2021 - 04 - Spinner Magazine

Page 22

Henk de Jager

De historie van de flipperkast in woord & beeld Deel 1 – van 1850 tot 1941

Nederland is op diverse terreinen actief binnen de flipperwereld. Albert Nomden werd ooit wereldkampioen, het Pinball Magazine staat goed bekend om mooie verhalen uit de flipperscene en Dutch Pinball geniet faam dankzij hun Big Lebowski-creatie. Qua naamsbekendheid is ‘onze’ Henk de Jager hun absoluut de baas. Zijn Flipper Service Boek wordt wereldwijd geroemd: menig EM-liefhebber beschouwt dat boek als een musthave en baken in de wondere wereld van de techniek. Minder bekend is dat Henk ook een heel uitgebreide kroniek heeft geschreven over de historie van de flipperkast. In drie kloeke delen doet hij verslag van de ontwikkelingen, vanaf het prille begin voor de Tweede Wereldoorlog in de vorige eeuw tot de producties van deze eeuw. Tot nu toe was er slechts een handvol mensen die dit werk konden lezen. We zijn er heel blij mee dat we nu de lezers van Spinner kennis kunnen laten maken met Henk de Jagers ’Ontwikkeling van de flipperkast - van knikker tot virtual-reality’. In dit eerste deel de vooroorlogse jaren tot 1941.

Spelletjes met rollende knikkers of kogels hebben de mens al sinds de grijze oudheid geboeid. Het is bekend dat in het oude Griekenland, zo’n tweeduizend jaar voor het begin van onze jaartelling, al een spel bestond waarbij verschillende spelers rondgeslepen steentjes in kuiltjes of zo dicht mogelijk bij elkaar moesten rollen. Hier zien we dat flipperen een gemeenschappelijke voorouder heeft met knikkeren en jeu-deboules. Eeuwenlang veranderde er weinig. De ronde geslepen kiezeltjes maakten plaats voor balletjes en kogeltjes van andere materialen: marmer, glas en metaal. Ook zullen er ongetwijfeld vele variaties op het knikkerspel zijn bedacht, maar de

22

eerste stap in de richting van het flipperen was toch de uitvinding van het biljart, vermoedelijk in het Frankrijk van de 18e eeuw. Eigenlijk was dit het eerste bal(knikker)spel dat binnenshuis kon worden gespeeld. Aan het eind van de 18e eeuw kwamen variaties op het klassieke biljartspel in zwang, een ervan was het zogeheten “bagatelle-biljart”, een lichtelijk schuinoplopende biljarttafel met aan de bovenzijde een aantal gaten waarin de biljartballen vast konden komen te liggen, ieder met een verschillende puntenwaarde. De bedoeling van het spel was de bal met de keu naar boven te schieten in een van de gaten met de hoogste puntenwaarde.

NFV Spinner Magazine | jaargang 30 | nummer 4

Al spoedig werden er paaltjes op het speelblad geschroefd in de nabijheid van de score-gaten om het spel moeilijker te maken. Vele variaties op het bagatelle-biljart werden bedacht en gebouwd, maar de volgende stap in de richting van het flipperen liet op zich wachten tot circa 1850. Een helaas onbekend gebleven uitvinder bedacht de op veerkracht werkende balafschieter. Enige tijd later, op 30 mei 1871, vroeg ene Montague Redgrave patent aan op een verbeterde bagatelle (“improvement in bagatelles”): een houten kastje met score-gaten en afschieter (zie afbeelding op pagina 5). De score-gaten werden hier en daar omgeven door spijkers, in het Engels “pins”, wat


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.