EINDELOOS NUMMER 3 - PAGINA 16
Rampjaar 1672
RAMPJAAR
Hoe de Republiek door het oog van de naald kroop
Yves den Bak – Tijdens de Gouden Eeuw genoot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hoog aanzien van andere landen in cultuur, wetenschap en in de internationale politiek en handel. Deze Gouden Eeuw werd abrupt bedreigd in 1672, toen de Republiek van drie kanten werd aangevallen door Frankrijk, Engeland en de bisdommen Keulen en Munster. Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos.
M
aar was het wel zo abrupt? Succes kent vele vijanden en dit was niet anders voor de Republiek. De verhouding tussen Engeland en de Republiek was in de zeventiende eeuw problematisch. Beide landen wilden een handelsimperium opbouwen en zaten elkaar constant in de weg. Niet alleen met verkrijgen van bepaalde monopolies in Azië, maar ook via scheepswetten. De Akte van Navigatie is hier een voorbeeld van. Dit leidde uiteindelijk tot twee Engels-Nederlandse Oorlogen. Ook de verhouding tussen Frankrijk en de Republiek hadden betere tijden gekend. Lodewijk XIV wilde de positie van Frankrijk versterken. Hij deed dit in het oosten (Elzas-Lotharingen) en in het noorden (Oostenrijkse Nederlanden). Deze ontwikkelingen bedreigden de belangen van de Republiek. Een militair
sterk land als Frankrijk aan de zuidgrens zou een groot gevaar zijn, of zoals men destijds zei: ‘Gallicus amicus, non vicinus’ (de Fransman als vriend, niet als buur). Bovendien zat het Frankrijk dwars dat een klein ‘land’ als de Republiek zoveel rijkdom had. Waarom hadden Frankrijk of Engeland dan niet eerder de Republiek proberen te veroveren, al dan niet gezamenlijk? Dit was een verdienste van de bekwame raadpensionaris Johan de Witt. Als de ene mogendheid gevaarlijk werd, sloot de Republiek een bondgenootschap met de andere mogendheid. Johan de Witt was een meester in deze verdeelen-heers politiek. Maar in 1670 sloten Engeland en Frankrijk in het geheim een bondgenootschap, het Traktaat van Dover, om de macht van de Republiek voor altijd te breken. Iedereen zou een stukje
van de taart krijgen en Willem III zou een marionet worden van de koning van Engeland. Het Rampjaar begint met een gezamenlijke aanval van Frankrijk vanuit de Zuidelijke Nederlanden, Engeland vanaf zee en de bisdommen Keulen en Munster vanuit Duitsland. De Republiek had echter een bekwame admiraal, Michiel de Ruyter, die de Staatse vloot leidde. Deze vloot lag tussen de zandbanken van Schooneveld vóór de Scheldemonding. Omdat de Zuiderzee richting Amsterdam ondiep was en er voor de kusten veel zandbanken lagen, bestond de vloot van de Republiek uit kleine schepen met weinig diepgang, terwijl de Frans – Engelse vloot bestond uit zwaardere schepen. Tijdens de Eerste en Tweede Slag bij het Schooneveld wist De Ruyter hier handig gebruik van te maken