Stefan Stefan de Vries (1970) woont en werkt sinds 1999 in Parijs. Hij is correspondent voor RTL Nieuws, Euronews en BBC Radio.
À TABLE!
FOTO LAURENT KING ILLUSTRATIE INGRID BOCKTING
De trouwe lezer van deze column zal het al opgevallen zijn dat mijn verhalen zich vaak afspelen in of rondom Parijse restaurants. Dat is niet zo verwonderlijk, want dat is de locatie waar een groot deel van mijn leven zich afpeelt. Een tijdje zelfs als barman, maar vooral als gast. Of wás de locatie, kan ik beter schrijven. Nu is het bijna overal in Europa door de coronamaatregelen een stuk lastiger geworden om nog ergens wat te drinken of te eten. De geïmproviseerde terrassen op parkeerplaatsen die afgelopen voorjaar na de eerste lockdown overal opdoken, zijn nu treurigmakend leeg. Zonder de zinc op de hoek en zonder de kantine met rood geblokte kleedjes waar de hele buurt komt lunchen, is Parijs simpelweg Parijs niet meer. En dat heeft een grote impact op het sociale leven. Restaurants en cafés zijn onlosmakelijk met de stad verbonden. Veel mensen wonen klein, en nodigen daarom minder snel gasten thuis uit. Tegelijkertijd zijn veel restaurants betaalbaar en goed. De afgelopen twee decennia in Parijs maakte ik juist aan tafel de meeste vrienden, sommigen voor een avond, anderen voor het leven. Zo was ik jarenlang lid van een illuster dinergezelschap, dat elkaar eens in de paar maanden in wisselende samenstellingen ontmoette. Deze supper club, zoals het groepje zich noemt, kwam bij elkaar in een restaurant ergens in het hart van de stad. De schrijvers, ondernemers, theater makers, advocaten of documen tairemakers waren afkomstig uit alle windstreken, maar hadden
één ding gemeen: hun liefde voor Parijs. Het leven was vaak het belangrijkste onderwerp aan tafel. Het klinkt een beetje als het Franse equivalent van de grachtengordel, maar aan tafel was iedereen gelijk, in ieder geval voor die avond. Als ik niet met anderen at, dan ging ik gewoon ergens zitten om naar mensen te kijken, ze te observeren en me voor te stellen wat voor levens die toevallige passanten hebben. In mijn eentje, want ook dat is in Parijs heel gebruikelijk. In andere steden zouden de gasten je al snel een beetje zielig vinden, maar in Parijs niet. Wie alleen zit in een restaurant, is een onafhankelijke geest en kan dus op ontzag van de ober rekenen. Een andere vaste eetafspraak had ik met Camille, die ik leerde kennen op de Sorbonne. Ze is net als ik gek op Japan en daarom spraken we zeker een keer per maand af in de nieuwste of gekste Japanse restaurants. Dan bedoel ik niet de talloze op millennials gerichte sushitenten, maar zaken met authentieke gerechten uit het land van de rijzende zon. Gelukkig zit Parijs vol met échte Japanners, waardoor je je even in Tokyo kunt wanen. Maar ook ramen of katsudon heb ik al een tijd niet meer met haar gegeten. Want al die bezoeken zijn nu niet meer spontaan, maar sporadisch geworden.
Wie alleen zit in een restaurant, is een onafhankelijke geest en kan dus op ontzag van de ober rekenen
Hoewel de vanzelfsprekendheid om even af te spreken voor een café of een apéro voor nu dan even weg is, als er straks een vaccin is, weet ik zeker dat deze prachtige Parijse gewoonte weer terugkeert. A votre santé!
LEVEN IN FRANKRIJK 25