Afstudeeronderzoek Steijn Visser
SOCIALE COHESIE IN HOOGBOUW
1
2
3
4
Voorwoord
Voor u ligt het afstudeeronderzoek ‘Sociale cohesie in hoogbouw’. Dit onderzoek is uitgevoerd namens de opleiding Built Environment aan de Hogeschool Utrecht. De opdracht van dit afstudeeronderzoek is verstrekt door BURA Urbanism en is bedoeld als aanvulling voor ‘Thuis op hoogte’, zie bijlage I voor meer informatie. Bij mijn sollicitatiegesprek (september 2020) met Floris van der Zee en Jordy Stamps werd er aangegeven dat ik mijn afstudeeronderzoek kon doen over sociale cohesie in hoogbouw. Dat kwam omdat ik in mijn tweede studiejaar onderzoek heb gedaan naar hoe sociale cohesie bevorderd kan worden door middel van stedenbouw. De andere reden is dat BURA samen met Civic Architects een onderzoeksvoorstel, genaamd ‘Thuis op hoogte’, wilde indienen bij Stichting Hoogbouw. Dit voorstel was gericht op het creëren van diverse en hechte gemeenschappen, oftewel sociale cohesie. Uiteindelijk hebben wij met dat onderzoeksvoorstel gewonnen en een onderzoeksbudget ontvangen van Stichting Hoogbouw. Als eerst zou ik graag mijn afstudeerbegeleider Pimm Terhorst willen bedanken voor zijn sympathie, bereikbaarheid en voor de (online) bijeenkomsten. Daarnaast wil ik mijn bedrijfsbegeleider Geert Das bedanken voor zijn fijne betrokkenheid. Zonder Pimm en Geert had ik mijn afstudeeronderzoek nooit kunnen voltooien. Niet te vergeten, wil ik ook alle architecten, stedenbouwkundigen, ontwikkelaars en onderzoekers van harte bedanken voor het delen van hun kennis, waardoor ik tot deze resultaten ben gekomen. Van de experts wil ik in het bijzonder Luc Bos bedanken, omdat wij samen de ontwerpprincipes in de praktijk hebben toegepast. Vanuit mijn optiek moet er altijd aandacht uitgaan naar sociale cohesie, omdat dit van groot belang is voor ons welzijn. Doordat de sociale contacten werden beperkt tijdens de coronapandemie, hebben we namelijk ervaren hoe belangrijk we het vinden om ons te kunnen verbinden met de mensen om ons heen. Dit boek is een uitbreiding van het afstudeeronderzoek dat is ingeleverd via OnStage op 1 juni 2021. Ik wens u veel leesplezier toe. Steijn Visser Baarn, 25 juni 2021
5
6
Abstract
High-rise building is a urban tool to densify cities. However, living in high-rise is sometimes experienced as anonymous that gives room to criminal activities and creates a higher experienced loneliness. This is because of an absence of places where residents can come together. Therefore, it is important to create places in high-rise buildings where people can meet and do things together. In other words, social cohesion needs to be stimulated in high-rise buildings. The goal of this research is to find out which design tools can stimulate social cohesion in high-rise resulting in the following research question: “Which design principles can stimulate social cohesion between residents in high-rise buildings?” Highrise is in this research defined as a tower where people live in and is at least 30 meters high. Social cohesion contains the degree and quality of social connections between residents in high-rise buildings. Research data has been collected from literature. Furthermore, architects and real estate developers of Binck Blocks, The Muse and CasaNova and Floating Gardens have been interviewed. The design principles have been established on the basis of similarities between literature and interview data. Thereafter four experts shared their knowledge and ideas to validate and expand the design principles. The results are six design principles: collective spaces, routing through collective spaces, green outdoor spaces, coarse-grained heterogeneity, human dimension and community captains. These principles can be used by designers to stimulate social cohesion between residents in high-rise buildings. Based on findings, it is recommended to have community captains that help maintain social control in high-rise buildings. Moreover, it is crucial to design spaces on human dimension so that resident tend to stay longer in collective spaces where they can meet and do activities. It is useful to make collective spaces part of the routes through the building. It is also essential for social cohesion to have different target groups in high-rise buildings, as they can support each other. Furthermore, social cohesion can be stimulated by creating green outdoor spaces, because these spaces attract people to go outside which makes social interactions easier.
7
Inhoudsopgave Voorwoord 5 Abstract 7 Inleiding 10 Aanleiding 10 Uitdaging 10 Doelstelling 11 Projectresultaat 11 Vraagstelling 11 Begripsbepaling 13 Afbakening 14 Leeswijzer 15 Methodologie 16 Theoretisch kader 18 Hoogbouw 18 Sociale cohesie 22 Hoofdstuk 1: Sociale cohesie in de literatuur 1.1 Werking sociale cohesie 1.2 Effecten sociale cohesie 1.3 Sociale cohesie stimuleren 1.4 Opsomming hoofdstuk 1
24 26 28 30 38
Hoofdstuk 2: Casestudies hoogbouw 2.1 Inleiding 2.2 Binck Blocks 2.3 The Muse en CasaNova 2.4 Floating Gardens 2.5 Opsomming hoofdstuk 2
40 42 44 48 52 56
8
Hoofdstuk 3: Ontwerpprincipes sociale cohesie in hoogbouw 3.1 Inleiding 3.2 Ontwerpprincipes 3.3 Scores Ontwerpprincipes 3.4 Financiële randvoorwaarden ontwerpprincipes 3.5 Hoogbouwconcept ontwerpprincipes (NIEUW!) 3.6 Vier extra ontwerpprincipes (NIEUW!) 3.7 Ontwerpprincipes toepassen (NIEUW!)
58 60 61 67 68 70 72 74
Conclusie 86 Discussie 88 Aanbevelingen 89 Bibliografie
92
Bijlage 100 Bijlage I 100 Bijlage II 103 Bijlage III 114 Bijlage IV 118
9
Inleiding Aanleiding
Al jaren is er een groot te kort aan woningen in de grotere Nederlandse steden (NPO Radio 1, 2021) en de ruimte om te kunnen verdichten in deze steden is ook schaars (Commissie MER, 2020). Om die reden wordt hoogbouw steeds vaker ingezet als middel om meer woningen te bouwen (Bouma, 2019), zoals dat het geval is bij de Merwedekanaalzone in Utrecht of bij de Haagse Binckhorst. Echter, uit diverse bronnen blijkt dat hoogbouw vaak anonieme woonomgevingen zijn wat kan leiden tot eenzaamheid en ondermijning1 (CCV, 2021; Gemeente Rotterdam, 2019). Anonimiteit in hoogbouw gaat zelfs soms zo ver dat de bewoners niet eens weten wie er naast hen woont (Gemeente Rotterdam, 2019). Verder wonen criminelen graag in hoogbouw vanwege de anonimiteit (CCV, 2021). Volgens de Rotterdamse hoogbouwvisie (2019, p. 47) komt anonimiteit voor in hoogbouw door een tekort aan ontmoetingsplekken voor bewoners en de anonieme routes die door het gebouw lopen. Daarnaast vertelt Sluis in een NOS-artikel dat zij vaak hoort van mensen dat woontorens funest zijn voor de sociale cohesie (van der Meulen & de Jonge, 2021).
Uitdaging
Hoogbouw is een middel om binnen een beperkt oppervlak veel woningen te bouwen (Brans, 2021; Loof, 2021). Echter kan hoogbouw funest zijn voor de sociale cohesie en kan er in hoogbouw sprake zijn van anonimiteit. Dit leidt vervolgens tot eenzaamheid en ondermijning, waardoor wonen in hoogbouw minder aantrekkelijker wordt (CCV, 2021; Gemeente Rotterdam, 2019; van der Meulen & de Jonge, 2021). Gemeente Rotterdam (2019, p. 49) geeft aan dat het stimuleren van ontmoetingen (wat een belangrijk onderdeel is van sociale cohesie (Bos, Horjus, Visser, & de Wilde de Ligny, 2020)) anonimiteit in hoogbouw kan bestrijden. De uitdaging van dit afstudeeronderzoek luidt daarom als volgt: ‘Hoogbouw wordt lang niet altijd aantrekkelijk ervaren om in te wonen door de anonimiteit. Welke sociale-cohesie-stimulerende middelen kan een ontwerper inzetten om ervoor te zorgen dat er geen ruimte is voor anonimiteit in hoogbouw?’
1
“Je kunt ondermijning zien als het constante gebeuk van georganiseerde criminaliteit
10 (onderwereld) op onze samenleving (bovenwereld). Ondermijning is een probleem dat de
maatschappij verzwakt en uiteindelijk zelfs ontregelt” - (Politie, sd)
Doelstelling
De doelstelling is om sociale cohesie te stimuleren zodat er veilige, gezonde en sociale woonomgevingen gecreëerd worden in hoogbouw. Dat houdt in dat er in hoogbouw geen ruimte is voor eenzaamheid en ondermijning door de afwezigheid van anonimiteit.
Projectresultaat
Het projectresultaat is een aantal ontwerpprincipes dat laat zien hoe sociale cohesie gestimuleerd kan worden in hoogbouw. Deze ontwerpprincipes zijn tot stand gekomen op basis van overeenkomsten tussen de literatuur- en interviewgegevens en zijn eventueel aangevuld door opmerkingen van de experts. Daarnaast hebben deze experts scores toegekend hieraan om te laten zien hoe belangrijk zij de ontwerpprincipes vinden voor de sociale cohesie in hoogbouw. Verder dient dit afstudeeronderzoek als aanvulling voor het ‘Thuis op Hoogte’ onderzoek van BURA Urbanism. Meer informatie hierover staat in bijlage I.
Vraagstelling Hoofdvraag
De hoofdvraag bij dit afstudeeronderzoek is:
‘Welke ontwerpprincipes kunnen sociale cohesie tussen bewoners stimuleren in hoogbouw?’
Deelvragen
De deelvragen die deze hoofdvraag ondersteunen zijn: 1. ‘Hoe werkt sociale cohesie volgens literatuur?’ Deze deelvraag is bedoeld om de basis van sociale cohesie te begrijpen. 2.
‘Wat kunnen mogelijke effecten van sociale cohesie zijn op bewoners volgens literatuur?’ Deze vraag is nodig om te laten zien wat de effecten zouden kunnen zijn van sociale cohesie.
11
3.
‘Welke ontwerpmiddelen zijn er om sociale cohesie te stimuleren volgens literatuur?’ De derde deelvraag laat zien welke ontwerpmiddelen sociale cohesie zouden kunnen stimuleren. Dit is nodig om een koppeling te kunnen maken met de interviewgegevens van deelvraag 4 waardoor er ontwerpprincipes tot stand kunnen komen.
4.
‘Welke ontwerpmiddelen zijn ingezet om sociale cohesie te stimuleren bij Binck Blocks, The Muse en CasaNova en Floating Gardens?’ Bij de vierde deelvraag wordt gesproken met architecten over welke ontwerpmiddelen zij hebben ingezet om sociale cohesie tussen bewoners te stimuleren bij hun hoogbouwprojecten. Deze deelvraag is nodig om een koppeling te kunnen maken met de literatuurgegevens om zo tot ontwerpprincipes te komen.
5.
‘Welke financiële randvoorwaarden zijn er gebonden aan de ontwerpmiddelen die ingezet zijn bij Binck Blocks, The Muse en CasaNova en Floating Gardens?’ Bij deze deelvraag wordt gesproken met de ontwikkelaars van de drie hoogbouwprojecten over welke financiële randvoorwaarden gebonden zijn aan de ontwerpmiddelen. Dit is belangrijk om te laten zien hoe de ontwerpprincipes ontwikkeld zouden kunnen worden.
6.
‘Wat vinden experts van de ontwerpprincipes?’ Aan de hand van overeenkomsten tussen literatuur- en interviewgegevens zijn ontwerpprincipes opgesteld. Door te praten met experts is het mogelijk om te komen tot bevestigingen, nieuwe inzichten of aanbevelingen. In het onderzoek zijn twee soorten experts aanwezig: hoogbouw/sociale cohesie-experts (Lia Karsten en Stefan Bödecker) en externe experts (Ab Barendse en Luc Bos). Wat de functies zijn van deze experts staat beschreven in de methodologie.
12
Begripsbepaling Hoogbouw
Dit is een woontoren met een minimale hoogte van 30 meter (ongeveer tien lagen) en kan staan op een stedelijke laag.
Sociale cohesie
Concreet in dit onderzoek betekent sociale cohesie de mate en kwaliteit van sociale bindingen tussen bewoners in een woontoren. Sociale cohesie kan sterker worden naarmate er meer sociale contacten zijn tussen de bewoners en wanneer de sociale contacten tussen bewoners intensiever worden. In bijlage I is aangegeven hoe deze definitie tot stand is gekomen.
Hoogbouw/sociale cohesie-experts
Dit zijn experts die kennis hebben over hoogbouw en sociale cohesie. Lia Karsten en Stefan Bödecker zijn deze experts.
Externe experts
Deze experts hebben verstand van sociale cohesie en stedenbouw of architectuur. Deze mensen zijn extern, omdat zij naast de ontwerpprincipes, ook ingaan op de opmerkingen van de hoogbouw/sociale cohesie-experts.
Ontwerpmiddelen
Dit zijn middelen die ingezet zijn door architecten om sociale cohesie te stimuleren bij de drie onderzochte hoogbouwprojecten.
Ontwerpprincipes
Dit zijn principes die een ontwerper kan gebruiken om sociale cohesie te stimuleren in hoogbouw. Het verschil tussen de ontwerpprincipes en de ontwerpmiddelen is dat de ontwerpprincipes het antwoord vormen bij dit onderzoek en dat ontwerpmiddelen tools zijn die architecten hebben gebruikt bij hun hoogbouwprojecten.
Financiële randvoorwaarde
Dit gaat over welke financiële eisen er gebonden zijn aan het ontwikkelen van de ontwerpprincipes en ontwerpmiddelen.
Sociale controle
Beheersing van gedrag van individuen en groepen door de samenleving. Door sociale controle wordt ervoor gezorgd dat mensen zich gedragen conform normen en waarden. 13
Afbakening
Dit afstudeeronderzoek focust zich op het stimuleren van sociale cohesie in hoogbouw. Onderdelen die daarmee samenhangen zijn weergegeven in tabel 1 en ook toegelicht. In tabel 2 is weergegeven welke onderwerpen buiten het onderzoek vallen en waarom daarvoor gekozen is. Tabel 1 Onderdelen die binnen het afstudeeronderzoek vallen
Betreft
Toelichting
Hoogbouw
Hoogbouw heeft als nadeel dat er sprake van anonimiteit kan zijn in het gebouw en dat het funest zou zijn voor de sociale cohesie (CCV, 2021; Gemeente Rotterdam, 2019, p. 47; van der Meulen & de Jonge, 2021).
Collectieve voorzieningen en ontmoeten
Collectieve ruimtes in hoogbouw kunnen ontmoetingen stimuleren tussen bewoners en hiermee anonimiteit in hoogbouw bestrijden (Gemeente Rotterdam, 2019, p. 49).
Sociale cohesie
Ontmoetingen is de basis voor soicale cohesie waarmee anonimiteit besteden kan worden (Zijdekwartier, 2020; Bos, Horjus, Visser, & de Wilde de Ligny, 2020; Cadat-Lampe, et al., 2020b, p. 64).
Woontorens
In dit afstudeeronderzoek heeft hoogbouw eigenschappen van een toren en een woonfunctie, omdat dit afstudeeronderzoek gaat over de sociale binding tussen bewoners in hoogbouw.
Effecten sociale cohesie
Dit kan laten zien wat de gevolgen kunnen zijn van de ontwerpprincipes.
Casestudies hoogbouw
Dit is nodig om te ontdekken hoe er bij hoogbouwprojecten aandacht is gegeven aan sociale cohesie. Binck Blocks (Den Haag), The Muse en CasaNova (Rotterdam) en Floating Gardens (Amsterdam) zijn in deze scriptie onderzocht.
Gebouwniveau
De focus wordt gelegd op welke ontwerpprincipes sociale cohesie kunnen stimuleren in het gebouw.
Randvoorwaarden ontwerpprincipes
Op die manier kan de financiële eisen van de ontwerpprincipes worden aangetoond, waardoor dit onderzoek naast de ontwerperskant, ook vanuit de ontwikkelaarskant benaderd wordt.
Stedelijk context
Hoogbouw wordt relatief vaak gerealiseerd in steden, omdat daar de vraag naar woningen relatief het hoogst ligt (van der Meulen & de Jonge, 2021)
14
Tabel 2 Onderdelen die buiten het afstudeeronderzoek vallen
Betreft
Toelichting
Programma plint
De plint wordt een aantal keer benoemd in dit onderzoek, maar krijgt geen verdieping op het programma, omdat het onderzoek zich focust op het programma boven de plint. De Nijs heeft overigens al een groot onderzoek gedaan naar plinten: ‘High-rise op ooghoogte’ (2015).
Inpasbaarheid hoogbouw omgeving
De locatie van waar hoogbouw wordt gerealiseerd hangt weinig tot niet samen met de sociale relaties tussen de bewoners in een hoogbouwtoren. Verder is dit niet meer op het schaalniveau van dit afstudeeronderzoek.
Wel hoogbouw, geen torens
Gebouwen zoals de Bijlmermeerflats*, de Markthal Rotterdam en The Whale zijn dan wel hoogbouw vanwege de juiste hoogte (hoger dan 30 meter), maar hebben geen eigenschappen van een woontoren (Figuur 1). Om deze reden zijn deze vormen van hoogbouw niet onderzocht.
Andere functies dan wonen
Omdat de focus bij dit afstudeeronderzoek ligt op woonomgevingen in hoogbouw, vallen functies zoals kantoor, onderwijs en hotel buiten dit onderzoek.
Figuur 1: hoogbouwvormen die buiten het onderzoek vallen (van links naar rechts): Bijlmermeerflats (Skypictures, sd), Markthal Rotterdam (Vastgoedmarkt, 2018) en The Whale (Cie., sd)
Leeswijzer
Het eerste hoofdstuk is een literatuuronderdeel waarin wordt verdiept hoe sociale cohesie werkt, wat de effecten zijn van sociale cohesie en hoe sociale cohesie gestimuleerd zou kunnen worden. In hoofdstuk 2 zijn interviews gehouden met de architecten en ontwikkelaars waar naar voren komt welke ontwerpmiddelen zijn ingezet om sociale cohesie te stimuleren en hoe dit ontwikkelbaar is gemaakt. Vervolgens komt het derde hoofdstuk aan bod waar de ontwerpprincipes worden toegelicht op hun werking en welke financiële randvoorwaarden daarbij horen. Ook worden de ontwerpprincipes in de praktijk toegepast bij vijf hoogbouwpojecten in Amsterdam. Aan het eind van dit onderzoek volgt de conclusie. * Klusflat (Bijlmermeer) is wel onderzocht bij het toepassen van de ontwerpprincipes (3.7)
15
Methodologie De gegevens van dit onderzoek zijn kwalitatief van aard en zijn verzameld door middel van literatuuronderzoek en interviews. Hoofdstuk 1: Sociale cohesie in de literatuur In het eerste hoofdstuk wordt deelvraag 1, 2 en 3 beantwoord door middels literatuur (stap 1 in figuur 2) uit artikelen, onderzoeken, websites en hoogbouwvisies. De gegevens uit dit hoofdstuk zijn belangrijk voor de interviews, omdat deze gegevens als basis kunnen dienen voor de interviewvragen. Hoofdstuk 2: Casestudies hoogbouw In hoofdstuk 2 zijn architecten en ontwikkelaars geïnterviewd van Binck Blocks, The Muse en CasaNova en Floating Gardens (stap 2). Dit hoofdstuk geeft antwoord op deelvraag 4 en 5 wat betekent dat hier naar voren komt welke ontwerpmiddelen ingezet zijn om sociale cohesi te stimuleren en hoe deze middelen ontwikkelbaar zijn gemaakt. Hoofdstuk 3: Ontwerpprincipes voor sociale cohesie in hoogbouw In het derde hoofdstuk zijn ontwerpprincipes (punt 3) opgesteld op basis van overeenkomsten tussen de literatuur- en interviewgegevens. Deze principes zijn gepresenteerd door middel van tekeningen en scores van hoe belangrijk elk ontwerpprincipe is volgens de hoogbouw/sociale cohesie-experts (Lia Karsten en Stefan Bödecker) en externe experts (Ab Barendse en Luc Bos). Hiermee wordt er antwoord gegeven op deelvraag 6. Lia Karsten: associate professor Urban Geographies bij UvA. Stefan Bödecker: stedenbouwkundige en placemaker bij BFAS+. Ab Barendse: architect bij Bureau Bos. Luc Bos: stedenbouwkundige en sociale cohesie onderzoeker bij Luc Bos Stedenbouwkundige.
16
1. literatuur
2. interviews architecten en ontwikkelaars
3. ontwerpprincipes
+/
5. aanvullingen en opmerkingen externe experts
4. opmerkingen hoogbouw/ sociale cohesie experts
Figuur 2: onderzoeksmethode schematisch weergegeven
17
Theoretisch kader Hoogbouw Typologie
Hoogbouw bestaat uit verschillende delen: de stedelijke laag (met daarin de plint), de toren en de kroon (Gemeente Den Haag, 2017, p. 29). Stedelijke laag De onderste verdiepingen en de begane grond van hoogbouw kunnen bestaan uit een stedelijke laag (zwart omrand in figuur 3). De stedelijke laag maakt onderdeel uit voor het straatbeeld op straat. Om te zorgen voor een levendige stedelijke laag, is het belangrijk dat deze laag voorzien is van aantrekkelijke functies zoals winkels en horeca en dat utilitaire functies niet over de overhand hebben zoals een vuilopslag en een parkeergarage (de Nijs, 2015, p. 28). Plint De plint (witte vlak figuur 3) betreft de eerste (en soms de eerste twee) bouwlagen en is vanaf de straat zichtbaar voor de voorbijgangers. Daarnaast is dit het deel van het gebouw waar interactie plaatsvindt tussen de openbare ruimte en het gebouw (de Nijs, 2015, p. 11). Toren De toren (figuur 4) begint vanaf boven de stedelijke laag of direct vanaf het maaiveld. Dit onderdeel is het kenmerk van hoogbouw: het is slank en hoog. De toren kan zorgen voor unieke woonkwaliteiten zoals uitzicht, daglicht en privacy (Gemeente Den Haag, 2017, p. 33; Brans, 2021). Kroon Soms heeft hoogbouw aan de top een kroon (figuur 5) dat over het algemeen vormgegeven is met bijzondere architectuur (Gemeente Den Haag, 2017, p. 25).
18
Figuur 3: stedelijke laag en plint van The Muse en CasaNova (Barcode Architects, sd)
Figuur 4: toren van Floating Gardens (Orange Architects, sd)
Figuur 5: kroon van Binck Blocks (LEVS, sd) 19
Definitie
Stichting Hoogbouw definieert hoogbouw als een gebouw dat 70 meter of hoger is (Faber, et al., 2020, p. 10). Toch zijn er voor hoogbouw verschillende definities in omloop en dat is terug te zien in hoe de G5-steden en G40-steden hoogbouw definiëren (zie grafiek 1 en 2). Zo hanteert Rotterdam ook minimaal 70 meter voor hoogbouw, maar Den Haag 50 meter en Eindhoven weer 45 meter. Amsterdam en Utrecht hebben allebei 30 meter als ondergrens voor hoogbouw. Maar Groningen en ’s Hertogenbosch hanteren dan weer 60 meter. Leiden hanteert net zoals Den Haag ook 50 meter als ondergrens voor hoogbouw (Faber, et al., 2020, p. 22 & 37). Een breed onderzoek naar hoogbouwcultuur in Nederland (Zandbelt&vandenBerg, 2008, p. 24) geeft aan dat gemeenten over het algemeen 30 meter hanteren voor hoogbouw. Grafiek 1: ondergrens hoogbouw in G5-steden (Faber et al. 2020)
20
Het valt op dat de definitie voor hoogbouw per stad kan verschillen, maar doordat Zanbelt&vandenberg aangeeft dat 30 meter over het algemeen wordt gehanteerd als hoogbouw, wordt deze hoogte in dit onderzoek ook gedefinieerd als hoogbouw. Als er vanuit wordt gegaan dat elke laag ongeveer 3 meter hoog, is dan zou de minimale hoogbouw in dit afstudeeronderzoek uit 10 lagen bestaan. Grafiek 2: ondergrens hoogbouw in G40-steden (Faber et al. 2020)
21
Sociale cohesie Definitie
In een onderzoek van Huygen en de Meere wordt sociale cohesie beschreven als “(…) de interne bindingskracht van een sociaal systeem.” Verder stellen zij dat er verschillende definities in omloop zijn over sociale cohesie. In hun onderzoek wordt sociale samenhang hetzelfde gezien als sociale cohesie. In ‘Zekere banden’ (de Hart, 2002, p. 9) staat dat sociaal cohesie te mkaen heeft met de “coherentie van een sociaal of politiek systeem, de binding die mensen daarmee hebben en hun onderlinge betrokkenheid of solidariteit.” Seneca Burgerschap (2018) beschrijft sociale cohesie in een video als volgt:
“Sociale cohesie is het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in ruimer sociaal kader met elkaar hebben; het gevoel een groep te zijn; lid te zijn van een gemeenschap; verantwoordelijkheid voelen voor elkaars welzijn en beroep op anderen kunnen doen.”
Als laatst definiëren De Kam en Needham (2003, p. 7) sociale cohesie als “de mate waarin individuen of groepen in de samenleving met elkaar verbonden zijn en zich met elkaar verbonden voelen.” Op basis van de bovenstaande omschrijvingen lijkt sociale cohesie steeds te gaan over de mate en kwaliteit van sociale banden tussen mensen van een sociaal systeem. In het kader van dit onderzoek zou sociale cohesie concreter gedefinieerd kunnen worden als “de mate en de kwaliteit van sociale bindingen tussen bewoners in een woontoren.” Ook in dit onderzoek betekent sociale cohesie hetzelfde als sociale samenhang.
22
23
H1
SOCIALE COHESIE IN DE LITERATUUR
Hoofdstuk 1: Sociale cohesie in de literatuur 24
In dit literatuurhoofdstuk wordt er verdiept in de sociale cohesie. Dit hoofdstuk geeft antwoord op deelvraag 1, 2 en 3.
25
1.1 Werking sociale cohesie
Huygen en de Meere (2008, p. 7) hebben onderzoek gedaan naar de invloed en effecten van sociale samenhang en geven aan dat het wordt gekenmerkt door groepsidentificatie, saamhorigheidsgevoelens en frequente en intensieve contacten tussen de mensen die tot een sociaal systeem behoren. Daarnaast is er volgens hen bij sociale cohesie ook sprake van gedeelde normen en waarden, participatie en onderling vertrouwen tussen de mensen van een sociaal systeem. Verder geven Huygen en de Meere aan dat sociale cohesie op verschillende schaalniveaus kan voorkomen zoals op nationaal of regionaal niveau of binnen plaatselijke gemeenschappen, groepen of organisaties.
Figuur 6: sociale cohesie ladder (Bos, Horjus, Visser, & de Wilde de Ligny, 2020)
In figuur 6 is de sociale cohesie ladder afgebeeld waarin is te zien dat sociale cohesie onder te verdelen is in zes verschillende schaalniveaus. ‘Geen sociale cohesie’ is het laagste niveau van de ladder waarbij er geen interactie is tussen bewoners. ‘Publieke familiariteit’ betreft het herkennen van bewoners uit de omgeving. Dit zijn lichte ontmoetingen zoals een knikje geven aan iemand die je regelmatig tegenkomt. ‘Ontmoeten’ gaat over dat mensen elkaar tegenkomen en elkaar groeten door te iets tegen elkaar te zeggen. Volgens Bovenhoff en Meier (2015) is ontmoeten een belangrijke basis voor de beleving van sociale cohesie. Bij ‘gesprek aangaan’ verdiepen mensen zich in elkaar door bijvoorbeeld te praten over werk of over een bepaalde gebeurtenis in de buurt. Bij ‘netwerk’ worden er sociale banden ontwikkeld of onderhouden, doordat hier mensen met elkaar (regelmatig) afspreken. Bij de bovenste trede ‘gemeenschap’, is er sprake van een georganiseerde eenheid. Dit kan bijvoorbeeld een buurtgemeenschap zijn waar bewoners elk weekend samenkomen (Zijdekwartier, 2020; Bos, Horjus, Visser, & de Wilde de Ligny, 2020, p. 47). 26
Figuur 7: bonding en bridging (Bastian, 2016)
Sociaal cohesie hangt nauw samen met sociaal kapitaal (CBS, 2015, p. 11; Bovenhoff & Meier, 2015). Sociaal kapitaal betekent het hebben van sociale relaties en kunnen volgens een artikel van Sociale Vraagstukken (2019) ontstaan op basis van overeenkomsten tussen geslacht, leeftijd, afkomst, opleiding, geloof en persoonlijkheidskenmerken. Het sociaal kapitaal is onder te verdelen in twee vormen, namelijk bonding en bridging. Bonding kan ook wel interne cohesie worden genoemd (de Hart, 2002) en zijn in figuur 7 aangeduid als paarse cirkels. Dit is volgens Putnam (2000) nodig om te kunnen overleven, ‘going through’ noemt hij dit. Bridging (externe cohesie) is aangegeven als een rode cirkel in het figuur en betreft de sociale banden tussen mensen die uit andere sociale systemen komen. Putnam (2000) geeft aan dat deze vorm van cohesie van belang is om vooruit te kunnen (‘going up’) en zaken gedaan te krijgen. De Hart (2002, p. 17) geeft aan dat deze beide vormen van sociaal kapitaal aanwezig moeten zijn, omdat deze twee samen gunstige effecten kunnen hebben op de bredere samenleving, zie hiervoor de volgende paragraaf 1.2. 27
1.2 Effecten sociale cohesie Voordelen
Wilkinson en Marmot (2003, pp. 22-23) stellen dat sociale relaties tussen bewoners bij kunnen dragen aan de bescherming van de gezondheid. Dit is omdat mensen zich dan geliefd, gewaardeerd en verzorgd voelen wanneer ze onderdeel uitmaken van een sociaal netwerk. Verder geven zij aan dat er mogelijk minder hartziekten voorkomen en dat mensen minder snel last zullen hebben van stress als er sprake is van sociale cohesie. Ook stellen Wilkinson en Marmot dat het bevorderen van ontmoeten en sociale interacties in gemeenschappen de mentale gezondheid zou kunnen bevorderen. Volgens Fried en anderen (2020) is eenzaamheid een subjectieve negatieve ervaring dat ontstaat door het ontbreken van betekenisvolle verbindingen. In anderen woorden: er worden nauwe sociale banden gemist met anderen. Mogelijke gevolgen van eenzaamheid zijn stress, onzekerheid, depressie, dementie, slaapproblemen, angststoornissen, overgewicht, verslechterd immuunsysteem, hart- en vaatziekte, (poging tot) suïcide en een grotere kans om te overlijden (Fried, et al., 2020; Brightview Senior Living, 2019; Volksgezondheid en Zorg, 2021). Door sociale cohesie in hoogbouw te stimuleren is er minder sprake van anonimiteit wat kan zorgen voor minder eenzaamheid bij bewoners in hoogbouw (Gemeente Rotterdam, 2019, p. 49). Huygen en de Meere (2008, pp. 10-14) hebben onderzoek gedaan naar de invloed en effecten van sociale samenhang en kwamen tot de volgende conclusies: • • • • • • • • • • • • • 28
Kleinere kans om slachtoffer te kunnen worden van een misdrijf; Bewoners ervaren minder onveiligheidsgevoelens; Mensen zijn eerder bereid om aangifte te doen; Bewoners zijn meer tevreden met hun woonomgeving; Positief effect op de participatie van bewoners; Meer collectieve zelfredzaamheid; 65-plussers zijn minder geneigd om een dokter te bezoeken; 65-plussers maken minder gebruik van hulp in huishouding; Minder gedragsproblemen bij jonge kinderen ; Minder achterstand bij jongeren op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en woningmarkt; Minder gedragsproblemen onder jongeren; Minder sprake van criminaliteits- en probleemgedrag bij jongeren. Betere kansen op de arbeidsmarkt door omvangrijk netwerk;
Cadat-Lampe (2020b, p. 64) geeft aan dat herkenning tussen bewoners onderling en het ontmoetingen tussen deze, anonimiteit kan bestrijden in woonomgevingen. In de Rotterdamse hoogbouwvisie (2019, p. 4) wordt gezegd dat sociale bindingen in hoogbouw belangrijk zijn voor het tegengaan van anonimiteit wat kan leiden tot minder eenzaamheid en ondermijning.
Nadelen
Sociale cohesie heeft ook nadelen. Volgens de Hart (2002) en Aalvanger en de Boer (2013, pp. 38-39) is het namelijk mogelijk dat bewoners zich beperkt kunnen voelen in hun vrijheid door een bepaalde groepsdruk en sociale controle wanneer er sprake zou zijn van sociale cohesie. Ook wordt er gezegd dat een grote mate aan interne sociale cohesie, de verbondenheid met mensen uit andere sociale systemen kan onderdrukken (de Hart, 2002, p. 5; Tjong Tjin Tai, 2005; Aalvanger & de Boer, 2013, p. 39).
29
1.3 Sociale cohesie stimuleren
Bovenhoff en Meier hebben onderzoek (2015) gedaan naar welke voorzieningen op dorpsniveau sociale cohesie kunnen stimuleren in plattelandsdorpen. In de conclusie stellen zij dat voorzieningen zoals een dorpshuis, café, basisschool, lokale supermarkt en een sportvereniging een belangrijke rol spelen in het contact tussen dorpsbewoners. Daarnaast laten zij weten dat een bibliotheek een cruciale ontmoetingsplek kan zijn, omdat daar relatief veel verschillende soorten bezoekers samenkomen. Ook zeggen zij dat groenvoorzieningen zoals parken bij kunnen dragen aan sociale cohesie. Verder concluderen zij dat het inbrengen en het realiseren van (buurt)voorzieningen symbolen kunnen worden voor sociale cohesie. Dit komt volgens Bovenhoff en Meier doordat zulke symbolen de gezamenlijke inzet van de bewoners laten zien. Verder wordt er aangegeven dat sociale cohesie gestimuleerd zou kunnen worden door plekken te realiseren die aantrekkelijk zijn om te ontmoeten voor bewoners. Dit zou kunnen plaatsvinden in zogenaamde third places. dat zij plekken waar mensen zonder verlichtingen kunnen ontmoeten en ruimte is voor lokale initiatieven (2015, p. 39). Movisie heeft twee onderzoeken uitgevoerd naar het werken aan de sociale samenhang in buurten en wijken. Een paar lessen uit ‘Wij in de wijk deel 1’ (Cadat-Lampe, et al., 2020a, pp. 63-68) zijn: • Voor het faciliteren en stimuleren van sociale verbindingen zijn er ontmoetingsplekken nodig. • Een project dat gericht is op bonding, bridging en linking, heeft er baat bij als er iemand aanwezig is die bewoners in contact weet te brengen, omdat schroom en verlegenheid vaak in de weg staan voor spontane contacten tussen bewoners. Zo’n persoon kan een opbouwwerker, kwartiermaker, buurtverbinder, sociale verbinder, wijkcoach of een gebiedsmakelaar zijn; • Het is belangrijk om overbruggende contacten serieus te nemen, ook als deze licht en zwak zijn. Het probleem is namelijk dat het sociale netwerk van bewoners vaak eenzijdig zijn, waardoor zij vaak in een omgeving wonen met bewoners die evenveel weten en dingen kunnen als de persoon zelf. Als iemand dan ergens vragen over heeft of ergens tegen aanloopt zijn er weinig tot geen mensen in de buurt die ondersteuning kunnen bieden. Het is daarom van belang om ook bridging te stimuleren; • Verbindingen tussen bewoners kunnen ontstaan bij kleinschalige buurtinitiatieven.
30
In ‘Wij in de wijk deel 2’ (Cadat-Lampe, et al., 2020b, pp. 61-64) zijn de volgende lessen opgesteld: • • • •
Fysieke ontmoetingsplekken zijn wederom belangrijk voor het stimuleren en faciliteren van sociale verbindingen tussen bewoners. Zulke buurtaccommodaties zijn belangrijk voor het versterken van gemeenschappen en het beperken van ongelijkheid tussen mensen; Buitenruimtes zijn onmisbaar voor het leggen van verbindingen met bewoners. Een plein, park, buurttuin, plantsoen of een stoep zijn plekken waar ontmoetingen tussen bewoners kunnen voorkomen; Wederom schijnt het zo te zijn dat een persoon die verantwoordelijkheid op zich neemt voor de sociale verbindingen in de buurt of wijk, van grote waarde is voor de sociale samenhang. Zo’n persoon zorgt namelijk voor het verduurzamen van de contacten en de continuïteit van de verbindingen. Daarnaast kan deze persoon ook verschillende groepen, moeilijk bereikbare of kwetsbare bewoners bij elkaar brengen; Er wordt ook vermeld dat een groet, een praatje of een eerste blik van herkenning startpunten kunnen zijn voor uitgebreidere contacten tussen bewoners.
Volgens Maas (2005) en een artikel van WUR (2017) kan groen bijdragen aan sociale cohesie. In het artikel van WUR wordt er vooral gefocust op buurtgroen zoals parkjes, plantsoenen en buurt- en volkstuinen. Condities die van invloed van zijn sociale cohesie zijn volgens WUR: het aantal ontmoetingsplekken in een buurt, laagdrempeligheid van contacten tussen buurtbewoners en motivatie van buurtbewoners om te investeren in relaties in de buurt. Daarover zeggen Maas en het WUR-artikel dat buurtgroen kan fungeren als een plek waar buurtbewoners elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten.
31
Ontmoetingen in hoogbouw kunnen volgens gemeente Rotterdam eenzaamheid en ondermijning bestrijden en bijdragen aan een verhoogde woonkwaliteit en betrokkenheid. Om dit te kunnen bereiken benoemt Rotterdam het volgende in de hoogbouwvisie (2019, pp. 46-49):
“Uitgangspunt voor elk gebouw is dat er een multifunctioneel plein moet zijn waar uitwisseling tussen personen en functies centraal staat. In het gebouw moeten routes zo vormgegeven worden dat vanuit elke entree (ook parkeren) het plein onderdeel van die route is.”
“Het is niet mogelijk om direct vanuit de parkeergarage naar de woonverdieping te gaan. Iedere bewoner komt eerst door de hal voordat hij/zij naar de woonverdieping kan gaan. Zo gaan we anonimiteit tegen en stimuleren we ontmoeting.”
Verder is het volgens Rotterdam belangrijk om transparante ruimtes te creëren in hoogbouw, omdat dit bijdraagt aan de sociale controle en ervoor kan zorgen dat bewoners zich veiliger voelen in het gebouw. In de hoogbouwvisie wordt ook benoemd dat collectieve ruimtes op hoogte ontmoetingen kunnen stimuleren tussen hoogbouwbewoners, zie figuur 9 als voorbeeld. Ook is het mogelijk volgens de Rotterdamse hoogbouwvisie om ontmoetingen te stimuleren door voorzieningen te plaatsen op daken zoals een gemeenschappelijke keuken, een kas of een sportruimte. Het plaatsen van voorzieningen op daken heeft een aantal voordelen volgens Rotterdam (2019, p. 54): “koelere omgeving, minder energieverbruik, een aantrekkelijker vormgegeven daklandschap, groen dichter bij huis, reducering van geluid en fijnstof én een grotere biodiversiteit.” Maar natuurlijk ook: het stimuleren van ontmoetingen tussen bewoners.
32
Hiercompleet is in veelvergroend gevallen een gang rond kern van het met wordt, maar hetde contrasteert welgebouw met de harde maar een paarvan voordeuren. de buren tegenzorgt te komen materialen de stad. InDe eenkans stadom waar verdichting voor is klein. Dit resulteert in weinig ruimtes in hoogbouw waar het mogelijk concurrentie op ruimte is het daklandschap, en daarmee de vijfde gevel, is sociale contacten te leggen met medebewoners of die toevallige essentieel om zaken zoals speelplekken, waterberging, tegengaan hitte ontmoetingen stress, etc. stimuleren. goed op te lossen.
op hoogbouw die toegankelijk zijn voor elke gebruiker in een hoogbouwinitiatief, is het niet verplicht ommet privébuitenruimte aaninteCalypso centraal plein meerdere functies bieden.
Ander denkraam Gelaagde stad nodig HetInis Rotterdam lastig om tot te komenstad; om ontmoeting vorm is ereenduidige sprake vanregels een gelaagde verschillende te geven, is van de plek en vorm een toren, hoogtesomdat makenhet deafhankelijk stad. Dit betekent automatisch dat van hogergelegen het programma programma(wonen in (en rond) de toren, voorop welke doelgroep hetvan is etde of kantoren) uitkijkt het daklandschap cetera. We kunnen wél vooraf op datvan er deze in de daklandschappen entreehal een lagergelegen gebouwen. Hetsturen merendeel bestaat nu uit grind, liftopbouwen, airco’s en andere utilitaire zaken. centraal plein komt waar meerdere functies zaken op uitkomen. Voor de vormgeving van daken moet komen bij nieuwe Denk bijvoorbeeld aan een café dat ookmeer een aandacht raam heeft dat uitkijkt op ontwikkelingen. dit plein, de ingang naar de garage, de plek waar mensen pakketjes kunnen afhalen, mogelijk een collectieve wasserette of een plek waar Laagbouw Collectieve buitenruimte versus prive buitenruimte mensen dingen kunnen uitwisselen met andere bewoners (sharingDelen van hoogbouw zijn lager dan de toren zelf (zie verschijningsvorm Bij het elementen inrichten van openbare ruimtes in en gedachte). Andere diehoogwaardige toevallige ontmoetingen stimuleren h2). best Voorhoger deze lagergelegen daken moetzijn eenvoor volwaardige inrichting op hoogbouw die toegankelijk elke gebruiker in een 4.4. ENERGIE ENgebouw KLIMAAT kunnen in het een plaats krijgen. Vormen van sport komen die een toevoeging is voor de omgeving én diverse functies hoogbouwinitiatief, is het niet verplicht om privébuitenruimte of een andere activiteit, een gemeenschappelijke keuken of een kas op aan te Het stimuleren van ontmoeting moet een van de speerpunten combineert. In een binnenstad met hogere temperaturen (hittestress), een zijn bij de bieden. Energie het dak. van hoogbouw. Dit gaatsporten demaakt eenzaamheid van bewoners tekort aanontwikkeling waterberging, plekken om tewil spelen, ofeen verblijven Wie tegenwoordig een bijzondere toren maken, slimme tegen, isklimaat eendiversiteit goed omcombinatie ondermijning te bestrijden en draagt bij en weinig zijn deze lagergelegen daken een Het daklandschap moet functies bevatten, toren met een goed doormiddel natuurlijke en slimmevan energiezuinige Daarnaast is ecologische het ook een uitdaging omeen op de verdiepingen/op hoogte aan een verhoogde woonkwaliteit en betrokkenheid. essentiële om problemen op hoog te lossen. Een vanzelfsprekend alle technische zaken elementen in toevoeging tewaar bouwen. Hetdeze gebouw presteert door keuzes inkerngoed zijn deze gedachte verder vorm te geven. Denoodzakelijke klassieke manier vangoede een investering in een multifunctioneel dak is een toevoeging voor zowel ingepast. Voor de gebieden in de hoogbouwzone ligt de focus de manier waarop gebouw energie krijgt, de systemen voor dat vooral met hieromheen eenhet gang met voordeuren kan hoe zo ontworpen worpen bewoners als degroen, omgeving. Denk aan en een koelere omgeving, minder op: gebruik, water energie. Er isineen duidelijk verschil tussen Uitgangspunt voor elk gebouw is dat er een multifunctioneel plein verwarming en koeling worden gehanteerd en hoekijken en welke mate de er meer collectiviteit ontstaat. Constructief anders naar hoogbouw Figuur 8: multifunctioneel plein (gemeente energieverbruik, eenin aantrekkelijker vormgegeven het lage(re) dak en het hoge(re) zijn waar tussendak. personen en functiesfuncties centraalin staat. centraal plein met meerdere Calypso natuur wordt moet gebruikt de klimaatbeheersing en dedaklandschap, verblijfskwaliteit om ontmoeting te stimuleren isuitwisseling noodzakelijk. groen dichter bij huis, reducering van geluid en fijnstof én een grotere In het gebouw moeten routes zo vormgegeven worden dat vanuit elke van een gebouw. Rotterdam, 2019, p. 47) biodiversiteit. entree (ook parkeren) het plein onderdeel van die route is. De oriëntatie, vorm en schil van een gebouw spelen een belangrijke rol in 46 Het is niet mogelijk direct vanuit de de de Hoogbouw energiehuishouding, evenals de installaties, deparkeergarage inrichting en denaar manier Het dak van de top van de te toren vanIedere hoogbouw, is vooral woonverdieping gaan. komt eerst door de hal waarop een gebouw wordt gebruikt. De inval bewoner van zonlicht moet een waarneembaar vanhij/zij een afstand. Dit deel van hoogbouw draagt voordat naar de woonverdieping kan gaan. Zo gaan belangrijke rol spelen bij de vormgeving van gebouwen. Ramen die open we nadrukkelijk bij aan detegen skyline van de stad.we Deontmoeting. beëindiging van de anonimiteit en stimuleren kunnen zorgen voor natuurlijke ventilatie. Wind kunnen we gebruiken is hiervoor cruciaal. Technische zaken moeten niet zichtbaar zijn. m omtoren energie op te wekken en voor natuurlijke koeling. Hemelwater Waar er op de laagbouw sprake is van een mogelijk gebruik van het Elk als nieuw hoogbouwinitiatief moet naast een ruimtelijke kan dienstdoen secundaire watervoorziening. Diepliggende ramenonderbouwing dak en zicht opeen hetonderbouwing dak, ligt dit voor de top van een toren anders. Een over hoe wordt leveren zon inook de winter en schaduw geven in de zomer. Eenontmoeting dubbele gevel combinatiegeorganiseerd van opvang van (wellichtUitgangspunt met een opvang opishet in water het gebouw. hierbij dat anonimiteit zorgt voordeel stilstaande lucht en maakt op grote hoogte aangename lagere van het gebouw) en het gebruiken van zon en wind voor pas achterDuurzame de voordeur begint. Dit moet bijzoals het begin van de buitenruimtes mogelijk. verwarmingssystemen energie, levert hier ook helder mogelijke koppelingen op die kunnen helpen bij ontwikkeling zijn.koudeopslag geothermische energie,daklandschap warmte- en gebruik van een multifunctioneel dat bijdraagtenaan een gezonde en restwarmte kunnen worden toegepast, mits hiervoor ruimte is in de klimaatbestendige stad. De gemeenschappelijke in een worden gebouwingezet moetenten hoogwaardig directe ondergrond. Plantenkassen enruimtes vides kunnen vormgegeven plekken zijn die behoeve van en hetkwalitatief klimaat. Mits strategisch worden. geplaatstHet enmoeten op eigenschap uitnodigen ontmoeten enbijverblijven. geselecteerd dragenover zetot daadwerkelijk aan bijvoorbeeld een juiste voor meer informatie de baten en voordelen van daken zie: schoolplein op dak: Jan Prinsschool Rotterdam vochtigheidsgraad en CO2-reductie. Daarnaast leveren groene daken www.multifunctioneledaken.nl Figuurop10: schoolplein opzomer. het dak (gemeente een energiereductie doordat ze koelen in de 54
Rotterdam, 2019, p. 55)
Het toepassen van vernieuwende maatregelen voor het opwekken van energie in hoogbouw wordt gestimuleerd. Door de hoogte van het collectieve ruimte op hoogte: Maasbode gebouw kan mogelijk wind gebruikt worden om energie op te wekken, maar ook geïntegreerde en mee-ontworpen zonnepanelen in de (zuid)gevel kunnen bijdragen aan de energievraag van het gebouw. Daarnaast heeft hoogbouw een mix aan functies die op verschillende 47 momenten of gelijktijdig, warmte óf koeling of beide tegelijk, nodig hebben. Slim schakelen tussen warmte en koude binnen een gebouw kan het energieverbruik verder terugdringen.
Het daklandschap moet een combinatie van functies bevatten, waar vanzelfsprekend alle noodzakelijke technische zaken goed zijn ingepast. Voor de gebieden in de hoogbouwzone ligt de focus vooral op: groen, gebruik, water en energie. Er is een duidelijk verschil tussen het lage(re) dak en het hoge(re) dak.
Klimaat In alle gebieden waar hoogbouw mogelijk wordt gemaakt zijn oplossingen nodig voor klimaatproblemen. Op alle locaties is er actie nodig op het bergen van hemelwater. Uitgangspunt is dat een gebied een bui van 70 millimeter per uur moet kunnen bergen. De plot waar hoogbouw wordt gerealiseerd draagt hieraan bij. Dit dat er collectieve ruimte op betekent hoogte: Maasbode Figuur 9: voorbeeld collectieve ruimte een ruimte is die kan dienen als waterbuffer; dit kan het dak zijn of/ (gemeente 2019, p.Jan 47) schoolplein op dak: Prinsschool en een oplossing Rotterdam, in de directe buitenruimte die mede vanuit hetRotterdam gebouw wordt gerealiseerd als compensatie zoals een waterplein of een wadi. 47
Daarnaast is er in (hoog)stedelijk gebied sprake van hitte-eilanden. Door het gebrek aan (grootschalig) groen en veel verharding is de temperatuur hier hoger, op sommige plekken zelfs bijna 10 °C warmer dan in andere gebieden in Rotterdam. Vergroenen van daken met intensieve beplanting helpt hierbij, maar ook de eerdergenoemde natuurlijke ventilatie van gebouwen helpt om uitstoot van airco’s te beperken.
Elk nieuwe hoogbouwontwikkeling moet waar mogelijk rekening houden met een maximale benutting van wind, zon, vergroening en synergie tussen functies om een bijdrage te leveren aan de energie opgave en de klimaatdoelen van de stad. verkoeling, waterberging en groene verblijfsplek Erasmus MC
Figuur 11: verblijfsplek op het dak (gemeente Rotterdam, 2019, p. 55)
55
verkoeling, waterberging en groene verblijfsplek Erasmus MC 55
collectieve wasserette in Zweden
52
Figuur 12: gemeenschappelijke wasserette (gemeente Rotterdam, 2019, p. 49)
49
dakakker Schieblock Figuur 13: groene buitenruimte (gemeente Rotterdam, 2019, p. 53) 53
33
Terhorst en van Doorn (2017) pleiten voor de menselijke maat en stellen dat de dit bepalend is voor hoe graag mensen ergens naar toe gaan en hoe lang ze er zouden verblijven. Of mensen ergens verblijven en hoe lang dit duurt, hangt volgens Kuitert en Maas (2017) ervan af of er (comfortabele) zitgelegenheden zijn en wat het uitzicht is vanaf de zitplaats. Zij voegen daaraan toe dat het wenselijk is dat de verblijfsplek is afgeschermd van (verkeers)lawaai en ook beschut is tegen weer en wind. Verder vertellen zij dat de openbare ruimte ook aantrekkelijk moet zijn om naar te kijken. Dit kan worden behaald door op ooghoogte variaties aan te brengen. Denk hierbij aan gedetailleerde gevels, kunstwerken, water of groen. Kuitert en Maas zijn er namelijk van overtuigd dat mensen anders snel uitgekeken zijn en daardoor gauw vertrekken, waardoor de kans op ontmoetingen tussen mensen kleiner wordt. Volgens een artikel van Stadszaken (2020) hangt het verblijven in de openbare ruimte samen met recreatie en ontmoeting, waarvan dat laatste onderdeel uitmaakt van de sociale cohesie ladder. Gehl (2010) belicht in het boek ‘Cities for People’ welke methodes en instrumenten er zijn om levendige, veilige, duurzame en gezonde steden te ontwerpen. In dat boek gaat hij ook in op de menselijke maat en noemt hij daarbij een aantal cruciale afmetingen:
34
“Finally, between 7 to 0 meters, all of the senses can be used, all details experienced and the most intense feeling exchanged. In an urban planning context, where the relationship between the senses, communication and dimensions is an important theme, we speak of a social field of vision. The limit of this field is 100 meters, the point at which we can see people in motion. 25 meters is another significant threshold, the one at which we can start decoding emotions and facial expressions. Not surprisingly, the two distances are key in many physical settings where the focus is on watching people.” – (Gehl, 2010, p. 35).
Figuur 14: ‘sense and distance’ (Gehl, 2010, p. 34)
35
Even verder in het boek gaat Gehl in op de relatie tussen hoge gebouwen en het straatleven:
36
“Events that take place in urban space or in the doors and windows on ground floors can be seen at a distance of up to 100 meters. In these situations, we can also get close up and bring all our senses to bear. From the street, we can only experience with difficulty events that take place higher up in buildings. The higher up, the more difficult it is to see. We have to move further and further back to look up, distances become greater and greater, and what we see and experience diminishes. Shouting and gesticulating don’t help much. In fact the connection between street plane and tall buildings is effectively lost after the fifth floor. Communication from tall buildings to their surroundings is correspondingly excellent from the two lower stories and feasible from the third, fourth and fifth floors. From there we can watch and follow the life of the city; talking, shouting and arm movements can be perceived. We are actually taking part in the life of the city. Above five stories the situation changes drastically. Details cannot be seen, people on the ground and neither be recognized nor contacted. Above the fifth floor, offices and housing should logically be the province of the airtraffic authorities. At any rate, they no longer belong to the city.” - (Gehl, 2010, pp. 41-42)
Figuur 15: ‘senses and tall buildings’ (Gehl, 2010, p. 40) 37
1.4 Opsomming hoofdstuk 1
Na dit literatuurhoofdstuk kan het volgende worden opgesomd: • • •
• •
38
De sociale cohesie ladder geeft zes niveaus van sociale cohesie weer: geen sociale cohesie, publieke familiariteit, ontmoeten, gesprek aangaan, netwerk en gemeenschap. Er zijn twee vormen van sociaal kapitaal: bridging (sociale binding tussen mensen uit verschillende sociale systemen) en bonding (sociale binding tussen mensen die tot hetzelfde sociale systeem horen). Voordelen van sociale cohesie kunnen zijn: bestrijding van anonimiteit, minder eenzaamheid, betere fysieke en mentale gezondheid, hoger welzijn, veiligere woonomgevingen, meer (collectieve) zelfredzaamheid, minder gedragsproblemen, minder kans op achterstand bij jongeren en betere kansen op de arbeidsmarkt. Mogelijke nadelen van sociale cohesie zijn: beperking in gevoel van vrijheid, groepsdruk en beperkte bridging. Sociale cohesie kan op verschillende manieren worden gestimuleerd: collectieve voorzieningen (kan ook op platte daken), alle routes laten lopen via collectieve ruimtes, groene buitenruimtes, lichte overbruggende contacten serieus nemen, ruimtes op menselijke maat ontwerpen, buurtverbinders, cafés, basisscholen, lokale supermarkten, sportverenigingen, bibliotheken en kleinschalige (buurt-)initiatieven.
39
H2
40
CASESTUDIES HOOGBOUW
Hoofdstuk 2: Casestudies hoogbouw
In dit interviewhoofdstuk vertellen architecten en ontwikkelaars over hoe zij aandacht hebben gegeven aan sociale cohesie bij Binck Blocks, The Muse en Casanova en Floating Gardens.
41
2.1 Inleiding
Dit interviewhoofdstuk geeft antwoord op deelvraag 4 en 5. In deze inleiding wordt toegelicht waarom er gekozen is voor Binck Blocks, The Muse en CasaNova en Floating Gardens. Vervolgens vertellen de architecten welke ontwerpmiddelen zij hebben ingezet om sociale cohesie te stimuleren bij hun hoogbouwproject. Ook komen ontwikkelaars aan het woord die uitleggen hoe de ontwerpmiddelen ontwikkelbaar zijn gemaakt.
Selectie hoogbouwprojecten
Uit de literatuur is gebleken dat collectieve ruimtes kunnen bijdragen aan de sociale cohesie. En de projecten Binck Blocks, The Muse en Casanova en Floating Gardens hebben ook zo’n ruimte. De hoogbouwprojecten verschillen van elkaar op het gebied van vormgeving: de Binck Blocks wordt straks een echte woontoren met verschillende hoogbouwbuurtjes, terwijl de The Muse en CasaNova twee woontorens zijn op een stedelijke laag die elkaars collectieve voorzieningen delen. Floating Gardens is weer een solitair gebouw met in de plint een alles-in-één school (basisschool, kinderdagverblijf en voor- en naschoolse opvang). Verder is er bewust gekozen voor deze drie hoogbouwprojecten om deze zich bevinden in verschillende steden. Door uiteenlopende hoogbouwprojecten te onderzoeken, kan dit in het voordeel werken voor de betrouwbaarheid van de resultaten. Echter zijn de drie hoogbouwprojecten* zijn nog in ontwikkeling (waar overigens niet bewust voor is gekozen) wat betekent dat het nog onduidelijk is of de ontwerpmiddelen in de praktijk zullen werken.
42
*The Muse is al wel af, maar CasaNova nog niet.
Binck Blocks Binckhorstlaan 215 Den Haag Industrieterrein
The Muse en Casanova Wijnhaven 65-69 Rotterdam Stadshaven
Floating Gardens Heathrowstraat 10 Amsterdam Kantoorgebied 43
2.2 Binck Blocks
Links, figuur 16: Binck Blocks (LEVS, sd) Rechtsboven, figuur 17: Binck Blocks straatniveau (LEVS, sd) Rechtsonder, figuur 18: situatie Binck Blocks op 12 juni 2021 (Visser)
LEVS Architecten werkt samen met ontwikkelaar VORM aan de 115 meter hoge woontoren Binck Blocks in de Haagse Binckhorst. Verwachting is dat het in 2024 opgeleverd zal worden en dat het uit 292 woningen zal bestaan, waarvan 80 koopappartementen en 212 huurappartementen (Wonen bij bouwinvest, sd). Naast dat er aandacht is gegeven aan natuurinclusiviteit, is er ook aandacht uitgegaan naar sociale cohesie door hoogbouwbuurten te creëren waarvan elke buurt een eigen collectieve ruimte heeft.
44
Marianne Loof - architect bij LEVS Architecten ‘Welke ontwerpmiddelen zijn er ingezet om sociale cohesie te stimuleren bij Binck Blocks?’ Voor de Binck Blocks hebben wij de eigenschappen van laagbouwbuurten als inspiratiebron gebruikt. En dat heeft geresulteerd in een woontoren die uit zes verschillende hoogbouwbuurten bestaat. Elke hoogbouwbuurt bevat een gemeenschappelijke binnen- en buitenruimte en bestaat uit ongeveer dertig huishoudens. Bij dit aantal kunnen bewoners elkaar nog herkennen en bestaat er een kans dat er bewoners zijn die iets met elkaar gemeen hebben. De bewoners kunnen zich straks ook identificeren met het gebouw, doordat elke hoogbouwbuurt is vormgegeven als een zichtbaar blok. Hierdoor kunnen bewoners straks op een afstandje zien en aangeven waar ze precies in de Binck Blocks wonen. Bovendien heeft elke buurt ook een naam die samenhangt met de aanwezige collectieve ruimte. Neem bijvoorbeeld de Speelbuurt die uit echte eengezinswoningen bestaat: daar komt straks een speelhof waar kinderen kunnen spelen, waarmee we proberen ook gezinnen in hoogbouw te krijgen. Verder komt in de Duinbuurt een duintuin met hoogbouwaardig groen waar de bewoners kunnen ontspannen. In de Werkbuurt komt er een collectieve werkruimte en een terras met uitzicht op de stad. Verder zal er een collectief stadsbalkon komen in de Kroonbuurt met uitzicht over de stad en de zee. In de Parkbuurt komt naast een deelkeuken, straks ook een dakpark waar onder andere ruimte is voor urban farming en buitenspelen. In de plint van de Binck Blocks hebben wij een blurring zone met winkelvoorzieningen ontworpen waar bewoners elkaar toevallig kunnen ontmoeten zoals bijvoorbeeld in een Spar To Go. Op die manier vindt er niet alleen interactie tussen de bewoners plaats in de collectieve ruimtes, maar ook in de commerciële ruimtes van het gebouw. Verder willen wij dat er geen parkeergarage komt die direct toegankelijk is naar de woonverdieping. Dit kan namelijk toevallige ontmoetingen tussen mensen enorm beperken en voor anonimiteit kan zorgen. Het is overigens wel belangrijk als je sociale cohesie wil bevorderen, dat er dan sprake is van een mix tussen koop en huur. Alleen maar huurwoningen werkt anonimiserend en de huurders hebben over het algemeen ook vaak minder binding met hun woning en buurt. 45
Linksboven, figuur 19: locatie collectieve voorzieningen (LEVS, sd) Linksonder, figuur 20: concept hoogbouwbuurten (LEVS, sd) Rechtsboven, figuur 21: speelhof in de Speelbuurt (LEVS, sd) Rechtsmidden, figuur 22: dakpark in de Parkbuurt (LEVS, sd) Rechtsonder, figuur 23: stadsbalkon in de Kroonbuurt (Den Haag Centraal, 2019)
46
Wendy Poppelaars - ontwikkelaar bij VORM ‘Welke financiële randvoorwaarden zijn er gebonden aan de ontwerpmiddelen die ingezet zijn bij Binck Blocks?’ De kosten die worden gemaakt om de collectieve ruimtes te kunnen realiseren, zoals bijvoorbeeld de werkkamer en het speelhof, komen uit de opbrengsten van het project, omdat de vierkante meters van de collectieve ruimtes die gerealiseerd worden, niet direct verkocht of verhuurd kunnen worden. Verder kan een collectieve voorziening extra kwaliteiten opleveren aan het gebouw en dus zo ook aan de koop- en huurwoningen. Indirect zijn dus bijvoorbeeld de werkplekken of de Duintuin doorberekend in de verkoopprijs per vierkante meter bij de appartementen. Ook een belegger hanteert deze gedachte voor de huurwoningen. Hierbij zou je kunnen redeneren dat de ‘locatie-randvoorwaarden’, zoals een park, de verkoopprijs medebepalen en ingetrokken zijn in het gebouw. De privé-buitenruimtes van iedere woning zijn nog steeds erg ruim, het is ons gelukt om hier ook ruimte aan te geven, zodat de toekomstige bewoners, naast de sociale interactie in de collectieve tuinen, zich ook kunnen terugtrekken op hun eigen ruime balkon. Daarnaast is er extra gefocust op de bouwkosten in het algemeen en wordt daarmee geprobeerd het project financieel haalbaar te houden, zodat er geïnvesteerd kan blijven worden in bijvoorbeeld de inrichting van de collectieve voorzieningen van Binck Blocks.
47
2.3 The Muse en CasaNova
Linksboven, figuur 24: The Muse gerealiseerd (Rotterdam Architectuurprijs, sd) Linksonder, figuur 25: situatie The Muse en Casanova op 15 mei 2021 (Visser) Rechts, figuur 26: The Muse en CasaNova straatniveau (AD, 2018)
Barcode Architects en Wilma Wonen werken samen aan dit Rotterdamse hoogbouwproject dat bestaat uit twee woontorens. The Muse is sinds 2020 opgeleverd, bevat 94 huishoudens, is 75 meter hoog en was genomineerd voor de Rotterdam Architectuurprijs (2021). De 110 meter hoge CasaNova verwacht in 2022 te worden opgeleverd en zal bestaan uit 116 huishoudens (Wilma Wonen, sd). De CasaNova zal straks de eerste driehoekvormige woontoren zijn in Rotterdam (Architectenweb, 2018). De woningen bij dit project vallen onder de midden- en hogere koopsegment. Opvallend aan dit hoogbouwproject is dat de torens elkaars collectieve voorzieningen zullen delen en dat de verbinding tussen deze twee woontorens gecreëerd zal worden door middel van een gemeenschappelijk dakterras.
48
Tim Brans - architect bij Barcode Architects ‘Welke ontwerpmiddelen zijn er ingezet om sociale cohesie te stimuleren bij The Muse en CasaNova?’ De woontorens van The Muse en CasaNova beginnen allebei vanaf de vijfde verdieping – dak van de stedelijke laag – en zijn door middel van een gemeenschappelijk dakterras met elkaar verbonden waar bewoners kunnen ontmoeten en activiteiten kunnen ondernemen. Op de vijfde en zesde laag zijn gemeenschappelijke functies gesitueerd die bijdragen aan het sociale leven van de bewoners. Zo is er bijvoorbeeld een huismeester aanwezig die onder andere activiteiten organiseert voor de bewoners en ook een aanspreekpunt voor de bewoners. Verder zijn er gastkamers in The Muse aanwezig waar de gasten van de bewoners kunnen overnachten. In CasaNova is er een collectieve keuken waar bewoners buurtactiviteiten of feestjes kunnen houden. Daarnaast is er een kleine sportruimte voor cardiofitness. Ook is er een werkruimte aanwezig in CasaNova. Het ontwerpen van unieke torens met een sterke eigen identiteit draagt bij aan het tegengaan van anonimiteit. Mensen vinden het bijvoorbeeld prettig om te kunnen zeggen: “ik woon in de knik van dat gebouw daar.” Verder zijn er in de stedelijke laag ontwerpingrepen gedaan om te zorgen voor spontane ontmoetingen tussen bewoners. Zo heeft de hoofdlobby een overmaat en plekken om te kunnen zitten. Daarnaast, wanneer bewoners van de CasaNova met de auto thuiskomen, zullen zij straks altijd eerst via een atrium moeten lopen om vervolgens in de lift te kunnen stappen. Op die manier is er sociale controle en spontane ontmoetingen mogelijk. Het atrium is een plek waar meerdere verdiepingen met elkaar in contact staan met natuurlijk daglicht vanaf de daktuin. In een video van OPEN Rotterdam (2021) wordt aangegeven door een bewoner dat zij haar bovenburen kan begroeten vanaf haar eigen dakterras. Deze vorm van menselijke maat is gecreëerd door de knik in het toren. Sociale cohesie in het algemeen is eigenlijk bijna een basisvoorwaarde om je ergens prettig te kunnen voelen en kan al worden bevorderd door bijvoorbeeld informatieavonden te organiseren voor toekomstige bewoners. Voordat de appartementen nog worden opgeleverd, ontstaat er dan al een enige vorm van sociale cohesie.
49
huismeester, gastkamers
collectief dakterras
sportruimte, werkruimte, deelkeuken atrium
Linksboven, figuur 27: locatie collectieve voorzieningen (Barcode Architects) Linksmidden, figuur 28: privé dakterras op menselijke maat (de Architect, 2020) Rechtsboven, figuur 29: route vanaf garage naar woning via atrium (Barcode Architects) Rechtsmidden, figuur 30: collectief dakterras The Muse (Barcode Architects, sd) Onder, figuur 31: collectief dakterras The Muse en CasaNova (LinkedIn, 2019) 50
Wouter van Someren - ontwikkelaar bij Wilma Wonen ‘Welke financiële randvoorwaarden zijn er gebonden aan de ontwerpmiddelen die ingezet zijn bij The Muse en Casanova?’ Kosten gaan voor de baat uit. Door aantrekkelijke collectieve voorzieningen aan een project toe te voegen stijgt de verkoopwaarde van de appartementen. Deze extra verkoopopbrengsten vormen dus de basis van waaruit de investering, in bijvoorbeeld de daktuin en de collectieve keuken, gedaan kan worden. Middels servicekosten wordt de huismeester van The Muse en Csanova betaald. Verder waren er in CasaNova en The Muse ruimtes aanwezig die minder geschikt waren voor een woonfunctie. Hierdoor was het ook eenvoudiger om ervoor te kiezen om in deze ruimtes andere functies te programmeren, zoals een sportruimte en werkplekken. De schaalgrootte van een project bepaalt wel hoeveel mogelijkheden je hebt in het ontwikkelen van collectieve voorzieningen. Bij een kleiner project met minder woningen is er minder ruimte om te investeren in collectieve voorzieningen.
51
2.4 Floating Gardens
Links, figuur 32: Floating Gardens (Orange Architects, sd) Rechtsboven, figuur 33: Floating Gardens straatniveau (Orange Architects, sd) Rechtsonder, figuur 34: situatie Floating Gardens op 3 juni 2021 (Visser)
Orange Architects en Synchroon werken samen in Amsterdam aan Floating Gardens waar diverse appartementen zullen komen met in de plint een allesin-één-school (basisschool, kinderdagverblijf en voor- en naschoolse opvang). Het gebouw zal 64 meter hoog worden en bestaan uit 192 appartementen waarvan 97 in de middenhuursegment, 31 koopappartementen en 64 appartementen in de vrije huursector (Synchroon, 2021). De verwachting is dat dit project opgeleverd zal worden in 2024 (Floating Gardens, sd). De bewoners van deze appartementen kunnen straks gebruiken van drie collectieve ruimtes, waaronder een gemeenschappelijke huiskamer.
52
Florentine van der Vaart - architect bij Orange Architects ‘Welke ontwerpmiddelen zijn er ingezet om sociale cohesie te stimuleren bij Floating Gardens?’ In Floating Gardens komen straks verschillende woningtypes. Vanaf de tweede tot en met de vierde verdieping zullen studio’s komen. In de toren zullen er appartementen uit de midden tot hogere huursegment komen. Ook komen er koopappartementen in de toren. Verder hebben wij bij Floating Gardens sociale voorzieningen opgenomen in het programma om zo een mini-samenleving te creëren. Dit proberen wij bijvoorbeeld te bereiken door een gemeenschappelijke huiskamer – vanaf de derde tot de vijfde verdieping – te ontwerpen in het hart van het gebouw. Dit wordt straks een informeel ontmoetingspunt waar bewoners bijvoorbeeld de krant kunnen lezen, kunnen werken achter hun laptop, samen kunnen eten en met elkaar kunnen borrelen. Aan de huiskamer zijn twee collectieve buitenruimtes gebonden, namelijk een patio op de tweede verdieping en een dakterras op de vijfde verdieping. De route om bij deze twee ruimtes te komen loopt via steeds de gemeenschappelijk huiskamer. De drielaagse appartementen om de patio heen, zorgen ervoor dat deze ruimte op menselijk maat aanvoelt wat het aantrekkelijk maakt voor bewoners om daar te verblijven. Bovendien zorgen deze drie woonlagen ervoor dat bewoners in de patio geen last hebben van wind en geluid. Boven op de drielaagse appartementen bevindt zich het dakterras waar mensen kunnen ontmoeten en verblijven met uitzicht over de omgeving. Deze twee buitenruimtes zijn belangrijk voor het welzijn, omdat het dan voor de hoogbouwbewoners mogelijk is om in de buitenlucht te verblijven. Aantrekkelijke ruimtes voor ontmoetingen zijn meestal plekken waar je even makkelijk stil kan staan, zoals een gemeenschappelijke huiskamer of bij een hoofdentree. Sociale cohesie zie ik als een gemeenschappelijke deler in het gebruik van ruimtes en plekken, waar mensen samenkomen. Op die manier is een gemeenschappelijke ruimte of plek een verlengstuk van de eigen woning.
53
Boven, figuur 35: doorsnede programma (Orange Architects, sd) Linksmidden, figuur 36: patio zorgt voor menselijke maat (Orange Architects, sd) Linksonder, figuur 37: collectieve daktuin (Orange Architects, sd) Rechtsmidden, figuur 38: isometrie (Orange Architects, sd)
54
Erik Meijer - ontwikkelaar bij Synchroon ‘Welke financiële randvoorwaarden zijn er gebonden aan de ontwerpmiddelen die ingezet zijn bij Floating Gardens?’ Door de collectieve huiskamer en de gemeenschappelijke buitenruimtes, waaronder de daktuinen, worden de appartementen aantrekkelijker en toekomstbestendiger. Deze collectieve voorzieningen verhogen in principe de waarde van de appartementen, die een dergelijke extra investering in deze collectieve voorzieningen rechtvaardigt. Dit wil niet zeggen dat de belegger of individuele kopers bij aankoop hiervoor altijd willen betalen. De waardering van collectieve voorzieningen als gemeenschappelijke woonkamers is concepten tijdgebonden. Indien er veel kleine studio’s (kleiner dan 40 vierkante meter aan vloeroppervlak) in een project zitten, zal de waardering hiervoor groter zijn dan in een situatie met veel grotere appartementen. Corona en het thuiswerken kunnen ook invloed gaan hebben op deze waardering. De lasten van collectieve voorzieningen bij de huurappartementen zullen straks door een belegger doorberekend worden in de servicekosten en de huurprijs. Als de servicekosten te hoog dreigen te worden, kunnen zulke voorzieningen minder aantrekkelijk zijn voor huurders en dus ook voor een belegger. Dat heeft ermee te maken dat de appartementen door te hoge servicekosten en huurprijzen bij aanwezigheid van collectieve voorzieningen, zich uit de markt kunnen prijzen. Het is daarom een uitdaging om huurwoningen te ontwikkelen in v met gemeenschappelijke voorzieningen die marktconform door de belegger kunnen worden verhuurd.
55
2.5 Opsomming hoofdstuk 2 •
De meeste ontwerpmiddelen die de architecten hebben ingezet om sociale cohesie te stimuleren zijn collectieve ruimtes. Voorbeelden die naar voren gekomen zijn groene buitenruimtes, gemeenschappelijke terrassen en balkons, deelkeukens, collectieve werkplekken , speelplekken, sportruimtes en gemeenschappelijke huiskamers.
•
Een huismeester kan ook sociale cohesie stimuleren tussen de bewoners, door bijvoorbeeld buurtactiviteiten te organiseren. Daarnaast is kan het prettig zijn voor de bewoners om ook een aanspreekpunt zoals een huismeester te hebben.
•
Tevens is het mogelijk om sociale cohesie te bevorderen door informatieavonden te organiseren voor toekomstige bewoners. Op die manier komen mogelijke bewoners met elkaar in contact en ontstaat er al sociale cohesie, terwijl de woningen nog opgeleverd moeten worden.
•
De menselijke maat wordt ook gezien als een belangrijk middel om te zorgen voor aantrekkelijk verblijf in hoogbouw.
•
Architecten gaven aan het belangrijk te vinden dat het niet mogelijk moet zijn om vanaf de parkeergarage direct op de woonverdieping uit te kunnen komen. Dit kan anders namelijk funest zijn voor de sociale cohesie, omdat spontane ontmoetingen dan flink beperkt worden.
•
Ontwikkelaars gaven aan dat collectieve voorzieningen en ruimtes voor een stijging zorgen in de verkoop- en huurprijs. Middels die stijging kan er geïnvesteerd worden in collectieve voorzieningen.
•
Verder geeft een ontwikkelaar aan dat het mogelijk is om de kosten uit de opbrengsten halen van het project, omdat de collectieve ruimtes niet direct verhuurd of verkocht kunnen worden.
•
Middels servicekosten kunnen collectiever ruimtes onderhouden worden en een huismeester worden betaald.
56
57
H3
ONTWERPPRINCIPES SOCIALE COHESIE IN HOOGBOUW
Hoofdstuk 3: Ontwerpprincipes sociale cohesie in hoogbouw 58
In dit hoofdstuk komen ontwerpprincipes naar voren die sociale cohesie zouden kunnen stimuleren in hoogbouw.
59
3.1 Inleiding Algemeen
In dit hoofdstuk komen de ontwerpprincipes naar voren die tot stand zijn gekomen door de overeenkomsten tussen literatuurdata en interviewgegevens. De ontwerpprincipes zijn vergroot weergegeven in bijlage II. Verder is er gesproken met vier experts over de ontwerpprincipes, zie bijlage III en IV.
Nieuwe onderdelen
Na 1 juni is er nog verder onderzoek uitgevoerd. Vanaf 3.5 tot en met 3.7 zijn de nieuwe onderdelen te zien.
60
3.2 Ontwerpprincipes P1: COLLECTIEVE RUIMTES
Omschrijving Collectieve ruimtes zijn plekken die bewoners met elkaar delen en waar zij elkaar kunnen ontmoeten. Zo’n collectieve ruimte kan bijvoorbeeld een deelkeukens, huiskamer of een gemeenschappelijke (dak)tuin zijn, maar ook een wasserette werk- en sportruimte en een speelruimte. Zonder deze ontmoetingsplekken is P sociale cohesie (bijna) onmogelijk.
Referentie
Maatstaven
Speelhof - Binck Blocks
• • • • •
Literatuur
Belangrijkheid
Meer sociale cohesie door voorzieningen?, Bovenhoff en Meier (2015), blz. 39
Belangrijkheid op schaal van 1 t/m 10 volgens experts: Lia Karsten, Stefan Bödecker, Ab Barendse en Luc Bos
Wij in de wijk 2, Cadat-Lampe et al. (2020), blz. 61
Gericht op wensen bewoners. Gemakkelijk te bereiken. Flexibele inrichting. Daglicht belangrijk. Bereikbaar voor minder mobiele bewoners.
L.K. 9
S.B. 9
A.B. 8
L.B. 9 61
P2: ROUTES VIA COLLECTIEVE RUIMTE Omschrijving Door een collectieve ruimte onderdeel uit te laten maken van de route tussen de entree van het gebouw en de woning, kunnen er spontane ontmoetingen ontstaan tussen bewoners. Daarnaast zorgt dit ervoor dat bewoners elkaar kunnen herkennen en in de gaten kunnen houden (sociale controle). P
Referentie
Maatstaven
Route via atrium - The Muse en CasaNova
• • •
Altijd raadplegen bij parkeergarages en fietsenstallingen. Collectieve ruimte dient intensief te worden gebruikt: mix functies in collectieve ruimte. Kan ook via collectieve buitenruimte die intensief gebruikt wordt.
Literatuur
Belangrijkheid
Hoogbouwvisie 2019, gemeente Rotterdam (2019), blz. 49
Belangrijkheid op schaal van 1 t/m 10 volgens experts: Lia Karsten, Stefan Bödecker, Ab Barendse en Luc Bos
62
L.K. 8
S.B. 8P
A.B. 7
L.B. 8
P3: GROENE BUITENRUIMTES Omschrijving Groene buitenruimtes zijn aantrekkelijk om in te verblijven en maken laagdrempelige ontmoetingen mogelijk. Op die manier kunnen sociale contacten ontstaan en onderhouden worden tussen de bewoners. Deze ruimtes maken ook buitenactiviteiten mogelijk zoals een buurtbarbecue, tuinieren en buitenspelen.
Referentie
Maatstaven
Dakpark - Binck Blocks
•
•
Aantrekkelijk verblijf vereist, anders wordt het niet gebruikt: plaats bankjes en groenvoorzieningen zoals een gemeenschappelijke tuin of een plantenkas. Groenonderhoud door bewoners om nog meer sociale contacten te stimuleren.
Literatuur
Belangrijkheid
Vitamine G, Maas et al. (2005)
Belangrijkheid op schaal van 1 t/m 10 volgens experts: Lia Karsten, Stefan Bödecker, Ab Barendse en Luc Bos
Zeven redenen om te investeren in een groene stad, WUR (2017)
P
L.K. 7
S.B. 6
A.B. 8
L.B. 8 63
BASIS
P4: GROFKORRELIGE HETEROGENITEIT Omschrijving Grofkorrelige heterogeniteit kan de sociale netwerken van hoogbouwbewoners veelzijdiger maken. Denk bijvoorbeeld aan dat studenten ouderen helpen met ICT en dat volwassenen jongeren kunnen helpen aan een baan. Dit principe zorgt voor sociale cohesie tussen verschillende doelgroepen (bridging).
Referentie
Maatstaven
Hoogbouwbuurten - Binck Blocks
•
•
Collectieve ruimte is een voorwaarde, anders is er geen ontmoetingen tussen de verschillende doelgroepen mogelijk (bridging). Cruciaal om dezelfde doelgroepen te clusteren, hierdoor blijft het contacten met bewoners uit dezelfde doelgroep laagdrempelig (bonding).
Literatuur
Belangrijkheid
Wij in de wijk 1, Cadat-Lampe et al. (2020), blz. 65
Belangrijkheid op schaal van 1 t/m 10 volgens experts: Lia Karsten, Stefan Bödecker, Ab Barendse en Luc Bos
64
L.K. 9
S.B. 10
A.B. 8
L.B. 10
P5: MENSELIJKE MAAT
P
Omschrijving De menselijke maat heeft te maken met beleving. Een ruimte op menselijke maat maakt verblijf aantrekkelijk en communicatie tussen mensen mogelijk. Juiste afmetingen, zicht ergens op kunnen hebben, materialisering, beschut tegen regen en wind en verrassingselementen in vormgeving zijn een paar voorbeelden die te maken met de menselijke maat.
Referentie
Maatstaven
Patio op menselijke maat - Floating Gardens
• • • • • • •
25 en 7 meter (Gehl, 2010). Max. 5 bouwlagen (Gehl, 2010). Voldoende zonlicht Beschut tegen wind en regen. Gelegenheid om te kunnen zitten en te leunen. Materialisering heeft invloed op de beleving. Bomen kunnen wind opvangen en zorgen voor menselijke maat (bomen worden geassocieerd met het maaiveld).
Literatuur
Belangrijkheid
Ontwerp voor de mens, Terhorst en Doorn (2017)
Belangrijkheid op schaal van 1 t/m 10 volgens experts: Lia Karsten, Stefan Bödecker, Ab Barendse en Luc Bos
Hoe maak je prettige plekken?, Kuitert en Maas (2017) Stadsbezoeker wil sfeer, beleving en ontmoeting, Stadszaken (2020)
L.K. 7
S.B. 8
A.B. 9
L.B. 9,5 65
P6: GEMEENSCHAPSAANVOERDER P Omschrijving Verlegenheid of schroom staan bij bewoners vaak in de weg om sociale contacten te maken. Gemeenschapsaanvoerders (huismeester/actieve bewoners) hebben hier geen last van en organiseren zonder moeite een buurtactiviteiten. Daarnaast kan zo’n aanvoerder een aanspreekpunt zijn voor bewoners.
Referentie
Maatstaven
Huismeester Philip bij The Muse en CasaNova
• • • •
Buurtactiviteiten organiseren. Aanvoerders zorgen voor de regelgeving. Aanspreekpunt voor bewoners. Verblijfsruimte op een centrale plek aanvoerder. Dit zorgt voor sociale controle.
P
Literatuur
Belangrijkheid
Wij in de wijk 1, Cadat-Lampe et al. (2020), blz. 64
Belangrijkheid op schaal van 1 t/m 10 volgens experts: Lia Karsten, Stefan Bödecker, Ab Barendse en Luc Bos
Wij in de wijk 2, Cadat-Lampe et al. (2020), blz. 62
66
L.K. 8
S.B. 10
A.B. 9
L.B. 9
3.3 Scores Ontwerpprincipes
Bij de belangrijkheid zijn er scores gegeven door vier experts. Op basis van hun beoordelingen scoren de ontwerpprincipes als volgt: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
P4: Grofkorrelige heterogeniteit: 37 uit 40 P6: Gemeenschapsaanvoerders: 36 uit 40 P1: Collectieve ruimtes: 35 uit 40 P5: Menselijke maat: 33,5 uit 40 P2: Routes via collectieve ruimte: 31 uit 40 P3: Groene buitenruimtes: 29 uit 40
Wat opvalt is dat grofkorrelige heterogeniteit het hoogst scoort, maar dat dit wel een ontwerpprincipe is dat lastig kan zijn om te ontwikkelen, omdat er dan ook bewoners in hoogbouw moeten wonen die een niet al te groot vermogen hebben om een appartement te kunnen betalen in hoogbouw. Verder is het opvallend dat gemeenschapsaanvoerders zeer hoog worden gewaardeerd door de experts. Dat komt doordat aanvoerders buurtactiviteiten organiseren en zorgen voor sociale controle in hoogbouw, maar ook doordat een aanvoerder een aanspreekpunt kan zijn voor bewoners. Collectieve ruimtes komen op de derde plaats wat best verrassend is, omdat deze ruimtes ontmoetingen tussen bewoners mogelijk maken. Bovendien gaf Stefan Bödecker aan dat het in principe niet mogelijk is om sociale cohesie te hebben in hoogbouw zonder ontmoetingsplekken. Daarentegen heeft dit principe wel driemaal een negen gekregen en eenmaal een acht wat relatief hoge cijfers zijn. De menselijke maat wordt hoog gewaardeerd door de externe experts (9 en 9,5), terwijl de hoogbouw/sociale cohesie experts hier een lagere scoren aan geven, namelijk een 7 en een 8. Toch is dit principes cruciaal voor kwaliteit in hoogbouw op het gebied van wonen en verblijven. Routes via collectieve routes is ook belangrijk, maar niet even belangrijk als de aanwezigheid van collectieve ruimtes in hoogbouw. Daarentegen krijgt dit principe toch wel driemaal een acht en één keer een zeven. Groene buitenruimtes schijnen het minst belangrijk te zijn van deze zes ontwerpprincipes. Dit komt mogelijk doordat buitenruimtes op hoogte niet altijd op menselijke maat aanvoelen, maar dat zou wellicht opgelost kunnen worden door bomen te plaatsen op de collectieve daktuinen of dergelijke, omdat mensen bomen associëren met het maaiveld. 67
3.4 Financiële randvoorwaarden ontwerpprincipes
Aan de hand van de interviews met de ontwikkelaars en de experts zijn de volgende financiele randvoorwaarden tot stand gekomen voor de ontwerpprincipes.
P
P
P
BASISruimte, P3 Groene buitenruimtes P1 Collectieve ruimtes, P2 Routes via collectieve Door collectieve ruimtes in hoogbouw te realiseren, stijgt de verkoop- en of huurprijs van de appartementen. Middels deze waardestijging kan er geïnvesteerd worden in collectieve ruimtes.
P
P4 Grofkorrelige heterogeniteit
P
P
Het vierde ontwerpprincipe kan volgens experts best lastig zijn om te realiseren, omdat ontwikkelaars en beleggers het niet altijd hier met elkaar eens over zijn. Dat heeft ermee te maken dat hoogbouw hoge bouwkosten met zich meebrengt. En hierdoor het moeilijk kan zijn om het project financieel haalbaar te houden als er doelgroepen in het gebouw zullen wonen die minder te besteden hebben voor een appartement (Klomp, 2017).
68
P
P5 Menselijke maat
Des hoger de kwaliteit van het gebouw is door de menselijke maat, des te P hoger de verkoop- en huurprijzen kunnen zijn van appartementen. Door deze waardestijging is het mogelijk om hoogbouw op menselijke maat te ontwerpen.
P6 Gemeenschapsaanvoerder
Voor ontwerpprincipe 6 kan een huismeester worden betaald middels de servicekosten. Hoe dat werkt bij actieve bewonersgroepen, is niet onderzocht.
P
69
3.5 Hoogbouwconcept ontwerpprincipes (NIEUW!)
P Figuur 39: hoogbouwconcept waarin ontwerpprincipe 1 tot en met 6 zijn verwerkt
P1 Collectieve ruimtes
De collectieve ruimtes bevinden zich bij de hoofdentree en op de eerste verdieping waar een tafeltennistafel en een tv aanwezig zijn. Ook zijn er buiten collectieve ruimtes waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en buitenactiviteiten kunnen doen zoals een buurtbarbecue of ontspannen in de buitenlucht. Van de corridors zijn aantrekkelijke verblijfplekken gemaakt door vensterbankjes te plaatsen en zitplekken te creëren (menselijke maat). Op die manier is een corridor meer dan alleen maar een doorgang.
P2 Routes via collectieve ruimte
Bewoners lopen altijd eerst door de collectieve ruimte (eerste verdieping) voordat ze thuiskomen. Hierdoor kunnen bewoners elkaar ontmoeten en eventueel aansluiten bij het tafeltennissen of bij het tv kijken. Het spontaan ontmoeten in deze ruimte kan de anonimiteit beperken.
P3 Groene buitenruimtes
Op zowel de daken als op het maaiveld zijn er groene buitenruimtes waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten en sociale contacten kunnen onderhouden. 70
Bewoners kunnen bijvoorbeeld in de groene buitenruimtes sporten, lunchen of een boek lezen en daarbij toevallig anderen ontmoeten.
P4 Grofkorrelige heterogeniteit
In dit gebouw wonen jongeren, gezinnen, ouderen en mensen die een relatief groot vermogen hebben. Die laatste groep woont over het algemeen graag exclusief en zit daarom meestal bij voorkeur in de bovenste verdieping vanwege het uitzicht. Gezinnen willen graag weer ruimte hebben waar kinderen kunnen spelen. Daarom is ervoor gekozen om de gezinnen te plaatsen bij de collectieve ruimte op de eerste verdieping. Bovendien is er vlakbij waar de gezinnen wonen een collectief dakterras aanwezig waar de kinderen naar toe kunnen om buiten te spelen. Ouderen zijn gevestigd op een relatief rustige plek inclusief een kleiner collectief balkon waar zij kunnen ontspannen. De jongeren bevinden zich op de tweede verdieping dat dicht bij de collectieve ruimte is waar zij samen kunnen komen. Door de collectieve ruimtes kunnen de verschillende doelgroepen elkaar ontmoeten, waardoor het sociale netwerk van deze bewoners veelzijdig kan worden en daardoor elkaar kunnen ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan dat jongeren ouderen helpen met ICT en dat iemand die groot bedrijf heeft een vader of moeder aan een baan kan helpen.
P5 Menselijke maat
De centrale collectieve ruimte is voorzien van daglichttoetreding en een verhoogd plafond waardoor deze plek ruim en natuurlijk aanvoelt. Verder is de plint transparant gemaakt waardoor mensen die buiten lopen, dingen kunnen waarnemen in het gebouw. Daarnaast kunnen de bomen zorgen een aantrekkelijk verblijfsklimaat, omdat bomen wind kunnen opvangen en voor verkoeling zorgen. Bovendien blijft het gebouw grotendeels binnen de drempel van de vijf lagen die Jan Gehl aangeeft in ‘Cities for People’. Op de manier is er nog contact mogelijk tussen het maaiveld en de dakterrassen en de dakterrassen onderling.
P6 Gemeenschapsaanvoerder
Bij dit hoogbouwconcept bevindt de huismeester zich op een plek waar iedereen langskomt, namelijk bij de hoofdentree. Op die manier kan deze persoon bewoners begroeten en in de gaten houden wie het gebouw binnenkomt. Verder organiseert deze huismeester buurtactiviteiten en houdt hij zich ook bezig met de regelgeving.
71
3.6 Vier extra ontwerpprincipes (NIEUW!)
Tijdens het vervolgonderzoek zijn vier nieuwe ontwerpprincipes tot stand gekomen. Deze principes zijn naar voren gekomen na overleg met Luc Bos. Echter is er geen literatuuronderzoek hiervoor uitgevoerd, wel zijn er referenties toegevoegd van hoogbouwprojecten die al gerealiseerd zijn. De nieuwe bevindingen worden niet meegenomen in de conclusie, omdat er onvoldoende onderzoek is uitgevoerd naar deze nieuwe ontwerpprincipes.
BASIS
P7+ Identificeren met woonomgeving
Figuur 40: Zaanse huisjes, Hotel Zaandam (Intell Hotels, sd)
Bij dit principe gaat het erom dat bewoners van buitenaf hun appartement of woonomgeving kunnen herkennen. Op deze manier voelen zij zich meer verbonden met hun appartement wat wellicht ervoor kan zorgen dat mensen er langer zullen blijven wonen. Dit kan mogelijk zorgen voor het in stand houden van sociale cohesie tussen de hoogbouwbewoners.
P
P8+ Fysieke verbinding met omgeving
Figuur 41: bruggen tussen gebouwen, Little C (Gameren, 2021)
Dit ontwerpprincipe houdt in dat er voorzieningen in het gebouw aanwezig zijn waar de bewoners uit de wijk of buurt en eventueel bezoekers gebruik van kunnen maken. De voorzieningen kunnen zich bevinden in de plint, maar het kan wellicht nog beter zijn de sociale cohesie door voorzieningen te plaatsen op hoogte. Door dit principe vindt er sociale cohesie plaats op buurtniveau of hoger. 72
P
P9+ Kleinschalige buurtinitiatieven
Figuur 42: collectieve ruimte met tafeltennistafel en bankjes, De Piramides
Het negende ontwerpprincipe gaat over dat er ruimte is voor kleinschalige buurtinitiatieven. Hierbij is het wel belangrijk dat er iemand is die zich hier verantwoordelijk voor opstelt, anders kan zo’n initiatief wellicht niet in stand gehouden worden.
Figuur 43: bijeenkomst toekomstige P bewoners, The Muse (Youtube, 2017)
P10+ Bijeenkomsten toekomstige bewoners
Ontwerpprincipes 10 betreft het organiseren van bijeenkomsten voor toekomstige bewoners. Hierdoor ontstaat er al sociale cohesie tussen bewoners voordat de woningen nog opgeleverd moeten worden. 73
3.7 Ontwerpprincipes toepassen (NIEUW!)
Zoals aangegeven in 2.1, zijn de onderzochte hoogbouwprojecten nog in ontwikkeling. De data van ontwerpprincipe 1 tot en 6 zijn hierop gebaseerd, waardoor het nog onduidelijk is of de principes ook de praktijk zullen werken. Daarom zijn de ontwerpprincipes toegepast bij vijf Amsterdamse hoogbouwprojecten, namelijk de Klusflat, Torenwijck 1, De Piramides, de Pontsteiger en de IJ-toren.
Figuur 44: Torenwijck V, Osdorp (Facebook, 2019) • • • • •
74
Circa 65 appartementen bouwjaar 1967 Hoogte circa 40 meter Ontwerpers W. Bruin, H.T. Vink en W. van Keulen Opmerking: zes identieke torenflats, tegen Sloterplas aan
Figuur 45: Klusflat, Bijlmermeer (Citynieuws, sd) • • • • •
502 appartementen bouwjaar 1971 Hoogte circa 35 tot 40 meter Ontwerpers F. Ottenhof en S. Nassuth Opmerking: flat strekt 450 meter uit, in de plint zijn woningen gerealiseerd
Figuur 46: IJ-toren, Rietlanden (IJ-toren, sd)
Figuur 47: De Piramides, Marcanti-eiland (Architectuur.org, sd)
• • • • •
• • • • •
68 appartementen bouwjaar 1998 Hoogte circa 60 meter Ontwerpers W.J. Neutelings, M. Riedijk Opmerking: collectieve dakterras wordt niet gebruikt door bewoners
82 appartementen bouwjaar 2007 Hoogte 55 meter Ontwerper S. Soeters Opmerking: twee woontorens delen samen collectieve ruimte, opgehoogd met plein met daaronder parkeergarage
Figuur 48: Pontsteiger, Zeeheldenbuurt (ten Teije, 2019) • • • • •
318 appartementen bouwjaar 2018 Hoogte 92 meter Ontwerper Arons & Gelauff Opmerking: zeer exclusief, 30 appartementen staan leeg, veel mensen wonen er tijdelijk
75
TORENWIJCK 1
P1 Collectieve ruimtes Er zijn geen collectieve ruimtes aanwezig. Wel is er een kleine buurtbibliotheek bij de gang op de begane grond, maar deze was leeg tijdens het veldonderzoek waardoor het onduidelijk is of dit (nog) wordt gebruikt door de bewoners. P2 Routes via collectieve ruimtes Doordat er geen collectieve ruimte aanwezig is, is dit principe niet mogelijk. P3 Groene buitenruimtes De Torenwijk 1 bevindt zich in een zeer groene omgeving waar laagdrempelige ontmoetingen mogelijk zijn, maar dit heeft meer te maken met de omgeving dan met het gebouw. P4 Grofkorrelige heterogeniteit Onvoldoende onderzocht. P5 Menselijke maat Dit gebouw voelt niet op menselijke maat aan, omdat er in de plint geen commerciële of maatschappelijke voorzieningen aanwezig zijn. Ook de corridors voelen niet prettig aan door gebrekkige daglichttoetreding. Tevens hebben de corridors lage plafonds, waardoor het de ruimte gesloten aanvoelt. Door de bomen in de omgeving vallen de torens redelijk weg. Bovendien vangen de bomen wind op wat het aangenamer kan maken om buiten te verblijven. P6 Gemeenschapsaanvoerder Het is onduidelijk of dat er een gemeenschapsaanvoerder aanwezig is bij de Torenwijk. Wel is er een VvE aanwezig. P7 Identificeren woonomgeving Het is relatief moeilijk voor bewoners om te kunnen identificeren met hun woning van buitenaf. Ten eerste, omdat er 6 identieke woontorens in deze omgeving staan. En ten tweede, omdat elke verdieping van buitenaf exact hetzelfde eruitziet. P8 Fysieke verbinding met omgeving Er is geen fysieke verbinding met de omgeving doordat er geen commerciële of maatschappelijke voorzieningen aanwezig zijn in het gebouw. 76
P9 Kleinschalige buurtinitiatieven Er is een kleine buurtbibliotheek, maar er zijn meer buurtinitiatieven nog mogelijk. P10 Bijeenkomsten toekomstige bewoners Niet onderzocht. Conclusie Dit hoogbouwproject is het minst goed, doordat er geen collectieve ruimtes aanwezig zijn. Ook voelen de corridors in het gebouw donker aan, omdat er nauwelijks daglichttoetreding is. Daarnaast is het relatief lastig voor bewoners om te kunnen identificeren met hun woning, omdat er zes dezelfde torens in de omgeving staan en doordat elke verdieping hetzelfde is vormgegeven.
Linksboven, figuur 49: hoofdentree Linksonder, figuur 50: corridor niet op menselijke maat (gebrekkig daglicht en lage plafond) Rechts, figuur 51: elke verdieping is hetzelfde 77
KLUSFLAT
P1 Collectieve ruimtes Er is een gemeenschappelijke buurtbibliotheek aanwezig bij een entree van de klusflat. Mogelijk zijn er nog andere collectieve ruimtes in de flat. P2 Routes via collectieve ruimtes De gemeenschappelijke buurtbibliotheek bevindt zich bij een van de hoofdentrees van de klusflat. Hierdoor kunnen er spontane ontmoetingen ontstaan tussen bewoners in de buurtbibliotheek. P3 Groene buitenruimtes Er zijn groene buitenruimtes aanwezig, maar deze zijn niet op hoogte. In de openbare ruimte zijn onder andere speelplekken, sportvoorzieningen en zitbankjes aanwezig waar mensen kunnen ontmoeten of hun contacten kunnen onderhouden. P4 Grofkorrelige heterogeniteit Niet onderzocht. P5 Menselijke maat De plint is ingevuld met woonprogramma waarbij de woningen een groot raam hebben aan de straatkant. Hierdoor zijn er encroachment zones ontstaan tussen de stoep en de woning wat voor een zachtere overgang zorgt tussen het gebouw en de openbare ruimte en voor ontmoetingen. De hoogte van het gebouw is echter niet op menselijke maat. Ook voelt de flat massaal aan doordat het gebouw lang uitstrekt en weinig variatie heeft in vormgeving en materialisering. P6 Gemeenschapsaanvoerder Er is ongetwijfeld een VVE, maar het is onduidelijk of dat er ook een gemeenschapsaanvoerder is bij de flat. P7 Identificeren woonomgeving Bewoners kunnen zich moeilijk identificeren met een woning doordat overal alles hetzelfde is. P8 Fysieke verbinding met omgeving Het gebouw zelf is niet openbaar toegankelijk. De plint bevat geen maatschappelijke of commerciële voorzieningen. Toch is de plint relatief levendig door de grote ramen bij de woningen en fietsenstalling. Ook zijn er 78
bankjes door bewoners geplaatst bij de plint wat zou kunnen voor zorgen voor meer levendigheid. P9 Kleinschalige buurtinitiatieven Bewoners in de plint hebben zelf naast hun voordeur planten en bankjes neergezet. Verder is hier onvoldoende onderzoek naar gedaan. P10 Bijeenkomsten toekomstige bewoners Niet onderzocht. Conclusie De klusflat bevat een prima plint, maar bevat geen maatschappelijke of commerciële voorzieningen, waardoor over relatief minder ontmoetingen plaatsvinden. Doordat het een klusflat is, voelen bewoner zich sneller verbonden met hun woning. Dat zorgt ervoor dat zij er wellicht langer zullen wonen wat ten goede komt van de sociale cohesie in de Klusflat.
Figuur 52 tot 55 (van linksboven naar rechtsonder): grotere ramen bij de woningen in de plint, binnenzijde flat, raam fietsenstalling, entree Klusflat met daarin buurtbibliotheek. 79
IJ-TOREN
P1 Collectieve ruimtes Er is een grote collectieve buitenruimte aanwezig op het dak van de stedelijke laag (derde verdieping), maar deze ruimte is nog nooit in gebruik genomen door bewoners. Het oorspronkelijk idee was dat dit ooit een groene daktuin moest worden met bankjes (figuur 57). De reden is hiervoor onduidelijk. P2 Routes via collectieve ruimtes Er is een gemeenschappelijke hal aanwezig bij de hoofdentree, maar deze ruimte heeft geen verblijfsfuncties. Er zijn alleen brievenbussen en een maquette aanwezig van de IJ-toren (zie figuur 56). Bij de parkeergarage zijn parkeren auto’s en fietsen in dezelfde ruimte. Hierdoor is bestaat er kans dat er ontmoetingen plaatsvinden tussen bewoners in de parkeergarage, ongeacht of de bewoner fietst of met de auto rijdt. P3 Groene buitenruimtes De bewoners hebben de mogelijkheid om een collectieve groene buitenruimte te realiseren, maar hebben deze kans niet benut. Deze buitenruimte maakt geen onderdeel uit van de routing door het gebouw en ligt dus geïsoleerd. P4 Grofkorrelige heterogeniteit Niet onderzocht. P5 Menselijke maat Plint is voor 25% gevuld met voorzieningen (Albert Heijn, sportschool en koffiebar). In de parkeergarage is daglichttoetreding mogelijk gemaakt door geperforeerde beplating, waardoor het prettig aanvoelt om door de parkeergarage te lopen. Ook de stedelijke laag laat het gebouw minder hoog aanvoelen. P6 Gemeenschapsaanvoerder Er is geen huismeester aanwezig. Ook is er geen bewonersgroep georganiseerd. Er is alleen een VvE aanwezig. P7 Identificeren woonomgeving Van buitenaf zijn de privé balkons duidelijk zichtbaar door de ‘happen’ uit het gebouw. Echter hebben maar een paar bewoners zo’n balkon, waardoor weinig bewoners zich kunnen identificeren met hun woning.
80
P8 Fysieke verbinding met omgeving Een kleine kwart van de plint betreft voorzieningen (Albert Heijn, sportschool en koffiebar). Dit is allemaal samen gesitueerd aan de westgevel van het gebouw. De sportschool maakt sinds de coronapandemie gebruik van de gemeenschappelijke buitenruimte om buiten te kunnen sporten. Hierdoor vindt er sociale cohesie op wijk- en buurtniveau plaats. P9 Kleinschalige buurtinitiatieven Bij het veldonderzoek zijn er geen (kleinschalige) buurtinitiatieven naar voren gekomen. Bij het gemeenschappelijk dakterras is hier overigens prima de ruimte voor. P10 Bijeenkomsten toekomstige bewoners Niet onderzocht. Conclusie Er is ruimte voor collectiviteit door het gemeenschappelijk dakterras, maar bewoners doen hier zelf niks mee. Waarschijnlijk heeft dit ermee te maken dat er geen gemeenschapsaanvoerder aanwezig is die een hart onder de riem steekt. Het kan er ook mee te maken hebben dat deze gemeenschappelijke ruimte geen onderdeel uitmaakt van de routing door het gebouw, waardoor bewoners minder snel bij deze buitenruimte komen.
Figuur 56 tot 59 (van linksboven naar rechtsonder): maquette IJ-toren, ontwerp daktuin, Albert Heijn/sportschool/koffiebar, parkeergarage 81
DE PIRAMIDES
P1 Collectieve ruimtes Op de begane grond is er een collectieve ruimte aanwezig met een tafeltennistafel en een paar zitbanken. Ook gaf een bewoner aan dat een aantal bewoners samen het EK 2020 hier kijken. P2 Routes via collectieve ruimtes Bij de hoofdentree bevindt zich de bovengenoemde collectieve ruimte. Hierdoor kunnen bewoners elkaar herkennen. Echter kunnen bewoners direct vanaf de parkeergarage op hun woonverdieping uitkomen met de lift, waardoor het gedeeltelijk anoniem is. Ook aan de pleinzijde bevindt zich een anonieme entree, omdat hier zitplekken of functies ontbreken. P3 Groene buitenruimtes Er is een kleine groene buitenruimte aanwezig op het plein, maar het is nog onduidelijk of dit plein ontmoetingen tussen bewoners stimuleert. Het zou wel een plein kunnen zijn voor alle buurtbewoners van Marcanti-eiland (principe 8). P4 Grofkorrelige heterogeniteit Tijdens veldonderzoek is opgevallen dat er vooral jonge volwassenen en gezinnen in De Piramides wonen. Maar er is niet onderzocht of deze doelgroepen zijn geclusterd. P5 Menselijke maat Het gebouw voelt niet massaal aan door de piramide-achtige vormgeving. Verder is de plint grotendeels transparant en deels voorzien van een kinderopvang en een galerie. P6 Gemeenschapsaanvoerder Er is geen huismeester aanwezig in het gebouw. Wel is er een Facebook groep voor alle bewoners van De Piramides. P7 Identificeren woonomgeving Bewoners kunnen van buitenaf zien en aangeven waar zij wonen door de ‘trappetjes’. P8 Fysieke verbinding met omgeving Het gebouw is niet openbaar, maar het heeft wel meer relatie met de omgeving door de openbare voorzieningen in de plint en het verhoogde plein. 82
P9 Kleinschalige buurtinitiatieven Bewoners hebben zelf oranje decoratie geplaatst in de collectieve ruimte bij de hoofdentree van het gebouw. Ook hebben de bewoners er een tafeltennistafel geplaatst in deze ruimte. P10 Bijeenkomsten toekomstige bewoners Niet onderzocht. Conclusie Dit het beste hoogbouwproject dat onderzocht is als het gaat over sociale cohesie. Dit komt doordat de hoofdentree door bewoners is ingevuld met bankjes en een tafeltennistafel. Daarnaast hebben de bewoners oranje slingers uitgehangen in deze ruimte. De kinderopvang in de plint maakt het voor gezinnen waarschijnlijk aantrekkelijker om in hoogbouw te wonen. Ook het gebouw is hoog, maar het voelt niet massaal aan door de piramide-achtige vormgeving. Verder zou het plein bij kunnen dragen aan de sociale cohesie tussen de bewoners van De Piramides en de bewoners van Marcanti-eiland.
Figuur 60 tot 63 (van linksboven naar rechtsonder): verhoogd plein, groene buitenruimte op plein, collectieve ruimte met tafeltennistafel en oranje decoratie, anonieme entree pleinzijde 83
PONTSTEIGER
P1 Collectieve ruimtes Er is alleen een collectieve ruimte aanwezig bij de entree op de begane grond. Echter werd er aangegeven dat bewoners hier eerder een telefoontje plegen dan dat bewoners hier bij elkaar samenkomen. Iemand van de personal service gaf aan dat wonen in de Pontsteiger anoniem is. P2 Routes via collectieve ruimtes Er is dus een collectieve ruimte bij de entree, maar deze wordt niet intensief gebruikt. Hierdoor kunnen bewoners alsnog het gebouw relatief anoniem door het gebouw verplaatsen. P3 Groene buitenruimtes Er zijn geen groene buitenruimtes aanwezig om in te verblijven. P4 Grofkorrelige heterogeniteit De bevolkingssamenstelling in de Pontsteiger weerspiegelt niet de samenleving in de stad. Er is geen sprake van heterogeniteit in de Pontsteiger. P5 Menselijke maat De Pontsteiger heeft een transparante plint en is afgewerkt met hoogwaardige materialen. De afstand tussen het maaiveld en de bovenste verdieping van de stedelijke laag is te groot voor de menselijke maat. De plint geeft daarentegen wel een gevoel van menselijk maat door de organische vormen. P6 Gemeenschapsaanvoerder Er is een personal service aanwezig bij de Pontsteiger die zich onder andere bezighoudt met het organiseren van buurtactiviteiten op het binnenplein. Verder gaf iemand van de personal service gaf aan dat zonder deze buurtactiviteiten er weinig tot geen sociale contacten zouden zijn geweest tussen de bewoners van de Pontsteiger. P7 Identificeren woonomgeving Door de bijzondere vormgeving van het gebouw kunnen bewoners beschrijven waar zij ongeveer wonen in de Pontsteiger. P8 Fysieke verbinding met omgeving In de plint is er een café aanwezig waar bewoners en bezoekers kunnen ontmoeten. Tevens is er een hotel aanwezig in de plint. 84
P9 Kleinschalige buurtinitiatieven Er zijn geen kleinschalige buurtinitiatieven. P10 Bijeenkomsten toekomstige bewoners Niet onderzocht. Conclusie Wonen in Pontsteiger is exclusief en anoniem. Bewoners kunnen elkaar toevallig ontmoeten bij de hoofdentreem, maar de kans is op ontmoetingen tussen bewoners is daar relatief klein, omdat de bewoners zelf al een relatief grote woonruimte hebben. Hierdoor wordt zo’n collectieve ruimte minder noodzakelijk en zal het minder gebruikt kunnen worden. De personal service organiseert buurtactiviteiten en waarbij dat in principe het enige moment is waar bewoners elkaar ontmoeten.
Figuur 64 tot 67 (van linksboven naar rechtsonder): plein binnen het blok, entree met collectieve ruimte, kade, uniek materiaalgebruik. 85
Conclusie
Dit onderzoek geeft antwoord op de vraag: ‘Welke ontwerpprincipes kunnen sociale cohesie tussen bewoners stimuleren in hoogbouw?’ Om tot een antwoord te komen zijn literatuurgegevens verzameld en data verkregen uit interviews met architecten en ontwikkelaar van Binck Blocks, The Muse en CasaNova en Floating Gardens. Overeenkomsten tussen de literatuuren interviewresultaten hebben de basis gevormd voor de ontwerpprincipes. Hoogbouw/sociale cohesie experts hebben daarna opmerkingen gegeven op deze principes en meegegeven hoe belangrijk zij elk principe vinden. Aan het einde is er met externe experts gesproken over de ontwerpprincipes en over de opmerkingen van de hoogbouw/sociale cohesie-experts. Op basis hiervan kan gesteld worden dat collectieve ruimtes, routes via collectieve ruimte, groene buitenruimtes, grofkorrelige heterogeniteit, menselijke maat en gemeenschapsaanvoerders ontwerpprincipes zijn die ingezet kunnen worden om sociale cohesie tussen bewoners te stimuleren in hoogbouw. Grofkorrelige heterogeniteit kan belangrijk zijn voor de sociale cohesie, omdat dit ervoor kan zorgen dat bewoners elkaar kunnen ondersteunen (CadatLampe, et al., 2020a). Dit werd door experts als het belangrijkste geacht om hoogbouw in sociale cohesie te stimuleren. Daarom kreeg dit principe 37 uit 40 punten betreft belangrijkheid. Gemeenschapsaanvoerders blijken cruciaal te zijn voor de sociale cohesie, omdat deze personen, in tegenstelling tot de meeste bewoners, niet verlegen zijn om in zich in te zetten voor buurtactiviteiten. Dit zorgt ervoor dat bewoners bij elkaar komen en sociale contacten tot stand kunnen komen tussen de bewoners (Cadat-Lampe, et al., 2020a; Cadat-Lampe, et al., 2020b). De experts vonden dit ook belangrijk, waardoor dit principe 36 punten heeft gekregen. Uit de literatuur- en interviewgegevens blijkt dat collectieve ruimtes kunnen bijdragen aan de sociale cohesie, omdat er dan een ruimte in hoogbouw is waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten (Bovenhoff & Meier, 2015; CadatLampe, et al., 2020b). De experts hebben hiervoor 35 punten gegeven.
86
De menselijke maat is belangrijk, omdat dit ervoor kan zorgen dat mensen ergens graag verblijven wat de kans op ontmoetingen tussen bewoners kan vergroten (Terhorst & van Doorn, 2017; Kuitert & Maas, 2017; Stadszaken, 2020). Volgens Luc Bos is dit een basisvoorwaarde, omdat bewoners hierdoor met elkaar kunnen communiceren en dit ook sociale controle mogelijk maakt. De experts gaven dit principe 33,5 punten van de 40. Verder is het belangrijk volgens de hoogbouwvisie van Rotterdam (2019) dat collectieve ruimtes onderdeel moeten uitmaken van de routes door het gebouw. Dit maakt namelijk toevallige ontmoetingen en sociale controle in hoogbouw mogelijk volgens de architecten en experts. Dit ontwerpprincipe kreeg 31 punten. Groene buitenruimtes kunnen volgens de literatuur bewoners aantrekken om naar buiten te gaan en daardoor ontmoetingen stimuleren tussen bewoners (Maas, Groenewegen, Verheij, Vries, & Berg, 2005; Wagening University & Research, 2017). Hiervoor gaven de experts ‘slechts’ 29 punten qua belangrijkheid. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat buitenruimtes op hoogte als minder prettig ervaren kan worden door de wind en de hoogte zelf.
87
Discussie
Voor deze scriptie is er niet een zeer uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd. Maar door architecten te interviewen over welke ontwerpmiddelen zij hebben ingezet om sociale cohesie te stimuleren in hoogbouw en overeenkomsten te vinden tussen de literatuur- en interviewgegevens, is het toch aannemelijk gemaakt om tot ontwerpprincipes te komen die sociale cohesie zouden kunnen stimuleren in hoogbouw. De resultaten zijn bovendien nog extra valide gemaakt door experts erbij te betrekken en met hen de ontwerpprincipes te bespreken en opmerkingen en aanvullingen te laten geven. Ook valt er op te merken dat alle drie de hoogbouwcasestudies nog niet (volledig) zijn opgeleverd, waardoor het nog onzeker is of de ontwerpmiddelen van de architecten in praktijk zullen werken. Daarom is het cruciaal om veldonderzoek uit te voeren op het moment deze drie hoogbouwprojecten volledig zijn afgerond. Verder dient er rekening te worden gehouden met het feit dat dit onderzoek zich weinig gefocust heeft op cijfers. Hierdoor is het bijvoorbeeld nog onduidelijk hoeveel huishoudens er nodig zijn om ervoor te zorgen dat collectieve ruimtes intensief gebruikt worden. Ook is het niet duidelijk hoe groot collectieve ruimtes moeten zijn. Dit kan worden achterhaald door een zeer uitgebreid praktijkonderzoek uit te voeren bij hoogbouwprojecten waar collectieve ruimtes aanwezig zijn. Hoewel ontwerpprincipe 4 (grofkorrelige heterogeniteit) opgesteld is aan de hand van overeenkomsten tussen literatuur- en interviewgegevens, is het nog onduidelijk hoe dit vormgegeven kan worden in hoogbouw. Een veldonderzoek en een uitgebreider literatuuronderzoek zouden hier meer duidelijkheid in kunnen bieden. Een aantal ontwerpprincipes kan zorgen voor waardestijging in de koop- of huurprijs, maar dit maakt hoogbouw wel minder betaalbaar en dus voor minder mensen toegankelijk om in hoogbouw te wonen. De vier nieuwe ontwerpprincipes zijn onvoldoende onderzocht, omdat er geen literatuur over deze principes is verzameld. Daarnaast zijn de ontwerpprincipes toegepast bij een minimaal veldonderzoek. Dit kan uitgebreider door te praten met bewoners.
88
Aanbevelingen
Werken met de onderzoeksresultaten
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat collectieve ruimtes in hoogbouw cruciaal zijn voor de sociale cohesie tussen bewoners, omdat deze ruimtes bewoners de kans geven om sociale contacten te ontwikkelen en te onderhouden. De collectieve ruimtes dienen wel aangepast te zijn aan de wensen en behoeftes van de gebruikers. Laat ook collectieve ruimtes onderdeel uitmaken van de routes door het gebouw, zodat bewoners elkaar kunnen tegenkomen en daardoor eventueel kunnen aansluiten bij activiteiten in de collectieve ruimte. Door dit te doen is er ook sociale controle mogelijk in het gebouw. Ook groene buitenruimtes zouden sociale cohesie kunnen stimuleren in hoogbouw, doordat zulke plekken laagdrempelige ontmoetingen mogelijk maakt tussen bewoners. Zorg ervoor dat er verschillende doelgroepen in het gebouw komen, zodat deze elkaar kunnen ondersteunen. Op die manier is er bridging mogelijk in hoogbouw. Belangrijk is wel om in gesprek te gaan met ontwerpers, beleggers en ontwikkelaars over grofkorrelige heterogeniteit, omdat deze zij alle drie een andere visie hierover kunnen hebben. Verder schijnen gemeenschapsaanvoerders cruciaal te zijn voor de sociale cohesie, omdat deze personen zich actief inzetten op buurtactiviteiten. Daarnaast houden deze mensen zich ook bezig met de regelgeving in hoogbouw. Bovendien kan zo’n aanvoerder een centraal aanspreekpunt zijn voor de bewoners. Hoewel de hoogbouw/sociale cohesie-experts een relatief minder hoge scoren geven aan de menselijk maat, is het toch belangrijk om bij het ontwerpen van collectieve ruimtes hier rekening mee te houden. Dat is omdat ruimtes op menselijke maat plekken zijn waar mensen graag verblijven, wat ervoor kan zorgen dat bewoners elkaar tegen kunnen komen en een praatje met elkaar kunnen maken.
Vervolgonderzoek
Doe veldonderzoek naar of de ontwerpprincipes ook in de praktijk werken. Dit kan worden gedaan door bij hoogbouwprojecten te praten met de bewoners over hoe zij hun omgeving beoordelen op het gebied van sociale cohesie. Probeer hierbij ook te achterhalen wat de wensen en behoeftes zijn van de bewoners bij collectieve ruimtes. Op die manier worden gemeenschappelijke ruimte gerealiseerd waar de gebruikers iets aan hebben. 89
Op advies van Lia Karsten is het goed om bij vervolgonderzoek op verschillende schaalniveaus te werken omtrent sociale cohesie, namelijk: appartement, gebouw en relatie tussen gebouw en de omgeving. Kijk ook naar hoe heterogene doelgroepen op een slimme en goede manier in hoogbouw geplaatst kunnen worden, zodat de sociale cohesie mogelijk optimaal kan zijn. Betreft dit onderwerp zou het ook interessant zijn om onderzoek uit te voeren naar de financiële haalbaarheid bij dit ontwerpprincipe. Dat kan belangrijk zijn om te doen, omdat de experts aangaven dat dit het belangrijkste ontwerpprincipe is, maar dat de belangen bij dit principe stevig uiteen kunnen lopen tussen ontwerpers, ontwikkelaars en beleggers. Ook zou het goed zijn om te onderzoeken hoe hoogbouw betaalbaar blijft op het moment dat de principes meegenomen zijn in het hoogbouwontwerp. Want, hoe duurder de appartementen worden door de ontwerpprincipes, des te minder mensen een appartement in hoogbouw kunnen betalen.
90
91
Bibliografie
Aalvanger, A., & de Boer, T. (2013). Sociale cohesie in Nederwetten. Wageningen: Wageningen University and Research. Architectenweb. (2018, maart 26). Barcode Architects presenteert woontoren CasaNova. Opgehaald van Architectenweb: https://architectenweb.nl/ nieuws/artikel.aspx?ID=42185 Architectuur.org. (z.d.). De Piramides. Geraadpleegd op 22 juni 2021, van https://www.architectuur.org/bouwwerk/856/De_Piramides.html Barcode Architect. (2021). The Muse. Opgehaald van Barcode Architects: https://barcodearchitects.com/projects/the-muse/ Barcode Architects. (sd). Casanova. Opgehaald van Barcode Architect: https:// barcodearchitects.com/projects/casanova/ Barcode-Architects. (sd). Tekeningen via mail van Sebastiaan Broek. The Muse en CasaNova. Barcode Architects, Rotterdam. Bastian, H. (2016, november 23). Post-Truth Antidote: Our Roles in Virtuous Spirals of Trust in Science. Opgehaald van Absolutely Maybe: https:// absolutelymaybe.plos.org/2016/11/23/post-truth-antidote-our-roles in-virtuous-spirals-of-trust-in-science/ Bos, L., Horjus, B., Visser, S., & de Wilde de Ligny, S. (2020). Stedenbouw, Gezondheid, Welzijn. Leusden/Zeist: Horjus & Partners en Luc Bos Stedenbouwkundige. Bouma, R. (2019, april 5). Hollandse hoogbouw: grote steden zetten in op woontorens. Opgehaald van NOS: https://nos.nl/nieuwsuur/ artikel/2279112-hollandse-hoogbouw-grote-steden-zetten-in-op woontorens Bovenhoff, M., & Meier, S. (2015). Meer sociale cohesie door voorzieningen?: Een literatuurstudie naar het verband tussen sociale cohesie en maatschappelijke voorzieningen op het platteland. Groningen: Hanze University of Applied Sciences Groningen.
92
Brans, T. (2021, mei 3). Hoogbouw, sociale cohesie en The Muse & Casanova. (S. Visser, Interviewer) Brightview Senior Living. (2019, september 29). How Intellectual Stimulation and Social Interaction Improve Brain Health. Opgehaald van Brightview Senior Living: https://www.brightviewseniorliving.com/ brightview-insights/how-intellectual-stimulation-and-social-interaction improve-brain-health Cadat-Lampe, M., Engbersen, R., Jansen, J., van de Kamp, J., Repetur, L., & Talma, M. (2020a). Wij in de wijk 1. z.p.: Movisie. Cadat-Lampe, M., Engbersen, R., van Gent, E., Herder, M., Jansen, J., van de Kamp, J., & Reptur, L. (2020b). Wij in de wijk 2. z.p.: Movisie. CasaNova Rotterdam. (sd). home. Opgehaald van CasaNova Rotterdam: https://casanova-rotterdam.nl/ CBS. (2015). Sociale samenhang: wat ons bindt en verdeelt. Den Haag: CBS. CCV. (2021). Veiligheidsuitdagingen in de verticale stad. Opgehaald van centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid: https://hetccv. nl/onderwerpen/integraal-veiligheidsbeleid/veiligheidsbeleid-2020/ veiligheidsuitdagingen-in-de-verticale-stad/ Cie. (sd). The Whale. Opgehaald van Cie.: https://cie.nl/the-whale?lang=en Cityniews (z.d.). Zuidoost: klusser wordt huisjesmelker. Geraadpleegd op 22 juni 2021, van https://www.citynieuws.nl/zuidoost-klusser-wordt huisjesmelker/ Commissie MER. (2020, september 11). Schaarse ruimte en hoge ambities vragen om sturing en keuzes van het Rijk. Opgehaald van Commissie MER: https://www.commissiemer.nl/actueel/nieuws/schaarse-ruimte en-hoge-ambities-vragen-om-sturing de Architect. (2020, september 2). The Muse in Rotterdam – Barcode Architects. Opgehaald van de Architect: https://www.dearchitect.nl/ projecten/arc20-the-muse-in-rotterdam-barcode-architects 93
de Hart, J. (2002). Zekere banden: sociale cohesie, leefbaarheid en veiligheid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. de Kam, G., & Needham, B. (2003). Een hele opgave: Over sociale cohesie als motief bij stedelijke herstructurering. Nijmegen: NETHUR. de Nijs, M. (2015). High-rise op ooghoogte. Rotterdam, Delft: z.u. Den Haag Centraal. (2019, oktober 25). Binck Blocks: hoge wolkenkrabber moet hét visitekaartje van nieuwe Binckhorst worden. Opgehaald van Den Haag Centraal: https://www.denhaagcentraal.net/nieuws/ economie/binck-blocks-hoge-wolkenkrabber-moet-het-visitekaartje van-nieuwe-binckhorst-worden/ Faber, E., Heijboer, P. J., van der Hoeven, F., Huikeshoven, R., van Luijn, E., Melchers, J., . . . de Zwart, F. (2020). Hoogbouw in Nederland. Rotterdam: Stichting Hoogbouw. Facebook. (2019, 11 oktober). Torenwijck V. https:// www.facebook.com/114205586656613/photos/ a.114205723323266/114250673318771/ Floating Gardens. (sd). Floating Gardens. Opgehaald van Floating Gardens: https://www.floating-gardens.nl/nieuwbouwproject-sloterdijk/ Floating Gardens. (sd). Toekomstbestendig. Opgehaald van Floating Gardens: https://www.floating-gardens.nl/toekomstbestendig/ Fried, L., Prohaska, T., Burholt, V., Burns, A., Golden, J., & Hawkley, L. (2020, januari 11). An unified approach to lineliness. Opgehaald van The Lancet: https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/ PIIS0140-6736(19)32533-4/fulltext Gameren, F. (2021, 5 juni). Little C: van “non-plek” naar unieke woonspot in Rotterdam. Rijnmond. https://www.rijnmond.nl/nieuws/1272741/ Little-C-van-non-plek-naar-unieke-woonspot-in-Rotterdam Gehl, J. (2010). Cities for People. Copenhagen: Island Press.
94
Gemeente Den Haag. (2017). Eyeline en Skyline: Haagse hoogbouw. Den Haag: z.u. Gemeente Rotterdam. (2019). Hoogbouwvisie 2019. Rotterdam: z.u. Huygen, A., & de Meere, F. (2008). De invloed en effecten van sociale samenhang: Verslag van een literatuurverkenning. Verwey-Jonker Instituut, 7-15. IJ-toren. (z.d.). Google User Content. Geraadpleegd op 22 juni 2021, van https://lh3.googleusercontent.com/proxy/D 7T1WSOpit2WjraWi0ITfpNbp8abu8e-4cN5l6EfFlV55o7 81eq2sTp6iGlblBkaNE7Kx4KkMEVPqd0iLVNK-wtRM4lHI8e9plA- oO7LJSp3f3ruFZ9BQ4HIsxuv_dbUdr4DoDDw Inntell Hotels. (z.d.). Inntell Hotels Amsterdam Zaandam. Geraadpleegd op 22 juni 2021, van https://www.inntelhotelsamsterdamzaandam.nl/ Klomp, C. (2017, december 28). ‘Hoogbouw is een achterhaald en ineffectief idee’. Opgehaald van AD: https://www.ad.nl/binnenland/hoogbouw is-een-achterhaald-en-ineffectief-idee~a33b400d/#:~:text= Duurder,dan%20zes%20of%20zeven%20woonlagen. Kuitert, & Maas. (2017, december 7). Hoe maak je prettige plekken. Opgehaald van the City at Eye Level: https://thecityateyelevel.com/ stories/hoe-maak-je-prettige-plekken/ LEVS. (sd). Binck Blocks. Opgehaald van LEVS: https://www.levs.nl/projecten/ binck-blocks LinkedIn. (2019, juni 14). Twee mijlpalen Maritiem District: Start bouw CasaNova en hoogste punt The Muse. Opgehaald van LinkedIn: https://www.linkedin.com/pulse/twee-mijlpalen-maritiem-district-start bouw-casanova-en-de-vries/?originalSubdomain=nl Liukku, A. (2018, 21 maart). Woontoren Wijnhaven gaat CasaNova heten. AD. https://www.ad.nl/rotterdam/woontoren-wijnhaven-gaat casanova-heten~aa8fdf7d/
95
Loof, M. (2021, april 30). Hoogbouw, sociale cohesie en Binck Blocks. (S. Visser, Interviewer) Maas, J., Groenewegen, P., Verheij, R., Vries, S. d., & Berg, A. v. (2005). Vitamine G: effecten van een groene omgeving op gezondheid, welzijn en sociale veiligheid. z.p.: Researchgate. NPO Radio 1. (2021, januari 12). Woningtekort in grote steden houdt aan: ‘We hebben de hulp uit Den Haag nu nodig’. Opgehaald van Consument: https://www.nporadio1.nl/consument/28905 woningtekort-in-grote-steden-houdt-aan-we-hebben-de-hulp-uit-den haag-nu-nodig NRC. (2021, januari 26). Nederland wil na coronacrisis dubbel zolang thuiswerken. Opgehaald van NRC: https://www.nrc.nl/ nieuws/2021/01/27/nederland-wil-na-coronacrisis-dubbel-zolang thuiswerken-a4029514 OPEN Rotterdam. (2021, april 30). The Muse | Rotterdam Architectuurprijs 2021. Opgehaald van Youtube: https://www.youtube.com/ watch?v=VbAXiiXu1ac Orange Architects. (sd). Floating Gardens. Opgehaald van Orange Architects: https://www.orangearchitects.nl/nl/projecten/floating-gardens/ Politie. (sd). Wat is ondermijning. Opgehaald van Politie: https://www.politie. nl/informatie/wat-is-ondermijning.html Putnam, R. (2000). Bowling Alone: The Collapse and Revival of American Community. New York: Simon & Schuster. Rotterdam Achitectuurprijs. (2021). The Muse. Opgehaald van Rotterdam Achitectuurprijs: https://www.rotterdamarchitectuurprijs.nl/prijs-2021/ the-muse.html Seneca, B. (2018, januari 20). Kernconcept sociale cohesie maatschappijwetenschappen. Opgehaald van Youtube: https://www. youtube.com/watch?v=Nzz_AxyHquE
96
Skypictures. (sd). Bijlmermeer flats. Opgehaald van Skypictures: https:// skypictures.photoshelter.com/image/I0000g3vJfkjMYSw Stadszaken. (2020, september 24). Stadsbezoeker wil sfeer, beleving en ontmoeting. Opgehaald van Stadszaken: https://stadszaken.nl/ artikel/2988/stadsbezoeker-wil-sfeer-beleving-en-ontmoeting Synchroon. (2021, april 30). 161 Appartementen Floating Gardens in Amsterdam Sloterdijk-Centrum verkocht aan CBRE Global Investors. Opgehaald van Synchroon: https://synchroon.nl/nieuws/161 appartementen-floating-gardens-in-amsterdam-sloterdijk-centrum verkocht-aan-cbre-global-investors/ Synchroon. (sd). Floating Gardens. Opgehaald van Floating Gardens: https:// www.floating-gardens.nl/nieuwbouwproject-sloterdijk/ ten Teije, S. (2019, 23 juli). Recordaantal huurwoningen verkocht aan beleggers: ‘Daar schuilt een gevaar in’. ED. https://www.ed.nl/ wonen/recordaantal-huurwoningen-verkocht-aan-beleggers-daar schuilt-een-gevaar-in~ab480e04/ Terhorst, P., & van Doorn, M. (2017, juli 1). Ontwerp voor de mens. Opgehaald van Gebiedsontwikkeling.nu: https://www.gebiedsontwikkeling.nu/ artikelen/ontwerp-voor-de-mens/ Tjong Tjin Tai, S.-Y. (2005, september 27). Gevaren van solidariteit. Opgehaald van Kennislink: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/ gevaren-van-solidariteit/ van der Meulen, L., & de Jonge, H. (2021, mei 29). Weg met woontorens? Deze architecten hebben alternatieven voor de woningnood. Opgehaald van NOS: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2382809-weg met-woontorens-deze-architecten-hebben-alternatieven-voor-de woningnood van Ulden, E., Heussen, D., & van der Ham, S. (2015). De stoep. Rotterdam: nai010.
97
Vastgoedmarkt. (2018, februari 6). Grote schoonmaak voor Rotterdamse Markthal. Opgehaald van Vastgoedmarkt: https://www. vastgoedmarkt.nl/geen-categorie/nieuws/2018/02/grote schoonmaak-voor-rotterdamse-markthal-101129617?vmn_sso_ identifier=0fe15967-c141-4f1d-b145-98a876395ce3 Volker, B., Lancee, B., & Tulin, M. (2019, maart 26). Sociaal kapitaal hangt voor een deel af van persoonlijkheid. Opgehaald van Sociale Vraagstukken: https://www.socialevraagstukken.nl/sociaal-kapitaal hangt-voor-een-deel-af-van-persoonlijkheid/ Volksgezondheid en Zorg. (2021). Eenzaamheid. Opgehaald van Volksgezondheid en Zorg: https://www.volksgezondheidenzorg.info/ onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/oorzaken-en gevolgen#!node-gevolgen-van-eenzaamheid Wagening University & Research. (2017). Zeven redenen om te investeren in een groene stad. Opgehaald van WUR: https://www.wur.nl/nl/ show-longread/Zeven-redenen-om-te-investeren-in-een-groene-stad. htm Wilkinson, R., & Marmot, M. (2003). Social Determines of Health. Copenhagen: World Health Organization. Wilma Wonen. (2017). Eerste paal The Muse of Rotterdam. Youtube. https:// www.youtube.com/watch?v=j0Tp_RJbky4 Wilma Wonen. (sd). CasaNova: tijdloos balanceren in de Rotterdamse Skyline. Opgehaald van Wilma Wonen: https://www.wilmawonen.nl/nl/ projecten/in-realisatie/4/casanova Wonen bij bouwinvest. (sd). Binck Blocks. Opgehaald van Wonen bij bouwinvest: https://www.wonenbijbouwinvest.nl/huuraanbod/127/ binck-blocks Zandbelt&vandenBerg. (2008). Hoogbouw: een studie naar Nederlandse hoogbouwcultuur. Rotterdam: z.u.
98
Zijdekwartier. (2020, juni 4). Expert bij kenniscafé over inclusieve buurten. Opgehaald van Zijdekwartier: https://zijdekwartier.nl/expert-bij kenniscafe-over-inclusieve-buurten/
99
Bijlage Bijlage I
Thuis op hoogte
100
101
Bron: https://architectenweb.nl/nieuws/artikel.aspx?ID=48740
102
Bijlage II
Ontwerpprincipes vergroot
103
P1 Collectieve ruimtes
104
P2 Routes via collectieve ruimte
P
105
P3 Groene buitenruimtes
106
P4 Grofkorrelige heterogeniteit
107
P5 Menselijke maat
108
P6 Gemeenschapsaanvoerder
109
P7+ Indentificeren woonomgeving
110
P8+ Fysieke verbinding met omgeving
111
P9+ Kleinschalige buurtinitiatieven
112
P10+ Bijeenkomsten toekomstige bewoners
113
Bijlage III
Gesprekken met hoogbouw/sociale cohesie-experts Principe 1: Collectieve ruimtes Lia Karsten Ik geef dit principe een 9, omdat dit ervoor zorgt dat er een ontmoetingsplek is voor de hoogbouwbewoners. Wel zou ik meegeven dat je goed moet kijken naar hoe je ervoor zorgt dat de collectieve ruimtes ook daadwerkelijk gedragen zullen worden door de bewoners. Realiseer een ruimte dat gebruikt wordt door elke doelgroep. Stefan Bödecker Belangrijk bij dit principe is om goed te kijken naar over wat voor soort woningen het gaat. Bij huur is eigenaarschap van de collectieve ruimtes meestal moeilijk voor de belegger in verband met meer kosten. Het is ook goed om in de gaten te houden over welke doelgroepen je het hebt. Een collectieve werkruimte zal naar mijn inzien vaker gebruikt worden door mensen die bijvoorbeeld in een studio wonen, dan door bewoners die in een 150 vierkante meter appartement wonen en dus meestal zelf al een eigen werkplek hebben. Het kan ook interessant zijn om de collectieve buitenruimtes ook (semi) openbaar te maken, omdat hoogbouw hierdoor toegankelijker kan worden. Voor de belangrijkheid geef ik dit ontwerpprincipe een 9. Sociale cohesie in hoogbouw is namelijk in principe niet goed mogelijk zonder ontmoetingsplekken voor de bewoners. Principe 2: Routes via collectieve ruimtes Lia Karsten Dit principe geef ik een 8, omdat bewoners door dit principe elkaar kunnen tegenkomen op elk moment van de dag. Omdat kinderwagens niet altijd praktisch zijn in hoogbouw, zou je in zo’n collectieve ruimte bijvoorbeeld een stalling voor kinderwagens kunnen plaatsen. In de ochtend lopen de ouders dan naar deze ruimte toe om de kinderwagen op te halen om vervolgens hun kind te brengen naar de crèche. Vanuit mijn optiek zou zo’n ruimte een zachte uitstraling kunnen geven aan hoogbouw, omdat dit aangeeft dat ook gezinnen in hoogbouw wonen. Routes hoeven trouwens niet alleen via collectieve ruimtes te lopen. Het gaat hier ook om plekken zoals de ingang of de lift. Stefan Bödecker Ik denk dat het atrium bij CasaNova een relatief stille plek zal worden. Naar mijn idee is dit niet meer dan een ruimte voor de lift en trap. Om meer 114
levendigheid op deze plek te krijgen zou ik het atrium meer betrekken met de openbare ruimte. Deze plek kan ook levendig worden door functies in deze ruimte te mixen, zoals door een werkruimte toevoegen. Dat betekent niet dat dit ontwerpprincipe niet zou werken, want als je zo’n collectieve ruimte koppelt aan de openbare zou dit prima kunnen werken. Je zou eventueel de parkeergarage kunnen verkleinen, maar de capaciteit even groot houden door een aantal technische ingrepen te doen. In dit ontwerp neemt de parkeergarage meer dan de helft aan ruimte in beslag neemt. Ik waardeer dit ontwerpprincipe met een 8, omdat het van groot belang is de collectieve ruimtes op logische en toegankelijk strategische plekken te situeren. Principe 3: Groene buitenruimtes Lia Karsten Groene buitenruimtes zijn een voorbeeld van die schaalniveaus waar we het eerder over hadden. Je kunt namelijk groen plaatsen in het gebouw voor de bewoners, op balkons en in de collectieve buitenruimtes. Je zou kunnen overwegen om de collectieve buitenruimtes buiten het gebouw te delen met de buurt. Bij dit principe moet je goed rekening houden met waar je een hek neerzet en waar je ruimtes toegankelijk maakt voor de bewoners uit omgeving. Als ik een cijfer moet geven hoe belangrijk dit principe is, dan zou dat het een 7 zijn. Stefan Bödecker Ik geef dit principe een 6. Groene buitenruimtes kunnen veel voordelen hebben zoals minder stress, maar het hangt van de levensstijlen van de bewoners af of zij hier gebruik van zullen maken. Ik vraag me ook af of groen in hoogbouw wel zal werken in verband met dat het klimaat in hoogbouw killing kan zijn voor de planten. Daarentegen zou een collectieve tuin waar bewoners gezamenlijk tuinieren naar mijn idee zeker kunnen werken. Alleen de vraag is dus of deze buitenruimtes daadwerkelijk gebruikt zouden worden door de hoogbouwbewoners. Principe 4: Grofkorrelige heterogeniteit Lia Karsten Ik zou voor dit principe graag een andere term willen introduceren, namelijk ‘grofkorrelige heterogeniteit’ (was eerst heterogeniteit in doelgroepen). Dit houdt in dat bewoners zich kunnen herkennen in hun buurtbewoners. Hiervoor dient er een minimaal aantal bewoners te zijn die iets met elkaar gemeen hebben. Zo hebben bijvoorbeeld gezinnen elkaar nodig om te kunnen overleven (sluit aan met ‘bonding’ en ‘going through’ Putnam (2000) (zie 1.1 115
Werking sociale cohesie)). Het blijkt uit de praktijk dat gezinnen maar kort in hoogbouw wonen, omdat zij dat geïsoleerd wonen vinden. Op het moment dat er een bepaald percentage aan gezinnen in hoogbouw zou zijn, zullen er contacten ontstaan tussen deze bewoners en zullen zij elkaar ook opzoeken in de collectieve ruimtes. In plaats van dat je zo veel als mogelijk heterogeniteit hebt in hoogbouw, zou ik eerder zeggen dat je ervoor moet zorgen dat er een bepaalde ondergrens is per doelgroep. Ik zou dit principe een 9 geven. Stefan Bödecker In de doorsnede van de Binck Blocks zie je verschillende hoogbouwbuurten waarvan elke buurt steeds een eigen collectieve voorziening heeft. Dit heeft wel als nadeel dat dit de levendigheid op straat kan beperken, omdat bewoners dan blijven rondhangen in de collectieve ruimtes van het gebouw. Daarnaast zijn de verschillende bewoners van elkaar gescheiden, waardoor er al minder kruisbestuiving plaats zou kunnen vinden tussen de verschillende bewoners. Wel kan dit concept spontane ontmoetingen stimuleren tussen dezelfde doelgroepen. Hebben wij het over mixen van doelgroepen in hoogbouw in het algemeen, dus je ontwerpprincipe, dan is dit zeker belangrijk omdat bewoners dan elkaar inderdaad kunnen ondersteunen. Daarom geef ik dit ontwerpprincipe een 10. Belangrijk is wel om de collectieve ruimtes waar de verschillende doelgroepen samen komen, op maat te maken door onder andere onderzoek te doen naar de behoeftes van deze bewoners. Principe 5: Menselijke maat Lia Karsten Bij sommige hoogbouwprojecten zie je dat er groen wordt gerealiseerd aan de gevels van het gebouw, omdat dit het gebouw zachter kan maken. Ik denk namelijk dat mensen betonnen en versteende gevels bij hoogbouw minder spraakmakend vinden. Dat is zeker bij gezinnen zo. Buitenruimtes kunnen activiteiten stimuleren, maar zeker als je zo’n patio hebt bij de Floating Gardens, omdat bewoners hier weinig tot geen last hebben van de wind. Dat komt doordat deze ruimte afgeschermd is door bebouwing. Over het algemeen wil je altijd ruimtes op menselijke maat ontwerpen, dus ik vraag me af dit principe echt iets toevoegt. Als cijfer geef ik dit een 7. Stefan Bödecker Ik ben het eens met je toelichting. De afmetingen die je noemt kunnen inderdaad belangrijk zijn voor hoogbouw. Ook zoals je tekening aangeeft is oogcontact inderdaad belangrijk bij de menselijke maat. Ik geeft dit principe daarom een 8 als score. Het is overigens wel goed om te kijken naar wat de 116
context is van het project. Een gebouw van 220 meter hoog vraagt namelijk om andere ingrepen om het op menselijke maat te houden, dan een lagere hoogbouwtoren. Principe 6: Gemeenschapsaanvoerders Lia Karsten Het is inderdaad van belang dat er iemand in hoogbouw aanwezig is die de boel onderhoudt of mensen aanspreekt op juist gebruik. Regels moeten wel in overleg met bewoners vastgesteld worden, anders gaat het niet werken. Ook kunnen aanvoerders zorgen voor het organiseren van buurtactiviteiten. Zo’n aanvoerders hoeft overigens niet per se een huismeester te zijn, het zou ook een actieve bewonersgroep kunnen zijn. Het is in ieder geval belangrijk dat er mensen zijn in hoogbouw die zich actief bezighouden met de regelgeving. Daarnaast is dit principe cruciaal voor de leefbaarheid in hoogbouw, omdat dit ervoor zorgt dat er mensen zijn die de boel organiseren en onderhouden in het gebouw. Ik geef dit principe daarom een 8. Stefan Bödecker Toevallig wilde ik het net hier over hebben met je, omdat een huismeester namelijk ook onderdeel uitmaakt van de menselijke maat. Sociale cohesie kan inderdaad gestimuleerd worden door een huismeester die zich actief inzet op sociale (buurt)activiteiten, maar dit zou ook door een actieve bewonersgroep gedaan kunnen worden. Gaat het om honderden huishoudens in het gebouw of gaat het maar om paar tientallen? Dat bepaalt hoeveel je actieve mensen je nodig hebt in hoogbouw. Als je dat goed doet, dan zou ik dit principe zeker een 10 geven.
117
Bijlage IV
Gesprekken met externe experts
Principe 1: Collectieve ruimtes Ab Barendse • Ab maakt wel vaker speelpleinen op het dak van scholen. Belangrijk is om rekening te houden met dat kinderen niet over het hek kunnen klimmen. Ook moet er een net over het plein heen, zodat er geen ballen vanaf het dak gegooid kunnen worden naar beneden. • Je moet wel rekening houden met wind en dan zeker bij hoogbouw. • Daken hebben potentie om interessante plekken te worden. • In verband met brandveiligheid is het wel noodzakelijk om niet te grote collectieve binnenruimtes te maken, omdat anders te veel bewoners tegelijk moeten vluchten door dezelfde ruimtes wat voor opstoppingen kan zorgen. • Een collectieve ruimte kan prettig zijn als er ook voldoende daglicht is. • Collectieve ruimtes kosten natuurlijk geld en veel mensen vinden het niet altijd fijn om daarvoor meer te moeten gaan betalen. • Score: 8 Luc Bos • Zorg ervoor dat er collectieve ruimtes komen die ook bewoners aanspreken • Zorg ook activiteiten met de buurt voor meer diversiteit. Daarnaast zorgt dit ervoor dat hoogbouw minder snel gezien wordt als een opzichzelfstaand eilandje • Het is ideaal wanneer aanvoerders verantwoordelijkheid nemen over de collectieve ruimtes, omdat dit een stuk eigenaarschap creëert en voor sociale controle zorgt. • Wanneer bewoners samen ergens voor betalen kan dat betrokkenheid tussen bewoners opleveren, want iedereen betaalt maandelijks voor een gemeenschappelijke ruimte die van iedereen is. Dat is bij de Europark in Leusden zo: maandelijkse bijdrage voor de tennisbaan, zwembad en pleintjes. • Interessant deelconcept waar een woning alleen maar bestaat uit een eigen badkamer en slaapkamer en verder een gemeenschappelijke huiskamer en deelkeuken. • “Bezit is niet belangrijk, beschikbaarheid wel!” • Score: 9
118
Principe 2: Routes via collectieve ruimte Ab Barendse • Parkeergarages moeten niet unheimisch aanvoelen en vrouwvriendelijk zijn, anders is het niet fijn om laat thuis aan te komen. • Binnenstraten zoals bij CasaNova kunnen minder prettig zijn, omdat de bewoners aan het atrium last zouden kunnen hebben van de mensen die er doorheen lopen (zeker als dit een route is die bewoners vaker nemen). De akoestiek in zo’n binnenruimte moet goed ontworpen zijn. • Daglichttoetreding maakt een belangrijk verschil voor de beleving van zo’n binnenruimte. • Er zijn mensen die wel een beetje van reuring houden. Dus zo’n atrium hoeft niet per se minder goed te zijn. • Als je een collectieve ruimte hebt met een duidelijke verblijfsfunctie, dan zou dat in principe beter kunnen werken dan het atrium van de CasaNova. • Score: 7 Luc Bos • Maakt sociale controle mogelijk • Routes ook vanaf de fietsenstalling (deze was nog niet getekend) • Little C is een interessant qua routing (beperkte liften, gebouwen met elkaar verbonden door middel van bruggen). Little C is daarentegen een opzichzelfstaand eiland: het maakt geen onderdeel uit van het stedelijk weefsel. • Score: 8 Principe 3: Groene buitenruimtes Ab Barendse • Het hoeft niet per se zo te zijn dat hoogbouwbewoners nooit naar een park in de buurt zullen gaan op het moment dat zij een groene buitenruimte hebben in het gebouw. • Groene buitenruimtes in hoogbouw kunnen best privé aanvoelen. De vraag is of het zal werken op het moment dat groene ruimtes in hoogbouw openbaar zouden worden in verband met sociale controle. • Een groene uitstraling kan ervoor zorgen dat hoogbouw minder massaal aanvoelt • Sterkere planten zijn nodig vanwege de bodem en klimaat. Valse Christusdoorn en plataan zijn goede bomen op plekken waar groeiomstandigheden moeilijk zijn. • Score: 8 119
Luc Bos • Voedseltuinen kunnen voor informele contacten zorgen tussen bewoners • Groen kan ook voor differentiatie (kleuren, volumes, etc.) zorgen in de gebouwde omgeving, terwijl hoogbouw over het algemeen weinig tot geen differentiatie heeft in vormgeving. Dit kan dus een middel zijn om hoogbouw te ‘onthoogbouwen’ (belangrijke opgave!). • Er wordt vaak onderschat hoeveel wind hoogbouw kan veroorzaken. Dat kan onder andere opgelost te worden door bomen te plaatsen, omdat deze heel goed zijn in wind opvangen. Ook dit kan weer bijdragen aan de menselijke maat. • Bomen in het algemeen kunnen ook zorgen voor de menselijke maat, omdat wij bomen associëren met het maaiveld. Uit ervaring van Luc kunnen hoge plekken worden onthoogd door op hoogte bomen te plaatsen. • Dit principe kan ook cruciaal zijn voor kinderen, omdat zij het liefst spelen in natuurspeeltuinen. • Score: 8 Principe 4: Grofkorrelige heterogeniteit Ab Barendse • Over dit onderwerp kunnen flinke discussies ontstaan tussen ontwikkelaars en beleggers. • Alleen maar rijke mensen in hoogbouw zorgt ervoor dat mensen met een minder groot vermogen maar ergens anders moeten wonen bij goedkopere woonbuurten. Dit zou voor gettobuurten kunnen zorgen in de stad. • De maatschappij van nu komt naar mijn idee minder vaak naar buiten dan vroeger. Dat maakt het best lastig om bewoners in hoogbouw samen te brengen • Eigenlijk moeten alle woonsegmenten in hoogbouw aan bod komen. Gemeentes kunnen hierop aansturen. • Score: 8 Luc Bos • Het is maar de vraag of dit gaat lukken en werken in hoogbouw. Dat wil niet zeggen dat dit principe niet belangrijk is, in tegendeel juist! • Uitdaging om kindvriendelijke hoogbouwomgevingen te creëren. • Zorg wel voor zekere mate van heterogeniteit, zodat bewoners met elkaar kunnen identificeren. Op die manier ontstaat er bonding. • Dit principe zorgt ook voor bridging, doordat bewoners elkaar kunnen ondersteunen: een oudere mevrouw begrijpt niet zo goed hoe haar iPad werkt en vraagt aan een student, die zij van het laatst had gesproken in 120
•
•
• •
de gemeenschappelijke huiskamer, om hulp. Pas hoogbouw ook aan op ouderen, omdat de bevolking zal blijven vergrijzen. Doe dit bijvoorbeeld door corridors te ontwerpen waar twee ouderen met een rollator naast elkaar kunnen lopen. Zorg er ook voor dat de routes naar collectieve ruimtes comfortabel zijn voor ouderen. Bewoners selecteren bij groepen die bij elkaar passen. Op die manier krijg je verschillende groepen in hoogbouw die elkaar kunnen aanvullen. Als je bewoners niet selecteert is er geen duidelijke structuur meer in de groepen en gaat dat ten koste van de bonding. Dit kan geregeld worden via aanvoerders. “Dit is de belangrijkste opgave voor succesvolle hoogbouw!” Score: 10
Principe 5: Menselijke maat Ab Barendse • Ik vind het opmerkelijk dat de hoogbouw/sociale cohesie-experts een best lage score hebben gegeven aan dit principe, terwijl ik dit voor mij altijd belangrijk is. Voor mij is dit namelijk een basisvoorwaarde voor een goed ontwerp. Mensen zijn niet graag in te krappe of te grote ruimtes, daarom is dit principe zo belangrijk. • Zo’n omringde buitenruimte als de patio bij Floating Gardens kan heerlijk zijn om in te verblijven. Lekker uit de wind en het voelt ook alsof je in een normaal gesloten bouwblok bent. • Score: 9 Luc Bos • Routes die niet op menselijke maat zijn ontworpen voelen niet comfortabel. Neem bijvoorbeeld de super lange galerijen bij de Bijlmerflats. Zo’n slecht ontworpen route kan onveilige situaties creëren. • “Menselijke maat is altijd een basisvoorwaarde!” • Een gebouw op menselijke maat zorgt ervoor dat bewoners elkaar kunnen herkennen en aanspreken. • Snelheid bewegen is hierbij ook belangrijk. Bewoners lopen gewoon door als er niks te zien valt tijdens de route. Een plek waar mensen langzamer lopen is meestal veel te zien en kan zorgen voor meer sociale controle en ontmoetingen, omdat mensen langer over hun route doen. • Encroachmentszone (overgangszone in boek ‘De stoep’) zou een belangrijke rol kunnen spelen in hoogbouw. Het zorgt voor spontane contacten tussen mensen. Daarnaast zorgt dit voor privacy, omdat de afstand tussen de openbare ruimte en privé groter wordt. Bovendien is dit 121
•
• •
een middel om ruimtes op menselijke maat te ontwerpen. Tevens maakt dit sociale controle mogelijk. Parochiale ruimtes zijn misschien wel interessant in hoogbouw. Dat zijn ruimtes die niet openbaar, maar ook niet privé aanvoelen. Bezoekers voelen duidelijk dat ze te gast zijn. Bovendien zijn dit plekken waar bewoners graag verblijven en een praatje met elkaar maken. De menselijke maat is bepalend voor de beleving. Score: 9,5
Overgangszone uit ‘De Stoep’ (van Ulden, Heussen, & van der Ham, 2015)
Principe 6: Gemeenschapsaanvoerders Ab Barendse • Een huismeester kan zorgen voor sociale controle in hoogbouw. Mensen zullen bijvoorbeeld hierdoor minder snel afval op de grond gooien en minder luidruchtig zijn. • Als bewoners elkaar aanspreken op hun gedrag, zoals bijvoorbeeld bij geluidsoverlast, dan kunnen er fricties ontstaan tussen buurtbewoners. Dat heb je al minder gauw bij een huismeester, omdat hij gezag heeft en dat bewoners naar hem luisteren. • De vraag is of er ook bewoners zijn die zo’n rol tot zich willen nemen. Er moeten maar de net mensen voor zijn die daar zin in hebben. • Score: 9 Luc Bos • Belangrijk, omdat het dan duidelijk is wie de leiding heeft. Bewoners nemen namelijk in principe niet zelf het initiatief. • Om een bepaalde periode een nieuwe aanvoerder onder de bewoners, zodat zij meer betrokken met elkaar worden. • Laat elke collectieve ruimte vertegenwoordigen door een bewoners. Hierdoor is er iemand die verantwoordelijkheid neemt voor deze ruimte. Daarnaast kan zo’n persoon een aanspreekpunt zijn voor bewoners die 122
• •
gebruik maken van deze collectieve ruimte. Sociale cohesie lukt niet zonder aanvoerders, omdat er dan niemand initiatief neemt voor de buurt. Score: 9
123
124
125
Deze scriptie van de Hogeschool Utrecht laat zien hoe je sociale cohesie in hoogbouw kan stimuleren. Voor dit onderzoek is literatuur verzameld en gesproken met met professionals uit de architectuur, stedenbouw, gebiedsontwikkeling en met een universitaire hoofddocente Urban Geographies. Door middel van de literatuur en gesprekken met professionals zijn ontwerpprincipes tot stand gekomen die een ontwerper kan gebruiken om sociale cohesie in hoogbouw te stimuleren.
126