VIER GENERATIES ARCHITECTEN BOUWEN AAN BRUGGE Aan het begin van de 20e eeuw vestigt architect Jos Viérin (1872-1949) zich in Brugge. Vier generaties later zijn de architecten Viérin nog altijd actief in de stad. Philippe Viérin is één van de oprichters van noAarchitecten, het bureau dat tekende voor de herinrichting van het Gruuthusemuseum en de site errond. Een gesprek met Philippe (°1969), ten huize van vader Piet Viérin (°1935) over bouwen in een historische omgeving. — — Door Inge Geysen en Brigitte Beernaert
De familie Viérin is al vier generaties lang aanwezig in Brugge en heeft er al heel wat gebouwd en gerestaureerd, ook in de omgeving van het Gruuthuse paleis. Hoe voelt het om daaraan verder te werken? Deze opdracht in Brugge voelde heel logisch. Jos Viérin, mijn overgrootvader, heeft het Steenmuseum, een ontwerp van Louis Delacenserie, voltooid na zijn overlijden. Daarna maakte Jos Viérin het ontwerp voor de omgeving rond Gruuthuse. Hij maakte er een pittoresk-toeristische site van, samen met de aanleg van het park achter het Gruuthusepaleis en het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de bouw van het Bonifaciusbrugje in 1911-1912. Dat brugje ziet er middeleeuws uit, maar is het dus niet. Je kunt daar kritiek op geven: ‘Het is niet authentiek.’ Maar, tegelijkertijd zat er in zijn aanpak een moderne toets. Hij creëerde als het ware een mis-enscène, rond de twee grote monumenten. Voor dit project werkte hij samen met de stadsingenieur Clément Salmon. Die had
oorspronkelijk een functioneel, metalen brugje getekend. Uit hun samenwerking is iets heel anders gegroeid. Mijn grootvader Luc Viérin (1903-1979) bouwde de pastorie aan het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof Zuid in 1911 en restaureerde het toegangspoortje tot het parkje met een beeld van Sint-Bonifacius. Ik heb ook een persoonlijke band met de site en ken de plek van kindsbeen af. Hand in hand met mijn ouders heb ik er rondgelopen. De inkomhal, de keuken… ze waren in mijn geheugen gegrift. Bovendien heeft onze familie een goede band met de
conciërge van Gruuthuse, Rony en met zijn vrouw Gaby.
noAarchitecten heeft zowel in als rondom het Gruuthusepaleis gewerkt. Laten we buiten beginnen. Het meest in het oog springend is het nieuwe onthaalpaviljoen. Er is bij mij altijd een aanvoelen geweest dat de site weer afgesloten moest worden. Dat was ook vroeger zo. Daar zijn veel afbeeldingen van. Tegelijk leek zo’n afsluiting voor Musea Brugge ook vanuit veiligheidsoogpunt een goede zaak. In het dossier dat we indienden, deden we al een voorzichtige suggestie om het plein af te sluiten. Toen het idee groeide om eventueel de ingang van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te verplaatsen naar het Paradijsportaal en de kerk- en Gruuthusesite beter bij elkaar te laten aansluiten, kwam de kwestie weer op tafel. We doorliepen daarbij verschillende denkpistes: signalisatie midden op het plein, de kassa voor kerk en museum in
Het nieuwe onthaalpaviljoen, gezien vanop de toren van de O.L.V.-kerk. Links ervan het Steenmuseum, rechts het Gruuthusepaleis en rechts van het paleis het Bonifaciusbrugje. Foto: Philippe Mabilde
V I E R G E N E R AT I E S A R C H I T E C T E N B O U W E N A A N B R U G G E
23