Get inspired by studying
ECONOMICS & BUSINESS IN TILBURG ken Frank Rirjt een combinee re met turncarrièdie in een stu Tilburg
van de makers van
6000+ Members
Up to 15% Discount on Books
300+
Vacancies
50+ Career & Study
Related Events
Deals A lot of 30+ Free Beer Bars, &Restaurants More
f a ro v
COLOFON ONDERWIJSSPECIAL augustus 2020 TILBURG SCHOOL OF ECONOMICS AND MANAGEMENT Deze onderwijsspecial is gemaakt door de redactie van New Scientist in opdracht van Tilburg University, Tilburg School of Econom ics and Management (TiSEM). TiSEM is een toonaangevende Europese speler voor onderzoek en onderwijs op het gebied van Business en Economie. Hoofdredactie Jim Jansen Eindredactie Wim de Jong Beeldredactie Jaap Augustinus Aan dit nummer werkten mee Pepijn Barnard, Bram Belloni, Bob Bronshoff, Fenna van der Grient, Irene Faas, Ans Hekkenberg, Cees Heuvel, Jim Jansen, Joris Janssen, Peter de Jong, Maaike Putman, Iris Verhoeff, Sebastiaan van de Water Basisontwerp Sanna Terpstra (Twin Media bv) Vormgeving Donna van Kessel (Twin Media bv) CONTACT NEW SCIENTIST Mail redactie@newscientist.nl (voor pers berichten), info@newscientist.nl (uitsluitend voor vragen aan redactie), klantenservice@ newscientist.nl Tel +31-(0)85-6202600 Adres (post en bezoek) Oostenburgervoorstraat 166, 1018 MR Amsterdam Brandmanager Thijs van der Post (thijs@newscientist.nl) Sales Alex Sieval (alex@newscientist.nl) CONTACT TISEM Marjolein Breems M.M.A.Breems@tilburguniversity.edu tilburguniversity.edu/tisem Druk Koninklijke Drukkerij Em. De Jong ISSN 2214-7403 De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. COPYRIGHT Niets, maar dan ook echt helemaal niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen of in een geautomatiseerd gegevensbestand worden opgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever.
Student centraal Als je kiest voor Tilburg University, dan beland je niet alleen op een van de beste universiteiten van Nederland, je krijgt Tilburg als universiteitsstad er als gratis extraatje bij. Als ik de verhalen in deze special lees, gemaakt samen met de redactie van het populairwetenschappelijke tijdschrift New Scientist, dan vind ik het bijna jammer dat ik zelf geen student meer ben. Het interview met student Bas van der Werf (pagina 34) leest als een spannend jongensboek. Terwijl hij nog in de collegebanken zit, heeft hij al meerdere bedrijven opgericht, hij houdt zijn conditie op peil bij de verschillende sportfaciliteiten die de universiteit aanbiedt en hij heeft het Tilburgse voor een halfjaar verlaten voor een stage in Amerika. En te oordelen naar de andere verhalen in dit nummer is Bas hier niet
Interviews 06 Student aan zet Vicedecaan Jeroen Kuilman over onderwijskwaliteit, college tijdens corona en studeren in het buitenland.
12 M r. Spotify Hannes Datta onderzoekt streaming platforms – en doceert het liefst online.
15 ‘ Ondernemen is sexy’ Wynand Bodewes over de nieuwe bachelor Entrepre neurship and Business Innovation.
20 M eer dan cijfers Accountancy-stel Bart Dierynck en
Sofie Vandenbo gaerde over passie voor hun vak.
uniek in. Bij ons staat de student centraal en we proberen gezamenlijk het beste uit ieders carrière te halen. Deze benadering werpt zijn vruchten af en ik ben oprecht trots op de hoge waardering door de Nationale Studenten Enquête en de Keuzegids. We krijgen veel waardering van studenten omdat de kwaliteit van het onderwijs hoog is en we hier veel goede docenten hebben rondlopen. Ik wens je veel plezier met het lezen van deze special. En mocht je nog niet in Tilburg studeren, dan zeg ik: wees van harte welkom! Prof. dr. Geert Duijsters
Decaan Tilburg School of Economics and Management
Get inspired by studying
ECONOMICS & BUSINESS IN TILBURG en Frank Rijk een combineert met turncarrièree in een studi Tilburg
22 S teun en toeverlaat
In beeld
04 College voor een green screen Bob van den Brand pept zijn lessen op met innovaties.
Het Education Support Team zorgt dat het onderwijs soepeltjes draait. van de makers van
24 ‘Iedereen is gevoelig voor merken’ Ook marketing titanen Bart Bronnenberg (Fender-gitaren) en Ronald de Jong (Harley-motor) gaan voor de bijl.
26 Tweede leven voor Second Life Anne Rutkowski geeft les in de virtuele wereld.
COVERONTWERP: DONNA VAN KESSEL
30 Topsport en studie Het leven van studenten Frank Rijken en Dogus Köker wordt bepaald door ijzeren discipline.
32 Blik op de Wereld De Smeetskring en Improving Society Lab zetten de deuren naar de maatschappij wagenwijd open.
34 M ultiondernemer
06
Student Bas van der Werf heeft al drie bedrijven op zijn naam staan.
10 Feiten en cijfers TiSEM in vogel vlucht.
18 Campuslife Alles wat er te doen is op de campus van Tilburg University.
En verder
09 Column Henri van den Hout Het leraarschap saai? Verre van!
28 Flink stampen Julia Cleton (22, fiscale economie) tekende haar studentenleven een week lang op in een dagboek.
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 3
MAAIKE PUTMAN
ent dtuen ‘So m die jhvruzk’en jgri
‘Bij alles wat we doen betrekken we studenten’ Studenten moeten de regie nemen over hun carrière, meent vicedecaan Jeroen Kuilman. Een gesprek over de kwaliteit van de opleiding, college geven tijdens corona en studeren in het buitenland. ‘Natuurlijk is het ook leuk om te reizen, nieuwe mensen te leren kennen en met hen te feesten.’ Tekst: Jim Jansen Beeld: Bob Bronshoff
E
r heerst een serene rust als we eind mei de Universiteitslaan op lopen. Op deze zonovergo ten dag ligt de campus er ver laten bij. De AH to go is dicht, de tafeltjes en stoeltjes van de Starbucks zijn voorzien van een dikke laag stof en studenten zijn er amper te bekennen. Ook vicedecaan Jeroen Kuilman heeft door corona zijn werkkamer in het Koopmans gebouw verruild voor een thuiswerkplek in Breda. Hij vindt het zicht baar leuk om na een absentie van acht weken weer langs de gebouwen te lopen. ‘Hé, dat is nieuw’, zegt hij als hij ziet dat de trap over de Universiteitslaan in regenboog kleuren is geschilderd. Hoewel hij zijn werkzaamheden op een andere plek doet, is de inhoud van het werk deels hetzelfde gebleven, met corona als groot extra dossier. ‘Ik probeer de ochtend vrij te houden voor grote dingen die mijn aandacht nodig heb ben,’ zegt hij. ‘Ik lees de urgente mails, schrijf stukken en vanaf half twaalf begin nen vergaderingen via Skype en Zoom. Het overgrote deel van mijn werk bestaat uit praten. Met mensen uit het onderwijs, andere vicedecanen, studenten, docenten
en nog heel veel anderen met als uiteinde lijk doel het onderwijs te verbeteren.’ Heb je nog tijd om onderzoek te doen of onderwijs te geven?
‘In mijn huidige functie is onderzoekstijd schaars en heel af en toe geef ik les. Aan mensen uit het bedrijfsleven geef ik het vak innovatiemanagement. En daar haal ik veel energie uit. Het is geweldig met studenten in de weer te zijn met onderwerpen die je na aan het hart liggen. Toen ik begon als onder zoeker hoorde het bij mijn functie om vak ken te doceren; aan het begin was dat best spannend. Maar al snel ontdekte ik een pas sie voor het onderwijs.’
raten al jaren over het online aanbieden p van colleges, maar steeds weer stuitte dat op weerstand. Studenten wilden graag, maar voor docenten was die drempel lastig. Nu werden we gedwongen om het te doen. Dat geldt ook voor het online tentamens geven. Dat hebben we hiervoor nog nooit hoeven doen.’ Denk je dat er zaken blijvend veranderd zijn door het virus?
‘Een van de belangrijkste dingen is dat je als docent structuur moet bieden. Studenten willen weten waar ze aan toe zijn en wat er van hen verwacht wordt. Het is dodelijk om te gaan schuiven en halverwege een vak opeens de doelpalen te verplaatsen, bijvoor beeld door de opzet van het tentamen te veranderen. Je neemt ze bij de hand, van a naar b. Vergelijk het met mensen op reis nemen. Dan is het ook niet handig om hal verwege de bestemming te wijzigingen.’
‘Ik hoop het. Ik vind ook dat we niet terug moeten naar de situatie van voor 1 maart 2020. We hadden om kwart voor negen in de ochtend hoorcolleges met vijfhonderd stu denten. Sommige stonden daarvoor vroeg op om vanuit Zeeland of Limburg naar Tilburg te reizen. Is het niet beter als een dergelijk hoorcollege met beperkte interac tie tussen student en docent gewoon online plaatsvindt? Aan de andere kant is het natuurlijk goed als ze soms hier zijn, met name voor kleinere interactievere bijeen komsten. Door corona kijken we met een nieuwe blik naar onze onderwijsvormen en onderzoeken we wat we wel en niet op de campus plaats laten vinden. Natuurlijk blijft de binding tussen studenten en tussen stu dent en universiteit van groot belang.’
Wat heb je geleerd van de coronacrisis?
Hoe staat het TiSEM ervoor?
‘Noodgedwongen zijn we uit onze bestaan de manieren van denken gekomen. We
‘Heel goed. Veel van onze opleidingen scoren goed in de Nationale Studenten
Hoe werkt goed lesgeven?
6 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
interview
Jeroen Kuilman
Enquête en de Keuzegids. Dit zijn rang lijsten die aangeven hoe opleidingen gewaardeerd worden ten opzichte van vergelijkbare opleidingen in Nederland. We krijgen veel waardering van studenten omdat de kwaliteit van het onderwijs hoog is en we hier veel goede docenten hebben rondlopen. Daarnaast is het onderwijs hier in Tilburg, vergeleken met de Randstad, net iets kleinschaliger. Bij alles wat we doen betrekken we studenten. Ze zijn heel actief in opleidingscommissies en de faculteits raad en we vragen om feedback waar we ook daadwerkelijk wat mee doen. Als we bijvoorbeeld de vakken in een opleiding willen wijzigen doen wij dit niet zonder de input van studenten mee te nemen.’ ‘Understanding society’ is de slogan waarmee je nieuwe studenten werft.
‘Zeker. Onze universiteit is zeer maatschap pelijk georiënteerd. In ons vakkenpakket besteden we aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. We hebben hier ook een sustainability-centrum dat hier onderzoek naar doet en bij het Zero Hunger Lab proberen we oplossingen te vinden voor het wereld voedselprobleem.’ Deze slogan sluit naadloos aan bij de drie k’s: kennis, kunde en karakter.
‘We zijn van oudsher een onderzoeksuni versiteit; dat is de k van ‘kennis’. In ons onderwijsprogramma besteden we steeds meer aandacht aan vaardigheden om het goed te doen op de arbeidsmarkt. We leren studenten om samen te werken in teams en brengen ze sociale skills, ICT-kennis en onderhandelingsvaardigheden bij; dat is de k van ‘kunde’. Bij ‘karakter’ proberen we niet te belerend en te normatief te zijn. Het gaat over denken en doen; we willen studenten een kritische houding meegeven en hen Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 7
interview
‘Door corona kijken we anders naar onderwijs’ leren onafhankelijk te denken. Studenten moeten de regie nemen over hun carrière. Eerst hier op de universiteit en later in een bedrijf of een eigen onderneming. Daarom gaat het niet alleen over feitelijke kennis overdracht, maar is er ook aandacht voor zaken als filosofie en bedrijfsethiek.’ In jouw eigen carrière vormt ondernemerschap de rode draad. Wat is zo leuk aan ondernemen?
‘Je zet stappen om iets nieuws te creëren. Je wijkt af van de status quo en maakt iets dat niet eerder bestond. Dat vind ik geweldig. Het proces van denken, creëren en bijscha ven is fantastisch. Uiteindelijk wordt een idee dat is ontstaan in je hoofd realiteit. Dat geeft heel veel voldoening.’ Diezelfde voldoening zal je ook hebben bij de nieuwe opleiding die september 2020 start.
‘De BSc Entrepreneurship and Business Innovation bestond wel op hbo-niveau maar
niet voor de universiteit. We willen studen ten kennis laten maken met ondernemer schap en een opleiding aanbieden die hen voorbereidt op een baan in het mkb of bij het starten van een eigen onderneming. Met collega’s zoals James Small, directeur van het Tilburg Center of Entrepreneurship, hebben we jaren nagedacht over deze opleiding en het heeft langzaam vorm gekregen. Steeds meer mensen werden enthousiast, we kregen de steun van het College van Bestuur en ook de Gemeente Tilburg werd erbij betrokken. Tweehonderd studenten hebben zich inmiddels ingeschreven en ze hebben hier een eigen gebouw op de campus. Ze leren alles over zaken als bedrijfskunde, marketing, financiering, strategie en plan nen. Daarnaast gaan ze aan de slag met projecten met het bedrijfsleven van Tilburg. Zaken die ze hier in de collegebanken leren, kunnen ze meteen met hun projecten in de praktijk brengen.’ Zelf heb je het Tilburgse meerdere malen verlaten om onder meer te doceren in Hong Kong en Moskou.
‘Hong Kong kwam op mijn pad en daar ben ik vier jaar gebleven. Een fascinerende regio. De ontmoetingsplek tussen Oost en West met veel Britse invloed. De mengelmoes vond ik interessant. En ook de tegenstellin gen. Enerzijds heb je het zakencentrum met New Yorkse trekjes dat vierentwintig uur per dag doorgaat. Maar als je vandaar in de bus stapt ben je in twintig minuten in prachtige natuur met witte stranden en palmbomen. Moskou was anders. Ik werkte daar bij de staatsuniversiteit en ‘ondernemen’ is daar een vies woord. De studenten associeerden het vooral met corruptie. Het was best inge wikkeld om mijn theorieën over onderne merschap uit te leggen.’ Raad je het studenten aan om een tijd naar het buitenland te gaan?
‘Zeer zeker. Het is goed dat ze kennismaken met een andere cultuur in een andere omge ving. Dat ze zien dat een land en een stad 8 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
CV
Jeroen Kuilman (Hoogezand-Sappemeer, 1979) is vicedecaan Onderwijs en Associate Professor of Management aan de Tilburg School of Economics and Management. Tussen 2006 en 2010 gaf hij les en deed onderzoek aan de Hong Kong University of Science and Technology en doceerde tevens aan de Staatsuniversiteit van Moskou en aan de Universidad de los Andes in Colombia. Hij is in 2005 gepromoveerd aan de Erasmus U niversiteit Rotterdam op het proefschrift The Re-Emergence of Foreign Banks in Shanghai: An Ecological Analysis.
anders zijn ingericht, zowel maatschappelijk als economisch, en dat niet alles vanzelf sprekend is. Het is goed als ze buiten bestaande structuren gaan denken. En daarnaast is het gewoon leuk om te reizen, nieuwe mensen te leren kennen en met hen te feesten.’ Als vicedecaan heb je een drukke baan en sta je altijd ‘aan’. Hoe ontspan je?
‘Aan de Sloterplas in Amsterdam heb ik een bootje en op het water krijg ik een vakantie gevoel en kan ik alle stress vergeten. Ik kom uit een schippersfamilie, verschillende ooms en tantes voeren in de binnenvaart en water zit in mijn DNA. Het geeft me een ultiem gevoel van vrijheid.’
opinie
column
Leve het onderwijs!
E
en veelgestelde vraag aan leraren op havo en vwo is of het niet saai is om elk jaar hetzelfde verhaal te vertellen in de klas. Blijkbaar gaan de vragenstellers ervan uit dat een leraar vooral vertelt en dat er weinig tot niets verandert aan de vakinhoud. Toegegeven, er zijn leraren die hele lessen aan het woord zijn, zich strikt houden aan een lesmethode en de voorbeelden niet veranderen. Maar het kan ook anders. Een leraar heeft als taak om leerlingen te helpen bij hun leren. Hij moet ervoor zorgen dat leerlingen juiste informatie krijgen over de vakinhoud. Maar hij moet ook steeds beoordelen of de leerlingen de leerdoelen halen, zodat hij kan bijsturen als dit niet het geval is. Daarvoor moet hij een leerprestatie van zijn leerlingen in geschreven of gesproken vorm naar waarde kunnen inschatten. Saai? Verre van. Leerlingen laten je, onbedoeld, feilloos zien waar je niet duidelijk genoeg bent. Mijn eerste ervaring (als leraar zonder lerarenopleiding) was een schoolvoorbeeld van wat je kunt verwachten. Het onderwerp in de les bedrijfseconomie in een vijfde klas was de eindwaarde van een kapitaal. Ik legde leerlingen de volgende vraag voor. ‘Over drie jaar wil jij een verre
reis maken. Je wil dan 10.000 euro op je spaarrekening hebben. Het saldo op die rekening is nu nul. De bank vergoedt jou 1 procent interest per jaar. Moet jij nu meer of minder dan 10.000 euro op die spaarrekening zetten?’ Een in mijn ogen eenvoudige vraag. Een leerling zei: ‘Meer, want ik haal wel eens geld van een rekening.’ Ik dacht toen dat een opleiding tot leraar niet zo’n gek idee was, zeker omdat onderwerpen als kosten en reserves nog moesten komen. Tilburg University biedt, in samenwerking met scholen koepel OMO, de master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in het schoolvak economie of bedrijfseconomie aan. Met die master wordt een eerstegraads bevoegdheid gehaald, waarmee onderwijs mag worden verzorgd op vmbo, mbo, havo en vwo. (Voor het hbo en wo bestaat geen bevoegdheid.) In de masters wordt aandacht besteed aan (vak)didactiek, pedagogiek en didactisch o nderzoeken. Uiteraard maken schoolstages een belangrijk deel uit van de master. Tussen 2014 en 2019 hebben 54 studenten een of twee van deze masters afgerond. 43 van hen zijn daarna als leraar aan het werk gegaan, voornamelijk op havo en/of vwo, maar ook op hbo en wo. Alle 43 zijn nog als leraar aan het werk.
Mijn eerste ervaring was een schoolvoorbeeld van wat je kunt verwachten in het onderwijs
Henri van den Hout is academic director van de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg TiSEM
MT AI RN O U D S H O R N
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 9
inzicht
TiSEM in feiten en cijfers Studenten
7.067
Medewerkers
385 50% internationaal
1.060 345
15% internationaal in studiejaar 2019/2020
Nationale Alumnimonitor
40 medewerkers onderwijsondersteuning
76%
89%
24%
11%
89% van de afgestudeerden is (zeer) tevreden met de Masteropleiding die zij volgden bij TiSEM. 10 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
76% zou weer voor hetzelfde programma kiezen.
INFOGRAPHIC: PEPIJN BARNARD TEKST: IRIS VERHOEFF
18 masteropleidingen
Portfolio van opleidingen 7 bacheloropleidingen Bedrijfseconomie International Business Administration Fiscale Economie Economie en Bedrijfseconomie Economics Econometrie en Operationele Research Entrepreneurship and Business Innovation (nieuw per september 2020)
Aantal alumni
Accountancy Business Analytics and Operations Research Econometrics and Mathematical Economics Economics Finance Fiscale Economie Information Management International Business Taxation: Economics International Management Lerarenopleiding Algemene Economie Lerarenopleiding Management en Organisatie (Bedrijfseconomie) Marketing Analytics Marketing Management Quantitative Finance and Actuarial Science Research Master Business Research Master Economics Strategic Chain Management Supply Chain Management
Alumni komen te werken bij:
Per jaar krijgen ongeveer 1.600 masterstudenten hun diploma.
Behaalde accreditaties TiSEM heeft een AACSB-accreditatie. Alle opleiding van TiSEM zijn NVAOgeaccrediteerd.
Keuzegids HO 2 bachelor- en 3 masteropleidingen staan bovenaan de ranglijst van vergelijkbare opleidingen in Nederland. Daarvan hebben 1 bacheloren 2 masteropleidingen het label TOP-opleiding.
Nationale Studenten EnquĂŞte (NSE) De opleidingen van TiSEM krijgen van studenten een cijfer van 4,17 uit 5 op de vraag of zij de opleiding zouden aanraden.
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 11
12 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
BOB BRONSHOFF
Datta loves data
Mr. Spotify – zo wordt Hannes Datta soms gezien vanwege zijn onderzoek naar de populaire muziekstreamingdienst. Maar zijn onderzoek naar digitalisering is veel breder. ‘Het onderwijs is toe aan format dat net zo radicaal vernieuwend is als dat van Spotify.’
Tekst: Wim de Jong
H
annes Datta (1984) vond het maar saai aan de universiteit waar hij studeerde, in de Beierse stad Ingolstadt. ‘Zo’n beetje alle studenten aan de bedrijfseconomische faculteit dachten dat ze manager van Audi zouden worden, dat het hoofdkantoor daar vlakbij heeft. Heel eendimensionaal.’ Mede op aanraden van zijn vader, die in de kranten goede berichten over Nederlandse universiteiten had gelezen, zocht hij zijn geluk aan de andere kant van de grens. Uiteindelijk viel de keuze op Maastricht. Na zijn promotie aldaar werd hij assistant en later associate professor in Tilburg. Wat beviel hem zo? ‘Het onderzoeksklimaat in de bedrijfseconomische wetenschappen is hier veel beter. Nederland is veel sneller overgestapt naar Engelstalig onderwijs, waar ik een groot voorstander van ben. Mede daardoor is het voor Nederlandse onderzoekers makkelijker om in toptijdschriften te publiceren.’ Een andere reden dat hij gebleven is, is de levensstijl. ‘Ik ben niet zo van hiërarchie, dus misschien pas ik gewoon beter bij de Nederlandse samenleving.’
wie het maar horen wilde over een app die Spotify heette en die langzaamaan Europese landen veroverde. Datta nam een abonnement, sloeg enthousiast aan het luisteren en merkte dat zijn muzieksmaak veranderde. ‘Eerst was ik vooral into alternative rock, indie, dat soort spul. Maar sinds ik in Nederland ben, ben ik veel breder gaan luisteren, naar electronic dance music bijvoorbeeld. Ik ben me toen gaan afvragen: komt het doordat ik in een ander land woon of komt het door Spotify? Het leek me ook meteen een interessant onderzoeksonderwerp: welke invloed heeft zo’n platform op luistergedrag? Ik denk dat Spotify wel degelijk mijn persoonlijke muzieksmaak heeft beïnvloed. Ik ben erdoor in aanraking gekomen met voor mij onbekende artiesten waar ik niet voor zou betalen. Ik had niet gedurfd om het uit te proberen. Maar als je voor één abonnementsprijs toegang hebt tot dertig miljoen nummers, dan ga je een beetje spelen.’
‘Ik bestudeer niet alleen hoe consumenten keuzes maken, maar ook hoe platforms deze keuzes beïnvloeden’
Zweedse app
Grote puzzel
Op een feestje van Duitse vrienden in 2011 had hij een ontmoeting die invloed zou hebben op zowel zijn professionele als privé-leven. Een Zweedse gast vertelde aan
Met onderzoek naar muziekstreamingplatforms begon Datta’s onderzoekscarrière, maar met de NWO Veni-beurs die hij in 2017 ontving, wil hij zijn onderzoeksagen-
da verbreden. ‘Ik wil niet alleen Mr. Spotify zijn. Digitale platformen vind je niet alleen in de muziekindustrie. Dankzij succesvolle platforms als Netflix koop je geen films meer maar je gaat ze huren op een abonnement. Datzelfde kan ook met games, boeken et cetera.’ Met verschillende onderzoeksprojecten probeert Datta te kijken naar kleine aspecten van de grote puzzel, om de digitalisering beter te snappen. ‘Concurrentie is één van die aspecten. Als er nog maar één muziekstreamingplatform is en dat controleert alles wat jij luistert, dan is dat slecht voor jou als consument en voor de producent, de artiest. Ik bestudeer dus niet alleen hoe consumenten keuzes maken, maar ook hoe platforms proberen deze keuze te beïnvloeden.’
Voordeel van video Aan dat onderzoek is Datta op het moment van interviewen echter al maanden niet toegekomen. Vanwege de coronapandemie heeft het onderwijs, in een volledig op de omstandigheden aangepaste vorm, al zijn tijd opgeslokt. Datta is blij dat hierdoor veranderingen die hij al had willen doorvoeren in een stroomversnelling zijn gekomen. ‘Ik had al mijn colleges in een livestream kunnen doen. Dan had ik anderhalf uur gesproken, twee keer in de week en dan was ik klaar geweest. Maar ik heb ervoor gekozen mijn format aan te passen aan de digitale tools die er zijn en wat kan als je digitaal lesgeeft.’ Dattta raakt niet snel uitgepraat over de voordelen daarvan. ‘Je kunt studenten op hun eigen snelheid meenemen. Als je dingen opneemt, kunnen studenten jou pauzeren als ze het even niet snappen, of even terug-
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 13
interview Hannes Datta
spoelen. Ten tweede hoeven we niet meer vast te houden aan die roosters met colleges van anderhalf uur, omdat je niet meer vastzit aan de planning van een ruimte. Soms zou ik supergraag tweeënhalf uur doen over een college, soms maar een half uurtje, maar dan met wat meer opdrachtjes thuis - nu kan dat. Ten derde: online colleges hebben een publieke chatfunctie. Studenten in deze generatie zijn heel erg gewend om die chats te gebruiken. Maar in een fysiek college zouden sommigen nooit durven om vragen te stellen. Daardoor zie ik dat er veel meer interactie is in mijn colleges.’
Beter lesgeven Datta ziet nog veel meer voordelen aan digitaal college geven, maar zijn punt is duidelijk: het werkt fantastisch en we moeten radicaal ons format veranderen. ‘Dat is ook wat Spotify heeft gedaan met de muziekindustrie. Daardoor is radicaal het format veranderd waarin muziek wordt aangeboden. Daardoor zijn ze ook zo succesvol geworden. Ze hebben de voordelen van de digitalisatie gebruikt om een beter verdienmodel neer te zetten en dat probeer ik ook met mijn onderwijs te doen. Ik denk dat we veel beter les kunnen gaan geven. Dan hoeft de universiteit minder te
investeren in onderwijsgebouwen maar meer in licenties voor digitale platforms, voor een fractie van de kosten.’ Een ander strijdpunt van Datta is de reproduceerbaarheid van onderzoek. ‘Daar is veel aandacht voor, maar toch is het heel lastig om onderzoekers ertoe over te halen om dat te gaan doen, omdat het tijd kost. Ik denk dat het helpt als je duidelijk kunt maken dat reproduceerbaarheid jou als onderzoeker uiteindelijk beter en efficiënter maakt. Ik ben daarom een groot initiatief gestart met als werktitel Tilburg Science Hub. Daarvoor heb ik samen met andere onderzoekers handleidingen en tutorials ontwikkeld om collega’s te overtuigen van de efficiëntie van reproduceerbaar onderzoek.’ Ook hier geldt: jong geleerd is oud gedaan, meent Datta. ‘Ik wil het heel vroeg gaan leren aan studenten. Ik heb ze bijvoorbeeld voor een opdracht tweets laten verzamelen van tijdens de persconferenties van Rutte over de corona-
‘Reproduceerbaarheid maakt onderzoekers uiteindelijk beter en efficiënter’
crisis. Ze moesten daarbij heel nauwkeurig aan de hand van onze site beschrijven: wat zit er in die data, wat waren de problemen, hoe is die data verzameld? Deze readme hebben we samen met de data publiek beschikbaar gezet, voor iedereen om ze te gebruiken. Dat is hartstikke leuk. Daar kan weer onderzoek mee worden gedaan. En zij weten nu: hoe je data goed documenteert, zodat andere mensen daarmee aan de slag kunnen. Dat is toch prachtig?’
Juridisch schemergebied Toch vinden bedrijven het soms niet zo prachtig dat Datta via web scraping met hun publiek beschikbare data aan de gang gaat. ‘Officieel weet eigenlijk niemand of dat mag of niet mag, het is een juridisch schemergebied. Sommige bedrijven schrijven in hun terms of use: het mag niet. Maar de data zijn publiek toegankelijk en ik sla ze veilig op, et cetera.’ Bijna ging het een keer goed mis voor Datta. ‘Ik deed onderzoek met publieke data en ik heb het betreffende bedrijf daar elk jaar over ingelicht over de voortgang van mijn onderzoek, dat zo’n vier jaar duurde. Nooit reactie gehad, maar toen ik op het punt stond om te publiceren hebben ze dat proberen te blokkeren. Als dat gebeurd was, had dat het einde van mijn carrière betekend. En zo zijn er genoeg jonge onderzoekers die vergelijkbare dingen meemaken. Ik zou graag willen dat mijn instelling, Tilburg University, de nodige steun verleent om ons onderzoek uit het juridisch schemergebied te halen. Een policy paper, eventueel ook samen met andere instellingen in het land, zou hierbij kunnen helpen.’
Echt een wetenschapper
Dankzij Spotify veranderde de muziekindustrie onherkenbaar. Welke app gaat het onderwijs op z'n kop zetten? ISTOCK
14 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
Het ontbreekt Datta kortom niet aan ambitie. Hoe ziet hij zijn toekomst? ‘Ik ben nu twee jaar associate professor en soms krijg je dan uitnodigingen voor een full professorship. En dan denk ik: mwah, ik wil eigenlijk eerst lekker genieten van de fase waar ik nu in zit. Ik wil nog meer promovendi begeleiden, ik wil m’n Tilburg Science Hub goed uitzetten. Dan ga ik wel later nadenken over de vervolgstappen.’ En als Spotify belt met een aantrekkelijk bod? ‘Een dagje of twee in de week over de schouders meekijken zou ik leuk vinden, maar vooral om onderzoek te doen. Ik ben en blijf toch echt een wetenschapper.’
interview Wynand Bodewes
‘Ondernemen is sexyer geworden’ Wynand Bodewes (53) is academisch directeur én senior docent ondernemerschap van de gloednieuwe bacheloropleiding Entrepreneurship and Business Innovation. Hij brengt twintig jaar onderwijservaring in ondernemerschap met zich mee. ‘Ik vind onderzoek leuk, maar mijn hart ligt in het onderwijs.’ Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 15
Tekst: Peter de Jong Beeld: Bob Bronshoff
F
amilie
‘Mijn beide opa’s waren ondernemer. Die van vaders kant had een lierenfabriek in de scheepsbouw. De andere opa was timmerman en dreef een meubelzaak. Mijn vader had een vrij beroep, hij was notaris. Ik ben opgegroeid in Drenthe, midden tussen de koeien. Daar was ik ook vaak te vinden. Ik herinner me dat ik vaak onder de douche moest als ik weer eens zwart thuiskwam. Een oom van me, Gerard Wortelboer, was ook boer, met hem ging ik mee naar de landbouwbeurs. Als kind heb ik nooit iets verkocht. Ik was wel altijd heel geïnteresseerd in alles wat er om me heen gebeurde.’ Student
‘Na de havo heb ik eerst een hbo-opleiding chemische technologie aan de hts in Groningen gedaan. Tijdens stages in Engeland en Duitsland viel me op dat de bedrijfscul-
tuur per land verschilt. In Duitsland wilde ik een keer de werkinstructie kopiëren en vroeg netjes om toestemming aan Herr Direktor. Nou, dat mocht dus niet. Later hoorde ik dat ik dat aan de sous-chef had moeten vragen, die het dan weer met de Grote Baas regelde. Wist ik veel. In Nederland trek je die instructie van de muur, haal je de nietjes eruit en maak je een kopietje. Hier is het veel informeler. Na de hts ben ik bedrijfskunde gaan studeren in Groningen en promoveerde ik aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam op het gebied van business-innovatie.’ Werk
‘In Rotterdam ben ik begonnen met les geven in ondernemerschap, als een van de eersten. Daarvoor was er wel onderzoek naar ondernemerschap, maar geen onderwijs. Daarna heb ik bij de Universiteit Maastricht een centre for entrepreneurship mee groot gemaakt en was ik docent ondernemerschap bij de Master School of Management, ook in Maastricht. Voor MSM heb ik heel veel les in het buitenland gegeven. Suriname, Kazachstan, Azerbeidzjan, China,
Peru, Hongarije, noem maar op. Ik heb ervan geleerd dat Nederland eigenlijk geen land is, maar een stad. Met heel veel groen tussen de wijken. Ik raad studenten aan om verder te kijken dan de Nederlandse grens. Daarbuiten is nog veel meer afzetgebied. Waarom stoppen bij de grens?’ Studenten in buitenland
‘De meeste dromen van mensen zijn uni verseel. Een fatsoenlijke baan, prettig leven en misschien een auto van de zaak. In het buitenland is het contrast tussen arm en rijk veel groter dan hier. Als je daar niet je best doet, kom je er niet. In Kazachstan hadden de studenten drie smartphones. Een voor het werk, twee voor privé. Die laatste twee wisselden ze steeds af, omdat ze bang waren door de geheime dienst afgeluisterd te worden.’ Onderzoek of onderwijs
‘Onderzoek is superleuk, maar lesgeven aan studenten is veel leuker. Ik heb onvoldoende zitvlees voor een onderzoeker, met name voor het taaie proces van publiceren. Ik geniet ervan om jonge mensen iets te leren,
Wynand Bodewes met Fatboy-knuffel Co9 (spreek uit ‘konijn’). ‘Fatboy is mede grootgemaakt door een alumnus van Tilburg University. Het bedrijf, dat is ontstaan uit een productidee van iemand anders dan de oprichters, illustreert dat je geen ‘uitvinder’ hoeft te zijn om te kunnen gaan ondernemen.’
16 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
interview
voorkeuren ze beter te maken. Ze mee te geven dat die droge theorie echt iets toevoegt aan hun skills. Mijn vroegere studenten die nu ondernemer zijn, laat ik gastcollege geven, zodat de studenten van nu veel meekrijgen uit de praktijk.’ Ondernemen door de jaren heen
‘Ondernemen is sexyer geworden. Vroeger was het doel van studenten bedrijfskunde vaak een goede baan te krijgen bij een groot bedrijf. Als je echt niks beters kon krijgen, begon je voor jezelf. Een klein groepje ging voor het ondernemerschap. Nu is die groep veel groter. Maar de groep die écht voor het ondernemerschap gaat, blijft ook nu klein. Tegenwoordig zijn er veel meer rolmodellen als vroeger, denk aan Michel Muller van
de maakbaarheid van succes. Hij is niet zozeer geïnteresseerd in wat de concurrentie doet, maar wat zijn klanten vinden.’ Eigen bedrijf
‘Ben ik voor de grap mee begonnen toen studenten in Rotterdam maar bleven vragen of ik zelf eens had ondernomen. Het bedrijfje heet Bodebo, dat was mijn bijnaam in militaire dienst. Ik verkocht Italiaanse meubeltjes online. Dat kwam zo: ik zocht op internet een mooie boekenkast. Maar die was wel duur. Elders bleek diezelfde boekenkast veel goedkoper. Toen dacht ik, als ik er nou vijf tegelijk bestel, dat scheelt aanmerkelijk in de verzendkosten en dan verkoop ik er vier door. Die vier raakte ik gemakkelijk kwijt. En toen bestelde ik er nog eens vijf,
‘Oud-studenten die ondernemer zijn geworden, geven nu gastcollege’ icnic, of de broers Carlier van VanMoof P fietsen. Die kunnen we allemaal volgen via de sociale media. Ondernemen anno nu gaat ook makkelijker dan vroeger, dankzij internet. Vroeger was de drive van een aspirant-ondernemer vaak: een tent voor jezelf, goed geld verdienen en geen gezeur van een baas. Tegenwoordig zijn studenten meer maatschappelijk betrokken, ze willen iets toevoegen aan de wereld.’ De Ondernemer
‘Hij of zij is geen eenling, vaak is het een duo dat elkaar aanvult. De een is extravert en zoekt het risico op, de ander introvert en houdt de spullen meer in de gaten. Dé ondernemer bestaat niet. Uit onderzoek is gebleken dat een manager in een bedrijf meer risico neemt dan een ondernemer. De ondernemer speelt met zijn eigen geld, de manager niet. Een goede ondernemer is slim in het minimaliseren van de risico’s, kan accepteren dat soms iets niet gaat werken, maar er vóór die tijd wel heilig in gelooft. Een ondernemer heeft bewijsdrang en gelooft in
enzovoort. Ik schreef me in bij de Kamer van Koophandel en bouwde een eenvoudige website. Inmiddels ben ik ermee gestopt, er is een Duitser ten tonele verschenen die dezelfde meubels voor een lagere prijs verkoopt dan ik kan aanbieden. Potentiële klanten stuur ik nu naar hem door. Voor mij was Bodebo een leuke hobby, die ik later misschien nog wel eens oppak. Ik heb er ook nog iets van geleerd: ik houd niet van boekhouden. En: als je als ondernemer per ongeluk vergeet je btw af te dragen, dan is de Belastingdienst niet je beste vriend.’ Entrepreneurship and Business Innovation
‘Met die driejarige bachelor gaan we in september van start. Ik heb er veel zin in. Het is mijn streven dat onze studenten hun grenzen gaan verleggen. Out of the box denken en buiten de lijntjes kleuren. Veel mensen houden zich klein omdat ze denken dat ze het niet kunnen. Terwijl ze het best zouden kunnen, als ze er maar in geloven. Dat geloof wil ik mijn studenten meegeven. The sky is the limit.’
De voorkeuren van Wynand Bodewes Boek Verzamelde werken van Max Weber Film Gladiator Sport paardrijden Auto Lotus Elise Hobby wandelen Eten chocolademousse Drank wijn Tilburg industriestad Tilburg University mooiste campus van het land Klimaat kansen Bucketlist parapenten Land Mongolië Voorbeeld mijn oom Hans Pennings (hoogleraar bedrijfskunde)
Tips voor aankomende studenten
1
Laat je inspireren door biografieën van bekende ondernemers. Ik noem er een paar, Steve Jobs van Apple, Richard Branson van Virgin en Muhammad Yunus, bekend van het microkrediet. Sommige ondernemers zijn meerdere keren failliet gegaan, maar er toch bovenop gekomen. Zorg dat je een mentor hebt, een ervaren ondernemer die je vertrouwt en met wie je al je ideeën en hobbels kunt bespreken. Leer reflecteren op jezelf, op, creëer je eigen tegenspraak, zodat je niet als een blind paard achter iets aan blijft rennen. Vier je successen! En realiseer dat die soms ook met mazzel gepaard gaan. Geef niet te snel op, maar neem wel op tijd je verlies, zodat je nog tijd en ruimte hebt iets anders te proberen. Durf om hulp te vragen. Je krijgt het vaker dan je zou denken.
2
3 4 5 6
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 17
CEES HEUVEL
Een dagje op de campus van TiSEM
‘Accountancy gaat over meer dan cijfers’ Hoogleraar Bart Dierynck en docent Sofie Vandenbogaerde werken beide aan het Departement Accountancy. Ze zijn een stel en hebben twee kinderen. Samen helpen ze accountancy van het onterechte ‘droge’ imago af. Tekst: Joris Janssen
BART DIERYNCK
Even kennismaken ‘Als hoogleraar management accounting geef ik onderwijs en doe ik onderzoek. Ook ben ik onderzoekscoördinator en coördineer ik het PhD-programma binnen het departement.’
De term 'accountancy' klinkt droog, maar... ‘Het is heel interessant om te onderzoeken hoe mensen in bedrijven beslissingen nemen. Ik heb bijvoorbeeld onderzocht of het hebben van bepaalde ervaring invloed heeft op hoe managers hun werknemers motiveren. De vraag was: motiveren managers hun werknemers op een andere manier als ze zelf ervaring hebben met de taak die de werknemers moeten uitvoeren? Managers hebben vaak de neiging om te belonen op basis van prestatie. Maar als een taak ook intrinsiek motiverend kan
zijn, dan moet je minder snel overschakelen op zulke bonussen. We ontdekten dat managers met ervaring in zo’n taak zich inderdaad realiseren dat die ook intrinsiek motiverend kan zijn. Hierdoor schakelen ze sneller over naar een vaste vergoeding.’
Colleges leuk en leerzaam maken ‘Voorafgaand aan een college laat ik studenten tweets schrijven over de papers die ze moeten lezen. Ze sturen de 140 tekens van tevoren in en daarna ontvouwt zich in het hele college een discussie over die tweets. Ik probeer op die manier dicht bij de persoonlijke belevingswereld van studenten te blijven. Zulke berichtjes schrijven ze bij wijze van spreken dagelijks. Ze vinden het heel leuk om te doen. Daarnaast geven die tweets aanleiding om verbanden te leggen met andere zaken en kun je gelijk zien wat de leerlingen wel en niet snappen.’
Boodschap aan accountants in de dop ‘Totdat ik aan mijn PhD begon, deed ik aan topsport: duatlon. Hardlopen, fietsen en weer hardlopen. Dat combineerde ik
20 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
‘Ik laat studenten tweets schrijven over de papers die ze moeten lezen’ t ijdens mijn studententijd met studeren. Daardoor leerde ik bijvoorbeeld goed plannen, onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en omgaan met stress. Mijn tip voor aankomende studenten is: gebruik je tijd vooral om nieuwe dingen te leren,
de tuin opruimen. Dan is het heel makkelijk om te zeggen: als je dit doet, krijg je iets lekkers of mag je op de tablet spelen. Maar is dat wel zo verstandig? Wil je dat er een beloning tegenover staat of moet de motivatie uit henzelf komen? Als je een beloning in het vooruitzicht stelt, dan ruimen ze die tuin echt wel op. Maar dan leert een kind niet waarom het waardevol is om de tuin op te ruimen. Het alternatief, de intrinsieke motivatie stimuleren, vraagt meer tijd en je hebt minder zekerheid over of het ook echt gaat gebeuren. Daar denk ik vaak over na.’
SOFIE VANDENBOGAERDE
Even kennismaken ‘Ik geef colleges en coördineer cursussen aan het Departement Accountancy. Daarnaast ben ik programmadirecteur van de master accountancy. Om toekomstige accountancyprofessionals goed op te leiden, hebben we het masterprogramma recent geüpdatet. Onderwerpen die steeds belangrijker worden in de sector, zoals IT, big data en niet-financiële informatie, hebben nu een duidelijke plek in het programma.’ BRAM BELLONI
jezelf te leren kennen en de wereld te verkennen. Als je straks aan het werk bent, dan kom je erachter hoeveel tijd je tijdens je studententijd wel niet had voor dat soort dingen. Dat zijn investeringen waar je de rest van je leven en carrière voordeel van hebt.’
Stiekem je werk mee naar huis nemen ‘Ik pas weleens wat principes uit mijn vak toe op onze kinderen. Bijvoorbeeld het verschil tussen het geven van extrinsieke beloningen en het stimuleren van intrinsieke motivatie. Stel, je wilt dat je kinderen
De term 'accountancy' klinkt droog, maar... ‘Mensen denken vaak dat accountancy alleen over cijfers gaat, maar het is veel meer dan dat. Wij accountants hebben inderdaad wel wat met cijfers, maar je moet ook begrijpen waar die cijfers vandaan komen. Er komen veel menselijke beslissingen bij kijken. Het interessante aan accountancy vind ik dat het een mooie mix is van harde cijfers en menselijke aspecten. Daarnaast komt door de opkomst van big data nu de vraag naar boven: zijn er straks nog wel accountants nodig? Het antwoord daarop is ‘jazeker’, want computers kunnen niet alle beslissingen overnemen. Dit vind ik een boeiend onderwerp. Sommige mensen vrezen dat
‘Ik bespreek graag actuele zaken, zoals nu de coronacrisis’ computers en robots alles gaan overnemen, maar dat is echt niet het geval.’
Colleges leuk en leerzaam maken ‘Ik vind het belangrijk dat studenten hun wijsheid niet alleen uit boeken halen, maar ook uit wat er in de wereld gebeurt. Neem de situatie nu, tijdens de coronacrisis. Tijdens een van mijn online colleges ging het over voorraadbeheer. Dat gaf een mooie aanleiding om te bespreken dat er nu veel tekorten zijn aan sommige producten doordat Chinese bedrijven niet meer kunnen leveren. Hoe voorkom je zoiets? Je had van tevoren wel meer in kunnen kopen, maar je wilt ook niet met immense voorraden blijven zitten in Nederland of België. Zulke actuele zaken bespreek ik graag.’
Boodschap aan accountants in de dop ‘Het studentenleven is meer dan met je hoofd in de boeken zitten. Het is de start van op je eigen benen staan. Voor studenten die na de zomer aan hun studie gaan beginnen, is dat lastig. Veel gaat vanwege corona online. Netwerken opbouwen en vrienden voor het leven maken, zal er na de zomer wellicht een beetje anders uitzien. Daarom denk ik nu als programmadirecteur na over hoe we online van onze nieuwe groep studenten tóch een groep kunnen maken. Dat is een enorme uitdaging: zorgen voor een sociale ervaring in een situatie waarin heel veel buiten de campus zal plaatsvinden.’
Stiekem je werk mee naar huis nemen ‘Bart heeft dat meer dan ik, haha. Voor de grap kijkt hij bij onze kinderen hoe je ze het beste kunt belonen voor dingetjes. Maar de oudste is nog maar vier jaar oud. Die luistert even, maar is het twee uur later weer vergeten. Helaas kun je met kleuters toch nog niet zo aan de slag als met werknemers.’
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 21
Achter de schermen van de collegezaal Goed onderwijs draait om meer dan alleen goede Âdocenten. Op de achtergrond werkt een heel team om te zorgen dat alles soepel Âverloopt. Maar wat doet dit Education Support Team zoal?
BRAM BELLONI
22 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
Tekst: Irene Faas
K
walitatief hoogstaand onderwijs dat alsmaar blijft verbeteren: dat is het doel van Yvonne de Vries. Over elk stapje binnen het onderwijs denkt ze na: ‘Het gaat niet alleen over hoe de docenten lesgeven, maar bijvoorbeeld ook over hoe tentamens er het beste uit kunnen zien. Daarnaast help ik onze medewerkers om zichzelf te verbeteren. Ik denk na over het hele systeem en help mee om het draaiende te houden.’ De Vries is onderdeel van het team beleid en onderwijsontwikkeling. Samen met het team onderwijscoördinatie, de examencommissie en het secretariaat vormt ze het Education Support Team (EST) van Tilburg School of Economics and Management (TiSEM). Aan het hoofd van het team staat Patricia Leemans. ‘Ik ben op veel vlakken de verbindende factor tussen TiSEM en de overkoepelende afdeling Academic Services’, legt ze uit. ‘Ik zie het als mijn taak om te zorgen dat de onderwijsprofessionals hun werk zo goed mogelijk kunnen uitvoeren.’ ‘Het EST vormt een schakel tussen de studenten en de opleiding’, vertelt Leemans. ‘Zowel voor de studenten als voor de opleidingsdirecteuren zijn de onderwijscoördinatoren het gezicht van de opleiding. De zaken die veel leven onder de studenten koppelen we terug naar de directeuren. Bij de examencommissie kunnen studenten terecht met verzoeken op het op het gebied van bijvoorbeeld vrijstelling van vakken. Ook klachten van studenten worden door de examencommissie afgehandeld. Als ondersteuningsteam spelen wij een belangrijke rol voor de student van het moment dat hij op de informatiedag komt kijken tot het moment van de diploma-uitreiking.’
‘Het toverwoord is kwaliteit, en met name de verbetering daarvan’
Yvonne de Vries (links) en Patricia Leemans van het Education Support Team. ‘We moeten het samen doen: als één van de schakels breekt, loopt het hele systeem in de soep.’ BRAM BELLONI
Onderwijs op z’n kop ‘Opleidingsdirecteuren organiseren onderwijs, docenten geven het en studenten volgen het: wij zorgen dat dit allemaal mogelijk is’, vult de Vries aan. De taken van het EST lopen dan ook ver uiteen: van de planning van de vakken en het curriculum tot aan het begeleiden van studenten. Het begeleiden vindt zowel plaats in workshops als in spreekuren, waarin studenten één-op-één met een onderwijscoördinator kunnen praten. Zij helpen de studenten op weg of verwijzen ze door naar de juiste deskundige. De Vries is medeverantwoordelijk voor het zo goed mogelijk laten verlopen van dit proces. ‘Het toverwoord is kwaliteit, en met name de verbetering daarvan’, zegt de Vries. En die kwaliteit wordt uitvoerig getest. ‘Elke vijf jaar krijgen we een beoordeling van Nederlandse en internationale instanties’, vertelt de Vries. ‘Zij kijken of het onderwijs aan de maat is en geven aanbevelingen. Wij gaan vervolgens met die aanbevelingen aan de slag om het onderwijs nóg beter te maken.’ Tussen die beoordelingen door zijn er ook genoeg andere werkzaamheden. Zo moest het volledige onderwijs in korte tijd gedigitaliseerd worden naar aanleiding van de coronacrisis. ‘Dat was een flinke klus’, zegt de Vries. ‘Het is meer dan een hoorcollege geven via Zoom. Ook de toetsing en de ontmoetingen tussen studenten vonden ineens online plaats. Ondertussen moet de kwaliteit natuurlijk hoog blijven.’ ‘De hele organisatie van het onderwijs lag op z’n kop’, vervolgt ze. ‘Ik leid dit soort veranderingen in goede banen door over-
‘Je hebt elkaar hard nodig. We kunnen niet zonder input van docenten en studenten’ zicht te bieden: Wat speelt er? Wat gaat goed en wat juist niet? Wat moeten we veranderen? En wie moeten we daarover informeren? Ik zorg dat al deze informatie teruggekoppeld wordt, zodat we er ook écht iets mee kunnen.’
Trots op haar team ‘We hebben met ongekende snelheid heel veel neer gezet in deze vreemde tijden’, zegt Leemans. ‘De digitale ontwikkelingen stonden al wel in de kinderschoenen als vorm van innovatie en een andere manier van onderwijs geven, maar dit was eigenlijk een meerjarig plan. En dan in één keer kom je in zo’n situatie… In twee maanden tijd hebben we zóveel gerealiseerd, ik durf met recht te zeggen dat ik heel trots ben op het hele team.’ ‘Op zo’n moment besef je ook hoe hard je elkaar nodig hebt’, vult de Vries aan. ‘Wij zijn niet de enige die hier belangrijk in zijn. We kunnen niet zonder de input van de docenten en de studenten. We moeten het samen doen: als één van de schakels breekt, loopt het hele systeem in de soep. Dat wist ik natuurlijk al wel, maar tijdens zo’n crisis merk je dat nog veel sterker. We moeten met elkaar blijven praten.’
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 23
interview
Bart Bronnenberg en Ronald de Jong
‘Iedereen is gevoelig voor merken’ De één rijdt een Volvo en geldt als een vooraanstaand academicus. De ander rijdt een Harley-Davidson en verdiende zijn sporen in de top van Philips. Onder de vlag van TiSEM brengen marketingtitanen Bart Bronnenberg en Ronald de Jong hun unieke inzichten en ervaringen samen.
Tekst: Sebastiaan van de Water Beeld: Bram Belloni
S
amen hebben ze één doel voor ogen: zorgen dat studenten straks in de wildernis van de marketingwereld het verschil herkennen tussen verouderde paradigma’s, nieuwe wetten, tijdelijke trends en eeuwige waarheden. Ronald en Bart, jullie zijn beiden marketingexperts, maakt dat jullie immuun voor de kracht van marketing en branding?
RdJ: ’Zeker niet. Het feit dat ik op een Harley rijd terwijl dat objectief gezien niet de beste motor is, zegt genoeg.’ BB: ‘Merken bieden een kant-en-klaar verhaal waar je makkelijk in kunt stappen. Ik speel graag gitaar. Het allerliefst een Fender.
Die voorkeur is ook deels irrationeel. Dat merk is opgericht door Leo Fender himself, de uitvinder van de elektrische gitaar.’ RdJ: ‘Iedereen die zegt ongevoelig te zijn voor de beleving van een merk is niet eerlijk tegenover zichzelf. Op autogebied rijd ik BMW. Waarom? Waarschijnlijk omdat mijn oom vroeger vol passie over BMW’s oreerde. De beste autofabrikant ter wereld. Dat gevoel blijft je bij.’ BB: ‘Amerikaans onderzoek bewijst dat merkvoorkeuren deels erfelijk zijn. Het is geen toeval dat ik altijd Volvo rijd, net zoals mijn vader. Er bestaan studies die laten zien dat als iemand van Twente naar Brabant verhuist, de kans groot is dat diens kinderen decennia later vaker het Twentse biermerk Grolsch drinken dan de gemiddelde Brabander.’ RdJ: ‘Je kunt al die voorkeuren rationaliseren, maar dat is onzin. Veelal gaat het om emotie. En dat speelt niet alleen bij consumenten een rol – zelfs al denken veel academici van wel – maar ook bij business to business-transacties.’
24 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
Jullie geven samen college aan studenten. Botsen jullie niet voortdurend door jullie afwijkende achtergronden?
RdJ: ‘Nee. We vullen elkaars leemten. De diepe academische kennis die Bart bezit is voor mij niet te evenaren. Maar tegelijk geldt: in theorie is er geen verschil tussen theorie en praktijk, maar in de praktijk is die er wel.’ BB: ‘Ik geef al 25 jaar colleges, maar het vak dat we nu samen geven – Pricing and Monetization – springt erbovenuit. Het is heel aantrekkelijk voor studenten én docenten als na een strakke theoretische uitleg iemand als Ronald opstaat om te vertellen: en zó kun je dat allemaal toepassen.’ RdJ: ‘Er is weinig praktischer dan een goed uitgewerkte theorie. Maar studenten moeten ook de beperkingen van frameworks en models begrijpen. Soms pakken perfect rationele beslissingen in de markt rampzalig uit.’ Heb je zulke marketingrampen bij Philips zelf meegemaakt?
RdJ: ‘Jawel. Philips heeft enkele jaren geleden een medisch hoogwaardige smartwatch op de markt gebracht. Die kon allerlei vitale functies meten. Het idee was dat specialisten in het ziekenhuis deze smartwatch aan patiënten zouden voorschrijven. Na grondig marktonderzoek werd besloten het product ook via Amazon te verkopen, voor een relatief lage prijs. Zeer verstandig, voorspelden alle modellen, want daarmee bereik je een groter marktsegment. Dat bleek een enorme fout. Het product verloor in één klap zijn geloofwaardigheid en hoogwaardige uitstraling, zeker in medische kringen. Het werd
Bart Bronnenberg
‘Onze omgeving is nog nooit zo commercieel lawaaiig geweest’ een flop. Puur om marketingtechnische redenen dus, want de watch zelf werkte uitstekend.’ Is slim doordachte marketing belangrijker dan ooit?
BB: ‘Zonder twijfel. De hedendaagse information overload is immens. In de collegezaal spreken we met studenten over de marketinguitingen die zij dagelijks ervaren. Dat aantal ligt op drie- à tienduizend per dag.’ Zó veel?
BB: ‘Ga maar na. De logo’s op geparkeerde auto’s. Emblemen op kleding. Uithangborden van winkels. Merknamen in de supermarkt. Online advertenties. Onze omgeving is nog nooit zo commercieel lawaaiig geweest.’ Hoe kun je als bedrijf dan nog effectief je boodschap overbrengen?
BB: ‘De hoogtijdagen van berichten blind de ether in gooien zijn voorbij. Hoe gerichter je communiceert, hoe beter. Sommige bedrijven adverteren helemaal niet meer. Arizona
Iced Tea bijvoorbeeld. Zij zijn alleen strategisch aanwezig bij festivals. Daardoor bereiken ze ondanks concurrentie van Coca-Cola en Nestlé hun doelgroep heel effectief.’ RdJ: ‘Inhoudelijk voorzie ik een kentering. Traditioneel proberen marketeers hun producten te associëren met jonge, mooie, succesvolle, energieke mensen die altijd plezier hebben. Die boodschap botst steeds duidelijker hoe mensen hun leven werkelijk ervaren. Ik verwacht in de toekomst dat bedrijven meer succes zullen boeken met een boodschap gericht op acceptatie en erkenning van een ieders authenticiteit. Dat past ook goed bij de ICT-technologie die daadwerkelijk op maat gesneden diensten en producten mogelijk maakt.’ Is het geen kwalijke zaak dat marketeers voortdurend het gevoel en gedrag van mensen proberen te beïnvloeden?
BB: ‘Dat is het standpunt van sommige criticasters: marketing manipuleert mensen, en vanwege de marketingkosten gaan de prijzen nog omhoog ook. Dubbel slecht dus. Maar naar mijn mening over-
‘Het oude model, dat alleen draait om winst en aandeelhouders, takelt af’
Ronald de Jong
stemmen de voordelen van marketing de nadelen volledig.’ Welke voordelen?
BB: ‘Marketing maakt ons leven veel makkelijker. Als je boodschappen doet prijken op je lijstje misschien twintig productcategorieën, waar elk veertig verschillende producten voor bestaan. Als je die allemaal rationeel moet vergelijken, ben je extreem veel tijd en energie kwijt. Dat wij ons favoriete merk in ons mandje kunnen leggen om daarna snel én tevreden naar huis te gaan is heel waardevol.’ Kun je met de juiste marketing mensen een lege doos verkopen?
BB: ‘Eén keer misschien. Maar al te slimme trucjes toepassen is op de lange termijn niet slim. Je moet terugkerende klanten creëren. Dat kan alleen als je waarde aan hun leven toevoegt. Je moet zorgen dat jouw belang en die van klanten op één lijn komen te staan.’ RdJ: ‘En niet alleen het belang van klanten. Consumenten en daarmee bedrijven worden steeds bewuster van hun verantwoordelijkheid naar de hele planeet toe. Het oude model waarbij het alleen gaat om winst en het verwennen van aandeelhouders takelt af. Daarom ben ik nu bezig voor TiSEM een vak te ontwikkelen op het gebied van responsible leadership. Groene logo’s op je producten plakken is leuk, maar daar prikken consumenten na een tijdje door heen. Je moet zorgen dat je jouw visie voor een gezonde planeet en samenleving integreert in je bedrijfsvoering. Maar hoe doe je dat? En minstens zo belangrijk: hoe kun je daar een duurzaam competitief voordeel mee ontwikkelen? Voor studenten zullen dat soort inzichten goud waard zijn.’
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 25
Virtueel onderwijs: een vak apart Naar je werkgroep op een paard en college volgen in een amfitheater op een eiland: voor de studenten van Anne Rutkowski is dit de gewoonste zaak van de wereld. Rutkowski geeft namelijk les in de virtuele wereld Second Life.
Tekst: Irene Faas
M
et ieder hun eigen avatar lopen de studenten het amfitheater binnen. Sommigen zien eruit als zichzelf, anderen hebben zich verkleed als engel of zombie. De avatars gaan zitten, terwijl de avatar van hoogleraar informatie management Anne Rutkowski voor de groep gaat staan om haar college te begin nen. Deze virtuele omgeving bevindt zich in het programma Second Life, ontworpen om een sociale, virtuele wereld te simuleren. ‘Het is echt een omgeving en niet een spel’, benadrukt Rutkowski. ‘In een spel heb je een doel om naartoe te werken. Door opdrachten te voltooien kun je dat
doel bereiken. Second Life heeft dat niet: het enige doel is sociaal contact.’
Natuurlijk contact Rutkowski gebruikte het programma voor het eerst in 2008, toen ze een project leid de met studenten uit onder andere Hong kong en de Verenigde Staten. In 2010 stop te het project en daarmee ook het gebruik van Second Life. Toen het land op slot ging door de coronacrisis en ook het weten schappelijk onderwijs digitaal werd, blies Rutkowski het programma nieuw leven in.
‘Second Life is een duurzame optie voor onderwijs’ Anne-Françoise Rutkowsk Anne-Françoise Rutkowski is hoogleraar management van informatie. Met haar achtergrond in psychologie overbrugt ze informatiesystemen en sociale wetenschappen met onderwerpen zoals het maken van keuzes, emoties en het sociaal verantwoordelijk gebruik maken van IT. Toepassingen van haar onderzoek zijn te vinden in organisaties met veel verantwoordelijkheid, zoals ziekenhuizen of banken, met een focus op keuzes maken of cybersecurity.
26 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
‘Ik wist gelijk dat ik Second Life weer wilde gebruiken’, zegt Rutkowski. ‘Ik geef een vak over innovatie, dus het leek me een mooie gelegenheid om de studenten kennis te laten maken met een nieuwe technologie.’ De lessen zien er net zo uit als op een échte campus: Rutkowski geeft hoorcolleges en groepjes studenten kunnen aan de slag in hun eigen werkruimtes. Buiten is een plein waar de studenten kunnen relaxen en bijpraten. Als ze vragen hebben, kunnen de studenten langkomen bij Rutkowski’s kantoor. ‘Second Life is een veel rijkere omgeving om les mee te geven dan bijvoorbeeld Zoom’, zegt Rutkowski. ‘Voor een college werkt Zoom net zo goed, maar voor discus sies en interactie biedt Second life veel meer mogelijkheden.’ Zo kan ze langs de groepjes studenten lopen om te kijken hoe het gaat. Andersom kunnen studenten haar opwach ten als ze nog even met iemand anders in gesprek is. ‘Je ziet dezelfde natuurlijke dyna miek die je ook op de campus ziet.’ Ook discussies voeren of ideeën delen gaat makkelijk via Second Life. ‘We kunnen posters op de muur hangen om ideeën te pitchen,’ zegt Rutkowski. ‘Vervolgens kun je daar samen naartoe lopen en het bekij ken. De interactie start dan vanzelf: je hebt echt het gevoel dat je samen bent.’
Tool voor onderzoek Rutkowski weet goed de weg in Second Life. Ze gebruikt het niet alleen in het onderwijs, maar ook voor haar onderzoek.
Teamwork in Second Life.
‘In de psychologie maken we een onder scheid tussen ruimte en plaats’, legt Rut kowski uit. ‘Als je een nieuw kantoor bin nenkomt, is het een ruimte. Als je vervolgens je eigen foto’s neerzet en het naar jouw zin inricht, wordt het een plaats: het is nu jouw kantoor.’ Het gevoel van ‘plaats’ ontstaat pas als je bekend bent met de ruimte en een gevoel van vertrouwd heid ervaart. Samen met een collega onderzocht Rutkowski hoe de beweging van objecten invloed heeft op het gevoel van plaats. ‘Tijdens het ontwerpen van onze virtuele wereld in Second Life, hebben we extra rekening gehouden met objecten en hoe de avatars deze kunnen bewegen’, vertelt Rutkowski. ‘In hoe meer richtingen de studenten de objecten konden verplaatsen of draaien, hoe meer ze dat gevoel van plaats en vertrouwdheid kregen.’ Second Life dient hiermee als tool voor onderzoek in virtuele omgeving.
De Innovator Corridor is dé plek om te brainstormen met je team.
Virtueel Venetië Ook na de coronacrisis ziet Rutkowski genoeg toepassingen voor Second Life. ‘Het is zeker een duurzame optie voor onderwijs’, zegt ze. ‘Studenten hoeven niet meer te r eizen. We kunnen Second Life voor een aantal activiteiten in het onderwijs inzetten, maar ik zou het niet voor volledige vakken gebruiken. Het is wel perfect om te gebruiken met internationale studenten.’ Buiten het wetenschappelijk onderwijs kan Second Life ook voor andere bijeen komsten nuttig zijn. Rutkowski noemt als voorbeeld het ontwikkelen van beleid. Projectgroepen van de Europese Unie maken hier al gebruik van. Voor taal cursussen kan het programma ook een goede toevoeging zijn: deelnemers kunnen hierdoor Italiaans leren in een virtueel Venetië. ‘In de Verenigde Staten gebruiken ze Second Life zelfs om het schoolfeest te organiseren nu de leerlingen thuis moeten blijven vanwege Covid-19’, zegt Rutkowski. Second Life biedt daarmee veel moge lijkheden. Het programma zorgt voor een gevoel van samenzijn wanneer écht samenzijn niet mogelijk is. ‘Je hebt echt het gevoel dat je ergens anders bent’, beaamt Rutkowski. ‘Zodra ik inlog, ben ik in Second Life. Ik ben niet meer thuis. Het is een volledige psychologische onder dompeling.’
College Knowledge Management vanuit het perspectief van een student.
Gastcollege Cybersecurity in het amfitheater.
BRON
CV
Een week flink STAMPEN Julia Cleton (22, fiscale economie), tekende haar studentenleven een week lang op in een dagboek.
Julia Cleton
Geboren 30-01-1998 Woonachtig in Tilburg 2019/20 student assessor TiSEM 2018/19 vicevoorzitter van fractie SAM 2018/19 zetel in Universiteitsraad
Tekst Sebastiaan van de Water
2017/18 penningmeester Serve the City Tilburg
en universitaire studie kan zo veel meer zijn dan een snelweg naar 240 studiepunten. Dat is de diepe overtuiging van Julia Cleton (22), studente fiscale economie. Zij maakt volop gebruik van de mogelijkheden die TiSEM biedt aan studenten om zich ook buiten de collegezaal te ontplooien. ‘Als je wilt kun je hier een succesvol studiejaar beleven zonder ook maar één studiepunt te behalen’, vertelt Julia. Hoe ze haar studentenleven ervaart tekende ze een week lang op in een dagboek.
2016-heden bachelor Fiscale Economie
E
2010-16 vwo (profiel Economie & Maatschappij)
Maandag
Dinsdag
Eindelijk weet ik het. Het antwoord op een moeilijk te beantwoorden vraag. De voorbije twee maanden heb ik vanwege de coronacrisis bij mijn ouders gewoond, in Haarsteeg. Een dorpje verstopt tussen weilanden vol grazende koeien. Na acht rustige weken stond ik gisteravond voor het eerst weer voor de deur van mijn studentenkamer in Tilburg. Ik deed open en haalde adem, klaar om te ontdekken hoe de krappe kamer waar ik al drie jaar woon werkelijk ruikt. En... wauw. Vanaf nu zal ik nooit meer twijfelen aan de onovertroffen werking van fresh laundry geurstokjes. Tot zover het goede nieuws. Dit belooft namelijk een zware week te worden. De tentamenperiode nadert. Met voor mij onder andere twee tentamens op één dag. Dat heb ik nog aan mezelf te danken ook. Ik zat vorig jaar fulltime in de Universiteitsraad van Tilburg University. Sommige studenten denken dat je daar voor spek en bonen zit, maar je hebt écht invloed, ook als de universiteitsbegroting van 250 miljoen euro aan bod komt. Bovendien leer je netwerken en gordiaanse knopen doorhakken. Het levert helaas wel een grandioos totaal van nul studiepunten op. Die mag ik dus gaan inhalen. Te beginnen met deze week flink stampen aan mijn bureautje hier. Gelukkig ruikt het naar schone was.
Mijn sportschool is hermetisch gesloten, dus ik heb vanochtend een harde YouTube-workout gedaan van zo’n fitnessgirl. Dat was meteen het hoogtepunt van mijn dag, want daarna stortte ik me op het vak ‘Grondslagen belastingheffing ondernemen’. Ik zal het studieboek citeren: ‘Staking is het einde van de subjectieve onderneming van de natuurlijke persoon. Als er sprake is van staking moet je gaan afrekenen over alle totale winst die nog niet is belast.’ Dan weten jullie dat ook weer. Ik geef toe: ik dacht vroeger ook niet ‘Jaa!! Ik ga later belastingen studeren’. Na het vwo koos ik voor een studie bedrijfseconomie. Maar daar vond ik maar één vak boeiend: fiscale economie. Daarom ben ik overgestapt naar die studie. FE kent twee parallelle dimensies: de wettelijke kant en het cijfer matige aspect. Samen vormen ze een labyrint van beperkingen en mogelijkheden. De uitdaging is om daarin optimale u itwegen te vinden. Lekker puzzelen dus. Klinkt al wat beter hè?
28 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
Woensdag Rozen sieren nu mijn kamer. Vanochtend gekocht op het marktje om de hoek. Daar was ik nog nooit eerder geweest. Gek hè? Misschien omdat ik ergens bang ben te snel burgerlijk te worden. Hoe dan ook, vanmiddag kwam een interessant dilemma aan bod tijdens een Skype-vergadering met de Education Board van TiSEM. Door het coronavirus kunnen tentamens niet als vanouds plaats vinden: met bejaarde surveillanten in een bomvolle zaal. Als student-assessor help ik de faculteit oplossingen vinden voor dit soort kwesties. Eén optie betreft thuistentamens, waarbij studenten via een webcam en oogtracerende software in de
gaten worden gehouden. Maar wat gebeurt er met die opnames? En wat als de wifi wegvalt? Gezien deze zorgen hebben we besloten zo min mogelijk dit systeem te hanteren. Dan liever onder andere vervangende opdrachten en open-boektentamens. Dat laatste klinkt als een vrijbrief om niet te hoeven leren. Maar geloof mij: als je zo’n tentamen in gaat terwijl je honderden omslachtig geschreven wetten, theorieën of formules niet eerder hebt bestudeerd, wel, dan wens ik je veel succes.
Donderdag Twee jaar geleden liep ik nu campagne, voor de studentenpartij SAM. Drie hele lange, intense en onvergetelijke dagen mocht ik op de campus studenten overtuigen om op ons te stemmen. Het afgelopen jaar heb ik als mentor gediend voor nieuwe kandidaten. Waarom vertel ik dat nu? Vanmiddag ben ik na het leren (en na een picknick in het Spoorpark) bij een bestuurslid van SAM langs geweest om een bedankje op te halen. Daarna ben ik weer gaan studeren. Dat was althans mijn plan. Maar mijn partijgenoten dachten daar anders over. Zij stelden dat aangezien ik al een biertje op had, ik toch geen scherpe focus meer zou hebben en leren verloren tijd zou zijn. Ik vond dat een onweerlegbaar argument en heb de vrije avond gevierd.
Vrijdag Ik ben alweer helemaal gewend hier op mijn kamer. Maar weet je wat ik mis? Vooral op momenten zoals vanmiddag. Van 9.00 tot 14.00 uur heb ik deelgenomen aan een stoomcursus op Zoom voor het vak investeren en beleggen. Vijf uur lang. Zonder pauze. Na afloop liep ik gaar naar mijn keukentje, halflege kasten opentrekkend op zoek naar calorische troost. Dan mis ik dus die hele grote koelkast van mijn ouders, die altijd tot de nok toe is gevuld. Nou ja. Vandaag zijn trouwens enkele software-demo’s gearriveerd. We willen bij TiSEM een beter programma waarmee studenten vakken en docenten kunnen evalueren. Een van mijn wensen is dat studenten zelf de resultaten moeten kunnen inzien. Dit weekend zal ik die evaluatie programma’s eens even grondig evalueren. Maar eerst ga ik vanavond met mijn huisgenootje en haar vriend lekker koken. Ik kijk er nu al naar uit. Dat soort gezellige momenten met leeftijdsgenoten laten mij voelen hoe fijn het is om weer hier thuis te zijn. Ook al ruik ik die fresh laundry nauwelijks meer.
‘Ik mis die hele grote koelkast van mijn ouders, die altijd tot de nok toe is gevuld’ Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 29
Trainen, studeren, slapen, herhalen Met minutieus plannen en een ijzeren discipline zijn studie en topsport te combineren, laten turner Frank Rijken en roeier Dogus Köker zien. Tekst: Fenna van der Grient
Frank Rijken, turner ‘Ik zie veel overeenkomsten tussen CEO’s en topsporters’
‘A
ls klein ventje kwam ik al regelmatig in de turnzaal, doordat mijn zus op hoog niveau turnde. Dan zag ik de trampoline en de blokkenkuil, en dacht ik: hier zou ik ook wel willen trainen! Toen ik een jaar of negen was ben ik begonnen en het bleek heel goed te gaan. Het meest trots ben ik op mijn deelname aan de Olympische Spelen in 2016 in Rio de Janeiro. Het was de eerste keer dat we ons met het Nederlands team kwalificeerden, dat was heel bijzonder. Voltige en brug zijn mijn favoriete onderdelen. Ik denk dat ik op die toestellen goede kans maak om EK- en WKmedailles te halen. Daarnaast zou ik graag mee doen aan de World University Games in 2021 en kijk ik alvast uit naar de Olympische Spelen van 2024. Ik train acht keer per week, en combineer dat met mijn studie bedrijfseconomie. Mijn passie ligt echt bij de economie, en ik vind het fijn dat ik met deze bachelor heel breed word opgeleid. Het lastige aan de combinatie met turnen is dat de grote toernooien eigenlijk altijd rond toetsweken vallen.
Dan moet je heel creatief zijn, en goed kunnen plannen en communiceren. Ik heb niet het idee dat ik echt iets mis van het studentenleven, ik kan sommige dingen alleen wat minder vaak doen. Ook woon ik op mezelf en niet in een studentenbunker met veel huisgenoten. Maar ik heb leuke vakanties kunnen houden en ik kan echt wel een keer stappen buiten de wedstrijdperiode. Ik ben heel blij dat ik zo goed word ondersteund door Tilburg University. Toen ik Ferenc Jongejan, de topsportcoördinator, voor het eerst sprak, vertelde hij dat ze natuurlijk wel vastzitten aan regels, maar dat we met een goede communicatie overal een oplossing voor kunnen bedenken. Samen met opleidingscoördinator Natascha van Enckevort is dat tot nu toe ook altijd gelukt. De competenties die ik heb opgedaan in de topsport, kan ik goed gebrui-
30 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
BRAM BELLONI
ken in mijn studie. Je leert discipline, consistentie en omgaan met moeilijke periodes en emoties. Ook heb ik geleerd hoe je een groep jongere sporters kunt coachen. Ik denk dat dat mij later ook goed kan gaan helpen in het bedrijfsleven. Zo zie ik bijvoorbeeld heel veel overeenkomsten tussen CEO’s van bedrijven en topsporters.'
Dogus Köker, roeier ‘Ik zat weleens achter in de collegezaal een kilo kwark weg te werken’
'T
oen ik naar Nederland kwam om te studeren was ik eigenlijk niet van plan om hier topsport te bedrijven. Ik zat hiervoor in Turkije in het nationale skiteam en deed al sinds mijn achtste aan topsport. Maar tijdens de introductieweek zetten leden van de roeiclub me dronken op een roeimachine. Ik bleek de snelste tijd van de week neer te zetten en werd al snel overgehaald om te gaan roeien. Ik pikte het snel op, deels omdat de beenbeweging best dicht bij skiën lag. Ik heb tijdens mijn studie in het nationale team van Turkije geroeid, in die tijd trainde ik twaalf tot veertien keer per week. In 2015 werden we vierde tijdens het wereld kampioenschap onder 23 jaar, daar ben ik heel trots op. Mijn ervaringen in het roeien, de ultieme teamsport, inspireerden me om na mijn bachelor economie door te stromen naar de master Strategic Management. Ik heb gezien hoe goede coaches van een combinatie van individuen iets heel speciaals kunnen maken en wilde ook op die manier mensen leren managen. De combinatie topsport en studeren is alleen mogelijk met heel veel structuur en een ijzeren zelfdiscipline. Ik ben van nature niet zo gedisciplineerd, en heb de neiging dingen tot het laatste moment uit
te stellen. Maar door mijn sport moest ik zo goed plannen dat ik van te voren precies wist hoe de komende maand eruit ging zien, en wanneer ik kon studeren. Ik wist, dat als ik dat op die momenten niet deed, ik de tentamens niet ging halen. Dat gaf me de zelfdiscipline om op het juiste pad te blijven. Ook moet je in de sport presteren op een specifiek moment. Tijdens mijn topsportcarrière heb ik goed leren omgaan met de stress die daarbij komt kijken. Dat komt ook bij tentamens van pas. Om optimaal te kunnen presteren moet je zorgen dat je slaap- en eet ritme constant blijven. Dat resulteerde er nog wel eens in dat ik achterin de collegezaal een kilo kwark weg zat te werken. De universiteit was ook heel behulpzaam. Als bijvoorbeeld mijn tentamens samenvielen met een selectie of wedstrijd, zocht ik samen met Ferenc Jongejan, de topsportcoördinator, en Linda van Klink, de programmacoördinator van economie, naar een oplossing. Anderhalf jaar geleden heb ik mijn studie afgerond en nu geef ik les aan Tilburg University en werk ik daarnaast in een roeibedrijf.'
BRAM BELLONI
Goede balans Bij TiSEM proberen we topsporters zo goed mogelijk te begeleiden bij hun combinatie van sporten op hoog niveau en studeren. Samen kijken we wat een goede planning is wat de vakken betreft en welke knelpunten ze ervaren. Daar waar mogelijk lossen we die knelpunten op, denk aan versoepeling van deadlines en aanwezigheidsplicht of het verlenen van een extra tentamenkans en een uitgesteld BSA (Bindend Studieadvies). We proberen altijd samen in goed overleg een passende haalbare oplossing te vinden. Topsporters zijn gewend om gedisciplineerd te werken. De ambities die ze hebben zijn mooi om zien en dat maakt het ook leuk om ervoor te zorgen dat ze een goede balans kunnen vinden tussen studie en sport.
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 31
René Peeters
Eric Kemmeren
BRAM BELLONI
Blik op de wereld Econometriestudenten kunnen rekenen op een flinke portie theoretische wiskunde en statistiek. Maar wie denkt dat ze daardoor weinig van ‘de echte wereld’ zien, heeft het mis. Dankzij initiatieven als De Smeetskring en het Improving Society Lab staan de deuren naar de maatschappij wagenwijd open. Tekst: Ans Hekkenberg
32 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
IMPROVING SOCIETY LAB Wiskundige René Peeters coördineert het Improving Society Lab, een tweejarig vak waarin studenten ontdekken hoe je met econometrie kunt bijdragen aan een betere maatschappij.
Wat is het doel van het I mproving Society Lab? ‘Studenten krijgen tijdens het vak allerlei voorbeelden te zien van hoe je met econo metrie de wereld een stukje beter kan maken. Als eerstejaarsstudent krijg je voor al theoretische vakken, veel wiskunde en statistiek. Met het Improving Society Lab willen we duidelijk maken wat je straks wel niet allemaal kunt dóen met die wiskundi ge kennis.’
Wat kun je dan zoal met econometrie? ‘Als mensen denken aan toepassingen van econometrie, denken de meesten al snel aan het optimaliseren van de efficiency van
bedrijven: het verlagen van kosten, het ver hogen van winst. Maar efficiency optimali seren is ook in allerlei andere gebieden van belang. Denk bijvoorbeeld aan de medische wereld – ook daar valt veel te verbeteren. Zo laten we onze studenten zien hoe je als eco nometrist kan bijdragen aan betere bestra lingsplannen voor kankerpatiënten. Je wil niet te lang bestralen, maar de behandeling moet natuurlijk wel effectief zijn. Hoe opti maliseer je zo’n proces? ‘Een andere toepassing waar de studen ten kennis mee maken, is de distributie van voedsel in noodsituaties. Hoe kun je een groot vluchtelingenkamp zo efficiënt mogelijk van eten voorzien? Het is mis schien verrassend, maar dat is een wis kundige vraag. Voedselpakketten moeten ergens vandaan komen, optimaal ver voerd worden en op de juiste plek terecht komen. Hoe doe je dat op een manier dat je zo veel mogelijk mensen van hulp voor ziet?’
Zijn studenten zich ervan bewust dat hun vakgebied zo’n breed scala aan toepassingen kent? ‘Nee, voor veel studenten is het vak echt een eyeopener. De toepassingen die we behandelen zijn ook zo breed, van het rekenen aan hypotheekmodellen, tot bijvoorbeeld die voedselhulp. ‘Het vak eindigt met een casestudy, waarin studenten zelf aan de slag gaan met een praktijkprobleem. Vaak zijn de cases gebaseerd op het afstudeerwerk van andere studenten. We geven de studenten dus echte datasets waarmee ze aan de slag gaan. Zo staat het vak dicht op de werkelijk heid. ‘Het is voor de studenten de eerste keer dat ze in teams werken. Ook dat is leer zaam. We laten niet alleen zien wat je met econometrie voor de samenleving kunt betekenen, maar ook hoe het werkt als je mét anderen iets wil bereiken.’
STICHTING FISCALE RECHTSHULP DE SMEETSKRING Hoogleraar internationaal belastingrecht en internationale fiscale economie Eric Kemmeren is deel van het bestuur van S.F.R. De Smeetskring, een studen tenorganisatie die mindervermogende mensen hulp biedt bij belastingzaken.
Wat is het doel van De Smeetskring? ‘Het is een stichting van studenten die fiscale hulp bieden aan mensen met een kleine beurs. Het gaat om mensen met inkomens van maximaal 35.000 euro. Studenten ondersteunen hen met belastin gaangiftes, betalingsregelingen, bezwaar schriften en kwijtscheldingsverzoeken.’
Wat is de impact van dit initiatief? ‘Die is groot, zowel voor de studenten als voor de mensen die ze helpen. Vaak kun nen we ervoor zorgen dat onze cliënten geld terugkrijgen. Soms een paar tientjes; soms ook duizenden euro’s. En je moet bedenken: bijna de helft van de cliënten zit qua inkomen onder de 18.000 euro. Dan
telt elke euro. Je zorgt dat iemand een klein bedrag terugkrijgt van de Belastingdienst en hoort dan: ‘Wat fijn, nu kunnen mijn kinderen op voetbal blijven.’ ‘Ook voor de studenten is S.F.R. De Smeetkring van belang. Ze zijn maatschap pelijk betrokken; sommigen zien voor het eerst een andere kant van de samenleving. Als mensen hun financiën blootgeven, komen ook andere verhalen naar boven, over familiesores, schulden en andere problemen. Maar neem nou zo’n verhaal over kinderen die kunnen blijven voetbal len. Zo’n ervaring vormt je als mens.’
Hoeveel geld levert de organisatie jaarlijks op voor deze groep? ‘In totaal zo’n 550 tot 650 duizend euro. Dat is op basis van zo’n 1800 aangiften en 1300 andere adviezen, die door 55 studen ten worden verzorgd.’
Weten mensen jullie goed te vinden? ‘Over het algemeen wel. Door mond-tot-
mondreclame, maar ook door doorver wijzingen van bijvoorbeeld vluchtelingen werk. Wat mooi is, is dat onze studenten ook steeds diverser zijn. We hebben bijvoorbeeld steeds meer studenten die Arabisch spreken. Taalbarrières kunnen we daardoor zelf overbruggen. Je ziet hier dat de multiculturele samenleving een fantastische verrijking is.’
Doen studenten dit werk vrijwillig? ‘Ja. Sommigen krijgen er studiepunten voor, maar niet zo veel dat het je werktijd compenseert. De meeste studenten doen het werk omdat ze het belangrijk vinden. Je hoort wel eens: jongeren worden steeds individualistisch, maar hier vind je men sen die hun hart echt op de goede plek hebben zitten.’ Stichting Fiscale Rechtshulp (S.F.R.) De Smeetskring is vernoemd naar professor M.J.H. Smeets, de grondlegger van de fiscale opleidingen van Fiscaal Instituut Tilburg.
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 33
‘Een bedrijf runnen voelt niet als werk’ Als ondernemen nog niet zou bestaan, dan had Bas van der Werf het uitgevonden. Deze bevlogen student bedrijfseconomie aan de Tilburg University heeft op 24-jarige leeftijd al drie ondernemingen op zijn naam staan, en vele andere initiatieven.
Tekst: Peter de Jong
O
p zijn tiende verdiende hij zijn eerste geld met heitje voor een karweitje, maar dan de moderne variant: gras maaien voor vijf euro, auto’s wassen voor tien. Later, als junior bij de plaatselijke hockeyclub nam hij scheids rechterbeurten over van veteranen die daar geen zin in hadden, vijftien euro per wedstrijd. ‘Ik floot zo’n vijf wedstrijden per weekend, dus tel uit je winst.’ Amerika is het land van zijn dromen. Op zijn vijftiende moest hij van school drie weken stage lopen bij een Engelstalig bedrijf. Bas regelde gelijk een stage in New York. Het zaadje was geplant. In 2018 zat hij weer in de VS, nu een half jaar in Texas om keuzevakken te volgen voor zijn studie bedrijfseconomie. ‘Ik wil daar zeker nog een keer terug. In Amerika wordt ambitie
‘Ik heb veel geleerd van het werken met groepen’
gewaardeerd. Hier is het meer van doe maar gewoon, dat is gek genoeg. Maar eerst eens hier een solide bedrijf opzetten.’
Griekenland Na de middelbare school begon hij een studie technische bedrijfskunde in Eindho ven, maar dat was hem te theoretisch. ‘Na een half jaar had ik het wel gezien. Ik ben toen aan het werk gegaan als skileraar in Oostenrijk. In de zomer begeleidde ik flot tieljes in Griekenland. Dat laatste doe ik nog steeds, ieder jaar zit ik er een week of zes. Heerlijk. Ik heb veel geleerd van het werken met groepen. Je leert goed met mensen omgaan. Mensen het naar de zin te maken, ook met wie je persoonlijk geen klik hebt.’
De bedrijven Op zijn twintigste startte hij Wemeb, een organisatieadviesbureau. ‘Wemeb bemid delt grosso modo tussen gevestigde bedrij ven en veelbelovende start ups. De een is op zoek naar innovatie, de ander heeft goede ideeën en is op zoek naar een investeerder.’
Goud Niet alles wat Bas aanraakt verandert in goud. In 2018 zette hij een investerings
34 | New Scientist | Tilburg School of Economics and Management
De voorkeuren van Bas van der Werf Voorbeeld Sander Schimmelpenninck en Jort Kelder Krant Financieele Dagblad Boek Wat wij van Amerika kunnen leren van Rick Nieman Kijkt naar Shark Tank Film The Big Short, The Wolf of Wall Street Acteur Leonardo diCaprio Restaurant JAXX Marina CEO Nancy McKinstry (Wolters Kluwer) Club Ajax en Willem II Auto Volvo XC90 Sport golf en hockey Tilburg University mooie campus Tilburg broedplaats Land Amerika Bucketlist: parachutespringen
fonds op in cryptomunten, Werfs Invest ment Management. Uiteindelijk lukte het niet operationeel te gaan, er zaten juri disch te veel haken en ogen aan. Geen reden om bij de pakken neer te zitten. In oktober vorig jaar lanceerde hij alweer
‘Mijn drive is niet alleen geld verdienen, maar vooral iets bereiken waar ik trots op ben’ werk een belangrijk onderdeel van het leven. Verder zorg ik goed voor mijn lijf en geest. Ik fitness en golf en krop dingen nooit op, elke dag heb ik wel even contact met mijn moeder. En met mijn opa, mijn grote voorbeeld als het om ondernemen gaat. Hij kon vroeger niet studeren en heeft toch maar mooi een bedrijf in de IT-sector opgezet. Hij geeft me altijd advies, gevraagd en ongevraagd. Ter ere van Hallolex heeft hij me een bordje met een mooie spreuk gegeven: ‘Succes zit hem in gewoon werk, buitengewoon goed doen.’
Eenvoudige webshop BRAM BELLONI
Hallolex, een online platform dat juridi sche documenten op maat levert aan ondernemers. Algemene voorwaarden, arbeidscontracten, privacyverklaringen et cetera. ‘We hebben in Nederland heel veel zzp’ers en kleine ondernemers die tijd en geld ontberen om een dure advo caat in te schakelen voor het opstellen van juridische documenten. Onderne mers kunnen die bij ons bestellen voor een schappelijke prijs. Leave legal to Lex’, zegt hij lachend.
Kansen benutten Bas werkt gemiddeld 12 uur per dag, zes dagen in de week, de studie bedrijfsecono mie staat voorlopig op een laag pitje. Ligt er dan geen burn-out op de loer? ‘Nee. Het voelt niet als werk. Het runnen van een bedrijf is heerlijk. Vrijheid. Kansen zoeken en die proberen te benutten. Je eigen beslissingen nemen. Mijn drive is niet alleen geld verdienen, maar vooral iets bereiken waar ik trots op ben. Sommige mensen werken om te leven, voor mij is
Heeft hij nog tips voor een medestudent met een idee voor een onderneming? ‘Zeker. Er zijn grofweg vier stappen die je moet nemen. Het begint met je idee, wat wil je verkopen? Stap 2, ga na of er wel voldoende vraag naar je product is. Zo ja, dan kun je voorzichtig een pilot beginnen, waarbij je je kosten beperkt. Ik ben met Hallolex ook met een eenvoudige webshop begonnen, zonder veel tierelantijnen. Dan kun je nog makkelijk bijsturen. Pas onlangs heb ik een nieuwe website gelanceerd. Als het echt gaat lopen, neem je stap 4 en ga je verder investeren en het bedrijf uit bouwen.’
Tilburg School of Economics and Management | New Scientist | 35
JOIN A COMMITTEE AT
WHAT’S IN IT FOR YOU? - Organize introduction activities - Personal development - Extend your network - Close group of friends - Bi-weekly drinks
INTERESTED? maktilburg.nl
+31 6 21969249 mak@uvt.nl