De Schildwacht Juli-Augustus 2023

Page 10

De Schildwacht

Juli - Augustus 2023 - nr. 04

de militaire vakbond
Een beroepsleger
Tweemaandelijks tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart - Afgiftekantoor: Brussel X - P109013
Voorwoord

Een beroepsleger

Dertig jaar geleden verraste de regering-Dehaene I vriend en vijand door de dienstplicht in ons land op te schorten. Door het einde van de Koude Oorlog verviel immers het voornaamste argument om een staand leger van bijna 100.000 militairen in stand te houden.

Dertig jaar beroepsleger in België vormt een goede gelegenheid om de gevolgen van de professionalisering van de krijgsmacht eens onder de loep te nemen. Want er waren op het moment van het verdwijnen van de dienstplicht toch wat vragen. Zou men met enkel beroepsmilitairen in staat zijn om een troepenmacht te bemannen die aan zijn nationale en internationale verplichtingen kan voldoen? Zouden de vrijwilligers van voldoende kwaliteit zijn? Zouden de kosten inzake de nodige loonsverhogingen en andere attractiviteitsmaatregelen niet te hoog zijn? En ook, zou een beroepsleger echt eerlijker en meer sociaaleconomisch representatief zijn dan een dienstplichtmodel?

Deze bekommernissen waren niet geheel ongegrond en sommige van de aanvankelijke uitdagingen, zoals relatief hoge personeelskosten en wervingsproblemen, zijn er nog steeds. Maar over het geheel genomen kan de transitie naar een beroepsleger als een succes beschouwd worden. Het waren immers vooral andere, externe beslissingen die de professionalisering onder druk zetten, in de eerste plaats de opeenvolgende, pijnlijke besparingsrondes. Het wegvallen van de ‘automatische’ aanvoer

van jonge rekruten verplichtte Defensie gans zijn wervingsaanpak te herzien. Op de arbeidsmarkt is ze een werkgever naast vele anderen geworden en bijgevolg onderhevig aan dezelfde harde concurrentie, zeker wanneer het economisch goed gaat. Ook bij het solliciteren wordt de insteek tegenwoordig niet zelden gereduceerd tot ‘vergeleken met…?’. Rekruten werden plotseling de ‘markt’ en het leger het ‘product’ dat aanzienlijke inspanningen vereist om te ‘verkopen’.

Als iemand een aanvangswedde van meer dan € 20 per uur kan verdienen, niet zelden aangevuld met een bedrijfswagen en een pensioenplan, dan is het gewoon veel moeilijker om hem te overtuigen om zijn hoofd kaal te scheren, zich aan te melden voor een pittige basisopleiding, te voldoen aan strenge fysieke normen, voor zonsopgang op te staan en zich voor te bereiden op lange periodes verwijderd van vrienden en familie, vaak in riskante omstandigheden. Een uitdaging voor Defensie die nog steeds met horten en stoten verloopt. Het zorgde er wel voor dat de arbeidsvoorwaarden (te beginnen met het loon) en de leef- en werkomstandigheden verbeterden; de marketingvereisten voor de werving droegen

hier in grote mate aan bij. Dat het langzamer verliep dan nodig, was opnieuw het gevolg van de aanhoudende financiële knelling. De professionalisering zorgde er ook voor dat er meer nadruk gelegd wordt op het bekomen van een betere sociale mix, zoals bijvoorbeeld meer vrouwen. Ze versnelde eveneens het verdwijnen van ‘irritatie-maatregelen’, zoals ochtendlijke verzamelingen, kuiskarweien en dagelijkse kamerinspecties.

De voornaamste stap vooruit betreft echter de verbetering van wat het leger ‘produceert’: de operationele output, te beginnen met de vakkennis en paraatheid van de individuele militair. Daar waar het Belgisch leger tijdens de Koude Oorlog een grote slee met een klein motortje was, is het nu een compact wagentje met een pittige krachtbron. Dat beroepsleger staat nu, dertig jaar na zijn oprichting, echter voor zijn grootste uitdaging. Het moet als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de nieuwe geopolitieke situatie in Europa een nieuwe essentiële omslag maken: van een leger in semiwaakstand naar een krijgsmacht ‘ready to fight tonight’. Deze ‘challenge’ zal een stuk lastiger en veeleisender zijn dan de transformatie van de drie voorbije decennia. 

De Schildwacht 2 Voorwoord

De Schildwacht

Juli - Augustus 2023 - nr. 04

Foto: Defensie

Colofon

De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd.

Oplage: 9.400 exemplaren.

Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).

Verantwoordelijke uitgever:

Yves Huwart

Coördinatie:

Concetto Bandinelli & Laurent Schmitz

Algemene gegevens - ACMP:

Romboutsstraat 1 – Bus 021

1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be

www.acmp-cgpm.be

Tel.: 02 245 72 14

BE32 2100 6234 6602

BIC: GEBABEBB

BE57 0682 3639 9535

BIC: GKCCBEBB

2 4 5 6 8 10

12 14

Een beroepsleger

Groot nieuws voor de BDL!

SC3 is dood, leve PSP!

Ren voor je leven!

Een baksteen in de maag

Fregatten: groter en duurder

Bemanning op afstand

Personeelstekort? Oplossingen!

Neen, er is niets veranderd!

Een in rook gehuld overleg

Volg ons op Facebook

De Schildwacht 3
European Organisation of Military Associations EUROMIL
Facebook “f Logo CMYK .a Facebook “f Logo CMYK .a
Foto cover: Vincent Bordignon
18
Jouw stoppen zouden voor minder doorslaan! 16
17

Groot nieuws voor de BDL!

De ACMP-CGPM heeft kennis genomen van het nieuwe BDL-beleid, die vanaf eind 2023 gehanteerd zal worden. Deze treedt in werking bij de selectiecomités voor interne werving van 2024.

Defensie werft sinds 2014 onder het statuut van Beperkte Duur (BDL). Sindsdien zijn alle vrijwilligers gerekruteerd als BDL. Sinds 2015 is een groot deel van de onderofficieren en sommige officieren ook aangeworven als BDL. Het belangrijkste doel (dat ondertussen werd bereikt) is om het personeelsbestand van Defensie te verjongen.

Na 5 jaar dienst als BDL bestaan er begeleidende maatregelen voor degenen die Defensie verlaten, zoals een reclasseringspremie van maximaal 14 maandweddes.

BDL-militairen kunnen zich ook kandidaat stellen om beroeps te worden en/of voor sociale promotie of een promotie op basis van diploma. In 2023 werden ongeveer 48% van de kandidaten op deze manier weerhouden.

Een gewijzigd beleid

Vanaf volgend jaar, na een minimum van 5 jaar dienst, hebben de BDL-militairen de keuze tussen ‘ik blijf’ of ‘ik vertrek’.

Als de BDL’er besluit te vertrekken, zal hij genieten van de begeleidende maatregelen. Als hij blijft, zal Defensie voldoende plaatsen garanderen. Bovendien zal hij een bonus krijgen op basis van zijn/haar anciënniteit bij de evaluatie van zijn/haar dossier.

De externe rekrutering van vrijwilligers zal voor 100% worden voortgezet onder het BDL-statuut. Voor onderofficieren blijft alleen de vakrichting 'Gebruik van Landwapensystemen’ (GS) openstaan voor BDL-militairen. BDL-onderofficieren zullen Defensie 'moeten' verlaten als ze niet willen doorstromen naar staf-, ondersteunings- of managementfuncties. Indien ze besluiten om te blijven, zullen er genoeg plaatsen beschikbaar zijn om hen een toekomst als onderofficier te bieden.

Wat de officieren betreft, zal er sprake zijn van een normale rekrutering van beroeps- en hulpkader. De speciale werving blijft bestaan voor 'specialisten', omdat de behoefte aan een diploma actueel blijft. Uiteindelijk zal

de keuze bestaan om al dan niet ‘generalist’ te worden. Voor de officieren ‘generalisten’ blijft de werving als BDL van toepassing, voornamelijk voor 'fysiek zwaardere' functies in operationele eenheden.

Wie wil blijven, mag blijven!

In 2024 voorziet Defensie voor de BDL-militairen vanaf

5 jaar dienst:

- 740 plaatsen voor de overgang BDL-vrijwilliger naar beroepsvrijwilliger;

- 330 plaatsen voor OOffr BDL als beroeps OOffr;

- 47 plaatsen voor Offr BDL als beroeps Offr.

Op die manier staat Defensie erop een sterk signaal te geven: ‘Wie wil blijven, mag blijven!’

De drempel van 5 jaar waarvan sprake is een win-winoperatie: enerzijds voor Defensie door een rendement van 5 jaar van de militair te garanderen en anderzijds voor de kandidaat daar hij toegang heeft tot de begeleidingsmaatregelen als hij niet bij Defensie wenst te blijven.

Nieuwe bepalingen van het BDL-statuut werden ook onderhandeld en aanvaard in juli: de verlenging van 4 x 1 jaar zal verdwijnen ten voordele van een verlenging van rechtswege van 'ineens' 4 jaar. Er werd ook overeengekomen dat de onmogelijkheid om een verlenging te bekomen, wanneer er een statutaire maatregel werd uitgesproken tegen de BDL-militair, zal worden versoepeld. Zo wordt een verlenging op voorstel van de hiërarchie alsnog mogelijk. 

De Schildwacht 4 Rechtspositie
Foto: Defensie

SC3 is dood, leve PSP!

In 2021 stelde Defensie het concept ‘SC3’ voor: de gelegenheid voor bepaalde vrijwilligers om tot de categorie van de onderofficieren toe te treden. De ACMP-CGPM heeft snel de allerlei problemen aangekaart. Ze hebben klaarblijkelijk naar ons geluisterd. De Specifieke Promotie (PSP) heeft sindsdien de SC3 vervangen.

De SC3 zou een manier moeten gecreëerd hebben voor vrijwilligers om onderofficier te worden... maar dan beperkt tot de graad van sergeant! De doelgroep bestond uit vrijwilligers zonder kwalificaties, afgeschrikt door de sociale promotie, die geen lange opleiding wensten te volgen en die de mutatietrein wilden vermijden. Dit project vereiste de ontwikkeling van een nieuw statuut en beantwoordde niet meer aan de oorspronkelijke behoeften. Bovendien bracht de rekrutering een ingewikkelde procedure en een loodzware administratieve last voor de eenheden met zich mee. Het lot van de kandidaten lag volledig in handen van de lokale autoriteiten.

Bedenkelijk idee

De Minister van Defensie is niet doof gebleven voor onze opmerkingen over dit bedenkelijke idee. Ze heeft SC3 vervangen door Specifieke Promotie (PSP). Het doel blijft om een nieuw pad voor de vrijwilligers te effenen naar de categorie van de onderofficieren. De voorwaarden om er aan deel te nemen zijn die van Sociale Promotie of Promotie op basis van diploma maar met specifieke voorwaarden gelinkt aan de initiële beroepskwalificatie.

Het Selectiecomité PSP is in handen van DG HR en volgt de huidige procedures. Het essentiële element blijft het bevorderingsvoorstel. De openstelling van de functies is gecentraliseerd en de aanduiding van de eenheid gebeurt niet tijdens het Selectiecomité. De kandidatuur duurt 18 maanden.

Principes

De nieuwe beroepscodes ‘BHK’ (BeroepsHoofdKwalificatie) bestaan voor PSP onder het nummer 39. Het gaat over 10 nieuwe, generieke functies. Bijvoorbeeld

GS39X, Onderofficier Steun & Administratie, GS39R, Onderofficier ISTAR Steun & Administratie; NS39X, Onderofficier Marine Steun & Administratie; AS39X, Onderofficier Lucht Steun & Administratie; …

We benadrukken dat de Medische Component geen wervingsproblemen heeft, dus is er momenteel geen BHK '39' voorzien. De Landcomponent heeft ongeveer 230 potentiële posten geïdentificeerd, de Luchtcomponent ongeveer 35 en de Marine een twintigtal. Er zijn ook een tiental andere functies. Voor de interne werving van 2024 zullen van die 300 functies er ten minste 60 openstaan voor PSP-kandidaten. Hun kandidatuur van 18 maanden zal in 2025 lopen en de eerste onderofficieren uit de PSP krijgen medio 2026 hun benoeming. Vanaf nu tot het einde van het jaar zullen er 'Roadshows' van DG HR ten behoeve van alle vrijwilligers plaatsvinden. We bevelen geïnteresseerden en betrokken collega's warm aan hieraan deel te nemen. Merk op dat vrijwilligers die onderofficier worden via PSP in staat zullen zijn om door te stromen binnen hun BHK '39'. Het doel blijft het klassieke loopbaanstraject, waarom niet tot de graad van adjudant-majoor? Met andere woorden, PSP stelt vrijwilligers in staat om te genieten van een volvaardige loopbaan als onderofficier. 

De Schildwacht 5 Rechtspositie
Passage Promotieop
SocialePromotiePSP OOffrC VC OOffr VBDL OOBDL PSP
SocialePromotie
basis vandiploma

Ren voor je leven!

Het was vol ongeduld wachten op het jaarverslag van DG HR voor 2022, in het bijzonder naar de rekruterings- en attritiecijfers. De minister van Defensie rekende namelijk op de aanwerving van 3.000 nieuwe militairen om de getalsterkte van het leger aan te vullen.

Op 1 januari 2023 had Defensie 23.987 militairen in actieve dienst, behoorlijk onder de meest pessimistische voorspellingen. Een aanzienlijk deel van deze collega's is om diverse redenen niet beschikbaar. Meer dan 5.400 onder hen zijn kandidaat. Als we hun instructeurs en begeleiders erbij optellen, betekent dit dat een kwart van het effectief niet echt 'inzetbaar' is voor onze organisatie. 625 collega's hebben een internationale functie en 529 militairen zijn met langdurig verlof wegens medische redenen. In het geval van deze laatste groep constateren we een verdrievoudiging in 2022, maar volgens DG HR is deze schijnbaar zorgwekkende trend te wijten aan een betere registratie van de afwezigheden. Een snelle aftreksom laat zien dat het aantal 'actieve', 'inzetbare' militairen in de eenheden ver onder de 20.000 ligt. En dan nog hebben we het alleen over individuen, niet over voltijds personeel. Trek daarvan de deeltijdsen, zij die met verlof einde loopbaan, vakantieverlof, ziekteverlof, vrijstelling van dienst en andere normale redenen voor gerechtvaardigde afwezigheid van de kazerne zijn, af, en we snappen meteen dat het vinden van het personeel dat nodig is voor de dagelijkse missies een ingewikkelde puzzel voor de korpscommandanten wordt.

Onmogelijke vergelijking

Steeds meer militairen klagen dat ze hun verlof of dienstontheffing niet kunnen opnemen. Onlangs vertelde een jonge vrijwilliger, die al twee jaar bij een ondersteunende eenheid was geplaatst, dat hij door zijn missies en maneuvers al meer dan 900 uur afwezigheid van huis had opgebouwd (DS UTH). Volgens de voorschriften is het echter onmogelijk om meer dan 152 uur over een periode van 24 maanden 'te recupereren' voor DS UTH! Natuurlijk kunnen de opgespaarde uren uiteindelijk worden uitbetaald, maar veel collega's willen niet weten van deze oplossing, omdat ze die als financieel nadelig beschouwen. Bovendien is dit werkritme op lange termijn niet vol te houden. Op vele diensten

zorgt het personeelstekort ook voor aanzienlijke stress. Steeds vaker krijgen we te horen dat het onmogelijk wordt om te werken door een gebrek aan collega's: chauffeurs, wapenmakers, magazijniers, enz. ontbreken op het appel. Sommige militairen, vooral jonge tijdelijke krachten, kiezen ervoor om terug te keren naar het burgerleven, naar een baan die beter te combineren is met een normaal, sociaal- en gezinsleven. Die attritie komt bovenop de uitval tijdens de opleiding, hetzij als gevolg van mislukking, hetzij op verzoek van de kandidaat, die teleurgesteld is door de realiteit van het militaire leven. In 2022 kozen 1.307 militairen ervoor Defensie te verlaten (5,3% of vijf keer meer dan tien jaar geleden) en 375 werden door het leger zelf ontslagen. De ‘pensioengolf’ blijft maar rollen, met 1.337 militairen die door de leeftijdsgrens ingehaald werden. Deze realiteit raakt vooral de Marine, met een verlies van 5% van haar effectief in amper één jaar.

Verlieslatende balans

Alles bij elkaar hebben in 2022 ruim 3.066 militairen de krijgsmacht verlaten, terwijl er ‘slechts’ 2.432 nieuwe militairen bijgekomen zijn. Een uitgesproken, verlieslatende balans dus, ondanks alle inspanningen en investeringen in de rekrutering, selectie en opleiding, maar ook in het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het opwaarderen van de salarissen. Nieuwe

De Schildwacht 6 Info
Column1 Column2 Column3 2017 0 29933 2018 0 26463 2019 0 25528 2020 0 24862 2021 0 24538 2022 0 23987 2023 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Leger
2017 - 2022 31 000 30 000 29 000 28 000 27 000 26 000 25 000 24 000 23 000 
Belgisch
- Armée Belge

gebouwen schieten als paddenstoelen uit de grond in de meeste kazernes, voornamelijk in de opleidingscentra. Bovendien hebben de afstemming van de salarissen op die van de politie en de invoering van maaltijdcheques de aantrekkelijkheid van ons beroep nieuw leven ingeblazen.

Maar de schuld ligt niet alleen bij Defensie. Het recordaantal sollicitanten in 2021 (8.250) werd vorig jaar niet geëvenaard (slechts 6.456). Dit komt mogelijks door het feit dat de kweekvijver van geïnteresseerde jongens en meisjes langzaam uitgeput raakt, maar ook doordat ons land een heel hoge werkgelegenheidsgraad heeft, vooral in sectoren die ook voor Defensie interessant zijn. Vandaag heeft een fysiek en mentaal fitte jongere met een passie voor technologie geen enkele moeite om een vaste baan te vinden in de privésector. In 2022 bedroeg het gemiddelde brutoloon in België namelijk € 3.832 per maand. Het is moeilijk om te wedijveren met een arbeidsmarkt die financieel zo gezond is. En laten we niet vergeten dat jongeren vandaag de voorkeur geven aan lokale jobs die hen toelaten er een rijk sociaal en vrijetijdsleven op na te houden, via telewerk, flexibele werkuren, extra vrije dagen, enz. Ten slotte, en laten we onze kop niet in het zand steken, heeft de Russische aanval op Oekraïne het enthousiasme van sommige jongeren en vooral hun ouders behoorlijk bekoeld. Als je mag kiezen, is een job bij de plaatselijke Colruyt ongetwijfeld minder riskant...

Burgers, Medische Component en VEP

Het rapport van 2022 bevat niet enkel slechte cijfers. Het aantal burgers groeit bijvoorbeeld aanzienlijk. Het stijgt tot 1.722 (+149), met bijna gelijke aantallen aan mannen en vrouwen. De Medische Component doet het ook prima. Het is de enige macht die groeit, met voortaan 1.687 militairen (+39). Het aantal hogere officieren neemt ook toe, en het is geen verrassing dat we nog steeds geen tekort aan generaals hebben, twee categorieën waarvoor er noch een tekort, noch rekruteringsproblemen blijken te zijn.

Tot slot zien we het groeiende succes van de VEP-ers, waarvan het aantal in de loop van het jaar steeg van 883 naar 1.041, een groei van bijna 18%! Dit is een bittere overwinning, want ze weerspiegelt ook de paniek die in Evere heerst, waar alle mogelijke middelen worden ingeroepen om het schip drijvende te houden in termen van getalsterkte...

Voor de ACMP zijn de feiten duidelijk: de doelstelling van 29.000 militairen tegen 2030 is een luchtspiegeling. Het is poepsimpel: we hebben elk jaar 1.000 collega's extra nodig, terwijl we er op dit moment 640 verliezen. Natuurlijk is de piek van de pensioneringen voorbij, maar de 'staart' van de golf moet nog komen, en die zal nog zeven jaar aanslepen. Nog een tiental jaar lang zal Defensie haar vitale substantie nog te veel moeten missen: haar militairen. 

De Schildwacht 7
Foto: Adrien Muylaert

Een baksteen in de maag

Het is algemeen geweten: de Belg heeft een baksteen in de maag. Voor de militairen geldt dit ook, behalve dan dat ze zich wegens gebrek aan middelen gedurende de afgelopen halve eeuw moesten behelpen met verstopte WC’s en permanent geworden tijdelijke containers. De infrastructuur is net zoals heel wat andere zaken in verval geraakt. Een trend die nu aan het keren is, zoals het laatste verslag van DG MR aantoont.

Indien Defensie ‘smiley’s’ zou gebruiken, dan zou de virtuele ‘baksteen’ van 50MB gepubliceerd door DG MR C&I-Infra ermee uitpuilen.

Het mag gezegd worden dat de collega’s van deze dienst niet hebben stilgezeten �� . Vanaf de eerste pagina’s voel je een euforische wind van vernieuwing. Laten we de grafiek bekijken die de evolutie van investeringen in het bestaande patrimonium illustreert. We leren hieruit dat ze van 14 miljoen euro in 2015 gestegen zijn tot 139 miljoen euro vorig jaar ��. Het is een feit dat de overgrote meerderheid van zowel gebouwen als kwartieren binnen Defensie dateren uit de Koude Oorlog en dus helemaal niet meer voldoen aan de normen op het vlak van de veiligheid, hygiene en ergonomie. Voor het eerst wordt er momenteel zelfs ernstig gesproken over milieucriteria en koolstofneutraliteit; het lijkt wel een droom! Wat betreft de nieuwe projecten was 2022 een jaar van superlatieven met 1,2 miljard �� voornamelijk bestemd voor de F-35- infrastructuur te Florennes en Kleine Brogel en een nieuw Hoofdkwartier Defensie te Evere.

Een HK om ‘U’ tegen te zeggen

Wie de voorbije jaren de pech had om in het Hoofdkwartier van Defensie te werken of er zelfs maar op bezoek te gaan, kon een gevoel van verval niet van zich afschudden.

Het ‘Operations Center’ (COps), was met zijn aftandse muren, defect sanitair en loshangende plafondtegels één van die schandplekken die we ten stelligste vermeden om buitenlandse bezoekers te ontvangen. Akkoord, de eminenties dienen niet aan boord van een luxe jacht ontvangen te worden maar, Blok H werd stillaan toch gevreesd tot in de hoogste regionen. De sterren fonkelden dus in onze ogen �� toen we de plannen van het nieuwe HK ontdekten dat met haar grote ramen en vele, groene ruimtes strategisch neergepoot zal worden tegenover de NAVO-bogen die zich aan de overkant van de baan bevinden. De opdracht, voor een bedrag van 499 miljoen, werd toegekend aan een groep Belgische aannemers die logischerwijs ‘Be Defence’ wordt genoemd en dit volgens het ‘DBM’-principe ‘Design, Build and Maintain’, verwijzend naar een contractvorm waarbij de private

partner verantwoordelijk is voor zowel het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van de infrastructuur. Via dergelijk principe is er geen risico dat nieuwe faciliteiten in verval zullen raken door gebrek aan onderhoud zoals voorheen al te vaak het geval was. Het project omvat de bouw van een nieuwe, hoog beveiligde site, bestaande uit verschillende gebouwen, welke plaats zullen bieden aan bijna 4.000 Defensiemedewerkers. Het hoofdgebouw zal 2.800 werkplekken voorzien voor de diensten van de Generale Staf, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (ADIV) en het Cyber Command. Het kwartier omvat ook een conferentiecentrum dat toegankelijk is voor het publiek en een apart gebouw met een kinderdagverblijf en kantoren voor CDSCA.

Het rapport zegt echter niet of Defensie bij de inhuldiging voorzien eind 2027 nog genoeg militairen zal hebben om dit bouwwerk te vullen, maar dat is dan weer een ander verhaal…

F-35 en MQ-9B-drones

Daarentegen bestaat er geen enkele twijfel over de nakende komst van de F-35. In 2022 tekende

De Schildwacht 8 Info

Defensie een ‘DBM’-contract (593 miljoen euro investering) voor twee vrijwel identieke F-35-complexen: het ene in Florennes en het andere in Kleine-Brogel. Elke nieuwe site zal de operationele, logistieke en administratieve infrastructuur omvatten die nodig is voor de ingebruikname van de nieuwe jachtbommenwerpers. In beide zal er ruimte zijn voor vier vluchtsimulators, een onderhoudshangar voor 6 vliegtuigen en een vluchtlijn met 16 vliegtuigbunkers. De gedeeltelijke oplevering staat gepland voor 2024 (Florennes) en 2026 (KleineBrogel). De basis van Florennes zal bovendien MQ-9B-drones huisvesten, waaronder twee grondcontrolestations, de vluchtsimulator en een hangar.

Het rapport zegt niet waar Defensie de technici en gespecialiseerd personeel zal vinden om deze nieuwe bases te bemannen, maar dit is opnieuw een ander verhaal…

Adductie

Naast de vlaggenschipprojecten somt DG MR een reeks van nieuwe bouwwerken op, ingehuldigd in

2022, of die in uitvoering of in aanbouw zijn: 6 miljoen in Brasschaat, 12 in Bevekom, 36 in Marche-enFamenne, 15 in Saffraanberg, 7 in Marche-les-Dames, … Vermelden we dan nog even de renovatie van de pistes te Bevekom, de vernieuwing van de vele sportfaciliteiten in het hele land en een mysterieus project van 11,4 miljoen gefinancierd door de NAVO en de VS te Kleine-Brogel onder de naam ‘MUNNS Ops Center and Security Control Center’. We laten de lezer raden waarvoor dit zal dienen. �� Ook de Horeca passeert de revue met bijna 20 miljoen aan investeringen in de nieuwe mess van Peutie, 11 voor deze van Bevekom en 15 in Marche-en-Famenne �� . Leopoldsburg blijft niet achterwege gezien de werken voor de vernieuwing van het volledige water aan- en afvoernet zijn begonnen voor een periode van vijf jaar in 11 opeenvolgende fases (goed voor 22,5 miljoen!) �� . Ach ja en er is ook een dik half miljoen voorzien om eindelijk de admiraalswoning in Den Helder te renoveren. Dank zij hem!

In talrijke kazernes schieten de

werven dan ook als paddenstoelen uit de grond en dit tot onze grootste tevredenheid. De militaire Vakbond ACMP-CGPM eist al vele jaren een fatsoenlijke werken huisvestingsomgeving voor het personeel, met in het bijzonder voor de militaire kandidaten. Ja, zelfs de beruchte bioscoopzaal van Saffraanberg met erbarmlijk sanitair én een waterdoorlatend dak, wordt volledig gerenoveerd (voor 3,5 miljoen euro). ��

Logementen, burelen, klaslokalen, refters, werkplaatsen, … Deze moeten allemaal zijn voltooid binnen vijf tot tien jaar. Om nog maar te zwijgen van de nieuwe ‘kwartieren van de toekomst’, die nog moeten verrijzen in Charleroi en Geraardsbergen. Als kers op de taart spreekt men nu over een tweede school voor onderofficieren in Doornik, voor een bedrag van maar liefst 63 miljoen!

Het rapport zegt niet waar Defensie de rekruten zal vinden om deze prachtige bouwwerken te bezetten, maar ook dit is weer een ander verhaal… ��

De Schildwacht 9
��
 
Foto: Defensie

Fregatten: groter en duurder

Er komt schot in het dossier van de nieuwe ASWF-fregatten. De contracten zijn toegekend en we weten nu meer over hun afmetingen, hun bewapening... en hun geschatte kosten, die blijven oplopen. Ze bedragen nu meer dan een miljard euro...

Op 22 juni officialiseerden België en Nederland de aankoop van nieuwe fregatten ter vervanging van de Leopold I en de LouiseMarie, die in 2006 tweedehands werden aangekocht bij onze buren. De Leopold I (ex-'Karel Doorman'), in april 1988 te water gelaten, zou na 25 jaar dienst naar het schroot moeten. Het schip gaat echter pas na 42 jaar met pensioen, als alles goed gaat tenminste... Hoewel het ondertussen gemoderniseerd is, kan België het zich niet veroorloven om zijn vervanging uit te stellen. Het dossier heeft echter al een aantal kronkels gekend, vooral om het vooropgesteld bestek niet te overschrijden, dat merkwaardig genoeg wordt geschat op 730 miljoen (per stuk) in Nederland maar, slechts 500 miljoen in België. Zozeer zelfs dat er een 'lichte' versie moest worden bedacht: minder krachtige elektrodiesel motoren, ingekorte lengte, beperkte accommodatie, etc. Er was zelfs sprake om de Belgische fregatten uit te rusten met 8 Mk41 verticale lanceerinrichtingen van de 16 die voorzien waren. De SM-3 antiballistische raketten bleken onverenigbaar met het beschikbare budget. In 2021 stelt de politiek zelfs voor om slechts één van onze twee fregatten te bewapenen: zolang de vijand niet weet welke hij voor zich heeft, zal hij zeker niets durven ondernemen!

Om kosten te besparen zal de ruwbouw van de fregatten ('casco') in

Roemenië gebeuren. Hetgeen een onbekende factor aan de vergelijking toevoegt, omdat niemand weet hoe de lonen zullen evolueren in dat land in volle ontwikkeling. De rekening zou dus nog hoger kunnen oplopen, nog vóór de afwerking in Nederland...

De speeltijd is uit

In mei 2022, kort na de Russische aanval op Oekraïne, klonk ineens een ander geluid. De 'light'-plannen bleken technisch niet haalbaar: de schepen zouden te klein zijn voor wat ze moesten bevatten! De romp moest langer, maar dat betekende ook dat er krachtigere motoren nodig waren. Uiteindelijk kwam er een versie uit die dicht bij de oorspronkelijke plannen aanleunde, maar met een paar 'afgezwakte' kenmerken. Intussen is de speeltijd uit en is het delirium in Belgische politieke kringen voorbij: onze twee schepen zouden dezelfde bewapening krijgen als hun Nederlandse tegenhangers. Oef!

Aan dit alles hangt in dit stadium het prijskaartje van één miljard euro per schip vast, maar in de wandelgangen van de marine doet al een bedrag van 1,3 miljard de ronde, terwijl de schepen enkel nog maar op papier bestaan! Als tegenprestatie heeft Nederland toegezegd orders ter waarde van 355 miljoen euro bij de Belgische industrie te plaatsen.

Te duur!

De prijs van onze nieuwe fregatten is een veelvoud van de topklasse elders in de wereld. In Japan verkopen ze de nieuwe Mogamiklasse voor het luttele bedrag van 356 miljoen (in 2019) en in Denemarken verpatsen ze de Iver Huitfeldt-klasse tegen de bodemprijs van 300 miljoen (in 2013). In Zuid-Korea kost de Sejong-klasse 850 miljoen, maar het is dan ook een ultramoderne destroyer van 12.000 ton met 128 verticale lanceerinstallaties!

Onze schepen zullen een innovatief wapensysteem krijgen, uniek in de wereld, met uitgebreid gebruik van drones, maar dat verklaart slechts gedeeltelijk het buitensporige prijskaartje. Het is duidelijk dat de astronomische kostprijs van de nieuwe schepen tevens het resultaat is van politieke keuzes. Het produceren van een serie van slechts 4 schepen in Nederland speelt vooral in het voordeel van de industrie. Het is een publiek geheim dat dit programma, onder Nederlandse leiding, nooit tot een goed einde zou gekomen zijn als België geen vervanging voor de Belgisch-Nederlandse mijnenjagers had verkregen. Een project dat ook veel geld kost, maar dit keer ten voordele van de Belgisch-Franse industrie. Als onze verkozenen voorrang hadden gegeven aan Defensie was ons land hoogstwaarschijnlijk in een bestaand project gestapt. Het

De Schildwacht 10 Info

Europese ‘Frégate Multi-Mission’, ontwikkeld door Frankrijk en Italië bijvoorbeeld (slechts 600 miljoen, zonder rekening te houden met de besparingen qua onderhoud en opleiding). Haar design heeft zelfs de Verenigde Staten overtuigd, die er 20 besteld hebben voor hun nieuwe ‘Constellation’-klasse. Een topzware versie, bewapend met 32 Mk41-lanceerinrichtingen tegen een veel lagere prijs dan die van onze fregatten… Helaas beschouwt onze politieke kaste de

centen van de Staat nog teveel als het manna dat haar kas of die van haar vriendjes rijkelijk moet spekken. Het debacle van het HRMsysteem ligt ons nog vers in het geheugen: een investering waar Defensie niet echt behoefte aan had en die ‘toevallig’ uitbesteed is aan Capgemini, een firma onder leiding van een mandataris van één van de partijen van de ‘Zweedse’ meerderheid van toen(1). Het feit dat de oppositie niet mort, toont overduidelijk aan dat dit soort prak-

ASW-Fregat (Anti-Submarine Warfare)

tijken verankerd zijn in de politieke cultuur van ons land… ten koste van onze belastingbetalers.

De militaire vakbond ACMP-CGPM eist een sanering van de militaire aanbestedingen. De gevechtsprestaties moeten voorrang krijgen, niet enkel om onze verdediging te optimaliseren maar ook om betere overlevingskansen te bieden aan de militairen en aan degenen die ze beschermen: U en ik.

Afmetingen: 145 x 17m, 6.400 ton (tegen 3.300 ton voor het huidige model et 2.300 ton voor de Belgische fregatten van de Wielingen-klasse)

Bemanning: 117 zeelui et 34 passagiers

Bewapening: 8 raketten NSM, 16 verticale lanceerinrichtingen Mk41, 21 raketten RIM-116, torpedo’s Mk-54, één 76mm-kanon, twee 40 mm-kanonnen

Sensoren: sonar LFAPS, boegsonar, detectoren Thales AWWS

Systemen aan boord: helikopter NH-90, luchtdrones, lancerings-/recuperatiemechanisme van de zee drones. De nieuwe fregatten zullen gespecialiseerd zijn in de anti-onderzeeër oorlogvoering, maar met luchtafweer, omdat ze buiten de 'paraplu', die de geallieerde strijdkrachten beschermt, moeten kunnen vechten. België is van plan ze uit te rusten met SM-3 raketten om doelen in een lage baan neer te schieten. Dit zou gaan om de enige bescherming van België zijn tegen een ballistische aanval. Ze zullen ook land- en anti-scheepsaanvallen kunnen uitvoeren. De 'Mk 41 Baseline VII'-lanceerinrichtingen kunnen ook Tomahawk kruisraketten dragen. Voor meer informatie, zie: https://marineschepen.nl/schepen/aswf.html

https://datanews.knack.be/nieuws/capgemini-verovert-contract-van-16-miljoen-euro-bij-defensie/

De Schildwacht 11
 
(1)
Foto: Beldefnews

Bemanning op afstand

De eerste van onze zes mijnenjagers werd in maart te water gelaten. Deze reus van 83 meter, volgestouwd met drones die recht uit een sciencefictionfilm lijken te komen, is slechts het topje van de ijsberg van de torenhoge Marine ambities van ons land. Om de basis van haar mastodont te bouwen, rekent de Marine op 'exotische' oplossingen, vooral op het vlak van het personeel.

De bijnaam 'Tupperware' die werd gegeven aan onze oude mijnenjagers, zal niet meer passen bij hun vervangers. Oordeel zelf: met een waterverplaatsing van 2.900 ton weegt één van de nieuwe schepen evenveel als de vijf mijnenjagers van onze huidige vloot! De 'City'klasse moet onze Marine naar de top van de wereld slingeren op het gebied van scheepstechnologie. We zullen de eersten zijn die volledig een stand-off gevecht tegen mijnen aangaan, waarbij de bemanning en het schip operationele acties delegeren aan robots onder, op en boven het oppervlak.

Drie fregatten

Deze evolutie is al bijzonder ambitieus, maar in een recent interview voor het Belgisch Militair Tijdschrift legt Admiraal De Beurme, voormalige 'baas' van onze Marine, de lat nog hoger: ‘De beslissing om slechts twee schepen aan te schaffen, zowel fregatten en patrouilleboten, houdt geen rekening met de drieledige aanpak (opleiding/operatie/onderhoud) en heeft als gevolg dat een schip niet altijd beschikbaar is. Vandaar de behoefte aan een derde patrouilleboot. Ook moeten we een derde fregat overwegen. Daarnaast moet de Marine [...] meer aandacht besteden aan haar vermogen om

langdurig operationeel te zijn [...]. De munitievoorraden zijn ontoereikend en de bevoorradingsketen is niet gegarandeerd. Hier moeten we dringend een mouw aan passen in samenwerking met andere landen en de industrie.’

De infrastructuur van de Marine is ook aan een totale vernieuwing toe. Want de huidige gebouwen zijn meer dan vijftig jaar oud en voldoen niet meer aan de nieuwe operationele realiteit. Ook op het gebied van communicatie, Cyber en Space zullen we volgens de Admiraal vanaf nul een solide capaciteit moeten opbouwen.

Seabed Warfare

‘We dienen dus in de eerste plaats een Maritiem Operatie Centrum (MOC) op te richten. Het team dat hiervoor zal instaan, is reeds operationeel. We hopen deze medewerkers vlug te mogen ontvangen in een nieuwbouw te Zeebrugge. Het komt er nu op aan om over beveiligde IT- en communicatiemiddelen te beschikken voor de transmissie en behandeling van mijnenbestrijdingsdata. Het is belangrijk om hiervoor de interne expertise te verwerven. Vandaar dat wij sinds de oprichting van het Cyber Commando binnen Defensie onmiddellijk personeel van de

Marine hebben toegewezen aan deze dienst alsook aan de dienst Space, die zal worden opgericht binnen de Luchtmacht.’

Admiraal De Beurme is ook van plan om een nieuw korps op te richten: ‘We beschikken niet langer over een ‘havenbescherming’ die haar naam waardig is. We wensen opnieuw een regiment Marinefuseliers op te richten. We beogen hiervoor 500 medewerkers aan te trekken. Zowel personeel in actieve dienst als reservisten komen in aanmerking. Zij zullen instaan voor de bescherming van havenfaciliteiten aan land en op het water. Ook Seabed Warfare (oorlogsvoering op de zeebodem) vereist de nodige aandacht: we moeten nagaan hoe we kritieke infrastructuur ver op zee zoals pijpleidingen, dataen elektrische kabels kunnen beschermen.’

Wat het personeel betreft, komt de admiraal op zijn zachtst gezegd met 'exotische' oplossingen aandraven: ‘Onze ingenieurs kunnen we rekruteren via de Koninklijke Militaire School (KMS), al zal er hoe dan ook onvoldoende technisch gekwalificeerd personeel beschikbaar zijn [...] aan boord van de schepen. De operator zal vanaf nu verantwoordelijk zijn voor de technische opvolging van het systeem.

De Schildwacht 12 Info

Dit zal enkel mogelijk zijn als er vanuit het MOC – op afstand dus - technische ondersteuning wordt geleverd om onderhoud en herstellingen aan boord uit te voeren. Wat niet aan boord kan gerealiseerd worden, zal nadien in de industrie moeten gebeuren.’

Met andere woorden, de MOCspecialisten zullen de zeelui vanuit België aansturen om het gebrek aan varend personeel op te vangen. Een beetje zoals de tientallen NASA-technici die vanuit Houston de handelingen van het handvol astronauten in een baan om de aarde ‘monitoren’. Om de 'bemanning aan wal' te vinden, heeft de admiraal ook een oplossing: ‘Het bundelen van mankracht met de industrie [...] is de weg van de toekomst, om tegemoet te komen aan de behoefte aan mobiliteit en flexibiliteit van jonge mensen en om ons, en de industrie, in staat te stellen deze zeldzame vaardigheden op de juiste manier in te zetten.’

Schiftingsvraag

In dit stadium bestaat het concept van 'Workforce Sharing' net zo min als de budgetten die nodig zijn om de ambities van de admiraal te verwezenlijken. In 2022 heeft de Marine 5% van haar personeel verloren. Ze telt nu nauwelijks 1.500 militairen voor 8.600 ton schepen. Schiftingsvraag: zelfs als de nieuwe schepen gedeeltelijk geautomatiseerd zijn, hoeveel marinepersoneel zou er dan nodig zijn om tegen 2035 naar een vloot van 38.000 ton te evolueren?

Cityklasse mijnenbestrijdingsvaartuigen

Afmetingen: 83 x 17m, 2.900 ton

Bemanning: minstens 29 om te maneuvreren, een zestigtal in operatie et maximaal 92 plaatsen

Bewapening: Bofors 40mm kanon, 2x 12,7mm FN

Herstal Sea deFNder, 4x 7,62mm MAG, 2x waterkanonnen, 2x LRAD akoestische wapens

Sensoren: Radars Terma Scanter 6002, Thales NS54 en 2x navigatieradars. 2x camera’s Chess Dynamics

Sea Eagle FCEO, vuurleiding, UAV-besturing, iXblue Mine avoidance sonar

Admiraal De Beurme geeft blijk van een optimisme dat we als onzinkbaar kunnen bestempelen ...

Voor de ACMP-CGPM is het duidelijk dat in plaats van steeds grotere, complexere en duurdere schepen en wapensystemen aan de 'boodschappenmand' van Defensie toe te voegen, we ons beter eerst zorgen zouden maken over het vinden, opleiden en behouden van de militairen die aan boord zullen dienen. Want het zijn niet de schepen die tegen de vijand vechten, het is de bemanning.

Systemen aan boord: 2x Skeldar V-200 vliegende drones, USV Inspector 125 marine drones, Seascan ROV die mijnen identificeert, K-STER C ROV die mijnen uitschakelt, A18-M AUV autonome drone, T18-M gesleepte drone, Patria Sonac ACS drone om mijnen te vegen, duikers, 2x SOLAS Viking RHIB 7m vaartuigen Om meer te weten, raadpleeg: https://marineschepen.nl/schepen/vlissingen.html

De Schildwacht 13
Foto: Wikipedia

Personeelstekort? Oplossingen!

Het is duidelijk dat de defensiebudgetten nog verder zullen moeten stijgen. Sommigen pleiten nu al voor de massale aankoop van nog meer wapensystemen. Ze zouden zich beter afvragen waar ze het nodige militaire personeel zullen vinden om dit fraaie, nieuwe speelgoed te bemannen. ACMP-CGPM weet wel raad met deze nieuwe, financiële middelen...

Ons land zal meer moeten investeren in Defensie. Het traject dat moet leiden tot 1,54% van het BBP in 2030, waar de regering een voorstander van is, is niet langer houdbaar ten opzichte van de eisen van onze bondgenoten, die 2% van het BBP nu als een minimum beschouwen. Het gaat om een substantiële verhoging, bovenop de verschillende plannen die ons land al gemaakt heeft. Als België onmiddellijk de NAVO-criteria zou toepassen, zoals Duitsland vanaf volgend jaar lijkt te willen doen, zou ons budget moeten stijgen tot € 9,5 miljard, een sprong van bijna € 4,5 miljard (!).

In het politieke kamp zijn er twee tegengestelde meningen. Sommigen zeggen dat we al veel inspanningen hebben geleverd en dat het onmogelijk is om zulke grote bedragen op een redelijke manier te spenderen. Anderen vegen dit argument van tafel: ze gaan dat geld bliksemsnel over de balk gooien. Hun boodschappenmandje puilt al uit van munitie, tankbataljons, meer gevechtsvliegtuigen, luchtdoelraketten, enz.

Het is bedroevend om te zien dat in dit hele verhaal niemand denkt aan het oplossen van het belangrijkste probleem waar het leger vandaag mee kampt: het tekort

aan militairen. Wat heeft het immers voor zin om meer schepen, pantservoertuigen of vliegtuigen te kopen als we geen zeelui, kanonniers of piloten hebben?

En de militairen?

We mogen niet vergeten dat er voor de recente loonsverhoging er geen extra budget nodig was voor Defensie. Minister Ludivine Dedonder stelde de nodige middelen ter beschikking binnen de bestaande begroting. Het is goed mogelijk dat de regering nooit het licht op groen gezet zou hebben als ze uit de staatskas had moeten putten. Meer uitgeven aan wapens en diensten is veel eenvoudiger: de miljarden vloeien vlot naar de industrie. Als ons land morgen ‘onder dwang’ nog meer in het leger moet investeren, krijgen onze politici een waar fortuin in handen. Wat zullen ze ermee doen? We vrezen dat ze het zullen gebruiken om de privésector nog meer te verrijken. Want militaire budgetten hebben altijd al gediend als de ‘melkkoe’ ten voordele van hun 'vriendjes', in de vorm van vette contracten voor uitrusting, software, infrastructuur, logistiek, diensten, enzovoort, terwijl ze het personeel verwaarlozen, omdat er in dit domein weinig af te romen valt.

Een boeiend beroep?

De militaire vakbond ACMP-CGPM hoeft niet lang te zoeken hoe ze de bijkomende middelen zouden gebruiken…

Vanaf 2024 worden de salarissen van militairen afgestemd op die van de politie. Maar het salaris is slechts een deel van de motivatie voor de militairen. Om personeel aan te trekken en te behouden, moeten andere wegen worden bewandeld. Te beginnen met solide werkgaranties. Geen precaire jobs meer die een fortuin aan opleidingskosten genereren omdat de meeste rekruten na een paar jaar al weer vertrekken. Deze maatregel alleen al zou het tekort aan instructeurs tegengaan, waarvan de meesten momenteel grotendeels ‘voor niets’ werken. Het rendement in de eenheden van een 'beroepsmilitair' is inderdaad aanzienlijk beter, zowel qua duur als kwaliteit. Dit betekent echter niet dat we moderne vormen van loopbaanflexibiliteit moeten opofferen, maar dat we gemengde of à la carte carrièrepaden moeten bevorderen, in samenwerking met de industrie en de privésector. Ook andere eenvoudige maatregelen kunnen jonge Belgen overtuigen om zich aan te melden en in het leger te blijven:

De Schildwacht 14 Opinie

- Toegang tot huisvesting zodra ze benoemd zijn, via voordelige huurcontracten en leningen voor de aankoop en de renovatie van een woning. Militairen zouden bijvoorbeeld automatisch kunnen genieten van een soort sociale lening, gefinancierd door Defensie.

- Gezondheidszorg voor militairen en hun naasten die echt gratis is, zonder administratieve rompslomp.

- Voorrang op een job als burger bij Defensie of bij haar partners voor echtgenoten die geen militair zijn.

- Mobiliteitssteun, zoals terugbetaling van de BTW voor de aankoop van een elektrisch voertuig en gratis opladen op de werkplek.

- Meer crèches, kinderopvang, kampen en animatie voor kinderen van militairen, zelfs in kleinere garnizoenen.

- Exclusieve voordelen en kortingen voor militairen, gelijkaardig met wat destijds de Belgische Strijdkrachten in Duitsland genoten.

- Een gegarandeerde doorstroming naar het Openbaar Ambt

voor de militairen die Defensie moeten verlaten om gezondheidsredenen of die ervoor kiezen hun loopbaan buiten het leger verder te zetten.

- De herwaardering van het imago van de militairen door campagnes in de scholen, onder de bevolking en vooral naar onze leiders toe.

Verder kunnen we het beroep aantrekkelijker maken door de inhoud van de job te verbeteren, in de vorm van nog realistischere oefeningen bijvoorbeeld, vooral tijdens de opleiding. Het is schrijnend dat onze scholen nog steeds niet over voldoende en moderne middelen beschikken. Hoe kunnen we rekruten motiveren als we ze 'droppen' uit een vrachtwagen in plaats van een helikopter? Als ze nog nooit een tank van dichtbij gezien hebben? Als ze de lessen op de muur projecteren omdat er geen scherm is? Defensie zou ook aan iedereen de kans kunnen geven om hoogwaardige opleidingen te volgen in een militaire of civiele omgeving. We zouden ook uitwisselingen met onze bondgenoten kunnen aanmoedigen en periodes van

inactiviteit tot een minimum kunnen herleiden, vermits veel jonge militairen klagen over verveling tussen de missies in, of zelfs tijdens de ontplooiingen! Het wapenberoep moet weer boeien en moet dat blijven doen gedurende de hele loopbaan.

Beproefde oplossingen

Veel van deze recepten hebben hun doeltreffendheid bewezen in de jaren 1980, toen het leger erin slaagde om veel jongeren te motiveren om in Duitsland te gaan dienen. Bovendien kunnen we de kosten vaak gelijkstellen aan een investering of een werkingsuitgave. Dit is een belangrijk criterium voor de NAVO en onze politieke leiders, die het moeilijk blijven vinden om de bezoldiging of het budget voor personeel te verhogen. Er zijn talrijke manieren om het tekort aan militair personeel tegen te gaan. Vandaag lijkt het erop dat we meer budgetten zullen krijgen. Nu hopen we maar dat onze leiders er verstandig mee zullen omgaan, opdat Defensie geen gigantische parkeerplaats voor state-of-the-art wapentuig zou worden. 

De Schildwacht 15
Tot de jaren '90 kon het leger veel jongeren motiveren door hen onderdak, directe voordelen en zelfs scholen voor hun kinderen aan te bieden, zoals in het Koninklijk Atheneum van Bensberg. Foto: Wikipedia

Neen, er is niets veranderd!

Onlangs onthulde de regering haar pensioenhervorming, hetgeen enige paniek veroorzaakte onder de (ex-)militairen. Gelukkig kwam de minister van Defensie (MOD) snel met een verklaring waarin zij ons verzekerde dat het effect van de herwaardering van onze salarissen op onze pensioenen gewaarborgd zou blijven. Dus er is niks veranderd?

Ze hebben ons wel de stuipen op het lijf gejaagd! Op 10 juli, bij het ochtendgloren, sloeg het nieuws in als een bom: tegen alle verwachtingen in had de regering een akkoord bereikt over de pensioenhervorming. Net zoals een clusterbom zou deze aanval waarschijnlijk uitgebreide schade aanrichten. Dus gingen we meteen uitzoeken wat de gevolgen zouden zijn voor de (ex-)militairen. We gingen koortsachtig aan de slag omdat we bij ACMP-CGPM zelf allemaal (ex-) militairen zijn...

De MOD gaat in de tegenaanval

Het eerste voor de hand liggende doelwit, dat al in het verleden geviseerd werd, is de pensioenleeftijd, een ‘heilig huisje’ voor de Belgische militairen, die het land indien nodig met hand en tand verdedigen. Oef! Dit strategische doel, dat een onmiddellijke nucleaire tegenaanval vereist, is intact gebleven.

‘P-E-R-E-Q-U-A-T-I-E’

Hoe zit het dan met het pensioen, d.w.z. in termen van euro's? Ook daar geen verandering. De indexering misschien? Niets te melden. Zouden ze het aangedurfd hebben om de tweejaarlijkse perequatie aan te pakken? Helaas, we ontdekken dat die op de schop zou gaan: ze wordt geplafonneerd op 0,6% om de twee jaar! Dit is een klap die moeilijk te incasseren is. Na de recente loonsverhoging kunnen de meeste militairen die vóór 1 januari 2025 met pensioen gaan een aanzienlijke stijging van hun pensioen verwachten... Geconfronteerd met de verbouwereerdheid van haar troepen ging Ludivine Dedonder snel in de tegenaanval door haar personeel te informeren dat de drastische snoei in de perequatie pas vanaf 2027 zal plaatsvinden. Dus geen impact voor de tweejaarlijkse perequatie die voortvloeit uit de jaren 2025 en 2026. Hierdoor zullen (toekomstige) ex-militairen volop kunnen ge-

nieten van de verhoging van hun pensioen na de recente loonsverhoging. Yesss!!!

Koopkracht

Dus er is niks veranderd? Bijna niets. De hervorming zou nog steeds langetermijngevolgen kunnen hebben in het geval van weddeverhogingen, maar pas na 2024. Merk op dat de vorige verhoging bijna twintig jaar geleden was. Opgelet, die aanpassing heeft niks te maken met de indexatie , die pensioenen blijft koppelen aan de levensduurte. De koopkracht van ex-militairen blijft dus intact. 

De pensioenen van de militairen kunnen stijgen volgens twee mechanismen:

De indexering, hieronder verstaat men het geregeld aanpassen van het pensioenbedrag om gelijke tred te houden met de evolutie van de levensduurte. Het gaat telkens om een verhoging met 2%.

De tweejaarlijkse perequatie die slechts optreedt als de salarissen van het actieve personeel stijgen. Wanneer de salarissen stijgen, zorgt het perequatiemechanisme ervoor dat de pensioenen van ex-militairen na een 'kleine' vertraging ook omhoog zullen gaan. Na de weddeverhoging in 2024 betekent de tweejaarlijkse perequatie (voor de jaren 2023 en 2024) dat de pensioenen in 2025 met 5% en in 2026 met nog eens 3,78% zullen stijgen

De Schildwacht 16 Rechtspositie
-
-
Foto: Pixabay

Een in rook gehuld overleg

Hoewel Defensie zich inzet voor de bevordering van de gezondheid en het welzijn van haar werknemers met betrekking tot tabaksgebruik, heeft de uitvoering van dit beleid meer weg van een rookgordijn zonder een globale en realistische aanpak waarbij de vakbonden betrokken zijn.

Het is algemeen bekend dat roken een ernstig probleem is voor de volksgezondheid. Onlangs, in 2021, besloot Defensie dit punt op te nemen in het Globale Preventieplan, teneinde over meerdere jaren actie te kunnen ondernemen op zowel nationaal als eenheidsniveau. De publicatie van een rookbeleid was daarbij een cruciale stap vóór de uitwerking van een bewustwordingscampagne. Helaas viel Defensie hier terug in haar slechte gewoontes op het vlak van overleg: één enkele voorbereidende vergadering in januari 2023 voor zo’n belangrijk onderwerp, een hoog overlegcomité voor welzijn begin maart zonder een definitief document, en ten slotte een publicatie in april zonder echt rekening te houden met de enige fundamentele opmerkingen van ACMP-CGPM. Als klap op de vuurpijl volgde de verspreiding van een uitvoeringsnota met de eeuwige, magische zin ‘na het inwinnen van de adviezen van de vakbonden’ om het geweten te sussen, hoewel we geen enkel advies hadden uitgesproken, laat staan een gunstig.

Het vuur doven

Geërgerd door de wending in deze gebeurtenissen heeft de ACMPCGPM haar standpunt heel duidelijk gemaakt tijdens het laatste Hoog overlegcomité voor het

Welzijn begin juni, vermits het sociaal strafrechtboek roken verbiedt op werkplekken, in sociale voorzieningen en in vervoermiddelen die ter beschikking staan van het personeel voor collectief transport van en naar de werkplek. Daarnaast nog een rookverbod opleggen buiten de gebouwen in alle kwartieren (behalve in de aangewezen rookruimtes) zou onrealistisch zijn - en zelfs contraproductief - zonder een globale en normatieve aanpak met echte budgettaire middelen op het niveau van de infrastructuur. We zouden niet alleen moeten investeren in preventie, maar ook in de zorg. Helaas zijn de afgelopen jaren het voortbestaan van de cellen, gespecialiseerd in verslavingen binnen Defensie, geen echte prioriteit geweest. Bovendien is de nieuwe specifieke procedure (DGHWBSPS-FHPROT-001) momenteel in tegenspraak met het reglement Inwendige Dienst. Onze ervaring

toont aan dat de toepassing van dergelijke richtlijnen vaak een variabele geometrie is, laat staan dat ze mogelijks voor interpretatie vatbaar zijn. De disciplinaire procedures zullen met rasse schreden volgen, zelfs al twijfelen we er niet of nauwelijks aan dat de hoogste rokende autoriteiten (wel/niet?) het goede voorbeeld zullen geven.

Zo is de implementatie van dit beleid al feitelijk bevroren, want een echt overleg met de vakbonden is meer dan nodig, zonder onze organisatie van een vertragingsmaneuver te verdenken. De ACMPCGPM kijkt reikhalzend uit naar toekomstige technische vergaderingen om onze collega's militairen echt te helpen in de delicate materie van de persoonlijke keuze om te roken. We zullen jullie zeker op de hoogte houden van de ontwikkelingen in dit wazig dossier. 

De Schildwacht 17 Welzijn
Foto: Pixabay

Jouw stoppen zouden voor minder doorslaan!

Zoals we in het nummer van mei 2022 van De Schildwacht hebben uitgelegd, kwam de installatie van elektrische laadpalen langzamerhand op gang bij Defensie. De schuchtere beweging van toen is nog steeds niet uitgegroeid tot een echte opportuniteit. Waar wacht de Defensiestaf nog op?

Naast de wettelijke verplichting voor Defensie om over oplaadpunten te beschikken die aan bepaalde normen voldoen, bestaat er een aanhoudende, politieke druk om onze militairen - net als elke burger - in de nabije toekomst te laten kiezen voor een elektrisch voertuig. Destijds legden we je uit welke stappen je moest ondernemen om tegen een vast jaarlijks bedrag een concessie te krijgen om je privévoertuig te kunnen opladen met een kaart. De ACMP-CGPM somde ook de toekomstige complexiteiten op aangaande het prioritair opladen van militaire voertuigen, de noodzaak om op elk moment bereikbaar te zijn om de stekker uit het stopcontact te trekken, de afstand tussen het kantoor en het oplaadpunt, enzovoort. Meer dan een jaar later lijkt er een black-out te heersen op het hoofdkwartier van Defensie in Evere. De autoriteiten hebben geen benul van de vele gevolgen voor de militairen, die zich gemiddeld al meer dan twee keer zo ver moeten verplaatsen als werknemers in de burgerij.

Een militaire specificiteit qua elektriciteit?

De terechte vragen van onze leden lieten niet lang op zich wachten: geldt de concessie voor meerdere kwartieren? Is het mogelijk tijdens operaties, oefeningen en andere afwezigheden je oplaadkaart te pauzeren? Welke garantie heb je dat je kunt opladen om 's avonds naar huis te rijden? Dit zijn slechts enkele van de vragen waarop we een antwoord zouden moeten vinden in een nationale richtlijn over het gebruik van de laadpalen. Helaas hebben op dit moment alleen de korpscommandanten, door middel van een document genaamd ‘ABC’, en het personeel van bepaalde eenheden, die proactief richtlijnen geïmproviseerd hebben, enige antwoorden bekomen die, naar we hopen, conform zijn met het beleid van Defensie. In vergelijking met andere

publieke en private sectoren lijkt er nu al sprake te zijn van een ongelukkige 'militaire specificiteit op het vlak van elektriciteit' die afwijkt van de algemene regel: een gebrek aan flexibiliteit wat betreft het gebruik tussen de verschillende kwartieren, een te betalen forfaitair bedrag zonder zekerheid van resultaat, het belachelijke lage aantal oplaadpunten (soms geen enkel) in kwartieren met honderden - zo niet duizenden - militairen zijn allemaal obstakels die eens te meer afbreuk doen aan de aantrekkelijkheid van Defensie. We kunnen ons nu al voorstellen dat onze arme collega's zich gedwongen zullen voelen om geografische vrijgezellen te zijn, niet alleen vanwege de afstand tot hun werkplaats, maar ook vanwege de onmogelijkheid om hun elektrische paarden van stroom te voorzien. De ACMP-CGPM kijkt er reikhalzend naar uit om geraadpleegd te worden vóór de publicatie van een langverwachte richtlijn. Deze zal geïnspireerd moeten zijn op de aanpak van andere Belgische werkgevers, en dit met het risico onze militairen teleur te stellen en, in het slechtste geval, weg te jagen. En dan hebben we het nog niet over de kandidaat-militairen die al over een elektrisch voertuig beschikken en voor wie de mogelijkheid - of het gebrek eraan - om hun auto op te laden een doorslaggevende factor is bij de keuze van een job. 

De Schildwacht 18 Rechtspositie
Foto: Philippe Sion

LEA – 31/07/2021

In het gezin van Consuelo GERS (Zinnik)

MALIA – 29/05/2022

In het gezin van Kevin JANKOWSKI (Luik)

NINA – 24/05/2023

In het gezin van Thijs SCHEPERS (Hasselt)

LEA – 11/06/2023

In het gezin van Grégory GENET (Luik)

ALESSIO – 19/06/2023

In het gezin van Lodewijk SMET (Veurne)

ELISABETH – 06/07/2023

In het gezin van Kevin NICAISE (Sambreville)

MATIS – 12/07/2023

In het gezin van Dimitri GRUNEWALD en Isabelle BLOMME (Oostende)

ABBY – 02/08/2023

In het gezin van Ludovic FÉNA (Namen)

10/09/2022

RÖSLER Dorian en PIRARD Vanina (Soumagne)

01/04/2023

LAGNEAUX Myron en GERMAUX Shanaël (Moeskroen)

22/04/2023

DUPONT Jean-Louis en LEMBRÉE Marianne (Soumagne)

28/04/2023

DELEYE Robin en BUSSCHAERT Kiara (Kuurne) (Wettelijke samenwoning)

26/05/2023

SOTTIAUX Céline en VANHAELEWYN Jean-François (Les Bons Villers)

03/06/2023

CALDERS Dieter en VAN BUGGENHOUT Caroline (Aalst)

10/06/2023

BUILLES Marion en THIEBAUT Wilfried (Saint Christoly de Médoc – Frankrijk)

24/06/2023

CASADEI Thomas en DOLIMONT Chloë (Charleroi)

05/06/2023

CHALET André en DOUCET Stéphanie (Gedinne) (Wettelijke samenwoning)

09/08/2023

RE Roberto en DEPUTTER Emilie (Manage)

BOUCHER ERIC

1961 - … 08/05/2023 (Bastenaken)

SCHOUTEN GEERT

1971 - … 08/05/2023 (Brugge)

STANDAERT MARCEL

1931 - … 28/05/2023 (Eeklo)

DE CLOEDT JOSEPH

1933 - … 28/05/2023 (Blankenberge)

JADOUL OLIVIER

1973 - … 28/07/2023 (Hotton)

Indexcijfer van de consumptieprijzen

- Mei: 127,30 punten

- Juni: 127,11 punten

- Juli: 128,14 punten

Gezondheidsindexcijfer

- Mei: 127,35 punten

- Juni: 127,09 punten

- Juli: 128,22 punten

De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in juli 124,79 punten, onder de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen (vastgelegd op 125,60 punten).

Een verhoging met 2% van de pensioenen en de lonen zal waarschijnlijk tegen het einde van 2023 gebeuren. De volgende spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen zal dan vastgelegd worden op 128,11 punten.

Bron: Statbel

De Schildwacht 19 GEBOORTEN OVERLIJDENS HUWELIJKEN

U bent uitgenodigd op ons Congres!

Om de vijf jaar organiseert de militaire vakbond ACMP-CGPM een Congres. Dit belangrijk evenement zal plaatsvinden op zaterdag 2 december 2023. Elk lid is welkom. U dus ook!

De richting van onze syndicale acties worden beschreven in een document dat het 'Algemeen Programma' heet. Gedurende de komende vijf jaar zal de ACMP-CGPM dit Algemeen Programma gebruiken als leidraad om onze syndicale doelstellingen te bereiken.

Tijdens het Congres leggen de verantwoordelijken van uw militaire vakbond u de belangrijkste thema's van dit Algemeen Programma ter goedkeuring voor. U kunt dan vrij uw mening geven over het engagement van de ACMP-CGPM voor de komende vijf jaar. De nieuwe Directieraad, verantwoordelijk voor de goede werking van de militaire vakbond, zal eveneens tijdens het Congres worden benoemd.

Als u de presentatie van het nieuwe Algemeen Programma en de voorstelling van de nieuwe Directieraad van de ACMP-CGPM wenst bij te wonen, gelieve u dan online in te schrijven via dit formulier: http://tinyurl.com/ACMP-CGPM-2023 of scan de QR code

Indien u niet over internet beschikt, kunt u zich ook inschrijven bij het Vast Secretariaat:

Romboutsstraat 1 Bus 021 te 1932 ZAVENTEM

Adres van het gebeuren: Elewijt Center

Tervuursesteenweg 564

1982 ZEMST

Programma zaterdag 2 december 2023:

08u15 Onthaal + koffie

09u00 Aanvang Congres

- Officiële opening

- Benoemen nieuwe Directieraad

- Stemming Algemeen Programma – Deel 1

10u30 Pauze

11u00 Stemming Algemeen Programma – Deel 2

12u30 Slottoespraak

12u45 Lunch

14u45 Einde van het Congres

De deelname aan het Congres is gratis (inclusief de lunch) voor elk lid dat in orde is met zijn/haar lidgeld.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.