Niet meer bang zijn om dood te gaan
Wietolie voor de laatste momenten? Door: Wernard Bruining
In de westerse cultuur zijn we groot gebracht met het idee dat doodgaan een vreselijke zaak is. Die angst voor de dood wordt geëxploiteerd door de moderne medische industrie. Wietolie kan helpen!
Patiënten met ongeneeslijke kanker krijgen de meest verschrikkelijke cocktails van medicijnen die soms duizenden euro’s per stuk kosten. Maar ja, je moet toch alles proberen om deze verschrikkelijke ziekte te bestrijden, wordt dan beweerd. Chemo kan levensverlengend werken, al is het maar enkele weken! Er wordt onvoldoende duidelijk gemaakt dat die extra tijd van leven van een lage kwaliteit is. De
temen verwoest. Hebben ze daarbij nog uitzaaiingen, dan is het water echt over de dam. Uitzaaiingen zijn vele malen agressiever dan de originele kanker en bijna nooit te stoppen. Ik vind het dan verstandiger om dat gegeven te accepteren en uit te gaan van wat nog mogelijk is. Ik heb gemerkt dat patiënten vaak vrij gemakkelijk uit dat doodsangst-scenario kunnen stappen. Ik vertel hen dan dat wietolie hun res-
sterfbed nog een rondje aan mijn vrienden en familie kan geven. Iedereen een dikke vette druppel wietolie, haha, dan hebben we samen nog een keertje lol. Als Engelsman is er niets leuker dan rondjes geven; it’s in our blood, you know. En het lijkt me geweldig om lachend dood te gaan.”
Laatste redmiddel Later heb ik een afspraak met vier Italianen van middelbare leeftijd. Ze zijn naar Neder-
Ik zie eigenlijk voor het eerst echte, diepe doodsangst. De man hoopt werkelijk dat wietolie hem wel even gaat genezen! patiënt takelt af, is misselijk en depressief, lijdt aan slapeloosheid, wil niet meer eten en heeft vaak blijvende pijn. Chemo is dan eigenlijk niet meer dan een gif waarvan men hoopt dat het de kanker eerder doodt dan de patiënt.
Exploiteren van doodsangst De medicijnindustrie verdient 80% van haar inkomsten aan de verkoop van medicijnen tegen kanker en het exploiteren van deze doodsangst. Ze doet dit vaak met behulp van agressieve methodes. De vrouw van een patiënt die geen chemo meer wilde, werd enkele dagen later gebeld door een vertegenwoordiger van de medicijnenproducent. Of mevrouw wel besefte waar ze mee bezig was? Ze ontnam haar man immers de kans op een langer leven, al was het maar een extra maand of zo? De vertegenwoordiger toonde geen enkel medeleven, vroeg niet naar haar toestand of die van haar man, het ging hem om het mislopen van omzet! Als patiënten een aantal chemokuren hebben gehad, is hun lichaam gesloopt en zijn hun afweersys-
42
terende tijd op aarde kan verlengen en die tijd ook nog eens veel prettiger kan maken. Coffeeshops zitten niet voor niets vol met lachende mensen, zeg ik dan, en dat begrijpen de mensen.
Rondje wietolie Iedereen gaat anders met kanker om. Christopher (40), een stevige Engelsman, heeft altijd op olieplatforms gewerkt. Hij heeft longkanker met uitzaaiingen en hij heeft al eerder wat olie gehaald. Ik vertelde hem toen dat wietolie zijn leven niet kon redden, maar waarschijnlijk wel kon verlengen en prettiger kon maken. Ik ontmoet hem nu voor de tweede keer op een terrasje midden op de Amsterdamse Wallen. Een meisje met een viool zorgt voor passende achtergrondmuziek. De wietolie was hem goed bevallen. Christopher: “Ik slaap beter en maak me minder zorgen. Ik eet goed en heb geen pijn meer. Ik heb thuis ook wat van die olie in een pure joint gedaan en die met mijn maten gerookt. We zijn nog nooit zo leuk high geweest. I almost died laughing! Daarom wil ik nu voldoende van dat spul hebben zodat als ik straks op mijn
land gereden om wietolie te halen. Het zijn een arts, zijn vrouw, de patiënt en diens vrouw. De arts en zijn vrouw spreken Engels, de patiënt en zijn vrouw totaal niet. De patiënt heeft een tracheo-stoma, hij haalt adem door een gaatje in zijn keel. De arts vertelt me dat de patiënt behandeld is tegen kanker in zijn keel, en nu zijn er uitzaaiingen op de longen, de lever, de lymfeklieren, in de botten, eigenlijk overal. Wietolie is hun laatste redmiddel. De vrouw van de patiënt wil nog wel een chemo, al geeft die nog maar een maand extra leven. De patiënt werd doodziek en misselijk van de chemo’s, hij weet het nu niet meer en de arts ziet er weinig heil in. Ik hoor het verhaal aan en bestudeer de patiënt, die me met grote angstige bruine ogen aankijkt. Ik zie eigenlijk voor het eerst echte, diepe doodsangst, de man hoopt werkelijk dat wietolie hem wel even gaat genezen! Als de arts klaar is valt er een stilte, de patiënt kijkt me smekend aan. Red me, roepen de grote bruine ogen! Ik realiseer me dat wat ik ga zeggen erg belangrijk is voor deze mensen en besluit vooral eerlijk te zijn. Ik vertel direct dat ik niet denk dat wietolie al die kanker wel even gaat genezen. Er ontstaat een soort op-