REINILDIS
Etiquettevraag
HOLLANDS Glorie
begrijpelijk. De vriend hield zich dus niet aan regel 1, de vrouw hield zich wel aan regel 2 – maar dit had de situatie niet verbeterd. Hier is dus alles fout gegaan. Jammer. In het algemeen is er wel een toverregel voor gevallen waar men zich duidelijk niet aan één of beide basisregels houdt. Die luidt: gebruik je gezonde verstand. In dit geval gingen de twee mannen zo op in hun gesprek dat ze niet meer nadachten. Hier had de vrouw redding kunnen brengen door bijvoorbeeld tegen haar vriend te zeggen: “Kun je mij jouw kennis niet voorstellen?” Of door haar hand uit te steken (of in coronatijd: op te steken) en zichzelf voor te stellen. Zo ziet u maar hoe één kleine etiquettevraag van een onbekende dame in een winkel tot een langdurig, maar interessant gesprek kan leiden. •
© Edith Buenen
Reinildis van Ditzhuyzen is historica, publiciste en etiquettedeskundige. Ze herschreef Amy Groskamp-ten Haves standaardwerk Hoe hoort het eigenlijk? waarvan de 42ste druk is verschenen.
In een winkel werd ik onverwachts aangesproken door een onbekende vrouw. “Mag ik u een etiquettevraag stellen?” zei ze. “Natuurlijk,” antwoordde ik, “ga uw gang.” Ze vertelde over een vervelende situatie waarin ze was geraakt: “Met een goede vriend zat ik in een café gezellig te praten. We hadden elkaar lang niet gezien en dus heel wat te vertellen. Opeens kwam er een man bij ons staan, die mijn cafégenoot bleek te kennen. ‘Wat goed om je weer te zien’, zei mijn vriend. ‘Dat is zeker tien jaar geleden! Hoe gaat het?’ De onbekende man vertelde wat en de twee raakten in een geanimeerd gesprek. Ze praatten en praatten, en ik zat er nogal verloren bij. Ik kende die man niet, wist niet eens hoe hij heette en voelde me nogal in de steek gelaten. Na zo’n tien minuten stelde mijn vriend voor dat de onbekende gezellig bij ons kwam zitten. ‘Dat vind je toch wel goed hè?’ zei hij voor de vorm. Ik had er helemaal geen zin in en zei plompverloren: ‘Nee!’ De onbekende man schrok en vertrok daarop, en mijn vriend was flink geërgerd. We bleven niet lang meer, want de gezelligheid was verdwenen. Mijn vraag aan u is: ‘Heb ik iets fout gedaan? Wat had ik volgens de etiquette moeten doen?’” Tja, dit is een eenmalige situatie, die in mijn boek natuurlijk niet voor komt. Want als ik alle mogelijke omgangsproblemen en situaties zou willen behandelen, wordt mijn boek duizenden bladzijden dik. In zo’n geval kijk ik steevast naar de twee basisregels. Regel 1 luidt: houd rekening met elkaar. Hier was haar vriend flink in de fout gegaan, want hij had geen enkele rekening met haar gehouden, terwijl zij tweeën toch samen in het café hadden afgesproken. Maar hij praatte eindeloos met een ander en stelde deze niet aan haar voor. Trouwens, de onbekende man had zijn hand ook zelf kunnen uitsteken en zeggen: “Wij kennen elkaar niet, ik ben…” Regel 2 van de etiquette is: wees duidelijk. Haar ‘nee’ was in ieder geval zo klaar als een klontje. Zeker, het was nogal bot, maar dat was in deze situatie