8
‘ONDER DE PALMEN DENK IK AAN JOU’ CO VISSCHER VERLOOFDE ZICH MET INDIËGANGER JAAP ROOK
DOOR DOOR SCHOKKENBROEK
J
aap heeft zijn tijd op Midden-Java goed gedocumenteerd. Hij maakte foto’s, hield een dagboek bij en schreef brieven naar zijn verloofde Co Visscher in Genemuiden. Co heeft het dagboek ‘tot in den treure nagepluisd. Ik weet meer vanuit de brieven en het dagboek, dan dat hij erover vertelde.’ In haar kamer in woonzorgcentrum De Meenthe in Genemuiden heeft ze het dagboek en het fotoalbum op een stapeltje klaarliggen.
Wandelen op de kade
Co en Jaap hadden nog maar net verkering toen Jaap in dienst moest. Hij werd gelegerd in de Saksen Weimar kazerne in Arnhem en werd op 11 februari 1949 met het schip Kota Inten naar Indië uitgezonden. Co reisde samen met haar zus vanuit Genemuiden naar de contactdagen in de kazerne van Arnhem om Jaap te ontmoetten. Op de dag van zijn vertrek naar Indië stapte ze op de trein naar Rotterdam om Jaap uit te zwaaien. Ze heeft hem wel gezien vanuit de verte, maar ze konden niet met elkaar praten.
Briefwisseling
Bij aankomst op 15 maart 1949 op Soerabaja werd het bataljon van Jaap meteen aangevallen. De aanval kostte drie kameraden het leven. Co: ‘De Indonesiërs vielen vaak aan als er weer een nieuwe lichting jongens kwam, want die waren nog onervaren. Ze kenden die rare geluiden uit de tropennachten nog niet. Het was een chaos, ze wisten niet waar we zo gauw heen moesten draven.’
Jaap Rook (1928–2017) bracht zijn militaire dienst door als brenschutter op Soerabaja tijdens de tweede politionele actie in Indonesië. Een heftige periode waar zijn beste kameraden sneuvelden in de strijd. Hij hield er zenuwtics aan over. ‘Hij praatte er niet veel over en als je Jaap er naar vroeg, dan werd hij altijd emotioneel’, zegt zijn vrouw Co Rook-Visscher (Genemuiden, 1931) ruim zeventig jaar na dato.
Jaap hield Co per brief op de hoogte van zijn ervaringen in de jungle. Op een meegestuurde foto schreef hij: ‘Onder de palmen denk ik aan jou’. Op een gegeven moment ontving Co een gesproken brief op een kartonnen grammofoonplaat. ‘Ik heb hem eerst alleen beluisterd, op zo’n ouderwetse grammofoon met zo’n grote toeter eraan. Dat was bij iemand uit de buurt, want haast niemand had zo’n ding. Ik wilde niemand erbij hebben, want ik dacht: wat hij zegt, is alleen voor mij! Later kwam de hele buurt, die wilden Jaap allemaal wel horen. Het nadeel van die gesproken brieven was dat je ze moest beluisteren met een cactusnaald, een sleepnaald, die naarmate de ‘grammo-
Co en Jaap. (collectie Co Rook)