IN DEZE EDITIE
Fluvius: “We staan voor de belangrijkste gedragsverandering van onze generatie”
Elektrobarometer stabiliseert
Wat wijzigt er in 2023?
Europese Commissie wil AEEA-richtlijn herzien en heeft input nodig
Fluvius: “We staan voor de belangrijkste gedragsverandering van onze generatie”
Elektrobarometer stabiliseert
Wat wijzigt er in 2023?
Europese Commissie wil AEEA-richtlijn herzien en heeft input nodig
Activa-link modellen met radiofrequentie communicatie en bewaking op afstand via APP Facility Expert SB
Vetrosignaalkit (25m) of zelfklevende pictogrammen (20m) voor alle richtingen
Meer dan 40% van de kunststof onderdelen is gemaakt van gerecycleerd materiaal. Zeer efficiënte LEDs en verhoogde energie-efficiëntie dankzij batterij LiFePO4.
Van 50 tot 500lm, 4 configureerbare autonomieën (1u/ 1,5u / 2u/ 3u) en permanent en niet-permanent modus selecteerbaar via jumpers
Maximale gebruiksflexibiliteit. Inbouw, opbouw, plafond en verlaagd plafond
Weet u nog wat het woord van het jaar 2022 was?
Inderdaad, klimaatklever.
Nelectra koos eensgezind een ander, namelijk capaciteitstarief. Geen enkele term is in 22 zo vaak over onze lippen, in onze mails, in onze telefoongesprekken en onze Teams-kanalen gepasseerd als dit. Het capaciteitstarief dus. En dat zal in 2023 niet anders zijn, denken we. Er zullen nog heel wat commentaren en analyses gemaakt worden over het energiebeleid. Correcte én foute. En begrijpe wie begrijpe kan: als je in de verbruikssimulator van de VREG een simulatie wenst te maken voor een woning met een warmtepomp lucht/lucht, dan kon je deze simulatie bij het ter perse gaan van dit nummer niet doorvoeren. Ze is namelijk niet voorzien in de tool. Nochtans is dit een type warmtepomp dat veelvuldig zal gebruikt worden in de energietransitie. Denken we maar aan het stedelijk weefsel waar het zo goed als onmogelijk zal zijn een ander type warmtepomp te installeren. Kan de VREG ons dit even toelichten? Zijn we theoretisch bezig of hebben we de voeten en benen in de praktijk staan? Onze installateurs duidelijk wel. Zij worden geconfronteerd met de vele vragen van hun klanten. Gelukkig kan sectorfederatie Nelectra haar rol spelen en de bekommernissen van de leden aan de diverse instanties overmaken. Op die manier hebben we reeds met succes wijzigingen laten aanbrengen die het werk van onze leden en hun klanten vergemakkelijken. We gaan in gesprek met bedrijven en organisaties die van belang zijn voor onze bedrijven en durven kritische vragen te stellen, ook aan politici en bewindvoerders. Wat we in 2022 voor de hele sector verwezenlijkten leest u verder in deze editie, zoals eveneens een duidelijk overzicht van wat er sedert 1 januari voor de ondernemers veranderde.
Nelectra is broodnodig, dat bewijst de voortdurende aangroei van onze leden, en de schouderklopjes doen ons team deugd! Dank hiervoor.
Reageren?
Viviane Camphyn
Gedelegeerd bestuurder Nelectra
viviane.camphyn@nelectra.be
De trends in retail 18 Wat vinden onze leden van onze ondersteuning bij de erkenning van aannemers voor overheidsopdrachten?
Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektrosector. ElektroVisie/ElectroVision heeft een oplage van 8.019 exemplaren en is een tweemaandelijkse uitgave van:
het Nationaal Verbond van Zelfstandige Elektriciens en Handelaars in Elektrische Toestellen vzw (afgekort Nelectra), Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde · BE 0410 342 662 RPR Brussel
T: 02 550 17 11, info@nelectra.be, www.nelectra.be
redactieraad Viviane Camphyn, Eric Claus, Linda Claeys, Fallon Declerck, Els Heyrman, Ludo Holemans, Rudy Van den Bergh, Danny Hermans, Dirk Van Steenlandt, Frank Vanlangendonck
hoofdredacteur
Els Heyrman 02 550 17 21 els.heyrman@nelectra.be
reclameregie
Trevi · Kelly Vander Haeghen
Meerlaan 9 · 9620 Zottegem 09 326 74 51 kelly@trevi-regie.be
De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders.
Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever.
Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers.
reportages Linda Claeys linda.claeys@nelectra.be
verantwoordelijke uitgever
Viviane Camphyn
Stationlei 78 bus 1/1 · 1800 Vilvoorde 02 550 17 11
vertaling
Akira Translations translations@akiratranslations.be
drukkerij
Bredero Graphics administratie
Nadia Van Nuffel · 02 550 17 17
nadia.vannuffel@nelectra.be
Marian Hemerijckx · 02 550 17 18 marian.hemerijckx@nelectra.be
Nelectra verwerkt uw persoonsgegevens met het oog op leden- of prospectenbeheer. Indien u dit niet wil, volstaat een mail naar info@nelectra.be. U kan uw gegevens inkijken en laten aanpassen via een eenvoudig verzoek, mét bewijs van identiteit, aan Nelectra, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde of via info@nelectra.be. Met vragen of klachten over gegevensverwerking kan u terecht bij de Gegevensbeschermingsautoriteit. Het algemeen privacybeleid vindt u op onze website www.nelectra.be. Uw gegevens werden mogelijks verkregen via een externe databank. Op eenvoudig verzoek kunt u meer info verkrijgen.
“Na relighting met led-toestellen, vielen de drivers één voor één uit. Hoe kan dit?”
3 Viviane reflecteert Woord van het jaar 2022
6 Electro Sprint Installations: “Ik hou van de afwisseling in onze sector”
8 Nelectra informeert
8 Hallo Nelectra?
9 Elektrobarometer stabiliseert
10 Nelectra behartigde uw belangen in 2022
12 Wat wijzigt er in 2023?
16 Onze ondersteuning bij de erkenning van aannemers voor overheidsopdrachten
15 Engels Group sluit boeiend jaar af met gesmaakt event
17 Europa Europese Commissie wil AEEA-richtlijn herzien en heeft input nodig
18 Retail Welke trends mogen we in 2023 verwachten?
20 Wat zijn de nieuwste trends in verlichting?
22 Herbekijk onze interessante webinars
22 Welke infosessies en webinars mag u dit jaar verwachten bij Nelectra?
24 Nelectra in gesprek met Fluvius
“We staan voor de belangrijkste gedragsverandering van onze generatie”
28 Nelectra in gesprek met
30 Technische info
30 Bent u zich bewust van het gevaar van elektrische vlambogen?
32 Hoogfrequente power quality en supraharmonischen: schets van de problematiek
35 9 vragen aan
Filip Van Dyck (Managing Director Atag)
ElektroVisie heeft een afspraak met Kris De Pooter van Electro Sprint Installations, sinds december 1991 als zelfstandige actief. En al even lang tevreden lid van Nelectra, voegt hij er met een brede glimlach aan toe.
Waar de naam van zijn bedrijf vandaan komt, vragen we hem, want de link naar ‘Sprint’ is ons een raadsel. “Jullie zijn niet de enigen met die vraag,” vertelt Kris. “Ook heel wat klanten zijn er nieuwsgierig naar en ik antwoord dan altijd lachend dat de factuur snel volgt. Sprint verwijst immers naar een model van Alfa Romeo waarmee mijn toenmalige vennoot en ik allebei reden.”
Maar er is ook een ‘ernstige verklaring’: “Ik werkte bij ESI, Elektrische Sanitaire Installaties en toen mijn vennoot en ik ons nieuwe bedrijf oprichtten, wilden we dezelfde afkorting behouden. Bij onze zoektocht naar een geschikte ‘S’ kwamen we dus al snel uit bij de wagen waar we allebei mee gereden hadden.”
Kris De Pooter is er trots op dat hij zijn klanten snel en efficiënt kan helpen. In heel wat domeinen trouwens, al beperkt hij het aantal merken dat hij gebruikt: “Ik hou heel erg van de afwisseling in onze sector. Samen met een medewerker doen we industriële en residentiële elektriciteit, alarm- en camera-installaties en zonnepanelen. De veranderingen in de sector lees ik via de nieuwsbrieven van Nelectra en ik volg ook regelmatig bijscholing.”
Kris De Pooter is een enthousiaste installateur; ook in zijn eigen woning, waarvoor hij zelf de schakelaars maakte en er een alarm- en camera-installatie, zonnepanelen, recent nog een batterij en zelfs een kleine windmolen installeerde. “Ik hou ook heel erg van ‘speciallekes’,” besluit hij. “Zo denk ik met trots terug aan onze installatie die we in onderaanneming uitvoerden op de eerste Proximus GSM-site. Ook aan het NAVO-gebouw met tal van antennes om het GSM-signaal te blokkeren wanneer nodig, heb ik mooie herinneringen.”
Els Heyrman
Studio Dann
Nelectra-adviseur:
Bij Nelectra kan u als lid steeds terecht bij onze adviseurs met al uw vragen over juridische, technische, sociale, fiscale, …. materies. Hierbij een paar interessante vragen die de voorbije maanden de revue passeerden.
Waarom is het zo belangrijk om aders via het juiste aandraaimoment onder een klem aan te sluiten?
In een vorige ‘Hallo Nelectra’ behandelden we de vraag of er twee aders onder een klem gemonteerd mogen worden (dat mocht niet, tenzij de fabrikant aangeeft dat de klemmen van de componenten ervoor geschikt zijn).
Maar of u nu één of twee aders onder een klem aansluit, u dient deze te monteren onder het juiste aandraaimoment. Het is namelijk belangrijk om elektrische en mechanische verbindingen correct te monteren. Doe je dit niet, dan kunnen de draden te los of te vast in de kooiklem komen te zitten. Als de draad te los zit kan deze lostrillen of er kan een te hoge overgangsweerstand ontstaan waardoor de temperaturen enorm kunnen oplopen. Als de draad te vast zit, kan dit leiden tot vervorming, waardoor zowel de behuizing van het component als de kern van de draad beschadigd kunnen worden. En ook dat kan een te hoge overgangsweerstand veroorzaken. In beide gevallen kan de draad los trillen, dus tegen de verwachting in kan dit ook bij een draad die te vast zit.
Zoals vaker opgemerkt is het belangrijk om met de juiste kennis en gereedschap aan componenten te sleutelen. Gebruik bij voorkeur een momentschroevendraaier voor het aandraaien van de kooimoeren! (FS)
Na relighting met ledtoestellen, vielen de drivers één voor één uit. Hoe kan dit?
Het betreft een verlichtingsinstallatie die na een lichtstudie door een studiebureel werd geplaatst. Bij de niet-dimbare toestellen werd de driver (met datasheet) meegeleverd. De driver voldoet bovendien aan alle nodige normen. Hoe kan het dan dat in deze installatie de drivers na verloop van tijd één voor één uitvallen?
Veel heeft te maken met de temperatuur: de maximale omgevingstemperatuur waarin de driver nog goed kan opereren is 45 graden ambient. Ook de behuizing mag niet te heet worden: maximaal 80 graden Celsius. U kan dit op de behuizing nameten via het gemarkeerde punt Tc (case).
Wat is er in dit geval nu gebeurd? De klant heeft onvoldoende ruimte gelaten boven de driver, waardoor deze is gaan opwarmen. In het begin gaat het prima, maar wanneer de driver zichzelf gaat opwarmen (omdat hij zijn warmte niet kwijt kan) gaat hij in veilige modus en schakelt hij zichzelf uit. In het ergste geval gaat de driver zelfs kapot.
Dit zie je vaak gebeuren bij installaties waarbij direct boven de driver isolatiemateriaal werd aangebracht.
U kan dit eenvoudig meten via een thermokoppel die u op een van de drivers bevestigt om zo de temperatuur na te meten. (FS)
34% van de elektro-ondernemers heeft in december meer werk dan net na de zomer. 13% heeft minder werk. Dat is aanzienlijk beter dan wat ze vorige keer in het vooruitzicht stelden.
Voor de eerstvolgende maanden denkt 21% van de elektrobedrijven meer en 28% minder werk te hebben.
Dat geldt zowel voor de installateurs als voor de handelaars. Beide groepen vrezen de gevolgen van klanten die de vinger op de knip houden.
Het ondernemersvertrouwen van de elektrobedrijven blijft laag, maar is toch wat hersteld ten opzichte van de drie voorgaande kwartalen. De verbetering is vooral te danken aan het huidige werkvolume. De tewerkstelling in de sector blijft min of meer gelijk. En de elektroondernemers zijn tevreden met het eigen bedrijf. De andere parameters zitten nog altijd in het rood.
85% van de elektrobedrijven werken nu nog met ongeveer evenveel mensen als enkele maanden geleden. 10% werkt met meer personeel. 5% met minder.
Weinig verandering daar voor de eerstvolgende maanden. 17% denkt aan aanwerven terwijl 10% met minder personeelsleden zal werken.
De elektro-ondernemers zijn net zoals de hele samenleving weinig optimistisch over de huidige omstandigheden. De helft zegt ronduit ontevreden te zijn. 6 op 10 is dat wel nog over het eigen bedrijf. Gelukkig. Maar algemeen economisch zouden we liefst snel een nieuwe adem moeten vinden.
staat onder grote druk
Op het vlak van winstgevendheid zien we weinig verbetering. Bij 14% is dat wel het geval maar 27% spreekt van een achteruitgang. Bij de elektrohandelaars ziet letterlijk niemand een verbetering. 45% van hen ziet zijn rendabiliteit verslechteren.
Voor de eerstvolgende maanden verwacht 16% een verbetering terwijl 40% van mening is dat de
Anja Larik
rendabiliteit verder zal dalen. Bij de elektro-handelaars is dat zelfs bij 2 op 3 het geval. Vorig kwartaal meldde ook al 43% dat de winstgevendheid in dalende lijn zit.
56% van de elektro-ondernemers dragen de gevolgen van de problemen met dure of moeilijk leverbare materialen en toestellen. Bij 11% is dat zonder veel erg. 36% spreekt van een matige impact. Zij kunnen de extra kosten gedeeltelijk doorrekenen naar de klanten. De overige 10% kan
dat niet en verliest hierdoor veel geld.
Ook het aantal slechte betalers blijft hoog. 30% van de elektrobedrijven zeggen dat deze problematiek toeneemt.
De winstgevendheid van de elektrobedrijven staat dus onder serieuze druk. Een uiterst penibele situatie die echt niet lang mag blijven duren.
De elektrobarometer wordt sinds 2010 opgemaakt en is dé conjunctuurindicator voor de Vlaamse kmo bedrijven en zelfstandige ondernemers uit de elektrosector, zowel installateurs als handelaars. Een waarde boven index 100 wijst op een positief evoluerende conjunctuur, waarden onder index 100 op een negatieve evolutie. De jongste bevraging bij een vast, representatief panel gebeurde in december 2022.Het capaciteitstarief was opnieuw een continu aandachtspunt voor Nelectra in 2022. Op vraag van de werkgroepen installatie en speciaal opgerichte werkgroep capaciteitstarief werden in tal van meetings met onder meer de bezieler van het capaciteitstarief verschillende berekeningen en simulaties opgevraagd. Tijdens overlegmomenten met de VREG en Fluvius kon Nelectra bekomen dat wie elektrische verwarming heeft tot 1 januari 2028 geen digitale meter zal krijgen. Op ons aandringen werden ook webinars georganiseerd door Fluvius en VREG met toelichting specifiek voor onze leden. En ons lobbywerk stopt niet. We wijzen de VREG en Fluvius ook nu nog steeds op tekortkomingen zoals het ontbreken van de mogelijkheid om een lucht-lucht warmtepomp in te geven in de simulaties.
Dit najaar konden we u het goede nieuws meedelen dat de ‘Wet tot wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid’ in het Belgisch Staatsblad is verschenen en sinds kort in werking is getreden. Het betreft hier een uitzondering die – na lang aandringen van Nelectra – werd toegevoegd voor veroordelingen wegens onopzettelijke slagen of verwondingen die het gevolg zijn van een verkeersongeval.
Dit betekent dat dergelijke veroordelingen de aanvraag of hernieuwing van een vergunning als onderneming voor alarm-/ camerasystemen of een identificatiekaart, niet langer in de weg staan!
Nelectra-leden die zich in deze situatie bevonden, werden reeds persoonlijk op de hoogte gebracht. Meer informatie vindt u in het artikel op onze website via deze link:
Begin dit jaar stelde Nelectra -samen met Unizo- een actieplan voor, teneinde kmo’s een grotere toegang te bieden tot overheidsopdrachten. Het actieplan bevat knelpunten en aanbevelingen zoals het opdelen van opdrachten in kleinere percelen om ze behapbaar te maken voor kmo’s en het publiceren van opdrachten op een toegankelijk digitaal platform. Deze actie is broodnodig want uit nieuwe Europese cijfers blijkt dat in 2020 de Belgische overheid slechts 30% van haar grote overheidsopdrachten gunt aan kmo’s, hetgeen een daling is ten opzichte van 2019 (34%). Kleine en middelgrote ondernemingen lopen zo ettelijke miljoenen euro’s mis. De overheid toont op verschillende beleidsniveaus dat ze zich bewust is van deze problematiek. Unizo, Nelectra, Bouwunie, NAV, Fenavian, Brema, Febed en Creamoda hopen dat de overheid haar goede voornemens nu volop in de praktijk toepast. Een betere toegang tot overheidsopdrachten door kleine en middelgrote ondernemingen in de elektrosector is een belangrijk strijdpunt voor Nelectra.
In mei nam Nelectra als stakeholder deel aan een overleg georganiseerd door het kabinet van minister van Leefmilieu Zakia Khattabi, over de invoering van een score of index die fabrikanten en verkopers van elektronische apparaten verplicht zouden moeten vermelden (ook online) om de consument in te lichten over de herstelbare aard en verwachte levensduur van hun toestellen.
Op 12 september ontvingen we het op het Frans model geïnspireerde wetsontwerp “Repair index” met vraag om binnen de maand een advies uit te brengen. Hoewel
we de teksten nog verder in detail moeten analyseren, is het standpunt van Nelectra duidelijk: op zich is het idee van zo’n index niet slecht, maar dit moet gecoördineerd aangepakt worden en uniform zijn in gans Europa (vergelijkbaar met de energielabels die ook op Europees niveau geregeld zijn). Dergelijke maatregel invoeren in België alleen is immers totaal niet uitvoerbaar noch handhaafbaar ten aanzien van fabrikanten die doorgaans grote, internationale spelers zijn. We vrezen dan ook dat dit nationaal invoeren nog maar eens een nutteloze bijkomende verplichting en administratieve
last op de schouders van onze lokale zelfstandige kleinhandelaars zou leggen. Iets waar we ons als sectorfederatie uiteraard met man en macht tegen verzetten.
Ook de consument zal trouwens de dupe zijn indien elke lidstaat met zijn eigen versie van de “Repair Index” komt, want dan staan de verpakkingen van elektrotoestellen binnen de kortste keren vol met tal van scores en labels waar niemand nog wijs uit raakt. En dan schieten we het hoofddoel, namelijk de consument correct informeren, volledig voorbij.
Voormalig staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleeker wou dat consumenten effectief gebruik kunnen maken van het recht op garantie, in het bijzonder door het herstellen van toestellen te stimuleren. Ze wou daarom producenten verplichten om ofwel meer wisselstukken in stock te hebben ofwel de productie van wisselstukken door derden mogelijk te maken. Ook moet het gemakkelijker worden om derden de reparaties te laten doen.
Als sectorfederatie steunen we het initiatief om meer in te zetten op het herstellen van huishoudelektro. Ook vanuit Nelectra streven we namelijk naar een milieubewustere en circulaire economie. En in dat verhaal hebben onze zelfstandige, lokale elektroretailers (met een eigen hersteldienst) een belangrijke rol te spelen!
Op 14 september had Nelectra hierover een zeer open en constructief gesprek met het kabinet. Uiteraard gaven we daarin ook heel wat aandachtspunten, kritische noten en positieve feedback mee.
Op 3 februari 2022 verscheen in de krant
De Standaard de open brief "Scholen moeten voluit kiezen voor duaal leren" van 18 federaties: Nelectra, Unizo, Bouwunie,... Duaal leren is een zeer effectieve manier om vaardigheden aan te leren die relevant zijn voor de arbeidsmarkt. Door de beperkte schaal loont het vandaag echter niet voor scholen en ondernemingen om ermee aan de slag te gaan. De voorbije maanden en jaren werden verschillende
analyses gemaakt, maar na veel campagnes en talrijke initiatieven is het tijd om het geweer van schouder te veranderen en grondige maatregelen te nemen om duaal leren op te schalen.
De open brief, ondertekend door Nelectra's gedelegeerd bestuurder Viviane Camphyn, kan u integraal nalezen op onze website, via deze link:
De Bond Beter Leefmilieu en ODE, de organisatie voor duurzame energie in Vlaanderen, lanceerden eind 2021 een pleidooi voor een duurzame en transparantie energiefactuur waarmee het gebruik van elektriciteit voor verwarming door de overheid moet worden aangemoedigd. Als federatie die de elektrotechnische installateurs vertegenwoordigt, beaamt Nelectra dat elektrisch verwarmen veel beter is dan verwarmen op gas omdat het milieuvriendelijker en hernieuwbaar is.
De weg naar fossielvrij verwarmen is ingeslagen en een logische volgende stap is dan ook dat de heffingen op de elektriciteitsfactuur verdwijnen om het verwarmen met elektriciteit ook financieel te stimuleren. Nelectra vult in dit pleidooi graag aan dat ook andere elektrische verwarmingsmogelijkheden milieuvriendelijk en duurzaam zijn, naast de warmtepompen die vaak als voorbeeld naar voor worden geschoven.
Viviane Camphyn, gedelegeerd bestuurder van Nelectra: “Ook elektrische convectoren, radiatoren, vloerverwarming en infraroodpanelen kunnen hun rol blijven spelen. We zijn ervan overtuigd dat een slimme sturing van deze types elektrische verwarming in combinatie met zonnepanelen eveneens een energievriendelijke investering kan zijn die gestimuleerd en beloond moet worden.”
Per 1 januari 2023 paste Recupel haar distributiemodelcontract aan. Nelectra nam het voor haar leden elektroretailers en keukenhandelaars op zodat de praktische uitrol van dit nieuwe contract zo weinig mogelijk administratie met zich zou meebrengen. Via haar mandaat in het bestuur bracht Nelectra aan het vorige systeem verbeteringen en vereenvoudigingen aan. Nelectra bekwam bijvoorbeeld dat de forfaitaire vergoeding op basis van de staffels werd vervangen door een vergoeding per afgegeven punt. Daardoor besparen we onze leden heel wat rekenwerk en vermijden we dat door een tekort van slechts enkele punten een groot deel van de vergoeding zou mislopen worden. We brachten onze leden op de hoogte van alle wijzigingen.
Om de twee jaar bevraagt Nelectra al haar leden. Er wordt vooral gepeild naar de tevredenheid over de diensten die Nelectra aanbiedt. Eén op drie leden vulde de bevraging in. En wat blijkt? Maar liefst 96,17% van de leden is tevreden tot zeer tevreden over de algehele dienstverlening van Nelectra. Een behoorlijk deel van de Nelectra-werking bestaat uit belangenbehartiging voor de elektrosector. Dat betekent concreet dat wij uw belangen verdedigen bij beleidsmakers, tijdens sectorale sociale onderhandelingen, in raden, comités, commissies…. Dat vinden de leden een belangrijke taak en 95,11% voelt zich geruggesteund door het team van Nelectra.
activiteiten deeltijds willen hervatten moeten vandaag eerst op toestemming van de adviserend arts van het ziekenfonds wachten. Sinds 1 januari 2023 mag de zelfstandige de dag volgend op zijn aanvraag tot deeltijdse hervatting van zijn activiteiten, effectief zijn activiteiten hervatten. Deze regeling gold al voor werknemers. De arbeidsongeschiktheidsuitkeringen blijven gegarandeerd tot de dag waarop de adviserend arts zijn beslissing neemt, ook wanneer hij de toestemming weigert.
Verhoging aantal dagen geboorteverlof
Het aantal dagen vaderschapsverlof of geboorteverlof voor zelfstandige vaders en ‘meemoeders’ wordt opgetrokken: sinds 1 januari 2023 bedraagt het verlof maximaal 20 volledige of 40 halve dagen. Tot voor kort was dat nog 15 dagen of 30 halve dagen.
Een nieuw jaar gaat traditioneel gepaard met heel wat nieuwe of aangepaste wetten en regels. Naar jaarlijkse gewoonte brengen wij in ElektroVisie een overzicht van de belangrijkste wijzigingen die relevant zijn voor onze sector. Nelectra-leden vinden meer en gedetailleerder informatie op onze website en kunnen bij vragen of twijfels terecht bij onze adviseurs.
Belangrijke wijziging voor facturen met btw-medecontractant
Bij werken in onroerende staat die worden verricht voor een btw-plichtige klant, moet de btw verplicht worden verlegd. Tot op heden was het voldoende om op de factuur ‘btw verlegd’ te vermelden. Sinds 1 januari 2023 moet in de plaats daarvan een nieuwe vermelding op de factuur worden opgenomen. Nelectra-leden vinden de correcte formulering terug op onze website.
Om een besloten vennootschap (BV) met standaardstatuten op te richten, zult u voortaan zo’n 1.000 euro moeten betalen. Tot voor kort kostte dat nog ongeveer 1.500 euro. De prijs is inclusief een vast ereloon (200 euro), een forfait voor de aktekosten (275 euro) en publicatiekosten en belastingen.
Bedrijfswagens aangekocht vanaf 1 januari 2023 vallen onder de nieuwe regels rond de fiscale aftrekbaarheid. Voor hybride wagens geldt bovendien een extra aftrekbeperking voor de brandstofkosten.
De regeling voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering van zelfstandigen wordt geharmoniseerd met het stelsel van de werknemers. Arbeidsongeschikte zelfstandigen die hun
Meewerkende echtgenoten, geboren tussen 1 januari 1956 en 31 mei 1968, krijgen sneller toegang tot het minimumpensioen. De toegangsvoorwaarde zal niet meer 30 loopbaanjaren zijn, maar wordt vanaf 1 januari 2023 berekend op basis van een specifieke referentieperiode. Deze loopt van 1 januari 2003 tot en met het kwartaal voorafgaand aan de ingangsdatum van het pensioen.
De Vlaamse Regering heeft beslist om de KMO-Portefeuille meer (beleids)gericht in te zetten. Vanaf januari 2023 zullen enkel nog opleidingen die onder een limitatieve lijst van 8 thema’s vallen in aanmerking komen. Meer informatie vindt u op
Prijsherzieningsclausule: materialenindex I-2021 Sinds 1 januari 2023 vervangt de nieuwe bouwmaterialenindex I-2021 de huidige index I. Dat heeft gevolgen voor lopende contracten waarin een prijsherzieningsformule voorzien is die van de oude index I gebruikt maakt.
Door de economische crisis ondervinden veel bedrijven liquiditeitsproblemen. Ook in het kader van overheidsopdrachten vormt dit een probleem. Sinds 19 december 2022 is daarom in de mogelijkheid voorzien voor ondernemers om makkelijker een voorschot te kunnen krijgen. Dat geldt zowel voor opdrachten die reeds gelanceerd of in uitvoering zijn, als voor nieuwe opdrachten. Het voorschot kan in principe maximum 20% bedragen. Deze regeling is geldig tot en met 31 december 2023.
Sinds 1 januari 2023 moeten Vlaamse bedrijven transparante zakken gebruiken voor hun restafval. Zo kunnen de afvalophalers snel en gemakkelijk controleren op sorteerfouten. Deze verplichting geldt alleen voor restafval van bedrijven dat in containers wordt aangeboden, niet voor selectief ingezamelde afvalstromen.
Loonindexering
Zowel de minimumlonen als de effectieve lonen van arbeiders (PsC149.01) en bedienden (PC200) in onze sector verhogen jaarlijks op 1 januari ten gevolge van een automatische indexaanpassing. In PsC 149.01 voor de elektriciens verhogen de lonen van de arbeiders op 01 januari 2023 zo met 11,19% In PC 200 voor de bedienden gaat het om een verhoging met 11,08%. De nieuwe loonbarema’s kan u op onze website terugvinden.
Om kmo’s te helpen het hoofd te bieden aan de sterke stijging van de loonkosten ingevolge de uitzonderlijk hoge jaarlijkse indexering van de lonen, zal in Q1 en Q2 van 2023 een automatische vermindering van 7,07% worden toegekend op de netto patronale basisbijdragen.
Voor Q3 en Q4 van 2023 is voorzien in de mogelijkheid om een uitstel van betaling aan te vragen.
In het kader van het loonakkoord voor 2023-2024, besliste de federale regering om in 2023 omwille van de energiecrisis opnieuw te voorzien in een eenmalige premie in de vorm van consumptiecheques (cfr. de coronapremie in 2021).
Werkgevers in sectoren die het goed doen krijgen de mogelijkheid om hun werknemers een extra nettopremie toe te kennen, waarvan het bedrag kan oplopen tot 500 euro in bedrijven die hoge winsten maken en maximum 750 euro in bedrijven die uitzonderlijk hoge winsten maken. Belangrijk is dat er ook werd voorzien in een ontsnappingsclausule voor bedrijven die geen financiële ruimte hebben om deze consumptiecheque uit te delen.
Of de premie uitbetaald moet worden, onder welke voorwaarden en wat de omvang ervan is, moet net als twee jaar geleden onderhandeld worden tussen vakbonden en werkgevers, eerst op sectorniveau en daarna eventueel op bedrijfsniveau. Dit zal dan ook ongetwijfeld een belangrijk thema zijn dat aan bod zal komen tijdens de sectorale onderhandelingen die in het voorjaar 2023 gevoerd worden.
Nelectra zetelt in het paritair subcomité 149.01 voor de elektriciens en uiteraard volgen we ook de beslissingen binnen PC200 voor de bedienden en PC201 voor de zelfstandige kleinhandel op. Van zodra er meer info hierover beschikbaar is, dan zullen wij onze leden hierover zeker informeren.
In de sector Elektriciens (PsC 149.01) worden jaarlijks op 1 februari de tussenkomsten voor de verplaatsingen die arbeiders maken, automatisch aangepast aan de index. Voor de werkgeversbijdragen in het woon-werkverkeer gaat het om een indexering op basis van de prijsstijging van de NMBS-abonnementen.
De mobiliteitsvergoedingen worden op basis van de sociale index van de maand januari geïndexeerd. Bij het ter perse gaan van dit nummer, was het nieuwe indexcijfers voor 2023 nog niet gekend, maar u vindt de meest recente informatie op onze website terug.
De vrijgestelde bedragen worden aangepast ingevolge indexering. Voor de RSZ wordt de bonus niet beschouwd als loon voor een maximumbedrag van €3.948 in 2023 (ten opzichte van €3.558 bruto in 2022). Voor de fiscus wordt de bonus vrijgesteld van belastingen ten belope van maximumbedrag van €3.434 netto in 2023 (ten opzichte van €3.094 netto in 2022), per kalenderjaar en per werknemer.
Op 1 januari 2023 worden de loongrenzen voor de toepassing van het scholingsbeding en het niet-concurrentiebeding geïndexeerd. De nieuwe bedragen kan u terugvinden op onze website.
De nieuwe regeling is alleen verplicht voor grote bedrijven met minstens 50 werknemers, geldt enkel voor ziekte van één dag en kan slechts 3 keer per jaar ingeroepen worden.
Indien een werknemer na een periode van ziekte deeltijds het werk hervat in het stelsel van ‘deeltijds werken-deeltijds op de ziekenkas’, maar dan in deze periode opnieuw ziek wordt, dan moet u als werkgever geen gewaarborgd loon betalen. Die ‘neutralisatie’ geldt sinds 28 november 2022 echter enkel tijdens de eerste 20 weken na de hervatting met toestemming van de mutualiteit.
De soepelere regels rond tijdelijke werkloosheid voor werkgevers die te lijden hebben onder de energiecrisis, werden verlengd tot eind maart 2023. Nochtans zijn er wel een aantal ‘vereenvoudigingsmaatregelen’ die op 31 december 2022 definitief aflopen.
Op 1 januari 2023 trad het capaciteitstarief in werking. Dat houdt in dat een deel van de nettarieven in de elektriciteitsfactuur op een andere manier zal worden aangerekend: niet langer
op basis van afname van het net (kWh) maar op basis van de netcapaciteit die men gebruikt (kW).
Deze nieuwe tariefmethodologie is verschillend voor laagspanningsklanten (gezinnen en kleine ondernemingen) en niet-laagspanningsklanten (bedrijven met een grootverbruiksmeetinrichting). Die laatsten moeten vóór 1 januari 2023 het toegangsvermogen ingeven in het Fluvius portaal!
De VREG en Fluvius organiseerden onlangs twee online infosessies voor onze leden. U kunt deze herbekijken via onze website.
De plaatsing van een digitale meter op aanvraag is sinds 1 januari 2023 gratis. Tot voor kort kostte dat nog 89 euro (incl. 21% btw).
In 2021 en 2022 bedroeg de premie 300 euro/kWp voor installaties tot maximaal 4 kWp en bijkomend 150 euro/kWp van 4kWp tot 6 kWp, wat overeenkomt met maximaal 1.500 euro.
Sinds 1 januari 2023 bedraagt de premie 150 euro/kWp voor installaties tot maximaal 4 kWp en bijkomend 75 euro/kWp van 4kWp tot 6 kWp, wat overeenkomt met maximaal 750 euro.
Een daling van de premiebedragen per 1 januari 2023 was reeds voorzien, maar nu werd beslist dat thuisbatterijen met een keuringsattest na 31 maart 2023 helemaal geen aanspraak meer maken op de premie.
Laadpalen: fiscaal voordeel voor particulieren
Wie als natuurlijke persoon tussen 01.09.2021 en 31.08.2024 kiest voor de aankoop en plaatsing van een nieuw intelligent thuislaadstation voor elektrische wagens, kan rekenen op een belastingvermindering op de investering. Uitgaven tot eind 2022 gaven recht op een vermindering van 45%. Dit tarief daalt naar 30% in 2023 en 15% in 2024.
Sinds 1 januari 2023 wordt deze beperking verhoogd tot € 8.000 als het gaat om de plaatsing van een bidirectioneel laadstation.
Laadpalen: fiscaal voordeel voor ondernemingen
Ondernemingen die tussen 1 september 2021 en 31 augustus
2024 investeren in een publiek toegankelijk laadstation kunnen rekenen op een verhoogde fiscale kostenaftrek. Voor investeringen tot 31 maart 2023 geldt een aftrekpercentage van 200%. Vanaf 1 april 2023 daalt het aftrekpercentage naar 150%.
Wijziging milieubijdrage zonnepanelen
Momenteel bedraagt de milieubijdrage PV 2 euro per paneel excl. btw.
Vanaf 1 juli 2023 voert PV Cycle Belgium een grondige wijziging door en zal een onderscheid gemaakt worden naargelang de technologie die wordt gebruikt enerzijds en panelen met of zonder aluminium kader anderzijds.
Identificatiekaarten voor camera
In de loop van 2023 wordt de publicatie verwacht van een Koninklijk Besluit dat de regels zal vastleggen over de aanvraag, de toekenning, vernieuwing, aanpassing, weigering, intrekking en inlevering van de identificatiekaarten voor personen die een functie uitoefenen in een onderneming voor camerasystemen.
In het kader van de corona steunmaatregelen werd beslist om het percentage van de investeringsaftrek tijdelijk op te trekken naar 25% voor eenmanszaken, vrije beroepen en kleine vennootschappen. Deze maatregel liep af op 31.12.2022. Dat betekent dat sinds 1 januari opnieuw de “normale” verhoogde investeringsaftrek van toepassing is voor de beveiliging van beroepslokalen (20,5%).
Het kwaliteitslabel INCERT heeft een verhoging van haar tarieven aangekondigd. Dat heeft ook een impact op de bijdrage van INCERT-gecertificeerde beveiligingsondernemingen. De nieuwe prijzen kan u terugvinden op onze website.
Nieuwe distributieovereenkomst Recupel
Recupel past haar distributiemodelcontract per 1 januari 2023 aan. Aan de manier waarop de inzameling van elektronische en elektrische apparaten gebeurt, zal er voor onze retailers niets wijzigen. Het vergoedingssysteem ondergaat wel enkele veranderingen. Zo zijn er na onderhandeling met Nelectra enkele verbeteringen en vereenvoudigingen aangebracht. Leden-handelaars die reeds een overeenkomst met Recupel hadden en ook in 2023 een distributievergoeding willen blijven ontvangen, moeten hun akkoordverklaring met het nieuwe modelcontract aan Recupel bezorgen.
Iedereen die nieuwe elektrotoestellen verkoopt, kan toetreden tot de nieuwe distributieovereenkomst van Recupel en een vergoeding ontvangen voor de afgedankte elektrotoestellen die zij inzamelen. Vanaf 2023 geldt dat ook voor wie minder dan 50 punten op jaarbasis inzamelt. Voortaan is de ondergrens voor een vergoeding slechts 8 stuks (8 punten) of 1 box (5 punten). Zo kunnen ook kleinere elektro-retailers en keukenhandelaars een vergoeding genieten!
Kortingsbon voor beschermde afnemers: voorwaarden voor koelkasten tijdelijk versoepeld
Om in aanmerking te komen voor deze kortingsbon dienden koelkasten tot voor kort minstens te beschikken over een nieuw energielabel D. Het VEKA (Vlaams Energie- en Klimaatagentschap) heeft recent beslist om dit vanaf 1 november 2022 tot en met 30 juni 2023 uit te breiden naar koelkasten die beschikken over een nieuw energielabel E.
Radio verplicht DAB+
Vanaf 1 januari 2023 moet elk nieuw radiotoestel verplicht over een digitale ontvanger voor DAB+ beschikken.
Meer info?
In dit overzicht werden de voornaamste wijzigingen opgenomen. Voor een compleet overzicht met correcte cijfers en gedetailleerde informatie kan u terecht op onze website, via deze link:
2022 was een boeiend en uitdagend jaar voor de Engels Group: de overstap naar een nieuw ERP-pakket, CRM-platform en webshop zijn slechts een paar voorbeelden van de nieuw ingeslagen weg. Daarbovenop kwam de verhuis vanuit centrum Antwerpen, waar de groep 95 jaar actief was, naar de nieuwe site te Malle met 70.000m² bedrijfsoppervlakte. Daar werden alle divisies en diensten gecentraliseerd in een nieuw en modern distributiecentrum. Er is ook ruimte voorzien voor een volledig nieuwe state-of- the-art toonzaal van 2.500m² met alle merken onder 1 dak. In afwachting daarvan kunnen de klanten terecht in de tijdelijke pop-uptoonzaal.
Als afsluiter van 2022 organiseerde Elektro groothandel D. Engels zijn “Engels Group in Motion” klantenevent. Bedoeling was om de klanten en leveranciers te laten kennismaken met wat Engels Group al gerealiseerd heeft en van wat er nog zit aan te komen: rondleiding in de kantoren, magazijn, de site, de toonzaal in aanbouw, unieke jeneverbar op het ponton met het idyllische uitzicht en als afsluiter bijpraten in de pop-up toonzaal met een Westmalle en de nodige catering. Een meer dan geslaagd event, want achteraf kreeg men heel wat mooie reacties van tevreden klanten.
Fallon DeclerckIedereen die een overheidsopdracht wil uitvoeren heeft een erkenning nodig als de prijs van het werk hoger ligt dan een bepaald drempelbedrag (afhankelijk van de situatie is dat 50.000 of 75.000 euro excl. btw). Onze adviseur Fallon Declerck helpt en begeleidt onze leden stap voor stap bij de samenstelling van zo’n erkenningsdossier. Wij vroegen een aantal van onze leden naar hun ervaringen.
Om een overheidsopdracht van een bepaalde aard categorie of ondercategorie van werken) en omvang (klasse) aan te kunnen, moet de aannemer immers voldoende technisch bekwaam zijn, genoeg financiële draagkracht hebben en over de nodige professionele integriteit beschikken. Die erkenning houdt in dat de bevoegde gewestelijke minister -op advies van de federale ‘Commissie voor erkenning der aannemers’- vaststelt dat dit inderdaad het geval is en dat vraagt heel wat administratief werk.
“Omdat mijn overheidsopdrachten het toegestane budget overschreden, had ik een erkenning nodig”
Elektro-installateur Wim Van Bouwel uit Turnhout is ondertussen 2,5 jaar lid bij Nelectra. Hij is vooral actief in de klassieke woningbouw, maar regelmatig voert
De aanvraag of hernieuwing van een erkenning vraagt heel wat administratief werk. Nelectra wil haar leden zoveel mogelijk helpen en begeleidt u daarom stap voor stap bij de samenstelling van het erkenningsdossier:
• Indien gewenst komt een Nelectra-adviseur bij u langs om de procedure en mogelijkheden uiteen te zetten;
• Wij gaan samen met u na voor welke klassen en (onder)categorieën uw onderneming in aanmerking komt;
• Wij bezorgen u een duidelijk overzicht van welke documenten u waar moet opvragen;
• Wij kijken uw dossier na op volledigheid en verwittigen u meteen mocht er iets ontbreken, zodat uw dossier
hij ook overheidsopdrachten uit in grotere gebouwen. Toen deze het toegestane budget overschreden, had hij een ‘erkenning openbare werken’ nodig en om hem op weg te helpen klopte hij aan bij Nelectra. Onze sociaal-economische adviseur Fallon Declerck kent ondertussen de klappen van de zweep en hielp Wim Van Bouwel met zijn dossier. “Zij kende de juiste contactpersonen en stuurde de nodige mails,” klinkt het bij Wim. “Door corona heeft het allemaal wat langer geduurd dan normaal, maar uiteindelijk kwam het in orde en had ik in mei van dit jaar mijn erkenning op zak.”
Gevraagd naar zijn plannen voor de toekomst, gaf Wim Van Bouwel aan dat hij zeker lid blijft van Nelectra en dat hij -wanneer nodig- onze hulp zal inroepen bij het hernieuwen van zijn erkenning. Dat moet immers om de 5 jaar gebeuren.
“Het heeft zelfs geen zin om een offerte in te dienen voor een openbare aanbesteding zonder erkenning”
Installateur Bert De Weweire uit Assenede werkt voornamelijk in eigen streek. Naast algemene elektriciteitswerken installeert hij ook zonnepanelen.
minder kans loopt op vertragingen of ongunstig advies;
• Wij sturen het dossier voor u door naar de Erkenningscommissie;
• Wij houden u op de hoogte van het verdere verloop van uw dossier en behartigen uw belangen bij eventuele problemen.
Bijstand bij de aanvraag van de erkenning voor openbare werken is volledig gratis voor Nelectra-leden! Ook voor hulp bij de aanvraag van een vergunning als onderneming voor alarmsystemen of camerasystemen, een erkenning als koeltechnicus of koeltechnisch bedrijf en het behalen van certificaties zoals Incert, Bosec of RESCert kunnen leden bij Nelectra terecht!
Dit jaar had hij een erkenning voor overheidsopdrachten nodig omdat hij wou deelnemen aan een aanbesteding voor de installatiewerken in gebouwen van een openbaar bestuur. “Je hebt zo’n erkenning nodig vooraleer je kan meedingen. Het heeft zelfs geen zin om een offerte in te dienen zonder die erkenning, want de opdracht mag toch alleen gegund worden aan een aannemer die op dat moment over de juiste erkenning beschikt,” vertelt Bert De Weweire. Hij ondervond al snel dat voor het bekomen van zo’n erkenning een ganse papierwinkel nodig is: “Ik heb dan bij Nelectra aangeklopt voor hulp. Fallon Declerck gaf aan welke bewijzen en formulieren ik waar moest aanvragen en bracht vervolgens het ganse dossier voor mij in orde.”
Het dossier is ondertussen goedgekeurd en Bert heeft zijn erkenning te pakken.
Linda ClaeysOpgelet!
De verplichte erkenning geldt niet alleen voor de hoofdaannemer aan wie de overheidsopdracht wordt gegund, maar ook voor alle onderaannemers die hieraan meewerken.
De AEEA-richtlijn van 2002 werd in 2012 al geëvalueerd en herzien. Vorig jaar diende de Europese Commissie opnieuw een verzoek in om input te verzamelen ter evaluatie van de richtlijn. Op die manier wil de Commissie beoordelen of de AEEA-richtlijn nog steeds geschikt is voor de vooropgestelde doelstelling, namelijk de negatieve gevolgen van AEEA voor het milieu en de menselijke gezondheid in de EU beperken en voorkomen.
De herwerkte richtlijn uit 2012 hanteert reeds strengere inzamelings- en recyclagedoelstellingen. Sinds 2019 bedraagt het jaarlijks te behalen minimum-inzamelpercentage 65% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid AEEA (Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur) die de voorgaande drie jaren in de betreffende lidstaat in de handel is gebracht of als alternatief 85% van de hoeveelheid in die lidstaat geproduceerde AEEA die op het grondgebied van die lidstaat is geproduceerd.
Toch blijft de gescheiden inzameling van AEEA in de meeste lidstaten van de EU nog een grote uitdaging. De raadpleging moet dan ook nagaan wat de goede praktijken zijn van de richtlijn, maar vooral ook wat de grote tekortkomingen zijn. Bovendien moet de richtlijn uit 2012 beoordeeld worden binnen de nieuwe context van de Europese Green Deal en het Actieplan voor een circulaire economie. Ook alle andere relevante ontwikkelingen op vlak van het milieu- en afvalbeleid van de EU en bij uitbreiding ook van de gehele internationale context, moeten in overweging genomen worden.
Om input te verzamelen voor de evaluatie van de richtlijn organiseert de Europese Commissie onder meer een 12 weken durende online openbare raadpleging in het eerst kwartaal van 2023. Aan de hand van de openbare raadpleging wil de Commissie bewijsmateriaal en feedback verzamelen van zoveel mogelijk belanghebbenden over de uitvoering van de AEEA-wetgeving in de lidstaten. Op basis van de feedback die de Commissie ontvangt, zal het evalueren of de richtlijn nog steeds geschikt is, eventueel vereenvoudigd en gehar-
moniseerd kan worden of moet herzien worden.
Hoe kan u deelnemen?
Deze openbare raadpleging komt binnenkort online en het kan voor u als elektrohandelaar en -installateur belangrijk zijn om feedback te geven over de AEEA-richtlijn.
Deelnemen aan de raadpleging kan u doen door te surfen naar de website van de Europese Commissie en naar het blokje ‘Geef uw mening’ te gaan. Door ‘AEEA’ in te tikken komt u terecht op de pagina voor de openbare raadpleging.
U mag uw input uiteraard ook altijd bezorgen aan Nelectra via info@nelectra.be zodat wij dit kunnen meenemen bij de verdediging van de belangen van onze sector.
Een herziening van de richtlijn uit 2012 is heel belangrijk omdat de markt van elektrische en elektronische apparatuur (EEA) blijft groeien. Nieuwe producten komen steeds sneller op de markt, waardoor oude apparaten vaker worden vervangen en er steeds meer afval ontstaat. Bovendien bevatten dergelijke apparaten vaak gevaarlijke stoffen zoals kwik, cadmium, lood,…. Daarom heeft de AEEA-richtlijn niet alleen als doel het verminderen van dergelijk afval, maar ook het verduurzamen en recyclen van AEEA.
Emiel Neyrinck (Junior Adviseur Internationaal Ondernemerschap bij Unizo)
Welke apparaten vallen onder de AEEA-richtlijn?
• Warmte of koude-uitwisselende apparatuur (o.m. koelkasten, diepvriezers, airco’s, warmtepompen,…)
• Schermen, monitoren en apparatuur met schermen die een oppervlakte hebben van meer dan 100 cm² (o.m. televisietoestellen, laptops,…)
• Lampen (o.m. tl-buizen, ledlampen,… met uitzondering van gloeilampen)
• Grote apparatuur (met een buitenafmeting van meer dan 50 cm) (o.m. wasmachines, kooktoestellen, grote lichtarmaturen, meet-en regelapparatuur, pv-panelen,… )
• Kleine apparatuur (met buitenafmeting van meer dan 50 cm) (o.m. stofzuigers, microgolfovens, radio’s, hifiapparatuur, kleine lichtarmaturen, klein elektrisch gereedschap, videocamera’s, rookmelders, verwarmingsregelaars,…)
• Kleine IT- en telecommunicatieapparatuur (zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm) (o.m. mobiele telefoons, pc’s, printers, routers,…)
Bij de aanvang van dit jaar willen we u graag de tendensen in keuken- en elektroland tonen. Wat mogen we verwachten voor 2023? Wat zijn de trends? Meestal zien we in ons land de tendensen opduiken die in het voorafgaande jaar op de internationale beurzen prominent aanwezig waren. Peter Vanthienen van Brio en Denis Rombouts van Royal Crown bezochten vorig jaar drie beurzen: Eurocucina in Milaan, IFA Berlijn en MOW in Bad Salzuflen. Zij deelden hun inzichten met ons.
2022 was opnieuw het jaar waarin retailers en keukenbouwers hun hartje konden ophalen op diverse beurzen. Zo’n fysieke beurs voelde toch helemaal anders aan na het verplichte thuisblijven door covid. Zowel Peter Vanthienen als Denis Rombouts zagen opmerkelijk minder volk dan bij de vorige edities die zij (pré-2020) bijwoonden en dit zowel op het vlak van het aantal exposanten als wat betrof het aantal bezoekers.
Denis Rombouts: “Er waren trouwens ook weinig innovaties. De standen waren wel groot! Gigantisch groot zelfs bij de topfabrikanten en de belangrijkste Chinese en Koreaanse merken. Op die manier was het niet altijd zichtbaar dat er minder exposanten aanwezig waren.”
Voor Peter Vanthienen was duurzaamheid het belangrijkste thema op alle beurzen. “De groene gedachte begint ook langzaam maar zeker tot bij de
consument door te dringen,” vertelt Peter Vanthienen. “Al is dat in het buitenland veel concreter dan bij ons in België. De consument is er hier al wel mee bezig, maar hij wil er nog niet extra voor betalen. Dan merk ik -zeker op deze drie beurzendat men in het buitenland al veel verder staat. In ons land praat men erover, maar concreet investeren, gebeurt nog veel te zelden.”
Denis Rombouts bevestigt de duurzaamheidstrend en wijst op de handige kaartjes die op een aantal toestellen te zien waren: “Sommige leveranciers voorzagen hun toestellen van een etiket waarop te zien
was wat je bespaart met een A-label in vergelijking met andere labels.”
Tof idee voor op de winkelvloer, want vaak twijfelen consumenten om een toestel te vervangen, maar als ze daadwerkelijk kunnen zien wat ze besparen, kunnen ze over de streep getrokken worden.
Opvallend bleek de verbreding van de gamma’s: merken die zich vroeger specialiseerden, evolueren nu naar een totaalaanbod, waarbij zowat iedereen een pakket inbouw en vrijstaand aanbiedt.
“Deze verbreding zien we ook bij de keukenbouwers die uitbreiden naar totaalinrichting met badkamermeubels, dressings en andere realisaties,” aldus nog Peter Vanthienen.
Peter Vanthienen zag vooral de afrondingen terugkomen. Zowel in keuken en bad. “Ook de verticale latjes zijn terug van weggeweest,” stelt hij. “En populaire kleuren zijn notelaar en kerselaar. Daarnaast komen zwart en grijs -zelfs in kraanwerk- vaak terug.”
Ook Denis Rombouts ziet een aantal trends uit het verleden terugkomen: “De grote populariteit van zwart en meer aandacht voor (natuur)kleuren zoals bruin, groen en pastel, zet de deur terug open voor chroom en inox, want die passen daar wonderwel bij. Zeker als afwerkingselementen. Dit was zeker het geval bij Duitse keukenfabrikanten; bij de Italianen zagen we nog veel goud en koper terugkomen. ”
Verder ziet Denis Rombouts vooral de Duitse keukenfabrikanten sterk evolueren naar een hogere corpushoogte, hoge
In ons land wordt over duurzaamheid gepraat, maar concreet investeren, gebeurt nog veel te zelden.
doorlopende deuren tot aan het plafond en mooie afwerkingen met onder meer netjes weggewerkte plinten. Tot slot vond Denis fineer, eik en notelaar op veel plaatsen terug, vaak aangevuld met werkbladen in het mooie travertin.”
Er waren opvallend weinig innovaties te zien. “De onzekerheid was voelbaar,” bedenkt Peter Vanthienen. “Het geloof in de toekomst is klein en dat resulteerde in weinig investeringen en weinig vernieuwing.”
Toch waren hier en daar leuke trends en innovaties terug te vinden. Zo is er de doorbraak van de kokend waterkraan, waaruit dus niet alleen spuitwater, gefilterd water, maar nu ook kokend water kan getapt worden. Die watersystemen komen ook bij grote elektroleveranciers in het gamma, waardoor die markt echt volwassen aan het worden is en steeds breder ingang zal vinden.
Ook de introductie van de oven met een eigen spoelsysteem voor een grondige reiniging, maakte indruk op Peter Vanthienen. Hij zag ook veel wijnkoelers en interessante luchtzuiveringssystemen (in combinatie met afzuigsystemen en kookplaten).
De aandacht van Denis Rombouts werd getrokken door de grote displays en hoog afwerkingsniveau van de nieuwe generatie ovens: “Vooral in het hogere segment werden de TFT-displays groter. Ik heb zelfs een oven gezien waarbij de deur zelf het display is: best impressionant.”
Op IFA pakte elk merk uit met wassen en drogen, met als frappante uitschieter een antraciet wasmachine met een zwarte trommel. Verder zal de microvezelfilter wellicht een verplichting worden bij de wasmachines. Denis Rombouts: “Blijkbaar is er niets zo vervuilend als vezels van kleding die in het water en in de riolering
terechtkomen. Een aantal leveranciers zijn actief op zoek naar manieren om die vezels uit het water te filteren om zo het vervuilend effect van het afvalwater van wasmachines te verminderen.”
Denis Rombouts zag op IFA een groot aanbod Chinese en Turkse toestellen: hallen vol no-name elektrotoestellen. “Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat die fabrikanten zich daar aan
Europese merken voorstellen,” werpt Denis Rombouts op. “Een gedeelte van IFA is volgens mij dan ook aan het evolueren naar een commerciële beurs voor A-merken om te gaan inkopen bij fabrieken die niet onder eigen naam werken. Die indruk zag ik bevestigd toen ik de gelijkenissen tussen bepaalde toestellen van A-merken en no-names herkende.”
Gevraagd naar de business in ons land, ziet Peter Vanthienen vooral nog groei in het hogere segment. “De nieuwste technieken en de betere toestellen doen het nog prima en dat is goed nieuws voor de vakman, want het is precies daar dat dergelijke toestellen nog met expertise verkocht worden.”
Sommige merken proberen het ook rechtstreeks via webshops, eigen winkels of experience centers. “De geschiedenis heeft ondertussen al bewezen dat dit niet werkt,” benadrukt Peter Vanthienen. “In het verleden hebben meerdere bruingoedmerken het met eigen Flagship stores geprobeerd en dat is niet zo’n succes geweest. De vakman blijft nodig, al wordt het ons niet gemakkelijk gemaakt: kleine merken verdwijnen en grote merken worden steeds meer gerund op Europees niveau. Dat doet bij ons ook de noodzaak rijzen om ook op Europees niveau te gaan shoppen!”
Linda Claeys Eurocucina, MOW en IFALeuk idee voor op de winkelvloer: toestellen voorzien van een etiket waarop je kan zien wat bespaard wordt met een A-label in vergelijking met andere labels.
De trends in een sector detecteren kan uitstekend op een vooraanstaande beurs. En hoewel de recentste Light + Building een stuk compacter was dan de vorige jaren was er voor de oplettende bezoeker genoeg nieuws te ontdekken. De grote spelers waren niet aanwezig maar dat gaf andere fabrikanten de kans om zich te profileren. Wij ontdekten alvast een aantal belangrijke trends.
De tweejaarlijkse Light + Building moest vanwege de pandemie meerdere malen uitgesteld worden. Afgelopen jaar werd -op verzoek van de industrie- beslist om een eenmalige editie in het najaar te organiseren. Daarbij waren nauwelijks Aziatische fabrikanten aanwezig (want daar heerste COVID-19 nog steeds) en ook tal van grote Europese ‘vaste klanten’ lieten de najaarseditie van 2022 schieten. Voor de speciale editie van de toonaangevende internationale vakbeurs voor verlichting en gebouwentechniek kwamen 92.838 bezoekers uit 147 landen naar Frankfurt am Main. Maar liefst 58% minder dan in 2018 met 220.000 bezoekers.
Voor het eerst was op Light + Building hal 8 bezet met Intersec Building. Daar werden producten en diensten op het gebied van connected security technology getoond, een aspect dat in de gebouwentechniek steeds belangrijker wordt.
Op het gebied van elektrotechniek, huis- en gebouwautomatisering ging de aandacht vooral uit naar technische innovaties die bijdragen tot een grotere energie-efficiëntie in woningen en gebouwen. Ook regeneratieve energiebronnen zoals zonne- of fotovoltaïsche panelen, laadbeheersystemen voor e-mobiliteit, energiemanagement en lichtregeling behoren tot de groeigebieden.
Efficiëntie en duurzaamheid spelen ook een belangrijke rol in de verlichtingssector. Hoogwaardige, modulaire verlichtingssystemen, in combinatie met een
digitale regeling, verschaffen licht wanneer helderheid daadwerkelijk nodig is.
Een heel interessante hal om te bezoeken is deze met de chipfabrikanten! Zij zijn immers de voorlopers van technologieën die uiteindelijk in een eindproduct of oplossing zullen komen. Zaken die opvielen bij deze chipfabrikanten waren de volgende:
• Leds met efficiëntie tot over 200 lm/W, wat tot voor kort alleen nog maar in laboratoria aangetoond kon worden.
• De bouwsector moedigt steeds meer ontwerpen aan die natuurlijk licht in gebouwen brengen. Daarbij krijgen Human Centric Lighting (HCL) en circadiaanse, biologische verlichting steeds meer aandacht. De meeste bestaande HCL-systemen werken op basis van het veranderen van het visuele CCT (gecorreleerde kleurtemperatuur).
• De fabrikanten richten zich ook op niet-visuele elementen die het menselijke circadiaanse ritme, van wakker worden tot slapengaan, echt aanpakt. Dit wordt bereikt door zowel het kleur- als spectrumafstemming te variëren van energiek azuurblauw tot een rustige, kalmerende warmwittint. Door twee afzonderlijke led-spectra te combineren, hebben markten zoals gezondheidszorg, onderwijs en kantoren eindelijk een oplossing die onafhankelijke controle van deze kritieke functionaliteit biedt, waardoor biologisch effectief licht, de stemming en het welzijn op een duurzaam niveau kan verbeteren.
• Zoals bij de vorige editie van Light + Building zijn de horticulture leds ook dit jaar weer een van de belangrijkste product portfolio’s van de led-fabrikanten. Horticulture leds voor indoor, vertical en greenhouse toepassingen. Wat je ziet is dat nu ook het groene spectrum toegevoegd wordt aan het blauw en rood en dus overgaan op “full-spectrum” licht. Deze hebben het voordeel dat ze beter zijn in het stimuleren van de fotosynthese, het voorkomen van ziekten en het maken van meer bioactieve stoffen
• Een hoge kleurweergave of CRI is tegenwoordig niets speciaals meer om je te onderscheiden als led-fabrikant: iedereen maakt leds met CRI of kleurweergave die tegen de 100 (95+) loopt.
Er was veel aandacht voor slimme verlichting of intelligente lichtsturingen op de beurs, met -gelukkig- steeds meer aandacht voor standaardisatie. De belangrijkste toegepaste protocollen in de verlichting op de verschillende stands waren:
• Z-wave: smart home, veel nieuwe producten die interoperabiliteit hebben in het ecosysteem van Z-wave zoals smart switches, inverters/controller modules, energie monitoring & control SW, touchscreen controls, connected home security & sensors, communication bridges
• Het is duidelijk dat de populariteit van KNX niet aan het dalen is: er was een gigantisch grote stand met enorm veel 3e partij KNX leden/leveranciers (22
stuks) en meer dan 100 anderen die KNX compatibele producten op hun eigen stand hadden staan.
• Het belangrijkste protocol op gebied van verlichting blijft Dali. De Dali Alliance, de wereldwijde brancheorganisatie voor Dali was er aanwezig waarbij de bezoekers vertrouwd konden raken met nieuwe Dali-draadloze connecti-
viteitsopties via haar certificeringsprogramma's. Hier konden we demonstraties zien van functies zoals groepering, scène-instelling, gebouwbesturing, sensoren, noodverlichting en kleurbesturing met hardware. Wireless-to-Dali gateways zijn nu beschikbaar om bestaande bedrade Dali apparaten aan te sluiten in een niet-Dali draadloos eco-
systeem, met Bluetooth mesh-to-Dali en Zigbee-to- Dali gateways in ontwikkeling. Dali + certificering zal Dali naar verwachting verder ontwikkelen tot een wereldwijd gestandaardiseerd verlichtingsprotocol.
• Een uitgebreid aanbod van de EnOcean, energie zelfvoorzienende systemen: energie-opnemende sensoren en schakelaars die communiceren via open standaarden zoals EnOcean (ISO/IEC 14543-3-1X), Bluetooth of Zigbee om een interoperabele omgeving te creëren voor de ontwikkeling van slimme verlichting en bouwsystemen. Tentoongesteld was ook de STM 550 multisensorfamilie op zonne-energie die temperatuur, vochtigheid, verlichting, versnelling en magnetische contactsensoren in één compacte eenheid integreert.
• Casambi, het draadloos lichtregelsysteem gebaseerd op Bluetooth, was op de vorige Light and Building al op veel plekken te zien en het was voor mij niet langer de vraag of dit door zou breken want ze waren alom aanwezig op deze editie van Light and Building. Ze werken samen met toonaangevende ontwerpers en fabrikanten van armaturen, drivers en lichtregelmodules.
Leuk en interessant was het feit dat de natuur een belangrijke inspirator was voor veel fabrikanten. Daarin speelde duurzaamheid een grote rol. Ontwerpers gebruiken geavanceerde materiaalinnovaties voor hun holistische ontwerpen. Een aantal merken communiceren veel over hoe hun licht de kamer ontsmet. Kortom, "gebruik onze lampen en de kamer is kiemvrij". En dat is natuurlijk een gevolg van de pandemie, maar de vraag is: hoe relevant zal dit nog zijn in de toekomst?
Naar trends en gebruik van verschillende materialen was er tussen de fabrikanten een grote variatie te zien. Zo ontdekten we de volgende inspirerende tendensen:
• Actueel zijn de symmetrische lampen, zoals cirkels en bogen.
• Heel veel kleuren overal, met -heel
innovatief- de mogelijkheid om eigen gepersonaliseerde kleurencombinaties te bekomen
• Organische vormen
• Matte materialen, zoals onder meer vilt. Ook beton en keramiek gaan op zoek naar het matte effect.
• Hier en daar zagen we ook akoestische armaturen
Wat ontbrak?
Wat ik niet gezien heb en echt revolutionair vind, zijn de fabrikanten die met 3D printers ter plekke armaturen met verschillende materialen en kleuren op maat kunnen maken. Wellicht is dit bestemd voor de volgende editie van Light & Building in 2024.
Wouter Wissink (Technologisch adviseur led bij VOLTA)
Conceptvoorwaarden van een niet-huishoudelijke installatie
20% van de installaties wordt gebouwd voor wooneenheden waar één of meerdere personen in familieverband of als gemeenschap leven. De overige 80% van de installaties wordt sinds 1 juni 2020 beschouwd als niet-huishoudelijke installatie. Vele van deze niet-huishoudelijke installaties zijn onderhevig aan een andere wetgeving in Boek 1 van het AREI (ondanks het feit dat ze ook rechtstreeks een voeding krijgen via een kWh-meter). Wie dergelijke niet-huishoudelijke elektrische installaties bouwt, moet rekening houden met de nieuwe spelregels: de correcte documenten, het juiste materiaal, risicoanalyse, …
In afwachting van een dagopleiding organiseerde Nelectra een inleidend webinar, waarin onze leden een antwoord kregen op een aantal prangende vragen, waaronder:
• Hoe begin ik aan een veilige en bedrijfszekere niet-huishoudelijke installatie?
• Welke documenten zijn noodzakelijk?
• Is er een stappenplan?
• Herbekijk dit webinar via de volgende link:
Op 1 juni 2022 ging de nieuwe garantiewetgeving in die van toepassing is op alle ondernemers die consumptiegoederen aan consumenten verkopen. De garantietermijn van 2 jaar voor consumenten is in de nieuwe wetgeving behouden maar de duur van de omkering van de bewijslast is gewijzigd. Dit principe houdt het vermoeden in dat een gebrek aan een product al aanwezig was op het moment van levering. Die termijn is nu van zes maanden naar twee jaar gebracht.
Maar wat betekent dit nu voor u als elektroretailer? Dat kregen onze leden haarfijn uitgelegd door directie-adviseur Fallon Declerck van Nelectra en Meester Stefanie De Schrijver van Beelen Advocaten.
Nelectra-leden kunnen deze online infosessie gratis herbekijken via volgende link:
Een greep uit de infosessies, opleidingen en webinars die u dit voorjaar mag verwachten bij Nelectra:
• Laadinfrastructuur: een infosessie in de provincie Antwerpen
• Een opleiding als vervolg op het webinar: Conceptvoorwaarden van een niet-huishoudelijke installatie
• Huishoudelijke toestellen veilig aansluiten op gas en elektriciteit
• Thuisbatterijen
• De elektrificatie van het wagenpark in Limburg, Oost-Vlaanderen en Antwerpen
Breid een installatie op busbekabeling uit met Zigbee® producten voor traditionele bekabeling en koppel rechtstreeks aan de digitale meter. Zo krijgen je klanten toegang tot heel wat energiebesparende functies:
• inzicht in energieverbruik en -productie via de koppeling met de digitale meter
• slimme meldingen in de app bij overproductie of pieken in het verbruik
• automatische zelfconsumptie van zonne-energie via de solar mode
• automatisch pieken afvlakken en verbruik spreiden om extra kosten door het capaciteitstarief te vermijden
www.niko.eu/energy
Nelectra onderhoudt een uitstekende samenwerking met Fluvius en dankzij deze goede contacten kunnen wij onze leden vaak onmiddellijk een antwoord bieden op soms complexe vragen. In het kader van die goede verstandhouding, deelde Frank Vanbrabant (CEO van Fluvius) onlangs zijn inzichten met ons over de huidige energietransitie en de op handen zijnde evoluties. Voor Nelectra zaten gedelegeerd bestuurder Viviane Camphyn en erevoorzitter Eric Claus rond de tafel.
Eric Claus (EC): Om de energietransitie op te vangen, voorziet Fluvius maar liefst 4 miljard aan extra investeringen tot 2032 en dit bovenop de reeds ingeplande 7 miljard die nodig is voor onderhoud en aansluitingen. Waarvoor zullen die extra middelen ingezet worden?
Frank Vanbrabant (FVB): Het is de bedoeling om ervoor te zorgen dat we het stijgend verbruik in de industrie en de gevoelige verhoging van het aantal elektrische wagens, warmtepompen en zonnepanelen kunnen blijven bolwerken. Met deze versterking van het net leggen we een stevige basis, maar dit is slechts het begin. Het stopt dus niet in 2032, want daarna zullen we verder moeten investeren. Hoeveel dat wordt, hangt af van de mate waarin de gebruikers hun gedrag zullen aanpassen.
We willen de komende jaren immers inzetten op een flexibeler gedrag van de consument, zodat we in een volgende fase minder moeten investeren. Lukt dat niet en moeten we -in het slechtste geval- uitgaan van een veel hogere gelijktijdigheid van verbruik, dan zal opnieuw zwaar geïnvesteerd moeten worden. Momenteel hebben we hierover nog niet veel gecommuniceerd, maar de komende jaren zullen we sterk inzetten in sensibilisatie, waarbij de digitale meter en het capaciteitstarief belangrijke instrumenten zijn.
Viviane Camphyn (VC): Door de uitrol van de digitale meter is de consument er toch al behoorlijk mee bezig! Er komen steeds meer technische en andere vragen richting onze leden-installateurs over de digitale meter, laadpalen, warmtepompen… Zij hebben niet altijd het antwoord en koppelen dan terug naar ons. Merken jullie ook dat er steeds meer nood is aan informatie?
Frank Vanbrabant (FVB): Wij krijgen inderdaad regelmatig vragen over de meest uiteenlopende zaken. Daarbij zijn ook vragen die eigenlijk niet voor ons bestemd zijn. Daar zie ik een rol weggelegd voor de installateur, die – nog meer dan vroeger- een raadgever moet worden van de consument. Die laatste stapt immers in een veel complexere wereld en heeft nood aan begeleiding die hem de juiste keuzes helpt maken.
VC: Geen eenvoudige taak, want het is zelfs voor onze installateurs een ingewikkelde materie, waarbij er vaak ruimte is voor interpretatie…
FVB: Klopt en ik denk dat we elkaar daarbij nog verder moeten versterken: we hebben elkaar nodig in deze energietransitie. De ondersteuning en begeleiding van de consument is een taak van ons allen met als uiteindelijke doel van elke gebruiker een actieve energieklant
te maken die bewust bezig is met zijn verbruik. We staan aan de vooravond van de belangrijkste gedragsaanpassing die deze generatie zal kennen. Dat wordt trouwens bevestigd door gedragspsycholoog Maarten Vansteenkiste, die verbonden is aan de Universiteit van Gent. Ook hij ziet in de energietransitie de grootste gedragsverandering die de consument ooit heeft moeten maken.
EC: Er zal inderdaad veel veranderen. De Vlaamse regering zet momenteel in op de elektrificatie van onze maatschappij. In het verleden lag de nadruk op elektrische verwarming en wie daar toen op inging, voelt zich nu in de kou gezet want in het investeringsplan 2023-2032 wordt er met geen woord gerept over die ongeveer 150.000 woningen met accumulatieverwarming. Hoe ziet Fluvius dat?
FVB: Wat er nà de meter gebeurt is in principe niet onze verantwoordelijkheid. Fluvius moet ervoor zorgen dat het net voldoende vermogen heeft en dat tot bij de verbruikers brengen. Wat er daarna gebeurt, is een keuze die door het beleid moet gemaakt worden.
Het is wel mijn persoonlijke overtuiging dat wie accumulatieverwarming heeft, het best zo snel mogelijk zonnepanelen installeert en vervolgens zijn installatie slim maakt.
En voor de toekomst? Misschien kunnen eigenaars van accumulatieverwarming straks zelfs deelnemen aan de energiemarkt. Wie vermogen accumuleert, kan dat inzetten wanneer hij wil en eventueel zelfs verkopen als de prijzen goed zijn. Maar dat vraagt een compleet nieuwe manier van denken. Momenteel denkt de klassieke consument nog niet in die richting.
Ook daar zie ik -opnieuw- een belangrijke rol weggelegd voor de installateur: hij kan zijn klanten begeleiden doorheen die gedragsaanpassing. Dat is
“We staan voor de belangrijkste gedragsverandering van onze generatie”
momenteel een gat in de markt en wie zich daarin kan bekwamen, neemt voorsprong.
EC: In het investeringsplan wordt -voor residentiele verwarming- ingezet op warmtepompen. Nochtans lezen we verder in het plan dat het aardgasnet voor een hoog percentage geschikt is voor waterstof. Toch verbiedt men het gebruik van gas in nieuwe verkavelingen of appartementsgebouwen. Men sluit dus voor de toekomst waterstof/ biogas uit en legt de druk volledig op elektrificatie. Is dit wel de juiste keuze?
FVB: Allereerst wil ik even benadrukken dat dit een beleidsbeslissing is. Fluvius bepaalt dat niet zelf. Maar ik vind dit wel een verstandige beslissing, want met de kennis van vandaag is de kostprijs van waterstof of biogassen te hoog om voor residentiële verwarming te gebruiken. Dat betekent niet dat dit in de toekomst zo zal blijven. We participeren trouwens actief in heel wat proefprojecten met biomethaan en waterstof.
In 2050 moet aardgas in principe uitgefaseerd zijn, dus er is nog tijd. Maar momenteel is er geen basis om te blijven investeren in nieuwe aardgasnetten, dus ik begrijp het voorzichtigheidsbeleid van vandaag om niet meer te investeren in netten waarvan we niet zeker zijn dat er in de toekomst nog iets zal door stromen. Ondertussen blijven we wel de bestaande netten onderhouden en die kunnen tenslotte 93% van de huizen in Vlaanderen bedienen.
Wij rekenen op de evolutie van de techniek en hopen wel dat we onze leidingen
verder gaan kunnen gebruiken voor groene gassen of waterstof. Er zullen ook in de toekomst moleculen nodig zijn, want wij denken niet dat alles elektrificeren haalbaar zal zijn.
VC: Tegen 2024 heeft 80% van de huishoudens een digitale meter. Zijn onze netten tegen dan ook slim? Over welke termijn spreken we om dit te realiseren?
FVB: De netten worden slim door het gebruik van data uit de digitale meter. Dat geldt op het niveau van de gebruiker èn op ons niveau. De klant maakt de meter slim door er applicaties aan te connecteren en vervolgens zijn verbruik te monitoren, beheren en sturen. Wij gebruiken op onze beurt die data om ons net digitaal te sturen, want per digitale meter weten wij elk kwartier wat iemand produceert en verbruikt. Daardoor kunnen wij zien waar we risico lopen op congestie (= verstopping in een netwerk). Vervolgens zijn we in staat om proactief te sturen en verbruik of productie af te schakelen om dit te voorkomen.
We willen de komende 10 jaar inzetten op een flexibeler gedrag van de consument, zodat we in een volgende fase minder moeten investeren.V.l.n.r. Viviane Camphyn, Frank Vanbrabant en Eric Claus
Dankzij alle verzamelde data kunnen we vervolgens voorspellen waar zwaardere kabels, zwaardere transformatoren en/of andere investeringen nodig zijn en -vooral- waar niet.
Hoe meer Vlamingen straks een digitale meter zullen hebben, hoe meer data wij hebben om ons net op een slimme manier te gaan beheren.
EC: Consumenten krijgen inderdaad ook inzicht in de verbruiksdata, maar het duurt een paar dagen voor die grafieken zichtbaar zijn. Onze installateurs krijgen vaak vragen daarover, want consumenten willen graag onmiddellijk zien wat de gevolgen zijn van hun ingrepen.
FVB: De data die een klant ziet op onze website zijn inderdaad ex post data en zijn meestal 1 à 2 dagen nadien beschikbaar. Zij geven een inzicht in het verbruiks- en injectiepatroon van de klant. Wil een klant sneller de verbruiksgegevens dan kan hij eenvoudig de P1-poort van de digitale meter laten openzetten en met een eenvoudige applicatie kan hij online zijn gegevens raadplegen.
EC: Fluvius legt straks samen met Telenet een glasvezelnet aan, maar ook Proximus is op die markt actief. Is er plaats voor twee operatoren en is Fluvius bij beide betrokken? Is het nodig om twee grote glasvezelnetten naast elkaar te plaatsen?
FVB: Neen! Je hebt in principe maar één glasvezelnet nodig, want één net biedt voldoende capaciteit. Maar er spelen commerciële belangen. Proximus is momenteel bezig met haar uitrol, maar voorziet enkel glasvezel in de drukker bewoonde gebieden.
EC: Zou de overheid dat niet moeten sturen?
FVB: Jazeker! En het blijft onze ambitie om één net te leggen en misschien lukt dat alsnog, want het is inderdaad technisch niet nodig om twee netten naast elkaar te leggen.
Maar Fluvius heeft de sleutel niet in handen: wij zijn al tevreden dat we een akkoord met Telenet hebben en dat we samen een bedrijf zullen oprichten om gans Vlaanderen van snel internet te voorzien.
EC: De standaard voor een huisaansluiting wordt 17,3 kVA zodat ongeveer 11 kVA vrij blijft voor een elektrisch voertuig. Kan van de standaardaansluiting afgeweken worden en tegen welke voorwaarden?
Fluvius en haar aandeelhouders (de gemeenten) zien data als een basisnutsvoorziening en willen dat iedereen toegang heeft tot snel internet. Want wie in de toekomst geen toegang heeft tot data, is afgesloten van alles.
Om dit te realiseren zijn wij op zoek gegaan naar partners om er samen met ons voor te zorgen dat elke Vlaming snel internet kan hebben: ons doel is dus 100% dekking; naar analogie met de andere basisnutsvoorzieningen zoals elektriciteit en water.
Ons advies is daarbij altijd geweest om dat samen met Telenet èn Proximus te doen, maar daar staan momenteel commerciële belangen in de weg.
FVB: Dat kan zeker, zoals dat vandaag ook al kan. Er is nu een standaardaansluiting van 9,2 kVA en wie meer wil, betaalt daarvoor. Als de regulator de standaard van 17,3 kVA goedkeurt -een logische upgrade met de elektrische wagen en warmtepomp in het achterhoofd- zal daar tevens een upgrade mogelijk zijn, mits een meerprijs.
VC: De netgebruikers die aangesloten zijn op een 230 V net kunnen 400 V aanvragen maar dat kan niet gratis. Is dit geen discriminatie? De betrokken netgebruiker heeft destijds toch niet
Ik zie een rol weggelegd voor de installateur, die – nog meer dan vroeger – een raadgever moet worden van de consument.
voor zijn netspanning gekozen?
FVB: Het klopt inderdaad dat wie bijvoorbeeld een elektrische wagen koopt en onvoldoende vermogen heeft, moet betalen voor een verzwaring. Dat is nu eenmaal het gevolg van het reactieve beleid waarin we vandaag werken. Iedereen die afwijkt van de standaard moet extra betalen.
Daarom hebben we in ons investeringsplan opgenomen dat we 400 V willen voorzien op de plaatsen waar nog 230 V ligt. Dat is momenteel nog een kleine 20% van onze netten, vooral in oude stadskernen.
Als de regulator ons investeringsplan goedkeurt, zullen we dit -over een periode van 10 jaar- uitrollen samen met de andere aanpassingen aan het net. Dit is dan een proactieve aanpak waarbij we de investeringskosten solidariseren.
EC: Er worden momenteel al veel kabels in de grond gestoken. Dat worden er dus meer?
FVB: Zoals we nu de digitale meter aan het uitrollen zijn, zo zullen we binnenkort
netten uitrollen en dat moet versneld gebeuren: wat we anders op 30 jaar zouden uitvoeren, gaan we nu op 10 jaar doen. Ik hoop dat niemand dit onderschat, want we zullen gemeente per gemeente verschillende straten tegelijkertijd aanpakken. Dat zal een behoorlijke impact hebben op het straatbeeld en op het dagelijkse leven. We voorzien daar wel gerichte communicatie om draagvlak te creëren bij zowel burgers als gemeentes.
VC: Dat zal een pak extra werkkrachten vragen! Zijn die er voldoende?
FVB: Die extra aannemersploegen zullen we wel vinden, maar het zal zeker nog veel voeten in de aarde hebben om ze ook voldoende opgeleid te krijgen. En we hebben niet alleen extra aannemersploegen nodig, ook Fluvius zelf moet op zoek naar extra mankracht om dat allemaal te coördineren. We denken daar aan een 300-tal mensen. Het is de bedoeling om tegen 2025 klaar te staan, dus we hebben 2 jaar tijd om dat op te bouwen. Een stevige uitdaging, maar we hebben ervaring: voor de digitale meter zijn we er -met vallen en opstaanin geslaagd om een 600-tal mensen te
vinden. Dus ik heb er alle vertrouwen in dat we dit ook tot een goed einde zullen brengen. We moeten wel, als we met zijn allen elektrisch willen gaan rijden, warmtepompen installeren en verder elektrificeren…
Linda Claeys Studio Dann
Werkpuntje
Bij Nelectra komen regelmatig vragen binnen over de moeilijke contacten met Fluvius: het blijkt niet evident om de juiste mensen te pakken te krijgen, wanneer er een probleem is.
Onze leden kloppen dan wel aan bij Nelectra die als tussenpersoon optreedt en de vragen uiteindelijk wel opgelost raken, maar het zou wat vlotter lopen, mocht er een makkelijk bereikbare SPOC (=Single Point Of Contact) zijn voor onze leden. Wij legden dit voor aan Frank Vanbrabant en hij was zich bewust van het probleem en beloofde ons dat er aan gewerkt wordt om die service te verbeteren.
Veiligheid en welzijn op het werk zijn een absolute prioriteit voor Nelectra en dat uit zich op meerdere vlakken! Zo ontwikkelden wij recent nog een aantal veiligheidsaffiches, kunnen leden bij ons terecht voor veiligheidsinstructiefiches en bieden wij hulp bij het maken van risicoanalyses. Daarnaast wordt ook het nodige adviserend werk verricht in de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (HRPBW), waarin onze gedelegeerd bestuurder, Viviane Camphyn, namens Unizo zetelt. Maar wat doet die raad nu precies? En wat kunnen zij voor ons betekenen?
Viviane Camphyn nodigde Karel Van Damme (voormalig Adviseur-Generaal in de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg (FOD WASO) en nu voorzitter van de HRPBW) en Nadine Gilis (Adviseur-Generaal in de FOD WASO en secretaris van de HRPBW) uit in de Nelectra-kantoren te Vilvoorde en ging met hen rond de tafel zitten voor een gesprek over het belang van veiligheid, preventie en bescherming op het werk.
Het belang van een adviesorgaan
Het is eerst en vooral belangrijk om te weten waar de HRPBW nu eigenlijk voor staat. Nadine Gilis verwoordt het als volgt: “De HRPBW is een interprofessioneel adviesorgaan dat moet geraadpleegd worden wanneer een ontwerp van koninklijk of ministerieel besluit met betrekking tot welzijn op het werk opgesteld wordt. In dat orgaan zetelen werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers, aangevuld met deskundigen inzake welzijn op het werk van de FOD WASO. Ook vertegenwoordigers van organisaties die actief zijn in één of meerdere domeinen van het welzijn op het werk nemen deel aan de activiteiten van de HRPBW. Voor bepaalde specifieke problemen of doelgroepen, worden soms zelfs ad hoc werkgroepen opgericht, waarbij ook deskundigen kunnen uitgenodigd worden die beschikken over bijzondere kennis over dat specifieke probleem of die doelgroep. Op
die manier wordt ervoor gezorgd dat er altijd voldoende expertise rond de tafel zit. Dat zorgt ervoor dat er telkens een breed overleg is waarbij alle essentiële zaken in overweging genomen worden tijdens het opmaken van een advies. Het uitgangspunt van dat verplicht advies (en bij uitbreiding van de regelgeving die daarop gebaseerd zal zijn) is altijd de bescherming van de werknemers.”
“Alle ontwerpen, voorstellen en vragen over welzijn op het werk moeten dus eerst naar de HRPBW die daar dan een officieel advies over formuleert,” vult Karel Van Damme aan. “Aan de hand van dat advies bekijkt de minister waar hij rekening mee moet houden en of hij het ontwerp nog moet aanpassen.” Het is daarbij uitermate belangrijk om
een unaniem advies voor te kunnen leggen, benadrukken onze gesprekspartners. Want als werknemers en werkgevers het eens zijn, dan wordt het gewicht van het advies zeer groot.
De ontwerpen, vragen en voorstellen komen niet alleen van de minister. Iedere betrokken partij kan een vraag of een voorstel formuleren en voorleggen aan de HRPBW.
“Dan heb ik al meteen een vraag,” pikt Viviane Camphyn daar onmiddellijk op in. “Wij hebben gezien dat de lijst ‘ongezond en gevaarlijk werk’ van de FOD WASO nodig geactualiseerd zou moeten worden. Kunnen we daarvoor bij de HRPBW terecht?”
En dat kan. De HRPBW kan immers op eigen initiatief een advies opgeven en doorgeven aan de minister. “Wij vinden alle input die rechtstreeks uit een sector komt, altijd uitermate interessant. Dit soort input is zeer waardevol,” is Karel Van Damme meteen enthousiast. En onze gedelegeerd bestuurder heeft nog een vraag: “In de Codex ‘Welzijn op het werk’ met betrekking tot brandpreventie op de arbeidsplaatsen vinden wij de risicoanalyse niets terug over elektrische voertuigen of laadsystemen en
hun risico’s. Wij zetelen ook in de Hoge Raad voor beveiliging tegen Brand en Ontploffing, waar onze vertegenwoordiger Eric Claus hier regelmatig de nodige aandacht voor vraagt maar moet dit ook niet nader bekeken worden in de HRPBW?”
Nadine Gilis: “In de Codex ‘Welzijn op het werk’ wordt uiteraard wel aandacht besteed aan preventie en brand, maar misschien is er ondertussen één en ander gewijzigd en is het nuttig om na te kijken of de formulering hierin nog steeds up-to-date is en voldoende rekening houdt met de nieuwe wetenschappelijke inzichten en technieken. Het is best mogelijk dat de huidige formulering niet alles meer omvat.”
“We hebben inderdaad in de algemene prioriteitennota van de HRPBW genoteerd dat we rekening moeten houden met nieuwe technieken,” weet Karel Van Damme. “Die brengen immers nieuwe risico’s met zich mee. Sommige daarvan worden door andere reglementeringen van de Codex geregeld en ook hierover wordt ons advies gevraagd. Toch moet telkens bekeken worden of de huidige formuleringen volstaan om alles te vatten.”
Nadine Gilis: “Dat is bijvoorbeeld een relevante vraag die Nelectra zelf aan juristen van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD WASO kan stellen. Dan krijgt u daarover een advies, waarin men vertelt waar u het antwoord in de Codex kan terugvinden. Mocht het zo zijn dat de huidige reglementering niet meer volstaat en dat er een aanvulling of aanpassing nodig is, dan zal de administratie een voorstel doen naar de minister om de Codex aan te passen. De minister zal in dat geval ook het advies van de HRPBW dienen in te winnen.”
“De perfecte manier om alles up-to-date te houden én om de betrokkenheid van de mensen op het terrein te vergroten,” besluit Karel Van Damme. “Er zit heel veel expertise in alle sectoren en het is een hele uitdaging om alles samen te krijgen.”
op het werk
informeren van onze bedrijven zodat zij doordrongen zijn van het belang van preventie met betrekking tot veiligheid en welzijn. Hoe zouden jullie bedrijven ervan overtuigen om nog meer aandacht te besteden aan veilig werken en aan preventie hiervan?”
“Puur menselijk is het duidelijk: niemand wil zijn werknemers in gevaar brengen. De overgrote meerderheid van de werkgevers wil hun werknemers zeer actief beschermen tegen ongevallen of ziekte. Dat is ook hun verantwoordelijkheid. Maar tegelijkertijd beseffen wij dat ze daarbij alle hulp kunnen gebruiken. Soms moeten werkgevers en werknemers zelf nog overtuigd worden van het belang van preventieve maatregelen,” aldus Karel Van Damme.
Nadine Gilis ziet daarin trouwen ook een grote rol weggelegd voor het onderwijs:
“Je kan niet vroeg genoeg beginnen met het creëren van het bewustzijn omtrent de noodzaak van preventie. Hoe vroeger dat begint, hoe beter dat is voor de mentaliteit later op het werk.”
“Ik ben oprecht blij dat u het belang van het onderwijs onderstreept, vooral nu er daar bespaard wordt op veiligheid,” kaart Viviane Camphyn een prangend probleem aan. “Jarenlang werden via ons paritair vormingsorgaan gratis VCA-examens voorzien, maar recent werd hiervoor door het kabinet onderwijs geen financiering meer voorzien. Ik vind het ontzettend jammer dat net daarop bespaard moet worden, want dit initiatief was voor alle partijen (werkgever, leerling/toekomstige werknemer en leerkracht) een positieve zaak.”
Samenwerken
“Dat klopt,” bevestigt Nadine Gilis. “Niet zelden moet een nonchalante mentaliteit doorbroken worden. De gewoontes in een bedrijf wegen soms ook door, maar daar kan de werkgever het verschil maken door het goede voorbeeld te geven en zelf manieren te zoeken om werknemers te stimuleren. Eventueel via incentives of beloningen.”
“En vooral ook via uitleg,” benadrukt Karel Van Damme. “We kunnen niet genoeg benadrukken dat communicatie cruciaal is. Beschermende kledij is bijvoorbeeld niet altijd comfortabel, maar wie doordrongen is van het belang ervan, zal die niet achterwege laten. Daarom hebben we bij de HRPBW veel aandacht voor de opleiding en de begeleiding van onze preventieadviseurs, want een goede preventieadviseur moet ook het communiceren onder de knie hebben.”
Tot slot pleit Viviane Camphyn voor een nog betere samenwerking over alle sectoren heen: “Iedereen ziet best in dat het maken van een risicoanalyse arbeidsongevallen kan vermijden. En deze samenwerking kan ook via de HRPBW worden bevorderd, want als we concrete resultaten willen boeken, mogen we niet allemaal op ons eigen eiland blijven zitten.” Karel Van Damme en Nadine Gilis bevestigen heb belang van samenwerking: “Met de HRPBW werken wij veel en intens samen met heel wat sectoren. Wij zijn geen theoretici en beschikken over een breed netwerk. Maar de expertise zit overal en er kruipt heel wat tijd in samenwerking, terwijl de tijdsdruk soms heel hoog is.”
Maar iedereen is het erover eens: samenwerking is beter voor alle partijen! En met dit goede voornemen voor 2023 sloten de gesprekspartners dit gesprek af.
Betrokkenheid is inderdaad uitermate belangrijk, bevestigt ook Viviane Camphyn: “Wij zetten heel hard in op het
Dit artikel is de samenvatting van een uitgebreid gesprek waarin ook andere onderwerpen aan bod kwamen. Zo werd er ook gepraat over de veiligheid van zelfstandige eenpersoonszaken en over de minder bonafide bedrijven. Ook de controles kwamen aan bod: is het de bedoeling om te coachen of om te bestraffen?
Wil u daar meer over weten? Dan vindt u het vervolg van dit gesprek op onze website.
Linda Claeys
Boris Vermeersch
Er zit heel veel expertise in alle sectoren en het is een hele uitdaging om alles samen te krijgen.
Elektrische vlambogen vormen een van de ernstigste en minst begrepen elektrische gevaren. Een vlamboog, in het Engels “Arc flash”, is een elektrische overslag tussen geleiders, vaak met explosieve energie. Hierdoor wordt een zeer helder ultraviolet licht en intensieve warmte gegenereerd. Maar er bestaan ook andere soorten vlambogen! Zo maken lassers gebruik van een kleine gecontroleerde vlamboog om materialen te laten samensmelten.
Een vlamboog wordt meestal veroorzaakt door een kortsluiting. Dit is soms te wijten aan een technische storing van elektrische apparatuur zoals foutief gedimensioneerde schakelapparaten, degeneratie van isolatiemateriaal, slechte verbindingen, sluitingen tussen onder spanning staande geleiders door gereedschap, onderdelen of knaagdieren.
De meeste vlambogen worden echter veroorzaakt door een menselijke fout. In zo’n 70% van de gevallen gaat het om onzorgvuldig werken aan schakelsystemen onder spanning. De effecten van vlambogen zijn zeer ernstig. Een vlamboog kan leiden tot persoonlijk letsel, maar tevens tot grote schade aan de elektrische installatie. Door schade die aan de installatie ontstaat bij een vlamboog kan deze tot stilstand komen voor een langere periode met gevolgschade, afname beschikbaarheidsfactor en vervanging van elektrisch materieel tot gevolg.
De resultaten van de beoordeling van vlambogen worden doorgaans uitgedrukt aan de hand van de volgende twee parameters: invallende energie en vlambooggrens.
Invallende energie (kJ/m² of cal/cm²) is de warmte-energie afkomstig van een elektrische boog, gemeten op een eenheidsoppervlakte op een bepaalde afstand van de elektrische boog. Deze energie geeft de ernst van de vlamboog aan voor de afstand van de werknemer tot de vlamboog. Een energie van 1.2 cal/cm² op de huid gedurende 1 seconde resulteert ruwweg in de drempelenergie voor het begin van tweedegraads brandwonden (dit komt overeen met de
energie van een sigarettenaansteker gedurende 1 seconde op de huid). Vlambooggrens is de grens waarbinnen een persoon een tweedegraads brandwonde kan oplopen door een vlamboogincident.
Risicopreventie is het voorkomen van thermische effecten aan de hand van gevarenbeperking en risicoreductie.
De beste manier om de thermische effecten van vlambogen te voorkomen, is het beperken van de gevaren en het reduceren van de risico’s. Dit kan op verschillende manieren.
Gevarenbeperking: Beoordelen of er geen veiliger alternatieven zijn die kunnen gebruikt worden met potentieel gevaarlijke elektrische apparatuur. Beoordelen of er niet beter buiten spanning kan gewerkt worden om een betere bescherming van personen te bekomen.
Risicoreductie: Gebruik van veilig elektrisch schakelmateriaal en zo laag mogelijke instellingen van beveiligingen.
Rekening houden met menselijke factoren en zorgen dat personen die werken uitvoeren aan elektrische installaties:
• zich bewust zijn van de gevaren
• opgeleid en bevoegd zijn
• de verantwoordelijkheden duidelijk hebben toegewezen
• duidelijke interventieprocedures hebben
• de beschikking hebben over de nodige beschermingsmiddelen voor vlambogen.
Elke categorie stelt verschillende eisen aan de te dragen PBM en geeft een maximale invallende energie waartegen bescherming moet geboden worden.
• IEEE-1584 (2018): Internationale standaard voor het berekenen van de vlamboog
• NFPA 70E: National fire protection agency met richtlijnen over vlambogen
• ISSA: Richtlijnen over de thermische effecten van een vlamboog op PBM’s
• DGVU203/77: Richtlijnen over de thermische effecten van een vlamboog op PBM’s
• IEC 61482-1-1/2: Test methode van beschermende kledij tegen thermische effecten
Elektrisch booglassen omvat verschillende lasmethoden waarbij de voorwerpen die aaneen gelast moeten worden door een elektrische plasmaboog verhit worden, zodat het materiaal smelt en aaneen vloeit. Het plasma is zo heet dat het te lassen materiaal onder atmosferische omstandigheden zonder voorzorgsmaatregelen direct zou verbranden door de inwerking van zuurstof uit de lucht. Bij elke vorm van elektrisch booglassen wordt een methode toegepast om tegen verbranding te beschermen.
Bij sommige technieken smelt de elektrode zelf ook en dient ze als toevoegmiddel. Bij andere technieken smelt de elektrode niet af en wordt het toevoegmiddel op een andere manier aangebracht. De vlamboog ontstaat door het boogtrekken en bestaat uit elektrische vonken. De stroom van de elektrode gaat door de vlamboog naar het werkstuk en terug naar het lasapparaat.
De vlamboog heeft een temperatuur van 6800°C en zendt een boogstraling uit (felle lichtstralen, infrarode- en ultraviolette lichtstralen).
De werknemer die elektrische laswerken uitvoert dient de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken om bovenstaande risico’s te borgen: lederen kledij, afzuiging, rubberen mat, bescherming tegen infrarode- en ultraviolette lichtstralen, …
Dit artikel is een eerste in een reeks over de supraharmonischen, waarin we de problematiek situeren. In de volgende artikels wordt dieper ingegaan op de oorzaken van de problemen en de mogelijke oplossingen.
Het laagspanningsnet ondergaat de laatste jaren een grote transformatie. Mede aangestuurd door zowel de economische realiteit, klimatologische verschuivingen en een wijzigende wetgeving wordt gestreefd naar een hoog aantal hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiënte oplossingen. Eén van de belangrijkste technologieën die deze verschuiving mogelijk maakt, is schakelende vermogenselektronica. Maar vermogenselektronica veroorzaakt problemen in het net, in het frequentiegebied 2 tot 150 kHz, beter bekend als supraharmonischen en hoogfrequente power quality. Deze problemen zullen in de toekomst steeds frequenter voorkomen.
Welke toestellen bij u thuis werken intern met en zonder vermogenselektronica? Het lijstje ‘met’ zal ongetwijfeld langer zijn dan het lijstje ‘zonder’. Spaarlampen (CFL) en een groot deel van de ledverlichting nemen prominent de plaats in van de klassieke gloeilamp- en halogeenverlichting. Nagenoeg alle apparatuur zoals laptops, tv’s, enz. beschikken over SMPS (Switched Mode Power Supplies) en APFC (Active Power Factor Correction). De evolutie naar meer hernieuwbare energieproductie zorgt voor een stijging van het aantal netgekoppelde invertoren voor zonnepanelen en batterijsystemen. Frequentieomvormers worden veelvuldig ingezet bij liften, circulatiepompen van de centrale verwarming, ventilatiesystemen en huishoudelijke toestellen. Bij de huishoudelijke toestellen kunnen daarnaast ook inductiekookplaten en witgoed gecatalogeerd worden als toestellen met vermogenselektronica. Tenslotte wat betreft de elektrische wagens staan we pas aan het begin van een toenemend gebruik met bijhorende impact op het elektriciteitsnet. Al deze groepen gebruikers bevatten schakelende halfgeleiders. De omzetting van AC naar DC of omgekeerd gebeurt met een hoog rendement (>90%). In de meeste toepassingen schakelen halfgeleiders typisch op schakelfrequenties fs tussen 2 kHz en 150 kHz. PV-invertoren (fotovoltaïsche invertoren) schakelen rond 16 à 17 kHz. Voedingen (SMPS) schakelen typisch rond 48 kHz.
Door dit schakelend gedrag ontstaan nieuwe problemen met de stroomkwaliteit. Als gevolg van de schakelende vermogenselektronica zullen de netspanning en -stroom, naast harmonische frequenties, een toenemend gehalte aan hoogfrequente harmonischen bevatten in een frequentiebereik tot 150 kHz en meer.
Laat ons eerst starten met het verklaren van enkele begrippen. Vermogenskwaliteit, veel beter bekend onder de naam power quality, is het onderzoek van de kenmerken van elektriciteit op een bepaald punt in het elektriciteitsnet. De ideale spanningsen stroomgolfvorm is sinusvormig en heeft een constante amplitude en frequentie. Bij driefasige netten zijn de ideale spanningen en stromen gebalanceerd. Afwijkende golfvormen zorgen voor problemen in het net en de gebruikers, zoals o.a. spanningsverschuivingen en opwarming van transformatoren. Deze afwijkingen ontstaan door de combinatie van niet-lineaire verbruikers en een niet-verwaarloosbare netimpedantie (fig. 1). Aangezien de gebruiker een bepaalde kwaliteitsvolle spanning verwacht, spreken we beter over spanningskwaliteit (voltage quality) in plaats van over power quality. Veronderstel de ideale spanningsbron met tijdsafhankelijke (ogenblikkelijke) waarde. De netimpedantie Z wordt gevormd door de weerstand en inductiviteit van de kabels en transformator. De stroom i, gevraagd door toestel 1, veroorzaakt een spanningsval over de netimpedantie. Hierdoor ontstaat er een spanningsval over het net met een gelijke vorm als de stroom. De geleverde netspanning aan de andere toestellen, aangesloten op hetzelfde net is bijgevolg. Als deze stroom niet sinusvormig is, dan is de netspanning ook niet sinusvormig en bevat deze harmonischen. De kwaliteit van de spanning is bijgevolg gedaald. Om dit op te lossen zijn er twee mogelijkheden. Men kan de netimpedantie verlagen of men kan de stroomvorm van de toestellen meer sinusvormig maken. Om te weten wat een voldoende kwalitatieve spanning is, bestaan er normen, die een onderscheid maken in frequentiegebieden.
Voor het gebied tot 2 kHz moeten twee zaken uit elkaar gehouden worden. Ten eerste spreken we over elektromagnetische compatibiliteit (EMC). EMC betreft het beperken van emissie van toestellen en het verhogen van immuniteit van toestellen tegen laagfrequente fenomenen, zoals harmonischen, flicker en spanningsdips. Om te voldoen aan de EMC-richtlijn moet een toestel voldoen aan meerdere relevante normen in dit frequen-
REF. 887-1032
€159,-*
100 “COMPACT
UNIVERSELE” klemmen
2 x 0,14 ... 4 mm² (s)
2 x 0,2 ... 4 mm² (m, ma)
Ref. 221-412
30 ”COMPACT
UNIVERSELE “ klemmen
3 x 0,5 ... 6 mm² (s)
3 x 0,5 ... 6 mm² (m, ma)
150 “COMPACT
UNIVERSELE” klemmen
3 x 0,14 ... 4 mm² (s)
3 x 0,2 ... 4 mm² (m, ma)
Ref. 221-413
60 Inline connectors
0,2 ... 4 mm² (s, m)
0,2 ... 2,5 mm² (ma)
Ref. 221-2411
75 “COMPACT UNIVERSELE” klemmen
5 x 0,14 ... 4 mm² (s)
5 x 0,2 ... 4 mm² (m, ma)
Ref. 221-415
www.wago.com/profiset
Beschikbaar bij uw WAGO groothandel vanaf 30 januari 2023 tot einde voorraad.
*Adviesprijs excl. BTW.
*Prijs inclusief Recupel en Bebat bijdrage. Drukfouten, fouten en wijzigingen voorbehouden.
WAGO is a registered trademark of WAGO Verwaltungsgesellschaft GmbH.
tiegebied. EN61000-3-2 legt bijvoorbeeld limieten op voor de stroomharmonischen die toestellen in het publieke distributienet veroorzaken.
Ten tweede zijn er in dit frequentiegebied ook normen gerelateerd aan de geleverde spanningskwaliteit. Dit valt onder het gebied van de power quality. De belangrijkste hierbij is de EN50160. De spanningskwaliteit wordt voornamelijk beïnvloed door de impedantie van het net.
In het gebied 150 kHz tot GHz zijn er tientallen emissie- en immuniteitsnormen van toepassingen. Voorbeelden zijn EN55015 voor verlichtingsapparatuur en EN55032 voor multimedia-apparatuur. Hier kan opgemerkt worden dat in dit frequentiegebied naar spanningskwaliteit toe geen vereisten zijn. De kwaliteit van het net, waar de distributienetbeheerder over waakt, moet in dit frequentiebereik niet voldoen aan bepaalde spanningskarakteristieken.
Beide frequentiegebieden worden nauwkeurig genormeerd zodat een correcte werking van elektronische toestellen in die gebieden gewaarborgd wordt.
Power quality fenomenen worden gemeten tot 2 kHz; elektromagnetische interferentie bestrijkt het gebied tot 2 kHz voor laagfrequente fenomenen en vanaf 150 kHz voor hoogfrequente fenomenen. Voor het gebied ertussen zijn de normen ‘under construction’ en is nog heel wat onderzoek nodig om deze op punt te stellen. Men spreekt in dat opzicht van de “spectral gap” of de spectrale leemte. Het gebrek aan regulering maakt echter dat de emissie beneden 150 kHz niet gefilterd wordt. Het is een nagenoeg vrije band voor alle storende apparatuur (met uitzondering van enkele productnormen die niet bindende richtwaarden aangeven).
Dit is het gebied van de supraharmonischen. De term ‘supraharmonischen’ is niet officieel vermeld in normen. Het is wel een algemeen aanvaarde term voor het aanduiden van spannings- en stroomharmonischen in het frequentiegebied 2 tot 150 kHz. Intrinsiek is de term niet correct, omdat harmonischen gehele veelvouden zijn van de netfrequentie (50 Hz). Supraharmonischen zijn meestal geen geheel veelvoud (bijv. 2010 Hz) en zijn bijgevolg interharmonischen. Dit komt doordat de frequentie van het schakelen beslist wordt door een regelkring of een microcontroller en niet door de netfrequentie.
Supraharmonischen ontstaan op dezelfde manier als laagfrequente harmonischen (fig. 1), namelijk door een spanningsval over de netimpedantie. Alleen gedragen deze hoogfrequente harmonischen zich heel anders. Dit zullen we in een volgend artikel bespreken. Fig. 2 toont een meting van supraharmonischen in een residentieel net. De horizontale frequentieas toont de meting tussen 2 en 150 kHz. De tijdsas omvat 6000 min, dus 4 volle dagen. De verticale as toont de gemeten spanning, uitgemiddeld over 1 minuut. Op de figuur is duidelijk de emissie van de PV-inverter te zien, tijdens de 4 dagmomenten.
Een aantal voorbeelden van vastgestelde problemen, toewijsbaar aan een stoorbron in het frequentiegebied 2 – 150 kHz zijn:
- Verstoring van de radio ontvangst
- Verstoring van domotica
- Verstoring van power line communicatie (PLC)
- Foutieve meting met energiemeters
- Ongewenst schakelen van straatverlichting
- Ongewenst inschakelen van toestellen
- Ongewenst uitschakelen van differentieelschakelaars -
Op deze problemen zal verder ingegaan worden in de volgende artikels.
Professor Jos Knockaert is verbonden aan UGent Campus
Kortrijk – Onderzoeksgroep
Lemcko en is gespecialiseerd in EMC, vermogenselektronica en elektrische machines
Meer info is ook te vinden op https://www.supraharmonics.eu/
Op deze pagina willen wij bekende en niet-zo-bekende mensen uit de elektrosector een aantal minder evidente vragen stellen. Privé-vragen, die de mens achter de professional laten zien. Deze maand is het de beurt aan Filip Van Dyck (Managing Director van Atag).
Wat was het eerste waar u aan dacht toen u vanmorgen wakker werd?
Dat ik gisterenavond – nog maar eens – vergeten ben het vuilnis buiten te zetten.
Wat wilde u worden toen u klein was?
Ik was 14 toen Top Gun uitkwam… Wat denk je? Een jaar later mocht ik een bril beginnen dragen, dus die droom was snel ten einde.
Waar wordt u blij van?
Spontane, vrolijke en enthousiaste mensen. Daarbij aansluitend: de ongeremde complexloosheid van kinderen.
Hoe brengt u graag uw vrije tijd door?
Afwisselend in het gezelschap van familie en vrienden (graag ook gecombineerd). Wat, waar en hoe maakt dan niet zoveel uit.
Wat is uw lievelingsgerecht?
Quasi alles wat het ‘wildseizoen’ te bieden heeft, met een lichte voorkeur voor hazenrug. Witlof mag voor mij trouwens overal bij geserveerd worden.
Hoe komt u tot rust?
Op de skipiste. Altijd! Ik kijk al uit naar de toekomst met kinderen en hopelijk kleinkinderen.
Op welke verwezenlijking bent u trots?
Ik heb het gevoel dat de ‘grootste’ verwezenlijkingen nog moeten komen. Laat ons over vijf jaar dit gesprek nog eens overdoen.
Over welke investering bent u tevreden?
De investering van tijd, liefde en aandacht in onze kinderen. Tot nu toe een investering zonder minpunten en met een steeds groeiende ROI.
Wanneer krijgt u uw beste ideeën?
Tijdens lange autoritten vergezeld van de juiste muziek. En soms ook wel bij sommige solo fietsritjes langs Rupel, Dijle, Nete.