100195_Overijssel_02:Opmaak 1
27-04-2010
14:50
Pagina 10
Het hoogtepunt van de carrière van Theo Bult is ongetwijfeld de TT van Assen in 1971. Hij werd toen tweede in de 250 cc en derde in de 350 cc. (foto Henk Keulemans)
10
Vliegende start
Nadat Theo Bult eind jaren vijftig als jong broekie voor het eerst met z’n motorgekke
In 1969 maakte Theo Bult dan toch nog met een Yamaha (in de 350 cc klasse) en zijn eigen Ducati (in de 250 cc klasse) zijn eerste rondjes om de kerk in Fleringen. Hij maakte wat je noemt een vliegende start op zijn ‘thuiscircuit’. In de nationale wed-
broers en vader de internationale motorraces op
strijd snelde hij met zijn 350 cc Yamaha zomaar naar een eerste plek en met zijn 250
het stratencircuit van Tubbergen had bezocht,
in Hengelo (Gld.), al overtuigend aangetoond dat wat goed is, snel komt. Toen hij in
wist hij het zeker: dit wil ik ook!
cc Hill-Ducati werd hij derde. Het jaar ervoor had Bult, onder meer tijdens de races Hengelo winnaar werd in de nationale 350 cc klasse, op een door Gerrit Filart uit Manderveen gesponsorde Honda, werd hij prompt opgenomen in het Motorpaleis-Riemersma Racing Team, waarvan bijvoorbeeld ook Wil Hartog (de
T
ot hij oud genoeg was om het motorrijbewijs te halen, oefende hij een
Witte Reus) deel uitmaakte.
aantal jaren vlijtig op een afgedankte motor van één van z’n broers in de
Een jaar na zijn imponerende debuut mat Bult zich al in de internationale wedstrijd
grote moestuin achter de ouderlijke woning in Lonneker. In 1968 – hij was
in Tubbergen met de grote jongens. Na races op het scherpst van de snede met
toen 23 jaar en had al de nodige kilometers op bochtige B-weggetjes over
Paul Smart (‘Small Part’) won hij de 350 klasse en werd hij tweede in de 250 cc. Nog
de glooiende Twentse dreven op de teller – achtte hij de tijd rijp zijn jongensdroom
weer een jaar later, nadat hij onder meer tijdens de TT in Assen als tweede en
waar te gaan maken. Met een door hem zelf tot ‘Hill Ducati’ omgebouwde Ducati
derde werd afgevlagd en ook op internationale circuits al grote indruk had gemaakt,
Mach 1, doorstond Bult (‘Hill’) met glans een ‘racevaardigheidstest’ op het circuit
won de toen 26-jarige productietechnicus van – toen nog – de Technische
van Zandvoort.
Hogeschool Twente zelfs beide klassen.
Tot zijn grote teleurstelling kreeg hij dat jaar echter geen startbewijs voor ‘Tubbergen’. De organisatoren achtten hem te jong en onervaren om zich staande te houden te midden van de nationale en internationale cracks. De internationale motorraces op het stratencircuit van krap tien kilometer in de driehoek Tubbergen, Fleringen, Albergen stonden in die jaren zowel nationaal als internationaal in hoog aanzien. Tussen 1950 en 1960 vertoonden motorduivels als de Zwitser Musy, de Nieuw-Zeelander Hollier, de Australiër Keith Campbell en later de Brit Rob Fitton, de Duitser Ernst Hiller en de Canadees Frank Perris tegen fikse startgelden met graagte hun niet geringe kunsten op de essen rond de Kroezeboom en het rondje om de kerk van Fleringen. Als jongetje stond Theo Bult jaar na jaar juist op díe plek op Tweede Pinksterdag tussen het publiek, want daar kon je de coureurs het beste van dichtbij zien omdat ze daar flink in de remmen moesten.
HOE THEO BULT IN 1971 ZIJN JONGENS
‘Terreur’ op