1.3 Sociale cohesie stimuleren
Bovenhoff en Meier hebben onderzoek (2015) gedaan naar welke voorzieningen op dorpsniveau sociale cohesie kunnen stimuleren in plattelandsdorpen. In de conclusie stellen zij dat voorzieningen zoals een dorpshuis, café, basisschool, lokale supermarkt en een sportvereniging een belangrijke rol spelen in het contact tussen dorpsbewoners. Daarnaast laten zij weten dat een bibliotheek een cruciale ontmoetingsplek kan zijn, omdat daar relatief veel verschillende soorten bezoekers samenkomen. Ook zeggen zij dat groenvoorzieningen zoals parken bij kunnen dragen aan sociale cohesie. Verder concluderen zij dat het inbrengen en het realiseren van (buurt)voorzieningen symbolen kunnen worden voor sociale cohesie. Dit komt volgens Bovenhoff en Meier doordat zulke symbolen de gezamenlijke inzet van de bewoners laten zien. Verder wordt er aangegeven dat sociale cohesie gestimuleerd zou kunnen worden door plekken te realiseren die aantrekkelijk zijn om te ontmoeten voor bewoners. Dit zou kunnen plaatsvinden in zogenaamde third places. dat zij plekken waar mensen zonder verlichtingen kunnen ontmoeten en ruimte is voor lokale initiatieven (2015, p. 39). Movisie heeft twee onderzoeken uitgevoerd naar het werken aan de sociale samenhang in buurten en wijken. Een paar lessen uit ‘Wij in de wijk deel 1’ (Cadat-Lampe, et al., 2020a, pp. 63-68) zijn: • Voor het faciliteren en stimuleren van sociale verbindingen zijn er ontmoetingsplekken nodig. • Een project dat gericht is op bonding, bridging en linking, heeft er baat bij als er iemand aanwezig is die bewoners in contact weet te brengen, omdat schroom en verlegenheid vaak in de weg staan voor spontane contacten tussen bewoners. Zo’n persoon kan een opbouwwerker, kwartiermaker, buurtverbinder, sociale verbinder, wijkcoach of een gebiedsmakelaar zijn; • Het is belangrijk om overbruggende contacten serieus te nemen, ook als deze licht en zwak zijn. Het probleem is namelijk dat het sociale netwerk van bewoners vaak eenzijdig zijn, waardoor zij vaak in een omgeving wonen met bewoners die evenveel weten en dingen kunnen als de persoon zelf. Als iemand dan ergens vragen over heeft of ergens tegen aanloopt zijn er weinig tot geen mensen in de buurt die ondersteuning kunnen bieden. Het is daarom van belang om ook bridging te stimuleren; • Verbindingen tussen bewoners kunnen ontstaan bij kleinschalige buurtinitiatieven.
30