GRAM juni 2020

Page 14

NIEUWE CAO VOOR WERKNEMERS ‘GRONDSTOFFEN, ENERGIE EN OMGEVING’ Er is lang over onderhandeld, waarbij vooral de loonparagraaf even voor een struikelblok zorgde. Verder zijn de CAO-partijen, inclusief de achterban van de werkgevers en werknemers, tevreden over het nieuwe akkoord ‘grondstoffen, energie en omgeving’.

N

TEKST: RENÉ DIDDE BEELD: DAVID ROZING/HOLLANDSE HOOGTE

a lange onderhandelingen tussen Werkgeversvereniging voor Energiebedrijven en Nutsbedrijven WENB en de vakbonden FNV en CNV Publieke Diensten ligt er sinds maart een nieuwe CAO voor de sector Grondstoffen, Energie en Omgeving (GEO), voorheen Afval en Milieu. De circa 6600 werknemers in overheidsgedomineerde afvaldiensten gaan er dit jaar in totaal 3,75% in loon op vooruit. Per 1 maart steeg het bedrag op het loonstrookje al met 2,75% en op 1 augustus gaat het loon met nog eens 1% omhoog. Ook kregen de werknemers bij afvalbedrijven dit jaar een eenmalige uitkering van €125. Overigens vallen de afvaldiensten van grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Groningen niet onder deze CAO maar onder gemeentelijke arbeidsvoorwaarden. Werknemers bij ‘commerciële’ afvalinzamelaars als SUEZ, Renewi en consorten vallen weer onder de CAO Beroepsgoederen. ZWARE BEROEPEN De CAO is geldig voor 2020. Dat komt vooral omdat de werkgevers en werknemers in afwachting zijn van de concrete afspraken die in het landelijke pensioenakkoord staan. Van belang hierbij zijn de bepalingen over ‘zware beroepen’. Van meet af aan in de al jaren slepende kwestie van de hervorming van het pensioenen, vormden de zware beroepen een belangrijk punt. Stukadoors, stratenmakers en politieagenten zijn werknemers die eerder dan de AOW-leeftijd zouden moeten kunnen stoppen. Het probleem was

14 | GRAM #05 juni 2020

en is: oefenen niet ook ambulancepersoneel, leraren, of actueel, mensen in de zorg zware beroepen uit? En vallen werknemers in de afvalsector er onder? En wat betekent dat dan? De CAO kent, net als overigens in de vorige CAO, een ‘generatieregeling’ die het mogelijk maakt om op een ‘fiscaalvriendelijke’ wijze eerder dan de AOW- en pensioenleeftijd te stoppen met werken. Het betekent dat mensen wat minder kunnen gaan werken door een klein beetje loon in te leveren, maar toch hun volledige pensioen blijven opbouwen. Werknemers in de afvalsector blijken daar tot nog toe veel gebruik van te maken. ‘JA’ VERSUS ‘NEE’ Waarom duurden de onderhandelingen zo lang? “Normaal gesproken besteden we in het CAO-proces veel tijd aan het opbouwen van een goede relatie met de sociale partners en het goed verkennen van de onderwerpen. Het feitelijk onderhandelen blijft daardoor beperkt”, licht Wouter Koenderman toe. Koenderman is directeur van ACV en nauw betrokken bij de onderhandelingen. Hij spreekt van ‘een bijzondere situatie. De FNV kwam met een looneis van 5 procent.’ In het najaar van 2019 dachten de partijen een bruikbaar principeakkoord te hebben voor de achterban. “De kaderleden van de vakbonden zeiden ‘ja’, maar mijn achterban zei ‘nee’. Men vond de loonparagraaf te stevig”, verklaart Koenderman. “Het was niet alleen een kwestie van centen en procenten, maar ook van momenten van

ingaan van de verhogingen”, zegt hij. Er volgde een periode van geven en nemen, loven en bieden, en dus ook schuiven. Zo belandde de 1%-loonstijging op de datum van 1 augustus. “Natuurlijk draait het vaak om de centen”, reageert Hanan Yagoubi, vakbondsbestuurder bij de FNV. Zij zegt door de kaderleden op pad te zijn gestuurd met een looneis van 4 procent in totaal. “Uiteindelijk zijn we er in goed vertrouwen uitgekomen en hebben we goed kunnen overleggen met de WENB. Ik denk dat we de toekomst goed tegemoet kunnen zien”, aldus Yagoubi. ONTWIKKELGESPREK Behalve over geld zijn in de nieuwe CAO concrete afspraken gemaakt over de zogeheten ‘duurzame inzetbaarheid’, wat neerkomt op maatregelen die bevorderen dat werknemers gezond en vitaal hun pensioengerechtigde leeftijd halen. En dan niet voor de laatste jaren van hun carrière, maar vanaf dag 1 van hun indiensttreding. Dat kan onder meer door een aanvullende opleiding te volgen of verlof op te nemen. Elke werknemer krijgt voortaan 16 uur (2 dagen) studieverlof voor een opleiding. Voor mensen die in ploegendienst werken is hiervoor zelfs 32 uur uitgetrokken. Om deze duurzame inzetbaarheid zo goed mogelijk af te stemmen op de werknemer vindt daartoe eerst een ‘ontwikkelgesprek’ plaats. “De tijd dat iemand na een dienstverband van veertig jaar met een kleurentelevisie, of een gouden handdruk terugtreedt, ligt ver achter ons”, aldus Wouter Koenderman. “Werk-


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
GRAM juni 2020 by NVRD - Issuu