Voor aandeelhouders en financiers
AANDEELHOUDERS RAI Amsterdam heeft twee aandeelhouders: RAI Vereniging en Gemeente Amsterdam.
FINANCIERING In april 2020 zijn we met drie banken een nieuwe financiering overeengekomen waarmee een herfinanciering is afgerond. Dat betekent dat we voor de aankomende jaren ook verzekerd is van een portefeuille aan langlopende financieringen en rekeningen courant. De clubdeal-financiering met Deutsche Bank en Rabobank Amsterdam, die in 2013 is afgesloten, is hiermee volledig afgelost.
STEUNMAATREGELEN CORONAPANDEMIE We hebben gebruik gemaakt van de regelingen NOW 1, 2 en 3. Er is uitstel van belastingbetaling verkregen. Ook is gebruik gemaakt van een GO-C financiering.
Aandeelhouders RAI Amsterdam (RAI Holding B.V.) heeft twee aandeelhouders: RAI Vereniging en Gemeente Amsterdam. RAI Vereniging is een branchevereniging en houdt 75 procent van de aandelen. Zij behartigt de belangen van fabrikanten en importeurs van personenauto’s en vrachtauto's, aanhangwagens en opleggers, carrosserieën en speciale voertuigen, motorfietsen en scooters, brom- en snorfietsen en fietsen. De overige 25 procent van de aandelen is in handen van de Gemeente Amsterdam.
In het verslagjaar is het contact met aandeelhouders geïntensiveerd in verband met zowel COVID19 en de gevolgen voor de organisatie en het masterplan 2030. In 2020 vonden twee buitengewone aandeelhoudersvergaderingen plaats.
Dividend Dividendbeleid vast, geïndexeerd bedrag met carry forward van maximaal één jaar
Het meest recente dividendbeleid is vastgesteld voor de periode 2013 - 2018. Hierin is onder andere bepaald dat we jaarlijks aan onze aandeelhouders een vast dividend uitkeren van € 2,24 miljoen (prijspeil 2014; jaarlijks geïndexeerd op basis van de prijsindex voor de gezinsconsumptie CBS). Mocht het nettoresultaat lager zijn, dan wordt het dividend verlaagd tot maximaal dit nettoresultaat en zal het niet uitgekeerde bedrag aan dividend in het daaropvolgende jaar, indien het nettoresultaat hiervoor dan toereikend is, alsnog uitgekeerd worden. Het cumulatief verschuldigd dividend over voorgaande boekjaren zal hierbij nooit hoger zijn dan het (geïndexeerde) vaste dividend over het laatste boekjaar.
64