Burgerschapsestafette Docenten inspireren om vanuit dilemma’s het gesprek aan te gaan Kijkje bij een Unescoschool ‘Wanneer ben je als school tevreden?’ Expertisepunt Burgerschap ‘We maken de bomen in het bos zichtbaar’ Burgerschap op school 2023 | 2024 | 1 Expertisepunt Burgerschap www.expertisepuntburgerschap.nl 2023 | 2024 Burgerschap op school Magazine voor basis- en voortgezet onderwijs
Colofon
Expertisepunt Burgerschap is een samenwerking tussen Stichting School & Veiligheid, het voormalig Kennispunt MBO Burgerschap, SLO en ProDemos - huis voor democratie en rechtsstaat.
Uitgave
Expertisepunt Burgerschap
Website www.expertisepuntburgerschap.nl
E-mail
info@expertisepuntburgerschap.nl
Redactie
Wiesette Haverkamp - EDG Media
Vormgeving
Martin Hollander - EDG Media
© 2023 | 2024
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelinge n.
Expertisepunt Burgerschap
Voorwoord
Burgerschap heeft de aandacht in het onderwijs en dat is goed nieuws. Want de kern van het burgerschapsonderwijs gaat over wat nodig is om vreedzaam en volgens democratische beginselen samen te leven. De school is bij uitstek de oefenplaats om hiermee intensief te oefenen.
Maar hoe geef je als school vorm aan burgerschapsonderwijs? En dat op een manier die past bij de visie van de school en die past bij de leerlingen die je lesgeeft?
Het Expertisepunt Burgerschap is partner voor het scholenveld als het gaat om werken aan en het (door)ontwikkelen van burgerschapsonderwijs in de school. Onze missie is scholen te helpen hun weg te vinden in het vormgeven van burgerschapsonderwijs. Als centraal punt bieden wij een overzicht van het brede aanbod met informatie, hulpmiddelen en inspiratie rondom burgerschapsonderwijs.
Dit magazine helpt je verder op weg met burgerschap in de les
Trots ben ik op deze eerste editie van ‘Burgerschap op school’, het magazine voor basis- en voortgezet onderwijs. Je maakt hierin kennis met het Expertisepunt Burgerschap en onze helpdesk, maar we nemen je ook mee langs een aantal inspirerende scholen. Ook komt een aantal experts aan het woord, onder andere over doorlopende leerlijnen en burgerschap in kunst en cultuur.
Met dit magazine krijg je een voorproefje van wat we als Expertisepunt bieden.
Ik wens je veel leesplezier!
namens Expertisepunt Burgerschap (directeur-bestuurder Stichting School & Veiligheid)
| Burgerschap op school 2023 | 2024 2
Amina Saydali
Foto: Lilian van Rooij fotografie
Inhoudsopgave
4 6 8 11 14 16 18 20 23 25 27 29 32 35 37
Expertisepunt Burgerschap stelt zich voor
Eigen ruimte binnen de wet
Slavernijverleden in de klas
Jenaplanschool de Oostpoort voorbeeld binnen primair onderwijs
Burgerschapsestafette als inspiratiebank
Gesprekstof in de klas door jeugdliteratuur
Kerndoelen toegelicht
Leerlingen over burgerschapsonderwijs
Leerlingen aan de slag met democratisch handelen
Burgerschapsonderwijs op scholen met een bijzondere grondslag
Cultuur versterkt de eigenwaarde
Hofstadlyceum voorbeeld binnen voortgezet onderwijs
Onderzoek ‘Balanceren tussen toerusten en ruimte geven’
Wereldburgerschap op scholen
De rol van de helpdesk
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 3
OMO Scholengroep Helmond
Foto: Dave van Hout
Expertisepunt Burgerschap biedt scholen ondersteuning
We bieden het brede overzicht
Het Expertisepunt Burgerschap ziet een groeiende belangstelling bij scholen om werk te maken van burgerschap, zowel in het basis-, voortgezet als gespecialiseerd onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.
Deze platform- en netwerkorganisatie voor scholen startte vorig najaar en wil burgerschap nadrukkelijk agenderen en scholen ondersteuning bieden. Fleur Nollet, werkzaam voor het Expertisepunt, vertelt.
Tekst: Brigitte Bloem
Voor het Expertisepunt Burgerschap zijn vier partijen een consortium aangegaan: SLO, Stichting School & Veiligheid, ProDemos en het Kennispunt MBO Burgerschap. Fleur Nollet is programmamanager vanuit Stichting School & Veiligheid en coördineert de werkzaamheden van de stichting binnen het consortium. Eerder was ze projectleider ‘Burgerschap op de Basisschool’ bij Stichting School & Veiligheid en de PO-Raad. Het expertisepunt is een vervolg op de projectsubsidies voor burgerschapsonderwijs, die vanuit OCW ondergebracht waren bij de PO-Raad, VO-raad en MBO Raad. De eerste zichtbare activiteit van het Expertisepunt Burgerschap is de eigen website, die afgelopen november live ging. Nu is er dit magazine. “Het is onze opdracht om dé vindplaats te worden voor alles dat te maken heeft met burgerschap in het onderwijs”, licht Fleur toe. “We ontwikkelen zelf geen materiaal, maar
zijn een platform. We maken de bomen in het bos zichtbaar. Denk aan organisaties met professionaliseringsaanbod voor scholen, informatie over wet- en regelgeving en allerhande lesmateriaal. Als expertisepunt gaan we geen kwaliteitskeurmerken uitdelen. We bieden het brede overzicht. Op de site staat ook een agenda van alle evenementen rondom burgerschap, van onszelf en van andere organisaties. Organisaties kunnen zich altijd melden.”
Congres
Naast het hosten en onderhouden van het platform, heeft het expertisepunt ook de functie tot kennisdeling, waarvoor al verschillende activiteiten op het programma staan. Onder de titel ‘Focus op Burgerschap: kleur buiten de lijntjes’ verzorgt het expertisepunt op 19 april een groot congres. “Die dag hopen we vele bestuurders, schoolleiders en leraren
| Burgerschap op school 2023 | 2024 4
Introductie Fleur Nollet
Fleur Nollet
Foto: Lilian van Rooij fotografie
van po en vo te informeren en inspireren. Natuurlijk is er het wetgevend kader, maar we stimuleren scholen juist ook buiten de lijntjes te kleuren. Je moet immers als school je eigen burgerschapsvisie vaststellen, passend bij jouw schoolpopulatie. Leg je de focus op duurzaamheid, op kansengelijkheid, op diversiteit? Wat hebben jouw leerlingen specifiek nodig om straks een goede rol te vervullen in de maatschappij?
Leerlingen van de ene school kunnen een heel andere startpositie hebben dan leerlingen van een school in een andere wijk of stad.” Voor het gespecialiseerd onderwijs houdt het expertisepunt een aparte landelijke bijeenkomst, zodat ook zij handreikingen aangereikt krijgen voor hun specifieke doelgroepen. Naast de landelijke bijeenkomsten gaat het expertisepunt ook regionale bijeenkomsten organiseren en hosten ze jaarlijks enkele leernetwerken. “Dat zijn groepen scholen die met elkaar aan de slag gaan rondom een vraagstuk van burgerschapsonderwijs, onder leiding van een expert”, legt Fleur uit.
Helpdesk en adviseurs
Naast de platform- en netwerkfunctie heeft het expertisepunt ook een helpdesk. Scholen kunnen daar terecht met al hun vragen omtrent burgerschap. Als verlengsstuk hiervan heeft het expertisepunt een aantal ‘adviseurs burgerschap’, die bestuurders en schoolleiders van po en vo en onderwijsteams van mbo desgevraagd van advies dienen om scholen een stapje verder te brengen in de ontwikkeling van hun burgerschapsonderwijs. “We merken dat scholen graag willen sparren over het onderwerp”, vertelt Fleur. “Ze willen onderzoeken hoe hun leerlingen het meeste profijt kunnen hebben van burgerschap. Niet omdat het van de inspectie moet, maar omdat scholen
daar zelf het nut van inzien”, stelt ze. “De adviseurs zijn goed thuis in het burgerschapsveld en hebben zicht op de verschillende visies en het verschillende aanbod.”
Doelgericht en samenhangend Elke school is een mini-samenleving. Daarom is het ook zo belangrijk dat leerlingen ervaren dat ze er een andere mening op na mogen houden, vindt Fleur. “Ze mogen het oneens zijn met elkaar. Maar ze moeten wel leren naar elkaars argumenten te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Burgerschap gaat niet enkel over gewenst gedrag, maar juist ook over hoe je omgaat met spanningen die er binnen elke schoolpopulatie zijn.” Fleur constateert een groeiende belangstelling bij scholen om werk te maken van burgerschap, zowel in po als vo. De uitdaging is voor vo nog wel iets lastiger dan voor po, merkt ze. “In het vo heb je natuurlijk te maken met vaksecties. Burgerschap kan aan bod komen in voor de hand liggende vakken als geschiedenis en maatschappijleer. Maar ook bij Nederlands en de bètavakken is van alles mogelijk. Voor het vo is het veel complexer om er een samenhangend geheel van te maken dan voor
basisscholen. Daarom is een schoolbrede visie op burgerschap zo belangrijk.” SLO werkt voor zowel po als vo aan handreikingen hoe onderdelen van burgerschap in de diverse vakken te integreren zijn. Fleur wil benadrukken dat burgerschap niet iets is wat erbij komt. “Het gaat erom dat je zorgvuldig in kaart brengt wat je al doet. Daar kun je vervolgens op voortbouwen. Het blijkt dat de meeste scholen veel meer doen dan ze in eerste instantie denken. De uitdaging zit ‘m er vooral in om het nu doelgericht en samenhangend te maken en daar wil en kan het Expertisepunt Burgerschap graag bij ondersteunen.
Het Expertisepunt Burgerschap is dienstbaar aan het veld en wil het voor scholen gemakkelijker en aantrekkelijker maken om burgerschap op logische en natuurlijke wijze te verweven met hun onderwijs. Laat ons daarom weten met welke vragen en vraagstukken je zit en waar je behoefte aan hebt via: info@expertisepuntburgerschap.nl
Aanmelden nieuwsbrief: www.expertisepuntburgerschap.nl
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 5
We willen dé vindplaats zijn voor alles dat te maken heeft met burgerschap
Introductie Fleur Nollet
Foto: Hans Slegers
Tussen wet en vrijheid
Invulling van burgerschapsonderwijs
Anne Bert Dijkstra is verbonden aan de Inspectie van het Onderwijs, waar hij verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het toezicht op het sociale domein. Daarnaast is hij hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van de Academische Werkplaats Sociale Kwaliteit Onderwijs, waarin scholen met anderen werken aan kwaliteitsontwikkeling van burgerschapsonderwijs.
Je bent op verschillende manieren bezig met burgerschapsonderwijs, als onderwijsinspecteur, maar ook als onderzoeker. Waarom vind je dat belangrijk?
“In Nederland leven we in een vrije, democratische samenleving. Dat voelt logisch, maar democratie en rechtsstaat kunnen niet bestaan zonder burgers die democratische waarden steunen. Het is een voorrecht om daaraan te kunnen bijdragen.
De basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals gelijkwaardigheid of het recht eigen keuzes te maken, zijn essentieel. Dat zie je ook als je om je heen kijkt. Bubbels en kloven, wantrouwen jegens instituties, of meningsverschillen waarbij het moeilijk blijkt open te staan voor anderen: dat zet druk op ons samenleven en het functioneren van democratie en rechtsstaat. Dat vraagt om aandacht, urgentie en een verstandige aanpak. Scholen kunnen daarbij helpen.”
Dat vinden scholen soms lastig, ook als het gaat om wat de wet vraagt en wat eigen ruimte is.
“Soms wordt burgerschapsonderwijs als ingewikkeld ervaren. Toch vraag ik me af of dat nodig is. Waar het
om gaat, is vanuit eigen situatie en ideeën – wat zijn onze idealen voor de samenleving en onze leerlingen, en wat hebben die dan nodig – invulling te geven aan leren samenleven. Als een school dat doet, zit het doorgaans met die wettelijke eisen wel goed.”
Wat is er volgens de wet verplicht?
“De wet biedt veel ruimte en er zijn minimum eisen aan burgerschapsonderwijs. Er moet ten minste aandacht worden gegeven aan bevordering van basiswaarden, zoals verdraagzaamheid en vrijheid van meningsuiting, en aan sociale en maatschappelijke competenties. De school kan zelf bepalen hoe, maar nodig is dat de invulling is afgestemd op de leefwereld van leerlingen: welke vorm heeft leren over basiswaarden in de setting waarin zij leven? Ook eventuele risico’s vragen dan aandacht, zoals situaties rond leerlingen waarin basiswaarden onder druk staan.
Dat burgerschapsonderwijs ‘doelgericht’ moet zijn, betekent dat de school concrete leerdoelen formuleert. Welke kennis, houdingen en vaardigheden wil de school overbrengen? De onderwijsinspectie vraagt nadrukkelijk aandacht voor dit aspect van de wet, omdat goed burger-
| Burgerschap op school 2023 | 2024 6
Tekst: Martijn de Graaff
Interview Anne Bert Dijkstra
Anne Bert Dijkstra
Foto: Jan Luursema
schapsonderwijs niet zonder concrete leerdoelen kan. Dan is onduidelijk welke stof en aanpak nodig zijn, en of het leerdoel wordt bereikt. Wat de leerdoelen zijn, kan de school, binnen de grenzen van de wet, zelf kiezen.
‘Samenhangend’ betekent dat de stof niet willekeurig, maar vanuit een plan wordt aangeboden. Hoe bouwen leraren in hogere leerjaren verder op de periode daarvoor?
Ook hier geldt dat hoe het curriculum wordt opgebouwd de keuze is van de school. De wettelijke eis ’herkenbaar’ betekent dat het geplande curriculum in de praktijk wordt gebracht en zichtbaar is in de school. De wet vraagt ten slotte dat de basiswaarden zichtbaar zijn in het doen en laten van de leraren, zodat iedereen zich veilig en gerespecteerd weet. Ook is belangrijk dat leerlingen kunnen oefenen, bijvoorbeeld leren omgaan met verschil en verdraagzaamheid, maar ook kritisch denken en leren hoe verandering mogelijk is”.
Hoe verwerk je dat in het schoolplan?
“Wat de school belangrijk vindt voor burgerschap, is vaak te vinden in de idealen van de school voor mens en wereld. De leerdoelen kunnen uit die visie worden afgeleid. Dat bepaalt vervolgens welke leerstof, aanpak, methoden en dergelijke nodig zijn. Het schoolplan laat dus zien welke kennis, houdingen en vaardigheden de school op opeenvolgende momenten bereiken wil, en wat ze daarvoor doet.
Het lijkt soms alsof gedacht wordt dat de burgerschapswet betekent dat alles anders moet. Het is goed te
bedenken dat aandacht voor burgerschap, hoewel onder andere naam – zoals persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke vorming of anders – er vaak al is. Dat maakt het verstandig te inventariseren wat je al in huis hebt. Zelfevaluatie kan een nuttige stap zijn, en laat zien of leerdoelen en aanbod matchen. Ook de vraag of de leerdoelen bereikt worden hoort daarbij.
Opbrengstgericht werken is ook voor burgerschap een belangrijk uitgangspunt. De wet wijst daarbij op inzicht in resultaten als basis voor onderwijsverbetering en voor de inrichting van het leerproces. Dat is voor burgerschap niet anders dan andere leerdomeinen. Scholen zijn vrij te bepalen hoe ze de resultaten willen meten, zoals met een gestandaardiseerd instrument, een portfolio of anders.”
Hoe ziet het toezicht van de inspectie eruit?
“In schooljaar 2021/22 trad de inspectie stimulerend op en sinds dit schooljaar is er gericht toezicht. Inspecteurs vragen in hoeverre het burgerschapsonderwijs aan wettelijke eisen voldoet. Burgerschap is, net als taal en rekenen, immers een belangrijke basisvaardigheid. Als een school wettelijke eisen niet realiseert, is verbetering nodig. Dat kan betekenen dat een school een herstelopdracht krijgt, als er nog veel gebeuren moet. Wellicht beoordeelt de inspecteur de ontwikkeling dan op een later moment opnieuw. Er zijn ook situaties waarin een school al ver is, en het ontwikkelplan van de school vertrouwen geeft.”
Wat betekent dat voor scholen die burgerschap ingewikkeld vinden?
“In 2022 hebben de PO-Raad en VO-raad, samen met de AWP Sociale Kwaliteit Onderwijs en Stichting School & Veiligheid ‘IJkpunten voor goed burgerschapsonderwijs geformuleerd’ (scan onderstaande QR-code). Ook is er ondersteuning beschikbaar. Bijvoorbeeld via het Expertisepunt Burgerschap en identiteitsorganisaties als Verus of VOS/ABB, begeleidingsdiensten en andere. Ook zijn er materialen, zoals meetinstrumenten, zelfevaluatie-instrumenten, leerlijnen en dergelijke.
Sinds dit schooljaar is er gericht toezicht van inspecteurs
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 7
Foto: Hans Slegers
Interview Anne Bert Dijkstra
Lesgeven over het slavernijverleden:
Je helpt hen om op basis van goede informatie een eigen mening te formuleren
Kennis over de geschiedenis laat je anders naar de wereld van nu kijken. Uiteraard geldt dit ook voor ons slavernijverleden. Het onderwerp kwam nauwelijks aan bod binnen het onderwijs, maar krijgt steeds meer aandacht. Het is geen eenvoudig thema, weten de ervaringsdeskundigen Lucelle Comvalius en Aspha Bijnaar. Zij adviseren leerkrachten en docenten om voldoende tijd te nemen. Het onderwerp roept veel reacties op en vereist een respectvolle, zorgvuldige benadering. Welke tips hebben zij nog meer?
Lucelle is docente geschiedenis en maatschappijleer en kreeg een paar jaar geleden landelijke bekendheid als Leraar van het Jaar binnen het voortgezet onderwijs. Inmiddels geeft zij les aan collega’s op het hbo. Op haar vorige school, een vmbo op de Veluwe, sloeg zij het geschiedenisboek soms dicht om over het koloniale verleden en de impact van slavernij te vertellen. Onderwerpen die niet of nauwelijks aan bod kwamen in de lesmethode. “Ik miste vooral de uitleg bij onze cultuur en de pluriforme samenleving. Hoe is die ontstaan? Dat moet je toch weten? Sommige leerlingen zeiden: ‘Voor ons is de Tweede Wereldoorlog belangrijk, voor u is dat de slavernij’.
En dan moest ik uitleggen dat het óns slavernijverleden was. Kinderen waren helemaal verbaasd.”
Het is belangrijk om zoveel mogelijk facetten van je eigen geschiedenis te kennen, vindt Lucelle. “Waarom ziet de wereld eruit zoals die eruit ziet? Waarom is er racisme en discriminatie? Voor mij is het koloniaal verleden ook een belangrijk haakje naar hedendaagse slavernij. Dus ik laat kinderen ook onderzoeken waar onze kleding en voedsel vandaan komt. Gaat dat op een eerlijke manier? En wat kunnen zij doen aan dat onrecht?”
Racisme kunnen we beschouwen als de grootste erfenis van het koloniale tijdperk
| Burgerschap op school 2023 | 2024 8
Tekst: Marco van den Berg
Interview Lucelle Comvalius en Aspha Bijnaar
Aspha Bijnaar
Foto: Leon Coetzier
Ook Aspha Bijnaar vindt het belangrijk dat leerlingen sporen van het slavernijverleden gaan herkennen. Want het is niet een verhaal ‘van toen en heel ver weg’, maar juist heel dichtbij. Aspha is onderzoeker, schrijver, spreker en directeur van twee organisaties (Musea Bekennen Kleur en EducatieStudio). Ze geeft gastlessen en adviseert scholen over hoe ons koloniaal verleden en de impact van slavernij onderdeel kan zijn van het onderwijs.
Aspha is heel blij dat er steeds meer aandacht komt voor dit gevoelige verleden. De excuses van premier Rutte, eind vorig jaar, horen daar ook bij en in juli staan we in Nederland stil bij de officiële afschaffing van de slavernij, 150 jaar geleden. “Er waait een andere wind, maar je merkt ook dat er tegenkrachten bezig zijn. Kijk alleen maar naar de moeizame discussie over Zwarte Piet of die leuzen laatst op de Erasmusbrug. Er is nog een hele weg te gaan.”
Anders kijken naar de werkelijkheid
De actuele vertaalslag leert op een andere manier kijken naar de werkelijkheid. Lucelle: “Er zijn niet alleen good en bad guys. De geschiedenis kent meerdere invalshoeken
en niet alleen de Europese benadering. Dus ook niet zeggen: Ach, die zielige slaven in Suriname... Want de tot slaaf gemaakten waren helemaal niet zielig, maar juist heel sterk. Sterk dat ze het konden volhouden.”
Grootste erfenis
Aspha omschrijft het slavernijverleden als een belangrijk en ingrijpend deel van onze vaderlandse geschiedenis die iedere Nederlander hoort te kennen. “Dan kom je vanzelf bij het onderwerp racisme, dat we kunnen beschouwen als de grootste erfenis van het koloniale tijdperk. Maar ongeacht alle verschillen; we moeten met elkaar verder. Vanuit respect, gelijkwaardigheid en begrip. Dat is de belangrijkste boodschap die ik geef tijdens mijn lessen.” Soms hoort Lucelle zeggen dat er geen racisme meer bestaat. “Ik herinner mij een moment waarop ik tegen leerlingen zei: ‘Nu ga ik iets vertellen over mijn leven en dan laat ik het bij jou of je vindt dat het wel of geen racisme is’. Ik vertelde over hoe mensen naar mij kijken en vanwege mijn huidskleur vooroordelen hebben. Hoe ik in winkels achterna wordt gelopen, omdat ik misschien wel iets ga stelen… Maar ook hoe ouders van leerlingen mij eerst niet accepteerden als docent, waarbij ook het n-woord viel en een vader zich hardop afvroeg waarom deze school ‘een zwarte’ aannam. Toen ik dat vertelde, reageerden sommige leerlingen erg ontdaan. Ze zeiden: ‘U bent Docent van het Jaar, dus we dachten: iedereen is aardig tegen u’.”
Aan het hart
Lucelle deed als student de lerarenopleiding Geschiedenis en ze moest ‘vechten’ om op het onderwerp slavernij te kunnen afstuderen. “Begeleiders hadden geen zin in migranten die een beetje zielig hun geschiedenis gingen bestuderen. Dat werd letterlijk zo gezegd. Dus ik heb een hele weg afgelegd en je begrijpt: dit thema ligt mij na aan het hart.” Lucelle pleit voor meer aandacht rondom dit onderwerp tijdens de lerarenopleiding. “En mijn advies aan de huidige leerkrachten en docenten is: laat je scholen op dit onderwerp, ga lezen, bekijk documentaires. De Vereniging van Geschiedenisleraren Nederland biedt uitstekende cursussen aan over dit onderwerp zodat je er zelf van leert en weet hoe je erover in gesprek kunt gaan.”
Meer aandacht voor dit thema tijdens de lerarenopleiding is cruciaal, vindt Aspha. Vooral om enige culturele sensitiviteit te ontwikkelen. “Als je in een witte klas met slechts twee zwarte kinderen opeens over slavernij gaat praten, dan kunnen die twee zich heel onveilig voelen. Dat vraagt voorbereiding van een leerkracht en die oefening moet onderdeel zijn van een opleiding.” >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 9
Het koloniaal verleden is een belangrijk haakje naar hedendaagse slavernij
Lucelle Comvalius
Interview Lucelle Comvalius en Aspha Bijnaar
Er zijn ook onderwijsinstituten die training geven in het behandelen van een moeilijk onderwerp. “Vaak is dat eenmalig, dus dat schiet al snel tekort. Vanwege mijn onderzoek heb ik zelf ook trainingen bijgewoond. Mij viel op dat niet elke leerkracht het respect afdwingt dat nodig is voor dit onderwerp. Je moet het gesprek leiden en veiligheid bieden, anders werkt het averechts. Dus geen flauwe grapjes maken, maar juist heel consequent en zorgvuldig zijn.”
Aspha heeft indertijd vanuit de organisatie NiNsee een website gemaakt voor het voortgezet onderwijs. Slavernijenjij.nl, heet het. “Die wordt ook veel gebruikt door bovenbouwleerlingen van de basisschool, voor een spreekbeurt of werkstuk. Leerkrachten kunnen het inzetten om een les voor te bereiden. De site biedt veel foto’s en uitleg, maar ook verwijzingen naar boeken, korte video’s en andere websites. Je hebt daar het verhaal redelijk compleet.”
De organisatie NiNsee houdt ook jaarlijks een studiedag voor docenten over het slavernijverleden. “Daar leer je wat er is gebeurd en hoe je deze geschiedenis kunt toepassen in de les.” Dat laatste is extra belangrijk, weet Lucelle. “Volg de dynamiek in de groep, want het thema roept uiteenlopende reacties op. Sommigen ontkennen wat er is gebeurd, andere leerlingen herkennen juist de verhalen uit de eigen familie. Het raakt aan het hier en nu en vraagt écht om een veilig klassenklimaat. Dus als er iets gebeurt of gezegd wordt wat niet door de beugel kan: zet de les stil en praat erover.”
Onwetendheid
Voor alle duidelijkheid: je hoeft niet de mening van leerlingen te veranderen, vindt Lucelle. “Dat is niet je taak als docent. Maar je helpt hen wel om op basis van goede informatie die mening zelf te laten formuleren. Bovendien laat je zien hoe je daar met elkaar op een respectvolle manier mee omgaat. Er is helaas nog veel onwetendheid rondom dit onderwerp, dus dat doe je niet zomaar in een uurtje. Neem de tijd, smeer het onderwerp uit over meerdere lessen. Ga samen naar het museum - het Tropenmuseum, het Rijks – er is zoveel te vinden dat bijdraagt en je blik verrijkt.” In gastlessen voor groep 7 en 8 laat Aspha vaak zien hoe dat slavernijverleden nog overal zichtbaar is. “Kijk naar de grachten, de panden, de gevels, maar ook beeldvorming in de media, reclame, gerechten, straattaal, muziek, kleding, kapsels; het koloniale verleden heeft heel veel invloed gehad op onze cultuur.” Er zijn ook speciale slavernijroutes die je kunt wandelen in Groningen, Utrecht, Haarlem, Dordrecht, Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Leiden, vertelt ze. “Per route is er een gids samengesteld, zodat je de leerlingen overal iets kunt vertellen. Dan maak je het tastbaar.”
Persoonlijk verhaal
Daarnaast kan een gastspreker iets toevoegen aan de les, vertelt Aspha. ‘Iemand die zijn roots heeft in Suriname of Indonesië, bijvoorbeeld. Dan breng je naast de feiten ook het persoonlijke verhaal; wat heeft die geschiedenis gedaan met mensen? Of als je de les zelf geeft: vraag vooraf advies aan iemand die er ervaring mee heeft. Dat helpt.”
| Burgerschap op school 2023 | 2024 10
Foto: Hans Slegers
Interview Lucelle Comvalius en Aspha Bijnaar
Bij Jenaplan zit burgerschap gewoon in het ‘systeem’
’Door gesprekken vorm je kinderen in hun denken’
Op Jenaplanschool de Oostpoort in Delft worden vakken geïntegreerd aangeboden, onder andere in de vorm van projecten. Daarin zijn burgerschapsdoelen gemakkelijk te implementeren, vindt directeur Gerrie Haije.
Elke ochtend beginnen de leerlingen van basisschool de Oostpoort in Delft in hun driejarige stamgroepen met een half uurtje kringgesprek, waarin een nieuwsonderwerp kan worden besproken. Daarin leren ze na te denken over een onderwerp en hun mening te vormen. “En passant pak je daar ook meteen even taaldoelen in mee”, legt directeur Gerrie Haije uit.
“Het is in Jenaplanonderwijs gebruikelijk dat kinderen van verschillende schooljaren samen in een stamgroep zitten. Op die manier werken de kleintjes samen met de groten en leren ze van elkaar. Dat is al burgerschap”, meent Haije. “Hiermee zit bij het Jenaplanonderwijs burgerschap als het ware al in het ‘systeem’.”
De directeur geeft aan dat het een van de redenen is waarom de school meewerkte aan Curriculum.nu: “We hielpen met het vormgeven van bouwstenen en ideeën met betrekking tot hoe burgerschap er in de toekomst op scholen uit moet zien. Wij hadden als Jenaplanschool altijd al het gevoel dat we burgerschap hadden geïntegreerd in ons curriculum. De standaardopdracht van het onderwijs is immers: kinderen socialiseren, kennis meegeven, laten ontdekken wie ze zijn, zodat ze hun plaats in de maatschappij kunnen innemen. We denken dat vakken in het basisonderwijs het beste geïntegreerd kunnen worden aangeboden. Dus niet een uurtje rekenen, een uurtje taal, vervolgens een uurtje aardrijkskunde en een uurtje geschiedenis. Vakken hebben allemaal met elkaar te maken. Daar kunnen ze elkaar versterken. Het maakt het voor kinderen direct meer duidelijk waarom ze iets leren. Burgerschap raakt aan taalontwikkeling, omdat je zonder taal minder gemakkelijk integreert in de maatschappij, burgerschap raakt aan geschiedenis, want we zijn wie we zijn >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 11
Tekst: Heleen de Bruijn
Interview Gerrie Haije
Vergis je niet in hoe ongelofelijk sociaal kinderen zijn
Gerrie Hajie
Foto: Soul 2 Soul Photography
dankzij onze geschiedenis. Veel vakken en kerndoelen van het onderwijs worden bij ons in samenhang aangeboden, dus het is voor ons niet nieuw.”
Projectonderwijs
Op de Oostpoort worden veel burgerschapsdoelen ondergebracht in de vele projecten waarin op deze school onderwijs wordt gegeven. Zoals het project ‘Wie is de baas?’, waarin doelen over de rechtstaat worden verwerkt. Haije: “Bij de kleuters wordt de lesstof natuurlijk op een ander niveau gegeven dan in de bovenbouw. Bij de jongsten gaat het om wie de baas is op school, in de klas, of thuis. Een voorbeeld is de poppenhoek: wie is daar de baas, of is er geen baas en moet je dingen met elkaar afspreken? Zo kom je al terecht bij basisvaardigheden over de verhoudingen tussen mensen. In de bovenbouw hebben we aangehaakt bij de verkiezingen. De kinderen kregen vragen als ‘hoe werkt dat in Nederland’, ‘wat is de rol van de koning en wat die van de minister-president’, ‘wat doet een burgemeester?’. Kinderen hadden met een groepje de opdracht om dat uit te zoeken en een
presentatie te maken. Daarmee pak je gelijk doelen mee zoals samenwerken, leren van elkaar, kritische vragen stellen en presenteren. Want dat is ook burgerschap: leren luisteren en discussiëren met elkaar. Zo hebben we met kinderen ook gepraat over corona. Aan bod kwamen vaccinaties en het dragen van mondkapjes en hun mening daarover. Dat raakt sterk aan persoonlijke ontwikkeling en oordeelsvorming. Het is belangrijk dat kinderen veel informatie krijgen, horen en zien, zodat ze zelf keuzes kunnen maken. We leven in een tijd waarin veel gebeurt en dat kunnen we in de klassen mooi gebruiken.”
“Een ander project is ‘Een straat voor iedereen’. Binnen dit onderwerp hebben we het bij de kleuters over straten in de buurt, de weg naar school, de vraag of er een speeltuin is en de vraag waarom er bijvoorbeeld zoveel zwerfvuil in de speeltuin ligt. In de middenbouw praten we over steden en dorpen en in de bovenbouw kiezen we landen waar de straten er heel anders uitzien, wat de taak is van de dienst ruimtelijke ordening en of het goed is dat er steeds meer snelwegen bijkomen. Hiermee kijken we dus naar andere
Wekelijks praten kinderen over emoties, gevoelens en gedrag
| Burgerschap op school 2023 | 2024 12
Interview Gerrie Haije
Foto: Soul 2 Soul Photography
landen, bespreken we ieders mening over snelwegen en gaan de discussie met elkaar aan. Zo kun je het onderwerp voortdurend uitbreiden en tikt het steeds andere doelen aan rond milieu en ruimtelijke ordening.”
Bouwstenen
De Oostpoort ‘hangt’ dus de bouwstenen van Curriculum.nu in de projecten en de inrichting van hun weekplan. “Wij vonden het daarom ook zo leuk, elke keer dachten we over de bouwstenen: ‘ja, dat past precies bij ons’. Hoewel we natuurlijk ook kritisch keken. We merkten dat scholen die werken met methodes en de vakken niet integreren enorm worstelen met de bouwstenen. Want hoe krijg je het voor elkaar al die doelen, en dat zijn er heel veel, in al die aparte lessen mee te nemen? Dan moet je constant die doelen naast je vakken leggen en afvinken. Dat kan niet, het is teveel en dat geeft je het gevoel dat er weer een vak is bijgekomen, waarin je moet lesgeven binnen de korte tijd die we hebben.”
Daarom vindt Haije het een positieve ontwikkeling dat meerdere scholen overgaan op een vorm van projectonderwijs. “Je ziet dan dat de onderwijsdoelen, ook die van burgerschap, vanzelf worden meegenomen. Daarnaast vind ik het fantastisch en belangrijk dat leerkrachten een soort houding van nieuwsgierigheid ontwikkelen: ‘wat ligt er achter deze vraag, achter dit nieuws en dilemma’s?’. Het is goed dat leraren inbouwen dat er gesprekken zijn met de kinderen en dat ze constant nieuwsgierig zijn naar wat de kinderen ergens van vinden. Dan komt er vanzelf een gesprek op gang en als je vaak gesprekken hebt, vorm je kinderen in het denken over zaken.”
Vreedzame School
De kinderen op de Oostpoort zijn ook in gesprek met elkaar via de methode ‘Vreedzame School’, dat ook al veel doet rondom burgerschap. In wekelijkse lessen praten kinderen over emoties en gevoelens, maar ook over gedrag. Denk bijvoorbeeld aan pesten, ruzies oplossen en het veranderen van gedrag. “Binnen de Vreedzame School wordt gewerkt met mediators, bij ons zijn dat ook kinderen. We leiden ze op en zodat ze met elkaar de problemen kunnen oplossen. Als leerkracht stimuleren we deze zelfredzaamheid. We zijn er erg trots dat het werkt. Zo leren kinderen dat ze deze capaciteit bezitten en daar groeien ze weer van.”
Volgens Haije staan ontwikkelingen rond burgerschap op school nooit stil. “Het vraagt wat van de leerkracht om al deze doelen zich eigen te maken en om te bepalen welke hij of zij moet en kan gebruiken op welk moment. En het
vraagt wat om een omslag te maken en bijvoorbeeld bij actueel nieuws te denken: ‘dit kan ik ermee doen en dit is hoe ik dat organiseer in de tijd die ik heb’. Burgerschap staat bij ons dus altijd op de agenda. Wat we zeker nog gaan doen, is dat we bij nieuwe projecten de kerndoelen burgerschap er naast leggen, evenals de doelen voor digitale geletterdheid en cultuureducatie. Zo checken we of alle doelen aan bod komen. Daarvoor gaan we een format ontwikkelen, waarmee je zorgt dat je niks vergeet en overzicht houdt om alles in de schooljaren aan de orde te laten komen.”
Tot slot geeft Haije nog mee dat in allerlei andere onderdelen van het schoolleven ook burgerschap te vinden is. “Want met Pasen gaan we altijd naar een bejaardentehuis, we hebben een leerlingenraad en we vragen de kinderen met regelmaat na te denken over wat zij willen leren en hoe ze denken dat dit gaat lukken. En vergis je niet in hoe ongelofelijk sociaal kinderen zijn: ze willen altijd het goede doen, zijn heel betrokken bij maatschappij en natuur en ze zijn nieuwsgierig. Burgerschap valt dus automatisch in goede aarde. Ze vinden het echt leuk, alleen kennen ze het woord nog niet, dat zijn we ze nu aan het leren.”
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 13
Interview Gerrie Haije
Foto: Soul 2 Soul Photography
Burgerschapsestafette, een inspiratiebank voor docenten
Vraagstukken die aanzetten tot nadenken en gesprek
Door en voor docenten, dat is de bedoeling van de Burgerschapsestafette, bedacht door vereniging Ons Middelbaar Onderwijs (OMO). Het gaat om het werken vanuit dilemma’s, die opgenomen zijn in een database vol inspiratiemateriaal om in de klas het gesprek over tal van onderwerpen aan te gaan.
Pieter Laban van OMO: “De estafette is een manier om burgerschap expliciet te maken.”
Tekst:
Heleen de Bruijn
Pieter Laban was docent aardrijkskunde en ontwikkelaar burgerschap bij Curriculum.nu, maar is nu beleidsadviseur onderwijs en kwaliteit bij vereniging OMO. Daaronder vallen 34 scholen en scholengroepen die op alle niveaus lesgeven aan zo’n 60.000 leerlingen. “De Burgerschapsestafette is bedacht door een collega op één van deze scholen. De kern is: vanuit verschillende, soms morele dilemma’s, ofwel vraagstukken, burgerschap vormgeven binnen alle vaklessen en in alle leerjaren.”
Waarom de Burgerschapsestafette?
“We vinden het belangrijk om aandacht te geven aan alle rollen die het onderwijs heeft. Dus niet alleen het geven van goed onderwijs, maar ook aandacht besteden aan goed handelen, goed mens zijn, goed leven en daarmee de leerling voorbereiden op zijn of haar rol in de maatschappij. We willen niet alleen dat leerlingen goede
cijfers halen, maar we willen hen breder vormen. Burgerschap staat dus eigenlijk centraal in onze visie.”
Wat kan ik er als docent mee?
“De Burgerschapsestafette is een hulpmiddel om vanuit dilemma’s in gesprek te gaan met je klas. Dat vereist een sturende rol van de docent. En om die docent te inspireren en op weg te helpen, hebben we een database opgezet. Docenten kunnen deze database gebruiken ter inspiratie en daarnaast zelf aanvullen met zelfbedachte dilemma’s en mogelijke werkvormen. Daar kunnen andere docenten vervolgens weer gebruik van maken. Zo geven we elkaar het stokje door.”
Dilemma’s, waar hebben we het dan over?
“Het zijn prikkelende vraagstukken waarover binnen een klas verschillende meningen kunnen zijn. Ze zetten leerlingen aan tot nadenken. Neem een
| Burgerschap op school 2023 | 2024 14
Burgerschapsestafette Pieter Laban
OMO Scholengroep Helmond Foto: Dave van Hout
voorbeeld als kinderarbeid in de kledingindustrie. In hoeverre is dat een aanvaardbaar middel om het geldprobleem van arme mensen te verminderen en de economie van een land te laten groeien? De leerling wordt getriggerd na te denken en opvattingen in perspectief te plaatsen. Ze leren luisteren naar de ander, zonder direct een oordeel klaar te hebben. Dat is waar het bij burgerschap om gaat.”
Hebben docenten daar wel tijd voor, zij moeten toch ook hun eigen les kunnen draaien?
“Het streven is dat het zo goed als geen extra werk oplevert. In de database wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande lesstof. Je vindt er ook bij welk niveau en leerjaar een vraagstuk goed kan aansluiten. In veel vakken vindt impliciet al een zekere mate van burgerschapsvorming plaats. De estafette is één van de manieren om dit expliciet te maken.”
Hoe werkt de database?
“De database op www.burgerschapsestafette.com, kun je een inspiratiebank noemen. De dilemma’s die er te vinden zijn, zijn veelal afkomstig uit het pilotproject waaraan verschillende OMO-scholen tussen 2019 en 2022 hebben deelgenomen. Er is een hoofdpagina met een animatie over de werking van de estafette. Maar het belangrijkste is het overzicht met alle dilemma’s. Die zijn te sorteren op thema (de bouwstenen van Curriculum.nu), maar ook op vak, niveau en leerjaar. Veel onderwerpen kunnen op alle niveaus worden gebruikt. Je kunt als docent zelf onderdelen aanpassen aan je eigen les, zonder dat je zelf het wiel hoeft uit te vinden. De dilemma’s geven de tegengestelde belangen
We willen de leerling voorbereiden op zijn of haar rol in de maatschappij
vaak al duidelijk aan. Wanneer je het dilemma aanklikt, zie je een korte toelichting, mogelijke werkvormen en bijlagen en eventueel links naar andere websites of een filmpje.”
Is de Burgerschapsestafette voor iedereen beschikbaar?
“De database bevat open-source lesmateriaal dat iedereen kan bekijken en gebruiken. Uiteindelijk is het ook de bedoeling dat docenten er zelf dilemma’s op zetten. We willen deze manier van werken landelijk uitrollen. Daarvoor zoeken we ook samenwerking met andere partijen. De huidige database is een start en een uitnodiging voor docenten om te kijken wat er al is. Op termijn is er een kant-en-klaar format beschikbaar waarin je het dilemma en bijbehorende informatie kunt invullen.”
Wanneer wordt Burgerschapsestafette uitgerold in heel Nederland?
“Kortom: je kan als niet-OMO-
medewerker nu al wel in de database en gebruik maken van het materiaal. We doen ons best om komend najaar landelijk ‘live’ te gaan. De Burgerschapsestafette richt zich op het concreet dóen, maar scholen zijn nu nog heel erg bezig met de vraag: ‘hoe geven we burgerschapsonderwijs vorm op onze school?’. Het begin van het nieuwe schooljaar (2023−2024) lijkt ons dus een goed moment om de focus te leggen op concreet inspiratiemateriaal voor in de vakles. De Burgerschapsestafette kan zo een concrete uitwerking zijn van een deel van hoe je als school burgerschapsonderwijs wilt inrichten.
Wat nu nog niet kan als niet-OMO-medewerker, is zelf een dilemma aandragen via het format op de website. Maar als je een mooi dilemma hebt dat je wil delen, kun je dit dilemma totdat de nationale uitrol een feit is, mailen aan Pieter Laban via: pcr.laban@omo.nl.”
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 15
Burgerschapsestafette Pieter Laban
Pieter Laban
Foto: Dirk Kreijkamp Fotografie
Hoe jeugdliteratuur kan bijdragen aan lessen burgerschap
Een kort gedicht geeft vaak al voldoende gesprekstof
In jeugdliteratuur komen allerlei maatschappelijke thema’s voorbij die prima passen binnen de lessen burgerschap. Maar hoe gebruik je die verhalen als leerkracht? En welke boeken behandelen welke onderwerpen? Taaldocent Anne van Mechelen en adviseur van Expertisepunt Burgerschap Esther van den Berg geven tips.
Esther werkt bij het Expertisepunt Burgerschap in Utrecht en raakte enthousiast toen zij een workshop volgde van Anne, die naast het lesgeven aan de pabo van de Hogeschool Utrecht ook als zelfstandige advies geeft over jeugdliteratuur binnen het onderwijs. Bovendien schrijft Anne recensies over jeugdboeken (zie www.langlevelezen.nl) en maakt ze mini-podcasts om het lezen te stimuleren. Want een boek vergroot je wereld en biedt nieuwe inzichten.
Anne: “Veel scholen willen meer doen met jeugdliteratuur, maar zijn zoekende. Er is immers veel beschikbaar en een overzicht ontbreekt. Daarom ben ik begonnen aan een lange lijst met bruikbare boeken rondom Burgerschap. Die lijst is nog lang niet compleet, maar geeft een steuntje in de rug, zodat je ontdekt wat er allemaal mogelijk is.”
Elkaar aanzetten tot lezen is enorm belangrijk, merkt Anne. “Studenten op de pabo adviseer ik meestal om met Young Adult-boeken te beginnen. Vaak zijn ze verrast over hoe leuk het eigenlijk is. En we hebben leesclubjes, waarin we bijvoorbeeld ‘Misjka’ hebben besproken van Edward van
| Burgerschap op school 2023 | 2024 16
Tekst: Marco van den Berg
Jeugdliteratuur Anne van Mechelen en Esther van den Berg
Bouw vanuit je visie je eigen verhaal op
Anne van Mechelen
Foto: Hans Slegers
de Vendel en Anoush Elman. Dat boek gaat over vluchten uit je eigen land en de impact daarvan op een gezin.”
Esther is adviseur van Expertisepunt Burgerschap, traint schooldirecties en weet veel over taalonderwijs. “Vanuit Expertisepunt Burgerschap kom ik op scholen en dan zeg ik: ‘Kijk eens naar je boekenkast en turf eens welke auteurs je hebt, over welke onderwerpen de boeken gaan en hoe divers de voorbeelden zijn die daarin aan bod komen’. Daar komt meteen al een beeld uit naar voren, zodat ik over andere titels en thema’s mee kan denken.”
Tips van Anne
Esther helpt scholen bij de koppeling tussen taal en burgerschap. “De bereidheid om ermee aan de slag te gaan is er. Maar net als Anne merk ik bij leerkrachten de behoefte aan concrete handvatten. Wat is er beschikbaar en hoe zet ik dat in? Daarom zijn de tips van Anne bijzonder welkom.” Het belangrijkste advies van Anne: denk niet te moeilijk. Een kort verhaal of een enkel gedicht kan al veel gespreksstof bieden. “Ik heb bijvoorbeeld een gedicht over een kind dat terug moet naar zijn thuisland, terwijl het hier in Nederland is ingeburgerd. Of neem een kort verhaal van de dappere ridster, een heldhaftig meisje dat met verschillende mensen en situaties te maken krijgt, maar nooit oordeelt over wie mensen zijn.”
Verwerkingsopdracht
Over vriendschap: “Laat kinderen bijvoorbeeld in hun eigen boek lezen en praat daarna samen over hoe vriendschap daarin aan bod komt. Dat levert prachtige gesprekken op.” Een klein stukje voorlezen is vaak al voldoende om er een verwerkingsopdracht aan te verbinden, weet Anne. “Bij een gedicht zeg je bijvoorbeeld: ‘Ga met elkaar in gesprek, noteer wat er opborrelt en schrijf een nieuw gedicht’.” Er verschijnen steeds meer boeken over veelbesproken thema’s. Anne: “Je hebt Rose Stories, een uitgeverij die
veel doet rondom het onderwerp diversiteit. Maar ook op gebied van duurzaamheid zie ik allerlei nieuwe titels. Onlangs is een gedicht van Bette Westera in prentenboekvorm uitgegeven; ook een prima manier om duurzaamheid in de klas te bespreken.” Een ander voorbeeld: de verhalenbundel ‘Nadia’s Nacht’. “Daarin is het heel vanzelfsprekend dat Nadia twee vaders heeft. Het laat zien dat die gezinnen heel gewoon zijn. Of neem het boek ‘De schoen van tien miljoen’. Dat gaat over armoede, maar dan in de vorm van heldenverhalen. Ook dat stimuleert het gesprek.”
Graphic novels
Veel kinderen houden van graphic novels, zoals ‘De Waanzinnige Boomhut’-serie. Met veel plaatjes en juist minder tekst. Anne: ‘Vraag eens door waarom ze het zo leuk vinden en probeer dan naar andere titels te verwijzen. Maak gebruik van het leesplezier dat ze al ervaren.’
Ook klassieke verhalen zijn bruikbaar, merkt Anne.
“Het verhaal ‘Reinaert de Vos’ komt uit de middeleeuwen en was een aanklacht tegen de standenmaatschappij. Zoals ook ons Wilhelmus een protestlied is. Het laat zien dat maatschappijkritiek van alle tijden is. Van ‘Reinaert de Vos’ is een hervertelling uitgekomen van Koos Meinderts; ook zeer toegankelijk.”
Olievlek
Esther hoorde tijdens een lezing over de boekenserie ‘Bob Popcorn’. Haar zoon van vijf vond het geweldig en vervolgens kocht ze de serie om cadeau te doen aan school. “Want als hij het leuk vindt, geldt dat waarschijnlijk ook voor andere kinderen. Op die manier kun je met elkaar een olievlek creëren. Want lezen is zó belangrijk.” Bij het Expertisepunt Burgerschap houden ze van ‘kleur bekennen’, vertelt Esther. “Ons advies aan scholen is om vanuit je visie je eigen verhaal op te bouwen. Wat wil je de kinderen meegeven? Wat zie je als jouw opdracht. En zoek daar dan de boeken bij uit.”
In de klas snel even een filmpje laten zien, ligt voor de hand. We leven in een beeldcultuur, weet Anne. “Maar een boek geeft verdieping, doet meer recht aan de complexiteit van een onderwerp, vraagt om concentratie en vereist dat je je fantasie gebruikt. Je komt meer tot de kern en dat is juist zo belangrijk bij alles rondom Burgerschap.”
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 17
Jeugdliteratuur Anne van Mechelen en Esther van den Berg
Een kort verhaal of een enkel gedicht kan al gesprekstof bieden
Esther van den Berg
Scan de QR-code en vraag de boekenlijst van Anne van Mechelen aan op onze contactpagina.
Kerndoelen burgerschap, de stand van zaken
Scholen doen al veel en ik zeg: ga vooral zo door
Momenteel worden de kerndoelen voor de leergebieden Nederlands, rekenen en wiskunde, digitale geletterdheid en burgerschap in het basisonderwijs en onderbouw voortgezet onderwijs geformuleerd. Diverse examenprogramma’s binnen de bovenbouw van vo waarin burgerschap een plek krijgt, worden eveneens geactualiseerd.
Luuk Kampman: “In 2006 is de wet Burgerschapsonderwijs ingevoerd: alle scholen in po, vo en mbo moesten burgerschapsonderwijs gaan vormgeven in hun onderwijs.
Inmiddels laten scholen veel mooie dingen zien in de vorm van hun activiteiten, werkweken en projecten. och wer niet ui elijk welk e ect dat op jongeren heeft: leren ze nu
burgerschapsvaardigheden, leren ze democratisch handelen, leren ze hoe de samenleving in elkaar steekt? Onderzoek toont aan dat de visie op burgerschapsonderwijs wat achter lijkt te blijven in Nederland. Daarom werd in 2021 de wet aangescherpt: burgerschap moet doelgerichter en samenhangender worden ingericht.”
Samenhang
Afgelopen november is een team kerndoelen burgerschap begonnen met het formuleren van die doelen. Die gelden voor de kleuterklas tot en met het mbo. Kampman: “Samenhang is een belangrijke kwestie als je burgerschapsdoelen ontwikkelt. Burgerschapsonderwijs is niet alleen onder te brengen in het
vak maatschappijleer. De wettelijke opdracht is immers veel breder: alle leraren moeten burgerschapsgedrag voorleven en voorstaan. Scholen moeten een idee hebben van wat ze willen zijn en willen uitstralen en hoe ze een democratische cultuur nastreven.”De bedoeling is dat er in november van dit jaar een set kerndoelen staat: denk aan ongeveer zeven of acht in het basisonderwijs en hetzelfde aantal voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Volgens Kampman gaat dat ook lukken binnen die termijn.
Wat wordt de basis van die burgerschapsdoelen?
“Veel scholen werken nu met de bouwstenen voor burgerschapson-
| Burgerschap op school 2023 | 2024 18
Vier teams kerndoelen zijn vorig jaar gestart met het formuleren van nieuwe kerndoelen voor vier leergebieden. Burgerschap is één van deze leergebieden. Luuk Kampman, curriculumexpert bij Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) vertelt over de achtergronden en de stand van zaken.
Tekst: Heleen de Bruijn
Curriculumexpert Luuk Kampman
Foto: Hans Slegers
derwijs van Curriculum.nu. Die bouwstenen vormen voor ons een inspiratiebron, maar we gebruiken ook andere bronnen zoals een ‘startnotitie kerndoelen burgerschap’ en een ‘startnotitie burgerschap’ voor de bovenbouw. Samen met de expertise van het expertteam, zijn dat de bouwstenen die het verschil in burgerschapsonderwijs moeten maken.”
Wat kunnen scholen verwachten van de kerndoelen burgerschap?
“De grote domeinen waarbinnen we de kerndoelen formuleren, zijn democratie en diversiteit. Ook is er nadrukkelijk aandacht voor de basiswaarden vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. In vakken als wereldoriëntatie, kunst en cultuur, geschiedenis en aardrijkskunde zitten al kennis- vaardigheidselementen die hiermee samenhangen. We willen ook snel een opdracht ontvangen van OCW om de mens- en maatschappijvakken te actualiseren, want daarin kunnen we die kerndoelen over democratie en diversiteit ook plaatsen. We zitten er zelfs om te springen, want het is wat onbevredigend om kerndoelen burgerschap neer te leggen, zonder daar ook andere leergebieden zoals mens en maatschappij bij te betrekken. Een aantal doelen is gericht op democratisch handelen, dus deelnemen, inspraak hebben, opstaan tegen onrecht, opkomen voor jezelf en de ander, participeren en stemmen. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat deze kerndoelen leiden tot een schooleigen curriculum. Scholen bepalen hoe de kerndoelen plek en vorm krijgen binnen de school.”
Scholen vragen zich af: hoe toets je burgerschapsdoelen?
“Scholen worstelen daarmee. Kennis en vaardigheden kun je toetsen.
Veel scholen laten mooie dingen zien in hun activiteiten, werkweken en projecten
Bij actief burgerschap en democratisch handelen, gaat het erom dat je de school zo inricht dat leerlingen ervaringen opdoen met inspraak. Bijvoorbeeld in het schoolbeleid, in activiteiten als een schoolfeest en ook over het curriculum. Dat is niet altijd summatief te meten, maar formatief te toetsen.”
Hoe gaat het nu verder, wanneer kunnen scholen concreet iets verwachten?
“In november van dit jaar, moeten de conceptkerndoelen geformuleerd zijn. Daarna komt er een fase van beproeven, waarbij samen met scholen wordt verkend of de kerndoelen bruikbaar zijn om onderwijs op te baseren. Vervolgens moet de politiek een besluit nemen over de kerndoelen voor wettelijke vastlegging. Dus voordat de kerndoelen voor burgerschap er echt staan, ben je zo twee à drie jaar
verder. Intussen moeten scholen wel verder met hun burgerschapsonderwijs”, zegt Kampman, al begrijpt hij heel goed dat er onrust en soms zelfs frustratie heerst over wat intussen van scholen wordt verwacht. “Ik wil zeggen tegen scholen: jullie doen al heel veel, ga vooral zo door. Waar het om gaat, is dat je samenhang aanbrengt in burgerschapsonderwijs en dat zichtbaar maakt. De kerndoelen gaan scholen straks nog meer helpen bij de vormgeving van het burgerschapsonderwijs. Nieuw is wel de democratische schoolcultuur. Leerlingen betrekken en meer inspraak geven in bijvoorbeeld het curriculum.
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 19
Luuk Kampman
Curriculumexpert
Scan de QR-code voor meer informatie
Foto: Barbra Verbij
Luuk Kampman
De stem van de leerling
Elke school bepaalt zelf de inhoud van haar burgerschapsonderwijs, op basis van een eigen schoolvisie. Daarmee kunnen leerlingen zich ontwikkelen tot de persoon die ze willen zijn. Hoe zien de leerlingen dat zelf?
De Oostpoort, Delft
De Oostpoort is een Jenaplanbasisschool in het centrum van Delft. Ze hebben driejarige stamgroepen. Burgerschap is nauw verweven met het Jenaplangedachtengoed: daarin staan gesprek, werk, spel en viering centraal. De school geeft kinderen mogelijkheden om naar elkaar te luisteren bij vragen als: ‘wat vind ik belangrijk’, ‘wat zeggen anderen’, ‘hoe ga ik daarmee om?’. Ook doet De Oostpoort een beroep op de eigen verantwoordelijk van kinderen.
Fabian (groep 8): “In mijn vrije tijd doe ik aan freerunning en skiën. Ik zit ook op het conservatorium, ik speel drum. Ik ben altijd erg nieuwsgierig naar hoe dingen werken. Dat kan gaan over een touchscreen of de regering van Nederland. Het leukste van mijn school is dat we allerlei projecten doen in verschillende groepjes. Je leert elkaar dan beter kennen, en hoe iedereen denkt. Zo maak je ook nieuwe vrienden.”
Madelief (groep 7): “Sinds een jaar of zes zit ik op musicalles. Net als Fabian vind ik het leuk om in een groepje te werken. In je eentje kun je natuurlijk veel verzinnen, maar een ander kan juist weer met nieuwe dingen komen.”
| Burgerschap op school 2023 | 2024 20
Tekst: Martijn de Graaff
Foto’s: Soul 2 Soul Photography
De stem van de leerling
- Madelief - Elisa
Fabian
Fabian: “In de ochtend zitten we altijd in een kring, dan praten we over van alles wat er in ons opkomt, bijvoorbeeld over pesten of de oorlog in Oekraïne. Vaak heeft iemand een presentatie over een onderwerp voorbereid. Ook hebben we debatten om als groep te leren hoe anderen over iets denken en hoe een debat gaat. Er komen vragen aan bod zoals: ‘gaan we naar de film of naar een museum?’.”
Madelief: “Dat gebeurt tijdens de klassenvergadering. We hebben taken verdeeld, iemand zit voor en een ander schrijft dingen op. Iedereen kan zijn mening geven, om anderen te overtuigen. Ik ben zelf wel eens van mening veranderd door wat iemand anders zei.
Daarnaast hebben we mediators, dat zijn leerlingen die je bij een meningsverschil of ruzie kunt inschakelen. Het lijkt me zelf erg leuk om dat te zijn. Het mooie is dat je naar elkaar luistert en dan samen een oplossing vindt.”
Fabian: “Mediators hebben ook een opleiding gevolgd, ze helpen je dus als er ruzie is. Bij ons was er een keer een ruzie na gym in de kleedkamer. De ruziemakers zijn naar de mediator gestapt. Eén van de jongens kan snel boos worden, het idee is dat hij voortaan een pittenzakje bij zich heeft. Als hij weer een boos gevoel heeft, moet hij daar heel hard in knijpen.”
Madelief: “Fabian en ik zitten allebei in de leerlingenraad van de school. Daar zijn we voor gekozen. We halen in de klas op wat er speelt en bespreken dat in de raad. Bijvoorbeeld, sommige klassen hebben last van de kleuters als die buiten spelen. We bedenken dan mogelijke oplossingen en bespreken die met de directeur en andere leraren.”
Heldring Business School, Den Haag
De school biedt basisberoepsgerichte-, kaderberoepsgerichte- en theoretische leerweg, en is sinds vorig jaar een Business School. Daarmee wil de school van de leerlingen ‘de ondernemers van morgen maken’: Creatief, flexibel, met commercieel inzicht en doorzettingsvermogen. Daarnaast wordt veel aan debatteren en praten gedaan. Belangrijke aandachtspunten zijn: respect hebben voor elkaar, persoonsvorming en omgaan met verschillen en conflicten.
Elisa (3e jaar, theoretische leerweg): “Leren vind ik leuk, ik hou van school. Ik heb de motivatie om verder te komen. Ik heb mezelf de kracht gegeven om naar school te gaan, ook al heb ik het één en ander meegemaakt. Ik weet wat het is om gepest te worden, ik heb het ook bij vriendinnen gezien. En ik weet waar dat toe kan leiden. In mijn ideale wereld behandelen mensen elkaar met respect, hoe ze er ook uitzien.
Op school hebben we debatlessen, daarmee leer je naar elkaar te luisteren. Met mijn klasgenoten hebben we een debatmiddag in de raadzaal van het Haagse stadhuis georganiseerd. Daarbij waren gemeenteraadsleden en deelnemers van andere scholen aanwezig. Het was mooi om ieders mening te horen, ook al was ik het er niet altijd mee eens. Ieder mag zijn eigen mening hebben, >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 21
De stem van de leerling Fabian - Madelief - Elisa
We praten over van alles, bijvoorbeeld over pesten of de oorlog in Oekraïne
Fabian
Ik ben zelf wel eens van mening veranderd door wat iemand anders zei.
Madelief
er is geen goede of slechte mening. Het ging bijvoorbeeld over het vuurwerkverbod. Ik vind zelf dat mensen zich aan het verbod moeten houden, maar ook dat sierwerkvuurwerk gezellig is als je dat samen met je familie doet. Een jongen van een andere school was voor een geheel verbod vanwege oude mensen en huisdieren. Dat begreep ik.
Op school hebben we de Piramide van Maslow besproken. De piramide laat behoeftes van mensen zien, waarbij je onderin de basisbehoeftes vindt. Mijn klasgenoten en ik vonden het erg interessant om te horen dat je pas naar een volgende behoefte kunt als de voorgaande is vervuld. De eerste twee, fysieke behoeften en bestaanszekerheid, zijn erg belangrijk. Maar voor mij ook de derde, sociale behoefte: erbij horen, familie, vrienden. En dat je jezelf kunt ontwikkelen.
Op de Heldring voel ik me prettig en veilig. Dat heb ik nodig om te bereiken wat ik wil. Docenten moeten goed uitleg kunnen geven, maar ook vrijheid geven. Je hebt alles in eigen handen, alles dat je kiest doe je zelf.
Ik wil in de toekomst verloskundige worden. Daarvoor moet ik eerst naar het mbo en daarna naar het hbo. Uiteindelijk wil ik ondernemer worden en mijn eigen praktijk starten. Ik hou van babies, het lijkt me erg mooi om een moeder respectvol te kunnen helpen bij de geboorte van haar kind. Dat geeft me ook motivatie om naar mijn werk te gaan. Anders heeft het geen nut. Ik doe het niet voor het geld, ik wil blij zijn op mijn werk. Dan moet je wel weten wie je bent, de school helpt me daarbij.”
| Burgerschap op school 2023 | 2024 22
Je hebt alles in eigen handen, alles dat je kiest doe je zelf.
Elisa
De stem van de leerling Fabian - Madelief - Elisa
Democratie moet je beleven
Bij burgerschapsonderwijs gaat het niet alleen over kennis over democratie en rechtsstaat.
Net zo belangrijk is democratisch handelen. Hoe zorg je dat leerlingen daarmee aan de slag kunnen?
Bas Banning werkt als projectleider educatie bij ProDemos, het huis voor democratie en rechtstaat en partner in het Expertisepunt Burgerschap.
“Onze missie is om duidelijk te maken wat de spelregels van onze democratie zijn en hoe je als burger mee kunt doen. Politiek en rechtsstaat zijn van ons allemaal. Het gaat om meer dan alleen stemmen. Het gaat over het nieuws volgen, het met elkaar over issues hebben, je eigen standpunt bepalen en omgaan met de meningen van anderen.
In 2002 startte ik als docent maatschappijleer en geschiedenis. Meteen kreeg ik te maken met de nasleep van 9/11 en de moord op Pim Fortuyn. Politiek leefde heel erg, ook onder jongeren. Zij hadden heel veel vragen. Ik was daarvoor al van mening dat maatschappijleer en burgerschapsonderwijs meer dan alleen kennisvakken zijn, je moet het de leerlingen laten ervaren. School is immers een onderdeel van de maatschappij. En natuurlijk, het was soms best lastig, hoe heb je het met je leerlingen over bijvoorbeeld de moord op Theo van Gogh?”
Begrip voor ieders ideeën
“Dat geldt nu ook voor de oorlog in Oekraïne. Sommige docenten zijn
handelingsverlegen, dat kan ik me goed voorstellen. Actuele en pijnlijke zaken kunnen polariserend werken, maar je moet het wel kunnen bespreken. Zorg voor meer inzicht in en meer achtergrondinformatie over het onderwerp. Laat leerlingen hun standpunt ontwikkelen en formuleren. En, misschien wel het belangrijkste, zorg dat ze naar elkaars standpunten luisteren en kunnen begrijpen. Ze hoeven zeker niet aan het einde van de les een consensus bereikt te hebben. Daar gaat het niet om, het gaat om begrip voor ieders ideeën.
Leerlingen denken vaak: waarom luistert niet iedereen naar mij? Misschien is dat ook deels de leeftijd. Daarom is het juist zo belangrijk dat ze erachter kunnen komen dat democratie niet zo gemakkelijk is. Dat al die instituten en stappen er niet voor niets zijn. Dat wil je hen meegeven, ze gaan immers over een aantal jaren onze samenleving vormgeven.”
Democratie ervaren
“Uit onderzoek bleek dat de vmbo-leerlingen de democratische waarden niet zo scherp hadden. Een veel gegeven respons was bijvoorbeeld dat een sterke leider alles kan oplossen. Je wilt dat de doelgroep de waarde van democratie, overleg en samenwerking ziet. En dat heeft veel te maken met beleving en bewustwording. Op het vwo bijvoorbeeld is er veel tijd om democratische dilemma’s te bespreken, om met elkaar in debat te gaan. In het vmbo ligt de nadruk veel meer op kennisoverdracht, minder op het van gedachten wisselen over waarom we het zo hebben georganiseerd in onze maatschappij. >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 23
Tekst: Martijn de Graaff
ProDemos Bas Banning
Hoe heb je het met je leerlingen over bijvoorbeeld de moord op Theo van Gogh?
Bas Banning Foto: Bart van Vliet
Door het bespreken van dilemma’s komen leerlingen erachter dat democratie niet altijd even makkelijk is. Een voorbeeld, we willen niet afhankelijk zijn van Russisch gas, een oplossing is om meer windmolens neer te zetten. Maar niemand wil die in zijn achtertuin hebben. Laat kinderen hierover in gesprek gaan, laat ze een keuze maken. En drijf het ook een beetje op de spits. ‘Oké, je hebt dit gekozen, maar dat heeft deze consequenties. Wat ga je daarmee doen?’.
Als ProDemos ontwikkelen we materialen om daarbij te helpen, zoals een fictief kamerdebat (gekoppeld aan een bezoek aan de Tweede Kamer). Leerlingen zijn de kamerleden en de opdracht is om een coalitie te sluiten. Hoe doe je dat? Hoe werk je samen? Wat als iemand een mening heeft waar deze niet vanaf wil wijken? Je moet als school niet alleen vertellen wat de Tweede Kamer doet, leerlingen moeten zelf aan de slag.”
De rechten van de minderheid
“Democratie gaat over het respecteren van de rechten van de minderheid. Daar kun je kinderen kennis mee laten maken, ook als ze jonger zijn, zelfs in de lagere groepen van de basisschool. Bijvoorbeeld, welke film wil een klas kijken? Je kunt de kinderen laten stemmen. Maar wat als de verhouding scheef is, bijvoorbeeld dat veel meer jongens dan meisjes tegen stemmen. Kun je de minderheid negeren? Een andere manier is om met kinderen in gesprek te gaan over hun eigen leefomgeving, bijvoorbeeld een gevaarlijk kruispunt. Wat zou je daaraan kunnen veranderen? Hoe zou je daarvoor kunnen zorgen?”
Ontmoeting met de politiek
“Naast het zelf ervaren, is de ontmoeting met een politicus erg belangrijk. Dat hoeft niet per se een kamerlid te zijn, het kan ook iemand van de gemeente of provincie zijn. Dan zien leerlingen dat een politicus ook een mens is met twijfels en idealen. Zo iemand heeft ook te maken met verschillende opvattingen, net zoals in een klas. En je bent wel deel van een politieke partij, maar dat betekent niet dat je het met alle standpunten eens bent.
Oefenen met democratisch handelen kun je langzaam opbouwen: van keuzes binnen een gezin of groep in de lagere klassen tot aan wereldproblemen oplossen in bovenbouw primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Uiteindelijk is het aan de school zelf om het vorm te geven, daar ben je vrij in. Maar naar mijn mening is democratie ook dat je de leerlingen een stem geeft.”
ProDemos Bas Banning | Burgerschap op school 2023 | 2024 24
Naast het zelf ervaren, is de ontmoeting met een politicus erg belangrijk
Foto: Bart van Vliet
Scholen met een bijzondere grondslag hebben vaak een voorsprong
Denominaties en burgerschapsonderwijs
Scholen met een bijzondere grondslag vinden het vaak lastig om hun burgerschapsonderwijs vorm te geven. Is er wrijving tussen vrijheid van onderwijs en de burgerschapsopdracht? “Nee”, vindt Mark Bos, adviseur bij het Expertisepunt Burgerschap. “Voor deze scholen is de opdracht vaak juist makkelijker in te vullen.”
Wat vind jij het mooie aan burgerschapsonderwijs?
“Het feit dat het gaat over democratie. Wat zijn de overeenkomsten in dit land, ondanks alle verschillende meningen? In de afgelopen eeuwen hebben we een aantal waarden met elkaar afgesproken in Nederland, zoals vrijheid van meningsuiting, verdraagzaamheid en het afwijzen van discriminatie. Dat is echt bijzonder, het is belangrijk dat te blijven benadrukken. We leven in een pluriforme, democratische samenleving, waar ontzettend veel vrijheid is om jezelf te zijn. Met burgerschapsonderwijs kun je dat meegeven aan nieuwe generaties, zij moeten immers in staat zijn later dit land verder vorm te geven. Dat is voor mij de kern.”
Jij helpt scholen met een bijzondere grondslag met hun burgerschapsonderwijs. Welke vraag krijg je het meeste?
“Deze groep is erg breed: het gaat om scholen die lesgeven vanuit een godsdienst, levensovertuiging of speciale visie op onderwijs. Je hebt de levensbeschouwelijke scholen, zoals christelijk, reformatorisch of islamitisch. En je hebt scholen met een bijzondere pedagogische basis: Montessori, Jenaplan, vrije school. Sinds een aantal
jaren is de wet om zelf een school te stichten verruimd, daarmee is deze groep nog iets breder geworden.
Omdat deze scholen allemaal die bijzondere grondslag hebben vinden ze het soms lastig om burgerschapsonderwijs vorm te geven: ‘hoe verhoudt zich dat tot onze onderwijsvisie, mogen we bepaalde dingen niet meer?’ Dat is dus niet het geval, de wet op burgerschapsonderwijs is in mijn ogen meer voorwaardelijk dan voorschrijvend. Zij geeft een kader waarbinnen en -naast veel ruimte is. Er is een verplichte kern rond de democratische waarden, en dat is iets waar scholen sowieso hun leerlingen mee in aanraking moeten brengen. Maar je kunt als school je eigen kleur en manier vinden om invulling te geven. Onze democratie geeft juist de garantie dat alle verschillen, ook in godsdienst en levensovertuiging er mogen zijn. Dus ook in het onderwijs.
Als ik op een school kom, vraag ik: wat is vanuit jullie identiteit jullie droom over burgerschap? Hoe willen jullie leerlingen straks de wereld in sturen? Dat is een inspirerende vraag, merk ik. Deze scholen hebben >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 25
Tekst: Martijn de Graaff
Mark
Adviseur
Bos
Foto: Hans Slegers
daar veel ideeën over, omdat ze sowieso vaak meer hebben over hun identiteit en wat dat betekent voor de waarden die willen meegeven.”
Botst burgerschapsonderwijs met vrijheid van onderwijs?
“Ik denk dat het meevalt. Je hebt de kern - de democratische waarden - daaromheen maak je je eigen verhaal. Het is wel zo dat de wet scherper dan voorheen zegt waar burgerschapsonderwijs aan moet voldoen. Daar moet je over nadenken. Kinderen moeten wel leren dat ze in Nederland vrij zijn om hun eigen keuzes te maken en opvattingen te hebben, zeker als volwassene.
Om een voorbeeld te noemen, als traditioneel religieuze school heb je wellicht een specifieke visie op seksualiteit. Dat kan botsen met de waarden van gelijkheid en vrijheid. Tegelijkertijd kun je wel een eigen vorm vinden door jouw verhaal en artikel 1 van de Grondwet naast elkaar te zetten. Leerlingen komen in aanraking met beide, ze kunnen dan zelf kiezen. Aan de andere kant zie ik dat scholen met een duidelijke pedagogische visie, zoals Montessori en Jenaplan, erg goed uit de voeten kunnen met het idee van de school als oefenplaats voor kernwaarden. Die doen dat al, dat zit ingebakken in hun visie. Dat geldt ook voor sommige religieuze scholen, ze zijn al heel bewust bezig geweest met wie ze zijn. En daar start het: waar sta je in de kern voor, wat zien we in de maatschappij en wat willen wij onze kinderen meegeven? Als je dat duidelijk hebt is burgerschapsonderwijs niet zo lastig, je doet al heel veel.
Overigens hebben leraren vaak het idee dat ze neutraal moeten zijn bij burgerschapsonderwijs. Dat is eigenlijk onmogelijk: je bent een mens met een meningen en opvattingen. Je moet neutraal zijn in hoe je leerlingen behandelt. Maar laat je gewoon zien, wees daar eerlijk over. Leerlingen hebben dat nodig, je kunt je niet vormen aan alleen neutrale personen.”
Hoe willen jullie leerlingen straks de wereld in sturen?
Er zijn onderwijsstichtingen die scholen met verschillende denominaties hebben. Hoe kun je daar mee omgaan?
“Hoeveel wil je sturen op de scholen? Hoeveel ruimte wil je bieden? Dat moet je als bestuur helder hebben. Het ligt er ook aan hoeveel scholen op elkaar lijken en in wat voor omgeving deze staan. Ik ken een stichting met basisscholen in Den Haag. Onderwijsinhoudelijk zijn er wat verschillen, de context is veelal dezelfde: die van de grote stad met alle verschillende groepen en spanningen daartussen. Dat biedt voor die scholen mooie aanknopingspunten voor burgerschap: insteken op verbinding tussen verschillende groepen. Dan is het aan de scholen om dat voor hun specifieke locatie op eigen wijze in te vullen.
Als jouw scholen veel meer verschillen, dan is het goed om als bestuur minder sturend te zijn op inhoud: je hoeft niet verder te gaan dan kernwaarden of een inspirerende visie. Belangrijker is dat je het proces goed inricht, met duidelijke mijlpalen richting de toekomst. En ook het gesprek tussen de scholen stimuleert. Ook al verschillen die van grondslag, ze kunnen veel van elkaar leren. Dan gaat het vuurtje branden, dat is supermooi om te zien.
Daarnaast kun je als stichting of koepel een belangrijke rol spelen als het gaat om het in kaart brengen van kwaliteit. Dat is voor een individuele school, zeker in het basisonderwijs, lastig. Burgerschap is lastig te meten, het is goed om dat gezamenlijk te doen.”
| Burgerschap op school 2023 | 2024 26
Adviseur Mark Bos
Mark Bos
Foto: Hans Slegers
Burgerschap & cultuur: ik ben omdat wij zijn
Kunst en cultuur zijn essentieel om te kunnen deelnemen aan de samenleving én daar iets aan toe te voegen, menen Rozemarijn Schouwenaar en Maartje Reitsma. Voor respectievelijk de specialist Cultuureducatie van LKCA en de adviseur voor Expertisepunt Burgerschap (po en vo) is cultuur in de breedste zin van het woord veel meer dan een alleen middel voor burgerschapsonderwijs: het is er ten diepste mee verweven.
De opzet was aanvankelijk om het onderwerp kunst, cultuur en burgerschap vooral praktisch te benaderen. Er wordt, in de woorden van Rozemarijn, immers ‘al zoveel beleid geschreven, maar wat dat nou in de praktijk betekent, blijft vaak in het midden’. Toch neemt het gesprek direct een andere wending wanneer Maartje een recent wetenschappelijk onderzoek aanhaalt: “Onderzoekers stellen vast dat gibbons duetten zingen om zich met elkaar te verbinden. Daarmee laat dit onderzoek zien dat zang niet alleen cultureel bepaald is, maar dus ook een biologisch fenomeen is. Zang, dans maar ook andere kunstzinnige uitingen zorgen voor verbinding en zijn onontbeerlijk voor een gemeenschap. Het stroomt door onze aderen en maakt ontegenzeggelijk deel uit van wie we zijn.”
Ubuntu
En wie zijn we dan? Maartje: “In de (Zuid-) Afrikaanse levensvisie Ubuntu is het ‘ik ben, omdat wij zijn, omdat de wereld is’. De gemeenschapszin die daaruit spreekt, komt telkens terug tijdens momenten van rouw en vieringen en van begrafenissen tot geboortes. Het zijn momenten waarop mensen via dans, zang en andere culturele expressies weer verbinding maken met elkaar en vormgeven aan wie ze zijn en wíllen zijn.” Rozemarijn: “Een mooie filosofie die aansluit bij het community principe vanuit de hiphop: one for all and all for one. Als een van de meest geïndividualiseerde landen ter wereld heeft het Nederlandse burgerschapsonderwijs Ubuntu hard nodig. Maar verwar burgerschap niet met socialisatie alleen”, onderstreept
ze, Gert Biesta indachtig. “Persoonsvorming en individueel welbevinden in de klas zijn minstens zo belangrijk.” Haar collega kan zich daar helemaal in vinden: “Burgerschap draait om de vraag ‘Hoe word ik volwassen in een complexe wereld, hoe voeg ik me daarin én wat voeg ik eraan toe zonder mijn authenticiteit te verliezen?’. In succesvol burgerschapsonderwijs ontdekt de leerling dat. Dat is het grote verschil met maatschappijleer, waar de nadruk ligt op een analyse van politiek en maatschappij.”
Magisch
Wie naar eigen aard en talenten van waarde wil zijn in de samenleving, moet zich veilig voelen om naar buiten te treden. Culturele activiteiten zijn daarvoor ideaal, illustreert Rozemarijn: “Het raakt de jongeren, versterkt >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 27
Tekst: Erik Ouwerkerk
Burgerschap & Cultuur Rozemarijn Schouwenaar en Maartje Reitsma
Foto: iStock
eigenwaarde en zorgt voor respect voor de ander. Ik heb in het mbo theatervoorstellingen en nagesprekken bijgewoond waar opeens coming-outs plaatsvonden rond seksuele geaardheid waar door klasgenoten heel positief op gereageerd werd. Dat is het magische van kunst.”
Lef
Dan wordt de conversatie een stuk concreter: hoe kunnen scholen de snaar raken die van kinderen empathische, sociale en zelfbewuste burgers maakt? “Succesvol ‘cultureel burgerschap’ vraagt om lef om het op een andere manier te doen, te beginnen bij het besef dat er meer is dan meetbare leerprestaties”, meent Maartje. Rozemarijn vult aan: “Balans vinden tussen hoofd, hart en beweging.” Maartje knikt instemmend: “Een flinke uitdaging, want een hele generatie weet niet beter dan ontwikkeling in cijfers uit te drukken en hun identiteit daaraan te ontlenen. We zijn echter zoveel meer dan dat. Sterker nog:
collectief welbevinden draagt bij aan een betekenisvolle (cognitieve) leerontwikkeling.”
Lange weg
Eenmaal doordrongen van het belang van kunst en cultuur, moeten scholen vaak nog een lange weg afleggen vanaf ‘de tekening’ die een kind bij wijze van spreken maakt wanneer hij zijn taakjes af heeft. Goed burgerschapsonderwijs en daarmee goed kunstonderwijs vraagt om tijd en om kwaliteit, om investeringen en leraren.”
Rozemarijn trekt het breder: “Kijk verder en betrek ook zzp’ers en creatievelingen die eigenzinnig en maatschappelijk bezig zijn, zoek het niet altijd bij de geijkte culturele instellingen. Begin met de gedachte van een leer-ecosysteem waarbij het kind of de jongere het centrum is en kijk dan hoe zij of zij zich tot de omgeving verhoudt. Hoe ziet dat ecosysteem eruit en wie leven daarin? Dat kan per regio, stad en zelfs van wijk tot wijk heel verschillend zijn.
Maak daar verbinding mee en breng zo burgerschap in de praktijk in die grote, complexe wereld: dáár staat ons wat te doen. Doe je dat, dan krijgen begrippen als ‘talentontwikkeling’, ‘diversiteit’ en ‘eigenaarschap’ echt betekenis.”
“Zoals bij het project Meemakers (van KCR) dat eigenaarschap stimuleert bij de jongeren”, legt Rozemarijn uit. Daarbij laat de ene jongere de andere kennismaken met het culturele leven door ze mee te nemen naar plekken die ze zélf tof vinden. Leg maar eens uit waarom je klasgenoot in aanraking moet komen met juist díe dansavond of dat uitzicht in de stad moet ervaren...”
Als voorbeeldschool noemt ze het ROC Friese Poort. Daar ziet ze dat practor Koen Vos met het hele team een visie op brede vorming ontwikkelde, waarin creativiteit een prominente plek inneemt. Van het schoolbestuur tot aan ouders, leerlingen en mensen in de wereld daaromheen. “Dat resulteerde in een cultureel aanbod dat de verschillende vakken ontstijgt en dwars door alle niveaus heen gaat. Die betrokkenheid en ook verbinding van alle lokale partijen is een schoolvoorbeeld van een goed leerecosysteem waarin burgerschap in praktijk wordt gebracht. Immers: ik ben, omdat wij zijn, omdat de wereld is…”
Rozemarijn Schouwenaar Foto: Lilian van Rooij fotografie
| Burgerschap op school 2023 | 2024 28 Meer informatie: Stichting School & Veiligheid LKCA leerecosystemen
Maartje Reitsma
Meemakers/KCR
Onderzoek naar gibbons Ubuntu
Burgerschap & Cultuur Rozemarijn Schouwenaar en Maartje Reitsma
Unescoschool Hofstadlyceum heeft vijftig verschillende nationaliteiten
Aan burgerschap doen we veel, maar er is meer samenhang nodig
Je zou zeggen dat het op een Unescoschool als het Hofstadlyceum in Den Haag met burgerschapsonderwijs wel snor zit. De school heeft burgerschap zo ongeveer in het dna zitten. En ja, aan het onderwerp burgerschap wordt op die middelbare school volop aandacht besteed. Toch moet er nog heel wat gebeuren, vindt de school zelf.
Een Unescoschool is aangesloten bij een internationaal netwerk van Unescoscholen wereldwijd. De nadruk ligt er op vier thema’s: vrede en mensenrechten, intercultureel leren, duurzame ontwikkeling en wereldburgerschap. Zo bezien is het onderwerp burgerschap zo ongeveer inherent aan het onderwijs op een Unescoschool.
“Dat klopt ook”, zegt Marloes Plomp, docent Frans en Unescocoördinator van het Hofstadlyceum. “Als Unescoschool hebben we buiten de lessen om allerlei projecten waar leerlingen aan meedoen. Daarnaast hebben de Unescothema’s in de lessen een prominente plek. Dat kun je zien als een praktische invulling van burgerschap. Het is bij ons niet anders dan op andere scholen, maar we doen wel meer. Er zijn hier op school meer dan vijftig verschillende nationaliteiten en culturen, dus vinden we het belangrijk dat leerlingen weten van de ander: ‘wie is dat en wat zijn zijn of haar gebruiken?’. Zo identificeren leerlingen zichzelf bijvoorbeeld in de mentorlessen aan de hand van een meegebracht voorwerp dat specifiek is voor hun land of cultuur. Leerlingen organiseren ook markten waar ze etenswaren verkopen die raken aan hun culturele achtergrond. En ze doen veel mee aan debatten over internationale problematiek. Daarnaast heeft onze school een extra vak op het curriculum: in de onderbouw is dat levensbeschouwing, in de bovenbouw levensoriëntatie. Ook in die uren wordt enorm gewerkt aan het thema burgerschap. We doen dus al ontzettend veel.” >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 29
Tekst:
Heleen de Bruijn
Unescoschool Hofstadlyceum
Foto:
Soul 2 Soul Photography
Samenhang
Zoveel zelfs, dat het volgens Eugenie Zwanenburg, afdelingsleider vwo en in de directie aanspreekpunt voor onderwijs en ontwikkeling, soms lastig is om de samenhang te zien. “Dat was voor onze school een beetje het vertrekpunt: burgerschap komt samen met digitale geletterdheid, vast in het curriculum en daardoor is het hier op school ook weer onderwerp van gesprek geworden. Voor ons is vooral de uitdaging om cohesie aan te brengen en zichtbaarder te maken wat er allemaal hier op het gebied van burgerschap gebeurt.”
Om dat helder te krijgen, is de school gaan inventariseren wat er allemaal aan lessen en projecten wordt gedaan.
Plomp: “Ik kwam bij die inventarisatie op een lijst met 84 unieke projecten waaraan leerlingen kunnen meedoen en die raken aan burgerschapsthema’s. Bij CKV maken ze bijvoorbeeld een eigen film, bij biologie wordt gekeken
naar gezonde voeding en hoe dat in de wereld verdeeld is, er zijn internationale uitwisselingsprojecten en een aardrijkskunde-biologie-geschiedenisproject. Wij wisten niet eens dat dat laatste project bestond, dat was binnen de secties bedacht. Kortom, wat er in de landelijke burgerschapsopdracht staat, doen we sowieso al. Wat we beter moeten doen, is het zichtbaar maken. We willen zorgen dat mensen van elkaar weten wat ze doen en dat wij voor onszelf de doorlopende leerlijn burgerschap expliciet maken.”
Quickscan
Om dat te bereiken heeft de school een quickscan gedaan, die door de VO-raad is gepubliceerd om scholen te stimuleren met burgerschap aan de slag te gaan. Aan docenten is gevraagd hoe burgerschap in hun lessen naar voren komt. Plomp: “In vakken als geschiedenis, levensbeschouwing en maatschappijleer is burgerschap inherent aan het vak. Daar krijg je dus gelijk een lijst terug met wat wordt gedaan in een leerjaar. Bij andere vakken zoals wiskunde, is dat wat minder. Maar als je er samen even voor gaat zitten en je een beetje doorvraagt, blijkt dat er in de wiskunde vraagstukken zijn die te maken hebben met duurzaamheid. Of ze hebben te maken met onderzoek, ook een deel van burgerschap: hoe leer je je leerlingen een onderzoekende houding te hebben, nieuwsgierig te zijn. Het zit dus wel in wiskunde, maar dat wordt niet altijd als zodanig herkend en gelinkt aan burgerschap.”
Zwanenburg is enthousiast over de scan: “Ik kan het iedereen aanraden. Zo’n scan helpt je in kaart te brengen waar je als school staat op het gebied van burgerschap. Voor ons bleek dat een heel nuttig instrument. Het bevestigde sterk ons gevoel dat de directie niet heel goed wist wat er in de klas gebeurt op het gebied van burgerschap, dat veel collega’s dat ook van elkaar niet altijd weten en dat een doorlopende leerlijn ontbrak.”
Nieuw schoolplan
Nu komt het er op aan iets met de resultaten van de scan te doen. Volgens Zwanenburg betekent dit dat het Hofstadlyceum een burgerschapsvisie gaat opstellen en die linken aan burgerschapsdoelen. “Het komt voor ons goed uit: dit jaar moeten we ons nieuwe schoolplan
We zijn tevreden als we kunnen zeggen: ‘kijk die leerling komt van het Hofstad’
| Burgerschap op school 2023 | 2024 30
Unescoschool Hofstadlyceum
Foto: Soul 2 Soul Photography
schrijven. Daarin staat straks dat de leerlingen op het Hofstadlyceum behalve dat ze gaan slagen voor hun examen, zich ook ontwikkelen tot maatschappelijk betrokken en zelfstandige burgers die een bijdrage kunnen leveren aan de toekomstige maatschappij. En ja, we doen al veel mooie dingen, maar vinden dat het ook belangrijk om binnen onze positie in het Haagse onderwijsveld onszelf meer te laten zien dan we nu doen. We weten: dit is iets dat bij onze school hoort, het zit bijna in ons dna, maar daardoor is het zo gewoon geworden dat we het te weinig zeggen en te weinig laten zien.”
Volgens Plomp moet de school vervolgens ook aan de slag met de implementatie van burgerschap in de lessen.
“Begin bij de vakken, kijk wat je al terugziet in de vakken, dan krijgt het handen en voeten. Mijn advies is: benoem wat je in de lessen wilt zien als leraren zich bezighouden met de burgerschapsthema’s. Daartoe hebben wij gekeken naar welke bouwstenen (democratie, diversiteit en digitaal samenleven) in de vakken naar voren komen en op welke manier. En die link je vervolgens aan de kerndoelen. Heb je dat helder, dan zie je ook waar er nog hiaten zitten en of je nog thema’s, onderwerpen of activiteiten mist.” De volgende stap is volgens Plomp om een burgerschapsvisie, burgerschapsdoelen en leerdoelen te formuleren en nagaan: ‘hebben we nu een doorlopende leerlijn en een logische opbouw van onderbouw tot bovenbouw?’.
Een beetje minder
Volgens Zwanenburg kan het soms zelfs betekenen dat de school misschien wel iets minder moet gaan doen. “Dat klinkt raar maar ook op plekken waar nu veel overlap is, kun je dingen anders organiseren zodat ze meerwaarde krijgen. Bijvoorbeeld bij het aanleren van onderzoeksvaardigheden, kun je zorgen dat ze die overal op dezelfde manieren aanleren. Of het bij doorleven van ervaringen, zoals bij burgerschap wordt gevraagd, kun je je afvragen: ‘wanneer is het genoeg. Hoe vaak laten we zo’n element, het doorleven van ervaringen, terugkomen in alle vakken?’.”
Nooit klaar
Inventariseren, een visie opstellen en burgerschap
implementeren kost tijd en is misschien wel nooit klaar. Dus wanneer ben je als school tevreden? Zwanenburg: “We zijn tevreden als we kunnen zeggen: ‘kijk die leerling komt van het Hofstad, want die leerling heeft die specifieke bagage bij zich. Wat we hier doen, is een unieke set tools in de rugzak van kinderen meegeven. Het zou mooi zijn als dat meer zichtbaar wordt. Maar ook als die leerling dat zelf voelt.”
Plomp: “Het is belangrijk dat leerlingen dat wat ze van burgerschapsonderwijs meekrijgen, zich eigen maken, dat het meer wordt dan een kunstje voor een vak. Je wil dat leerlingen als ze van school gaan niet alleen over kennis beschikken, maar ook die vaardigheden hebben die hen in staat stellen om met een open blik en open houding de wereld tegemoet te treden. Dus dat als ze mensen tegenkomen vanuit een andere cultuur, denken in nieuwsgierigheid en niet in verschillen.”
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 31
Unescoschool Hofstadlyceum
In wiskunde zijn er vraagstukken die te maken hebben met duurzaamheid
Foto: Soul 2 Soul Photography
Visie op burgerschap bepaal je niet zomaar even Balanceren tussen toerusten en ruimte geven
De Wet Burgerschapsonderwijs
geeft richting bij het invullen van burgerschapsonderwijs, maar laat scholen vooral de ruimte om daar op eigen wijze vorm aan te geven. Zaak is dat je als school zorgvuldig onderzoekt wat past bij jouw identiteit, populatie en pedagogische visie. Maak je visie op burgerschap expliciet en breng deze vervolgens binnen je onderwijs in praktijk. Onderzoek van het Lectoraat Vernieuwend Onderwijs van Saxion Hogeschool biedt nuttige handvatten.
Tekst: Brigitte Bloem
Lida Klaver promoveert dit jaar op het thema burgerschap en is één van de onderzoekers van Saxion Hogeschool die hebben meegewerkt aan het onderzoek ‘Montessori en burgerschapsonderwijs: Balanceren tussen toerusten en ruimte geven’. Samen met haar collega’s Jaap de Brouwer en Symen van der Zee voerde ze het onderzoek uit in opdracht van de Nederlandse Montessori Vereniging.
Zoeken naar balans
“In ons onderzoek beschrijven we verschillende opvattingen over burgerschap en hoe deze zich verhouden tot de visie van Maria Montessori”, legt Lida uit. “Hoe maak je de visie passend voor team en leerlingen zodat iedereen achter het burgerschapsonderwijs op de school staat? Ons onderzoeksrapport geeft dan ook inzicht in hoe onderwijsprofessionals leerlingen in de terminologie van Maria Montessori ‘The best Weapon for Peace’ in handen kunnen geven.” In burgerschapsonderwijs leren leerlingen over hun rechten en plichten als burger, maar ook over hoe zij hun sociale verantwoordelijkheid kunnen nemen en een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Zo leren ze bijvoorbeeld hoe ze hun stem kunnen laten horen in politieke discussies en hoe ze zich kunnen inzetten voor sociale en maatschappelijke problemen. Kortom, een veelvoorkomende opvatting is dat burgerschap erom gaat hoe je jonge mensen tot mondige, maar ook eerlijke en rechtvaardige burgers opleidt, aan
| Burgerschap op school 2023 | 2024 32
Onderzoek Lectoraat Vernieuwend Onderwijs
Foto: Hans Slegers
de hand van kernbegrippen als respect, normen en waarden.
Lida: “In ons onderzoek constateerden we dat de uitgangspunten van Maria Montessori, nota bene zoveel jaar geleden ontwikkeld, bij deze opvatting aansluiten. Ook Montessori wil kinderen van alles meegeven: kennis, vaardigheden, maar ook een groot verantwoordelijkheidsbesef. Tegelijkertijd is dit type onderwijs ook heel erg van kinderen de ruimte geven. Het kind mag zichzelf zijn, doen wat het zelf wil, worden wat het zelf wil. Vandaar dat wij in ons onderzoek concluderen dat montessoriaans burgerschapsonderwijs betekent dat je zoekt naar de balans tussen toerusten en ruimte geven.” Het onderzoek van Lida en haar collega’s mondt uit in een aantal ontwerpprincipes om scholen concreet te ondersteunen bij het vormgeven van montessoriaans burgerschapsonderwijs. Lida en haar collega-onderzoekers zijn inmiddels bezig met vergelijkbare onderzoeken voor onder meer Jenaplan- en Daltonscholen.
Gedragen visie
Esther van den Berg is één van de adviseurs van het Expertisepunt Burgerschap. Ze voert regelmatig gesprekken met schoolleiders en bestuurders over hoe je een visie vormt op burgerschap. “Daarvoor maak ik dankbaar gebruik van het onderzoek van Lida en haar collega’s voor het montessorionderwijs”, vertelt Esther. “De handreikingen uit dit onderzoek zijn namelijk in de praktijk ook erg nuttig voor scholen met een ander onderwijsconcept. Vooral tabel 1, met het overzicht van de verschillende opvattingen over burgerschapsonderwijs, is stof voor diepgaande gesprekken”, ervaart ze. “De stellingen in de tabel helpen bij reflectie op de eigen opvattingen over burgerschapsonderwijs en kunnen prima dienen als
gespreksstarter. Scholen willen meer handen en voeten geven aan hun burgerschapsonderwijs, maar dan is het wel belangrijk dat ze een gedragen visie hebben. Daar begint het mee. Niet een document waar niemand wat mee doet, maar een visie die aansluit bij de schoolvisie en waar iedereen in het team achter staat.”
Fundamenteel
Esther gebruikt de handreikingen uit het onderzoek van Lida en haar collega’s dan ook al volop bij scholen die geen montessorionderwijs geven. “De hogere doelen zullen hetzelfde zijn. Maar het hangt heel erg af van de identiteit van de school en je eigen context hoe je invulling geeft aan burgerschap”, stelt Esther. “Jenaplan, Dalton, openbaar, christelijk, islamitisch. In die zin hebben scholen dus al hun identiteit en een bij hun onderwijsconcept horende visie vastgesteld en beschreven. Dat is het vertrekpunt om te praten over een visie op burgerschapsonderwijs.”
Veel scholen zijn nog zoekende, merken Lida en Esther. Door het nijpende lerarentekort en een overvolle agenda is een gedragen visie op burgerschap bij de scholen en besturen waar Esther en haar collega’s worden uitgenodigd nog niet echt van de grond gekomen. “Dat is begrijpelijk. Praten over burgerschap is heel fundamenteel”, stelt Esther. “Dat bepaal je niet zomaar even. Daar moet je goed over nadenken, veel over van gedachten wisselen en uiteindelijk op één lijn komen. Daar is tijd voor nodig en die moet je bewust inplannen en daar – zo nodig – hulp bij zoeken.”
Esther helpt scholen die hierom vragen om ‘kleur’ te bepalen. “Ik vraag bijvoorbeeld hoe de school aandacht geeft aan de verschillende perspectieven rondom diversiteit. We hebben het over normen en waarden waar de school extra belang aan hecht en ook hoe daar bij leerlingen thuis over gedacht wordt. Aan het eind van zo’n adviesgesprek krijg ik vaak terug: ‘Oh, maar als dit onze burgerschapsopdracht is, ja, dan vinden we het interessant worden’.” >>
Het kind mag volledig zichzelf zijn, doen wat het zelf wil, worden wat het zelf wil
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 33
Onderzoek Lectoraat Vernieuwend Onderwijs
Lida Klaver
Scan de QR-code om het onderzoeksrapport te bekijken.
Scholen ondersteunen
Waarom heeft de overheid de uitgangspunten dan niet concreter geformuleerd? Lida: “Het ‘team actualisatie kerndoelen burgerschap’ is bij SLO inmiddels aan de slag met het actualiseren van de kerndoelen voor het leergebied burgerschap. De uitgangspunten mogen niet te abstract, maar ook niet te dwingend opgesteld zijn.
Als je met scholen gaat praten, blijkt dat er al behoorlijk veel én hele mooie dingen gebeuren op het gebied van burgerschap, maar dat er nog te vaak weinig samenhang is in het aanbod en dat er vanuit de school geen eenduidige visie aan ten grondslag ligt.”
Dat is ook de reden dat Lida en haar collega’s van Saxion Hogeschool bij NRO een projectvoorstel hebben ingediend, onder de titel ‘Opvattingen over Burgerschapsonderwijs’ (OBO). “Met dit project willen we scholen ondersteunen bij het ontwikkelen van een gedragen visie op burgerschapsonderwijs”, licht Lida toe. “Hiervoor ontwikkelen we, samen met onderwijsprofessionals uit de praktijk, een bruikbare, wetenschappelijk onderbouwde toolkit die helpt de verschillende opvattingen over burgerschapsonderwijs zichtbaar te maken.
Op basis van de stellingen uit tabel 1 uit ons montessorionderzoeksrapport gaan we een vragenlijst voor schoolleiders en leraren maken, en ook een aparte voor leerlingen. Deze vragenlijsten kunnen we vervolgens als een soort meetinstrument gebruiken om meer zicht te krijgen op de behoeften en stand van zaken van
burgerschapsonderwijs. De toolkit wordt informatief en praktisch. De gebruiker krijgt ideeën aangereikt voor burgerschapsonderwijs, passend bij verschillende onderwijsconcepten en -opvattingen.
Mooie gesprekken
Naast haar onderzoekswerk is Lida één dag in de week stamgroepleider bij Jenaplanschool Zonnewereld in Vleuten, gemeente Utrecht. “Vanuit mijn expertise op burgerschapsonderwijs ben ik gevraagd om me daar ook op onze school mee te bemoeien”, vertelt ze. “We zijn een protestants-christelijke school. Iedereen is welkom bij ons. We hebben ook leerlingen die Islamitisch zijn en leerlingen die van huis uit niets met een geloof hebben. In onze gesprekken over het bepalen van een visie op burgerschap, passend bij onze school, nemen we dat allemaal mee.”
Lida is gestart met het kort en bondig beschrijven van de visies die bij Zonnewereld zouden passen. Hierbij is de Jenaplanvisie het uitgangspunt. Ook heeft ze gekeken wat er op het gebied van burgerschap al op school gedaan wordt. “We doen al heel veel. Zo kwam bijvoorbeeld de vraag wie van onze oudste leerlingen een bezoekje wilden brengen aan onze samenwerkingsschool. Dat is een school voor speciaal onderwijs, voor leerlingen met een handicap. Sommige leerlingen bij mij in de groep reageerden nogal bot, zónder enige gêne. Waarschijnlijk uit onwetendheid. Daar zijn we toen over gaan praten. ‘Als er zo over jou gepraat zou worden, hoe zou dat voelen?’, vroeg ik ze. Dat leverde mooie gesprekken op. Dan ben je met diversiteit bezig. Ook dat is burgerschap.”
| Burgerschap op school 2023 | 2024 34
Onderzoek Lectoraat Vernieuwend Onderwijs
We ontwikkelen een bruikbare en wetenschappelijk onderbouwde toolkit
Esther van den Berg
Scan de QR-code om het montessorionderzoeksrapport te bekijken.
Wereldburgerschap: mondiale vraagstukken aan bod
Burgerschap op scholen beperkt zich nog vaak tot de klas, de school, de Nederlandse samenleving. Maar die samenleving is sterk verbonden met de wereld. ‘Meer aandacht voor meerstemmigheid en internationale perspectieven zijn nodig’, vindt Miguel Heilbron van Fawaka WereldBurgerschap. ‘Participatie, dus meedoen, meepraten en meebeslissen’, dat is de kern van (wereld)burgerschap, zegt Laurence Guérin, die promoveerde op burgerschapsvorming.
Als lector wereldburgerschap aan de Haagse Hogeschool probeert Laurence Guérin samen met leerlingen handen en voeten te geven aan de participatie, volgens haar de kern van wereldburgerschap. Haar visie daarop geldt ook voor primair- en voortgezet onderwijs. Participatie is ingewikkeld, stelt Guérin. “Omdat niet alleen de maatschappij divers is, maar ook omdat het lokale niveau onlosmakelijk verbonden is met het wereldwijde niveau. De maatschappelijke vraagstukken waarmee burgers worden geconfronteerd zijn complex, veelal controversieel en wereldwijd en ze worden beïnvloed door onder meer technologische en geopolitieke ontwikkelingen. Bovendien liggen conflicten tussen burgers en overheden op de loer. Ook de diversiteit in culturele, politieke, sociale, religieuze of etnische achtergronden, opvattingen, overtuigingen en expertises maken maatschappelijke vraagstukken complex, maar tegelijkertijd ook interessant.
Niet alleen de vraagstukken worden steeds mondialer, maar de participatie ook. Dankzij digitalisering kunnen >>
Miguel Heilbron richtte Fawaka WereldBurgerschap op om scholen te helpen wereldburgerschap in het onderwijs in te voeren. Aanleiding was dat hij op de school van zijn kinderen zag dat alleen de Europese geschiedenis aan de muur hing in de tien tijdvakken. “De nadruk ligt bij burgerschap vaak op het lokale en het nationale. Het niveau van de wereld is soms een wat ondergeschoven kindje. Wereldburgerschap betekent onder andere actief onderdeel uitmaken van je eigen omgeving, de samenleving én de wereld. Met de nadruk op gelijkwaardigheid, verbondenheid (als de een iets doet, heeft dat impact op de ander) en verantwoordelijkheden”, aldus Heilbron.
Volgens hem sluit het helemaal aan bij thema’s waarop bij nieuwe curriculumherzieningen meer nadruk komt. “Met de aandacht voor burgerschap in het curriculum, is dit dé kans om meer aandacht te geven aan globalisering, duurzame ontwikkeling, wereldperspectieven, meerstemmigheid en >>
35
Tekst:
Heleen de Bruijn
Wereldburgerschap Twee visies
Burgerschap op school 2023 | 2024 |
Laurence Guérin Miguel Heilbron
Foto: Fawaka WereldBurgerschap
burgers gemakkelijker aansluiten op initiatieven die elders in de wereld worden gestart op online platforms. Die vertalen zich dan weer in bijvoorbeeld demonstraties van ‘Black Lives Matter’ of de scholierenmars voor het klimaat. Door het meer mondiale karakter van de vraagstukken zijn burgers in de wereld steeds meer op elkaar aangewezen, dragen ze gedeelde verantwoordelijkheid en discussiëren ze idealiter samen hoe deze vraagstukken op te lossen zijn.”
Kennis en vaardigheden
Lokale en globale vraagstukken vragen volgens Guérin om bepaalde kennis en vaardigheden. Dat is één van de redenen waarom scholen moeten werken aan wereldburgerschap. “School is dé plek waar leerlingen kunnen leren over de wereld en deze kennis en denkvaardigheden oefenen. Ons onderzoek toont aan dat leerlingen in staat zijn zulke vraagstukken te bespreken en deeloplossingen bedenken. Maar dat vraagt oefening. Door het behandelen van een maatschappelijke vraagstuk (denk aan textiel of plastic soep) voelen leerlingen zich meer betrokken bij zo’n vraagstuk.”
Projecten
Wereldburgerschap kun je op school integreren in bijvoorbeeld aardrijkskunde en geschiedenis, maar ook in projecten, zegt Guérin. “Dat hebben we twee jaar lang gedaan met po- en vo-scholen. In het onderzoeksproject ‘samen werken aan Bèta Burgerschap’ behandelden leerlingen wereldvraagstukken. Zo volgden leerlingen voor een spijkerbroek de reis van katoen naar de kledingkast. Ze werkten aan dit project in groepjes en je merkte dat ze steeds meer gingen argumenteren, waardoor de kwaliteit van de discussie verbeterde. Ook werden de leerlingen genuanceerder in wie welke verantwoordelijkheid draagt om complexe vraagstukken op te lossen. Zulke nuances begrijpen, is belangrijk in een democratie.”
De lector vindt het overigens belangrijk om leerlingen te betrekken bij het opstellen en ontwikkelen van curriculum rondom burgerschapsonderwijs. “Omdat”, zegt ze, “leerlingen al (wereld)burgers zijn en zij een impliciet en soms expliciet beeld ontwikkelen van hoe een democratie functioneert. Bovendien is school een instituut die de democratie vertegenwoordigt. Je kunt dat bijvoorbeeld doen door leraren-leerlingen partnerschappen op te zetten waarin leerlingen kunnen meepraten en meebeslissen over hoe burgerschapsonderwijs wordt ingevuld.”
mensenrechten. Het stoomt leerlingen klaar voor de huidige vraagstukken en crises waarmee zij te maken krijgen.” Fawaka WereldBurgerschap hanteert bijvoorbeeld tien thema’s, waarmee een school aan de slag kan. “Daarnaast neem je wereldburgerschap als leidraad voor het formuleren van visie, onderwijsprogramma en curriculum en het zorgen voor een school als oefenplaats. Wereldburgerschap kun je bijvoorbeeld verbinden met het vieren van paarse vrijdag, waar het gaat om de acceptatie van de lhbtiq-gemeenschap. En met het besteden van aandacht aan racisme en discriminatie, slavernij en koloniaal verleden, wat gaat over bewustzijn van de geschiedenis en hoe dat doorwerkt in het nu. En bij veel andere vakken en activiteiten kun je aandacht besteden aan duurzaamheid.”
Bewust van impact
Hoe wordt burgerschap wereldburgerschap? “Een voorbeeld: een basisschool behandelde eerst het thema monniken en ridders en heeft dat inmiddels verbreed naar wereldreligies. Bij geschiedenis kun je niet alleen vertellen over bijvoorbeeld Grieken en Romeinen, maar ook andere grote beschavingen in de wereld in dat tijdvak. En bij veel andere vakken en activiteiten kun je aandacht besteden aan duurzaamheid. Nederland is geen eiland”, zegt Heilbron tot slot. “Het is dus belangrijk je bewust te zijn van de impact die we vanuit Nederland op de wereld hebben. En bewust te zijn van verschillende culturen, tradities en verschillende mensen met wie we communiceren en zaken doen. Daarom is het voor leerlingen van belang om met wereldburgerschap in aanraking te komen. En als je de stap zet, zie je dat er al veel gebeurt op school, dat hierbij past.”
| Burgerschap op school 2023 | 2024 36
Wereldburgerschap Twee visies
Vragen over vormgeving van burgerschapsonderwijs?
Raadpleeg de Helpdesk
Het Expertisepunt Burgerschap biedt scholen ondersteuning bij het invulling geven aan burgerschapsonderwijs. De Helpdesk staat klaar om alle vragen te beantwoorden. Emma Oude Egberink is één van de medewerkers. Welke vragen krijgt zij? En wat kan de helpdesk betekenen?
“Op dit moment bellen er vooral schoolleiders, beleidsmedewerkers en leraren die in een werkgroep burgerschap zitten. Burgerschapsonderwijs klinkt veelomvattend, er is ook veel aandacht voor vanuit de maatschappij en vanuit de politiek. Ik kan me goed voorstellen dat scholen niet meteen weten hoe ze dit het beste kunnen aanpakken.”
Negen ijkpunten als hulpmiddel
“Vorig jaar hebben de PO-Raad, de VO-raad, de werkplaats Sociale Kwaliteit Onderwijs en Stichting School & Veiligheid negen ijkpunten voor goed burgerschapsonderwijs geformuleerd. Dit zijn elementen die nodig zijn om het op school te realiseren: ‘visie’, ‘leerdoelen’, ‘onderwijsinhoud’, ‘aanpak’, ‘schoolklimaat’, ‘resultaten’, ‘professionalisering’, ‘kwaliteitszorg’ en ‘verbinding’. Op onze website vind je hiervan de uitwerking.
Overigens hoef je de ijkpunten zeker niet in die volgorde te gebruiken. Je kunt het als checklist gebruiken (‘heb ik
aan alles gedacht’) of als spoorboekje. Belangrijk om te weten, is dat er geen aanwijzingen gegeven worden over de invulling zelf. Dat is aan de school, je bepaalt zelf wat de inhoud van jouw burgerschapsonderwijs is.
Dat begint bij je visie. Scholen weten vaak niet waar ze moeten beginnen. In de gesprekken die ik voer, vertel ik dat het allerbelangrijkste is dat je duidelijk hebt waar je als school voor staat: wie zijn je leerlingen, wat wil je ze meegeven, wat is voor jou belangrijk? Met die vragen start het vormgeven van je visie op burgerschapsonderwijs. Vervolgens werk je de andere zaken uit, zoals ‘leerdoelen’ en ‘inhoud’.”
Burgerschapsonderwijs is geen nieuw ‘vak’ “Wat ik scholen ook meegeef is dat ze al heel veel doen, er zijn vaak al activiteiten die passen binnen burgerschapsonderwijs, zoals een leerlingenraad, debatten, aandacht voor democratie. Zet die eens op een rijtje, maak die >>
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 37
Tekst: Martijn de Graaff
Helpdesk Expertisepunt Burgerschap
De quickscan geeft een beeld van de stand van zaken.
Emma Oude Egberink
Onze adviseurs kijken en denken mee met scholen
expliciet. We hebben een Quickscan die daarbij kan helpen. Deze geeft een beeld van de stand van zaken met betrekking tot het burgerschapsonderwijs in de eigen school: hoe wordt het burgerschapsonderwijs op dit moment in de school ervaren? Het is een hulpmiddel om in gesprek met elkaar te gaan, zodat je gezamenlijk de koers en ontwikkelpunten kunt bepalen.
Een andere werkvorm is om in een ruimte vellen papier op te hangen, met op elk een doel van jouw burgerschapsonderwijs geformuleerd. Hang daaronder een vel met een schema van alle jaarlagen. Laat iedereen op de vellen schrijven hoe zij aan het doel werken en welke bestaande activiteiten, lessen, projecten, et cetera daarbij horen. Vervolgens analyseer je de bevindingen. Bouwt het op elkaar voort? Waar zitten gaten in het curriculum? Wat kan worden toegevoegd aan bestaande vakken of leergebieden? Wat moeten we op een andere manier aan bod laten komen, in bijvoorbeeld de schoolcultuur of de pedagogische aanpak?
Soms hebben scholen behoefte aan meer hulp, dan schakelen we onze adviseurs in. Ze kijken en denken mee, maar zullen nooit dicteren hoe een school het moet doen. Onze adviseurs helpen onder andere met het in kaart brengen van burgerschapsonderwijs en de volgende stap om dit verder te ontwikkelen op deze specifieke school.”
Leerdoelen geven richting
“Of je nu de Quickscan gebruikt of andere inventarisatiemiddelen, het is belangrijk een goed beeld te krijgen wat je al doet. Samen met de visie is dat het startpunt van
het gesprek met het team: hoe gaan we (verder) invulling geven aan burgerschapsonderwijs? En vooral: wat worden de leerdoelen? Want die geven richting aan je activiteiten; je kunt dan ook op een goede manier de kwaliteit toetsen.
Als je weet wat je doelen zijn, kun je onderzoeken hoe je de resultaten gaat meten. Je kunt dat voor burgerschapsonderwijs op verschillende manieren doen. Allereerst kun je formatieve toetsing toepassen, denk aan het doen van een rollenspel, het maken van een portfolio, het gebruiken van rubrics of het houden van gesprekken. Ook kun je summatief toetsen, bijvoorbeeld een kennistoets afnemen over democratie en rechtsstaat. Er bestaan ook gestandaardiseerde meetinstrumenten, zoals burgerschapsmeten.nl.”
School als oefenplaats
“Als scholen de helpdesk bellen, nemen we de tijd om hun situatie en vragen te bespreken. Wat ik ook onder de aandacht breng, zijn de basiswaarden: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, verantwoordelijkheidsbesef en het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie. Dat zijn de fundamentele afspraken die we in ons land hebben afgesproken. Het is belangrijk dat deze terugkomen in de leerdoelen en het curriculum zodat leerlingen hiermee op school in aanraking komen, over leren en vooral: mee oefenen.
Hessel Nieuwelink heeft een mooie uitspraak: burgerschapsonderwijs gaat er niet alleen om dat een leerling zich kan voegen in de samenleving, maar dat die de samenleving vorm kan geven. Er zullen altijd verschillen zijn, andere meningen, dan moet je daarmee om kunnen gaan. Dat is waar je leerlingen op voorbereidt, op kritisch denken, een eigen mening vormen en samenwerken met andere meningen.”
Je kunt contact met de helpdesk opnemen door het contactformulier op de website in te vullen. Of tijdens kantooruren te bellen naar 030 285 6611.
Helpdesk Expertisepunt
Burgerschap
| Burgerschap op school 2023 | 2024
38
Burgerschap op school 2023 | 2024 | 39
Wij helpen scholen hun weg te vinden in het vormgeven van burgerschapsonderwijs.
Burgerschap is niet alleen verplicht maar ook leuk om mee aan de slag te gaan.
Dit magazine, boordevol inspirerende artikelen en schoolvoorbeelden op het terrein van burgerschap, wordt je aangeboden door het Expertisepunt Burgerschap.
Expertisepunt Burgerschap