les
19
Argumenteren 1
Je kent de begrippen mening, standpunt, argument, feit, conclusie
3
2
Je onderscheidt standpunten, argumenten, feiten en meningen van elkaar
Facebook: een publiek dagboek?
IN
1
Je formuleert argumenten en tegenargumenten
1 Bekijk je Facebook- of Instagram-account. Scroll door de eerste vijftig berichten en tel hoeveel hiervan gesponsord zijn. a Hoeveel advertenties kwam je tegen? b Vind je dat veel?
2 Surf naar www.facebook.com/ads/preferences en bekijk jouw advertentievoorkeuren.
VA N
a Zijn er advertentievoorkeuren bij die je helemaal niet verwacht had?
b Begrijp je waarom Facebook denkt dat jij hierin geïnteresseerd bent?
3 In het artikel werden sommige woorden gemarkeerd. Verbind die woorden met de zinnen in de tweede kolom. Het vetgedrukte woord (woorden) heeft een gelijkaardige betekenis aan het woord in de eerste kolom. 1 verstrekken
a De analyse van de gegevens gebeurt door onderzoekers.
2 weigeren
b Mark Zuckerberg beaamt dat Facebook gegevens van gebruikers verkoopt aan adverteerders.
3 data
4 een beroep doen op 5 netwerk
d Wat deel jij mee via sociale media?
6 inclusief
e Kunt u mij wat informatie geven over het gebruik van sociale media?
7 bevestigen
f
©
8 bevinding
1
LES 19 Argumenteren
c Het Facebook-account van Djamel geeft weer dat hij een erg uitgebreid sociaal web heeft.
Wereldwijd geven 500 miljoen meer gebruikers de voorkeur aan Facebook ten opzichte van YouTube.
g Een andere vaststelling is dat veel jongeren niet zouden willen betalen voor Facebook in ruil voor een account zonder advertenties. h Voor die nieuwe laptop betaalde Sofia € 899, btw meegerekend.
2
i
Harry wil zijn telefoonnummer niet bekendmaken op zijn Instagram-account.
j
De leraar riep de hulp in van zijn leerlingen om zijn profielgegevens verder aan te vullen. 3
4
5
6
7
8
219