8
DOOR MARTIN VAN DER LINDE
Op zoek naar het oorlogsverleden van pa Kijk in de Vegte Een grote hangar in de buitenwijken van Dessau markeert het gigantische complex waar tijdens de Tweede Wereldoorlog duizenden vliegtuigen voor de Duitse Luftwaffe van de lopende band rolden. In 1944 werkten hier zo’n 25.000 dwangarbeiders bij de Junkers vliegtuigfabriek, onder wie Anton Kijk in de Vegte (1923-1994) uit Hasselt. Pas jaren na zijn overlijden hoorden zijn kinderen voor het eerst over deze geschiedenis. Het was het begin van een lange zoektocht naar het oorlogsverleden van hun vader.
Ursula Borstorff (links) vertelt Wil, Wim en Dick Kijk in de Vegte (v.l.n.r.) over de laatste oorlogsdagen in het Duitse Raguhn. (foto: Albert Bartelds)
H
et terrein rondom de hangar doet, net als Dessau zelf, een beetje mistroostig aan. Door de aanwezigheid van de Junkersfabriek was Dessau gedurende de oorlog doelwit van verschillende bombardementen, waarbij het overgrote deel van de stad werd verwoest. In de tijd van de DDR kwamen hier talloze flatgebouwen in typische Oostblokstijl voor terug. Bij Junkers werkten duizenden dwangarbeiders van tientallen verschillende nationaliteiten uit zowel Oost- als West-Europa. In Nederland kamden de Duitsers vanaf april 1942 bedrijven uit op overtollige werknemers. In mei 1943 kondigden ze de algemene Arbeidsinzet af. Alle mannen tussen de 18 en 35 jaar moesten zich melden voor tewerkstelling in Duitsland.