Museumbulletin 2011 - nr 3

Page 33

het medionaet: een minder bekende taak van de chirurgijn bij terechtstellingen in brugge Johan J. Mattelaer

De middeleeuwse rechtspleging beschouwde pijniging als een wettig middel van onderzoek en lijfstraf als een tuchtmiddel. Vanaf het begin van de 15de eeuw moest in onze streken de chirurgijn dikwijls aanwezig zijn bij het uitoefenen van de “tortuur”. Hij moest de bewegingen van de beul nagaan en de ideale plaats voor een amputatie van een vinger of een hand aanduiden, het slachtoffer volgen en eventueel de foltering stoppen zodra het leven gevaar liep. Grotere steden zoals Brugge beschikten over een vaste beul (hangman, scharproc, executeur of scherprechter genaamd). In kleinere steden was immers te weinig werk hiervoor en indien nodig deed men een beroep op de stadsbeulen van Gent, Ieper, Rijsel of Doornik. In 1416 kwam de hangman van Ghend naar Kortrijk om een zekere Maertine een let (hand of vinger) af te slaan om justicie te vulcommene. De tortuur in al haar variaties bestond uit: geselen, brandmerken, het afsnijden van de neus of van de oren, het afhakken van vingers of handen, het doorsteken van de tong, het uitsteken van één of beide ogen en andere lijfstraffen (Afb. 24). Bijna nergens wordt echter de aanwezigheid van een chirurgijn vermeld wanneer het om een doodstraf gaat (door ophanging, verdrinking, vierendelen of het hoofd afhou-

wen), ook niet om vast te stellen of het slachtoffer overleden is. Hij moest alleen aanwezig zijn wanneer het slachtoffer gefolterd werd of een lijfstraf moest ondergaan en niet mocht overlijden! De oudste teksten hieromtrent handelen over de zorg die de chirurgijn moest toedienen aan het slachtoffer dat voor een tijdje werd opgehangen. In 1297 kreeg Jan Quaethaer drie pond van de Brugse stadsmagistraat, om zich na zijn veroordeling (hij werd opgehangen aan beide duimen), te laten verzorgen: Item hebdomada ante Ascencionem Domini Hannecken Quaethaer suspenso per pollices in domo sculteti pro lesione sua iij lb. In 1520 was dit ook het geval in Brugge toen de torture van Jan Neyts, een brouwersknecht, werd uitgesteld wegens de grote koude en de vorst. Zo lezen we in het Verluyt Bouck: Maer midts de groote coude ende vorst ende alvoorens gehad hebbende tavijs van de medecijnen ende chirurgienen endat by dien bevonden es datter dangier inne ghelegen soude zyn in d’executie van den lyve es de zelve executie ghediffereerd toter veranderinghe van den wedre.. De chirurgijn kon er ook mee belast worden de beul de gewrichtslijn aan te tonen bij het afhou-

24 Lijfstraffen in de 16de eeuw. Achtereenvolgens (linksboven beginnend) ziet men het verbranden, ophangen, blind maken, opensnijden, radbraken, geselen en onthoofden van veroordeelden en het afhakken van een hand. Houtsnede uit der Laienspiegel van Tegler (Mainz 1508). 24

33


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.