4
1895-1900 | De kappa van Princeton Sinds 1930 reikt de Vrije Universiteit regelmatig eredoctoraten uit aan personen vanwege hun uitzonderlijke verdiensten. VU-oprichter Abraham Kuyper ontving in 1898 ook een dergelijke onderscheiding, van Princeton University. De kappa die hij hierbij kreeg, is onderdeel van de collecties. Wat was de reactie van Kuyper? En hoe kijken we vandaag de dag hier tegen aan? George Harinck schrijft over de historische achtergronden van Kuypers eredoctoraat, Kathleen Ferrier reflecteert vanuit het heden.
Over Kuyper, de kappa, en Princeton George Harinck Eredoctoraten worden door universiteiten verleend aan degenen die een buitengewone bijdrage aan de wetenschap of samenleving hebben geleverd. Ten teken daarvan ontvangt de eredoctor veelal een bul en ook een kap of kappa die hij over zijn toga dragen kan. Aan de Vrije Universiteit zijn er in een cortège van honderden hoogleraren in zwarte toga’s, zoals op de dies natalis, doorgaans slechts enkelen die zo’n onderscheidingsteken dragen. Het gebruik is naar Nederland overgewaaid vanuit de Angelsaksische landen, waar de kappa eind negentiende eeuw in zwang kwam, en werd bijvoorbeeld aan de Utrechtse universiteit ingevoerd kort na de viering van het driehonderdjarig bestaan in 1936. De Vrije Universiteit volgde dit gebruik nog niet in 1930, toen ze haar eerste eredoctoraten uitreikte. Maar ze was al wel bekend met het verschijnsel van de kappa als onderscheidingstekens voor eredoctores. De hoogleraar Abraham Kuyper had in oktober 1898 zo’n kappa ontvangen bij de uitreiking van zijn eredoctoraat in de rechten aan Princeton University. Hij dacht dat de kappa een extra onderscheiding was bovenop zijn eredoctoraat en schreef aan zijn vrouw: ‘Ze zijn nu zoo enthousiast, dat de universiteit besloten heeft me doctor met de kap te maken. Natuurlijk breng ik dat sieraad mee.’ Lange tijd was hij de enige eredoctor van de Vrije Universiteit – hij had zelfs verschillende buitenlandse eredoctoraten. Maar bij academische plechtigheden droeg hij die
16
V U - VO O RW E R P E N E N H U N V E R H A LE N
van Princeton. Student H. Kaajan beschreef welke indruk dit bij de diesviering van 1899 op hem maakte: ‘Voorop liep de pedel der Vrije Universiteit met de universiteitsstaf gehuld in eene toga, die een kranig figuur maakte. Daarachter liep dr. A. Kuyper in prachtige zwarte toga, waarover een sierlijke kap hing, welke deels paarsch, deels oranjekleurig was. Hij had de barret op zijn hoofd en maakte in zijn kleedij den indruk van een machtigen kerkvorst. Daarachter liepen de andere proffs allen in zwarte toga’s en barret.’ Voor de Vrije Universiteit was deze kleurrijke band met de wetenschappelijke wereld buiten de landsgrenzen een teken dat de universiteit niet alleen een binnenlandse reden van bestaan had, naast de rijksuniversiteiten. Met haar specifiek christelijke uitgangspunt leverde ze ook een erkende bijdrage aan de universele wetenschapsbeoefening. De Vrije Universiteit reikt zelf ook eredoctoraten uit aan personen die zich uitzonderlijk onderscheiden op wetenschappelijk, politiek of cultureel gebied, zoals Martin Luther King in 1965, en astronaute Samantha Cristoforetti in 2018. George Harinck is hoogleraar in de geschiedenis van het neocalvinisme aan de Faculteit der Geesteswetenschappen (VU) en aan de Theologische Universiteit Kampen.