Geschenk van leegte Pracho Margreet Biesheuvel
E Š SAMUEL BAUMGARTNER COMPOSITION JAN 2020
en man en een vrouw staan in stromen van water, ze zijn halfbloot en te zien op een groot scherm in een museum. Er is het geluid van vallend water en van hemelse muziek. De man doet zijn ogen even open, de vrouw houdt haar ogen gesloten. Er hangt een geschreven toelichting aan de muur: de 5 stadia van ontwaken verbeeld.Wat ik zie is vooral een adembenemende intensiteit van voelen, van een totaal aanwezig zijn onder de stroom, het enige wat er nog is. Totale overgave. En ik zie de betoverende schoonheid van jonge lichamen. Ik ken het van veel momenten in mijn leven, dat alles samenvalt, stroomt, zomaar gebeurt, een wonder lijkt en toch zo gewoon. Nu is overgave aan bijzondere momenten gemakkelijker dan aan niet bijzondere momenten; overgave aan de saaiheid van een dag, aan een boterham met kaas, aan regeldingen, aan het lopen naar de supermarkt voor een paar blikjes kattenvoer, dat is andere koek. Ik weet dat het onzin is. Ik weet dat overgave aan de saaiheid in feite hetzelfde is als overgave aan avontuur. Zowel het avontuur als de saaiheid is niet vast te houden, in het avontuur is de saaiheid al aanwezig en in de saaiheid het avontuur. Ik hoef niets te doen, alleen te voelen, te kijken, te ademen, te luisteren, te leven, de tijd te leven, de tijd als enige ultieme vriend, de tijd als mijzelf, de tijd die altijd beweegt, ook al lijkt ze stil te staan. Ik ben niets anders dan de tijd, ik ben een voorbijgaan, ik ben niet te bevatten of vast te houden, ik ben een dans, tot ik erbij neerval en
de tijd mijn lichaam transformeert. En zo ben jij en is alles. Alles is werk aan de winkel, avontuur, verandering, vergaan, ontstaan, begoocheling, niet vast te houden. Soms met zwoegen en kreunen, soms met schateren en gaan op de vleugels van de wind, maar altijd in verbinding met alles en iedereen, met vroeger en later, ook al ben ik alleen thuis, het leven gonst, ruist, spettert, golft overal doorheen. Nooit is er stilte, echt stilte. Soms is er wel even een heel stil worden. Maar nooit echt stil. De dood is nog niet stil. Wat er is, is oneindige ruimte waarin alles gebeurt, en die ruimte is in alles, om alles, en geeft ruimte aan materie, aan manifestatie, aan energie. Aan heel veel beleven, liefhebben, ongemak ervaren, pijn en verdriet, verlangen en genot, inzien, ontdekken, weten en niet meer weten, werken en ontspannen, zorgen maken. Alles is vrij, niets laat zich ooit gevangen zetten. Ja alles is ijdelheid in die ene betekenis van het woord: leegte, zinloosheid. We leven ijdelheid, en daarbinnen zijn we soms ijdel in die andere betekenis van het woord: eigendunk, voor zolang als die duurt. De ijdelheid van het bestaan is te beschrijven en te bezingen. Te verbeelden in halfnaakte lichamen in stromen van water. In geluid en muziek. In zien en horen en voelen. Met schijnbare stadia, ijdele aannames die ons voorspiegelen ergens te kunnen komen. In ijdelheid lost alles op, voortdurend. Ook de overgave die ik al dan niet lijk te hebben. In ijdelheid wordt alles geboren, doorlopend avontuur van leven. Stromend als water. Ultiem voor even. Kwetsbaarheid en kracht. Pijn en genot. Er blijft geen spoor van over. Alles te leven is het geschenk van de leegte. t
47