SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN
VAKBLAD VAKBLADVAN VANDE DENVRD NVRD||JAARGANG JAARGANG108 112#05 #05JUNI juni 2017 2021 PERIKELEN BIJPLAATSEN HOE VERLOOPT OPLEIDINGENVAN IN HET RONDOM DE AFVAL- BIJ AFVAL BIJ DOOR ONDERGRONDSE AFVALINZAMELING NAUW CORONA STOFFENHEFFING AFVALCONTAINERS EXTREEM WEER
OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK SUCCESVOLLE ANNE-MARIE RAKHORST LUIERS STEEDS RESTAFVAL, WEL OF NIET BRONSCHEIDERS OVER DE CIRCULAIRE DICHTERBIJ NASCHEIDEN? BLIJVEN BRONSCHEIDEN ECONOMIE
HEBBEN WE JE NIEUWSGIERIG GEMAAKT? DE KOFFIE STAAT KLAAR
WIL JIJ SAMEN MET ONS HET VERSCHIL MAKEN?
WWW.DEBRIES.EU 040 - 780 25 51 info@debries.eu
COLOFON
UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Addie Weenk, Rijkswaterstaat Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD
INHOUD 10
OPLEIDINGEN IN HET NAUW DOOR CORONA De pandemie zorgde het afgelopen jaar voor veel ongemak. Ook op het gebied van (verplichte) opleidingen moest er geïmproviseerd, uitgesteld en aangepast worden.
EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl
ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: David Rozing / ANP ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD
22
SUCCESVOLLE BRONSCHEIDERS Nederland kent volop gemeenten die stevig op bronscheiding inzetten en daar goede resultaten mee boeken. Resultaten die geen aanleiding geven het roer om te gooien.
18
ANNE-MARIE RAKHORST: “WE MOETEN VERSNELLEN EN OPSCHALEN” Tussen de royale aandacht voor de energietransitie lijkt de circulaire economie er bekaaid vanaf te komen. Toch is Anne-Marie Rakhorst tevreden over wat zij en haar team achter de Transitieagenda Consumptiegoederen hebben bereikt.
05 BEZEM 06 AFVALINZAMELING BIJ EXTREEM WEER 12 MARC DONCKERS VAN HET O&O FONDS: “GRAAG MEER VROUWEN BIJ DE INZAMELING” 13 OPLEIDINGSPAKKET ‘ARBO EN VEILIGHEID’ LIVE IN JULI 15 SUCCESVOLLE SCHEIDINGSPROEVEN HOOGBOUW IN VUGHT 17 KLAIR WAARSCHUWT: SITUATIE OP DE GRONDSTOFFENMARKT ESCALEERT 20 MINDER DAN 1/3 KUNSTSTOFVERPAKKINGEN IS GOED RECYCLEBAAR 25 NVRD NIEUWS 27 DE LEDEN CENTRAAL 29 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEKEN: “NIET ALLEEN HALEN, MAAR OOK BRENGEN” 31 INTERNATIONAAL NIEUWS 32 BRANCHENIEUWS 35 CLOSE-UP
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
GRAM #05 juni 2021 | 3
GELEZEN Op de momenten dat ik rustig thuis zit en er niets op televisie is (wanneer wel?) wil ik wel eens een boek pakken. Herkent u dat nog? Er wordt helaas steeds minder gelezen, vaak niet meer dan 140 tekens en een beetje. Erg jammer. Het is beter voor je woordenschat, beter voor je concentratie en vooral ook erg leuk. Er is genoeg voorhanden en haal dat dan vooral ook bij je lokale boekhandel. Als hij of zij je een beetje kent, krijg je ook nog goed advies mee voor een volgende uitdaging. Ik heb zojuist Sapiens uitgelezen. Het is een boek geschreven door
de Israëlische auteur Yuval Noah Harari, een professor aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Een plek met meer dan voldoende historie. Het gaat over de geschiedenis van de mensheid en het is op zijn minst verhelderend maar zeker ook verwarrend. Waarom deze introductie en aanbeveling? Waar ik op deze plek eerder inging op participatie, is Harari erg duidelijk in zijn analyses. Participatie? Das war einmal. Waar van oudsher het gezin, de straat en de buurt de kern van je bestaan vormde, is dat nu overgenomen door de staat en de markt. Verzorging en consumentisme. Zij zorgen wel voor je, in alles. Beangstigende gedachte. Maar ik wil toch iets anders zien. Dan loop ik weer onze kantine binnen voor een broodje gezond (ja ook de frikandel, war einmal) kijk om mij heen en weet dat samenhorigheid nooit ver weg is. Dan lees ik ons huisblad en zie hoe trots mensen zijn op hun werk en hoe blij ze zijn met hun gezin. Dan hoor ik mijn buurman zeggen: “Als je mijn bus wilt lenen voor de verhuizing van je zoon, geen probleem”, en sta je met nog een aantal ouders langs de lijn te vlaggen op een zaterdagmorgen. Ik werk in een vitale sector, met een taak bij wet gegeven, maar het is echt meer dan dat. Samen krijgen we de stad schoon. Veel leesplezier deze zomer.
GRAM #05 juni 2021 | 5
AFVALINZAMELING BIJ EXTREEM WEER
De mannen en vrouwen die afval inzamelen, krijgen steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden. Tropische hitte in een brandende zon of flinke koude met sneeuw, ijzel en gladheid. En vlak de gevolgen van een storm niet uit. Steeds meer diensten bereiden zich goed voor en werken met een protocol. Veiligheid voorop. Bewoners worden zo goed en tijdig mogelijk geïnformeerd.
E
en vuilnisman, chauffeur of machinist heeft met het bedieningsbord voor zijn buik een grote ondergrondse container vol restafval in de inzamelwagen geleegd. In een zwiepende windvlaag probeert hij het heftig deinende gevaarte terug in de uitsparing te manoeuvreren. Zelfs voor de meest ervaren medewerker is het werken onder deze omstandigheden geen sinecure, zeker niet in een omgeving met veel hoogbouw, waar de wind altijd al met onverwacht verraderlijke wendingen waait. MINUS VIJFTIEN GRADEN In de eerste helft van februari maakten de medewerkers van alle afvalinzamelbedrijven een zeer koude week mee, met gevoelstemperaturen van minus vijftien graden Celsius. De zoutstrooiwagens maakten overuren, de vuilnismannen stapten op schoenen met spikes door de sneeuw om zakken te pakken en containers aan de wagen te hangen. Twee weken later was het plotseling plus vijftien graden en werd het thermogoed ijlings vervangen door T-shirts en moest er in de volle zon bijna zonnebrand aan te pas komen. Dat laatste zal deze zomer ongetwijfeld opnieuw gebeuren. Een hittegolf komt elk jaar wel voor, maar door de klimaatverandering lijkt het er op dat ze vaker plaatsvinden, heftiger zijn en langer duren. Extreme weersomstandigheden trekken een wissel op het werk van de afvalinzameldiensten. Dat is de reden waarom de NVRD in de afgelopen jaren een aantal hitteprotocollen heeft opgevraagd en deze informatie heeft verwerkt in een gezamenlijk hitteprotocol. De Vereniging Afvalbedrijven heeft zelfs een handreiking ‘extreme weersomstandigheden’ opgesteld.
6 | GRAM #05 juni 2021
TEKST: RENÉ DIDDE KLEURCODES Bij afvalbedrijf Cyclus, dat de inzameling van negen gemeenten, waaronder Gouda, Bodegraven, en Nieuwkoop voor zijn rekening neemt, werkt Carel Rademakers met het protocol waarin de uitvoering van de werkzaamheden tijdens extreme weersomstandigheden is vastgelegd. “Veel beslissingen nemen we op grond van de kleurcodes die het KNMI afgeeft”, zegt de manager uitvoering bij Cyclus. Bij code oranje of rood gaan de alarmbellen af. “Ik kijk dan of we onze mensen nog voor de storm ondergrondse containers in de bovenladers kunnen laten legen. Zo niet, dan passen we de dienstregeling aan en wachten we tot de storm is gaan liggen. Het leidt er soms toe dat we de volgende dag met twee ploegen op pad gaan”, aldus Rademakers. Behalve het gevaar van de zwiepende grote containers wijst hij op ander, minder voorspelbaar ongemak. “Bij harde wind leggen onze mensen geleegde minicontainers of duobakken plat terug op de stoep, met de deksel uit de wind. We proberen zo goed mogelijk verwaaid PMD van de straat te houden. En eind januari moesten we tijdens een storm twee afvalbrengstations sluiten wegens vallende takken en wegwaaiend spul zoals piepschuim uit de brengcontainers.” Twee weken later hoorde Rademakers code rood, twintig centimeter sneeuw en ijzel afkondigen. Ook toen paste hij de dienstregeling snel aan. “Het was onverantwoord om de mensen op pad te sturen. Je moet niet vergeten dat de hoofdwegen wel flink gestrooid worden, maar de woonstraten niet. En ons buitengebied telt veel dijkwegen. Daar was het spekglad.” Het vroor zo hard dat het gft zat vastgevroren in de container. Ondanks de spikes - schoenen met spijkers eronder - zijn er toch twee mensen gevallen. Rademakers
zorgde voor thermo-ondergoed en petten, en nam uit zijn woonplaats Drimmelen (Noord-Brabant) worstenbroodjes mee. “De week erop hebben we met extra beladers en vereende krachten alles netjes opgeruimd.” Bij de bewoners ontmoette hij begrip. “Nee, geen scheldpartijen. Er waren zelfs veel mensen die uit eigen beweging de containers niet aan de straat zetten. Via pushberichten op services als de afvalkalender, hielden we mensen zo goed mogelijk op de hoogte.” COOLDOWN VESTEN Ook deze zomer zal Carel Rademakers de weerberichten met professionele belangstelling volgen. Boven de 28 graden Celsius gaan er meer mensen mee tijdens de afvalinzamelrondes. Containers worden extra gereinigd, vooral de gft-wagen. Op de afvalbrengstations dragen medewerkers cooldown-vesten en zitten ze zoveel mogelijk in de schaduw. Waar Rademakers een half jaar eerder worstenbroodjes regelde, zorgt hij nu dat de koelkast gevuld is met waterflesjes, de diepvries voldoende waterijsjes bevat en er genoeg zonnecrème in de loods is. Is het gedurende drie dagen warmer dan 35 graden, dan kan hij in overleg met de gemeente een tropenrooster laten ingaan. “Dan beginnen we ruim een uur eerder en gaan onze mensen al om half zes ‘s ochtends op pad, in de hoop dat ze voor half drie klaar zijn.” Ook dan verwacht Cyclus niet veel klachten van bewoners. “Al onze voertuigen zijn elektrisch, zelfs bladblazers werken op stroom, dus wakker zullen ze er niet van worden.” Ook bij het Brabants Afval Team, beter bekend als BAT, werken de medewerkers bij dergelijke hoge temperaturen in Tilburg volgens een tropenrooster, meldt
GRAM #05 juni 2021 | 7
beleidsadviseur Piet van Oirschot. “Je kunt stellen dat het in smalle straatjes in de binnenstad gerust vijf graden warmer is dan in buitenwijken. De gemeente Tilburg heeft hiervoor het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening aangepast door de uiterlijke aanbiedtijd van de duobak te vervroegen van 07.30 uur naar 06.30 uur.” Die verordening regelt ook dat de milieustraten al om 15.00 uur in plaats van 17.00 dicht kunnen. “In de brandende zon, op dat zwarte asfalt, is het medisch onverantwoord om te werken”, aldus de adviseur. Ook in Tilburg liggen de koelkasten vol waterflesjes en is volop zonnecrème beschikbaar. De vriezers bevatten ijsjes en airco draait op volle toeren. Het hoofd inzameldienst neemt de beslissingen en ziet er op toe dat de medewerkers voldoende pauze nemen. “Mensen moeten wel 900 bakken per dag aan de afvalwagen hangen, dus daar kunnen serieuze gezondheidsrisico’s gaan opspelen.” Voor de bewoners verspreidt de gemeente Tilburg ‘pushberichten’ per Whatsapp en de website over de aangepaste tijden, aldus Van Oirschot.
PROTOCOLLEN Bij HVC in Alkmaar hebben ze ook meerdere malen per jaar met extreem weer te maken. “Het verraderlijke is dat een landelijke code geel of oranje lokaal best rood kan zijn", waarschuwt Adriaan Lefeber, die meeschreef aan de landelijke extreemweerprotocollen voor de NVRD en VA. Net als in Tilburg neemt het hoofd afvalinzameling de beslissing om de inzameling tijdens storm,
hitte of koude te staken. “Daarbij luisteren we heel goed naar meldingen van medewerkers die de weersomstandigheden niet vertrouwen om dat zij dat lokaal het beste kunnen inschatten. We werken met een centraal protocol maar we zijn ons er bewust van dat de omstandigheden van plek tot plek kunnen verschillen. Steden aan zee zijn ‘s zomers koeler dan in het binnenland, en de stad is warmer dan een dorp.”
Het weer beïnvloedt direct het werken in de afvalbranche. In de Arbocatalogus Afvalbranche staan maatregelen die de gevaren die zich voordoen bij extreme weersomstandigheden zoveel mogelijk beperken. Bij ieder gevaar geeft de Arbocatalogus Afvalbranche een overzicht van maatregelen en eventuele persoonlijke beschermingsmiddelen om het risico op ongevallen zoveel mogelijk te beperken. In zijn algemeenheid geldt dat bij het opstellen en herzien van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) de risico’s van extreme weersomstandigheden moeten worden beoordeeld. Afhankelijk van de mate van blootstelling worden de maatregelen beschreven. De Stichting Arbocatalogus Afvalbranche heeft afgelopen maand een themablad over Extreem Weer gepubliceerd. Het betreft de zomereditie van dat themablad. In het najaar verschijnt de editie voor winterse omstandigheden. Themabladen en posters zijn te vinden op de uitwisselingswebsite van de Arbocatalogus Afvalbranche.
Verhuur van bovengrondse afvalcontainers
Aanslag
Eigen transportservice
Kinshofer
ConTrade beschikt over een groot aanbod van diverse soorten en typen bovengrondse onderlossende afvalcontainers, welke naar wens van de klant, kort of langdurig, verhuurd kunnen worden.
3-Haak
Schone oplevering
In welke situatie(s) kunnen wij u helpen? ʥ Wanneer tijdelijk extra bijplaatsing van één of meerdere containers is gewenst
Wat bieden wij?
ʥ De aanwezige inzamelmiddelen defect, afgekeurd of onbruikbaar zijn
ʥ Containers met diverse opnamesystemen ‘kinshofer, 3-haak of aanslag’
ʥ De inzamellocaties tijdelijk of langdurig niet bereikbaar zijn
ʥ Containers met verschillende inhoudsmaten variërend tussen 3 en 5 kuub
ʥ Bij herinrichting van stedelijk gebied
ʥ Modulaire containers waarvan opnamesystemen en fractie-inworp gewisseld kunnen worden
8 | GRAM #05 juni 190x130mm_GRAM-C.indd 1
2021
Meer weten? Kijk op www.contrade.nl of bel 085 – 0130 230.
22-1000-0508-01 GRAM mei 2021
07-04-2021 13:17
[Advertorial] OUDE FIETSACCU’S BIJ HET RESTAFVAL:
DAT HEEFT GROTE GEVOLGEN VOOR DE AFVALVERWERKING
Elektrische fietsen zijn populair en dat resulteert in een flinke afvalstroom van fietsaccu’s. Wat doen consumenten met hun oude accu? Volgens de regels leveren ze die in bij een fietsdealer die is aangesloten bij Stibat of bij de milieustraat. Alleen: niet iedereen weet dat, met alle consequenties van dien. “Dat kan en moet anders.” “Steeds vaker berichten nieuwssites over branden in vuilniswagens,” vertelt Arie de Jong, directeur van Stibat. “Die branden worden geregeld veroorzaakt door een oude of kapotte fietsaccu, die een consument uit onwetendheid bij het restafval gooide.” Precies aan die onwetendheid wil Stibat iets doen, samen met milieustraten en gemeenten. “Het is belangrijk dat mensen weten hoe ze veilig omgaan met fietsaccu’s.” VEILIGHEID VOOROP “Fietsaccu’s zijn absoluut veilig in gebruik,” benadrukt De Jong. “Vanwege de chemische samenstelling met lithium-ion zijn het echter wel krachtige energiebronnen. Dat betekent dat we er verantwoord mee om moeten gaan. Niet blootstellen aan volle zon, altijd de originele lader gebruiken en dus niet in de vuilnisbak gooien. Bij de afvalinzameling kan de accu in de pers van de vuilniswagen terechtkomen, waardoor hij geplet wordt en moge-
lijk zo oververhit raakt of kortsluiting maakt zodat de accucellen ontvlammen. Een gevaarlijke situatie.” CONSUMENTEN INFORMEREN Om consumenten beter te informeren over fietsaccu’s, heeft Stibat communicatiemateriaal ontwikkeld voor milieustraten en gemeenten. “Het gaat om kant-en-klare informatie die zij gratis kunnen inzetten, bijvoorbeeld op hun website of in de afvalapp. Maar we hebben ook geplastificeerde posters en inleverinstructies. Het is een compleet pakket dat praktische antwoorden geeft op vragen als Waar kun je fietsaccu’s inleveren?, Waarom is inleveren zo belangrijk? en Wat doe je met een kapotte accu?” DE JUISTE INFORMATIE Het communicatiemateriaal is een aanvulling op de informatievoorzienig van milieustraten en gemeenten. “We willen ontzorgen en bewerkstelligen dat de juiste informatie bij de juiste mensen terechtkomt: de e-bikebezitters. Dat is een gevarieerd gezelschap: van jongeren tot gepensioneerden en van bakfietsouders tot mountainbikers.” Veel fietsliefhebbers zijn milieubewust, dus De Jong verwacht dat de boodschap aanslaat. “Wie zijn fietsaccu op de juiste plaats inlevert, zet het recyclingproces in gang. Heel goed voor het milieu dus!”
COMMUNICATIEMATERIAAL DOWNLOADEN? WWW.STIBAT.NL/GEMEENTEN
OPLEIDINGEN IN HET NAUW DOOR CORONA De pandemie zorgde het afgelopen jaar voor veel ongemak. Ook op het gebied van (verplichte) opleidingen moest er geïmproviseerd, uitgesteld en aangepast worden. Het was een moeilijk maar leerzaam jaar, zeggen twee betrokkenen, SPA en Spaarnelanden.
“H
TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: SPA GROEP
et was geen makkelijk jaar voor ons”, zegt Ronald Ravesteijn, directeur van SPA Groep eufemistisch. SPA verzorgt mbo- en andere opleidingen in de afval- en reinigingsbranche. “We moesten cursussen afzeggen of uitstellen, alternatieve leslocaties vinden, roosters opnieuw inplannen, het hele onderwijs digitaliseren. Het was echt een monsterklus, al met al.” ONMOGELIJKE SPAGAAT Een van de meest precaire knelpunten zat hem in het wel of niet door mogen gaan van mbo-trainingen. Ravesteijn: “Daar was veel onduidelijkheid over. Het ministerie had beslist dat mbo-opleidingen voor kwetsbare mensen door mochten gaan, terwijl sommige gemeenten of reinigings-NV’s geen toestemming gaven om aan lessen deel te nemen. Ze wilden geen evenementen, geen samenkomsten en dus ook geen cursus of training voor hun medewerkers. Die tegenstellig bracht ons in een onmogelijke spagaat. Daarnaast wilde het ROC dat we op een of andere manier toch onderwijs gaven. Het ROC schrijft zijn leerlingen namelijk uit van de opleiding, als die geen lessen volgen. Uiteindelijk hebben we een deel van de problemen op kunnen lossen door met halve klassen te gaan werken, op ruimere locaties, digitale lessen, meer praktijk, uitstel van theorie, verlenging van lesjaren enzovoort. De regels en voorwaarden waren iedere keer weer anders, dat was voor iedereen erg verwarrend en frustrerend.” Volgens Ravesteijn waren het afgelopen jaar verschillende fases herkenbaar. “In het begin, maart en april vorig jaar, mocht er helemaal niets meer. Dat was niet leuk maar wel duidelijk. Toen moesten we echter al snel improviseren, omdat grote steden kampten met enorme toename aan huishoudelijk afval. Ze hadden zeer dringend behoefte aan trainingen voor kraanmachinisten, die het vele afval op konden ruimen. Wij hebben toen praktijkonderwijs op straat bedacht: onze instructeurs reden achter de leerling aan om hem te begeleiden. Het theoretische deel kregen ze digitaal. Zo hebben we bijvoorbeeld Amsterdam toch van voldoende en geldige kraanmachinist-certificaten kunnen voorzien.” DIGITAAL LES Later in het jaar kwam de fase waarin de verschillen groot waren. “De ene werkgever stond wel de noodzakelijke cursussen toe, de andere helemaal niet. Toen zijn we overgeschakeld op zo veel mogelijk digitaal lesgeven. Dat was nog niet makkelijk, want veel leerlingen waren
10 | GRAM #05 juni 2021
dat niet gewend en wisten niet hoe hun laptop werkte, als ze die al hadden, ze hadden geen beeld of geluid, konden niet inloggen. Onze leerlingen zijn voornamelijk jongens die graag met hun handen werken, soms hebben ze niet eens wifi. Wij hadden speciaal twee medewerkers vrijgemaakt om leerlingen te bellen en stap voor stap te helpen met de computer en de software. Anders kregen ze het niet voor elkaar.” Ook het zoeken naar andere locaties voor de fysieke lessen was een hele klus. “Om anderhalve meter afstand te kunnen houden, zijn we uitgeweken naar kerkjes, buurthuizen, theaters. Soms was dat echt een drama, stonden er leerlingen uit heel het land voor de deur van een buurthuis te wachten, en kwam de beheerder niet opdagen. Konden ze er gewoon niet in, moesten ze weer anderhalf uur terug naar huis rijden. Dat soort treurige dingen zijn gebeurd. Ook waren leerlingen wel eens boos omdat ze de digitale lessen niets vonden. Of ze waren gefrustreerd omdat ze niet wisten wanneer ze eindelijk examen zouden mogen doen. De situatie was ook voor hen heel stressvol, dat moet je niet onderschatten.”
RONALD RAVENSTEIJN: “ DE REGELS EN VOORWAARDEN WAREN IEDERE KEER WEER ANDERS, DAT WAS VOOR IEDEREEN ERG VERWARREND EN FRUSTREREND. ” ROERIG JAAR Ook voor SPA zelf was het een roerig en zwaar jaar. “Onze medewerkers hebben gigantisch veel extra werk verzet om alles in goede banen te leiden. Docenten moesten bijgeschoold worden om goed online les te kunnen geven, we moesten veel extra apparatuur aanschaffen zoals tablets, monitoren, microfoontjes, camera’s noem maar op. We hebben leerjaren verlengd en lessen moeten herhalen om echte, volwaardige diploma’s uit te kunnen blijven reiken. En door de vertragingen en opgelopen achterstand kunnen nieuwe klassen nu later beginnen. Alles bij elkaar heeft ons dat heel wat extra geld gekost.”
Online les via Zoom Toch is Ravesteijn niet pessimistisch. “We hebben er zelf ook ontzettend veel van geleerd natuurlijk. We hebben nu een digitaal lesplatform dat werkt. Dat is nuttig voor de toekomst, want die vorm van onderwijs blijft. Sinds corona besteden we bovendien in alle mbo-opleidingen, ook bij de laagste niveaus, aandacht aan digitale vaardigheid, zodat onze leerlingen beter met de computer om kunnen gaan.” En ondanks de achterstand en de huidige corona-beperkingen, zijn er toch veel aanmeldingen en starten er rond deze tijd weer volop nieuwe trainingen bij SPA. “Gemeenten en reinigingsbedrijven zijn na een jaar corona minder angstig geworden en vinden nu vaker dat opleidingen door moeten gaan. Soms hebben ze eigenlijk ook geen keus. Voor het omgaan met gevaarlijke voertuigen heb je gewoon een certificaat nodig, dat is arbo-technisch verplicht. Veel gemeenten moeten daar nog een flinke inhaalslag gaan maken, de komende tijd. Gelukkig is er bij onze cursussen en trainingen door corona niemand ziek geworden het afgelopen jaar. Dat bewijst dat we het echt coronaproof en veilig hebben gedaan.” SPAARNELANDEN Spaarnelanden koos voor de veilige weg en heeft een jaar lang bijna alle opleidingen stilgelegd. “We wilden geen risico’s lopen, bij ons is het veiligheid voor alles”, verklaart social resourcemanager Fleur Jansen deze stap. Vanaf de eerste persconferentie over corona, maart vorig jaar, besloot Spaarnelanden alle opleidingen en trainingen voor het personeel te annuleren. “Alleen in de zomermaanden, toen de overheidsmaatregelen iets versoepeld werden, konden we iets doen”,
vult social resource-adviseur Stephanie Geertsma aan. “Dat waren vooral code-95 trainingen, voor het groot rijbewijs van chauffeurs, en VCA-opleidingen, veiligheidscertificaat aannemers. Die certificaten zijn noodzakelijk om aan de wettelijke eisen te kunnen voldoen. Gelukkig gaf het CBR uitstel vanwege corona. Normaal moet elke chauffeur in vijf jaar 35 punten halen om zijn groot rijbewijs geldig te houden. Die punten kan hij halen via de code-95 trainingen. Dankzij de versoepelingen van het CBR zijn we niet in de problemen gekomen.” Pas dit jaar, ook weer in maart, heeft Spaarnelanden de opleidingen weer opgepakt. “Toen corona uitbrak, hadden we geen achterstand in opleidingen”, aldus Jansen. “Dat heeft ons wel geholpen, we konden wat tegenslag hebben. Een voordeel was ook dat onze chauffeurs allround opgeleid zijn. Het afval nam vooral tijdens de eerste lockdown enorm toe, onder meer op de milieustraten, maar we hadden genoeg gecertificeerde medewerkers standby staan om alles te kunnen verwerken.” Toch heeft corona, en een jaar vrijwel zonder opleidingen, er flink ingehakt, geeft Jansen toe. “We zaten dit voorjaar op een achterstand. Er zijn veertien opleidingen doorgeschoven naar 2021 en zo’n tachtig medewerkers moeten deze opleidingen nog volgen. Maar we zitten op schema, wij denken dat het gaat lukken.” Uiteraard zijn ook bij Spaarnelanden de opleidingen veel meer gedigitaliseerd. Online les volgen is een blijvertje, zeggen de twee srm-medewerkers. Als Jansen en Geertsma het corona-jaar samen moeten vatten in één woord, zeggen ze allebei: “Leerzaam. We hebben geleerd hoe wendbaar en veerkrachtig wij als organisatie zijn, dat is voor Spaarnelandens een opsteker.”
GRAM #05 juni 2021 | 11
MARC DONCKERS VAN HET O&O FONDS:
“GRAAG MEER VROUWEN BIJ DE INZAMELING” De afvalsector kan wel wat meer vrouwen en jongeren gebruiken, vooral op de werkvloer. Het O&O fonds lanceert dit jaar een campagne om de instroom van die doelgroep te bevorderen.
“O
TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: BABET HOGERVORST
ver jongeren hebben we geen specifieke cijfers, maar vrouwen zijn aantoonbaar ondervertegenwoordigd in de afvalsector”, licht Marc Donckers toe, algemeen secretaris van het O&O fonds. “Over de hele linie werken er nu 85% mannen en 15% vrouwen. Op uitvoeringsniveau, zoals chauffeurs, beladers en milieustraatmedewerkers, zal die verhouding nog schever liggen. Terwijl de afvalbranche een interessante sector is om in te werken, ook voor vrouwen. Dat willen we in de campagne benadrukken.” PRAKTISCHE BEROEPEN Ook jongeren kiezen minder makkelijk voor instroombanen in de afvalsector. Enerzijds komt dat volgens Donckers omdat de bevolking vergrijst en het aantal basisschoolkinderen afneemt, anderzijds omdat minder kinderen kiezen voor het vmbo. “Doorstuderen is de trend, waardoor het aantal handjes in praktische beroepen afneemt. Dat is niet alleen bij ons zo, dat is bij alle sectoren het geval.” De campagne is nog in ontwikkeling en Donckers kan nog weinig zeggen over de definitieve vorm, maar ze is dus bedoeld om meer vrouwen en jongeren te interesseren voor de afvalbranche. “We zullen vooral via de sociale media communiceren, in de hoop dat gemeentereinigingsdiensten en afvalbedrijven de campagne omarmen en verder verspreiden onder hun doelgroep. De bedoeling is dat we daarin samen gaan werken met de NVRD, dat hebben we in het verleden ook vaak gedaan, met succes.”
12 | GRAM #05 juni 2021
AMBOR Een van de bekendste wapenfeiten van het O&O fonds (voorheen afdeling Afval & Milieu, nu GEO), is het mede ontwikkelen en financieren van de Ambor-opleidingen. Donckers: “Dat was en is een mbo-opleidingspakket voor medewerkers in de afvalbranche. Die opleidingen bestonden voorheen niet en hebben veel betekend voor de carrièremogelijkheden van afvalmedewerkers. Zo’n 2000 mensen hebben hier inmiddels hun mbo-diploma gehaald.” De Ambor-opleidingen worden gegeven in nauwe samenwerking met de NVRD. Ook op het gebied van veiligheid, gladheidbestrijding en milieu ondersteunde het O&O fonds tal van opleidingen. “Ons fonds is gericht op instroom en doorstroom van
de arbeidsmarkt”, aldus Donckers. “Wij worden gefinancierd vanuit cao-afspraken. Zowel vakbonden als werkgevers storten een loondeel in ons fonds, zodat wij daarmee de arbeidsmarkt kunnen ontwikkelen en versterken.” Samenwerking met de NVRD is volgens Marc Donckers onontbeerlijk. “De achterban van de NVRD is veel groter dan die van ons. Om tot successen te komen, is het nodig dat je intensief met elkaar optrekt en de krachten bundelt. De afgelopen jaren hebben de NVRD en ons fonds samen bijvoorbeeld de Vakdag georganiseerd voor chauffeurs en beladers. Dat sloeg enorm goed aan. Dit voorjaar moesten we deze beroependag afgelasten vanwege corona, maar ik hoop zeker dat we dit evenement weer op gaan pikken in de toekomst.”
Marc Donckers: “Doorstuderen is de trend, waardoor het aantal handjes in praktische beroepen afneemt.”
OPLEIDINGSPAKKET ‘ARBO EN VEILIGHEID’ LIVE IN JULI In een overleg tussen afvalinzamelbedrijven en het O&O fonds GEO (Grondstoffen, Energie & Omgeving) bleek dat deze bedrijven behoefte hebben aan een ARBO- en veiligheidsopleiding, die nauw aansluit: enerzijds bij de werkzaamheden van de chauffeur/beladers en de medewerkers in de openbare ruimte en anderzijds bij de leerstijl van de doelgroep.
N
TEKST: BART VAN EGGELEN, BELEIDSADVISEUR BIJ O&O FONDS GEO BEELD: HUB CREATIONS
a een positief besluit door het O&O bestuur GEO startten in januari 2021 het ontwikkelbureau Hub Creations en inhoudsdeskundigen van de afvalinzamelbedrijven met de ontwikkeling van het opleidingspakket ‘Arbo en Veiligheid’. Met dit pakket beschikken de bedrijven over aantrekkelijke en interactieve leermiddelen om hun chauffeurs/beladers en hun medewerkers in het beheer buitenruimte (BBR) te instrueren. Het opleidingspakket bestaat uit de volgende onderdelen: • MINI-MODULES PER THEMA Voor de uitvoerenden zijn dit 13 thema’s, waaronder ‘Gevaren en risico’s’, ‘Veiligheidsgedrag’ en ‘Persoonlijke beschermingsmiddelen’. Elk thema heeft instructiefilmpjes, een dilemma praktijk quiz, interactieve afbeeldingen en een checklist werkinstructie. Als afsluiting
krijgt de gebruiker een toets, waarbij hij bij een positief resultaat een certificaat ontvangt. • CLASSROOM TRAINING Dit onderdeel bevat alle filmpjes van de e-learning aangevuld met teamopdrachten en complexere praktijkopdrachten. Het trainingsschema is zo opgezet, dat de groep na elke 15 minuten een andere werkvorm krijgt. Daarmee houden we de training leuk, afwisselend en motiverend en blijft de concentratie optimaal. • WEBAPP Met deze app krijgt de gebruiker vragen, waarmee hij door ‘practice and drill’ zijn parate kennis kan vergroten. • TOOLBOX Voor de leidinggevenden zijn er 13 toolboxen, die overeenkomen met de thema’s uit de e-learning. In iedere toolbox staat een opdracht of een dilemma centraal, die uitnodigt tot discussie.
Schermafbeelding van een quizvraag uit een mini-module.
Voordat het opleidingspakket live gaat, is er voor de bedrijven een previewsessie gepland. In deze sessie tonen we de verschillende onderdelen van het pakket en hoe je deze in je bedrijf kunt inzetten. Deze MS Teamssessie organiseren we op donderdagmiddag 1 juli van 15.00 tot 15.30 uur. Geïnteresseerd? Meld u dan aan voor deze sessie via e-mail: bveggelen@oof.nl. CERTIFICAAT Henk Berends, KAM-coördinator van Rova en betrokken bij de ontwikkeling van het pakket: “Dit opleidingspakket is een waardevolle aanvulling op de VCA-opleiding. Omdat VCA niet op alle punten goed aansluit op het werk van de afvalinzameling én BBR, waren wij al op zoek naar een instructie die herkenbaar is voor onze collega’s. In ons overleg met KAM-functionarissen van collega-bedrijven wisselden we regelmatig ervaringen en materialen uit. Dankzij dit opleidingspakket bundelen we de materialen en stelt het O&O fonds deze digitaal beschikbaar. Naast basis VCA zullen we deze e-learning voor de uitvoerenden en de operationeel leidinggevenden verplicht stellen. Binnen een periode van bijvoorbeeld zo’n drie maanden moet een nieuwkomer het certificaat behalen. Met de middelen uit het opleidingspakket kun je als bedrijf zelf de scholing of instructie verzorgen. Het is ook een goede optie dat je een externe trainer inhuurt om met het pakket de arbo- en veiligheidsscholing te verzorgen. Voor de toekomst van het pakket is het belangrijk dat jaarlijks onderhoud wordt gepleegd. Met de vertegenwoordigers van de bedrijven inventariseer je welke inhoud je moet actualiseren. En uiteraard verwerken we de feedback van de gebruikers.”
GRAM #05 juni 2021 | 13
[Advertorial] SIDCON MILIEUTECHNIEK B.V.:
DE LAT KAN HOGER ALS HET GAAT OM GFE BIJ HOOGBOUW
Bij Sidcon doen ze meer dan alleen containers maken. “Wij willen gemeenten graag helpen hun ambitieniveau bij te stellen als het bijvoorbeeld gaat om gfe bij hoogbouw”, zeggen directeuren Reinier Siderius en Boris Gubbels. Gfe bij hoogbouw is in veel stedelijke gebieden een knelpunt. Veel gemeenten hebben moeite hun afval hier goed te scheiden en vaak gaan ze ervanuit dat het nauwelijks beter kan. Volgens Siderius en Gubbels ligt dat genuanceerder en is er beduidend meer mogelijk dan veel gemeenten denken. “Wij hebben bijvoorbeeld een Freshstation Organic ontwikkeld, een gekoelde container voor etensresten die nauwelijks geur- of insectenoverlast oplevert. Daar hebben we zeer geslaagde proeven mee gedaan. Met de Freshstation Organic werd maar liefst 70 tot 80 procent van het gfe bij appartementengebouwen gescheiden ingezameld. Dat is een opvallend goed resultaat. Door de koeling wordt niet alleen geuroverlast voorkomen, het gfe blijft ook in een betere conditie waardoor het omgezet kan worden in hoogwaardigere compost.” De Freshstation Organic is één van de mogelijke oplossingen om meer gfe gescheiden in te zamelen bij hoogbouw. Siderius en Gubbels geven toe dat het systeem voor de inzamelaar iets meer handelingen vergt. “De cocon moet geopend worden en staat vaak binnen, in een centrale hal of fietsenberging. Maar de Freshstation
Organic bewijst wel dat het kán. Het zou toch mooi zijn als gemeenten serieuzer naar dit soort oplossingen zouden willen kijken.” Het valt Sidcon op dat gemeenten met relatief lage doelstellingen vaak al tevreden zijn. Gubbels: “Ik ken grote steden die mikken op 20 procent gfe bij hoogbouw. Dat ambitieniveau is natuurlijk heel bescheiden. Wij kunnen gemeenten helpen hun scheidingspercentages te verbeteren en zo een grotere bijdrage te leveren aan het milieu. Minstens een derde van het restafval bij hoogbouw bestaat uit etensresten. Die kostbare organische grondstof wordt nu onnodig verbrand, dat sluit niet aan bij Europese doelstellingen voor een circulaire economie.” Siderius vult aan: “Een ander nadeel is dat het gfe in restafval de folies en plastic verpakkingen ernstig vervuilt. Dat vormt met name een probleem voor gemeenten die kiezen voor nascheiding. En dat zijn er steeds meer.” Redenen te over dus om de lat wat hoger te leggen als het gaat om gfe bij hoogbouw. “Wij kunnen samen met gemeenten naar goede, passende oplossingen zoeken”, aldus Gubbels. “Rekening houdend met randvoorwaarden. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat hoogbouwbewoners best bereid zijn een stukje te lopen met hun restafval. Voor gfe geldt die bereidheid niet. Mensen willen hun zakje etensresten heel dicht bij hun voordeur kwijt kunnen, anders nemen ze de moeite niet en gooien ze het alsnog bij het restafval. Dat zijn belangrijke zaken om rekening mee te houden.”
CONTACT: WWW.SIDCON.NL
SUCCESVOLLE SCHEIDINGSPROEVEN BIJ HOOGBOUW IN VUGHT Vught wil graag de hoogbouw meekrijgen in de circulaire ambities van de gemeente. In september 2017 startte een proef in appartementencomplex Het Vughtse Hart om te kijken hoe bewoners te bewegen tot goede afvalscheiding. Deze proef was geslaagd: het resulteerde in tweederde minder restafval en enthousiaste bewoners die actief gingen meedenken. De gemeente besloot daarom om deze proef in 2020 bij meer complexen te starten. Wethouder Potters: “We willen dat zo min mogelijk te recyclen stromen bij het restafval gegooid worden. Daarom sturen we erop dat gft-afval niet in de grijze bak verdwijnt, dat is zonde!”
D
TEKST: ADDIE WEENK I.S.M. DE AFVALSPIEGEL BEELD: GEMEENTE VUGHT
e proef in 2017 vond plaats in een complex in het centrum, met 48 appartementen in verschillende groottes, waarvan 31 koop en 17 huur. De hoeveelheid restafval bij hoogbouw in de gemeente Vught was bijna 250 kilogram per persoon per jaar. Voor veel flats lag dat waarschijnlijk nog wat hoger. De scheidingsfaciliteiten bij het complex voorafgaand aan de proef waren beperkt: in de afgesloten, overdekte buitenruimte van het complex stonden vier restafvalcontainers (3 x 1.100 liter en 1 x 770 liter) en twee papiercontainers (240 liter) voor alle bewoners van het complex samen. Het kunststof verpakkingsmateriaal en de drankenkartons mochten tweewekelijks in zakken aan de straat worden gelegd, net als in de rest van Vught.
Toen de gemeente de proef startte, waren de bewoners sceptisch: “We doen al lang aan scheiding!” Die sceptische houding veranderde toen tijdens een aftrapbijeenkomst de harde cijfers en de resultaten van een sorteeranalyse op het restafval werden gepresenteerd. Dat werd nog versterkt door de aankondiging van de nieuwe faciliteiten: naast de twee verzamelcontainers voor restafval kwamen er drie minicontainers (240 liter) voor GFT (met biozak) en een 770 liter container voor PD. De twee minicontainers voor papier werden vervangen door één 770 liter container. De bewoners kregen ook een keukenbakje (Ventimax, met composteerbare zakjes) voor groente-, fruit- en Ventimax GFT-keukenbakje. etensresten aangeboden. RESULTATEN HET VUGHTSE HART De aangeboden faciliteiten en hulpmiddelen hebben boven verwachting zoden aan de dijk gezet: de hoeveelheid restafval daalde van 245 naar 85 kilogram per persoon per jaar. En het lijkt nog ver-
der te dalen na de proefperiode. De inzameling van GFT en PD kende een bliksemstart: van 0 naar 64 kilogram GFT per persoon per jaar en 16 kilogram PD per persoon per jaar. Daarbij moet vermeld worden dat er ook nog PD in zakken aan de straat wordt aangeboden. Het nieuwe elan had ook zijn weerslag op de papier inzameling: die steeg van 53 naar 79 kilogram. De gemeente heeft uiteraard de resultaten teruggekoppeld naar de bewoners, zowel tussentijds als aan het einde van de proef. De bewoners zijn blij met hun faciliteiten en trots op hun prestaties.
100% = 245 kg GF(T) papier en karton hygiënisch papier drankkartons kunststoffen glas metalen textiel puin en keramiek hout klein chemisch afval wit- en bruingoed overig afval
Uit de sorteeranalyse vooraf blijkt dat ruim de helft van het restafval van Het Vughtse Hart bestaat uit GFT-afval. MEERDERE COMPLEXEN MET GESCHEIDEN INZAMELING Begin 2020 zijn bij vier nieuwe hoogbouwcomplexen mogelijkheden gecreëerd voor gescheiden inzameling van GFT-afval en plastic, blik en drankkartons (PBD). Het gaat bewust om complexen met zowel ouderen als jongeren. Wethouder Potters: “We willen alle inwoners van onze gemeente helpen om beter te scheiden, ook bewoners van hoogbouw. Daarom is het logisch dat de proef in Het Vughtse Hart een vervolg heeft gekregen bij andere locaties”. Bewoners zijn tijdens een bewonersavond uitgebreid
GRAM #05 juni 2021 | 15
geïnformeerd en kregen bij de start een geventileerd keukenbakje. Ook de resultaten uit Het Vughtse Hart werden toegelicht. Volgens de gemeente waren veel bewoners sceptisch aan het begin van de proef, omdat ‘in de hoogbouw toch bijna geen GFT vrijkomt’. Het tegendeel bleek waar te zijn. Na de start van de GFT-inzameling bij de hoogbouw werden er op verschillende plekken zelfs extra groene bakken aangevraagd. In het begin waren bewoners bang voor het aantrekken van ongedierte en stank, maar dat blijkt mee te vallen. De kwaliteit van het GFT is van hetzelfde niveau als in de laagbouw, dus dat gaat goed.
Uitleg tijdens een bewonersavond. Naast de 15 GFT-containers van 240 liter zijn er in totaal 11 containers geplaatst voor PBD-afval. Elke twee weken worden de goed gevulde GFT-containers geleegd. Bij alle locaties is de hoeveelheid PBD fors toegenomen. Bij drie locaties is zelfs meer papier ingeza-
16 | GRAM #05 juni 2021
meld. Daardoor is bij drie van de vier complexen veel minder restafval vrijgekomen. Zelfs bij de ouderen is de hoeveelheid restafval gedaald, ook al koken zij vaak niet zelf. Bij het complex met senioren moest zelfs een grotere PBD-container komen en een extra GFT-container. Ook in de coronatijd bleef het restafval lager. PROEVEN BIJ BOVENWONINGEN In juni 2020 startte ook een proef bij bovenwoningen. Deze bewoners hadden eigen minicontainers voor GFT- en restafval. Bewoners klaagden over stankoverlast door de containers in hun berging. Zij kregen aan het begin van de proef verzamelcontainers voor restafval, GFT-afval, papier en PBD. Hiervoor is een containerhok gebouwd. Momenteel betalen deze bewoners nog het laagbouwtarief als het gaat om de afvalstoffenheffing (betalen per lediging). Als de proef slaagt, betalen zij straks het hoogbouwtarief (vast tarief). Bij de bovenwoningen is het wel lastiger gebleken om een plek te realiseren voor de verzamelcontainers. Deze moeten bijvoorbeeld op een parkeerplek komen. Op één locatie bleek het te lastig om een goede plek te vinden voor de verzamelcontainers, daar is de proef helaas niet van start gegaan. De proef zou in nog een appartementencomplex gestart moeten zijn, maar dit is vanwege corona uitgesteld. Inmiddels is bekend dat de proeven bij bovenwoningen ook positief uitpakken. GFT-VOORZIENINGEN BIJ ALLE COMPLEXEN? Het is de bedoeling dat alle complexen in Vught een GFT-voorziening krijgen. De evaluatie van deze complexen zou aan bod komen tijdens de discussie in de gemeenteraad in september 2020. Deze discussie is doorgeschoven naar 2021 als gevolg van de herindelingsverkiezingen. Dan wil de gemeente een besluit nemen of ze GFT-scheiding gaan uitbreiden naar alle hoogbouwcomplexen in Vught. De gemeenteraad is in ieder geval positief over de proeven.
KLAIR WAARSCHUWT: SITUATIE OP DE GRONDSTOFFENMARKT ESCALEERT De schaarste op de grondstoffenmarkt neemt ernstige vormen aan. De prijzen van vooral staal en kunststof stijgen spectaculair en levertijden lopen op. Afvalbedrijven en gemeenten gaan daar last van krijgen, waarschuwt Klair. Inzamelmiddelen, zoals containers, worden duurder of zijn straks helemaal niet meer leverbaar. Klair, branchevereniging voor containerproducenten, signaleert ernstige problemen. “Sinds begin dit jaar zijn de prijzen op grondstoffenmarkt verdubbeld en niemand weet waar dit eindigt”, aldus Klair-secretaris Willem van de Pieterman. “We hebben nu al leden die hun contracten niet na kunnen komen, eenvoudig door overmacht. De voorraden raken op, leveranties van nieuwe grondstoffen stagneren, prijzen escaleren. Het is echt problematisch, dit hebben we nooit eerder gezien.” Wat is er aan de hand? Volgens een brandbrief van Klair wordt de Europese industrie momenteel geconfronteerd met ernstige grondstoftekorten en extreme prijsstijgingen. Die knelpunten worden veroorzaakt door de aantrekkende wereldeconomie en logistieke problemen. Vooral landen als de VS en China trekken de markt leeg, aldus Klair. Daarbij is er veel vraag naar bepaalde grondstoffen voor beschermende artikelen tegen covid-19. Dat legt een extra druk op de grondstoffenmarkt. ROLCONTAINERS Veel inzamelmiddelen, zoals ondergrondse containers, zijn gemaakt van staal en kunststof. Producenten van rolcontainers gebruiken voornamelijk polymeren, zoals polyethyleen (HDPE) en polypropyleen. Volgens Klair worden de producenten nu geconfronteerd met prijsverdubbelingen, het eenzijdig beëindigen van leveringscontracten, annuleringen van toegezegde leveringen en drastische toeslagen na levering zonder voorafgaande kennisgeving. Overstappen op gerecycled HDPE (polyethyleen) is in een aantal gevallen wel mogelijk, maar ook daar zijn de prijzen enorm gestegen. Bovendien is het gerecyclede materiaal niet altijd in voldoende hoeveelheden en van constante kwaliteit beschikbaar.
ser en/of duurder zullen gaan worden. Secretaris Van de Pieterman ziet de ontwikkelingen met grote bezorgdheid op de Nederlandse markt afkomen. “Gemeentereinigingsdiensten en afvalbedrijven kan ik alleen maar adviseren: let op je inkoop en haal orders naar voren als dat kan. Ga in gesprek met je leverancier, over lopende en komende leveringen, en overleg tijdig over de juiste oplossingen. Voor nieuwe aanvragen zal er wellicht met dagprijzen De prijzen van koudgewalst staal, nodig voor bijvoorbeeld ondergewerkt gaan worden, levertijgrondse containers, zijn bijna verden moeten misschien worden dubbeld. aangepast. We zullen samen naar oplossingen moeten zoeken. Niemand weet hoe zich dit in de nabije toekomst gaat ontwikkelen, maar voorlopig is er helaas geen enkele zekerheid op ontspanning van de schaarste.” Meer informatie over CBS-prijsindexen voor HDPE kunststof en staal is te vinden op de website klair.nl of andere openbare bronnen.
Prijsontwikkeling Kunststof HDPE 2021 Klair
Ook bij koudgewalst staal, nodig voor bijvoorbeeld ondergrondse containers, is de situatie alarmerend. De prijzen zijn bijna verdubbeld, de verwachting is dat deze trend zich voortzet. Oorzaak is de veel hogere vraag uit Europa, China en Amerika door het economische herstel. Verder worden de leden van Klair, de Nederlandse containerproducenten, geconfronteerd met extra kosten voor het milieuvriendelijk produceren van staal en hogere importtarieven. Traditioneel zijn juli en augustus de maanden waarin de producenten groot onderhoud en reparaties uitvoeren. BEZORGDHEID Deze hele situatie brengt de productie van talloze producten in gevaar, aldus Klair. Voor de afvalbranche zijn het vooral de inzamelmiddelen, zoals containers en chips, maar ook kranen en voertuigen die schaar-
2021 Virgin
2021 Regranulaat
2021 Maalgoed
GRAM #05 juni 2021 | 17
ANNE-MARIE RAKHORST OVER DE CIRCULAIRE ECONOMIE:
“WE MOETEN VERSNELLEN EN OPSCHALEN” Tussen de royale aandacht voor de energietransitie lijkt de circulaire economie er bekaaid vanaf te komen. Toch is Anne-Marie Rakhorst tevreden over wat zij en haar team achter de Transitieagenda Consumptiegoederen hebben bereikt. “Er gebeurt veel, maar de vraagt blijft of het snel genoeg gaat.”
B
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND
egin 2018 zagen de vijf transitieagenda’s naar een circulaire economie in 2050 het levenslicht. Naast Kunststoffen, Bouw, Maakindustrie en Biomassa & Voedsel is er een agenda voor het brede domein van de consumptiegoederen. Voor het transitieteam voor deze agenda werd duurzaam ondernemer Anne-Marie Rakhorst aangetrokken. Rakhorst geldt als een boegbeeld op duurzaamheidsgebied. Alweer bijna zeven jaar geleden verkocht ze haar adviesbureau Search en begon ze haar platform Duurzaamheid.nl. De transitieagenda voor consumptiegoederen telt 38 doelen, zoals het uitbannen van wegwerpproducten en het verduurzamen van producten met een langere omloopcyclus. Als we Rakhorst vragen na vier jaar de balans op te maken, geeft ze gedreven antwoord. Het team heeft volgens haar flink wat ontwikkelingen in gang gezet. Als het niet zelf de aanjager
was, dan was het wel de trekker en duwer van lokale en regionale initiatieven. “We zitten er lekker in”, zegt Rakhorst in onvervalst Brabants. “Ik werk er heel hard aan en ik haal veel plezier uit mijn werk. Als team praten we veel met de koplopers in het bedrijfsleven en ook met de wetenschap. Er zijn ontzettend veel mensen die met passie invulling geven aan de circulaire economie. Er gebeurt veel, maar de vraagt blijft of het snel genoeg gaat. Op sommige plekken in het land gaat het heel goed. Veel oplossingen zijn al beschikbaar. Nu is het zaak te versnellen en op te schalen.”
“ WE MOETEN NAAR EEN MEER HOLISTISCHE AANPAK TOE. CO2REDUCTIE EN CIRCULARITEIT GAAN HAND IN HAND. ” ICOONPROJECTEN Een van de manco’s, vindt Rakhorst, is de versplintering van initiatieven in het land. “Niet dat overal opnieuw het wiel wordt uitgevonden, maar het overzicht ontbreekt. Daarom hebben we zo goed mogelijk de stand van zaken op een rij gezet, zodat iedereen daarvan kan leren. Belangrijk is de front-runners een podium te bieden.” Als voorbeeld noemt ze de dertien icoonprojecten. Zo heeft het transitieteam aan de wieg gestaan van de Dutch Circular Textile Valley, waarin vier regionale hubs werken aan hoogwaardige recycling van vezels en een circulaire textielketen. “Dat was erg belangrijk voor ons. Textiel is uitermate vervuilend. In de coronacrisis is bovendien een stuwmeer aan afgedankte kleding ontstaan. De textielcontainers puilden uit. Kleding kon amper nog worden ingezameld en gesorteerd. Als we niet opletten verdwijnt alles in de verbrandingsoven. Daarom ben ik blij dat de producentenverantwoordelijkheid voor textiel vanaf 2023 geregeld is. Voor matrassen hebben we die winst al kunnen incasseren. Over een aantal jaren is er recyclingcapaciteit genoeg.”
18 | GRAM #05 juni 2021
Voor meubels en plaatmaterialen willen Rakhorst en het transitieteam in een icoonproject naar een vrijwillige vorm van producentenverantwoordelijkheid toe. “De ervaringen die we bij textiel en matrassen hebben opgedaan, kunnen we daar inzetten. In de icoonprojecten hebben we laten zien dat het mogelijk is dingen anders en circulair te doen. Zolang we de bestaande structuren maar kunnen doorbreken.” BEWUSTWORDING Ook de 22 circulaire ambachtscentra wil Rakhorst beslist niet ongenoemd laten. Dit icoonproject wil in 2030 een landelijk dekkende structuur realiseren van deze combinatie van milieustraat, kringloopwinkel en reparatiewerkplaats. “Daar zijn we erg trots op. Ook gemeenten zijn hierbij betrokken. Het stimuleert hoogwaardig hergebruik en het is goed voor de sociale werkgelegenheid.” Het VANG-programma (Van Afval Naar Grondstof) van gemeenten en Rijk staat ook in de rij van icoonprojecten. “Dat is niet een project waar echt onze naam op staat”, geeft Rakhorst toe, “maar we hebben het programma toegevoegd omdat we het belangrijk vinden. Er wordt bij VANG hard gewerkt aan meer bewustwording en gedragsverandering bij het grote publiek. Daar moeten we veel meer doen, willen we verder komen met circulariteit. Ook pleiten we ervoor daar digitalisering voor in te zetten, om informatie over producten snel met consumenten te kunnen delen zodat ze veel bewustere keuzes kunnen maken. Zo zou je een digitaal productenpaspoort moeten maken, dat aangeeft welke grondstoffen er in een product zitten. We zien digitalisering ook als een dwarsdoorsnijdend thema voor de andere transitieagenda’s. Dat gaan we nog verder invullen. Ook bij de andere transitieteams, zoals die voor Kunststoffen en Bouw, groeit het besef dat we meer samen op moeten pakken. Er is zoveel overlap.” Onvermijdelijk, benadrukt Rakhorst, is de circulaire economie te koppelen aan de energietransitie en het klimaatbeleid. “Als we dat niet doen, gaan er dingen faliekant mis. Voor de energietransitie hebben we immers heel veel grondstoffen nodig, denk aan bijzondere metalen als kobalt voor windturbines en de accu’s van elektrische auto’s. Dat zijn allemaal schaarse materialen en de grondstoffenhonger neemt wereldwijd toe. Bij de klimaatafspraken in Parijs en in ons eigen Klimaatakkoord is dit vraagstuk onvoldoende belicht, maar we lopen hier vol tegenaan bij de uitvoering van de transitieagenda’s. We moeten naar een meer holistische aanpak toe. CO2-reductie en circulariteit gaan hand in hand.” METEN Rakhorst is de laatste om te ontkennen dat er nog veel moet gebeuren wil Nederland in 2050 circulair zijn of – wat het tussendoel is – het gebruik van fossiele grondstoffen in 2030 hebben gehalveerd. Dat bevestigt de in januari verschenen Integrale Circulaire-Economie Rapportage (ICER) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Nederland maakt weliswaar efficiënter gebruik van grondstoffen maar het totale gebruik is sinds 2010 nauwelijks veranderd. “Als transitieteam hebben we flink bijgedragen aan dit rapport. Het is belangrijk een gedegen monitoringsysteem te hebben, dat een volledig beeld geeft van de pro-
ductieketens van consumptiegoederen. Het is gelukt deze eerste rapportage op een hoog niveau te krijgen. Daar ben ik enorm blij mee. Op de eerste plaats doet Nederland het heel goed, we staan bij de top van de wereld. Maar er zit een hele duidelijke ‘maar’ aan: we zijn weliswaar heel sterk in recycling, maar we produceren in Nederland ook meer afval dan het Europese gemiddelde en het krijgt een laagwaardige bestemming.”
“ WAAROM ZOU JE IN EEN APPARTEMENTENBLOK IN ELKE WONING EEN WASMACHINE EN DROOGTROMMEL NEERZETTEN, ALS JE ZOIETS CENTRAAL KUNT REGELEN? ” Rakhorst benadrukt dan ook dat er veel meer nodig is. “Sommige producten zouden we gewoonweg niet moeten willen en voor andere producten zijn duurzame oplossingen nodig. Van bezit naar gedeeld gebruik is zo’n nieuwe oplossing. We doen dat al voor veel producten, van lampen tot spijkerbroeken. Dat moeten we uitbouwen. Waarom zou je in een appartementenblok in elke woning een wasmachine en droogtrommel neerzetten, als je zoiets centraal kunt regelen? Dat slaat helemaal nergens op. Neem ook de elektrische deelscooter die nu in veel gemeenten is geïntroduceerd. Uit onderzoek weten we dat brandstofscooters tachtig procent van de tijd stil staan. Je hebt maar duizend deelscooters nodig om voor een stad als Amsterdam het vervoer te regelen. Zo kunnen we dat voor veel meer producten doen.”
Voor de circulaire economie is een prioriteitsladder ontwikkeld, waarbij 1 (minder grondstoffen/producten gebruiken) het hoogst scoort en 9 het laagst (terugwinning, bv. door een energie verbrandinginstallatie).
1. Refuse
2. Reduse
3. Re-use
4. Repair
5. Refurbish
6. Remanufacture
7. Re-purpose
8. Recycle
9. Recover
GRAM #05 juni 2021 | 19
MINDER DAN ÉÉN DERDE KUNSTSTOFVERPAKKINGEN IS GOED RECYCLEBAAR De afgelopen zeven jaar is het aandeel goed recyclebare kunststof verpakkingen van consumentenproducten nauwelijks verbeterd. Dat constateert Wageningen University & Research (WUR) in opdracht van de NVRD. De branchevereniging ziet dat het heel voorzichtig de goede kant op gaat. “Het gaat echter nog veel te langzaam”, aldus NVRD-directeur Wendy de Wild. De NVRD gaat namens alle publieke afvalinzamelaars in gesprek met producenten om
“H
aanpassingen aan verpakkingen te bespreken.
et door het kabinet bepaalde streefdoel van 50% recyclingpercentage van kunststof verpakkingen kan alleen gehaald worden door ook laagwaardige recycling mee te tellen. Zeg maar de beroemde bermpaaltjes”, vervolgt De Wild. "Als producenten nu flink het gaspedaal indrukken, is het haalbaar om 50% van de verpakkingen hoogwaardig te recyclen. En dat kan gewoon. We zien dat veel producenten willen verduurzamen. Het onderzoek laat ook zien dat 29% van de verpakkingen relatief simpel aan te passen is tot goed recyclebaar. Een mooie kans om te grijpen!” Eerder onderzocht Wageningen University & Research in opdracht van de NVRD ook al de recyclebaarheid van kunststof verpakkingen met gegevens uit de jaren 2014 en 2017. In dat onderzoek werd gemeten of verpakkingen in aanmerking kwamen voor recycling. Nu, vier jaar later, is hetzelfde onderzoek herhaald. Het aandeel recyclebare kunststof verpakkingen is helaas nauwelijks toegenomen: van 56% naar 58%. Wel is het aandeel kunststof verpakkingen dat volgens deze beoordelingsmethode helemaal niet recyclebaar is, gedaald. Het gehalte zwarte vormvaste verpakkingen is afgenomen en de gehaltes PP en PET vormvaste verpakkingen zijn toegenomen. Hieruit blijkt dat het verpakkend bedrijfsleven de eerste stap heeft gezet om de verpakkingen beter recyclebaar te maken. NIEUWE BEOORDELINGSSYSTEMATIEK Omdat er sinds het vorige onderzoek nieuwe inzichten zijn ontstaan over de daadwerkelijke recyclebaarheid van verpakkingen en er een nieuwe Europese meetmethode is afgesproken, is in deze nieuwe studie ook meer in detail naar de recyclebaarheid van individuele verpakkingen gekeken. Hierbij is ook de oorzaak van beperkte recyclebaarheid en de ontwerpaspecten van individuele verpakkingen geanalyseerd. Uit deze diepteanalyse blijkt dat slechts 27% van de kunststof verpakkingen goed recyclebaar is. 17% van de kunststof verpakkingen is alleen recyclebaar tot een (laagwaardiger) mengkunststof. Voor 18% procent van de kunststof verpakkingen (PET-schalen en PS verpakkingen) bestaat er momenteel nog geen recyclingtechnologie op grote schaal, ook al verwachten we 20 | GRAM #05 juni 2021
die het komende decennium wel. Tot slot kan 13% van de verpakkingen niet goed gesorteerd worden omdat de verpakkingen te klein zijn of een te groot label bezitten. 25% van de kunststofverpakkingsmaterialen kan niet goed gescheiden worden en verontreinigen dientengevolge het recyclaat. Voorbeelden zijn laminaatfolie-verpakkingen, flacons met handpompjes, boterkuipjes met aluminium-sluitfolie. Hieruit blijkt helaas dat veel verpakkingen die recyclebaar zouden kúnnen zijn, dat in de praktijk toch niet zijn. DESIGN FOR RECYCLING ESSENTIEEL Het kabinet streeft naar een recyclingpercentage van kunststof verpakkingen van 50% in 2025. Uit het WUR-onderzoek en voorgaande studies blijkt dat het ontwerp van kunststof verpakkingen een belangrijke invloed uitoefent op de uiteindelijke sortering en recycling van deze verpakkingen. De hoeveelheid en kwaliteit van het geproduceerde recyclaat, wordt dus in belangrijke mate bepaald door de recyclebaarheid van de kunststof verpakkingen op de Nederlandse markt. Het ontwerp van deze verpakkingen is essentieel voor het slagen van een circulaire economie. “Het aandeel goed recyclebare verpakkingen moet en kan flink omhoog”, aldus onderzoeker Marieke Brouwer. “Het meest kansrijk hiervoor is de groep van verpakkingen die relatief simpel aan te passen is tot een goed recyclebare variant. Dat is maar liefst 29% van het totaal en zou een flinke sprong voorwaarts betekenen.” Het gaat hier vooral om verpakkingen waarvan het ontwerp kan worden verbeterd, zoals de juiste keuze aan etiketten, doppen en lijmen. Duidelijk is wel dat veel producenten willen verduurzamen en dat er steeds meer beweging op de markt is, maar dat marktmechanismen niet altijd meewerken. In een aantal gevallen zal de marketingfunctie een pas op plaats moeten maken om de verpakkingen beter recyclebaar te maken. Dus geen verpakkingen met grote felgekleurde labels meer en ook minder gebruiksgemak als anti-lekdoppen, handpompjes en sprayguns. SAMENWERKING IN DE KETEN Met het onderzoek hoopt de NVRD een nieuwe impuls aan de samenwerking in de keten te geven. “Veel aandacht gaat nu uit naar het goed scheiden en inzamelen van huishoudelijk afval. En dat werkt. Nederlandse inwoners behoren tot de wereldwijde top in afval scheiden. Na-
tuurlijk kan het altijd nog beter, en het moet ook nog beter. Maar alleen het scheiden en sorteren van producten die echt goed te recyclen zijn, gaat ons niet helpen circulair te worden,” aldus De Wild. Namens alle leden van de NVRD roept ze het kabinet en de ketenpartners dan ook op om veel meer samen naar de hele keten te kijken: van ontwerp, productie, gebruik en inzameling tot recycling van afvalstromen. “Samen komen we er wel. We willen dan ook samen met de onderzoekers van de WUR en de producenten rond de tafel om kennis uit te wisselen en samen de terugkoppeling vanuit de keten te optimaliseren zodat er meer recyclebare verpakkingen komen.” Al eerder bepleitte de NVRD meer ketenregie in een brief(*) aan het nieuw te vormen Kabinet. AFVALFONDS VERPAKKINGEN Hester Klein Lankhorst, algemeen directeur van het Afvalfonds Verpakkingen: “We weten dat er werk aan de winkel is om nog meer plastics hoogwaardig recyclebaar te krijgen. Aan het kleiner, lichter en beter recyclebaar maken van verpakkingen wordt dagelijks gewerkt. Het onderzoek van de WUR geeft aan dat die resultaten zichtbaar zijn en onderschrijft daarnaast het belang van goede samenwerking van alle betrokkenen. Van het verpakkingsontwerp tot inzameling in gemeenten en van sortering tot recycling naar een nieuw product. Op alle onderdelen is innovatie van groot belang.” (*) www.nvrd.nl/nieuwsberichten/2021/nvrd-oproep-aan-nieuwkabinet-neem-regie-op-een-echte-ketenaanpak
www.mr-fill.com
190x130mm.indd 1
sales@mr-fill.com
GRAM #05 juni 2021 | 21 03-06-2021
10:02
Controle op afvalscheiding in Tilburg, foto: BAT.
SUCCESVOLLE BRONSCHEIDERS BLIJVEN BRONSCHEIDEN
VAN DUOBAK TOT TARIEFZAK Nederland kent volop gemeenten die stevig op bronscheiding inzetten en daar goede resultaten mee boeken. Resultaten die geen aanleiding geven het roer om te gooien. Op bezoek in Tilburg en het Land van Cuijk en Boekel. ‘De mensen hier zijn niet anders gewend.’
D
e Tilburgse inzameldienst Brabants Afval Team (BAT) haalt jaarlijks per inwoner zo’n 135 kilo restafval op (fijn en grof samen). Daarmee steekt de gemeente flink boven de meeste andere grote steden uit, die doorsnee zo’n 200 tot 300 kilo per inwoner inzamelen. De verklaring voor het succes is een sterk systeem van bronscheiding in combinatie met controle en handhaving. Tilburg vaart al jaren op het concept van
22 | GRAM #05 juni 2021
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND de duobak. Bewoners van laagbouwwoningen hebben twee duobakken (elk 135 liter), één voor gft en restafval en één voor PMD en papier. “Tilburg heeft veel wijken met kleine rijtjeswoningen”, legt beleidsadviseur afval Piet van Oirschot uit. “Er is niet veel ruimte voor afvalbakken. Met dit systeem hebben inwoners vlak bij hun achterdeur een eenvoudig en duidelijk scheidingssysteem voor vier stromen. Het scheiden gaat al jaren heel erg goed. Voor ons als gemeente brengt het combineren
van twee afvalstromen minder kosten met zich mee. Het scheelt immers een inzamelroute.” De duobakken worden eens per twee weken geleegd. Ook die frequentie is een belangrijke factor in het succes. “Met die twee weken kunnen onze inwoners prima uit de voeten. Degenen die in het begin minder goed scheidden, hebben hun gedrag aangepast.” Dat Tilburg een van de eerste gemeenten was die plastic en la-
ter drankenkartons gescheiden gingen inzamelen, speelt ook zeker mee volgens Van Oirschot. “In 2008 zijn we al begonnen met de oranje wijkcontainers van Plastic Heroes en vervolgens in 2014 met de huisaan-huisinzameling van plastic verpakkingen via de duobak. De mensen hier zijn niet anders gewend.” HARDE LIJN Een krachtig instrument voor afvalscheiding is de vijf jaar geleden ingevoerde handhavingsaanpak. Van Oirschot: “Veel gemeenten werken met afvalcoaches om inwoners te stimuleren hun afval beter te scheiden, maar wij kozen voor de harde lijn en dat werkt prima. We geven jaarlijks enkele tienduizenden waarschuwingen. Tot echte boetes komt het bijna niet, hooguit een honderdtal per jaar.” In het begin zorgde de strenge aanpak voor veel ophef. De medewerkers die de containers controleerden, werden de ‘klikopolitie’ genoemd. “Nu snapt iedereen dat het gevolgen kan hebben, als je je niet aan de afvalregels houdt.” Van Oirschot geeft aan dat Tilburg met het huidige inzamelsysteem het meest haalbare eruit haalt. Wel is de gemeente dit jaar begonnen met het scheiden van gft in de zo’n 700 hoogbouwcomplexen. Naast inpandige of ondergrondse verzamelcontainers (1100 liter) voor papier, PMD en restafval krijgt elk complex een aparte container voor gft. Het verschil tussen een laag- en hoogbouwwoning bedraagt per persoon gemiddeld zo’n 100 kilo restafval. “Als we de hoeveelheid restafval verder terug willen brengen”, geeft Van Oirschot aan, “zullen we naar een ander inzamelsysteem in de laagbouw toe moeten.” Als optie noemt hij aparte minicontainers voor restafval en gft. Op restafval kan de gemeente dan een lagere inzamelfrequentie en/of diftar invoeren. “We gaan de mogelijkheden serieus bekijken. Onze duobakken zijn in 2026 afgeschreven. We verwachten echter niet dat nascheiding van restafval ons veel meer zal opleveren, omdat we al goed aan de bron scheiden. En tegen onze inwoners zeggen dat PMD voortaan niet apart hoeft en gft, glas, papier en textiel wel is ook hier een lastige boodschap. Daarbij is het is niet te combineren met onze handhavingsaanpak op afvalscheiding. Het zou raar zijn om iemand een waarschuwing of
een boete te geven, als hij in de krant leest dat we ons restafval toch laten nascheiden. Dat zou niemand snappen.” TARIEFZAK Van duobak naar tariefzak. De zes gemeenten die in Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel samenwerken, zamelen als sinds 1996 in met een tariefzak voor fijn restafval (Boekel sinds 2000). De blauwe zakken (van 30 en 60 liter voor 75 en 150 eurocent) worden elke vier weken aan huis opgehaald. Naast dit diftar-systeem wordt wekelijks het gft (in de winter tweewekelijks) en elke twee weken in doorzichtige zakken het PMD ingezameld. Landelijk scoort dit systeem erg goed. Ondanks de coronaperikelen werd in 2020 per inwoner gemiddeld slechts 44 kilo restafval (32 kilo in de tariefzak en 12 kilo grof huisvuil op de milieustraten) aangeboden. “De financiële prikkel leidt tot goed scheidingsgedrag, zowel kwantitatief als kwalitatief”, zegt beleidsadviseur Johan Bens. “Het is niet alleen een eerlijk systeem, want de vervuiler betaalt, het leidt ook tot meer bewustwording. Dat laatste is in mijn ogen de grootste winst van bronscheiding.”
Van het in de zes Brabantse gemeenten ingezamelde huishoudelijk afval wordt 93 procent gescheiden ingezameld, dus maar 7 procent is restafval. De hoofdmoot in het restafval is keukenafval, doorsnee 5,2 kilo per inwoner. “Met andere gemeenten vergeleken is dat relatief weinig”, weet Bens. “Toen we in 2017 op de hoogfrequente wekelijkse inzameling van gft overgingen,
hebben we de hoeveelheid voedselresten flink terug kunnen brengen. Veel mensen wisten niet eens dat dit bij het gft hoorde. Ook zijn we bij restafval teruggegaan naar eens in de vier weken. Dat bleek voldoende, omdat huishoudens doorsnee zo’n dertien keer per jaar de tariefzak aanbieden.” NASCHEIDINGSPROEF Ondanks het succesvolle bronscheidingssysteem heeft het gemeentelijke samenwerkingsverband een aantal jaren terug een proef uitgevoerd met nascheiding. “De gedachte hierbij was”, legt Bens uit, “om fijn restafval zo droog mogelijk te maken en in herbruikbare grondstoffen handmatig na te sorteren. Dat was een van de redenen om op hoogfrequente inzameling van gft over te gaan. Het was geen succes. De grondstoffen in het restafval bleken van een te slechte kwaliteit. Met ons lage percentage restafval valt er met nascheiding sowieso weinig te halen. Daarbij denken we dat aanvullende nascheiding een averechts effect kan hebben op de mindset van inwoners.” In de provincie loopt nu het ‘Brabantse nascheidingsinitiatief’. Het bestuur van Land van Cuijk en Boekel besloot echter niet aan te haken bij dit haalbaarheidsonderzoek. Bij de NVRD constateert adviseur Samuell Stollman van het VANG-programma (Van Afval Naar Grondstof) dat gemeenten die succesvol zijn met bronscheiden, gedreven op deze weg doorgaan. “Gemeenten die al goede resultaten boeken met het gescheiden inzamelen van gft, glas, papier en textiel, laten hun PMD-strategie hierop aansluiten. De boodschap voor inwoners blijft zo eenduidig. Het zou vreemd overkomen, wanneer je als gemeente tegen je inwoners zou zeggen: houd al deze stromen apart, maar laat het PMD gerust zitten.” Zelfs gemeenten die minder succesvol zijn, gaan volgens Stollman niet automatisch voor de PMD-stroom over op nascheiding.” Hij constateert dat de instrumenten om de hoeveelheid restafval terug te dringen, zoals diftar en ‘omgekeerd inzamelen’, het meest effectief zijn als inwoners hun stromen thuis scheiden. Bij het laatste moeten ze hun restafval naar een wijkcontainer brengen. “Met deze instrumenten stimuleer je je inwoners om zo min mogelijk restafval te produceren. Als ze alle afvalstromen aan de bron moeten scheiden, dus ook PMD, is deze prikkel het grootst.”
GRAM #05 juni 2021 | 23
Samen verantwoord fietsaccu’s inzamelen
Gemeenten en milieustraten, helpen jullie mee? Het is belangrijk om brand in vuilniswagens te voorkomen. Doordat mensen uit onwetendheid kapotte fietsaccu’s bij het restafval gooien, neemt het risico op deze branden toe. Samen met gemeenten en milieustraten, wil Stibat consumenten optimaal voorlichten.
Hoe? Om consumenten beter te informeren, heeft Stibat communicatiemateriaal ontwikkeld voor gemeenten en milieustraten. Zoals kant-en-klare teksten voor de website of afvalapp, maar ook geplastificeerde posters en inleverinstructies voor de milieustraat. Wil je als gemeente of milieustraat ook bijdragen aan een verantwoorde inzameling van fietsaccu’s? Ga naar www.stibat.nl/gemeenten om het communicatiemateriaal te downloaden.
Scan de QR-code en download het communicatiemateriaal
NIEUWE MEDEWERKER Deze maand startte Ralph Peters als adviseur Public Affairs om samen met het verenigingsbureau de publieke belangen van onze leden ten behoeve van een duurzame en leefbare samenleving te behartigen. Ralph gaat zich bezighouden met alle facetten van belangenbehartiging, zowel landelijk, gemeentelijk als Europees. Tot voor kort werkte Ralph als beleidsmedewerker ‘testen en traceren’ bij het ministerie van VWS en daarvoor als beleidsmedewerker circulaire economie bij het ministerie van IenW.
JAARVERSLAG 2020 ONLINE Sinds de oprichting in 1907 is de NVRD een hechte en herkenbare vereniging. Ontmoeting en verbinding staan al die jaren centraal. Het bureau en de NVRD vormt hierin een belangrijke schakel. Het Jaarverslag 2020 toont de veerkracht van een branche en vereniging die al snel na het ingaan van de eerste lockdown het stempel ‘vitaal’ kreeg. De werknemers in de branche hebben aangetoond echte helden te zijn. Een overzicht van de activiteiten vindt u in het Jaarverslag 2020. Het Jaarverslag 2020 is goedgekeurd in de Algemene Ledenvergadering op 20 mei 2021 en beschikbaar via de website.
BENCHMARK SCHOON VAN START Binnenkort gaat de Benchmark Schoon van de NVRD weer van start. In deze benchmark vergelijken gemeenten de prestaties op kwaliteit openbare ruimte, kosten en aanpak van de beheerthema’s Schoon, waaronder zwerfafval, reiniging en onkruid. Met dit jaar aandacht voor de invoering van statiegeld op kleine PET-flesjes en de invloed daarvan op de openbare ruimte. De benchmark schoon prikkelt gemeenten om te leren van elkaar. In een tweetal bijeenkomsten worden de resultaten besproken en ervaringen en best practices uitgewisseld. De benchmark start in juli en heeft een doorlooptijd van vier maanden. Deelnamekosten bedragen €500,-. U kunt zich aanmelden door een mail te sturen naar info@benchmarkschoon.nl. Meer informatie is te vinden op www.benchmarkschoon.nl
COLUMN
NIEUWS
Foto: John van Lierop
Aandacht maakt alles mooier Personeel staat in deze editie centraal. En hoewel ik mijn kinderen niet als personeel zie, zijn het wel mooie oefenobjecten als het gaat om leiderschap, aansturing en vooral het ontvangen van vlijmscherpe feedback op ineffectief gedrag…. Herkenbaar? In tijden van thuiswerken gecombineerd met begeleiden van schoolwerk ging er hier thuis nog een tandje bij. Collectief schoten we in Nederland in een efficiëntie modus, nu de gesprekken bij de koffieautomaat waren verdwenen. We ‘Teams-en’, mailen en tikken wat af. Tussendoor ontvangen we pakketjes, draaien een wasje en schoppen onze pubers hun bed uit. Yes we can. Of toch niet? Juist die inefficiënte gesprekjes bij de koffie, juist die korte momenten na een overleg, doen ertoe. Echte aandacht, echte interesse en hier en daar een onverwacht goed gesprek. Ondanks een gebrek aan cijfermatig talent heb ik mij dit afgelopen jaar ontwikkeld tot instant wiskunde juf hier thuis. (Bedankt lieve docenten die instructievideo’s online zetten. Bedankt lieve mensen die stiekem ook de antwoorden publiceren.) Elke poging om snel en efficiënt wat sommen uit te leggen, leverde woede-uitbarstingen of huilbuien. De momenten dat ik er echt voor ging zitten, viel vaak het ‘wiskundekwartje’. Echte aandacht maakt dus het verschil. En dat geldt niet alleen voor mijn pubers. Dat geldt voor ons personeel, voor ons allemaal. We rennen ons een slag in de rondte met deadlines, stellen kpi’s op voor arboveiligheid en buigen ons over de jaarrekening – en maken vaak pas tijd voor een echt gesprek als er tijd ‘over’ is. Nee, u niet natuurlijk! Maar ik wel. En velen met mij. Gek eigenlijk, want na elk goed gesprek neem ik me voor meer tijd voor echte aandacht te maken. Niet parallel nog drie andere dingen te doen. Dus laten we meer koffie gaan drinken nu het weer mag. Of thee. Het brengt ook veel door oprecht aandacht te geven. En niet alleen omdat ik nu weer weet wat de sinus doet en hoe een kwadratische vergelijking wordt opgelost. Al is dat wel mooi meegenomen natuurlijk. Wendy de Wild directeur NVRD
GRAM #05 juni 2021 | 25
NIEUWS DE WEG NAAR EEN NIEUWE NVRD MEERJARENSTRATEGIE Januari 2021. NVRD-directeur Wendy de Wild houdt samen met twee collega’s een online brainstormsessie met het NVRD-bureau. “Waar moeten we als bureau mee stoppen? En waar moeten we mee beginnen?” Vragen die de collega's van het bureau aan het denken zetten. De vorige meerjarenstrategie dateerde uit 2016 en met de komst van een nieuwe voorzitter en directeur was de tijd rijp voor een nieuwe strategie. Hoe kwam die tot stand?
INTERVIEWS MET LEDEN
BESTUUR EN ALV
Na de brainstormsessie met het bureau volgden dertig inter-
In april wierp het bestuur een blik op de eerste versie van de
views met leden. Zowel de kleine als grote publieke afvalinza-
nieuwe meerjarenstrategie. Het bestuur was enthousiast en ze
melaars en gemeenten, de wat actieve en minder actieve le-
gaf de laatste feedback om de puntjes op de i te zetten. Op 20
den, de wat jongere en oudere leden, ons diverse ledenbestand
mei werd de nieuwe meerjarenstrategie vastgesteld tijdens de
kwam telefonisch of video bellend aan het woord. De interviews
ALV. Het NVRD-bureau is verheugd en kijkt uit naar de aanko-
waren waardevol en inspirerend omdat het ons nieuwe inzichten
mende vier jaar waarin het roer niet drastisch om gaat, maar
gaf. Ten eerste leerden de interviews ons wat er precies bij onze
anno 2021 en verder wel vraagt om andere accenten. De weg
leden speelt en wat zij zien als uitdagingen voor de toekomst.
die wij bewandeld hebben naar de nieuwe meerjarenstrategie?
Ten tweede gaven de interviews ons het inzicht dat wij nog be-
Alle leden de mogelijkheid bieden om naar ze te luisteren. De
ter meerwaarde voor onze leden kunnen creëren wanneer wij
leden staan immers centraal!
(vaker) een-op-een in gesprek gaan met onze leden. DE MEERJARENSTRATEGIE IN HET KORT: De interviews waren nog niet afgerond of het bestuur kwam in
Vier taken: kennismakelaar, belangenbehartiger, ambassa-
februari al bijeen voor een online heisessie. Tijdens deze sessie
deur en verbinder
werden de eerste resultaten van de interviews gedeeld en de
Vier thema’s: circulaire samenleving, schone en aantrekke-
rode draad uit de voorbereidende gesprekken met de bestuursle-
lijke leefomgeving, goed werkgeverschap en publiek onderne-
den gepresenteerd. Na de terugkoppeling ging het bestuur uiteen
merschap
in groepen om een verdere verdiepingsslag te maken en ideeën
Sterke verenigingsstructuur: expertgroepen per thema,
met elkaar uit te wisselen. De ochtend werd plenair afgesloten en
kleinere werkgroepen, communities, regionale afdelingen en
het bestuur keek al uit naar de nieuwe meerjarenstrategie.
acteren als schakel in de keten
LEDENENQUÊTE Met de input van de interviews kon een gedegen enquête opgezet worden. Vierhonderd leden interviewen was namelijk geen optie. In de enquête werden onder andere de kerntaken van de NVRD getoetst (ontmoeting, netwerk, kennis, belangenbehartiging en bewaken publieke moraal) en werden er vragen gesteld over de drie kennisgebieden ‘afval en grondstoffen’, ‘beheer openbare ruimte’, en ‘regie, organisatie en bedrijfsvoering’. De enquête werd door ruim 140 leden ingevuld. De laatste optie voor leden om input te geven was tijdens de ledensessies in maart. In maart werd per ledensegment een online sessie georganiseerd en werden de inzichten die we tot dan toe hadden gedeeld. De ledensessies waren intensief, maar ook verhelderend en wederom inspirerend. Met de laatste input van de leden zijn wij uiteindelijk aan de slag gegaan om een nieuwe meerjarenstrategie te schrijven.
26 | GRAM #05 juni 2021
DE LEDEN CENTRAAL “MET REINIGING STA JE LETTERLIJK EN FIGUURLIJK MIDDEN IN DE MAATSCHAPPIJ” TEKST: HETTY DEKKERS
In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door de leden. Deze keer aan het woord: Peter Kunst (66), seniorbeleidsmedewerker BOR, gemeente Groningen. JE GAAT BINNENKORT MET PENSIOEN, HOE LANG WERK JE AL IN DE AFVALBRANCHE? Begin jaren negentig werd ik aangenomen als sectorhoofd bij de milieudienst van de gemeente Groningen. Later werd ik hoofd van de hele afdeling en kwamen er naast de publieke ook commerciële taken bij. Groningen heeft altijd alles in eigen beheer gedaan, dus het was een omvangrijke managementtaak, met 250 à 300 werknemers om aan te sturen. Ik ben van huis uit weg- en waterbouwkundige, mijn interesse ging vooral uit naar de reiniging. Met mijn BOR-achtergrond heb ik bijvoorbeeld binnen onze gemeente het beeldgericht werken geïmplementeerd. Dus niet reinigen vanuit vaste rondjes en logistieke mogelijkheden, maar vanuit kwaliteitsnormen en resultaten: hoe schoon wil je het hebben. JE BENT RUIM TWINTIG JAAR LID VAN DE NVRD-COMMISSIE BOR, HOE KIJK JE DAAR OP TERUG? Klopt, half jaren negentig ben ik al gestart bij de commissie reiniging. Groningen is een van de grotere steden van het land, wij vonden het onze plicht om verder te kijken dan onze eigen stadsgrenzen. Je wil je kennis en ervaring met anderen delen. In de commissie hebben we ons vooral hard gemaakt om van reiniging een volwaardige sector te maken. Twintig jaar geleden was het een klein onderwerp, nu is er veel meer aandacht voor het belang van een schone leefomgeving. Er is veel meer kennis beschikbaar over bijvoorbeeld aanpak zwerfafval, gedragsbeïnvloeding, participatie. Reiniging is nu een professionele en volwassen sector geworden, daar heeft de NVRD-commissie zeker een rol in gespeeld.
bijplaatsingen bij ondergrondse verzamelcontainers. Dat levert veel gegevens op, die moet je zien te vertalen naar bijvoorbeeld meer handhaving of voorlichting. WAT VIND JE HET LEUKSTE/MOOISTE AAN JE WERK? De combinatie vakinhoud en maatschappij. Wij zeggen hier wel eens tegen elkaar ‘je werkt in een glazen kastje, alles wat je doet, wordt gezien’. Met reiniging sta je letterlijk en figuurlijk midden in de maatschappij, dat geeft een leuke dynamiek. WAAR STOOR JE JE AAN? Storen is een te groot woord, maar het valt me wel op dat het allemaal wat zakelijker is geworden. Mensen lijken minder door idealisme gedreven te worden, de sterke bevlogenheid die je vroeger nog wel eens in deze branche zag, is minder geworden. De bewoners hebben daar ook mee te maken. Als je belt, wil je graag persoonlijk contact, geen callcentermedewerker die je klacht noteert met de mededeling dat je ‘over drie weken’ antwoord krijgt. WELKE TIP WIL JE DE NVRD MEEGEVEN? De NVRD is een mooie organisatie, die zich primair richt op afval en schoon. Ze zijn heel goed bezig vind ik, ga vooral zo door.
WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? Er wordt steeds meer maatwerk gevraagd in het beheer van de openbare ruimte. Als je bewoners erbij betrekt, ontdek je dat de wensen en initiatieven per wijk kunnen variëren. Wat ze in de ene straat als schoon ervaren, vinden ze in andere straat misschien wel té schoon. Een andere belangrijke ontwikkeling vind ik dat we steeds beter om gaan met alle data die we ter beschikking hebben. De digitalisering neemt toe, daar moet je op reageren. Zo monitoren wij nu
Peter Kunst, gemeente Groningen
GRAM #05 juni 2021 | 27
Uw software wordt gestopt? Wij gaan gewoon door!
C-WARE totaalsoftware voor de afvalbranche
Routebegeleiding*
Ondergrondse containers Veeg- & winterdienst* Personeels- & voertuigplanning*
Voorraadbeheer
Afzetcontainers Weegbrug & milieustraat
Routeplanning*
Voertuiggegevens
Containerbeheer* Facturatie & documentatie*
Tracking & Ident* Routeoptimalisatie
Grofvuil planning & registratie* MAP
Afvalkalender* Klachtenregistratie*
* Ondersteund met
Maatwerk software voor overheid en/of bedrijf Van planning tot uitvoering, administratie en facturatie Ondersteund met apps op uw mobiele apparaten
Burger-App
Portal
Bedrijfs-App
KLIKOTRONICS +31(0)318 559393 info@kliko.nl
Al jarenlang marktleider op het gebied van (chip)registratie
GRATIS DEMO?
www.kliko.nl/c-ware
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEKEN: “NIET ALLEEN HALEN, MAAR OOK BRENGEN” Gemeenten willen weten hoe hun inwoners een ontwikkeling zoals de invoering van een nieuw afvalinzamelsysteem ervaren; of hoe ze de dienstverlening van een afvalinzamelaar beleven. Dit maakt borgen of verbeteren van die ervaring mogelijk. Klanttevredenheidsonderzoeken helpen hierbij. De uitvoering ervan besteden gemeenten regelmatig uit aan een gespecialiseerd bureau. We vroegen twee van deze bureaus naar hun ervaringen. "Als burgers zich niet gehoord voelen, krijg je bij een volgend onderzoek exact dezelfde resultaten."
W
TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: PAUL VAN RIEL / ANP
at in klanttevredenheidsonderzoek (KTO) altijd terugkomt bij gemeenten en andere overheden, is dat ze willen vergelijken, merkt Hans Homma van Right Marktonderzoek op. “Doen ze het beter of slechter dan vergelijkbare partijen? Zelf geven we aan dat je minder moet kijken of je beter of slechter scoort op zaken zoals afvalinzameling dan andere gemeenten en meer naar of je een bepaald rapportcijfer voldoende vindt, of beter wilt scoren.” Zijn er specifieke vragen die altijd terugkomen in een KTO? “Bij het formuleren van vragen staan strategie, klantomgeving, ambities en doelen van de gemeente of afvaldienstverlener centraal”, stelt Marit Luijten, Consultant Customer Experience, bij onderzoeks- en adviesbureau Integron. “Zo bepaal je het soort vragen die je respondenten moet stellen.” Natuurlijk willen gemeenten altijd weten hoe dienstverlening gewaardeerd wordt. Maar belangrijker is volgens Luijten waar een gemeente inzicht in wilt hebben. “Gaat het om inzicht in de hele klantreis – of wil je een specifiek moment daarbinnen dieper bevragen?” Het moment van vraagstelling kan ook van belang zijn, ziet Homma. “Doe je dat in de zomer, dan zal overlast van stinkende gft-containers of vuilniszakken veel meer op het netvlies staan van mensen dan in november. Wil je een algemeen beeld, dan
is het beter om door het jaar heen informatie te verzamelen. Anders kan een uitkomst enorm verschillen afhankelijk van het onderzoeksmoment.” HET RAPPORTCIJFER Ook het rapportcijfer zie je altijd terugkomen in een KTO, schetst Geert Hamstra van Right Marktonderzoek. “Gemeenten hechten hier veel waarde aan. Kantekening is dat het wel situationeel afhankelijk is: wanneer je bijvoorbeeld recent bent overgestapt op een nieuw afvalinzamelsysteem, dan zul je zien dat een rapportcijfer in de periode na de invoering meestal daalt. Dat leidt vaak tot onrust en onzekerheid. Het jaar erna zie je het cijfer echter meestal weer stijgen, omdat mensen gewend raken aan het nieuwe systeem en de situatie normaliseert.” Vaak komt het rapportcijfer uit tussen de 7 en 7,5. Wat zegt zo’n cijfer dan nog? Luijten licht dit toe met een voorbeeld: “Ik had onlangs een opdrachtgever die zich afvroeg waarom zijn waardering maar twee tiende punt gestegen was. Maar zo’n cijfer en de ontwikkeling ervan ligt heel erg aan het soort doelgroep en de omvang. Bevraag je elke keer dezelfde groep? Of is het steekproefsgewijs elke keer een andere groep? Heb je een paar duizend respondenten, dan maakt het toch behoorlijk uit of je onderaan de marge zit – een 7 – of bovenaan – een 7,5. Die positie weegt dan zwaarder dan die 0,5 punt verschil doet lijken.”
VERBETERPUNTEN Luijten noemt een rapportcijfer goed als nulmeting: het gemiddelde rapportcijfer geeft goed weer hoe je dienstverlening is verbeterd versus voorgaande metingen en hoe je presteert versus andere inzamelaars. “Maar het geeft niet goed aan waar je prioriteiten moet stellen, waar verbeterpunten liggen. Het is belangrijk om alle facetten van je dienstverlening uit te vragen. Naast een algemeen rapportcijfer krijg je zo ook per aspect een cijfer en de mate van belang volgens inwoners. Zo was 2020 een zeer uitdagend jaar voor afvalinzamelaars. Vanwege het vele thuiswerken had men binnen de gemeente veel te maken met overvolle afvalcontainers.” INZICHTEN, ADVIEZEN Marktonderzoekers geven ook inzichten en adviezen. “Als men bijvoorbeeld een nieuw inzamelsysteem wil invoeren, adviseer ik - als toch al besloten is om dit in te voeren - om geen vooronderzoek te houden”, schetst Luijten. “Het besluit is al genomen. Wat zegt het dan nog wat inwoners van het oude systeem vinden? Voelen ze zich gehoord als ze aangeven een nieuw systeem niks te vinden en het wordt dan toch ingevoerd? We hebben veel afvalinzamelaars als klant voor wie we al meerdere jaren onderzoek uitvoeren. Dus als je een nieuwe manier van inzamelen invoert, dan moet je vooruitblikken, niet terugblikken.”
GRAM #05 juni 2021 | 29
DELEN VAN INZICHTEN Een andere aanbeveling van Luijten aan gemeenten is dat zij inzichten over de mate van tevredenheid over dienstverlening moeten delen met medewerkers.” Dat klinkt logisch, maar het gebeurt niet altijd. Vervolgens moet je kijken naar wat de verbeterpunten zijn en wat daarbinnen de prioriteit heeft. Daar moet je echt mee aan de slag gaan.” Wat volgens Luijten nog vaker vergeten wordt, is communiceren naar de inwoners: dit zijn de uitkomsten van het onderzoek, dit zijn de verbeterpunten, hiermee zullen we het komend jaar aan de slag gaan. “En wees eerlijk. Naar je inwoners, in media, op social media. Roep niet alleen wat goed gaat, maar noem verbeterpunten én laat zien dat je er iets mee gaat doen. Doe je er niets mee, dan voelen klanten en respondenten zich niet gehoord.” BRENGEN NAAST HALEN Ook Homma en Hamstra stellen dat het belangrijk is om ook iets te brengen. “Alleen antwoorden ‘halen’ is niet genoeg meer. Je moet als gemeente aangeven dat je graag in contact wil komen met je inwoners over het onderwerp van het KTO. Je kunt een probleem misschien niet altijd of meteen
30 | GRAM #05 juni 2021
oplossen. Maar je zorgt er zo wel voor dat mensen zich gehoord voelen.” Uit benchmarkrapporten merkt Homma dat gemeenten dit ook steeds vaker doen. “Een gemeente is vaak opdrachtgever aan een afvalinzamelaar. Uitkomsten van een KTO, zeker als die structureel gehouden wordt, geven een extra dimensie aan een discussie over de stand van zaken, of er verbetering nodig is. Of je een afspraak om bepaalde zaken niet uit te voeren, misschien moet herzien.” Ook Luijten stelt dat aanbevelingen steeds vaker opgepakt worden. “We zien dat terug in onze benchmarkrapport over de afvalsector. Gemeenten en afvalinzamelaars gaan steeds meer samen- en oplossingsgericht werken.” ONDERGRENS BETROUWBAARHEID Is er een ondergrens voor betrouwbaarheid van de KTO’s? Er zijn basisregels over betrouwbaarheid die elk bureau moet hanteren. Maar verder is een ondergrens afhankelijk van de populatie die hoort bij de onderzoeksvraag. “We adviseren daarover per onderzoek en per uitvraag”, vertelt Luijten. “Zo heb je veel afvalinzamelaars die meer gemeenten bedienen. Dan kijken we
eerst naar de populatie per gemeente, want je wil ook inzicht per gemeente hebben over de waardering.” Hamstra voegt toe dat het ook vaak een afweging is tussen kosten en baten. “Dat moeten wij in een voorstel al meenemen, zodat een gemeente weet wat men kan verwachten. Het is in ieder geval niet in zijn algemeenheid te zeggen wat een ondergrens is voor afdoende betrouwbaarheid.”
Right Marktonderzoek (Zwolle) verzorgt kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek voor (non-)profit organisaties. Klanttevredenheidsonderzoeken en imago- en medewerkersonderzoeken vormen een belangrijke basis van de dienstverlening. Integron Integron (Rotterdam) is specialist in (continu) klant- en medewerkersonderzoek en advies. Als autoriteit in de branche helpt Integron tientallen afvaldienstverleners/gemeenten met inzicht in en advies over het verbeteren van de beleving van medewerkers, bewoners, stakeholders en klanten.
BRANCHE NIEUWS HWE CITY & PARK B.V. WORDT CITY & PARK B.V. HWE City & Park B.V. is vanaf heden City & Park B.V. en bestaat vijf jaar. Een periode waarin onze parkbanken plaats hebben gemaakt voor interesse in en kennis van afvalinzamelsystemen en dit inmiddels ook onze specialisatie is geworden. In 2016 gestart met de vertegenwoordiging van straatmeubilair van SAURA en gegroeid naar afvalinzamelsystemen specialist. Het bankje wordt hoofdzakelijk nog gebruikt om zittend na te denken over betere afvalinzameloplossingen. Naast de bekende Molok semi-ondergrondse afvalcontainers en de HABA-afvalpersen is het assortiment recent voltooid met de volledig ondergrondse afvalcontainers van BOEM. Deze containers zijn voor City & Park nieuw maar niet voor de markt; er zijn al enkele duizenden in Nederland geplaatst. Ook voor onderhoud en reparatie aan bestaande containers - met originele onderdelen - kunt u terecht bij City & park B.V. De volledig ondergrondse containers met toegangssystemen leveren we met de systemen van Inovim. En naast levering verzorgt City & Park ook plaatsing, onderhoud en reiniging. City & park B.V., afvalinzamelsystemen voor openbare ruimte, recreatie, industrie, scholen en woon-/zorginstellingen. Info: www.cityandpark.nl
STATIEGELD OP BLIKJES PER 31 DECEMBER 2022 Na het Besluit beheer verpakkingen is ook de bijbehorende ministeriële regeling om statiegeld op blik in te voeren gepubliceerd. De wijziging van de Regeling beheer verpakkingen is op 2 juni gepubliceerd in de Staatscourant. Met de regeling wordt de minimale hoogte van het statiegeldbedrag voor drankblikjes vastgelegd, en hoe op de verpakkingen aangeduid moet worden dat het om een statiegeldverpakking gaat. Het minimale statiegeldbedrag is 0,15 euro per verpakking. Eerder bleek uit een analyse van CE Delft dat met dat bedrag circa 88 procent van de blikjes terug zou komen. De doelstelling ligt iets hoger, op 90 procent.
190x130mm.indd 1
22-0000-1613-01 NVRD GRAM 2021 maart
GRAM #05 juni 2021 | 31 02-02-2021
09:12
BRANCHE NIEUWS DOE OOK MEE MET DE VERSPILLINGSVRIJE WEEK De Verspillingsvrije Week vindt dit jaar plaats van 7 tot 13 september (week 36). In deze week vraagt de stichting Samen Tegen Voedselverspilling aandacht voor minder voedselverspilling. Natuurlijk kunnen ook gemeenten meedoen om zoveel mogelijk inwoners hiervoor te enthousiasmeren. Lees meer en meld uw gemeente aan!
van deze helden lichten we uit in de week. Uw gemeente kan deze oproep uitzetten via sociale media en eventueel ook eigen Verspillingsvrije Helden kiezen en aandacht geven. In de menukaart staat een voorbeeldtekst voor een oproep. HALVERING VERSPILLING Om minder voedselverspilling te realiseren, bundelen bedrijven, organisaties en gemeenten hun krachten in de stichting ‘Samen Tegen Voedselverspilling’ voor het bereiken van een gemeenschappelijk doel: voedselverspilling verminderen met 50% in 2030 ten opzichte van 2015. Een mooi middel om dit doel te bereiken is de Verspillingsvrije Week. In deze week worden consumenten extra gestimuleerd om voedselverspilling te voorkomen. Bij de consument thuis is namelijk veel winst te behalen: 34 kilo vast voedsel per persoon per jaar. Omgerekend in geld is dat 120 euro. Bovendien verlaagt de consument zijn milieu-impact tot wel 9% bij minder verspilling.
Ook dit jaar gaan we weer voor een succesvolle Verspillingsvrije Week. Met verschillende acties door het hele land. Maar liefst 67 partners deden vorig jaar mee en naar schatting 2 miljoen Nederlanders gingen aan de slag om minder voedsel te verspillen. Om dit succes voort te zetten, zijn er ook dit jaar weer zoveel mogelijk deelnemers nodig. Consumenten, maar ook bedrijven, organisaties én gemeenten. Want alleen samen maken we meer impact en wordt de verspillingsvrije beweging groter. PARTNER WORDEN ALS GEMEENTE Gemeenten kunnen zich gratis aanmelden als partner van de Verspillingsvrije Week door te mailen naar week@samentegenvoedselverspilling.nl. Als partner kunt u allerlei handige materialen en tools inzetten om uw actie in de week te verstevigen. Op de website samentegenvoedselverspilling.nl kunt u een menukaart (pdf) downloaden met mogelijkheden van in te zetten materialen en beschikbare communicatiemiddelen, denk aan gratis hulpmiddelen voor in de keuken zoals het Eetmaatje (portiemaatbeker voor pasta en rijst) en de Ja-Nee Koelkaststicker (sticker die laat zien waar je 12 veelgebruikte producten het beste bewaart). Deze hulpmiddelen kunt u uitdelen onder uw inwoners, bijvoorbeeld als onderdeel van een eigen actie tegen voedselverspilling. NIEUW: OP ZOEK NAAR VERSPILLINGSVRIJE HELDEN Samen Tegen Voedselverspilling gaat in aanloop naar de week op zoek naar Verspillingsvrije Helden: de gewone Nederlander die thuis al goed bezig is om minder te verspillen. Deze voorbeelden kunnen vooraf anderen inspireren en een aantal
32 | GRAM #05 juni 2021
Je hart ben jij Wij zijn er voor je hart. Kijk wat we samen kunnen doen op hartstichting.nl
BRANCHE NIEUWS KAUWGOM VERWIJDEREN MET DROOGIJSSTRALEN Van het verwijderen van kauwgom tot de reiniging van textiel, kunststof of alle soorten elektronische onderdelen: droogijsreinigers presteren uitstekend op gevoelige oppervlakken zoals glas, metaal, plastic, hout of textiel en overal op locaties waar het reinigen met water geen optie is zoals op elektrogeleidende onderdelen. Met de IB 10/8 L2P brengt Kärcher de eerste droogijsreiniger op de markt die zelf zijn droogijs produceert – en dat onmiddellijk tijdens het reinigen en enkel in de benodigde hoeveelheid. In combinatie met de makkelijke bediening die geen speciale opleiding vereist, zorgt Kärcher ervoor dat gebruikers voortaan overal en altijd kunnen genieten van alle voordelen van droogijsstralen. De slimme technologie combineert mechanische met thermische
energie: de droogijspellets – vaste CO2 met een temperatuur van -79 °C – raken het oppervlak met een hoge snelheid van 150 m/s. Het vuil wordt door de lage temperatuur broos en brokkelig, waardoor het gemakkelijk verwijderd kan worden zonder gebruik te maken van chemicaliën of water. Omdat deze methode zo goed als geen schurend effect heeft en er geen droogijsresten achterblijven, worden bijzonder gevoelige oppervlakken voorzichtig en zonder veel moeite gereinigd. Een ander groot voordeel is dat u kunt reinigen zonder planning, op elk gewenst moment van de dag want de IB 10/8 L2P staat altijd direct klaar voor gebruik. De IB 10/8 L2P valt net als de andere Kärcher droogijsstralers onder de MIA/Vamil subsidieregeling voor milieuvriendelijke technieken.
GRAM #05 juni 2021 | 33
BRANCHE AGENDA
NIEUWS
16 september en 4 november Webinars voor deelnemers aan het Gemeentelijk
INTERNATIONAAL NIEUWS
Grondstoffencongres 2022
DE VERGROENING KOMT UIT BRUSSEL In 1999 is in Nederland het Besluit Verwijdering Wit- en Bruingoed in werking gegaan. Nederland was daarmee het eerste land ter wereld dat producentenverantwoordelijkheid afkondigde voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Het Nederlandse succes kreeg snel navolging in Europa. De Europese richtlijn voor AEEA die luttele jaren later het licht zag was dan ook grotendeels gebaseerd op het Nederlandse besluit. Sindsdien heeft de ontwikkeling van de Nederlands wetgeving op het gebied van afval- en grondstoffen vooral bestaan uit het implementeren van Europese regelgeving. Regelgeving die het compromis vaak al in zich droeg omdat de doelstellingen voor alle lidstaten wel haalbaar moesten blijven. Voor Nederland waren de gevolgen vaak beperkt, we voldeden in de meeste gevallen al direct aan de hogere doelstellingen. De laatste tijd waait er echter een andere wind in Brussel. In plaats van dat Brussel, vanuit Nederlands perspectief, achter de feiten aan holt, met wetgeving die vooral gericht is op afvalinzameling, -verwerking en -recycling lijkt Europa nu daadwerkelijk het voortouw te nemen met voorstellen die een geïntegreerde en circulaire visie tentoon spreiden. Het voorstel voor de nieuwe Europese Batterijenverordening is daarvan een sprekend voorbeeld. Deze verordening die de Batterijenrichtlijn moet gaan vervangen gaat niet alleen over de inzameling en verwerking van batterijen. Dit onderwerp komt pas in artikel 47 en verder aan de orde, de oude richtlijn had niet eens zoveel artikelen. Eerst wordt in de verordening uitvoerig ingegaan op de productie van batterijen, de hoeveelheid secundaire grondstoffen die daarbij ingezet moet worden en over de minimale levensduur van batterijen. Ook de vorm van de wetgeving wijzigt zich van een meer vrijblijvende richtlijn naar een dwingende verordening. De Batterijenrichtlijn heeft voor Nederlandse gemeenten en afvalbedrijven maar beperkte implicaties, maar als dezelfde gedachtegang wordt gevolgd bij de aanstaande herziening van de verpakkingenrichtlijn, en alle tekenen wijzen daar wel op, dan staan ons nog interessante dingen te wachten uit Brussel. TEKST: Maarten Goorhuis
28 oktober Data en Klimaat congres, Provincie Gelderland, Musis & Stadstheater Arnhem
25 november Nationaal Congres Beheer Openbare Ruimte, CROW
www.welvaarts.com
AUTOMATISCH KRAANWEGEN GEEN HANDELINGEN VOOR CHAUFFEUR GRENSOVERSCHRIJDEND INZAMELEN VULGRAAD WEERGAVE PER CONTAINER INZICHT IN GEREDEN ROUTE ROUTE/ORDER WEERGAVE 22-1000-0667-02 GRAM 2021 juni
34 | GRAM #05 juni 2021
1-4_92x130mm_GRAM_A.indd 2
01-06-2021 08
aangeboden door
RAVO BENELUX
CLOSE-UP
DE EERSTE DUURZAME VEEGMACHINE Vorig jaar kondigde RAVO met gepaste trots de eerste grote elektrische veegwagen aan, de RAVO 5 eSeries. Inmiddels zijn de eerste machines geleverd en in gebruik. “Onze klanten hebben ze zéér positief ontvangen”, meldt salesmanager Arjen Mostert.
RAVO Benelux is marktleider op het gebied van veegmachines. “Wij zijn een innovatieve partner met een schat aan ervaring”, vat Mostert, salesmanager RAVO Benelux, samen. “Wij werken altijd oplossings- en klantgericht, hanteren een persoonlijke benadering en staan open voor maatwerk. Speciaal voor de wegenbouw hebben we bijvoorbeeld een standaardmachine uitgerust met hogedrukpomp, spuitbalken en afzuiging, zodat die ingezet kan worden als wegdekreiniger. Wij zijn de enige die zo’n machine af fabriek levert.” Ook gemeenten en reinigingsdiensten die interesse hebben voor een grotere elektrische veegmachine, komen altijd bij RAVO uit. “Er was dringend behoefte aan in de markt, daarom hebben wij als eerste zo’n machine ontwikkeld”, aldus Mostert. “Kleinere typen waren er al wel, maar de 5 eSeries is een krachtig, groter model. Onze klanten hebben de machine nu enkele maanden in gebruik en de ervaringen zijn zeer positief. Ze geven aan dat één keer tussentijds bijladen, tijdens de pauze, volstaat om de hele dag door te kunnen werken. Ook de machinisten zijn zeer enthousiast. De machine is een stuk stiller dan de bekende variant met conventionele dieselaandrijving. Dat is prettig voor de machinist zelf, maar ook voor de mensen die er omheen werken en voor de bewoners of bezoekers van de stad. De machine is zo stil, dat je er zelfs ’s nachts of vroeg in de ochtend mee aan de slag kunt, in drukke binnensteden bijvoorbeeld.”
Vanzelfsprekend levert een innovatieve ontwikkeling als de 5 eSeries een belangrijke bijdrage aan het milieu. Het volledig elektrische voertuig vermindert de uitstoot van CO2 en fijnstof aanzienlijk. Voor klanten die nog een stapje verder willen gaan, is daar het Saiga Particles System. Zwevende stofdeeltjes komen in aanraking met positief geladen ionen en verzamelen zich tegen de collectorplaat die in het achterdeksel van dit systeem verwerkt zit. De RAVO Hygion is standaard uitgerust met dit Saiga Particles System, voor de andere type veegmachines is het een optie. Het ontwikkelen van een duurzame veegmachine is voor RAVO een bewuste keuze. “Onze bedrijfsvisie is gericht op milieuvriendelijk, duurzaam en verantwoord ondernemen. Onze maatschappelijke rol daarin vinden wij belangrijk.” Neem voor een demo of meer informatie contact op met RAVO Benelux, 072-567 32 32.
Dat de 5 eSeries elektrisch wordt aangedreven, betekent niet dat er concessies gedaan zijn aan zuigvermogen of veegcapaciteit. “De machine presteert hetzelfde als zijn dieselaangedreven equivalent”, aldus Mostert. “Daarnaast zijn de onderhoudskosten extreem laag. Omdat het voertuig volledig elektrisch is, konden we heel veel slijtdelen, zoals de motor en hydraulische rij- en ventilatoraandrijving, vervangen door niet bewegende delen. Dat scheelt aanzienlijk in de onderhoudskosten.” Mocht er toch iets aan de hand zijn, dan heeft RAVO Benelux naast de zeer goed geoutilleerde werkplaats in Alkmaar een extra servicesteunpunt in Amsterdam. Voor werkzaamheden op locatie beschikt RAVO Benelux over meerdere mobiele servicewerkplaatsen.
GRAM #05 juni 2021 | 35
Uw totaal leverancier op gebied van afval-inzamelsystemen van afvalbak tot mega ondergrondse perssystemen 24 m3.
HABA Perscontainers
Molok semi-ondergrondse afvalcontainers
Vanaf juni 2021 nieuw in ons assortiment de volledig ondergrondsecontainers
Wij adviseren u ook het afval-inzamelsysteem wat het best bij u past.
Leverancier van:
www.cityandpark.nl | info@cityandpark.nl | 026-2024050