110355_MSMD_4_2011_Opmaak 1 29-07-11 10:29 Pagina 28
28
Het Huis van Bewaring, omstreeks 1900.
[Zie ook: Jan ten Hove, Meer dan stenen muren: 250 jaar opsluiting in Zwolle 1739 – 1989. Kampen 1989.
Gevangenis wordt hotel
Zwolle kent een hotel dat is gevestigd in een voormalige gevangenis: het Provinciaal Tuchthuis uit 1739 werd in 2008 geopend als Librije’s Hotel. Waar ooit op niet geheel vrijwillige basis gevangenen en arrestanten verbleven onder vaak erbarmelijke omstandigheden, kunnen de gasten van tegenwoordig zich wentelen in luxe. Daar ging wel een uitvoerige verbouwing aan vooraf. Het was niet de eerste.
Van cachot naar cachet H et Provinciaal Tuchthuis dat werd geopend op een bastion op het Noordereiland in Zwolle, was de eerste gevangenis in Overijssel die speciaal voor dat doel werd gebouwd. Voordien zaten de gevangenen opgesloten op allerlei plaatsen waar ze maar veilig konden worden weggestopt. Althans vanuit het oogpunt van degenen die hen opsloten. Mannen, vrouwen en kinderen zaten door elkaar. Pas in 1821 kwam er een regeling die zei dat de verschillende categorieën gevangenen strikt gescheiden van elkaar moesten blijven. Om de kosten te beperken werd het gebouw niet vergroot, alleen de indeling veranderde. Toen het aantal gevangenen begon toe te nemen – van ongeveer dertig in 1825 tot bijna 150, een kleine kwarteeuw later – ontstonden er
problemen. Slechts met moeite konden gevangenen van ‘verschillende trappen van zedelijkheid’ uit elkaar worden gehouden. In 1851 werd het cellulaire systeem ingevoerd, maar de praktijk was weerbarstig. Het gebouw met zijn vele gemeenschappelijke ruimtes was hiervoor namelijk absoluut niet geschikt.
Een alarmerende brief In 1861 kreeg de directeur van het Burgerlijk en Militair Huis van Verzekering of Huis van Bewaring, zoals de naam toen was, een alarmerende brief van een anonieme gevangene. In tamelijk onbeholpen taal vertelde hij of zij over twee dronken bewaarders. Deze hadden zich, blijkbaar met volledige instemming van de ‘slachtoffers’ zelf, vergrepen aan twee vrouwe-
lijke gevangenen. ‘Om negen uur gingen ze de trappen af achter ons hok’, aldus de tekst, ‘en dat heeft zoo de geheele nacht doorgegaan, dan na boven en dan weer na beneeden, dan zijde de een Je moet mij eerst gebruiken, nu ben ik weer aan de beurt.’ De anonymus schaamde zich om het op te schrijven, maar ondertussen lag de brief er wel. Het resultaat ervan was in ieder geval dat de bewaarders Van de Berg en Nieman op staande voet en oneervol werden ontslagen en tijdelijk vervangen door een rijksveldwachter. De positie van vrouwen in de gevangenis werd er evenwel niet direct beter door. De misstanden waren en bleven talrijk. Als vrouwen kinderen hadden, wer-