HET WINNENDE VERHAAL
Quelle belle rencon�re M
geluk, het leven kon nu echt beginnen. Montmartre, daar gebeurde het allemaal: echte kunstenaars kun je daar vinden, had ik gehoord. Bij Place du Tertre liepen tientallen tekenaars rond met hun tekenplank, op zoek naar een portretklus. Collega’s, dacht ik nog en knikte hen vriendelijk toe. Ik pakte mijn V&Dschetsblok uit de tas, nam een strategische positie in op een hoek en begon te tekenen. Dat viel niet mee, zo op straat. Al die afleiding. En staand tekenen vond ik ook niet zo succesvol. Na een half uur stopte ik, eerst maar eens een hotel zoeken. Mijn kunstloopbaan kon morgen ook wel beginnen. Ik kende de Hallen van mijn koksopleiding. Dus daar besloot ik mijn zoektocht naar een goedkoop hotel te beginnen. Les Halles bleken één grote bouwput, niets meer te vinden van ‘de buik van Parijs’. Na oeverloos rondlopen vond ik een goed uitziend hotel voor 26 FF per nacht. Even snel rekenen, hier kon ik wel twee maanden blijven met
©GERARD TEUBEN
ijn ouders vonden dat ik maar eens zelfstandig moest worden, dus ik besloot op mijn negentiende verjaardag om een tijd in Parijs te gaan wonen. Ik had een koksopleiding gevolgd, maar eigenlijk vond ik dat ik kunstschilder moest worden. En dan moet je toch echt naar Parijs. Na een zomer hard werken bij Van der Valk had ik genoeg verdiend om het daar minstens een maand uit te zingen. Het was natuurlijk niet moeilijk om mijn ouders te over tuigen van de noodzaak van dit toekomstplan. En dezelfde avond stapte ik op de trein van Groningen naar Rotterdam. Want, zo vond ik, als je naar Parijs gaat, dan neem je de nachttrein van 23.45 uur. De trein stonk en was afgeladen, alleen het gangpad was nog geschikt als slaapplek. Om half zeven ’s ochtends kwam ik verstijfd en hongerig aan op Gare du Nord. Ik liep richting de Seine, om daar op de kade mijn eerste sandwich au fromage te eten terwijl de zon net was opgekomen. Wat een
74 LEVEN IN FRANKRIJK