de Republiek. Sultan Selim III en
brieven meenemen en presenteren tijdens een audiën-
zonder de brieven, die gedurende ruim 214 jaar niet
zijn grootvizier of eerste minister moesten in deze brie-
tie bij de sultan en de Grootvizier. De teksten waren
zouden worden geopend.
A
De op perkament geschreven teksten waren gesteld in het Frans en opgeborgen in twee rode zijden zakken. Op de eveneens perkamenten enveloppen zijn kruislings linten van goudbrokaat geplaatst en op de kruisen van de linten is een zegel geplakt. De linten zijn vastgenaaid op de hoeken van de enveloppen. Zowel de enveloppen als de brieven zijn randsgewijs versierd met guirlandes van goudverf. Een van de brieven is enigszins aangetast door vocht. Op elke hoek van beide brieven is een gaatje te vinden, want om beschreven en versierd te worden moesten ze goed gespannen zijn.