Fizier 2021-1

Page 1

NR 01 FEBRUARI 2021

THEMANUMMER

Verkiezingen

CDA & SP

D66 & CU

STANDPUNTEN ZORG

opvallend vaak eens met elkaars standpunten

verdeeld over medischethische kwesties

Wat wil de politiek voor de komende vier jaar?


finance professionals in de publiek sector

h e t g a at e r n i e t o m d at j e e e n g at v u lt m a a r d at j e e e n i n d r u k a c h t e r l a at

daniel griffioen: j o e y va n ta m e l e n : rol and fa lke: wilco kosters:

06 06 06 06

81 28 41 34

95 23 36 94

info@publicsearch.nl

37 92 71 36

94 65 29 93


COLUMN

Fizi bruist!

W Jorrit Wigchert, voorzitter Fizi

aar de laatste column van het jaar vaak een gelegenheid is om terug te blikken, is de column in de eerste Fizier van 2021 een perfecte gelegenheid om samen vooruit te kijken. Ik laat de clichés zoveel mogelijk achterwege. Nou ok, eentje dan: Een nieuw jaar, een frisse start met nieuwe kansen! En laten we eerlijk zijn, daar heeft iedereen ondertussen ook wel behoefte aan. We zijn op weg met de coronavaccinaties, de mondiale politiek is weer in een positieve flow en wat betreft de nationale politiek zijn we vlotjes onderweg naar de Tweede Kamerverkiezingen. Zorg is daarbij – hoe kan het ook anders – een hot topic. In mijn optiek zou gezondheidszorg altijd bovenaan de politieke agenda moeten staan, maar corona zet de zorg nu zowel wat betreft inhoud als in financiële zin in de spotlights. Ik ben heel nieuwsgierig wat voor de leden van Fizi belangrijke punten zijn, waar zij op letten in de partijprogramma’s van de partijen. Zowel voor de zorgfinancial persoonlijk als de organisatie waar ze voor werken. Laat dat gerust eens weten via bijvoorbeeld onze Linkedin-pagina. Om jullie op weg te helpen in het politieke landschap van 2021 staan er deze keer twee duo-interviews in het blad waarin vier partijen – hoewel ook op verschillende punten eensgezind – elkaar het vuur aan de schenen leggen om ‘ons’ voor zich te winnen. Krijgen we eindelijk ontschotting in de zorg, meer handen aan het bed, betere salarissen voor verzorgenden en verpleegkundigen? Ik ga er natuurlijk vanuit dat als een van deze partijen straks een nieuwe zorgminister mag leveren, dat deze zijn of haar plannen in een nieuwe Fizier met ons deelt. Terug naar de frisse start waar ik eerder over sprak. Ook als vereniging kunnen we trots zijn op de stappen die we de afgelopen maanden hebben gezet. Veel organisaties zijn lid geworden via een bedrijfslidmaatschap en ons ledenaantal neemt snel toe. Onze strategie van Kennis, Netwerk en Invloed is blijkbaar de richting waar professionals en hun organisatie graag achter staan en ook in bijdragen. Daarnaast zijn we erg blij met het toenemend aantal Young Financials in onze vereniging. Als sector hebben we zeker baat bij jong financieel talent. Een ander succes is onze nieuwe Fizi Academy! Er komen steeds meer aanmeldingen binnen van leden en zorgprofessionals die nog beter willen worden in hun vak. Dus als je opleidingsplannen hebt voor jezelf of je team, kijk dan snel op de website. Al met al is 2021 voor onze verenging veelbelovend begonnen. Rest mij alleen nog om af te sluiten met de hoop dat wij elkaar echt weer fysiek mogen treffen op een van de vele bijeenkomsten die wij dit jaar voor jullie gepland hebben. En hoewel de champagne weer is opgeborgen: Fizi bruist! Ik wens je veel inspiratie en leesplezier toe. Wil je zelf eens meewerken aan een artikel of een werkgroep? Of heb je suggesties voor onderwerpen voor Fizier? Mail dan naar redactie@fizizorgfinanicials.nl.

01 2021

3


INHOUD

Inrichting zorgstelsel verdeelt CDA en SP

10

18

4

06

‘Specialisten zeker onderwerp bij formatie’

Moed en wijsheid

22

Zorgbesluit vrijstelling vennootschapsbelasting

01 2021


INHOUD

FEBRUARI 2021

14

03

Fizi bruist! Jorrit Wigchert

06

Inrichting zorgstelsel verdeelt CDA en SP Joba van den Berg en Maarten Hijink

10

‘Specialisten zeker onderwerp bij formatie’ Carla Dik-Faber en Vera Bergkamp

13

Tips & Tops Hoe implementeer je innovatieve bekostiging?

14

Politieke standpunten zorg Reinald van der Meer

17

Hoofdpunt Na de storm

18

Reflecties Moed en wijsheid

21

Duopinie Zorg leent zich niet voor polariserende politieke standpunten

22

Fiscaliteiten Zorgbesluit vrijstelling vennootschapsbelasting

24

Recht in het Fizier ZZP’ers in de zorg: het wordt er niet eenvoudiger op

26

Toezichtsverhalen De prikkels van passende zorg

28

Ad verbum

30

Een pand met een verhaal Het kind staat centraal

31

Colofon

Politieke standpunten zorg

24

ZZP’ers in de zorg: het wordt er niet eenvoudiger op

01 2021

5


INTERVIEW

INRICHTING ZORGSTELSEL VERDEELT CDA EN SP Op het gebied van zorg zijn CDA en SP het vaak met elkaar eens. Ook tijdens een digitaal tweegesprek tussen de Kamerleden Joba van den Berg (CDA) en Maarten Hijink (SP) delen beide zorg-woordvoerders opvallend vaak elkaars standpunten. Alleen over financiering en de inrichting van het zorgstelsel denken ze echt verschillend.

‘W

ij zijn voor meer samenwerking en minder marktwerking. Vóór, noem het, zinnige en passende zorg’, antwoordt Van den Berg op de openingsvraag hoe het CDA aankijkt tegen de almaar stijgende zorgkosten. ‘We vinden dat specialisten in loondienst moeten komen. We zetten in op méér preventie om zo zorg te voorkomen, want die betaalbaarheid is voor ons echt een punt. We streven naar een lerende cultuur om de kosten in de hand te houden. Zorg is een basisrecht. Daarom gaan wij voor de drie B’s: zorg moet beschikbaar zijn, betaalbaar en bereikbaar voor iedereen. In het kader van bereikbaarheid vinden we de regionale ziekenhuizen van groot belang, en hun positie willen we verder versterken. De laag volume-/hoog-complexe zorg willen we wel concentreren. Wat het zorgstelsel betreft, zal iedereen een stukje premie moeten blijven betalen – waarbij we hechten aan maximering van het eigen risico op € 385.’ ‘Het is wel heel interessant dat nu zoveel partijen het eigen risico willen bevriezen, verlagen of, zoals in ons geval, afschaffen. Echt een trendbreuk’, reageert Hijink. ‘Wij zijn ten principale tegen een eigen risico, omdat je de kosten voor de zorg niet moet leggen bij mensen die de pech hebben ziek te worden. Niemand kiest ervoor een been te breken of chronisch ziek te zijn. Wij leggen de poortwachtersfunctie bij de huisarts. We willen niet dat patiënten afzien van het advies van de huisarts omdat ze hun eigen risico niet willen aanspreken.’ ‘Wat financiering betreft, zien we twee mogelijkheden’, vervolgt Hijink. ‘Fiscaliseren of inkomensafhankelijk maken. Dan kun je ook de zorgtoeslag afschaffen, waarmee je heel veel bureaucratie voorkomt. We pleiten voor een Nationaal Zorgfonds. We willen af van private verzekeraars die al concurrerend een polis-jungle creëren. En verder ben ik het eens met Joba wat betreft

6

specialisten in loondienst. Er blijkt enorm veel geld te worden verdiend door medisch-specialistische bedrijven in het ziekenhuis. Dat aanpakken levert ook meteen winst op het gebied van ongewenste prikkels op, zoals betalen per verrichting.’ Van den Berg vult aan dat ook het CDA liefst van de zorgtoeslag af wil, ‘maar in ieder geval toe wil naar een forse vereenvoudiging van het fiscaal toeslagenstelsel’.

Coördinatie Hoe breng je regionale coördinatie tot stand tussen preventieve zorg en eerste- en tweedelijnsgezondheidzorg in een gereguleerd concurrentiestelsel met voornamelijk private partijen? Van den Berg knikt als ze de vraag hoort. Volgens haar zijn partijen bang dat de ACM hen bij samenwerking op de vingers zal tikken, terwijl samenwerking vaak wel wenselijk is. ‘Neem ict. Ik heb in de zorg nog geen tevreden klant ontmoet. In Nederland maakt 60% van de ziekenhuizen gebruik van de systemen van Chipsoft, 30% van Epic en 10% van Nexus. Als ik zorgverleners vraag waarom ze daar niks aan doen, komen ze met de ACM aanzetten. Dan wil ik meteen de wetgeving aanpassen. Het mag niet zo zijn dat een concurrentieverbod samenwerking op dat gebied belemmert. Aan de andere kant zou ik graag zien dat er regionale preventiefondsen komen die door zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten gefinancierd worden.’ Hijink ziet dergelijke preventiefondsen niet zitten. ‘Dan ga je naast de bestaande structuur een nieuwe optuigen. Voor zorgverzekeraars loont het niet om in preventie te investeren. Het is een klassiek prisoners dilemma: als ik níet in preventie investeer en een ander wel, profiteer ik er het meest van. Preventie werkt het best als de politiek in een Nationaal Zorgfonds de grote lijnen bepaalt en regionale zorgfondsen de uitvoering voor hun rekening nemen. Uiteindelijk kun je ook de langdurige zorg in dat

01 2021


INTERVIEW

systeem opnemen, door de zorgkantoren erbij te betrekken. Dan moet je wel meer lokale zeggenschap organiseren – van zorgkantoren, gemeenten en regio’s. En van zorgverleners zelf. Die moeten zeggenschap krijgen hoe zorg verleend moet worden.’ Van den Berg herkent het prisoners dilemma, maar heeft het idee dat het geen echt probleem is omdat iederéén ‘prisoner’ is. ‘Als je allemaal klanten van andere verzekeraars krijgt, is dat nadeel er al uit gehaald. Ik wil eigenlijk graag beklemtonen dat wij erg hechten aan medezeggenschap bij bereikbaarheid. Dat alle partijen kunnen meepraten, zowel ketenpartners als bewoners en regionale bestuurders. Zodat een ziekenhuis niet eenzijdig kan besluiten ermee te stoppen. De minister is nu bezig dat in wetgeving vast te leggen. Een ander punt is dat er bij huisartsen een takenherschikking zou kunnen plaatsvinden, physician assistents zijn uitstekend in staat om bepaalde taken te verrichten. Ook pleiten we voor regionale ondersteuning van huisartsen, want als praktijkhouder word je niet vrolijk van roosters maken, administratie en allerlei managementtaken.’

Ingewikkeld Als wordt opgemerkt dat preventie niet alleen met de Zorgverzekeringswet samenhangt, maar ook met het publieke domein, de langdurige zorg en de Wmo, wijst Hijink erop dat het zorgstelsel wel erg ingewikkeld is geworden. ‘Sommige gemeenten zijn wel bezig met preventie. Maar wie dat niet doet, bespaart in eerste instantie geld, terwijl de kosten voor anderen zijn. Wij zouden zorg helemaal anders inrichten. Het geld dat nu via verschillende wetten wordt verdeeld, moet je bij elkaar vegen. De verkokering moet eruit. Instanties die het moeilijk hebben, hanteren de kaasschaaf. Dan kan het zijn dat belangrijke dingen die voorkomen dat mensen naar een duur verpleegtehuis of ziekenhuis moeten, worden weggesneden terwijl iedereen er het belang van inziet. Doodzonde!’ Als Van den Berg zegt dat het ook om ‘cultuur’ gaat, en dat ‘we af moeten van strijd om de vraag wie zorg mag leveren’, riposteert Hijink dat er dan toch populatiebekostiging nodig is omdat ‘productie draaien’ door het bestaande systeem wordt aangemoedigd. Van den Berg: ‘Daarom willen we dat medisch specialisten in loondienst komen. Ook wij willen áf van productieprikkels. Wij hebben ook gevraagd om zorgbehoeften regionaal in kaart te brengen, want er blijken grote verschillen te bestaan. Spoedeisende hulp zou je misschien moeten financieren op basis van beschikbaarheid en niet op het aantal verrichtingen, zoals bij de brandweer.’

Lessen De coronacrisis heeft laten zien dat efficiency niet de enige maatstaf is voor goede zorg, maar dat ook beschikbaarheid belangrijk is. Welke lessen zouden we

01 2021

Maarten Hijink

nog meer uit de huidige crisis kunnen trekken? ‘Dat we moeten inzetten op dingen die innovatie en verbetering prikkelen’, zegt Van den Berg resoluut. ‘En dan niet zo dat iedereen hetzelfde doet. Het Isala-ziekenhuis in Zwolle heeft een goede methode ontwikkeld op copdpatiënten thuis te begeleiden. Maar in plaats van dat ze het overnemen, proberen veel andere ziekenhuizen op eigen houtje iets soortgelijks te ontwikkelen. We moeten af van het not invented by me-syndroom.’ Hijink reageert daar weer onmiddellijk op. ‘Dat is niet een kwestie van cultuur alleen. Veel ziekenhuizen proberen hun eigen bedden te vullen. Dus als je iets hebt ontwikkeld dat werkt, loont het niet dat met anderen te delen. Als je wilt dat innovatie wordt gedeeld, heb je een andere manier van werken nodig.’ Als wordt gevraagd of samenwerken ook niet wordt bemoeilijkt door het feit dat zaken als preventie en Wmoondersteuning fiscaal verschillend worden behandeld, antwoordt Van den Berg dat ze daar graag concrete voorbeelden van heeft. ‘Ik heb dit pas één keer eerder gehoord, toen mensen uit andere sectoren in de zorg gedetacheerd zouden worden. De minister heeft me toen verzekerd dat btw niet van toepassing zou zijn ge-

Bernard de Vries Robles & Simone Verhulst, in samenwerking met René Bogaarts, Bogaarts Communicatie

7


INTERVIEW

'Je zou zorg niet als een kostenpost moeten zien, maar als een investering in een gezonde samenleving'

‘Ik ben wel voor het vergelijken van data’, zegt Hijink, ‘maar het gevaar bestaat dat we de patiënt als eenheidsworst gaan zien. Ik hoor medici klagen dat er niet kan worden gemeten wat belangrijk is, en dat dus maar belangrijk wordt gemaakt wat wel meetbaar is. De ggz is inderdaad een black box, maar het is natuurlijk veel moeilijker ggz-patiënten te vergelijken dan patiënten met een nieuwe knie.’ Van den Berg: ‘We moeten érgens beginnen met het opbouwen van een lerende cultuur.’

Miljardenwinsten

Joba van den Berg

durende corona. Ik begrijp nu dat je tegen fiscale problemen aanloopt als je op het gebied van backoffice wilt samenwerken. Als ik daar vóór de verkiezingen concrete voorbeelden van krijg, kan het CDA die meenemen in de onderhandelingen.’ Hijink heeft niet het idee dat btw het grootste struikelblok is.

Verschillen Waarom is het zo lastig om gegevens over zaken als innovatie met elkaar te delen? ‘Er zijn heel grote verschillen tussen sectoren’, zegt Van den Berg. ‘Orthopeden delen heel veel informatie, melden bijvoorbeeld dat een bepaald merk knie-prothese minder goed is, en besluiten gezamenlijk dat merk niet meer te gebruiken. In ziekenhuizen spreken ze elkaar aan als er vaker complicaties optreden. Aan de andere kant van het spectrum zit volgens mij de ggz, die de kaarten heel dicht tegen de borst houdt. Op het gebied van spoedeisende hulp is een systeem ontwikkeld voor het delen van informatie, om te leren, maar hebben zich pas twaalf ziekenhuizen aangemeld.’

8

Als het onderwerp stijgende zorgkosten nog eens wordt aangesneden, reageert Hijink als eerste. ‘We moeten geen probleem creëren. De zorgkosten schommelen al jaren rond de 10% van het BNP. Daar zullen weinig mensen een probleem mee hebben. En als het naar 11, 12, of 13% gaat, breken de dijken ook niet. Zolang we dat geld maar niet over de balk smijten, en daar zijn helaas nogal wat voorbeelden van’, zegt hij, wijzend op de miljardenwinsten van de farmaceutische industrie, de productieprikkels, en de onmogelijkheid om samen ict in te kopen. ‘Bovendien zou je zorg niet als een kostenpost moeten zien, maar als een investering in een gezonde samenleving. Over investeren gesproken: ik hoorde onlangs de hoogste baas van Philips op tv verklaren dat de overheid meer zou moeten investeren in zorg, en in de zin erop vertelde hij dat Philips al jaren geen euro winstbelasting betaalt! Wie die Philips’ MRI-scanner bedient, betaalt in zijn eentje meer inkomstenbelasting dan Philips winstbelasting.’ | ‘Ik heb toch een iets andere kijk op die stijging van de zorgkosten’, reageert Van den Berg. ‘We hebben jaren geleden jeugdzorg en Wmo naar de gemeenten overgeheveld, en dan lijkt het alsof je minder kwijt bent aan zorg. Maar als je echt alles bij elkaar optelt, kom je toch tegen honderd miljard euro. Dat is, in deze kabinetsperiode, toch een stijging van twaalf à dertien miljard. Dat vind ik zorgwekkend. Verder ben ik het met Maarten eens wat betreft die ict-kosten en de farmaceutische industrie. Die laatste brengt geen nette prijs in rekening, maar bedenkt wat ze voor een medicijn kunnen vragen. Dat kan als je ijsjes of parfum aan de man wilt brengen, maar niet als je medicijnen verkoopt die met publiek geld betaald moeten worden.’

01 2021


, 2!('! .*!($!% 2%(/ 0 -! #!-!* 9DQZHJH HHQ DDQWDO UHGHQHQ PDNHQ EHGULMYHQ JHEUXLN YDQ HHQ MDDUOLMNVH EHJURWLQJ RP GH ILQDQFLsOH SUHVWDWLHV YRRU GH QLHXZH SHULRGH LQ EHHOG WH EUHQJHQ ,Q KHW YHUOHGHQ ZDV HHQ SHULRGH YDQ HHQ MDDU JRHG WH RYHU]LHQ GH RQWZLNNHOLQJHQ JLQJHQ LQ HHQ ² UHODWLHI ² ODDJ WHPSR HQ GH PDUNW ]DJ HU DQGHUV XLW GDQ QX 'H ZHUHOG ² HQ PHW QDPH GH ]RUJVHFWRU ² LV HHQ VWXN G\QDPLVFKHU HQ FRPSOH[HU JHZRUGHQ WHUZLMO GH HLVHQ GLH DDQ YRRUVSHOEDDUKHLG HQ ILQDQFLHHO LQ]LFKW ZRUGHQ JHVWHOG GRRU DDQGHHOKRXGHUV RYHUKHGHQ HQ WRH]LFKWKRXGHUV ]LMQ WRHJHQRPHQ (U ZRUGHQ DDQ ]RZHO FRPPHUFLsOH DOV QLHW FRPPHUFLsOH EHGULMYHQ VWHHGV PHHU HLVHQ JHVWHOG WHQ DDQ]LHQ YDQ GH YRRUVSHOEDDUKHLG ,Q YHHO JHYDOOHQ LV HHQ MDDUOLMNVH EHJURWLQJ QLHW PHHU YROGRHQGH RP HHQ EHWURXZEDUH YRRUVSHOOLQJ WH GRHQ YRRU GH EHJURWLQJVSHULRGH 7XVVHQWLMGV ELMVWHOOHQ YDQ GH YHUZDFKWLQJHQ VOXLW EHWHU DDQ ELM GH QLHXZH ZHUNHOLMNKHLG HQ JHHIW GH PRJHOLMNKHGHQ WLMGLJ ELM WH VWXUHQ

8 ]XOW IUHTXHQWHU IRUHFDVWHQ QDDUPDWH RQWZLNNHOLQJHQ RS XZ EHODQJULMNVWH PDUNWHQ G\QDPLVFKHU HQ PLQGHU YRRUVSHOEDDU ]LMQ *URIZHJ ]LMQ HU YDULDQWHQ YRRU GLW SURFHV

5LFKWOLMQHQ YRRU UROOLQJ IRUHFDVWLQJ

%XGJHWWHUHQ HQ MDDU HLQGH SURJQRVH ODWHVW HVWLPDWH

./ $!/ & -(%&'.! 0 #!/,-+ !. 2+- / %! !- '2 -/ ( +" ) * !!* ,-+#*+.! +,#!./!( ! +!(./!((%*# 1 * !5! ,-+#*+.!. %. +) /! '%&'!* +" ! 0 #!/-!.0(/ /!* *+# ./!! . $ ( - 5%&* "2%&'%*#!* /0..!* ! ( /./! ,-+#*+.! !* $!/ 0 #!/ 50((!* (!% !* /+/ *10((!* ! /%!. !5! +--! /%!1! /%!. $! !* ) - 66* +!( $!/ -! (%.!-!* 1 * $!/ 0 #!/

+! 1!- 2%(/ 0 1++-0%/'%&'!* %* ! "+-! ./ %/ %. #!!* /-%1% (! 1- # ! !*' / $!/ +!( 1 * "+-! ./%*# *%!/ %. $!/ &0%./ 1++-.,!((!* 1 * ! /+!'+)./ ! "+-! ./ $+-%5+* $ *#/ " 1 * $!/ +!( 2 -1++- ! "+-! ./ 2+- / +,#!./!( ! $! !* #!5%!* / ! "%* * %7(! "+-! ./ ,-%) %- (. ! -(4 2 -*%*# %!*/

$+! -!*#/ 0 ! +,!- /%! /%& %# %* (%&* )!/ +!(./!((%*#!* 1 ./#!./!( %* $!/ 0 #!/ !* ./- /!#%! ! (!*#/! 1 * ! ,( **%*#.$+-%5+* %* ! "+-! ./ %. -+) !1!*-! %# )!/ ! /%& +) ! !.(%..%*#!* +1!- +--! /%!1! /%!. /! !""! /0!-!*

%XGJHWWHUHQ HQ YRRUWVFKULMGHQGH SURJQRVH UROOLQJ IRUHFDVWV

!* 2%&5%#%*# +, +1!*#!*+!) ! 1 -% */ 2 -%* 5+2!( !!* 0 #!/ (. !!* ,-+#*+.!,-+ !. 2+- / /+!#!, ./ %. $!/ 2!-'!* )!/ !!* 1++-/. $-%& !* ! ,-+#*+.! +' $%!- 2+- / !!-./ !!* 0 #!/ +,#!./!( 9RRUWVFKULMGHQGH SURJQRVH JHwQWHJUHHUG EXGJHW

* !5! 1 -% */ 2!-'/ ! +-# *%. /%! ((!!* )!/ !!* 1++-/. $-%& !* ! ,-+#*+.! ) - 2+- / 66* ,-+#*+.! (. $!/ & - 0 #!/ !. $+02 9RRUWVFKULMGHQGH SURJQRVH GLDJQRVWLVFK

* !5! 1 -% */ 2+- / *%!/ )!!- #! 0 #!//!!- * %/ )+ !( 2+- / %! !- '2 -/ ( !!* "%* * %7(! ,-+#*+.! +,#!./!( )!/ !!* ,( **%*#.$+-%5+* 1 * /2!! /+/ 5!. '2 -/ (!* 1++-0%/ ! -!.0(/ /!* 1 * !5! ,-+#*+.! 2+- !* %! !- '2 -/ ( +,*%!02 "#!5!/ /!* +,5% $/! 1 * ! ./- /!#%. $! (%&*

'H WHFKQLHN +)!*/!!( %. 3 !( 1 ' $!/ $0(,)% !( 1++- %/ .++-/ ,-+ !..!* !* / 1+( +!/ ,-%) /+/ / ! +-# *%. /%! #-+!%/ !* -)!! ! ,-+ !..!* +),(!3!- 2+- !* * !5! #!1 ((!* %. !1 ' %*,0/ 1 *0%/ 1!-. $%((!* ! +-# *%. /%! +* !- !(!* #!2!*./ +*.+(% /%! !* ! !*/- (%. /%! -!*#!* ++-# *. 1!!( !3/- 2!-' )!/ 5% $ )!! ++- !!* ,!-%+ %!'! "+-! ./ %. !5! ) *%!1 * 2!-'!* *%!/ !,/ !( *"!*/ $!!"/ !!* ,,(% /%! +*/2%''!( 1++- ! +* !-./!0*%*# 1 * $!/ "+-! ./ ,-+ !. ++- ! $+#! ) /! 1 * "(!3% %(%/!%/ 1 * !5! ,,(% /%! '0**!* !!- !-#!*+!) ! !#-+/%*# "+-! ./ )!/$+ %!'!* +,/%) ( 2+- !* +* !-./!0* 2 )! !2!-'!-. 2!-'!* #!5 )!*(%&' * !!* #!8*/!#-!!- ! "+-! ./ !#!1!*. 2+- !* !*/- ( +,#!.( #!* !* %-! / #! +*.+(% !!- %!- ++'0*/ 0 02 +-# *%. /%! ( /!* /!-!* +, ! .*!($!% %! *.(0%/ +, ! 4* )%. $! +)#!1%*# 2 -%* 5%& 5% $ !1%* /

tŝůƚ Ƶ ŵĞĞƌ ǁĞƚĞŶ ŽǀĞƌ ŽŶnjĞ ĨŽƌĞĐĂƐƚͲ ĞŶͬŽĨ ďĞŐƌŽƚŝŶŐ ĂƉƉůŝĐĂƚŝĞƐ͍ EĞĞŵ ĚĂŶ ĐŽŶƚĂĐƚ ŵĞƚ ŽŶƐ ŽƉ͘ ,QIHQWXUH

&ORXG 3ODWIRUP +*/ / +" %*"+ %*"!*/ *(


INTERVIEW

‘SPECIALISTEN ZEKER ONDERWERP BIJ FORMATIE’ D66 en CU zijn, als het over zorg gaat, eigenlijk alleen verdeeld over medisch-ethische kwesties. In een dubbelinterview voorspellen Vera Bergkamp en Carla Dik-Faber dat het in loondienst nemen van specialisten zeker weer op de agenda zal staan bij de komende formatiegesprekken. ‘Vrijwillig gaat te langzaam.’

‘G

oede, kwalitatieve zorg, bereikbaar en betaalbaar voor iedereen, is enorm belangrijk voor D66. We hebben nu een solidair stelsel waarbij jong voor oud betaalt, en gezond voor ziek. Maar als we geen grip krijgen op de stijgende kosten, kan het gebeuren dat we keuzes moeten maken’, antwoordt Vera Bergkamp, woordvoerder zorg voor D66, op de vraag hoe ze aan-

kijkt tegen de stijgende zorgkosten. ‘Dat voorkomen lijkt me de grootste uitdaging voor het volgende kabinet. En dan gaat het niet eens alleen om financiële zaken, maar ook om het tekort op de arbeidsmarkt.’ Carla Dik-Faber, zorg-woordvoerder voor de Christen Unie, herkent dat. ‘Ik zie twee uitdagingen: hoe houden we zorg betaalbaar en hoe houden we zorg bemensbaar? Zorg moet ook bij mensen in de buurt beschikbaar zijn. Door de nadruk op efficiency en hoge kwaliteit – op zich niet slecht – is de toegankelijkheid van zorg in delen van het land onder druk komen te staan. Denk bijvoorbeeld aan Friesland en Flevoland, waar ziekenhuizen zijn omgevallen.’

Laagdrempelig Hoe moet dat dan, nu zorg bedrijfsmatig wordt aangestuurd? ‘Er zouden meer huisartsen moeten komen, want die bieden laagdrempelige zorg’, aldus Bergkamp. ‘Er moet meer tijd komen voor de gesprekken tussen arts en patiënt. Zij moeten samen, waarbij de patiënt wel in the lead blijft, een afweging maken tussen wat kán en wat nodig is. Nu kan er immers door innovatie en specialisatie veel meer aan iemands lijf gesleuteld worden. Maar er moet ook – en ik weet dat Carla het daarmee eens is – meer nadruk komen op preventie, want als je zorg nodig hebt zit je aan het einde van het traject. Preventie gaat niet alleen om leefstijlprogramma’s, maar ook om de leefomgeving. In een slechte sociaal-economische positie leven mensen korter en is hun kwaliteit van leven vaak minder. Daarnaast zouden bepaalde behandelingen niet altijd gegeven moeten worden, omdat we weten dat ze niet passend of effectief zijn. Het Zorginstituut en de zorgverzekeraars zouden daar meer naar moeten kijken.’

Carla Dik-Faber

10

‘Daar teken ik ook voor’, antwoordt Dik-Faber op de vraag of ze het met Bergkamp eens is. ‘Onze staatssecretaris, Paul Blokhuis, is de afgelopen tijd bezig geweest met preventie. Hij heeft zaken als overgewicht, roken en problematische alcoholgebruik op de agenda gezet. In ons verkiezingsprogramma hebben we een wettelijke plicht opgenomen voor gemeenten en zorg-

01 2021


INTERVIEW

verzekeraars om in te zetten op preventie. Die partijen kijken nu nog teveel naar elkaar. De gemeentebudgetten staan nu al onder druk. Als gemeenten investeren in preventie, draaien zij op voor de kosten maar gaat de winst naar de verzekeraars.’

Geen gezondheidswinst ‘Een ander punt’, vervolgt Dik-Faber, ‘is de bekostigingssystematiek. De volumeprikkel moet eruit, daar zijn alle partijen het wel over eens. Er wordt soms zorg geleverd die geen aantoonbare gezondheidswinst oplevert. Ziekenhuis Bernhoven kan dienen als rolmodel. De meeste specialisten zijn er in loondienst gekomen en het personeel is mede-eigenaar. Ziekenhuis en zorgverzekeraar kijken samen hoe zorg betaalbaar en bemensbaar kan blijven.’ Bergkamp: ‘Ik wil nog graag aanvullen dat er meerdere oplossingen zijn om van die prikkel om méér méér méér af te komen. Specialisten in loondienst nemen, is er een van. Maar langduriger contracten tussen zorgaanbieders en verzekeraars ook, want dat brengt rust. Mooi is ook dat de NZa meer nadruk begint te leggen op resultaten van behandelingen. Die kant moeten we ook op, want een patiënt wil ook geen behandeling die niks oplevert.’ Bergkamp noemt vervolgens het belang van welzijn. ‘Neem de social trials van professor Anne-Mei The, van wie Carla en ik allebei fan zijn. In plaats van patiënten met dementie meteen het medische traject in te sturen, kijkt ze hoe zij hun normale leven kunnen behouden, langer thuis kunnen blijven en daar doorgaans gelukkiger van worden.’

Aangetast Op de vraag of de medisch specialisten zich zonder slag of stoot in loondienst laten nemen, antwoordt Bergkamp dat de beroepsgroep zich eerder heeft laten horen omdat ze het gevoel hebben dat hun autonomie wordt aangetast. ‘Het is in eerdere formatiebesprekingen aan de orde gekomen, en dat zal de volgende keer zeker ook weer gebeuren’, zegt ze. ‘Dat denk ik ook’, beaamt Dik-Faber. Bergkamp: ‘Ik zie dat jonge medisch specialisten er anders in staan, deels omdat er veel vrouwen bij zijn die misschien parttime willen werken. Niets ten nadele van artsen die níet in loondienst werken, zij doen ook naar eer en geweten hun werk, maar er zit een volume-gerelateerde prikkel in dat systeem.’ Dik-Faber: ‘Bij de volgende coalitiebesprekingen, waarbij we misschien weer aan tafel zitten, zal zeker over wetgeving gesproken worden. Want we hebben gezien dat het langzaam gaat als de weg van vrijwilligheid wordt gekozen. Bij Bernhoven zijn de specialisten met behoud van salaris in loondienst genomen, maar komen nieuwe specialisten meteen in loondienst. Dan heb je wel verschil in beloning, maar ja, dat is van tijdelijke aard. En die jongeren staan pas aan het begin

01 2021

Vera Bergkamp

van hun carrière.’ Bergkamp vult aan dat onderzocht moet worden wat de financiële en juridische barrières zijn. ‘Als de staat claims krijgt, weet men tijdens de formatiebesprekingen tenminste wat de kosten kunnen zijn.’

Positieve gezondheid ‘Een ander mooi voorbeeld zijn de concepten van positieve gezondheid van arts en onderzoeker Machteld Huber’, zegt Dik-Faber. ‘Bij gezondheid gaat het niet alleen om de afwezigheid van ziekte, maar ook om de vraag hoe je met ziekte om gaat. In verschillende domeinen van het leven is het volgens haar wel mogelijk om een goede kwaliteit van leven te bereiken. In een gesprek met een dokter kun je daardoor soms tot heel andere conclusies komen.’ Als wordt tegengeworpen dat patiënten uiteindelijk al het mogelijke eisen, en de zorg gejuridiseerd kan worden, wijst Bergkamp op het belang van meer tijd voor de huisarts. ‘Als de huisarts meer tijd voor patiënten heeft, ben je er nog niet wat attitude betreft, maar het helpt wel. Dankzij google en social media weten mensen gewoon meer. Soms is dat een voordeel. Huisartsen

John Bierings & Maarten-Jan de Wit, in samenwerking met René Bogaarts, Bogaarts Communicatie

11


INTERVIEW

'Hoog tijd om out of the box te denken over de vraag hoe we weer vertrouwen in het systeem kunnen krijgen' zullen moeten leren ermee om te gaan. Maar het is zeker niet zo dat alles wat kán ook móet.’ Volgens Dik-Faber heeft de huidige generatie artsen nog vooral geleerd om te behandelen, ín te grijpen. ‘Maar níet behandelen is ook een vorm van zorg.’

Regeldruk Volgens Bergkamp en Dik-Faber moet er meer gebeuren om greep te houden op de zorgkosten. Verminderen van regeldruk is daar één van. ‘Regeldruk is een veelkoppig monster’, trapt Bergkamp af. ‘Iedereen wil van regels af, maar dat blijkt enorm lastig. Daar zijn alle partijen verantwoordelijk voor, de politiek, toezichthouders, zorgaanbieders, verzekeraars. Hoog tijd om out of the box te denken over de vraag hoe we weer vertrouwen in het systeem kunnen krijgen. En het kán! We zien nu dat tijdens de coronacrisis regels worden genegeerd – en het werkt!’ Dik-Faber knikt. ‘Als je minder regels wilt, vraagt dat ook iets van de samenleving. Nu krijgt een arts claims als hij of zij niet levert wat de patiënt vraagt. Daardoor verdwijnt ook de menselijke maat uit de zorg. Het vertrouwen in de beroepsgroep moet worden hersteld. En mensen die in de zorg werken, moeten meer zeggenschap krijgen, ook over de vraag wat goede zorg is. Ze moeten ook de ruimte krijgen om fouten te maken, ruimte om te leren. Te vaak vragen we na een incident om meer regels. Begrijpelijk, maar dat maakt de zorg niet beter.’ Bergkamp: ‘Er wordt zoveel opgeschreven waar eigenlijk niets mee wordt gedaan. Alleen om achteraf eventueel te kunnen verantwoorden hoe dingen zijn gelopen. Dat is zonde van de tijd.’

Crowdfunding Steeds vaker gebruiken mensen crowdfunding om een dure behandeling in het buitenland te bekostigen. Zo kreeg onlangs een eenjarig kind een injectie van 1,9 miljoen euro tegen een spierziekte. Is dat wenselijk? ‘Ik zou dat niet willen accepteren’, zegt Dik-Faber. ‘We hebben met z’n allen vastgesteld dat zorg voor iedereen beschikbaar en betaalbaar moet zijn. Dan zou crowd-

PS Een paar dagen na het interview wordt bekend dat de ChristenUnie de anticonceptiepil wil opnemen in het basispakket.

12

funding niet nodig hoeven te zijn. Aan de andere kant gaat het aanbieden van een medicijn voor 1,9 miljoen alle perken te buiten. Daarmee verliezen fabrikanten mijns inziens hun licence to produce. Ik zou graag zien dat medicijnprijzen transparant worden, al ben ik bang dat fabrikanten dan Nederland of Noordwest Europa links laten liggen. Dit kabinet probeert afspraken te maken met andere landen, als Zweden en Oostenrijk, om samen prijsafspraken te maken met fabrikanten.’ ‘Ik denk dat we ook meer de kant op zullen gaan van personalised medicine, maatwerk, waarbij gekeken wordt naar het DNA van mensen’, vult Bergkamp aan. ‘Zo kan de zorg effectiever worden, omdat nu vaak medicijnen aan een brede groep gegeven worden en je achteraf ziet dat het maar bij 25% effectief was. Ik denk echter dat we niet kunnen voorkomen dat bepaalde medicijnen niet of niet meer vergoed worden. En dan snap ik dat mensen in al hun wanhoop hun toevlucht nemen tot crowdfunding. In de Kamer leidt zoiets tot heftige debatten, omdat je besluit over leven en dood, wel of niet kunnen ademen. We moeten dat als parlement ook niet naar ons toetrekken. We zijn geen wetenschappers, het Zorginstituut moet daarover beslissen.’

Overeenkomsten Als Dik-Faber het opnieuw met Bergkamp eens is, ligt de vraag voor de hand of D66 en CU het ergens over oneens zijn. ‘Medische ethiek’, zeggen beiden in koor. ‘Ik denk dat er tussen ons, buiten dat onderwerp, veel overeenkomsten zijn. We zijn allebei sociaal, hebben aandacht voor het klimaat, duurzaamheid, preventie’, zegt Bergkamp. ‘Bij ons speelt zelfbeschikking een grotere rol. Als het over moderne familievormen gaat, draagmoederschap, euthanasie of abortus, staan we echt niet naast elkaar.’ ‘Veel thema’s verbinden ons. Als het gaat om zorg voor de schepping bijvoorbeeld, werken aan een schonere wereld’, beaamt Dik-Faber. ‘En cultuur’, zegt Bergkamp. ‘En wonen’, vult Dik-Faber weer aan. ‘Maar op het gebied van medische-ethiek denken we anders. Wij zijn niet tegen zelfbeschikking, maar dan gaat het bij ons om zelfbeschikking in relatie tot anderen. De beslissing van de één kan effect hebben op de gemeenschap, op anderen. Bij de formatie van dit kabinet is bijvoorbeeld discussie geweest over de levenseindepil, iets waar CU nooit voorstander van is geweest. Er is onderzocht hoe groot de groep is die het leven voltooid vindt, en daar zijn aanbevelingen uitgekomen over het bestrijden van eenzaamheid onder ouderen, passende huisvesting en zingeving in de laatste levensjaren. Dat heeft uiteindelijk het manifest Waardig Ouder Worden opgeleverd, waar ook D66 voorstander van was. Daar hebben we elkaar weer gevonden.’

01 2021


TIPS & TOPS

Eind 2020 brachten de NZa en het Zorginstituut een advies uit voor de invulling van passende zorg. In het advies wordt gesproken over het gericht inzetten van bundel- en netwerkbekostiging om passende zorg te realiseren. Een andere vorm om dit te bekostigen is het afsluiten van shared savings contracten. Zorgaanbieders ontvangen dan van de zorgverzekeraar een afgesproken deel van de gerealiseerde besparing, waardoor een prikkel ontstaat om kostenbesparende zorg te leveren. Maar hoe krijg je een shared savings contract – of überhaupt innovatieve bekostiging – van de grond?

HOE IMPLEMENTEER JE INNOVATIEVE BEKOSTIGING? Creëer een gemeenschappelijke basis De verhoudingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn niet altijd even sterk – er blijkt een gebrek aan vertrouwen tussen de partijen. Inzicht in deze relatie helpt om samen verder te gaan. Toets deze bijvoorbeeld vooraf middels een vragenlijst. Om succesvol samen te werken speelt daarnaast ieders intrinsieke motivatie een belangrijke rol. Definieer waarom je wilt samenwerken (urgentie, meerwaarde) en leg dit vast. Zo creëer je een gemeenschappelijke basis om verder te gaan.

Investeer in het proces Het contractvormingsproces kent een lange adem. Het is daarom belangrijk dat er voldoende geld en middelen beschikbaar zijn om deze aanloopperiode te kunnen doorlopen. Naast intern budget is het raadzaam om bij de financier(s) naar innovatiepotjes te vragen.

Deel keuzes en zorg zo voor mandaat Een veelgenoemde drempel om over te gaan op innovatieve bekostiging is een tekort aan overeenstemming binnen de eigen organisatie, waardoor het moeilijk wordt om beslissingen te nemen. Het is daarom belangrijk dat de vertegenwoordiger gemandateerd wordt door het management. Anders loopt het proces om daadkrachtig tot contractvorming te komen in de soep. Bespreek vooraf in de organisatie wie de gesprekken voert en geef mandaat mee. Zorg voor een mogelijkheid om te kunnen opschalen indien nodig.

Beschik over de juiste (kosten-)informatie Het zorgvuldig afstemmen en op orde hebben van datastromen is een belangrijke succesfactor. Alleen hierdoor is er volledig zicht op de kosten en kwaliteit van zorg voor de patiëntpopulatie. Daarnaast geeft dit inzicht al in de oriëntatiefase een beeld bij de grootste kostendrijvers. Gebruik dit inzicht om een kansrijke interventie te bepalen.

OVER HET ONDERZOEK Q-Consult heeft een aantal betrokkenen bij shared savings

Frens Verstijnen & Nienke Bults, Q-Consult

01 2021

Verdiep je vooraf in alle aspecten van de bekostigingsvorm Er blijkt vaak een gebrek aan kennis over de verschillende aspecten van het contract te zijn. Hoe bepaal je bijvoorbeeld hoeveel savings er zijn behaald en hoe deze worden uitgekeerd? Daarnaast blijkt er onvoldoende zicht op interventies die leiden tot het verminderen van zorgkosten met behoud van kwaliteit. Verdiep je daarom vooraf in alle aspecten van de bekostigingsvorm. Loop bijvoorbeeld de vijf ‘building blocks’ voor shared savings contracten door en neem zo nodig een partij met kennis hierover in de arm.

initiatieven geïnterviewd om de implementatie te ontleden. Dit onderzoek gaat in bredere zin in op de rol van kennis, relaties, resources (tijd, geld en datamanagement), conformiteit, intrinsieke motivatie, financiële zekerheid en externe omstandigheden. Hierbij wordt o.a. vastgesteld dat de wet- en regelgeving meer moet worden ingericht op vergoeding van preventie. Met het adviesrapport van de NZa en het Zorginstituut is de eerste stap hierin gezet. Het volledige onderzoek met een toelichting op alle factoren die een rol spelen is op te vragen via samenwerken@qconsult.nl.

13


ACHTERGROND

POLITIEKE STANDPUNTEN ZORG De zorg is een belangrijk thema voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart. Wat willen de politieke partijen voor de komende vier jaar? Fizier heeft de belangrijkste zorgstandpunten uit de verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen op een rij gezet.

• Minder marktwerking, meer samenwerking • Voor ziekenhuiszorg nieuwe zorgkaart met regioziekenhuizen en gespecialiseerde topcentra. Regionaal over grenzen zorgdomeinen samenwerken. • Eigen risico gelijk houden. • Rem op overbehandeling en onbewezen behandelingen. Stimuleren van innovatie. • Uitbreiden aantal verpleeghuizen en gevarieerd aanbod nieuwe vormen wonen en zorg. • Opwaardering beroep verpleegkundige. Verpleegkundige als chief nursing officer in bestuur alle ziekenhuizen. Halveren collegegeld opleidingen verpleegkundige. Aanstellen reservisten in de zorg. • Regionale preventiefondsen waarin gemeenten, zorgkantoren, verzekeraars en zorginstellingen gezamenlijk investeren in preventie.

Reinald van der Meer

14

• Zorg die dichtbij is georganiseerd. Zorg op een menselijke schaal en met een menselijk gezicht. • Meer ruimte voor huisartsen en wijkverpleegkundigen en zorg in de thuissituatie. • Een verlaging van het eigen risico en het verminderen van het aantal zorgpolissen. • Verplichte loondienst voor alle medisch-specialisten. • Het tegengaan van de stapeling van eigen bijdragen en het ontzien van chronisch zieken en gehandicapten. • Forse investeringen in preventie: voorkomen is immers beter dan genezen.

• Samen werken aan de beste zorg van de wereld. Meer samenwerken in de zorg maakt de zorg beter. • Meer vertrouwen in eigen afwegingen zorgprofessionals, zonder onnodige regels en protocollen. • Vergoeding geleverde zorg niet op basis aantal handelingen maar op basis toegevoegde waarde. • Bij bekostiging zorg selecteren op zinnige zorg en zorgen voor eerlijke eigen betalingen. • Scherp publiek toezicht op de geneesmiddelenmarkt.

• Cultuur-intensieve zorg: bij zorg rekening houden met cultuur en achtergrond patiënten. • Eigen risico zorg afschaffen en verlagen zorgpremie. • Verbetering beloning en positiezorgmedewerkers. Salarissen top verlagen. Specialisten in loondienst. • Afschaffen overbodige registraties. • Concentreren planbare specialistische medische zorg. • Voldoende middelen gemeentelijke basiszorg.

• Professionals krijgen beter loon en krijgen zelf middelen om werkdruk en administratie aan te pakken. • Afschaffen marktwerking. Van zorgverzekeraars naar publieke regionale zorgfondsen. • Landelijke coördinatie zorg jongeren met complexe problemen. • Einde maken aan wachtlijsten in de ggz. Verlaging

01 2021


ACHTERGROND

• •

administratieve lasten en financiële positie aanbieders door vergoeding van werkelijk gemaakte kosten. Extra verpleeghuisplekken, passende seniorenwoningen en meer voorzieningen voor ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Iedereen moet voor spoedeisende ziekenhuiszorg en voor kleine ingrepen in de buurt terecht kunnen. Verhoging bijdrage aan gemeentefonds zodat gemeenten zorg en ondersteuning lokaal goed kunnen organiseren. Ook landelijke basisfinanciering GGDen. Geen winstuitkering in de zorg. Medisch specialisten in loondienst en gaan onder Wet normering topinkomens vallen.

medewerkers. • Kwaliteit zorg via Wmo en Jeugdzorg mag niet meer afhangen van gemeente waar je woont. Onverantwoorde bezuinigingen terugdraaien.

• Eigen risico zorg geheel afschaffen. • Terugdraaien bezuinigingen thuiszorg, ouderenzorg, meer handen aan het bed.

• Eigen risico zorg stapsgewijs geheel afschaffen. • Zorgpremie verlagen. • Zorgverzekeraars mogen geen winst aan aandeelhouders uitkeren. • Spoedeisende hulp overal in Nederland binnen 15 minuten beschikbaar. Zorg dichtbij met een gezondheidscentrum waar je ook in het weekend terecht kunt. • Meer waardering zorgpersoneel (meer salaris, minder werkdruk en meer collega’s).

• Rekening zorg eerlijk delen. Eigen risico zorg naar nul. Ziektekostenpremies inkomensafhankelijk, waardoor zorgtoeslag onnodig wordt. Geen eigen bijdragen Wmo. • Nationaal onderzoeksfonds geneesmiddelen zodat we minder afhankelijk zijn van farmaceutische industrie. Aanleg strategische voorraad medicijnen en hulpmiddelen. • Ouderen verdienen waardige oude dag. Vrije keuze tussen zorg thuis of een kleinschalig Zorgbuurthuis, die ook een inloopfunctie heeft voor de hele buurt. • Zorgcowboys krijgen geen kans meer. Geen winstuitkeringen in de zorg. • Salarissen zorgmedewerkers omhoog en meer invloed voor hen om onzinnige regels en bureaucratie te schrappen. Niet verzekeraars, maar verzorgenden/ professionals stellen vast welke zorg nodig is. • Verantwoordelijkheid voor specialistische jeugdzorg komt bij landelijke overheid. • Invoeren gemeentelijk basispakket voor thuiszorg dagbesteding, ondersteuning en mantelzorg om te voorkomen dat de zorg per gemeente verschilt. Gemeenten krijgen daar dan ook voldoende middelen voor. • Elke regio een volwaardig ziekenhuis met spoedeisende hulp en acute verloskunde.

• Eigen risico zorg afschaffen en terugkeer ziekenfonds met uitgebreide dekking. • Meer zorg, minder markt. Meer IC-capaciteit en behoud (kwaliteit en functies) regioziekenhuizen. • Meer investeren in en meer zeggenschap door zorg-

• Salarisverhoging voor zorg- en hulpverleners. • Geen vaccinatiedwang, in welke vorm dan ook. • Acute zorg moet altijd voor iedereen toegankelijk zijn en blijven. • Mensen moeten kunnen kiezen voor zorgverlening die past bij hun levensovertuiging en wensen.

• • • • • • • •

Eigen risico zorg verlagen naar € 200. Maximeren eigen bijdrage Wlz en Wmo. Terugdringen bureaucratie. Winstuitkering en reserves verzekeraars aan strenge eisen gebonden. Alle gelden thuiszorg, jeugdzorg en ouderenzorg oormerken. Voorwaarden voor thuiszorg, jeugdzorg en ouderenzorg in alle gemeenten hetzelfde. Vrije artsenkeuze Meer nadruk gezondheidspreventie

01 2021

15


ACHTERGROND

• Intrekken euthanasiewet. Strafbaar stellen dwang tot abortus.

• Aanpakken doorgeschoten marktwerking en bureaucratie. • Betaalbaar houden van de zorg. Onwetenschappelijke en ineffectieve behandelingen niet meer vergoeden. • Bevriezen eigen risico en kijken naar alternatieve vorm van eigen betalingen. • Robuuster zorgsysteem om gezondheidscrises de baas te kunnen. Investeren in flexibele reservecapaciteit, reservevoorraden en coördinatiepunten voor verdeling van patiënten en hulpmiddelen. Iedere vijf jaar een crisisoefening.

• Meer werkplezier zorgmedewerkers door meer zeggenschap, bijvoorbeeld door een plek voor verpleegkundigen in het bestuur van instellingen.

• Maatschappelijke dialoog over betaalbaarheid, houdbaarheid en duurzaamheid gezondheidszorg. • Zinnige zorg met bewezen effectiviteit. Gestoeld op basis wetenschappelijk bewijs, maar ook op ervaring van patiënten. • Mogelijkheid meerjarige zorgpolis bij zorgverzekeraar zodat verzekeraar meer kan inzetten op preventie. • Eigen risico verlagen naar € 200. In combinatie met maatschappelijke dialoog kijken naar afschaffing eigen risico.

&ŝnjŝ ŝŶƚƌŽĚƵĐĞĞƌƚ ŚĞƚ ďĞĚƌŝũĨƐůŝĚŵĂĂƚƐĐŚĂƉ͘ DĞĞƌĚĞƌĞ njŽƌŐĮ ŶĂŶĐŝĂůƐ Ƶŝƚ ĞĞŶ ŽƌŐĂŶŝƐĂƟ Ğ ŬƵŶŶĞŶ ĚĂĂƌŵĞĞ "$ ! ŽƉĚŽĞŶ ĞŶ ĚĞůĞŶ ĠŶ ŝŶŚŽƵĚĞůŝũŬ # ǁĞƌŬǀĞůĚ͘ DĞƚ ĚĞ ŬŽŵƐƚ ǀĂŶ ďĞĚƌŝũĨƐůŝĚŵĂĂƚƐĐŚĂƉƉĞŶ ƐĞŐŵĞŶƚĞƌĞŶ ǁĞ ŚĞƚ ĂĂŶďŽĚ ǀĂŶ ŬĞŶŶŝƐͲ ĞŶ ŶĞƚǁĞƌŬďŝũĞĞŶŬŽŵƐƚĞŶ͘ tĞ ďŝĞĚĞŶ ŝĞĚĞƌĞ njŽƌŐĮ ŶĂŶĐŝĂů ďŝŶŶĞŶ ŚĞƚ ďĞĚƌŝũĨƐůŝĚŵĂĂƚƐĐŚĂƉ ĞĞŶ ŝŶƚĞƌĞƐƐĂŶƚ ĂĂŶďŽĚ Ͳ ǀĂŶ ĚŝƌĞĐƟ ĞŶŝǀĞĂƵ ƚŽƚ ŽƉĞƌĂƟ ŽŶĞĞů ŶŝǀĞĂƵ ĞŶ ǀĂŶ ƐĞĐƚŽƌƐƉĞĐŝĮ ĞŬ ƚŽƚ ƐĞĐƚŽƌ ŽǀĞƌƐƟ ũŐĞŶĚ͘

ϭ /E s Z EdtKKZ >/:< ϭ >/ ^ E/KZ D E ' D Ed ϴ ΈzKhE'Ή &/E E / >^ Έ/E >͘ KEdZK>> Z^͕ s/^ hZ^͕ KZ's Z<KW Z^ d ͘Ή

ϭ /E s Z EdtKKZ >/:< ϭ >/ ^ E/KZ D E ' D Ed ϰ ΈzKhE'Ή &/E E / >^ Έ/E >͘ KEdZK>> Z^͕ s/^ hZ^͕ KZ's Z<KW Z^ d ͘Ή

ϭ >/ ^ E/KZ D E ' D Ed Ϯ ΈzKhE'Ή &/E E / >^ Έ/E >͘ KEdZK>> Z^͕ s/^ hZ^͕ KZ's Z<KW Z d ͘Ή

% % &

ĞŶ ũĞ W͛Ğƌ ŽĨ ŝƐ ůŝĚŵĂĂƚƐĐŚĂƉ ǀĂŶ ĠĠŶ njŽƌŐĮ ŶĂŶĐŝĂů ŝŶ ĞĞŶ ŽƌŐĂŶŝƐĂƟ Ğ ŐĞǁĞŶƐƚ͍ <ŝĞƐ ĚĂŶ ǀŽŽƌ ŚĞƚ ŝŶĚŝǀŝĚƵĞůĞͬ WͲůŝĚŵĂĂƚƐĐŚĂƉ͘

16

01 2021


HOOFDPUNT

Na de storm Mijn eerste column voor Fizier! Op verzoek van de redactie mag ik mijn mening geven over actuele (financiële) thema’s in de rubriek Hoofdpunt. En natuurlijk heb ik deze eervolle uitnodiging aangenomen. Met mijn ervaring als bestuurder en toezichthouder binnen diverse zorginstellingen en de vijf jaar ervaring als bestuursvoorzitter van het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam hoop ik de scherpe inzichten van de vorige columnist, Toine van der Pol, voort te zetten.

O

p mijn lijstje met thema’s staan onderwerpen als waardegedreven zorg, bekostiging op basis van kwaliteit in plaats van productie, sector overstijgende samenwerking, populatiebekostiging en nog veel meer. Dit eerste nummer van 2021 staat in het teken van de Tweede Kamerverkiezingen en deze column daarom ook. Eigenlijk staat mijn hoofd daar op dit moment helemaal niet naar. Op het moment van dit schrijven is het begin januari en het is crisis in de zorg. Ziekenhuizen zijn overvol en moeten soms zelfs de SEH sluiten, reguliere operaties worden uitgesteld, ziekteverzuim onder zorgpersoneel stijgt en code zwart ligt op de loer. Gelukkig is het vaccin daar en heeft het kabinet inmiddels besloten om personeel werkzaam in de acute keten met voorrang te gaan vaccineren. En dan een column schrijven over de verkiezingen... Mijn voorspelling is dat zodra de storm is gaan liggen en het vaccin zijn werk doet, een discussie ontstaat over ‘hoe heeft het zover kunnen komen’. En ik ben bang dat het antwoord zal zijn: ‘het is de schuld van de marktwerking’. Een veel te eenvoudig antwoord, maar politiek scoort dit waarschijnlijk goed in de verkiezingsdebatten. Er hebben zich 89 partijen gemeld bij de Kiesraad die meedingen om een plaatsje op de kieslijst, en daarmee een plaats in de Tweede Kamer. Dat worden dus heel veel verkiezingsprogramma’s. U merkt aan mijn woorden dat ik hier een uitgesproken mening over heb. Daar kom ik op terug, eerst even mijn analyse van de vraag hoe het zover heeft kunnen komen...

Peter Langenbach, voorzitter raad van bestuur, Maasstad Ziekenhuis

01 2021

Sinds februari 2005 werken we met DBC’s als mechanisme om de gewenste marktwerking in de ziekenhuizen vorm te geven. De veronderstelling is dat ziekenhuizen, als aanbieders en zorgverzekeraars die namens de patiënten optreden als vragers, komen tot een marktevenwicht bestaande uit een evenwichtsprijs en -aanbod. Over deze vorm van vrijemarkteconomie was zelfs Keynes in 1936 al kritisch. Hij betoogde dat vrije markten soms werken, maar in bijzondere omstandigheden ook kunnen falen. Basis van zijn kritiek was dat prijzen en de aangeboden hoeveelheid zich in bepaalde gevallen te langzaam aanpassen en daarom introduceerde hij de overheid als partij die dan moet ingrijpen.

Dit is wat mij betreft de kern van de situatie waarin we terecht zijn gekomen. We hebben de markt zijn werk laten doen, maar omdat we de vraag niet kunnen betalen, hebben we plafonds geïntroduceerd. Dat betekent dat vraag en aanbod niet bij elkaar komen, maar dat de vraag wordt afgetopt op het niveau van de plafonds. Dat is al minder dan de markt in vrije werking zou hebben opgeleverd. En dit is gebaseerd op ‘normale’ omstandigheden en niet voor bijzondere situaties zoals een pandemie. Daarmee is het logisch dat de capaciteit van bijvoorbeeld IC-bedden nu onvoldoende blijkt te zijn. En het duurt te lang om via het marktmechanisme een hoger aanbod te creëren. Daarmee is wat mij betreft de marktwerking niet de schuldige, dit hadden we kunnen voorzien en dat bleek ook tijdens de grieppandemie in 2018. Maar wat is dan de oplossing? Het afschaffen van de marktwerking is wat mij betreft niet de oplossing. We hebben gezien dat wachtlijsten zijn verkleind, we beter de kosten kunnen beheersen en via benchmarks beter de kwaliteit en kosten met elkaar in verband kunnen brengen. Mijn conclusie is dat de zorg niet altijd door de markt kan worden gereguleerd en er, net als Keynes in 1936 al schreef, in bijzondere omstandigheden de overheid een interventie moet plegen. Wat mij betreft is dat een flexibele schil bovenop de reguliere capaciteit. Te denken valt aan een systeem van reservisten bestaande uit artsen en verpleegkundigen die met pensioen zijn gegaan of een andere keuze in hun loopbaan hebben gemaakt. Door hen jaarlijks te trainen en hun registratie actueel te houden, zijn zij inzetbaar om een piek beter op te vangen. En juist dit deel moet buiten de werking van de markt worden gehouden en door de overheid worden ingezet bij een volgende pandemie. Dan kan de marktwerking met daarin de juiste prikkels (lees kwaliteit en preventie) onder normale omstandigheden zijn goede werk doen. Ik kijk uit naar de partijprogramma’s en de partijen die een gedurfde wijziging van het huidige zorgstelsel willen en kunnen doorvoeren. De huidige concept partijprogramma’s laten zich tot op heden voornamelijk uit in algemeenheden over de zorg, terwijl de huidige pandemie aantoont dat er op het gebied van zorg lef nodig is van de politiek en niet uitsluitend oneliners en kortetermijnoplossingen.

17


REFLECTIES

Moed en wijsheid Na de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 zal een nieuw kabinet geformeerd worden. Aan dit kabinet de taak om Nederland in de periode 2021-2025 beter te maken. Beter in de zin van herstel na corona, maar ook beter in de zin van ordening van de samenleving en van de sectoren in onze samenleving. Ongeacht de opdracht die de formateur meekrijgt, wens ik hem of haar tezamen met het nieuwe kabinet veel moed en wijsheid toe.

De publieke sector Het is duidelijk dat er een grote opgave in de publieke sector ligt. Ondanks de inspanningen die het onderwijs levert verlaat naar verluid zo’n 25% van de leerlingen het onderwijs als functioneel analfabeet. Het advies van de commissie Dijsselbloem uit 2008 om de sector niet te overspoelen met onderwijshervormingen en veranderingen alleen maar door te voeren gebaseerd op gedegen onderzoek en evaluatie, wordt blijmoedig en grootschalig genegeerd. De grote hoeveelheid opdrachten die het onderwijs meekrijgt hebben het beroep van leraar ondertussen niet aantrekkelijker gemaakt. Een andere publieke sector waar het ‘piept en kraakt’ is de (sociale) woningbouw. De Volkskrant constateerde in haar analyse van 11 september 2020 dat corporaties nauwelijks meer woningen bijbouwen en steeds meer de broekriem moeten aanhalen om de verhuurdersheffing, zo’n € 9 miljard sinds de invoering, op te kunnen brengen. Het tekort aan woningen, zeker voor doelgroepen als jongeren en ouderen, loopt ondertussen op veel plaatsen steeds verder op. Tegelijk ligt er voor de sociale woningbouw een enorme verduurzamingsopgave. Portaal, een grote Utrechtse woningcorporatie, deed op de tweede dinsdag van september met haar Woonrede een dringende oproep om samen te werken om het probleem op de woningmarkt in ieder geval kleiner te maken. Ook in de private sector is een steeds groter gebrek aan geschikte woningen voor bepaalde doelgroepen zoals starters.

intern tegenstrijdig. De reflex van de politiek om dan te vragen om individueel maatwerk oogt sympathiek, maar staat ook op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen moeten immers gelijk en objectief behandeld worden. De opgaven die aan de gezondheidszorg gesteld worden zijn al lange tijd duidelijk. De vergrijzing van de bevolking leidt tot een toenemende vraag naar gezondheidszorg. Tegelijk worden de arbeidsmarkt en de basis om de sterk toenemende kosten te kunnen dragen juist krapper. Meer van hetzelfde is geen realistische oplossing omdat het simpelweg ontbreekt aan financiële middelen en het personeel voor uitbreiding van capaciteit. Digitalisering en innovatie zouden een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van dit probleem. Digitalisering lijkt nu, onder druk van corona, wat meer van de grond te komen maar innovatie komt maar heel mondjesmaat tot stand. Dit is niet alleen te wijten aan een zeker conservatisme van de sector. Vooral in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg is het zeer de vraag of arbeid op grote schaal vervangen kan worden door technologische oplossingen. Inzet op vergroting van de zelfredzaamheid van ouderen met een zorgvraag lijkt hierdoor cruciaal. Een goede fysieke leefomgeving en een geschikte woning zijn hierbij een voorwaarde. Laat hier nou juist een groot tekort aan zijn.

Maatschappelijke vraagstukken

Frans Schaepkens, directeur WFZ

18

De openbare hoorzittingen en het rapport over de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst laten zien dat ook in het openbaar bestuur sprake is van serieuze problemen. Ingewikkeldheid van wetgeving die is gebaseerd op tal van compromissen tussen partijen – verschillende uitvoeringsinstanties die regelmatig langs elkaar heen werken, politieke druk om fraude te bestrijden en onvoldoende oog voor signalen dat het misgaat – hebben geleid tot een drama voor duizenden gezinnen. Niet alleen de Belastingdienst kampt met problemen, ook andere uitvoeringsinstanties laten steken vallen, niet in de laatste plaats omdat hetgeen ze moeten uitvoeren ontzettend complex is en volgens mij soms ook

De maatschappelijke vraagstukken zijn waarschijnlijk nog groter en complexer en lijken de vorm aan te nemen van een veelkoppig monster. Het terugdringen van de klimaatopwarming, het oplossen van de stikstofproblematiek, het aan het werk houden van zoveel mogelijk mensen (ongeacht of die wel of niet een afstand hebben tot de arbeidsmarkt), de toenemende kansenongelijkheid, de houdbaarheid van het pensioenstelsel, de verdeling van welvaart over bedrijven, burgers en publieke sector, het creëren van een duurzaam innovatief klimaat en het verdelen van de beschikbare ruimte in Nederland over onder meer landbouw, woningbouw, industrie, natuur en energieopwekking zijn vraagstukken die vragen

01 2021


REFLECTIES

om een lange adem, een visie op de toekomst maar ook om keuzes. En bovenal vragen ze om regie. Het vraagstuk over individuele versus collectieve verantwoordelijkheid en verplichtingen is fundamenteel. De afgelopen decennia zijn politiek en overheid steeds meer uitgegaan van de zelfredzame burger die in het uiterste geval vraagt om ondersteuning door de overheid. De burger draagt zelf verantwoordelijkheid voor zijn eigen gedrag en zijn eigen daden en is ook verplicht zichzelf te bedruipen. Inmiddels is duidelijk dat een sterk betuttelende overheid niet wenselijk is maar dat het beeld van de zelfstandige burger die zelf alle keuzes kan maken ook niet aansluit op de realiteit. In een aantal gevallen – zie de maatregelen om roken of het gebruik van plastic tasjes te ontmoedigen – grijpt de overheid wel in, maar vaker laat ze dit na. Zie bijvoorbeeld de onwil om een suikertaks in te voeren hoewel dat wel zou werken. Eén van de moeilijkste vraagstukken is het spanningsveld tussen individuele rechten en solidariteit. Solidariteit vergt dat individuen een offer brengen voor het collectief. Dat kan zijn in de vorm van geld, bijvoorbeeld belastingen om de publieke sector mogelijk te maken en om inkomens te herverdelen, maar ook in de vorm van het nalaten van voor anderen nadelig handelen. De tijdsgeest lijkt een slingerbeweging te maken van individu naar collectief, van marktwerking naar centrale sturing,

01 2021

van een staat op afstand naar een staat die meer regie en verantwoordelijkheid neemt. Kortom, het lijkt tijd voor een nieuw sociaal contract tussen de overheid (dat zijn wij en niet ‘zij’!) en de burgers van Nederland.

Het regeerakkoord Het regeerakkoord dat ten grondslag ligt aan het huidige kabinet omvatte maar liefst 70 pagina’s en bevatte vooral teksten over geld dat uitgetrokken wordt voor bepaalde activiteiten en voornemens, zoals ‘Er moeten meer betaalbare huurwoningen in de vrije sector komen’ en ‘Met zorgaanbieders, zorgverleners, verzekeraars en toezichthouders zetten we met schrapsessies fors in op minder bureaucratie en minder regels’. Dat soort teksten gaan uit van best effort terwijl de Nederlandse samenleving om resultaten zit te springen. Daarom zou ik willen voorstellen dat het nieuwe regeerakkoord nog niet de helft van het aantal pagina’s bevat en vooral gaat over welke doelen bereikt moeten worden. Bijvoorbeeld X.000 meer geclusterde zorgwoningen die geschikt zijn voor ouderen met een Wlz-indicatie in 2025 of de kosten van zorg stijgen niet harder dan het BNP. Het is vervolgens aan de ministers van het nieuwe kabinet – de uitvoerende macht – om te zorgen dat die doelen gerealiseerd worden met een doelmatige besteding van middelen. Het is dan aan de

19


REFLECTIES

Eerste en Tweede Kamer – de controlerende macht – om erop toe te zien dat het kabinet die doelstellingen ook realiseert. Daarmee krijgen ministers meer ruimte om doelen te verwezenlijken en kan de overheid ook ‘leveren’ waar de burger behoefte aan heeft. Het aantal hoofdthema’s van een nieuwe regeerakkoord zou ook kleiner kunnen zijn: klimaatverandering, energie en stikstof problematiek zijn belangrijk op zowel korte als lange termijn. Een sterke verbetering van het onderwijs legt de basis voor Nederland als kenniseconomie. Ruimtelijke ordening en wonen zijn twee thema’s die in elkaars verlengde liggen maar bijvoorbeeld ook verbonden zijn met landbouw, export en stikstof. Het is evident dat er keuzes gemaakt moeten worden; los van de grenzen van wat financieel past, is Nederland fysiek te klein om aan alle wensen van alle sectoren te kunnen voldoen, vandaar het accent op ruimtelijke ordening. Daarnaast zouden afspraken over inkomensverdeling ook deel moeten uitmaken van een regeerakkoord. Zowel inkomensverdeling als ruimtelijke ordening zijn vraagstukken waar verdeling van iets dat schaars is een centrale rol speelt. Om die reden zou de overheid bij nogal wat vraagstukken veel meer de centrale regie moeten pakken omdat lagere overheden niet de slagkracht hebben, het doorzettingsvermogen, de middelen en de mogelijkheden tot grootschalige coördinatie om die vraagstukken bevredigend op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan de stikstofproblematiek, woningbouw of zorgtoewijzing. Om Nederland zowel concurrerend als leefbaar te houden zou innovatie ook een hoofdthema moeten zijn. Er zijn inmiddels genoeg voorbeelden in Nederland waar innovatie door samenwerking van overheid, bedrijfsleven en onderwijs en wetenschap leiden tot een innovatieve omgeving waar nieuwe producten en diensten ontwikkeld worden. Tot slot zou ik een oproep willen doen om ook een alinea te wijden aan fatsoenlijke omgangsnormen in politiek en maatschappij. Het typeren van ongewenst gedrag als ‘asociaal’ roept niet direct een behoefte op bij de aangesprokene om dat gedrag te veranderen.

Tijd voor een nieuw sociaal contract tussen overheid en burgers van Nederland De zorgsector Belangrijke thema’s voor de zorg zijn wat mij betreft de realisatie van voldoende plaatsen om de vergrijzing van de bevolking op een passende manier op te vangen (er lijkt steeds meer behoefte aan een tussenvoorziening, de

20

functie die vroeger een bejaardenhuis had), een beheerste ontwikkeling van de kosten en een beperking van de marktwerking binnen het huidige stelsel. Inzetten op meer samenwerking, regionale afstemming en preventie zijn belangrijke thema’s, evenals debat over wat technisch kan versus wat wenselijk is. De twee hoofdthema’s die wat mij betreft echter de paragraaf over de zorgsector zouden moeten domineren zijn de arbeidsmarkt en innovatie. Tot op zekere hoogte zijn die complementair maar we moeten niet de illusie koesteren dat met innovatie het tekort op de arbeidsmarkt – in combinatie met toenemende vraag naar arbeid – opgelost kan worden. Toch moet niet de rol van innovatie onderschat worden. Medische innovatie heeft altijd plaatsgevonden maar het zou nu veel meer moeten gaan om innovatie op het gebied van logistiek, het snel herkennen en diagnosticeren van medische problemen, ondersteuning van preventie, meer en betere metingen en diagnostiek thuis, communicatie en samenwerking en het ondersteunen van zorgverleners met specifiek daarvoor geëigende informatie. Innovatie vergt samenwerking. Samenwerking met onderwijs en wetenschap, met bedrijfsleven maar ook met de overheid. De ondersteuning door de overheid met belastinggeld van de ontwikkeling van een coronavaccin geeft aan dat de overheid een rol moet spelen, maar niet de alleenheerschappij heeft. De zorgsector is ook veel meer gebaat bij kijken naar wat werkt. Welke initiatieven werpen vruchten af en kunnen ook elders toegepast worden? Ontwikkelingen die zijn uitgedacht in en door de sector zelf kunnen waarschijnlijk rekenen op meer draagvlak dan van bovenaf opgelegde veranderingen. Hoewel een zekere mate van dwang en drang, naast grotere betrokkenheid van wetenschap en bedrijfsleven, waarschijnlijk wel nodig zal zijn gezien het eerder geconstateerde conservatisme in de sector. Misschien heeft de overheid nog ergens de mogelijkheid om een innovatiefonds van behoorlijke omvang (€ 1 miljard?) op te zetten voor initiatieven die gebaseerd zijn op samenwerking tussen de zorgsector en andere sectoren. Om voor dat geld in aanmerking te komen moet er sprake zijn van samenwerking met wetenschap en bedrijfsleven én van een risicovol idee dat naast goede kans van slagen ook een goede kans van falen heeft; anders is het geen innovatie.

Tot slot Het verleggen van de koers naar een regeerakkoord dat ziet op een beperkt aantal hoofdthema’s en maatschappelijke vraagstukken en dat vooral uitgaat van concrete doelstellingen is een breuk met het verleden. Zeker als veel partijen aan een coalitie deel moeten nemen is dat erg moeilijk. En daarom wens ik ook zowel de (in)formateur als het nieuwe kabinet veel moed en wijsheid toe; dat zouden nog wel eens de belangrijkste ingrediënten voor een succesvolle kabinetsformatie kunnen zijn.

01 2021


DUOPINIE

Jan Gerben Verzijl, Directeur Finance & Control Stichting Philadelphia Zorg

01 2021

It’s not the destination that counts, the journey is the reward. Het gaat niet om de bestemming, het is de reis (ervaring) die telt. Een gezegde veelal geuit in de mindfulness-hoek, en zeker geen soft gezegde als ook een stoer motormerk als Harley-Davidson de reis als beloning gebruikt in haar reclames. Is dit gezegde bruikbaar voor de politiek? Ik durf te stellen: ja, juist bruikbaar voor de politiek! De ultieme prietpraat over toegang, kwaliteit, zeggenschap en als klapstuk de al veertig jaar gangbare maar wetenschappelijk bewezen onzin over onbetaalbaarheid en daarmee noodzakelijk marktwerking. Of juist niet, al naar gelang de linker- of rechterkant van het politieke spectrum. Het is allemaal meer van hetzelfde en dat verkiezingscampagne na verkiezingscampagne. De bestemming verpakt als statements maakt geen onderscheid tussen partijen en doet dus niets. Het zou pas echt verrassend zijn als een partij een afwijkend taalgebruik zou durven hanteren. Geeft de weg naar de bestemming wel een keuzemogelijkheid? De weg in partijpolitiek bestaat uit keuzes voor stelsels, voor uitwerking van ideeën, voor principes als vrije hand of verregaand gereguleerd. Ook hier weinig nieuws onder de zon. Mijn ultieme tip is om te zoeken naar een partij die snapt dat regulering onderhevig is aan cycli, dat wat nu werkt na verloop van tijd niet meer voldoet. Wie durft iets concreets over verandering te roepen? Over tijd voor vervanging van een over-de-top bij technocraten geliefd DOTsysteem, over de Jeugdwet als wees zwervend in een donker woud van landelijke en gemeentelijke tegenstrijdigheden en daarmee kind van de maatschappelijke rekening, over de Wmocowboys en -criminelen (Lees Follow the Money!). Wie durft? Verander de weg en er valt veel te beleven voor controllers om door nieuwe systemen en keuzes heen te kijken en onze organisaties daarop voor te bereiden, strategisch bezig te zijn in plaats van platgetreden keien te onderhouden.

De Tweede Kamer verkiezingen komen er weer aan. Een tijd van nadenken over welke partij(en) en volksvertegenwoordigers het best de belangen van onze samenleving behartigen. In de rijksbegroting neemt de zorg met circa 80 miljard euro per jaar (gemiddeld over de periode 2017 - 2020, zonder corona) een flinke hap uit de collectieve middelen van Nederland. Met zo’n beslag op gemeenschapsgeld mogen we best even stilstaan bij welke volksvertegenwoordigers we kiezen. De vraag is: In welke mate valt er vooraf iets te kiezen? Natuurlijk zijn er partijprogramma’s die je kunt vergelijken. Hoe je de inhoud van de partij programma’s weegt, hangt maar net af vanuit welke perspectief je kijkt: vanuit perspectief van de belasting/premie betaler, de (chronische) zorg gebruiker, de werknemer in de zorg, of als mantelzorger van een naaste. De meesten van ons hebben meerdere petten. Wat mij betreft is er een rode draad. We willen zorg die: van passende kwaliteit is, toegankelijk is ongeacht wie je bent, zinnig en zuinig met ons belastinggeld omgaat, zich aanpast aan de nieuwe (medische, technische) mogelijkheden, fatsoenlijk wordt gewaardeerd en beloond en die ook in de toekomst door onze kinderen is op te brengen. Zeg maar: kwalitatief, toegankelijk, en betaalbaar. Bij mijn weten is er geen politieke partij die dit niet wil. Dit betekent dat de zorg zich niet echt leent om je als politieke partij uitdrukkelijk mee te onderscheiden en in scorelijstjes weer te geven. Iets meer doen van het een betekent minder doen van het ander. Naast goede zorg willen we ook graag goed onderwijs, politie en een goede infrastructuur. Als financials snappen wij dat maar al te goed. De splijtzwam is veelal: Wat we als land met collectieve (belasting) middelen betalen en wat burgers zelf betalen. Hierbij geldt: Gratis bestaat niet. Links of rechtsom betalen inwoners van een land voor zorg. Ook dat snappen zorgfinancials.

Foto: Lucien Souisa

Foto: De Beeldredaktie

ZORG LEENT ZICH NIET VOOR POLARISERENDE POLITIEKE STANDPUNTEN

Arwin de Ruijter, interim manager F&C Tournesols

21


FISCALITEITEN

Ontwikkelingen en onduidelijkheden

Zorgbesluit vrijstelling vennootschapsbelasting De uitleg en toepassing van de zorgvrijstelling van de vennootschapsbelasting blijft in beweging. Het overgangsrecht is onlangs met een jaar verlengd en er is duidelijkheid gekomen over de impact van de coronabijdragen. De inrichting van de statuten blijft de gemoederen nog steeds bezig houden. In deze bijdrage een update. Overgangsrecht met een jaar verlengd Eind december 2020 is het beleidsbesluit genomen om het overgangsrecht van de zorgvrijstelling, dat zou aflopen, met een jaar te verlengen tot eind 2021. Wellicht bedoeld als een kerstcadeautje, ware het niet dat een groot deel van de zorginstellingen hun situatie inmiddels al zo goed mogelijk in lijn hadden gebracht met de nieuwe voorwaarden en het overgangsrecht dus niet meer nodig hebben. Uiteraard zullen er ook zorginstellingen zijn die andere prioriteiten hadden waardoor verlenging als gelegen komt. Voor instellingen die niet kunnen, of niet willen, voldoen aan de nieuwe eisen van het beleidsbesluit van december 2019 biedt deze verlenging de mogelijkheid om nog een jaar buiten de heffing van vennootschapsbelasting te blijven. Hierbij dient er wel rekening mee gehouden te worden dat het overgangsrecht geen vrijbrief is voor de zorgvrijstelling; het overgangsrecht bepaalt dat aan enkele in het beleidsbesluit 2019 gestelde eisen nog niet hoeft te worden voldaan, maar dat uiteraard wel aan de andere voorwaarden zoals de werkzaamhedeneis moet worden voldaan. Let op, voor deze instellingen kan het overigens in sommige situaties gunstiger zijn om de vennootschapsbelastingplicht eerder in te laten gaan dan per 1 januari 2022. Bijvoorbeeld als nu verliezen worden geleden kunnen, door aangifte te doen, deze verliezen meegenomen worden naar de toekomst voor verliesverrekening met winstgevende jaren.

22

aan de 90%-toets van de werkzaamhedeneis van de zorgvrijstelling. De onwenselijkheid hiervan is ook door het ministerie van Financiën onderkent en daarom is inmiddels een goedkeuring verschenen. In het beleidsbesluit is opgenomen: ‘Ik keur goed dat een continuïteitsbijdrage voor zorglichamen, de vrijgestelde status van deze zorglichamen voor het boekjaar 2020 niet ontneemt als de zorgvrijstelling in het boekjaar 2019 ook van toepassing was op deze zorglichamen. Als voorwaarde geldt hierbij dat er zich buiten de ontvangst van de continuïteitsbijdrage(n) in het boekjaar 2020 geen wijziging in de feiten en omstandigheden heeft voorgedaan resp. voordoet, die tot gevolg heeft dat de zorgvrijstelling niet meer van toepassing is.’ Let op. Niet voor alle zorginstellingen biedt deze goedkeuring soelaas. Denk bijvoorbeeld aan (onlangs overgenomen commerciële) zorginstellingen die in 2019 de zorgvrijstelling niet hebben toegepast. Dit betekent naar onze mening echter niet dat de zorgvrijstelling per definitie niet meer kan worden toegepast. Door te kiezen voor juiste en passende toetsingscriteria kunnen naar onze mening ook deze zorginstellingen in principe gebruik maken van de zorgvrijstelling.

Onduidelijkheid over statuten

Duidelijkheid over impact continuïteitsbijdragen

De zorgvrijstelling kent een winstbestemmingseis. Om als zorginstelling aan deze eis te kunnen voldoen dienen onder andere de statuten van de instelling juist te zijn ingericht. Wat in dit geval ‘juist’ is, is al jaren onderwerp van discussie. Een aantal discussiepunten:

Sinds de eerste ondersteuningsmaatregelen werden afgekondigd ontstond de vraag wat hiervan de gevolgen zijn voor de toepassing van de zorgvrijstelling. Wettelijk en beleidstechnisch gezien bestond namelijk het risico dat door het ontvangen van de continuïteitsbijdrages in sommige gevallen niet zou worden voldaan

1. Jaarwinstbepaling Diverse adviseurs zijn stellig van mening dat in de statuten expliciet een jaarwinstbepaling moet worden opgenomen. Zij baseren dit op het beleidsbesluit waarin is opgenomen dat de winstbestemmingseis toeziet zo-

01 2021


FISCALITEITEN

wel op de jaarwinst, als op de liquidatiebepaling. Omdat de meeste stichtingen geen jaarwinstbepaling in hun statuten hebben, zouden naar hun mening deze instellingen dit moeten aanpassen in de statuten. Naar onze mening is een jaarwinstbepaling echter niet per se noodzakelijk. Een stichting is namelijk een doelvermogen. Dit betekent dat daarmee al is geborgd dat het gehele vermogen, inclusief de ‘jaarwinst’, besteed dient te worden conform de doelstelling van de stichting. Het is voor de winstbestemmingseis wel van belang dat de doelstelling conform de eisen van de zorgvrijstelling is ingericht. 2. 5.1.c.-werkzaamheden In een beleidsbesluit zijn aanvullende eisen opgenomen voor bv’s die de zorgvrijstelling willen toepassen. Eén van deze eisen is: In de statutaire doelomschrijving moet tot uitdrukking zijn gebracht dat het doel van de zorg-bv is het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in de zorgvrijstelling. Om te voldoen aan deze eis wordt in de praktijk regelmatig in statuten opgenomen dat het doel van de instelling is het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.1.c. van de Wet Vpb (de zorgvrijstelling). Naar onze mening is dit niet alleen een onlogische doelstelling, want de doelstelling is kortgezegd het verlenen van zorg ongeacht wat de Wet Vpb daarover zegt, het kan ook een belemmerende doelstelling zijn. Het risico bestaat immers dat de instelling met zijn doelstelling al heel gauw haar eigen statuten overtreedt. De zorgvrijstelling is namelijk een oude bepaling die volgens het ministerie moet worden uitgelegd in de context zoals die oorspronkelijk was bedoeld. Door deze statische uitleg bestaan er diverse zorgactiviteiten die (mogelijk) niet als zorgactiviteiten voor de Wet Vpb kwalificeren en die dan op grond van de statuten niet zouden mogen worden verricht.

3. Dubbele tussenhoudster-bv Diverse zorgorganisaties hebben een structuur met een stichting aan de top en daaronder meerdere lagen van bv’s. Onderin de structuur bevinden zich vaak de zorgbv’s. Voor zorg-bv’s die de zorgvrijstelling willen toepassen bestaan er sinds eind 2019 aanvullende eisen om te voldoen aan de winstbestemmingseis. Eén van deze eisen is dat de zorg-bv een zogenoemde kwalificerende aandeelhouder dient te hebben. In het beleidsbesluit staan een aantal kwalificerende aandeelhouders opgenomen. Eén van de kwalificerende aandeelhouders is een tussenhoudster-bv. Volgens de letterlijke tekst van het besluit is er echter geen ruimte voor een zorg-bv waarboven twee tussenhoudster-bv’s zijn gestructureerd. Naar onze mening is er geen geldige reden om bij een dergelijke structuur de zorgvrijstelling niet toe te kennen als aan de overige eisen wordt voldaan door zowel de zorg-bv als de tussenhoudster-bv’s. Ten aanzien van de winstbestemming hoeft er immers bij twee tussenhoudster-bv’s geen sprake te zijn van een andere situatie dan bij één tussenhoudster-bv.

Gewijzigd besluit of aangepaste modelstatuten? Gezien de lopende discussies over de inrichting van de statuten is het naar onze mening niet ondenkbaar dat op korte termijn opnieuw een update van het beleidsbesluit komt. Er zijn geluiden dat er aangepaste modelstatuten voor de zorg komen, ook met het oog op nieuwe zorgwetgeving. Het is dan zaak om de onduidelijkheden rondom de uitleg van het beleidsbesluit dan te hebben opgelost. Zodat dit eindelijk duidelijkheid biedt en leidt tot modelstatuten die passend en logisch zijn voor zorginstellingen zonder nodeloos beperkende bepalingen om te kunnen voldoen aan fiscale regelgeving.

Nika Stegeman, BDO Branchegroep Zorg

01 2021

23


RECHT IN HET FIZIER

Een overview

Zzp’ers in de zorg: het wordt er niet eenvoudiger op Het aantal zzp’ers in de zorg is de laatste jaren enorm toegenomen. Vooral in de verpleging en verzorging kiezen velen ervoor het dienstverband achter zich te laten en zich als zelfstandige bij de Kamer van Koophandel te laten inschrijven. Vaak wordt gedacht dat dit economische motieven heeft, zoals fiscale voordelen, maar in de praktijk blijkt dat het vooral met autonomie en flexibiliteit te maken heeft. Wat zijn de ontwikkelingen wat betreft zzp’erschap en waar liggen de (financiële) risico’s en kansen? Discussie rond zzp’ers Het is geen geheim dat zzp’ers een doorn zijn in het oog van de overheid. Een grote groep zzp’ers heeft niets geregeld voor arbeidsongeschiktheid en pensioen en dat drukt dan op de sociale voorzieningen zodra arbeidsongeschiktheid of pensioen aan de orde zijn. De discussie rond de zzp’ers speelt al dertig jaar. Onderscheid tussen werknemers in loondienst, schijnzelfstandigen en echte zzp’ers is soms niet eenvoudig. Er is grof gezegd een driedeling. Er is een groep zzp’ers die uitsluitend ingeschakeld wordt voor ziek, piek of uniek en zich in alle facetten gedraagt als ondernemer. Aan de andere kant van het spectrum zijn er schijnzelfstandigen, bijvoorbeeld de werknemer die op vrijdag ontslag neemt en op maandag precies het zelfde werk gaat doen, maar dan als zzp-er. Daar tussenin zit een grijs gebied waarover zowel de civiele als fiscale rechtspraak zich al jaren het hoofd breekt. Allerlei elementen worden dan gewogen. Declareert de zzp’er zelf, loopt hij of zij ondernemersrisico, zijn er verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen, wordt de eigen opleiding betaald, wordt met eigen materialen werkt, is er instructie hoe het werk te doen? Is er feitelijk een gezagsrelatie en wat is de partijbedoeling geweest? Dat soort vragen.

Zoektocht naar oplossingen In het verleden is op diverse manieren getracht hier een oplossing voor te vinden. Lange tijd via de VAR-verklaring, de verklaring arbeidsrelatie. Deze is in 2016 vervangen door de wet DBA, wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie, die werkt met door de belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten. Maar tussen afspraken op papier en feitelijke invulling zit vaak een groot gat. Ook de wet DBA werkt dus in veel gevallen niet. Minister Koolmees probeerde begin 2020 een regeling te treffen door een driedeling te maken tussen laagbe-

24

taalden die alleen al daarom werknemer zijn, zij die meer dan € 75 per uur verdienen en daardoor als zelfstandige worden gezien en de laag daar tussenin, een en ander te beoordelen via een webmodule. De plannen zijn inmiddels ingetrokken, behalve de webmodule. Daarmee is vanaf januari 2021 een experiment van 6 maanden van start gegaan. De module moet opdrachtgevers duidelijkheid geven of sprake is van zelfstandigheid, een mogelijke arbeidsrelatie of overduidelijk geen zelfstandigheid.

Criteria voor zelfstandigheid? Ook heeft de regering in 2020 een commissie van wijzen geraadpleegd, de commissie Borstlap. Hun adviezen liegen er niet om. In feite vindt die commissie dat afscheid moet worden genomen van zzp’ers, tenzij het gaat om echt tijdelijk werk in het kader van ziekte van anderen of piekmomenten. De commissie stelt voor dat te doen door bijvoorbeeld verlaging van de zelfstandigenaftrek, waardoor de economische prikkel wegvalt. Maar ook door de criteria aan te scherpen en niet langer uit te gaan van de vraag of wel of geen gezagsrelatie bestaat, maar van de vraag of de werkzaamheden van de zzp’er, behalve bij piek of ziek, zijn ingebed in de organisatie. Dat standpunt werd gesteund door de Advocaat Generaal van de Hoge Raad voorafgaand aan een op 6 november jl. gepubliceerd arrest. De Hoge Raad ging daarin niet mee, maar heeft wel aangegeven dat het niet van belang is hoe partijen hun intentie hebben vastgelegd. Het gaat om de feiten. Dat wordt dus nog vervolgd.

Webmodule is geen oplossing Intussen lijkt het erop dat de politiek dit probleem wil laten oplossen via de Belastingdienst en de webmodule. Over die webmodule is erg geheimzinnig gedaan. Achteraf begrijpelijk, want inmiddels is via WOB-procedures meer bekend en het beeld is schokkend. Bij het ontwikkelen van de web module hebben vakjuristen naar

01 2021


RECHT IN HET FIZIER

84 casussen gekeken, waarbij ze in 44 gevallen met elkaar van mening verschilden. In 38 gevallen gaven de juristen een ander oordeel dan de webmodule en in 1 op de 3 gevallen werd een oordeel gewijzigd nadat de context van de opdracht werd toegelicht. En dat waren dan nog deskundigen! Wat opvalt bij de webmodule is dat het eigenlijk maar één kant op gaat. Voor elk ‘niet zelfstandig element’ worden strafpunten toegekend. Zo wordt bijvoorbeeld zwaar gehecht aan het wel of niet deelnemen aan een personeelsuitje en het krijgen van een kerstpakket. Elementen in een samenwerking die juist duiden op zelfstandigheid worden in de webmodule niet beloond. Als bijvoorbeeld een zzp’er zelf declareert of een eigen huurovereenkomst heeft, dan levert dat in het kader van de webmodule geen bonuspunten op. Terwijl dat echt wel kan duiden op ondernemersrisico en zelfstandigheid. Het valt te hopen dat de webmodule geen lang leven beschoren is. Want op deze wijze zal bij zzp’ers veel onrust ontstaan. En met name in de zorg is dat een groot probleem. Onderzoek van SoloPartners, de brancheorganisatie voor zelfstandige zorgaanbieders, heeft uitgewezen dat een groot deel van de zzp’ers de zorgsector verlaat als het onmogelijk gemaakt wordt om als zelfstandige te werken. Dat kunnen wij nu echt niet gebruiken.

01 2021

Onzekerheid Intussen is er door al deze ontwikkelingen veel onzekerheid voor zowel de zzp’er als de opdrachtgever. De zzp’er weet niet waar hij/zij aan toe is en ook de opdrachtgever loopt aanzienlijke risico’s als blijkt dat een zzp’er toch geacht wordt in dienst te zijn geweest of sociaal economisch afhankelijk met verzekeringsplicht als gevolg. En veel opdrachtgevers kunnen vaak geen werknemers vinden, aangezien er in sommige sectoren eigenlijk vooral zzp’ers beschikbaar zijn. Al met al voor de opdrachtgevers dus ook een dilemma.

Samenwerking veilig inrichten Wat nu te doen? In elk geval begint het ermee dat partijen hun afspraken goed vastleggen en elementen in hun samenwerking neerleggen waardoor, naast een goede verdeling van verantwoordelijkheid en risico’s, de verhoudingen tussen partijen duidelijk zijn. Daarnaast verdient de feitelijke uitvoering van de gemaakte afspraken meer aandacht: gedragen partijen zich ook conform de op papier gezette afspraken? Het ambtenarenapparaat van de diverse ministeries bereidt al wetgeving voor om een volgend kabinet de tools aan te reiken om de adviezen van Borstlap in te voeren. Gelukkig zijn er intussen nog verkiezingen. Maar wees gewaarschuwd, houdt het personeelsbestand tegen het licht en richt de samenwerking veilig in. Daar bestaan ondanks alles nog steeds voldoende mogelijkheden voor.

Lex Geerts, Eldermans|Geerts advocaten in de zorg

25


TOEZICHTSVERHALEN

DE PRIKKELS VAN PASSENDE ZORG Zorg leveren omdat die effectief het welzijn van de patiënt verbetert en investeren in gezondheid en preventie. Daartoe roept de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) samen met het Zorginstituut op in het advies ‘Samenwerken aan passende zorg: de toekomst is nú’. Passende zorg vraagt om veranderingen in het huidige zorgstelsel. En die mogelijkheden zijn er.

D

e druk op de gezondheidszorg wordt steeds groter, het tekort aan personeel en middelen groeit. Om te voorkomen dat de zorg in de toekomst onbetaalbaar wordt, is een andere organisatie van zorg nodig. Alleen zorg bieden die bijdraagt aan het functioneren van mensen en hun kwaliteit van leven, dat moet het uitgangspunt zijn. Zorg leveren omdat het nodig is, niet omdat het kan. En die zorg komt tot stand in overleg met de patiënt: welke zorg draagt het meeste bij aan het persoonlijke welzijn? Het gaat daarbij niet over ziekte, wel over gezondheid

26

en preventie. Het is de juiste zorg op de juiste plek en gaat daarmee over de domeinen en sectoren heen. In ons advies beschrijven we hoe het verlenen van passende zorg de stijgende kosten kan remmen, zodat de zorg ook in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar blijft. We zien veel zaken uit het advies terug in de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen. Dat is belangrijk. Alleen samen kunnen we handen en voeten geven aan toekomstbestendige zorg. In dit artikel reflecteren we op enkele thema’s die in alle verkiezingsprogramma’s aandacht krijgen.

01 2021


TOEZICHTSVERHALEN

Veranderingen binnen huidig zorgstelsel In Nederland kennen we een zorgstelsel van gereguleerde marktwerking. Het is een stelsel dat gebaseerd is op solidariteit, met private zorgaanbieders, keuzevrijheid, concurrentieprikkels, vraag en aanbod. De overheid heeft regels gesteld die ertoe leiden dat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is. Dat juiste, relevante en vergelijkbare informatie over zorg en over polissen beschikbaar en vindbaar is. En dat de kwaliteit van zorg goed blijft. Bijna alle politieke partijen pleiten voor minder marktwerking, meer sturing op kwaliteit en een vermindering van de productieprikkel. De wijze waarop deze standpunten precies invulling krijgen verschilt per partij. In onze Stand van de zorg1 geven ook wij aan dat veranderingen nodig zijn. Maar wel veranderingen die zo veel mogelijk passen binnen het huidige zorgstelsel. Het wijzigen van het stelsel kost namelijk veel tijd en energie en het huidige stelsel kent ook veel goede kanten, zoals de solidariteit. Daarnaast zijn er ook binnen dit stelsel mogelijkheden om de organisatie van zorg te verbeteren: door het verminderen van de productieprikkel in de bekostiging, het vergroten van de overheidssturing op gegevensuitwisseling en het aanpassen van de risicoverevening.

Regionale samenwerking De huidige regeringspartijen noemen samenwerken in de regio als belangrijke en wenselijke ontwikkeling. Maar wat betekent dit nu concreet, en zijn we er niet al mee bezig? We zien dat de grenzen tussen organisaties en domeinen vervagen door de veranderingen in de zorg en de beweging naar de juiste zorg op de juiste plek. In ons advies zeggen wij dat het onvoldoende is om alleen de eigen bedrijfsvoering op orde te hebben: 'Zorgbestuurders moeten tegenwoordig ook de aanvoerders zijn van een veranderagenda in de regio. Hoog op deze agenda staat de opdracht om zorg op regionaal niveau te organiseren, in samenwerking met anderen.'2 Wij zien al een aantal veelbelovende regionale initiatieven om meer passende zorg te realiseren. Wat we ook zien, is dat in andere regio’s dergelijke initiatieven moeizaam of nog niet van de grond komen.3 Op korte termijn starten wij met het monitoren van regiobeelden en gemaakte afspraken. Van zorgaanbieders en zorgverzekeraars verwachten we dat zij hun aandeel leveren bij de beweging naar passende zorg. Omzet is een belangrijk sturingsmechanisme voor iedere zorgorganisatie. Dat schuurt soms met de bredere visie en regionale opgave waar zorgaanbieders samen met zorgverzekeraars, zorgkantoren, overheden of welzijnsorganisaties voor staan. De benodigde veranderingen om zorg op langere termijn in de regio toegankelijk en betaalbaar te houden, kunnen de groei van organisaties tegenhouden of de omzet zelfs laten krimpen. Voor goede regionale samenwerking ten gunste van

01 2021

passende zorg zijn daarom duidelijke afspraken nodig tussen alle betrokken partijen. Niet alleen over de zorginhoud en de toekomst van het zorgpersoneel, maar juist ook over de financiering en contractvormen op korte en langere termijn. De kennis en expertise van financials in de zorg zijn hiervoor essentieel. Evenals voor het formuleren en doorzetten van afspraken over de coördinatie van zorg en de verdeling van financiële middelen.

Andere bekostiging van zorg Financiële drijvers veroorzaken nogal eens tegenstrijdige belangen. Waar een zorgverzekeraar de premie vooral laag wil houden, zal een zorgorganisatie de inkomsten juist hoog willen houden om kwaliteitszorg te kunnen bieden. Dit wordt een probleem als deze prikkels niet in dienst staan van patiënten en verzekerden. Bijvoorbeeld als winsten, omzetten en marktaandelen centraal komen te staan in het denken en handelen. Door de bekostigingsregels anders vorm te geven, ontstaan ook andere prikkels. Wat nu als zorgverzekeraars in de risicoverevening beloond worden voor gezondere verzekerden? Dan zou investeren in gezondheid lonen en preventie een goede investering zijn. Wat nu als zorgaanbieders samen bekostigd worden voor de gezondheidswinst van een patiënt? Dan kan samen beslissen, preventie of innovatie lonen. Zelfs als dit leidt tot minder behandelingen en daarmee tot omzet- of inkomensverlies bij één van de zorgaanbieders. Ook de politiek ziet deze mogelijkheden, en pleit bijvoorbeeld voor betaling op basis van uitkomsten van zorg of betaling voor beschikbaarheid. In ons advies geven we een aanzet welke bekostigingsvormen wij vinden passen bij welke zorg.

Oproep Simpel zijn al deze veranderingen niet. Er zijn veel gesprekken nodig om de complexe dynamiek in de zorg te doorgronden en te komen tot betere regels die zorgen dat iedere partij handelt op basis van één gelijkgericht doel: goede zorg leveren aan de patiënt. We hebben stevige uitdagingen in de zorg en de wens tot verandering is groot. Het zorgstelsel is zo complex dat geen enkele oplossing eenvoudig is. Daarom zoeken we mensen die met ons mee willen denken over alle ontwikkelingen naar meer passende zorg. In enquêtes, maar soms ook in webinars of werkgroepen. Mocht u hierin geïnteresseerd zijn, laat dan vooral van u horen door te mailen naar info@nza.nl met 'Meedenken passende zorg' als onderwerp. 1

Stand van de Zorg: https://magazines.nza.nl/standvandezorg/2020/12/stand-van-de-zorg-2020

2/3

Advies 'Samenwerken aan passende zorg: de toekomst is nú': https://puc.overheid.nl/nza/doc/PUC_624559_22/1/ (blz. 60).

Emi van Galen & Freya Newton, NZa

27


AD VERBUM

Nepnieuws is van alle tijden Pleidooi voor een kritische blik

N

epnieuws, een lezenswaardig boek voor diegene die graag leest over de geschiedenis van de verspreiding van recent gebeurde feiten. De schrijver laat met een veelvoud aan voorbeelden zien dat nieuws al sinds het begin der tijden bewust gekleurd wordt en dat nieuwsfeiten door partijen ingezet worden voor een (wereld)beeld dat de nieuwsbrenger over wil brengen. Vroeger ging dat in de beeldtaal van bijvoorbeeld de overgeleverde stenen reliëfs van de farao’s, later in de vorm van geschreven propaganda als Caesar’s De Bello Gallico.

zoete koek! De burger hoort de kwaliteitscontrole zelf ter hand te nemen. Dan kan bijvoorbeeld door informatie uit verschillende bronnen te raadplegen. Dat dat nodig is bewijzen de gebeurtenissen rondom de verkiezingsuitslag van de laatste weken in het Amerika van president Trump en – dichter bij huis – van de toeslagenaffaire in Nederland. Voor de lezer met interesse in de geschiedenis van desinformatie een zeer lezenswaardig boek.

In een verhalende stijl beschrijft Van der Horst de ontwikkeling van middelen om een boodschap over te brengen: van de eerste kranten tot en met de huidige elektronische media. Hij laat geraffineerd zien hoe je met allerlei communicatie middelen aan beïnvloeding kunt doen. Daarbij kan het boek ook gezien worden als een illustratie van methoden en technieken die daarbij van pas komen. De boodschap dat nepnieuws van alle tijden is komt goed over. Geeft het dan ook handvatten om met desinformatie en bewust gecreëerde beelden en feiten om te gaan? Kunnen we ons wapenen tegen vervorming van de werkelijkheid?

Bernard de Vries Robles & Reinald van der Meer

28

In de laatste hoofdstukken geeft de schrijver daar een aanzet toe. Om te beginnen pleit hij ervoor om in het onderwijs te beginnen. Daar hoor je te leren om informatie met een kritische blik te bezien. Exacte wetenschappen leren je een oordeel te vormen op basis van eigen waarneming. En de geesteswetenschappen kunnen ook in het teken staan van het doorgronden van betekenissen. Het onderwijs hoort de leerling te confronteren met uiteenlopende filosofische theorieën en levensbeschouwingen. En als het om de volwassen burger gaat dan moet het adagium zijn: Slik niets voor

UITGEVERIJ SCRIPTUM BOOKS ISBN 9789463190831 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 18,99 VERSCHIJNINGSDATUM FEBRUARI 2018 SCHRIJVERS HAN VAN DER HORST

01 2021


AD VERBUM DOOR LEUGENS VERLEID Psychologische oorlogsvoering is gevaarlijke materie voor een democratie. Toch doen overheidsdiensten, ondernemingen en criminelen op grote schaal aan psychologische misleiding. Door leugens verleid vertelt over de grootste misleidingsoperaties uit de geschiedenis tot nu: van het organiseren van een staatsgreep door überpropagandist Joseph Goebbels tot de kunst van virtuele verleiding. Peter Klerks laat zien hoe er met rubberen tanks en een sound system drie Duitse Wehrmachtdivisies op de vlucht werden gejaagd, hoe de CIA het feminisme op gang hielp en hoe er 96 boeven werden gevangen door een feest te organiseren. Puttend uit historische tot

voor kort geheime bronnen, wetenschappelijk onderzoek en honderden vaak ontoegankelijke rapporten schetst Klerks een indringend beeld van misleidingstechnieken. De lezer wordt ingewijd in methoden als neuromarketing, militaire misleiding en propaganda. Dit verontrustende boek schetst juridische en ethische dilemma’s, maar maakt in de eerste plaats verborgen kennis voor iedere lezer toegankelijk. Door leugens verleid daagt uit tot debat; kunt u het zich veroorloven stiekeme misleiding te negeren? UITGEVERIJ PROMETHEUS ISBN 9789044645767 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 29,99 VERSCHIJNINGSDATUM NOVEMBER 2020 SCHRIJVERS PETER KLERKS

MENS VERSUS MACHINE

Jitske Kramer schreef Werk heeft het gebouw verlaten tijdens de tweede lockdown in oktober 2020. Over hoe corona ons in een collectieve cultuurshock stortte en wat de impact hiervan is op ons werkende leven. Werkritmes liggen al maanden volledig overhoop, we worden geconfronteerd met onzekerheid, crisisbeslissingen en de noodzaak tot aanpassen en veranderen. Het thuiswerken kreeg een vlucht, wat vraagt om meer dan houtje-touwtje-online-kantoortje spelen. Hoe pas je jouw organisatiecultuur hierop aan? Hoe geef je leiding op afstand? Wat kun je nu doen om er op de lange termijn beter uit te komen? Hoe behoud je de trots op de organisatie en de verbinding met je team, ook als je elkaar weken en soms maanden alleen digitaal kunt zien? Is dit een crisis of een transformatie? En welke nieuwe rituelen zijn nu nodig? Met kennis vanuit de antropologie, ervaringen in organisaties en inspiratie uit de vele reizen die Jitske maakte, biedt zij houvast voor deze vreemde tijd. Een inspirerend boek boordevol waardevolle perspectieven en concrete antwoorden op vragen van nu.

Wie denkt dat artificiële intelligentie (AI) een ver-van-zijn-bedshow is, heeft het mis. AI komt niet enkel aan bod in futuristische sciencefictionfilms of op hippe technologiebeurzen. AI is overal, ook in jouw leven. De gepersonaliseerde reclamefolder van de supermarkt met aanbiedingen ‘speciaal voor jou’? AI. De voorgestelde liedjes op Spotify? AI. De zelfregelende verkeerslichten op de hoek van je straat? AI. Het valt niet te ontkennen. Artificiële intelligentie dringt aan een duizelingwekkende snelheid onze realiteit binnen. Ze duikt niet alleen op in jouw dagelijkse leven, maar ook in de verschillende bedrijfssectoren. Dit roept veel vragen op. Wat kan AI allemaal? Wat nog niet? En in hoeverre is AI écht intelligent en een meerwaarde voor onze manier van leven? AI-expert Geertrui Mieke De Ketelaere volgt de ontwikkelingen in deze fascinerende wereld vanop de eerste rij. In dit boek legt ze op toegankelijke en transparante wijze de basisconcepten van artificiële intelligentie uit. Daarbij heeft ze niet alleen aandacht voor de vele kansen die AI biedt, maar wijst ze ook op de risico’s. De Ketelaere neemt de lezer mee voorbij de hype, waardoor je geïnformeerd kunt deelnemen aan dit boeiende debat. Eén waarheid staat daarbij als een paal boven water: AI is vandaag al erg belangrijk, maar wordt voor onze toekomst cruciaal.

UITGEVERIJ BOOM UITGEVERIJ ISBN 9789024439713 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 17,50 VERSCHIJNINGSDATUM NOVEMBER 2020 SCHRIJVERS JITSKE KRAMER

UITGEVERIJ PELCKMANS PRO ISBN 9789463370912 TAAL NEDERLANDS DRUK 1 PRIJS € 27,50 VERSCHIJNINGSDATUM JUNI 2020 SCHRIJVERS GEERTRUI MIEKE DE KETELAERE

WERK HEEFT HET GEBOUW VERLATEN

01 2021

29


EEN PAND MET EEN VERHAAL

Prinses Máxima Centrum

HET KIND STAAT CENTRAAL In het Prinses Máxima Centrum in Utrecht is sinds de opening in 2018 alle zorg èn research voor kinderen met kanker gebundeld. De missie van het centrum is om alle kinderen met kanker te genezen met optimale kwaliteit van leven. En doordat organisatie en gebouw tegelijkertijd vorm kregen, werkte die missie door in het ontwerp van het gebouw. Belangrijkste uitgangspunt: ontwikkelingsgerichte zorg. Het moest een prettig gebouw worden, een kindvriendelijke omgeving, zonder kinderachtig te zijn. Met een indeling en uitstraling die kind en ouder centraal stelt, de genezing en ontwikkeling ondersteunt en zorg en onderzoek zoveel mogelijk bij elkaar betrekt.

Ouder-kindkamers

aangrenzend ook een eigen kamer. Vanuit hun bed kunnen kinderen het bed van hun ouders zien – maar dankzij de schuifdeur hebben ze naar behoefte wel hun eigen ruimte. Bij de indeling is een 1-minuutregel bedacht, zodat de belangrijkste dingen nooit ver weg zijn. De zorgverdiepingen zijn per ziektebeeld ingedeeld, waardoor alle zorg voor één kind dicht bij elkaar zit en algemene voorzieningen zoals de huiskamer zijn ook dichtbij.

Foto's Prinses Máxima Centrum/Mart Stevens

Vanaf het begin zijn kinderen en ouders nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het gebouw. Dat zie je terug in de warme, vrolijke kleuren en de inrichting van de kamers, op aanraden van de kinderadviesraad. Maar ook in de manier waarop het gebouw ‘werkt’ vanuit het perspectief van het kind. Het Máxima heeft geen patiëntenkamers, maar ouder-kindkamers. Het kind heeft een kamer en de ouders hebben

30

01 2021


EEN PAND MET EEN VERHAAL

Genezing en ontwikkeling ondersteunen In de indeling en het ontwerp zijn allerlei keuzes gemaakt om het genezingsproces te ondersteunen. Daarnaast is het belangrijk om kinderen 'kind' te kunnen laten zijn. Ze worden uitgedaagd en geprikkeld om zoveel mogelijk te bewegen: het idee is om een leuke omgeving te bieden waardoor ze uit bed en uit hun kamer willen komen. Op de brede gangen kunnen ze fietsen. En als het kan dan worden de grotere speelruimtes als de Bouwplaats en de Tienerlounge ook bereikbaar. Het gebouw is overal ondiep, waardoor er veel natuurlijke lichtval is. Dankzij de lage vensterbanken kunnen kinderen goed vanuit bed uit het raam kijken, waardoor de buitenwereld dichtbij blijft. En bijzonder voor een zorgcentrum – alle kamers hebben hun eigen buitenruimte met zitje. Een belangrijk uitgangspunt is ook om het dagelijkse ritme van thuis in het centrum te kunnen voortzetten. Zo heeft het centrum klaslokalen, een bibliotheek, en een muziekstudio. Centraal ligt ook de Ontdekplek, een science centrum waar kinderen kunnen leren hoe hun lichaam werkt, wat kanker is, en bijvoorbeeld ook in een ‘oefen-MRI scanner’ kunnen. En met microscopen kunnen ze kennismaken met de belangrijke rol van het onderzoek in het centrum.

Zorg en research geïntegreerd Het gebouw is ontworpen om ontmoetingen te stimuleren: ouders, kinderen, zorgprofessionals en onderzoe-

kers komen elkaar tegen in de ontmoetingsruimten op de eigen zorglagen, maar ook bij de receptie, gemeenschappelijke hal en in het restaurant. Van het zorggedeelte kun je ook gewoon bij de onderzoekslaboratoria komen. Die hebben glazen wanden waardoor je de onderzoekers aan het werk kunt zien. De researchverdiepingen hebben een lichte, open indeling waardoor onderzoekers uit verschillende groepen elkaar ook makkelijk ontmoeten. De Prinses Máxima Centrum Foundation speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de bijzondere faciliteiten en de extra vierkante meters ten opzichte van de meeste ziekenhuizen. Dankzij deze voorzieningen en het centraal stellen van genezing en ontwikkeling, draagt het ontwerp bij aan de missie van het centrum. Zo staat het gebouw van het Prinses Máxima Centrum in dienst van het kind.

COLOFON Fizier is het tijdschrift voor zorgfinancials, dat wordt uitgegeven door Fizi, netwerk zorgfinancials.

Vormgeving colorscan bv

Communicatiecommissie John Bierings, internal audit, treasury, tax-control Koraal Pim Diepstraten (voorzitter), adviseur Finance Ideas Reinald van der Meer, directiesecretaris GGZ Noord-Holland Noord Gerrit Poortman, accountmanager SDB Groep Simone Verhulst, business controller, Pluryn Bernard de Vries Robles, interim financial De Vries Robles Management Consultancy Maarten-Jan de Wit, project consultant, Public Search

Drukwerk Zalsman Groningen B.V. Fizier wordt CO2 neutraal geprint en verzonden in duurzaam bio-folie

(Eind)redactie en bladmanagement Petra de Lange, Fizi Aanleveren artikel of reageren op een geplaatst artikel: redactie@fizizorgfinancials.nl Verenigingsbureau Fizi Overcingellaan 19, 9401 LA Assen 088 2343630, info@fizizorgfinancials.nl www.fizizorgfinancials.nl Partners AAG, AFAS, AON, BDO, Berenschot, Eldermans|Geerts, Finance Ideas, Infent, Oldenburg Bonsèl, Public Search, Q-Consult Zorg, Quoratio, Rabobank Zorg, Verstegen Accountants en Zorgsubsidiekalender

01 2021

Adverteren Voor informatie en aanleveren van advertentiemateriaal: Petra de Lange, 088 2343630, redactie@fizizorgfinancials.nl Abonneren Fizier verschijnt vijf keer per jaar. Dit tijdschrift van Fizi wordt verspreid onder leden, sponsors en relaties van Fizi. Daarnaast kunnen niet-leden zich op Fizier abonneren. Een jaarabonnement op Fizier kost € 58,30 excl. btw per kalenderjaar en kan worden aangevraagd via www.fizizorgfinancials.nl.

©

2021, Fizi ISSN 2588 – 8722

31


$$!( # $ !( $ * $ &!"# '( * $ !,!. WƌŽĮ ƚĞĞƌ ĂůƐ ůŝĚ ǀĂŶ ĚĞnjĞ + #)(! * $ *%%' #! ůĞĞƌŐĂŶŐĞŶ ŽƉ ŵĂĂƚ͘ Ğ njŽƌŐ ǀĞƌĂŶĚĞƌƚ͕ ŚŽĞ ŐĞĞĨ ũĞ ĂůƐ Į ŶĂŶĐŝĂů ǀŽƌŵ ĂĂŶ ĚĞnjĞ ƚƌĂŶƐŝƟ Ğ ŝŶ ũĞ ĞŝŐĞŶ ŽƌŐĂŶŝƐĂƟ Ğ͍ Ğ &ŝnjŝ ĐĂĚĞŵLJ͕ ƉŽǁĞƌĞĚ ďLJ K ďŝĞĚƚ ƉƌĂŬƟ ƐĐŚĞ ŚĂŶĚǀĂƩ ĞŶ ǀŽŽƌ ĞĞŶ ƚŽĞŬŽŵƐƚďĞƐƚĞŶĚŝŐĞ ďĞĚƌŝũĨƐǀŽĞƌŝŶŐ ǀŽŽƌ ĞůŬĞ njŽƌŐĮ ŶĂŶĐŝĂů͘

/ '!" (*% '!$ !$ $ * ' $ ' $ ,%' # $ ( &

^d Zd E KZ'&/E E / >

^ E/KZ KZ'&/E E / >

&/E E / > /E ͳ s Z EdtKKZ >/:<

ttt͘&/ / KZ'&/E E / >^͘E>ͬ&/ /ͳ Dz tŝů ũĞ ŐĞĞŶ ǀŽůůĞĚŝŐĞ ůĞĞƌŐĂŶŐ ǀŽůŐĞŶ͕ ĚĂŶ ŝƐ ŚĞƚ ŵŽŐĞůŝũŬ Žŵ ĚĞĞů ƚĞ ŶĞŵĞŶ ĂĂŶ ĚŝǀĞƌƐĞ ǁŽƌŬƐŚŽƉƐ͘


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.