OVER DE LIEFDE DIE STILTE IS u
“Liefde kun je niet vinden,”
zegt Wolter Keers. “Je kunt haar niet verliezen en niet geven, ook niet ontvangen - je kunt alleen heel diep in je eigen hart kijken en ontdekken dat wat je op de krankzinnigste manieren zoekt in feite is wat je zelf bent.” Je zou die liefde ook stilte kunnen noemen. Het is “een heel diepe stilte waarin we helemaal thuis zijn, waarin er niets hoeft te gebeuren en niets bereikt hoeft te worden.”
u
WOLTER KEERS - SAMENGESTELD DOOR LUCY AUCH
J
e moet meer van jezelf leren houden. Op een gegeven moment moet iemand je dat zeggen. Dat is niet zo moeilijk als je ontdekt dat alles, ook de raarste manoeuvres die je uithaalt, uiteindelijk bedoeld zijn om de liefde zichtbaar te maken. Liefde is niet iets wat je kunt voelen. Liefde is de grondeloos diepe herkenning van dat wat je wezenlijk bent, op ‘deze plek’, in iemand die op ‘een andere plek’ is. Bij die herkenning wordt al het andere, ook je persoonlijkheid, vergeten (en een persoonlijkheid die vergeten wordt, bestaat op dat moment niet). Op dat ogenblik vertaalt die diepe herkenning zich in de diepe gevoelens die we liefde noemen. Maar die gevoelens, hoe diep ook, zijn toch alweer verschijnselen in tijd en ruimte. De echte liefde die we zijn kan niet gevoeld worden, omdat je niet direct kunt voelen wat je bent.
HET ONVOORSTELBARE
Liefde is volkomen tijdloos, heeft geen grenzen en kan dus nooit verpakt worden in een gevoel of in een beeld dat we ‘ik’ noemen. Dan zou de voorstelling die we van onszelf maken de eigenaar zijn van iets wat geen grenzen heeft; alsof je een kurk in het water gooit en ervan uitgaat dat de kurk eigenaar van de oceaan is. Dat is onmogelijk. Maar er is natuurlijk ook helemaal geen sprake van een eigenaar. We snijden dat wat we wezenlijk zijn, liefde, de pas af door er een ‘ik’ op te projecteren. Door te proberen iets met die liefde te doen of haar vast te houden, is het geen liefde meer. Liefde kan nooit gekwetst worden; liefde kunnen we nooit verliezen omdat we wezenlijk liefde zijn. Wat wel kan gebeuren is dat we gewoontegetrouw een persoon projecteren, daar onze aandacht op gaan richten en zo de liefde uit het oog verliezen.
Wolter Keers wordt beschouwd als de nestor van de Nederlandse advaita. In 1950 bezocht hij Ramana Maharshi. Later bracht hij meerdere jaren door in India als leerling van Sri Krishna Menon. In de jaren zeventig bezocht hij Sri Nisargadatta Maharaj en vertaalde hij diens I am That in het Nederlands. Hij gaf talloze lezingen en schreef uitgebreid over yoga en advaita en was inspirator van o.a. Alexander Smit en Jan van Delden. Hij overleed halverwege de jaren tachtig.
32
samsaramagazine 1-2020
Lucy Auch werd in 2008 ‘geraakt’ door Jan van Delden. Samen met Jan schreef ze het boek Vele wegen, één thuis (uitgeverij Samsara, 2012). Momenteel is zij bezig met het samenstellen van een boek met teksten van Jans leraar, Wolter Keers, waarin de nadruk ligt op de Stilte als Liefde. Hiermee poogt ze het algemene beeld van Keers als ‘leraar van het intellect’ te nuanceren. Dit artikel is samengesteld uit een lezing van Keers uit 1980.