i nternet of things dossie r 201 7 | chan n e lco n n ec t
Smart industry | Rashid Niamat
André Hiddink, productmanager IT bij Rittal
‘IoT is niets nieuws onder de zon’
Bedrijven gebruiken steeds meer toepassingen voor het Internet of Things. Ook Rittal speelt hier op in. “Bedrijven die met het IoT beginnen en op de IT-component focussen, zien vroeg of laat IT en Industrial Environments (IE) samenkomen”, aldus André Hiddink van de fabrikant. De leverancier van behuizingen, stroomverdelingssystemen, systeemklimatisering, monitoring en IT-infrastructuur en -diensten is voor de buitenwereld misschien een vreemde eend in de bijt op het gebied van het IoT. Steeds meer ac-
dig. Daar komt kennis van Rittal over Industrial Environments (IE) van pas. Op dit moment worden IoT-toepassingen en -oplossingen vooral in de echte procesindustrie uitgerold. De daarvoor geldende eisen zijn gesneden koek voor de
‘ Registratie processen en stakeholder extreem belangrijk’ tieve producten die Rittal levert worden voorzien van IoT devices. Een voorbeeld hiervan zijn de schakelkast koelaggregaten. Hierbij is het reguliere onderhoud niet meer van toepassing maar kan over predictive maintenance worden gesproken. Met andere woorden, het koelaggregaat meldt als er een onderhoudsbeurt moet worden uitgevoerd. Maar ook de productiefabrieken van Rittal zijn wereldwijd uitgerust IoT devices. IBM Watson is de partner die er voor zorgt dat de beschikbare data wordt ingezet om het productproces te optimaliseren. Tevens is de fabrikant in binnen- en buitenland betrokken bij een groot aantal IoT-projecten. Deze projecten verschillen onderling sterk, maar hebben ook een overeenkomst. Ze hebben een goede technische infrastructuur no28
fabrikant. Stof, resonanties, hoge temperaturen en luchtvochtigheid zijn in IE eerder regel dan uitzondering. Op die plekken wordt nu steeds meer data vergaard en opgeslagen. Standaard behuizingen zijn daar ontoereikend, dus komt de kennis en het portfolio van Rittal goed van pas.
IoT draait om data Dat data zowel de kern als de achillespees van het IoT vormt, is bekend. Het IoT veronderstelt dat er veel data beschikbaar is en wordt toegevoegd. Deze gegevensstroom moet op een goede manier worden opgeslagen, bewerkt en vervoerd. “Strikt genomen is het IoT in dat opzicht trouwens niets nieuws”, geeft Hiddink aan. “Dat de industrie op data leunt om processen tussentijds bij te sturen en optimaliseren, is al decen-
nia de praktijk. Wat er nu wel anders is, is de omvang van de data en de kortere tijdsintervallen voor het bijsturen. Dat heeft onder meer te maken met de massale inzet van sensoren en de toename van rekenkracht.” De voor het IoT belangrijke gegevens kunnen onmogelijk op een plek worden opgeslagen en bewerkt. Daarom is er een getrapt model nodig, waarbij data over drie of meer locaties wordt verspreid. Data die bij productie vrijkomt of nodig is voor het aansturen hiervan, zal zo dicht mogelijk bij de productielijn moeten worden geplaatst. André Hiddink wijst erop dat servers los of in standaard serverkasten bij lopende banden of draaibanken neerzetten geen verstandig scenario is. Het type serverkast dat op die plekken nodig is, moet aan meerdere voorwaarden voldoen. Voorwaarden die per sector ook nog eens verschillen. Vanaf de eerste locatie wordt data in een tweede omgeving opgeslagen die waarschijnlijk nog on premise is. De datasets die daar beschikbaar zijn, worden gebruikt voor onder meer backoffice-handelingen als voorraadbeheer of administratie. Op een verder afgelegen locatie, in een datacenter of cloudomgeving, komt de data te staan die bijvoorbeeld voor modelling, diepgaande analyses en andere processen wordt gebruikt.