OPZIJ oktober november 2022

Page 24

OPZIJ GLOPINIE FEMINISME 4.0 oktober/november • 50ste jaargang • € 7,99 ZEDENADVOCAAT RICHARD KORVER: ‘Seks tegen de wil? Dat kan alleen een man verzinnen’ DE REISMEIDEN Dwalen door DalmatiëSUZE ROBERTSON Beter bestreden dan genegeerd Waar is mijn €300.000? Die is er nooit geweest SUZANNA JANSEN over De omwenteling of de eeuw van de vrouw Iconische vrouwelijke filmpersonages in

OPZI

Redactieadres

Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl

Hoofdredacteur Marianne Verhoeven

Editor at large Alies Pegtel

Art director Emmely Pardon

Eindredacteur Felix Huygen

Medewerkers

Irene Berbee, Corbino, Carin Gaemers, Marleen Hogendoorn, Nina Klaassen, Remi de Ligny, Noémi Prent, De Reismeiden, Marije van Rest, Sheila Sitalsing, Gwyneth Sleutel, Fieke Tissink, Marjolijn Uitzinger, Mark Uyl, Etchica Voorn.

Coverfoto Lin Woldendorp/LUMEN

Uitgever Hans van Brussel

Distributie Betapress Druk HaboDaCosta

COPYRIGHT

Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever.

ABONNEMENTEN

Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven per post naar OPZIJ B.V., Witte singel 103, 2313 AA Leiden. Of per email naar abonnementen@opzij.nl.

PERSOONSGEGEVENS

We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnement-enadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement.

KLANTENSERVICE

Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 47,50 voor 6 nummers.

Achter de schermen

Familiegeschiedenis

Na drie jaar ploeteren in haar eentje, was het zover. Op dinsdag 28 september presenteerde Suzanna Jansen op de Amsterdamse burelen van haar uitgever Ambo Anthos haar boek D e Omwenteling of de eeuw van de vrouw Ze signeerde deze avond aan de lopende band exemplaren van de genodigden. ‘Doodeng’ vond ze het om ‘beoordeeld’ te worden. Twee dagen later was Jansen opgelucht en blij dat de NRC-recensent haar boek vier sterren geeft. Zijn oordeel: ‘Een heel gewone familiegeschiedenis… en juist daarom is het goed.’ Een uitgebreid interview met Jansen staat in deze OPZIJ.

Colofon
GLOPINIE − FEMINISME 4.0
oktober/november
2022
50ste jaargang
€ 7,99

Tja...

Opdeze plek las je, alweer ruim vijf jaar, elk nummer wat Marianne Verhoeven zoal vond. Van van alles, waaronder dit nieuwe nummer. Vanaf het decembernummer 2022 schreef ik die columns voor haar, al verschenen ze steeds onder haar naam.

Eén van de eerste signalen van wat er mis was – niet veel later bleek dat een hersentumor te zijn – was het dat Marianne niet meer kon typen. Ze dacht heel zeker te weten wat haar vingers op het toetsenbord deden maar er verscheen iets heel anders op het scherm. Dus besprak ik steeds met haar waarover ze het wilde hebben, schreef het voor haar op en veranderde vaak nog iets en dan ging het naar Emmely, onze art director.

Deze editorial is anders, ik heb niets meer – als het gaat om de inhoud – met Marianne kunnen bespreken, want sinds 26 augustus is ze er niet meer.

Terwijl haar beeld nog landelijk verschijnt in de campagne van Laatste Wil, in tal van magazines, is ze er niet meer bij maar haar boodschap leeft in OPZIJ én in die advertenties voort.

In dit nummer tref je een flink aantal ‘pagina’s Marianne’ aan, we vroegen medewerkers kort wat herinneringen op te schrijven en ze geven een mooi en soms hilarisch beeld van hoe dat ging en werkte met haar. Heel veel jong talent kreeg een kans, het is waarschijnlijk lang geleden dat de gemiddelde leeftijd van de OPZIJredactie in een paar jaar tijd zo werd verlaagd.

Marianne is zo goed en zo kwaad als dat nog ging zo lang mogelijk bezig gebleven met OPZIJ. Wat daarbij enorm hielp waren de voortdurende bezoeken van de

medewerkers aan haar bed met een glaasje chardonnay, bij ons thuis en op het laatst in het hospice. De verzorging daar, in dat prachtige hospice waar je helemaal niet wilt zijn, maakte zich grote zorgen: zoveel bezoek, dag in, dag uit, gaat dat wel goed?

Ja, dat ging heel goed, want Marianne wilde niet anders en ze moest nog zoveel kwijt.

In dit nummer vind je ook de groepsfoto die we van de medewerkers en direct betrokkenen maakten bij de bijeenkomst in Oranjerie van de Hortus Botanicus in Leiden. Die foto straalt een en al vrolijkheid uit, want zo wilde Marianne ook dat ‘haar laatste feestje’ zou zijn: ‘laten we mijn leven vieren’. Dus dat hebben we gedaan.

En mocht je je afvragen waarom een uitgever – ik dus – hier op Marianne’s stoel gaat zitten: welnu, als je een trouwe lezer van OPZIJ bent, dan weet je dat ik niet alleen de uitgever ben maar ook haar man was. En zij de liefde van mijn leven.

Maak je geen zorgen, in het volgende nummer schrijft op deze plek gewoon weer iemand van de redactie, intussen buigen we ons over de invulling van het hoofdredacteurschap. Er zit niks anders op.

Hans van Brussel, uitgever O

OPZIJ 2022 3 Editorial Marianne Verhoeven FOTO PAUL T O L E N A A R
Marianne Verhoeven 1959 - 2022

Maatschappij &Wetenschap

06 LA SHOP 07 Zien

Bezoeken 10 Lezen

Fashion

OPZIJ ACHTERGROND SUZANNA JANSSEN De verlovingsfoto van mijn ouder was niet alleen maar mooi

KOPSTOOT

GOED MET GELD Besparen maar!

DE FEITENFIRMA Ongelijke beloning

Mensen

VAKVROUW

Janny

Daphne

COVERINTERVIEW Zedenadvocaat Richard Korver

AMICORUM Het ‘feestje’ van Marianne Verhoeven

14 12 09 84 06 78
09
11
14
22
60
72
24
40
44
50 LIBER
66 06 Kunst & Cultuur 30 DE REISMEIDEN Kroatië 66 TENTOONSTELLING Suze Robertson 78 FILM SOOF! 84 OPZIJ ACHTER HET AANRECHT Venkelsalade, Mechelse koekoekfilet, Vietnamese loempia en tarte tain Columns 03 Editorial 23 Sheila Sitalsing 28 Etchica Voorn 90 Carin Gaemers Service 21/91 Abonnee worden 02 Colofon 30 4472 50

La Shop

THEEleut

De dagen worden korter en regenachtiger. Niks fijners dan opgekruld op de bank met een kop thee (of ko e). Het oog wil ook wat. Daarom ontwierp Atelier Jessie deze moderne en funky mok genaamd Chub. Handgemaakt in het Verenigd Koninkrijk en nog organisch ook. Een echte eyecatcher door het grote oor. Je vindt de mokken in diverse kleuren via made.com.

Op die FIETS

Met de circulaire designs van het Amsterdamse fietsenmerk

Roetz zoef jij duurzaam over stad en land. Je kunt je fiets naar smaak ontwerpen door middel van een digitale configurator. Ander framekleurtje of kratje op de fiets? Dat is zo gepiept. Meer info via roetz-bikes.com.

RASPEN maar

Met de Ginger Grater Goldfinger van het merk Tranquilloo heb jij binnen no time gember, kurkuma, cacaobonen of nootmuskaat vermalen tot poeder. De rasper is klein en handzaam, maar heeft grote impact. Er zit ook nog een handig haakje aan waarmee je ‘m op kunt hangen in de keuken. Voor € 7,50 is ie van jou.

WERELD vrouwen

Terwijl jij van je bordje eet kijk je recht in de ogen van deze Marokkaanse dame. De bordjesserie Women of the World vertegenwoordigt vrouwen uit verschillende landen, waaronder deze. Alle borden zijn met de hand beschilderd in Thailand. Je koopt ze via Return to Sender, de stichting van Katja Schuurman. Ze verkopen handgemaakte producten, gemaakt door vrouwen in minder economisch welvarende regio’s wereldwijd.

WILDoogst

Het najaar is gevallen en laat dat nou net het uitgelezen moment zijn om te gaan wildplukken in de natuur. Ga bijvoorbeeld op zoek naar eekhoorntjesbrood, vlierbessen en walnoten. In het boek Wildoogst leert Elsje Bruijnesteijn je vervolgens hoe je deze prachtige wilde ingrediënten omtovert tot (eenvoudige) recepten. Voor € 24,99 (Terra) is Wildoogst van jou.

6
Heb jij een tip voor deze rubriek? Mail naar lashop@opzij.nl.

uitgelicht SHE SAID

Waargebeurd verhaal over twee journalisten Megan Twohey en Jodi Kantor van de New York Times en hun baanbrekende publicatie die bijdroeg aan de #MeToo-beweging. Een decennialange stilte over seksueel misbruik in Hollywood en de Amerikaanse cultuur werd voorgoed doorbroken. De film is geregisseerd door Emmy-winnaar Maria Schrader (bekend van de miniserie Unorthodox) en naar een scenario van Oscar-winnaar Rebecca Lenkiewicz. Vanaf 24 november te zien in de bioscopen.

Zien

Een komisch drama over de weduwe Nancy, die na de dood van haar man behoefte heeft aan een (seksueel) avontuur.

Een gedramatiseerd inkijkje in het Britse koningshuis, gebaseerd op waargebeurde gebeurtenissen omtrent koningin Elizabeth en andere prominenten.

Over Clotilda, het laatst bekende schip dat in de Verenigde Staten is aangekomen met tot slaaf gemaakte mensen. De nazaten graven op basis van de resten van de Clotilda in hun eigen slavernijgeschiedenis.

De lm normaliseert (positieve) seks voor vrouwen op hogere leeftijd en Emma Thompson verwezenlijkt dit op hilarische en ontroerende wijze.

13 oktober 2022 in de Nederlandse bioscopen

Dit is het seizoen waarin eindelijk prinses Diana haar intrede doet (gespeeld door de talentvolle Elizabeth Debicki).

Omdat verhalen over slavernij verteld moeten blijven worden en de lm bovendien werd geselecteerd voor het prominente lmfestival Sundance.

November 2022 via Net ix

21 oktober 2022 op Net ix

OPZIJ 2022 7 La Shop Zien
WAAR GAAT HET OVER WAAROM WANNEER WELKE FILM TE ZIEN
Good Luck To You, Leo Grande e Crown Seizoen 5 Descendant
WELKE TV-SERIE TE ZIEN WELKE DOCUMENTAIRE TE ZIEN MET WIE HOE ZIET IE ERUIT Emma Thompson en Daryl McCormack Imelda Staunton, Jonathan Pryce, Dominic West en Elizabeth Debicki Geregisseerd door Margaret Brown.

FLUITJE

Heb je iets te vieren? Misschien is het tijd om je champagneglazen te vervangen voor deze kleurrijke fluiten. Het design Glass Champagne Gipsy van het merk Jaspers

Tabletop is verkrijgbaar in verschillende eclectische kleuren. Van paars, geel tot roze en blauw. De champagnefluiten zijn gemaakt van kristal en kosten € 15,- per stuk.

onder de WOL

Tijdloze plaid van het merk Klippan. De Knut is gemaakt van honderd procent lamswol. Dat wil zeggen dat de wol a omstig is van schapen die niet ouder zijn dan zes maanden. Extra zacht dus. Naast jade is de plaid ook verkrijgbaar in het roze en geel.

Omvang is 130 x 200 cm.

Open KAART

Een beetje geforceerd misschien, maar het kan bijzonder leuke gesprekken opleveren. Met het kaartspel Open Kaart kun je op basis van zestig kaarten een diepgaand gesprek starten met mensen van andere generaties. Open Kaart kun je spelen met zo veel mensen als je wilt. Een setje kost € 17,50 (Bis Publishers).

Frida CANDLE

Van Frida Kahlo tot Frida Candle. De artiest blijft een eeuwige inspiratiebron, zo ook voor de ontwerpers van Claet. Ze ruikt ook nog eens zacht en verfrissend: vul je huis met een opgewekte geur van groene thee met citrustonen. De houder is gemaakt van keramisch materiaal en je kunt naast deze groene kleur ook nog kiezen voor geel. De kaars kost € 35,-.

Wasbare WATJES

Koop jij je ook suf aan plastic zakken met wattenschij es? Living Crafts heeft de oplossing. Met deze wasbare wattenschij es van duurzaam fluweelkatoen kun je duurzaam je cosmetica verwijderen of gewoon je gezicht opfrissen. De zeven wasbare wattenschij es komen in een handig katoenen bewaarzaakje dat tevens gebruikt kan worden als waszakje. Voor zo’n € 14,- zijn ze van jou.

La Shop Winkel

uitgelicht Fiona Tan - MOUNTAINS EN MOLEHILLS

is geïnteresseerd in hoe classificatie samenhangt met representatie en identiteit. Eye vond het de hoogste tijd voor een overzichtstentoonstelling van het beste werk van Fiona Tan. Aanvullend zal er ook nieuw werk van haar te zien zijn, waarbij ze gebruik heeft gemaakt van de filmcollectie van Eye. Van 2 oktober 2022 t/m 8 januari 2023 te zien in het Eye Filmmuseum. Meer informatie op eyefilm.nl.

WELK MUSEUM TE BEZOEKEN

BeZoeken

WAAR?

WAT IS ER TE ZIEN?

Altijd het ‘Meisje met de parel’ van Vermeer, en het ‘Puttertje’ van Fabritius. Maar ook een paar bijzondere tentoonstellingen, zoals die van de topstukken uit de Frick collectie in New York: Manhattan Masters.

Centraal staan 100 werken van 24 vooruitstrevende Nederlandse vrouwelijke kunstenaars zoals Charley Toorop, Jacoba van Heemskerck, Else Berg, Lou Loeber, Alida Pott, Jo Koster, Nola Hatterman en Jemmy van Hoboken. Er is ruim aandacht voor de levens, de keuzes en (on) mogelijkheden van deze vrouwen.

Lichtkunst voor iedereen. De stad verandert voor onze ogen. Op daken, straten, parken en gebouwen wordt lichtkunst geprojecteerd. Dit jaar is het thema Urban Skin. Meer dan 30 kunstwerken, in opdracht gemaakt, laten de stad stralen in de nacht.

WAAROM NU? WANNEER TE ZIEN?

Het museum bestaat 200 jaar! 200 jaar geleden werd het woonhuis van graaf Johan Maurits van NassauSieggen een museum. Dat wordt nu gevierd met allerlei tentoonstellingen, evenementen en publicaties.

Van dinsdag t/m zondag van 10.00-18.00 uur; maandag van 13.00-18.00 uur.

Eindelijk aandacht voor haar kunst en haar verhaal. De twee musea organiseren deze tentoonstelling samen; wil je alles zien, dan moet je naar beide locaties.

T/m 20 november 2022.

Het is een jaarlijks festival in november. Door COVID kon twee jaar lang het lopen van de vaste route door de bezoekers niet doorgaan. Dit jaar gaan we hopelijk wel op stap!

Zaterdag 12 tot zaterdag 19 november 2022.

OPZIJ 2022 9 La Shop Bezoeken
Den Haag Het Mauritshuis Vrouwenpalet Glow 2022 Museum Dr8888 in Drachten en De Wieger in Deurne WELKE TENTOONSTELLING TE ZIEN Eindhoven WELK KUNSTEVENEMENT MEE TE MAKEN HOE ZIET IE ERUIT Beeldend kunstenaar Fiona Tan (1966) maakte naam met haar video- en filminstallaties. Daarin onderzoekt ze herinneringen, geschiedenis en globalisatie. Ze maakt daarbij gebruik van archieven en

uitgelicht MARGRIETE

Wist je dat de wereldberoemde schilderende Van Eyck broers ook een zus hadden? Grote kans van niet. De Belgische auteur Kathleen Vereecken komt daarom met een roman over het vergeten verhaal van Margriete, een zus van de Van Eyck broers die ook schilderde. In het ruwe Gent slijt Margriete haar dagen in een klooster waar ze zich bezighoudt met manuscripten verluchten. Ze staat voor een dilemma: trouwen en stoppen met schilderen, of schilderen en voor altijd maagd blijven?

De roman biedt een feministisch inkijkje in het middeleeuwse Gent.

Kathleen Vereecken – Margriete

€ 21,99 (De Geus)

LeZen

BESCHIKBAAR

Over een gezin dat uit elkaar dreigt te vallen tegen het decor van een verscheurd Amerika. De man des huizes is druk met het voorbereiden van een revolutie om de Amerikaanse droom in ere te herstellen, terwijl zijn vrouw Charlotte in een afkickkliniek haar teleurstelling in haar leven ontdekt.

WELKE NON-FICTIE TE LEZEN

Het huwelijksportret

Een Oekraïense familiegeschiedenis waarin Victoria op zoek gaat naar de waarheid over het verleden van haar land en haar familie. Tot groot ongenoegen van haar grootmoeder Valentina en de rest van de familie.

Florence, 1550. Lucrezia, derde dochter van de groothertog, zit er comfortabel bij in het palazzo en volgt haar artistieke ambities. Tot haar zuster overlijdt en ze een aanzoek krijgt van de heerser van Ferrarra.

10 La Shop Lezen
WAAR GAAT HET OVER
WELKE LITERATUUR TE LEZEN De openbaring Rode sirenes
WELKE BIOGRAFIE TE LEZEN DOOR WIE GESCHREVEN WANNEER A.M. Homes Oktober 2022 (De Bezige Bij) Victoria Belim November 2022 (De Arbeiderspers) Maggie O-Farrell Oktober 2022 (Nijgh & Van Ditmar)
OPZIJ 2022 11 La Shop Fashion 1 Signe jacket € 220, Hund Hund 2 Blair boots € 238, Alohas 3 Black scarf € 34,95, Atelier des femmes 4 Leren midi rok zwart € 209,95, Vanilia 5 Rolltop Messenger € 95, Rains 6 Vegan nail polish € 4, Avril Door leer en wind 1 3 6 2 5 4

Autumn leaves

1 Jacket Cosima Tencel € 199, Kings of Indigo

2 Unity enkellaarsje van suède € 159,90, Unisa

3 Nomi mini tuniekjurk met print € 139,95, by-bar

4 Pillow Talk Matte Revolution lipstick € 32, Charlotte Tilbury

5 Storm proof paraplu groen € 11,65, EcoGiving

6 SOFT Schoudertas € 109,95, Copenhagen

12
La Shop Fashion 1 2 3 4 5 6
Frans Hals, Kinderen uit de familie van Campen met een bokkenwagen. Fragment, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (Brussel), inv. 4732, foto: J. Geleyns TICKETS: FRANSHALSMUSEUM.NL NIEUWKOMERS VLAAMSE KUNSTENAARS IN HAARLEMFRANS HALS MUSEUM30 SEP 20228 JAN 2023 HOF

‘De verlovingsfoto van mijn ouders was niet alleen maar mooi’

Suzanna Jansen heeft een boek geschreven, waarvoor ze opnieuw in het verleden dook. In De omwenteling of de eeuw van de vrouw, beschrijft ze de twintigste eeuw vanuit het perspectief van de vrouw - nu eens niet dat verhaal van de grote ideologieën, maar dat wat er in de huiskamers gebeurde in het leven van vrouwen.

Cultuur Boek
Cultuur Boek

Tijdens het schrijven van haar nieuwste boek, bladerde Suzanna Jansen door een fotoalbum van haar ouders. Haar blik bleef hangen bij een vrolijke zwartwit foto uit 1946 van haar jonge vader en moeder. Het is net na de Tweede Wereldoorlog, haar moeder draagt haar mooiste jurk, haar vader zijn zondagse pak met een corsage. Beide stralen. ‘Onze verloving’ staat erbij. Hun dochter schrijft 75 jaar later: ‘Ik had het altijd als een mooi plaatje gezien. Mijn moeder die haar verloofde bewonderend aankijkt, mijn vader die onhandig de verlovingsring om haar zweterige vinger wurmt. Maar nu zie ik ineens ook iets anders. Deze feestelijke dag kondigde tegelijk het einde aan van haar carrière.’

Jansen heeft het vermogen om door het schijnbaar alledaagse heen te kijken en er verhalen in te zien. Haar familiegeschiedenis Het pauperparadijs (2008) werd een bestseller. Hierin beschrijft ze hoe vijf generaties voorouders zich stapje voor stapje aan de armoede ontworstelden nadat ze jaren gedwongen waren te verblijven in de heropvoedingsgestichten in Veenhuizen. Het was een verzwegen geschiedenis, ook binnen haar familie. Schaamte en schuldgevoelens voorkwamen dat erover werd gesproken. Jansen ontdekte het verhaal, dat tegelijk ook heel veel andere arme Nederlanders betrof, en legde het bloot.

Opnieuw dook Jansen in haar familieverleden, maar dit keer blijft ze dichterbij. In de omwenteling of de eeuw van de vrouw, reconstrueert

ze minutieus het leven van haar moeder en oudere zus. Net als in Het pauperparadijs doet ze verslag van haar zoektocht. Ze beschrijft de brieven en foto’s die ze bekijkt, de medewerkers die ze spreekt in vrouwenarchief Atria, de doos met spullen uit haar ouderlijk huis die ze uitpluist.

Haar moeder werd geboren in 1922, het jaar dat vrouwen in Nederland voor het eerst naar de stembus konden. Ze kwam uit een goed katholiek gezin. Haar hele opvoeding was erop gericht dat ze kinderen zou krijgen en verzorgen. Bij uitzondering mocht ze naar de mulo, want ze kon goed leren. Als zestienjarige begint ze als kantoormeisje bij een grote Amsterdamse handelsfirma, acht jaar later trouwt ze. Hiermee luidt ze het einde in van haar werkende leven. De rest van haar leven zit ze thuis, en zorgt voor haar man en vijf dochters.

Jansen, de jongste van de vijf, weeft zichzelf ook in het verhaal. Ze beschrijft dat het pas bij het onderzoek naar dit boek goed tot haar doordrong dat haar moeder altijd binnen ‘de marges van de dienstbaarheid en ondergeschiktheid had geleefd - tot 1957 was dit zelfs in de wet vastgelegd.’ Waarom was het voor mijn moeder en bijna alle vrouwen onontkoombaar geweest om huisvrouw te worden en hun andere talenten te begraven?, vraagt ze zich af.

Het leven van een van haar oudere zussen, tweede op rij, geboren in 1950, zag er heel anders uit dan dat van hun moeder. Ze nam het heft in eigen handen, gaat ongetrouwd het huis uit, slikt de pil en hokt met haar vriendje, met wie ze de huishoudelijke taken min of meer verdeelt. Ze wil geen huisvrouw worden, gaat als jonge moeder Nederlands studeren aan de universiteit, wordt een actieve feministe tijdens de tweede feministische golf en gaat scheiden van haar man.

In geen enkele andere periode veranderde het leven van de vrouw - en daarmee van ons allemaal- zo veel als in de afgelopen eeuw. Jansen besloot deze grootse omwenteling, te beschrijven vanuit het perspectief van de vrouw.

Als je jouw boek leest denk je voortdurend: waarom is de geschiedenis van de huisvrouw, van de ondergeschiktheid van vrouwen, van de strijd die is gevoerd om onze positie te verbeteren, zo snel uit de collectieve herinnering weggezakt? ‘Ik denk dat er heel weinig over is geschreven omdat het gaat over vrouwen. Omdat het gaat over gewone mensen, omdat het gaat over het gewone leven. Dat belandt niet in de geschiedenisboeken, die staan vol heldenverhalen. In Een kamer voor jezelf, heeft Virginia Woolf in 1929 al beschreven dat vrouwen geen geschiedenis hebben. Dat er niks is opgeschreven over hun levens, dat ze altijd alleen maar door de blik van mannen zijn bekeken, als bijfiguren.’

Maar hoe kwam jij tot ontdekking dat de emancipatie van de afgelopen eeuw een heel

Cultuur Boek

interessant, bij tijden onthutsend, maar zeer veelzeggend verhaal is?

‘Dat ging geleidelijk. Een van de dingen die mij triggerde, was een krantenartikel over abortus-buddy’s. Vrouwen die een abortuskliniek bezochten moesten begeleid worden. Ik dacht: hè? Ik was zestien toen ik daarvoor de straat opging. Veertig jaar geleden heb ik voor het zel eschikkingsrecht voor vrouwen gedemonstreerd. Wat is hier aan de hand?’

Dit zette je aan het denken?

‘Ik merkte dat veel veertigers, dertigers, mensen die

niet eens zoveel jonger zijn dan ik, helemaal niet meer weten welke strijd er door vrouwen is gevoerd. Ik dacht: dat is gevaarlijk, want dadelijk gaan we denken dat gelijke rechten een vanzelfsprekendheid zijn. Denk aan hoe het landelijke recht op abortus in de VS is afgeschaft omdat men niet de moeite had genomen het beter in de wet te verankeren.’

De activiste in jou ontwaakte? ‘Ja. Ik dacht: als we niet weten waar we vandaan komen, weten we ook niet wat we kunnen verliezen. Het ging broeden in mijn hoofd, hoe zou ik hierover kunnen schrijven?

Mijn moeder is geboren in 1922, het jaar waarin vrouwen voor het eerst konden stemmen. Toen ik grofweg ging kijken naar hoe het allemaal voor mijn moeder moet zijn geweest, dacht ik: wat zij heeft meegemaakt, loopt parallel met hoe het leven voor heel veel vrouwen is geweest. In de jaren tachtig ben ik als tiener, als nakomertje, samen met haar geëmancipeerd. Ik heb het emancipatieproces van mijn moeder van heel nabij meegemaakt. Dat is een heel belangrijke herinnering voor mij.’

Je beschrijft naast het leven van je moeder, ook dat van je oudere zus. Waarom heb je gekozen voor deze vorm?

‘De reden dat ik ook over mijn zus schrijf, is dat je op die manier het verstrijken van de tijd kunt zien, en hoe de positie van vrouwen veranderde. Ik heb nog wel even geaarzeld: wil ik bekend staan als een schrijfster die altijd zo nodig over haar familie moet schrijven? Maar toen dacht ik: ja, maar dit is gewoon de beste vorm. Een familie is een fantastisch vehikel voor verhalen. We hebben allemaal familie, dus dan kun je je makkelijker inleven.’

Je zus en jij schelen vijftien jaar. Zij was de deur al uit, toen jij in de jaren zeventig een tiener was. ‘Precies. Daarom vond ik het zo interessant om haar perspectief ook te beschrijven. Voor mij was zij een

OPZIJ 2022 17 Cultuur Boek
‘Mensen weten helemaal niet welke strijd er door vrouwen is gevoerd.’

Boek

voorbeeld. Ze deed niet mee aan de vaste rolpatronen, zo wilde ik het ook wel.’

En jouw feministische zus stak ook jouw moeder aan?

‘O ja, zij bracht het feminisme bij ons thuis. Haar verhalen en de boeken die ze meenam, hebben grote invloed gehad op mijn moeder en mij. Bij het schrijven van dit boek ontdekte ik pas dat zij elk op een verschillende manier met de veranderingen omgingen. Mijn zus was een twintiger tijdens de tweede feministische golf. Zij ging alles gewoon anders doen zodra het kon. Mijn moeder was opgevoed om huisvrouw en moeder te worden. Zij was doordesemd van de normen van haar tijd, daar moest zij zich eerst van bevrijden voor ze anders naar zichzelf kon kijken. Dit is een vertragende factor bij veranderingen, hoe graag je ze ook wil, de tradities die je hebt meegekregen zitten diepgeworteld.’

Mensen, vrouwen, remmen zichzelf - onbewust - af in hun emancipatie?

‘Dat is misschien zoals het mentaal werkt, ja. Maar het gaat mij niet om ‘hun’ emancipatie. Het gaat niet om een individueel proces. Het gaat me erom hoe er maatschappelijk met de positie van vrouwen is omgegaan. Ik vond het schokkend te zien hoelang het steeds duurde voor vrouwen een normaal recht kregen. De kiesrechtstrijd duurde veertig jaar. En pas nu, honderd jaar na de eerste stembusgang van vrouwen, hebben we een regering met daarin evenveel vrouwen als mannen. Het parlement is nog niet zover.’

Een taaie strijd.

‘Absoluut. Toen vrouwen eenmaal mochten stemmen, duurde het nog drieëndertig jaar voor hun eerste rechten verbeterdenin 1957 de afschaffing van de handelingsonbekwaamheid. Over gelijk loon was er al een internationaal verdrag in 1951, toch duurde het nog tot 1975 totdat Nederlandonder grote druk van de Europese Commissie - de wet Gelijke Beloning

Suzanne Jansen (1964) studeerde ballet aan de Rotterdam dansacademie en daarna aan de Amsterdams heo. Ze werkte als correspondent in Moskou en was journalist voor verschillende media. In 2008 verscheen de bestseller Het pauperparadijs, waarin ze de geschiedenis van haar voorouders beschrijft in de gestichten van de Maatschappij van Weldadigheid in Veenhuizen. De gelijknamige theatervoorstelling is ook zeer succesvol. Jansen schreef Onder de zwaartekracht (2017), en Wael het verhaal van een jongen uit Syrië (2019). Eind september verscheen De omwenteling of de eeuw van de vrouw, over de positie van de vrouw van 1922 tot 2022 aan de hand van het levensverhaal van haar moeder en dat van haar oudere zus.

18 Cultuur

invoerde. En dat ging dan alleen nog om het stréven naar gelijk loon, geen verplichting. Maar in de praktijk is van gelijke salarissen nu nog steeds geen sprake.’

Wat beschouw jij als de grootste omwenteling in de eeuw van de vrouw?

‘Er is de afgelopen honderd jaar heel veel veranderd in de positie van vrouwen, maar het belangrijkste is misschien wel dat er nu een breed maatschappelijk bewustzijn lijkt te zijn dat het niet in orde is als vrouwen en mannen ongelijk worden behandeld. Dat is denk ik het meest fundamentele, dat er een mentale verandering heeft plaatsgevonden. Het kost ongelooflijk veel tijd, want we zijn er nog niet helemaal, we zijn nog altijd bezig.’

Wat zegt dat jou?

Dat we alert moeten zijn. Als het zo lang duurt voor er bepaalde rechten worden verworven, kunnen we er niet zeker van zijn dat ze stevig genoeg verankerd zijn. Daarom wilde ik dit verhaal uitzoeken en opschrijven. En ik wilde al die gewone vrouwen ook recht doen. Het verhaal van onze moeders en oma’s gaat ons allemaal aan.’

Mannen ook.

‘Precies. Als vrouwen hun levens anders inrichten, dan verandert vanzelf het leven van mannen.’

Wat trof je zoal aan in de bronnen over het huishouden?

‘Ik kwam een onderzoek tegen uit 1955 naar de vraag ‘Wat doet de huisvrouw met haar tijd?’ Daaruit bleek dat de gemiddelde huisvrouw 62 uur per week werkte. Vrouwen met kinderen jonger dan twee jaar waren niet meegeteld, die zouden het gemiddelde uit het lood trekken. En klussen waar ze meer dan een half uur achter elkaar mee bezig waren – spelen met kinderen, naaien, koken – werden niet als werk meegeteld. Als je er zo lang mee bezig was, moest het wel een liefhebberij zijn.’

Waar waren de huisvrouwen druk mee?

Het was lastig om exacte details te vinden over het huishoudelijk werk. Zoals voor hoofdstuk ‘Maandag Wasdag, waar ik ze wel hard nodig had. De bonte was laten inweken luisterde nauw. Wat zet je nou in de kook?

Maar gelukkig had ik een fijne vraagbaak, een moeder van een vriendin, ze is in de tachtig en ze appt nog. Bij haar kon ik terecht met allerlei specifieke vragen over het dagelijkse leven. Het proces van de was doen, vergde zo veel tijd! En alles met de hand. Maandverband met de hand, luiers met de hand.’

Je schrijft alsof je als een soort Alice in Wonderland een compleet ander universum betreedt. Terwijl dit verleden in het oog van de gehele geschiedenis toch zo nabij is.

‘Het is in jaren inderdaad dichtbij. Maar ook weer veraf,

omdat er zoveel is veranderd in een eeuw tijd. En je herkent de wortels van allerlei hedendaagse discussies die worden gevoerd. Dat maakt het voor mij ook zo interessant. Net zoals in mijn eerdere boeken schrijf ik over het verleden om het heden beter te kunnen begrijpen.’

In een doos met spullen uit je ouderlijk huis vond je een boekje dat de pastoor je ouders had gegeven, voor hun huwelijk in 1948.

Ja, een heel dun boekje Het huwelijksonderricht voor katholieke echtgenoten.

Waarin worden de katholieke paren onderwezen?

Het gaat in essentie alleen maar over seks. Het is echt een ongelooflijk boekje. Volgens dit kerkelijke geschrift hadden echtelieden niet alleen de plicht om gemeenschap te hebben, maar ze wisten dat ze zondig waren als ze weigerden. Want als ze weigerden, stuurden ze hun man het pad op van de onkuisheid, of van de zelfbevlekking. Ik schrok toen ik het las omdat ik toen pas begreep waarom het tot 1991 had geduurd tot verkrachting binnen het huwelijk strafbaar werd. Wacht, ik lees even een passage voor: ‘Door hun ‘ja ik wil’, hebben man en vrouw aan elkaar het recht afgestaan op hun lichaam tot het verrichten van de huwelijksdaad.

Terwijl in alle gezinsaangelegenheden

Cultuur Boek
‘Als vrouwen hun levens anders inrichten, dan verandert vanzelf het leven van mannen.’

de man het hoofd is van de vrouw, hebben zij in geslachtelijk opzicht volkomen gelijke rechten. Dus als één van beiden om de natuurlijke geslachtsgemeenschap vraagt, moet de ander van harte daartoe meewerken. Vandaar het woord huwelijksplicht. Een weigering zonder ernstige reden kan grote zonde zijn en bovendien ernstige gevolgen voor de kuisheid en de onderlinge liefde meebrengen. De gevolgen zijn ook te vrezen wanneer een echtgenoot(-e) de huwelijksplicht niet weigert, maar de geslachtsdaad doorlopend slechts met duidelijk merkbare tegenzin toestaat.’

Wat dacht je toen je de naoorlogse kerkelijke seksuele moraal las?

‘Ik voelde een siddering, omdat ik me realiseerde dat dit puur over vrouwen gaat. En dat de tekst is geschreven door celibataire mannen. Ze kunnen wel zeggen: beide echtlieden moeten instemmen met het hebben van gemeenschap, maar als een man niet wil, dan functioneert het lichamelijk bij hem gewoonweg niet. Dit geschrift heeft grote impact gehad op heel veel levens; 40 procent van de Nederlanders was destijds katholiek. En natuurlijk hield niet iedereen zich letterlijk aan de kerkelijke voorschriften, dat weet ik ook wel.’

Hoe zat dat met je ouders?

‘Mijn ouders gingen heel gelijkwaardig met elkaar om. En als ik naar hun exemplaar kijk, dan zie ik dat ze hun boekje niet of nauwelijks hebben opengeslagen. Maar de pastoor vertelde bruidsparen voor hun huwelijk ook mondeling over de huwelijksplicht, het speelde op de achtergrond een grote rol in de katholieke belevingswereld. Zelfs periodieke onthouding was niet toegestaan zonder dispensatie van de pastoor. En die kreeg je zelden.’

Je hebt de tekst van dit katholieke huwelijksvoorschrift niet letterlijk opgenomen in je boek?

‘Ik gebruik bronnen alleen wanneer ze iets zeggen over het grotere geheel waar ik mee bezig ben. Ik heb de essentie genoemd, dat hoeft niet letterlijk. Ik had ook ruimte nodig voor het schokkend grote medicijnengebruik van vrouwen tegen ‘vage’ klachten, de ‘huisvrouwenvermoeidheid’. Deze nekten ook mijn moeder en daarom moest ze in 1962 naar een rusthuis voor overspannen huisvrouwen. Waar ze overigens geen enkele behandeling kreeg.’

Hoe zou jij je jouw moeder typeren?

‘Als ik haar moet omschrijven, dan zeg ik: het was een heel sprankelende vrouw. Die gretig wilde leren. Die heel nieuwsgierig was, en niet bang was voor nieuwe dingen. Mijn moeder had een hekel aan het huishouden, maar het was de taak die haar maatschappelijk gezien was opgelegd. Ze heeft echt haar uiterste best gedaan om het goed te doen, maar ze werd er doodongelukkig van. Ik ben blij dat ze uiteindelijk, tegelijk met mij, het vwo heeft gedaan. Veertig jaar nadat ze van de mulo kwam. Dat vond ze geweldig.’

Met de kennis van het verleden, bezie je ook je eigen familiegeschiedenis met andere ogen. Je beschrijft dat de verlovingsfoto van je ouders je ineens meer vertelde dan je altijd had gezien.

‘Ja, ik wist dat mijn moeder op kantoor had gewerkt, en hoe fijn ze dat had gevonden. Maar toen ik alles op een rijtje zette, zag ik ineens dat ze maar 8,5 jaar heeft gewerkt. Echt heel kort.’

Dat verbaasde je?

‘O ja, juist omdat ze me daar zo vaak over vertelde, altijd met glans in haar ogen. Ze werkte heel graag, ze had ook veel te bieden. Het was een intelligente vrouw, ze had makkelijk naar de universiteit gekund. Maar dat was binnen haar milieu überhaupt geen vraag, en al helemaal niet voor een meisje. En toen bekeek ik nog eens die verlovingsfoto en bedacht: ja, dit is wel een prachtig plaatje, maar haar verloving luidde wel het begin in van het einde van haar maatschappelijk leven. Mijn moeder vond het vreselijk dat ze na haar trouwen haar werk kwijtraakte. En ook onterecht, maar ze legde zich erbij neer. Zo was het nu eenmaal.’ O

Cultuur Boek
‘Mijn moeder had een hekel aan het huishouden, maar het was de taak die haar maatschappelijk was opgelegd.’

AANBIEDING

JAARABONNEMENT OPZIJ + BOEK CADEAU

Saskia Noort - Hoe nu verder?

Over het boek

Over liefde, feminisme, single-zijn en andere ontboezemingen

Zeventien jaar lang schreef Saskia Noort columns over liefde, moederschap, daten en seks - maar ook over het kronkelige pad van het single-leven, ouder worden en seksisme. In haar columns neemt ze bored couples en single mannen van middelbare leeftijd op de hak en schrijft ze onder andere over feminisme en daten na het #MeToo-tijdperk. En natuurlijk spaart ze zichzelf ook niet.

‘Intelligent, scherp, gevat, open en eerlijk over onderwerpen die vaak in de taboesfeer zitten. Wat een dijk van een schrijfster. Genoten van elke column. Zowel tranen gelaten als regelmatig enorm hard gelachen.’

OPZIJ 2022 21
Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (6 nummers) verlengd met
een jaar. Er geldt een
opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon.
GA NAAR OPZIJ.NL
voor maar €47,50

STOOT

22 KOP
Het voltallige kabinet loopt weg en nog snapt die man er niks van...

Column Sheila Sitalsing

Zusterschap

Marianne

Verhoeven, die als hoofdredacteur deze titel waar zoveel historie in is samengebald tot aan het eind van haar te korte leven manmoedig overeind heeft gehouden, vertaalde feminisme als zusterschap. Het is een lieve term. Een echo van de woorden van Madeleine Albright die inmiddels op alle mogelijke tegeltjes en T-shirts zijn gedrukt, die beroemde woorden ja, over een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die weigeren vrouwen te helpen. Er zullen ongetwijfeld feministen zijn die van alles op de term hebben aan te merken. Die zullen zeggen dat feminisme over gelijke rechten gaat en over gelijkwaardigheid en dat een zoet woord als zusterschap geen recht doet aan de strijd die nog altijd daarvoor geleverd moet worden, en die ook in eigen gelederen woedt. Want we kennen ze allemaal: de vrouwen die zonder oogknipperen hun eigen dochters opofferen aan achterlijke tradities en hun zoons als prinsjes opvoeden, de vrouwen die hartstochtelijk de vrouwenhatende boreale beweging ondersteunen. Verraadsters van hun eigen sekse.

Ook ik vind het best moeilijk om dan te denken: o ja, zusterschap. Totdat in mijn eigen kamp de patriarchale instincten ontwaken en deze vrouwen het walgelijkste seksisme naar hun hoofd krijgen geslingerd: domme blondjes die kirrend hun grote leiders achterna lopen, dienstmaagden van het extremisme, mooie hoofdjes die niet zelfstandig kunnen nadenken, dat krijg je ervan als je Thierry pijpt, die zou eens goed gepakt moeten worden, dan leert ze het wel af.

En dan weet je het weer: o ja, seksistische zwijnen zitten overal. En o ja, dát is zusterschap: opkomen voor vrouwen wier ideeën en handelingen je verafschuwt, wanneer ze worden aangevallen op hun vrouw-zijn en niet op hun ideeën of opvattingen. Zusterschap is het omgekeerde verwachten en eisen van andere vrouwen.

Zusterschap is ook: in de gaten houden wie een opkontje kan gebruiken. Altijd een vrouw naar voren schuiven als je in de gelegenheid bent invloed uit te oefenen op de zoektocht naar een geschikt iemand voor een baan, een promotie, een openbaar optreden, alles wat leuk, interessant of nuttig kan zijn. Daarom heb ik heb lijstjes aangelegd van vrouwen die ergens goed in zijn, zodat ik altijd een naam paraat heb.

Marianne stond ook op mijn lijstjes. Ze is er niet meer. Zusterschap is haar niet vergeten.

OPZIJ 2022 23
Econoom Sheila Sitalsing (1968) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.
O

Vakvrouw

Eigenlijk wilde ze schooljuf worden, maar dat liep even anders. Janny (38 jaar) werkt bij de politie en heeft als nevenfunctie pelotonscommandant bij de ME. Vanuit een commandowagen stuurt ze haar collega’s van de ME aan tijdens evenementen, demonstraties en protesten waarbij ongeregeldheden kunnen ontstaan. “Het beeld dat de ME van de lange lat erover is, klopt echt niet meer. Er wordt gepraat, dat is onze kracht.”

Het is de vooravond van de boerenprotesten in ons land. Een drukke tijd voor Janny, sinds de protesten zijn aangekondigd in de media heeft ze verschillende briefings erover. “Het meeste werk gaat in de voorbereidingen zitten. We moeten alles in kaart brengen. En het is goed om elkaar als collega’s niet alleen op de dag zelf te zien, maar ook al eerder.”

Wilde je altijd al bij de politie?

“Nee, eigenlijk wilde ik iets heel anders: schooljuf worden. Lange tijd had ik dat idee. Pas aan het einde van mijn middelbare schooltijd zei een docent tegen me: ‘Ik vind de politie echt wat voor jou, jij bent niet zo van het stilzitten.’ Daar ging ik over nadenken. Mijn vader was rechercheur, ik hield mijn spreekbeurten vroeger op school altijd over de politie en mijn klas mocht een keer mee naar het politiebureau waar hij werkte. Maar ik heb nooit gedacht dat daar werken iets voor mij zou zijn. Toch ben ik me erin gaan verdiepen en heb ik me ingeschreven voor de opleiding. Ik kreeg meteen een brief terug. Er waren vierhonderd mensen die zich hadden ingeschreven en

24
‘Ik noem het vaak levend stratego, maar dan op afstand.’

Daarom is het een hechte club.

maar tien plekken. Toch werd ik aangenomen. En ik heb er nooit spijt van gehad dat ik deze kant ben opgegaan. Bij de politieacademie heb je twaalf weken school en dan ga je vervolgens twaalf weken werken bij een politiebureau. Ik kwam terecht bij bureau Zuiderpark in Den Haag en later bij de Heemstraat. De opleiding is dynamisch, je sport vaak en leert ook veel. Ik vond het heel interessant.”

Janny begon als agent op straat en groeide zo door naar brigadier, rechercheur, ploegchef en is nu Operationeel Specialist C. Dat is een kantoorfunctie, ze is onder andere verantwoordelijk voor het laten beveiligen van de ambassades. En ze werkt ook voor de ME. Dat kan alleen als nevenfunctie, niet fulltime. “Ik ben aangenomen als sectiecommandant. Ik deed tijdens de opleiding bewust mee met de trainingen om te voelen wat het met je doet als je een steen naar je hoofd krijgt gegooid. Sinds 3,5 jaar ben ik pelotonscommandant.”

Wat doet de pelotonscommandant precies?

“We zijn nu bezig met de voorbereidingen voor de boerenprotesten. We kijken hoeveel mensen er worden verwacht. We maken afspraken met het bevoegd gezag, de burgemeester dus, over wat er wordt getolereerd. Een loop

bijvoorbeeld mag, maar niet overheidsgebouwen bezetten of een sit down waardoor het verkeer wordt ontregeld. Ik ben betrokken bij de voorbereidingen en stuur op de dag zelf het peloton van de ME, de technische eenheid en soms ook de politie met honden of paarden aan. Ik werk dan vanuit een grote bus, daar krijg ik via beelden en informatie van de operationeel commandant door hoe de situatie is. De kunst is om minimaal vijf stappen vooruit te denken. Gaan we een locatie afzetten met een linie, leggen we contact met de demonstranten? Ik noem het vaak levend stratego, maar dan op afstand.”

Het lijkt me best stressvol.

“Je bent heel geconcentreerd. En het ligt eraan hoe de demo verloopt. Soms lopen de emoties hoog op.”

Tijdens corona waren er veel demonstraties, hoe was dat?

“Veel meer dan normaal inderdaad. We gingen veel in gesprek met de demonstranten. Wat willen jullie?

Kunnen we iets betekenen? Het beeld dat de ME van de lange lat erover is, klopt echt niet meer. Er wordt gepraat, dat is onze kracht. Zo ook met de boeren. We leggen de verbinding. In sommige landen mag je niet je mening uiten. Hier kun je gewoon het gesprek aangaan. Wij zijn zonder mening, bewaken de gemaakte afspraken om wanordelijkheden te voorkomen en praten.”

Er werd ook met vuurwerk gegooid.

“Ik zit in de bus, maar de ME-leden staan op straat.

Tijdens de coronaprotesten kregen zij vuurwerk om hun oren. Hoe lang houden ze dit vol? Die afwegingen maak je voortdurend. Bij een persconferentie was een protest dat maar net aan goed ging. We hadden te weinig mensen. De dag erna zag de stad er niet uit, veel rotzooi en ruiten kapot. Ik was niet trots op mijn Den Haag.”

26
‘Met je collega’s maak je soms heftige situaties mee, je moet elkaar kunnen vertrouwen.

JANNY IN 100 WOORDEN

Naam Janny (vanwege privacy-redenen publiceren we geen achternaam) Beroep Operationeel specialist C bij de politie en heeft als nevenfunctie pelotonscommandant bij de Mobiele Eenheid (ME). Werkt vier dagen in de week. Eén keer in de vier weken heeft ze piketdienst bij de ME. Als ze dan wordt opgeroepen, moet ze binnen een uur op het een politiebureau in de Eenheid Den Haag zijn.“Tijdens corona waren er veel demonstraties, waarbij er een beroep werd gedaan op de ME, toen kwam mijn dagelijkse werk er wel onder te leiden.” Woont samen met man en twee kinderen. NB In Den Haag zijn jaarlijks zo’n achttienhonderd demonstraties per jaar. Ze vertelt: “In 9,9 gevallen van de 10 gaat het goed en is er geen inzet van de ME nodig. Het grondrecht van vreedzaam demonstreren is belangrijk. Wij van de ME staan er niet veel met schild, vaker worden we ingezet in ons reguliere uniform om zo de demo veilig te laten verlopen.”

Hoe is dat om in de linie te staan?

“Het belangrijkste is om mentaal sterk te zijn. Tijdens de coronaprotesten stonden demonstranten urenlang met een spiegel voor het hoofd van de ME’ers. Stenen, fietsen, echt van alles heb ik naar me toe gegooid gekregen. Als er geweld gebruikt wordt, dan mogen we waarschuwen, aanhouden en uiteindelijk ook geweld terug gebruiken. De kunst is om dat zolang mogelijk uit te stellen. Tijdens de opleiding leer je veel te incasseren. Acteurs maken je uit voor alles en nog wat en dan moet je niet reageren. Ik houd me altijd voor dat het geweld tegen het uniform is en niet tegen de persoon zelf. Er wordt weleens vergeten namelijk dat we gewoon mensen zijn.”

Zijn de demonstraties verhard?

“De meeste demonstranten willen gewoon gehoord worden, toch zijn er ook demonstranten die uit zijn op rellen. Ik snap best dat je je niet gehoord voelt bij alle maatregelen die tijdens corona werden genomen. Dan mag je demonsteren, dat is een recht in ons land. Demonstraties kunnen worden beperkt om wanordelijkheden te voorkomen. Dat mag alleen voor zover dit noodzakelijk is ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. Een demonstratie kan alleen in heel uitzonderlijke situaties worden verboden. En dan kwamen de mensen toch naar het Malieveld, daar kon ik weleens verdrietig van worden. Waar gaat het heen met de maatschappij?”

Waarom koos je voor deze functie?

“Het is een stoer onderdeel van de politie. Je kunt het verschil maken, daar wil ik onderdeel van zijn. Ik ben niet zo bang aangelegd. Ik werk vanaf mijn achttiende bij de politie en heb verschillende functies gehad. Met

je collega’s maak je soms heftige situaties mee, je moet elkaar kunnen vertrouwen. Daarom is het een hechte club. Ik doe nu een traject om teamchef te worden. Maar bij de ME wil ik nooit meer weg.”

Hoe is de verhouding man/vrouw?

“Op het bureau bestaat het management uit de helft vrouwen. Bij de ME zijn inderdaad veel meer mannen dan vrouwen. Bij de ME werk je met piketdiensten, als je gebeld wordt dan moet je komen. Mijn man is gelukkig flexibel met werk en ik kan daardoor makkelijk weggaan. Ik werk goed met mannen en vrouwen, ik heb geen voorkeur. De lijnen bij de ME zijn duidelijk. Als ik een commando geef, wordt het uitgevoerd door de vijftig mannen in de linie. Dat is bij mij thuis met mijn kids vaak anders, haha.”

Heb je je weleens onveilig gevoeld?

“Nooit. Je bent met zijn allen en hebt beschermende kleding aan. Je wordt getraind om samen met je collega’s het te doen, je staat nooit alleen. Ik werk vanuit een bus. Als relschoppers bij mij komen, dan is iets helemaal verkeerd gegaan. Zoiets is nog nooit gebeurd gelukkig.” O

OPZIJ 2022 27 Vakvrouw
‘Als ik een commando geef, wordt het uitgevoerd door de vijftig mannen in de linie. Dat is bij mij thuis met mijn kids vaak anders, haha. ’
‘Tijdens de coronaprotesten kregen de ME-leden vuurwerk om hun oren. Hoe lang houden ze dit vol? Die afwegingen maak je voortdurend.
NEEM NU EEN ABONNEMENT 10 edities, elke twee maanden + VOOR MÉÉR DAN € 40,- AAN CADEAUS GA NAAR PINDAH-MAGAZINE.NL * het boek Het blijft nog steeds familie van Theodor Holman * gratis toegang tot ons culinaire YouTubekanaal met meer dan 50 kookvideo’s U ontvangt de welkomstcadeaus binnen 10 werkdagen. voor € 74,95

Column Etchica Voorn

Etchica Voorn (1963) won in juni 2018 de OPZIJ literatuurprijs voor haar autobiografie Dubbelbloed.

Ze is werkzaam als docent burgerschap bij ROC Flevoland Almere als zij-instromer.

We zijn het erniet mee eens

Het is een warme vrijdag als ik het bericht krijg wat de zon in de schaduw zet. Marianne is vanochtend om 7:50 overleden. Alhoewel ik wist dat dit zou komen, was het toch onverwacht. Deze nieuwe status past niet bij haar, flitst het door mijn hoofd, wat bevestigd wordt in het vervolg van het bericht:

Ze heeft het enorm lang volgehouden want ze was het er niet mee eens ;-).

En zo kennen we haar ook. Maar nu was het echt op en is het goed zo, we gaan haar vreselijk missen.

Het is een gek idee, een column schrijven die de rots in de OPZIJ branding niet meer gaat lezen. Fysiek is Marianne er niet meer en toch heb ik het gevoel dat ze met haar kritische oog meeleest op het scherm en ik haar stem hoor met een zucht van irritatie die ‘waar gáát dit over?’ zegt. Al mijn columns zijn afgefakkeld met de vraag; zou Marianne het wel goed zou vinden? Zou ze het ermee eens zijn?

In het voorjaar van 2018 werd mijn boek ‘Dubbelbloed’ genomineerd voor de OPZIJ Literatuurprijs. Naar aanleiding van de nominatie vond er een interview plaats met hoofdredacteur Marianne Verhoeven in café de IJsbreeker aan de Weesperzijde in Amsterdam, mijn favoriete schrijfplek. Van die eerste ontmoeting herinner ik me haar vorsende blik, heldere blauwe ogen, een stralende lach en wroetende vragen. Ze had een manier van spreken en vragen waardoor ik gedwongen werd steeds scherper mijn motivatie voor het schrijven van mijn boek te onderbouwen. Ik bleef ‘staan’ en dáár ging het Marianne om. Na het winnen van de OPZIJ Literatuurprijs bood ze me een plek aan in OPZIJ als vaste columnist wat ik geweldig vond en vind. Wat volgde was een verdere zoektocht naar mijn eigen stem. Wat raakt mij en wil ik de lezers vertellen, wat zijn urgente noodzakelijke onderwerpen en welke vrijheden kon ik me op deze plek veroorloven? Marianne had haar idealen en als de inhoud in haar ogen niet urgent of noodzakelijk was kon ze als een rubberen stootrand mijn creatie terug de wildwaterbaan in kaatsen. Op de woelige schrijfbaren werkte ik aan een volgende versie en was blij wanneer het verlossende mailtje kwam: mooie column!

Ze hield me scherp en mij niet alleen. Tijdens de intieme afscheidsborrel een paar dagen na haar overlijden, vertelde collega columnist Carin Gaemers: ‘Als ik een keer niet expliciet schreef over de misstanden in de zorg kreeg ik het direct te horen’. We lachten een bitterzoete lach en hieven een glas Chardonnay op haar, met een schuine blik op de knalrode gesloten kist die in de keuken stond.

In een Surinaams gezin zou een kist in de keuken een doodszonde zijn, a no kan! (Het kan niet). Dat is niet rein én niet praktisch omdat er avond na avond tot aan de begrafenis (en ook nog de zes weken erna) gekookt moet

worden voor de gasten die langskomen. Áls de kist al thuis staat, dan in de slaap- of woonkamer waar de overledene wordt overladen met liefde, gezang en allerlei rituelen die ervoor moeten zorgen dat de geliefde in alle rust de overstap naar de andere wereld kan maken. Anders loop je het risico dat iemand ‘blijft hangen’ en geloof me, dat wil je niet! Zevenentwintig jaar geleden overleed mijn vader, in zijn eigen huis. Ik heb toen veel geleerd over de Surinaamse begrafenisrituelen. De spiegels werden afgeplakt met kranten en wat ik nooit vergeet is dat mensen na het afscheid achterstevoren de deur uit liepen, soms met de woorden “ik ga even sigaretten halen”. Terug kwamen ze niet, het was om de geest van de overledene te misleiden en te voorkomen dat hij met je mee zou gaan. Ik hou van die rituelen en dat ze in elke cultuur zo anders zijn. Het zijn al die verschillende gebruiken waardoor we elkaar leren kennen en leren waarderen, wat ons interessant en méns maakt.

Ik drink mijn glas wijn leeg, zeg iedereen gedag en blijf eerbiedig stilstaan bij de rood geverfde kist. Terwijl ik zachtjes een klopje op het hout geef fluister ik dankjewel Marianne een goede reis en loop naar de voordeur. In de gang, waar niemand mij ziet, maak ik een draai en loop achterstevoren de deur uit. O

OPZIJ 2022 29
FOTOJULIEBLIK

De steden zijn vrouwvriendelijk, de mensen aardig en er is veel moois te zien. Het valt goed te begrijpen waarom Kroatië een toeristische allemansvriend is.

De Reismeiden
Sibenikfoto Julien Duval

Omstreeks middernacht bestel ik een broodje gegrilde kip, – met veel te veel saus – in een snackbar downtown Sibenik . Een stel meiden heeft de voor mij onbegrijpelijke menukaart vertaald. Zij happen begerig in hun torenhoge hamburgers. Ik ga met mijn broodje verpakt in krantenpapier zitten op een stenen muurtje. In het smalle steegje waarvan er talloze zijn in de autovrije binnenstad, is het best druk. Maar geen vervelende opmerkingen of starende mannenogen. Er hangt een zachtaardige sfeer.

Ik vraag me af of er een vrouwvriendelijker stad denkbaar is. Net heb ik mijn eerste uren in Kroatië doorgebracht. Ik dwaalde door de witte geplaveide straten van Sibenik, onder stenen bogen door, langs de haven over de boulevard en door het donkere stadsplantsoen. Ik voel me volkomen op mijn gemak. Zelfs ’s nachts in deze vreemde stad aan de Adriatische kust, en dat is toch vrij uniek.

Eerste elektrische stadslicht

Ik was op weg gegaan om een historische lamp in het donker te zien branden. Want eerder die middag had een stadgids verteld dat Sibenik, als eerste Europese stad in 1895 elektrische straatverlichting kreeg op wisselstroom. Vóór wereldsteden als Parijs en Londen en New York. De gids glom van trots terwijl ze in de hoofdstraat wees op de ovalen glazen hanglamp boven haar hoofd. Daaruit scheen voor het eerst licht; de hele stad liep uit om dit wonder te aanschouwen. De volgende dag, tijdens een bezoek aan de magnifieke watervallen in het Krka National Park, zal ik horen dat de straatverlichting te danken was aan stroom die hier werd opgewekt door de eerste waterkrachtcentrale van Europa.

Ik kan met goed voorstellen dat die eerste straatverlichting letterlijk een stralend lichtpunt was in de turbulente geschiedenis van deze Kroatische stad. De pest bijvoorbeeld,

sloeg hier in de zeventiende eeuw keihard toe, waardoor tweederde van de inwoners stierf. Dat was nog buiten de aanvallen gerekend van Venetiaanse, Turkse, en Hongaarse invallers, waaronder de stadsbewoners door de eeuwen heen te lijden hadden.

Venetiaanse erfenis

Sibenik was vanaf de vijftiende eeuw in handen van de Venetianen en die hebben, eerlijk is eerlijk, ook hun positieve sporen nagelaten. Eyecatcher is het prachtige Venetiaanse driehoekige plein aan het einde van de oude binnenstad. Aan een zijde staat het

voormalige stadhuis met zuilen, bogen en balustrades van architect Michele Sanmicheli. Het werd in 1943 met de grond gelijk gemaakt, maar weer herbouwd. De eveneens gerenoveerde St. Jacob Kathedraal aan de overzijde van het plein is ook al zo’n meesterwerk uit de renaissance. De burgers van Sibenik hebben er een eeuw lang voor krom gelegen om de bouw te betalen. De beroemde witte stenen kathedraal, maakt deel uit van het UNESCOwerelderfgoed.

Ook op UNESCO-lijst, staat het fort van St. Nicholas, dat de Venetianen in de zestiende eeuw bouwden bij de ingang van de baai ter verdediging

32 De Reismeiden
De koepel van de St. Jacob kathedraal

tegen het Ottomaanse rijk, dat een permanente bedreiging was voor Europa. Een bezoekje aan het militaire bouwwerk, met een bootje dat vertrekt vanaf de promenade vlakbij hotel Bellevue, is inmiddels een drukbezochte toeristische attractie.

Verdere bescherming moesten de drie forten bieden die op de heuvels boven Sibenik liggen, ze domineren de weide omgeving als uiting van een bijna boerse kracht. Nu worden er alleen nog gevechten nagespeeld in de forten; afleveringen van de tv-serie Game of Thrones zijn opgenomen in Sibenik.

Invention of tradition

Hoewel de tijd in de historische stad lijkt te hebben stil gestaannergens graffiti, geen schreeuwende lichtreclames - stamt het meest geliefde pronkstuk uit het zeer nabije verleden. Een stadswandeling begint niet voor niets bij het moderne standbeeld van koning Petar Kresimir IV, ‘de Grote’. Deze nationale held wordt hier bewierookt omdat hij rond 1066 naar verluid Sibenik stichtte. Bijzonder, want andere Kroatische steden waaronder Split en Zadar, werden gesticht door de Romeinen. De koning die in de elfde eeuw heerste over een groot Kroatisch koninkrijk, geldt tevens als de historische belichaming van de jonge Kroatische onafhankelijkheid. Na eeuwenlang overheersing voelden de Kroaten zich eindelijk vrij, nadat ze zich tijdens een onafhankelijkheidsoorlog tussen 1991 en 1995 losmaakten uit het voormalige Joegoslavië. Kroatië riep de onafhankelijkheid uit in 1991 - in 2005 plaatsten ze in Sibenik een standbeeld van Petar de Grote. Noem het invention of tradition van de jonge Kroatische republiek, maar uit alles blijkt dat de Kroaten werkelijk barsten van nationale liefde. De mensen worden niet moe om te vertellen waar hun land het grootse en beste in is. Niet uit arrogantie of ijdelheid, hun nationalisme komt na eeuwenlange vreemde overheersing recht uit het hart.

Het is voor ons Nederlanders even wennen, maar als zij het hebben over ‘the war’ dan doelen ze niet op de Tweede Wereldoorlog , maar op de Joegoslavische oorlog in de jaren negentig. Het begint al bij de taxichauffeur die tijdens de rit vanaf het vliegveld van Zadar naar Sibenik, trots praat over het Kroatische voetbalelftal. Hij groeide op tijdens ‘de oorlog’ maar hij hield er geen trauma aan over, zegt hij. De luchtsirenes die klonken vond hij ‘spannend’. Te jong om de betekenis ervan te kunnen duiden, weerhielden ze hem er niet van elke vrije minuut als jochie van tien te voetballen op straat.

Energiek langs de waterval

Behalve patriottistisch zijn de Kroaten zonder uitzondering onvoorstelbaar aardig. Het land telt vier miljoen inwoners die ieder jaar miljoenen toeristen verwelkomen. Ik ben er half september, een zalige tijd om het land te bezoeken.

Geen zinderende hitte, maar een zonnetje en een prettige twintig graden. De Kroaten die werken in de toeristische industrie hebben dan al vele tienduizenden toeristen in het hoogseizoen voorbij zien komen. Ik kan me best voorstellen dat de rek er in het najaar wel zo’n beetje uit is. Maar eerlijk, ik heb geen chagrijnige, cynische of ongeduldige Kroaat ontmoet. Op de terrassen, in de hotels en in de nationale parken, iedereen is overal en altijd even behulpzaam en gastvrij.

Druk is het in het najaar nog steeds. Wie weet schuilt een deel van de aantrekkingskracht van Kroatië in de vriendelijkheid van de mensen. Voor mij althans wel.

Neem nou gids Stjepan Gundic. ’s Ochtendsvroeg om 10.00 uur staat hij klaar in Krka National Park, een van de grote trekpleisters van Kroatië vanwege de watervallen. Op 19 kilometer afstand van Sibenik ligt stroomopwaarts lang de Krka rivier het plaatsje Skradin vanaf daar vaart er een bootje naar het park. Stjepan wacht aan de kade in vol ornaat; beige range rover hoed,

OPZIJ 2022 33 De Reismeiden
Het oude stadhuis van Sibenik Bar in Sibenik

dito gekleurde korte broek met bergschoenen.

Energiek loopt hij over de houten vlonders die rond de imposante Skradinski Buk waterval voeren. Die planken zijn er om de natuur tegen de voeten van de pakweg tienduizend dagelijkse bezoekers te beschermen. Het doet denken aan een park als Beekse Bergen, maar Stjepan wekt de stellige indruk dat we op ontdekkingstocht gaan in de wilde natuur. Ik vraag hem of hij van de waterval houdt? Zonder zweem van ironie zegt hij: ‘What’s not to love?’ En dan volgt even later nog een trotse wetenswaardigheid; zelfs keizer Frans Jozef, daalde vorige eeuw per koets af naar dit stukje van zijn enorme Oostenrijks-Hongaarse rijk om de waterval te bekijken. Wel wil Stjepan hedendaagse bezoekers aanmoedigen om van de

gebaande paden te treden. De grote massa blijft hangen in het zuiden van te park, en dat is doodzonde. Want de Krka rivier, die dwars door de binnenlanden van Dalmatië stroomt, heeft nog veel meer watervallen die allen uitmonden in kraakheldere groene poeltjes waar je de vissen in kan zien zwemmen. Dat is wel voor echte avonturiers, want de hoge Manojlovac waterval in het noorden van het park, valt alleen individueel te bezoeken.

Op de kronkelende weg vol haarspeldbochten ernaartoe, ligt een viewpoint met fantastisch uitzicht op het piepkleine eilandje Visovac en het daarop gebouwde klooster.

Rebelse schapenhoedster

Om Kroatië te bezoeken is een auto een must. Ver weg van de romantische kuststrook, diep in

de binnenlanden van Dalmatië, staat in Pakovo Selo een klein openluchtmuseum, Etnoland. Servische opstandelingen probeerden hier vlakbij in 1991 het ruige stenen landschap van Kroatië in tweeën te snijden. Het is niet moeilijk om je voor te stellen dat het leven hier zwaar was - en ongetwijfeld nog altijd is.

De moeder van de man die er gehuld in klederdracht uitziet als de museumeigenaar, werd er als negenjarig meisje op uit gestuurd om schapen te hoeden. Ze kon goed leren, vertelt hij. De leraar van de lagere school kwam nog langs om haar ouders te overtuigen hun dochtertje niet van school te halen. Maar die waren onvermurwbaar. Haar oudere broer hadden ze nodig voor andere boerenklussen en zij was nu oud genoeg om het schapenhoeden van

34
Skadinski Buk waterval Skradin, Krka rivier

hem over te nemen.

Of ze het eng vond, zo alleen op het droge platteland, heeft hij zijn moeder nooit gevraagd. Ze was wel een tikje rebels. Want tegen de etiquette in, ontmoette ze zijn vader niet tijdens het traditionele dansen, dé manier waarop jongens en meisjes elkaar in deze streek vroeger het hof maakten. Ze liep rond haar twintigste weg van huis, en liep zo zijn vader tegen het lijf.

Wonderbaarlijk natuurfenomeen

Zee, bergen, cultuur en duizend eilanden; de Kroaten vinden dat ze boffen met hun land. Langs de kustweg van Sibenik naar Zadar, bevindt zich een wonderbaarlijk natuurfenomeen. Aan de ene kant zie je het blauwe water van de Adriatische zee. Aan de andere kant van de weg ligt evenwijdig aan de zee, het eveneens blauwe, maar brakke water van het Vransko meer.

Dit meer, het grootste van Kroatië, is onderdeel van een beschermd natuurgebied vanwege de unieke biodiversiteit. Spotten van een van de 251 verschillende vogelsoorten mag,

voor verrekijkers kan je terecht in een van de posten van het Vransko Jezero natuurpark . Wandelen en fietsen kan ook.

Die middag zit ik op een mountainbike, van alweer een alleraardigste sportieve gids. Hij is net even iets getrainder dan ik. Hij fietst staande op zijn trappers ver voor me langs de rand van snelwegen en over onverharde kiezelpaden, die slingeren tussen de pijnbomen, soms vervaarlijk dicht langs de metershoge rotsachtige kust.

Het azuurblauwe water lonkt. Onderweg neem ik een duik vanaf een van de ontelbare kiezelstrandjes.

Die vallen alleen te bereiken na eenvoor mij angstvallige - afdaling over de rotsen. Ik ben niet alleen, want zoals overal aan de kust, zijn er vele zonneaanbidders. Ze hebben linnen klapstoeltjes meegenomen, of een luchtbed.

De gids vertelt dat het allemaal toeristen zijn. Hijzelf ligt net als zijn Kroatische dorpsgenoten nooit in de zon. Hij vervoert toeristen over zee naar een van de nabijgelegen eilanden, voor zijn lol jaagt hij met

Vransko meer

Reismeiden

een harpoengeweer onder water op vissen.

De zon zie ik die avond ondergaan op een wonderschone plek. Overal zijn prachtige uitkijkpunten, maar die ene op kaap Kamenjak is wat mij betreft onovertroffen. Klauterend over de grijze kale rotsen waan ik me op de top van de wereld. Het uitzicht over de zee, het Vransko meer en de vele eilanden onder me: ik voel me zen. Later hoor ik dat het eiland waar Expeditie Robinson vorig jaar werd opgenomen, daar ergens in de verte ligt. Het Nederlandse toerisme naar Kroatië is van een half miljoen bezoekers met 10 procent gestegen, mede dankzij dit populaire tvprogramma. Gelukkig is er van die toegenomen drukte niets te merken terwijl ik op de rotsen van Kamenjak geniet van de steeds zwarter wordende eilanden in de oranje gloed.

Fotogenieke rivier-kloof

Water is er in Kroatië in overvloed. Ook na afloop van de afgelopen verzengend hete droge Europese zomer, valt er in september nog te kajakken in de Zrmanja rivier. Vanwege de kracht waarmee de 69 km lange rivier vanuit het hoge Velebit gebergte komt, is door het stromende water in het kalkgesteente door de eeuwen heen een meters diepe kloof gekliefd, met talloze watervallen.

Vlakbij Maslenica ligt het uitzichtpunt Pariževačka glavica, waar je de rivierkloof die daar op zijn diepst is, van bovenaf kan bekijken. Tweehonderd meter lager zie je het helblauwe water tussen het geelwitte kalkgebergte schitteren. Het is een uiterst fotogenieke plek, en dat vinden Instagrammers vanzelfsprekend ook. Ik zie hoe een dertigjarige vrouw haar peuter in de armen van haar man drukt, en afdaalt van het plateau. Ze klautert op een angstaanjagend hoge losse rotspunt. Daar maakt ze wat selfies, terwijl haar man dat ook weer vastlegt met zijn telefoon. Waanzin. Hogerop de rivier in het plaatsje Obrovac ligt het Riva Rafting Centar. Daar stap ik in een kajak,

36 De
Kaap Kamenjak Uitzicht over de Zrmanja rivier

samen met de instructeur. De 14,5 kilometer lange kajak-tocht door de ongerepte natuur is een belevenis dankzij het prachtige heldere water, de stroomversnellingen, en watervallen.

Zeekunst

Ik begon mijn reisje in Sibenik en eindig in Zadar. Deze stad is groter en mondainer, want het heeft bijvoorbeeld een universiteit en een haven waar cruiseschepen aanmeren.

Ik word tot mijn verrassing van mijn hotel Diadora afgehaald door een taxi-chauffeuse. Ze studeerde economie, niet in Zadar maar in Rijeka. Wat ze dan in een taxi doet?

Ze helpt haar man een handje. Net bevallen van haar tweede kind, heeft ze nog zwangerschapsverlof van haar reguliere baan bij de politie. Haar echtgenoot heeft een taxibedrijf, vandaar. Als ik uitstap bedenk ik me dat het aantal hoogopgeleide vrouwen in Kroatië misschien ook wel het aantal hoogopgeleide mannen overtreft net als in Nederland.

Ze zet me af bij de oude stadpoort , de entree tot de oude binnenstad.

Aan de overkant vab de straat ligt de moderne boulevard. Die voert langs een jachthaven en eindigt bij de zeepromenade. Daar speelt de

Kroatische architect Nikola Basic met de elementen. Hij ontwierp de Zonnegroet, een cirkel bestaande uit driehonderd zonnepanelen die worden opgeladen door het daglicht. Zodra de zon ondergaat, gaan de lichttegels branden op het ritme van de muziek van het nabij gelegen Zeeorgel

Dit onderwaterorgel, dat muziek maakt door de golfslag van de zee, is ook een geesteskind van Basic. Uit een ogenschijnlijk gewone wit marmeren trap klinken klanken uit de traptreden zodra de golven lucht duwen in de onderliggende orgelpijpen. Het hypnotiserende, rustgevende muziekspel, heeft de Riva Nova vanaf 2005 behoorlijk opgefleurd.

Kruistocht door twintig eeuwen Los van deze moderne kunstwerken, is een wandeling dwars door Zadar, toch vooral een kruistocht door twintig eeuwen geschiedenis. Zo is het Archeologisch Museum dat grenst aan het Forum Romanum, gehuisvest in een gebouw van communistische signatuur, dat stamt uit de tijd van de Joegoslavische president Tito. Vlak naast de negende eeuwse Byzantijnse vestingkerk van St. Donatus werd een

Romeins forum opgegraven, onder weggebombardeerde huizen vandaan. Zadar was de stad die in de Tweede Wereldoorlog het zwaarst werd getroffen door luchtaanvallen van de geallieerden, omdat het destijds in Italiaanse fascistische handen was. In 1947 werd Zadar toegevoegd aan de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Verwoesting was net als in het geval van Sibenik overigens niets nieuws: Rome, Byzantium, Venetië en Hongarije hebben door de eeuwen heen gestreden om het bezit van Zadar.

De allercharmantste gids Vlatka houdt niet op met benadrukken hoeveel stadshistorie ze helaas níet kan vertellen wegens tijdgebrek. ‘Our history is to much, just to much.’

Bij het klooster en de kerk van St. Franciscus van Assisi treedt ze uit haar rol. Trouwen in de kerk? Ha, dat heeft ze gedaan. Maar na jaren proberen, hield ze haar huwelijk voor gezien. Ze woont nu alleen met haar zoon. Officieel gescheiden is ze niet. Haar ouders en de zijne keuren het af, en het mag bovendien niet van de katholieke kerk. Tja, Kroaten zijn aardig, de kerkelijke regels waarmee het gros van de overwegend katholieke Kroatische bevolking te maken heeft, zijn dat niet.

De Reismeiden
Kaart van thenomad.life

Reismeiden

Hoe kom je er?

Vanuit Nederland is het zo’n 1600 km rijden naar Sibenik. De snelste route brengt je door Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en uiteindelijk door Kroatië. Vliegen kan met verschillende maatschappijen naar Split of Zadar, een vlucht duurt twee uur.

Wellness

In drie van de vier hotels waarin ik verbleef zit een wellness. Informeer van tevoren of de toegang is inbegrepen bij de kamerprijs, want dat is niet altijd het geval. In het fraaie Bellevue hotel in Sibenik, zit de sauna in de kelder, een badjas ligt op de kamer. De ruimten zijn kraakhelder, er is een Finse sauna, een zeer krachtige stoomsauna en een klein zwembad. Thee staat klaar, dat is overigens overal zo, soms zelfs met nootjes en abrikozen.

In het grote Amadria Park Hotel aan het strand van Sibenik, ga ik niet ‘s avonds naar de sauna maar om acht uur ‘s ochtends. In de reusachtige ruimtes ben ik alleen. Naast een Finse sauna en een hamam is er een halfnatte sauna met gekleurde lampjes. Een badjas en handdoek krijg ik bij de entree. In het Diadora Hotel in Zadar tenslotte, zijn ze zo aardig om speciaal voor mij om acht uur open te gaan. Vanzelfsprekend ben ik hier ook in mij eentje. Ik heb de indruk dat de Finse sauna nog niet helemaal op temperatuur is gekomen, meer de stoomsauna is dat wel. Hier loop ik zo binnen 5 minuten het zandstrand op en plons in zee.

Eten en drinken

Vegetariërs hebben het in Kroatië niet makkelijk. Vlees is een hoofbestanddeel van de Kroatische

keuken, zeker in het doorsnee restaurant. Lam aan het spit, of gepaneerde schnitzels zijn favorieten voor de lunch, de belangrijkste maaltijd voor de Kroaat. Traditioneel bereid men vlees, en ook octopus, in een gietijzeren koepelpot ‘de peka’ die urenlang in het vuur staat bedekt met gloeiende kooltjes. In de peka zitten naast vlees ook aardappelen, maar vrijwel geen groenten. Als voorgerecht wordt zeer geregeld gedroogde ham ‘pršut’ geserveerd, samen met schapenkaas. De koffie in Kroatië is uitstekend, net als de wijnen. We drinken in Zadar in een wijngaard die door koning Petar in 1066 aan een abdij werd geschonken, heerlijke glazen uit het wijnhuis Kraljevski Vinogradi. Likeur wordt ook veel geschonken, iedere plaats heeft zijn eigen bereidingswijze. Maraschino, de kersenlikeur uit Zadar, is wereldvermaard.

Historische vrouwen van Sibenik

Waarom horen we alleen verhalen over mannelijke historische helden?

Dat vroeg ook een vrouwelijke stadgids in Sibenik zich af. Ze vond een legende, opgetekend door een priester, waarin vrouwen de hoofdrol

spelen. Ze vertelt dat het te danken was aan het verzet van de vrouwen van Sibenik dat ooit een aanval van 20.000 Turkse soldaten mislukte. Toen het Turkse leger oprukte, gooiden de vrouwen hun rokken omhoog. Volledig van slag, verloren de soldaten hun scherpte. Dat gaf de

vrouwen de kans kokendhete olie over ze heen te gooien. Een andere vrouwelijke stadsgids is niet van de legende gecharmeerd. Ze vindt dat dit het stereotiepe beeld van de vrouw als verleidster bevestigd. Daarom vertelt zij het verhaal niet tijdens haar tours door Sibenik. O

38 De
Forum Romanum, Zadar - foto Milan SabicStrand van hotel Diadora, Zadar Zeeorgel, Zadar - foto Luka Esenko

Vakvrouw

Na een tijd in de commerciële branche te hebben gewerkt, was Daphne op zoek naar een baan waar ze echt gelukkig van wordt. Iets met mensen. ‘Dit is het’ dacht ze bij de open dag van de Penitentiaire Inrichting (PI) in Alphen aan den Rijn. “Soms moeten we tot tranen aan toe lachen om een grap die een van de mannen maakt.”

Sinds drie jaar werkt Daphne als Arbeidsbegeleider in de PI in Alphen. Die bestaat uit twee locaties vlak naast elkaar en biedt ruimte aan 1582 mannelijke gedetineerden. Daarmee is deze PI één van de grootste inrichtingen van ons land. Momenteel verblijven er ruim 800 gedetineerden. Naast gevangenisplaatsen is er onder andere ook een Huis van Bewaring, een afdeling Extra Zorgvoorziening waar gedetineerden terechtkunnen voor psychische hulp en cellen voor arrestanten. Na een capaciteitentest, een fitheidstest en een psychische keuring mocht Daphne beginnen aan haar nieuwe baan. “Er wordt getest of je sterk in je schoenen staat en kunt anticiperen op een alarmsituatie. Kan je hard genoeg rennen als er brand is of iemand verslepen als dat nodig is.”

De PI Alphen vindt het belangrijk om de gedetineerden voor te bereiden op een goede terugkeer in de maatschappij. Elke werkdag verloopt dan ook volgens een strikte planning. Om 07.30 uur moeten de mannen klaar zijn om aan hun dag te beginnen, dan moeten ze hebben ontbeten, gedoucht zijn en aangekleed. Ontbijten doen ze in hun eigen cel, een ruimte van zo’n 12 m2 waar ze samen met een andere gedetineerde in verblijven. Om 07.45 uur komen ze de zalen binnen waar ze gaan werken tot 11.45 uur. Daarna verblijven tot 12.30 uur om te lunchen in hun cel. In de middag kunnen ze sporten, luchten, naar de bibliotheek, een studie volgen, bezoek ontvangen of een afspraak hebben met hun case manager. Om 16.45 uur

OPZIJ 2022 41

moeten ze terug naar hun cel en die gaat dicht tot de volgende ochtend 07.30 uur. Daar eten ze en kunnen ze nog lezen en tv-kijken.

Dagelijks krijgt Daphne twaalf tot zestien mannen waarmee ze de ochtend of de middag werkt. “Het is een diverse groep. Verschillende leeftijden van achttien tot tachtig jaar, verschillende culturen en verschillende problematiek. Sommigen kunnen PTSS hebben, of ADHD. Daarvoor ben ik opgeleid. Als ze de PI in komen, zijn ze in afwachting van hun proces of zitten ze hun

sommigen hebben nog nooit een diploma ergens voor gekregen. Het is mooi om te zien hoe trots ze zijn als ze waardering krijgen voor hun werk.”

De gedetineerden krijgen betaald voor hun werk. Ze verdienen 0,91 cent per uur en door goed gedrag of door het behalen van certificaten kunnen ze uiteindelijk promotie maken tot voorman en dan 1,82 verdienen. Van dat geld kunnen ze wat boodschappen betalen. “We leveren de standaard maaltijden zoals brood, met hun geld kunnen ze bijvoorbeeld ingrediënten kopen om zelf te koken of hun rookwaar. Ook kunnen ze de huur van hun tv ermee betalen. Sommige mannen hebben geen familie of vrienden die steunen, dan is hun loon wel echt nodig.”

Hoe gaan jullie met elkaar om?

straf uit, dat kan variëren van een dag tot levenslang. De gemiddelde verblijfsduur is zo’n drie maanden.”

Door films en series hebben we wellicht een verkeerd beeld van de gevangenis gekregen. Daar zien we gevangenen de hele dag in hun cel hangen bijvoorbeeld. Ze glimlacht: “Dat klopt niet, nee. Ze moeten aan de bak in de bak. We bootsen de samenleving na. Het is hier een klein dorp, maar dan wel eentje binnen vier muren en met prikkeldraad. Na een intake gesprek kijken we wat voor werk het beste bij iemand past. Bij mij zijn ze bezig met textiel, maar we hebben ook zalen voor simpel productiewerk, houtbewerking en metaalbewerking.”

Wat voor werk doen de mannen bij jou?

“Dit is de textielafdeling. We maken bijvoorbeeld koelzakken en windzakken. Laatst hebben we hoezen voor de stoel van onze imam gemaakt. We krijgen van externe opdrachtgevers betaalde klussen, maar ook pakken we interne projecten op. We zijn bijvoorbeeld momenteel bezig met het restylen van de kantine, we stofferen de stoelen. Ik leg uit aan de mannen wat we gaan doen en doe eventueel voor hoe de naaimachine werkt, daarna gaan ze zelfstandig aan de slag. De stoffen of kleuren mogen ze zelf uitkiezen en ermee variëren, die ‘vrijheid’ vinden ze leuk.”

Weet je de reden waarom ze in de inrichting zitten? “Nee en dat interesseert me ook niet. Ik ben niet degene die hen straft, dat doet de rechter. Ik wil ze begeleiden zodat ze na hun straf goed weer kunnen meedoen in de samenleving. Vijf dagen per week werken helpt bij de re-integratie. Ze komen in een structuur terecht, moeten op tijd komen, omgaan met autoriteit en deadlines. Net als buiten. Ze kunnen bovendien een certificaat behalen als ze hun werk goed doen. Dat is heel bijzonder, want

“Ik zie ze als mijn medewerkers. Er is wederzijds respect. Ik behandel hen niet als een nummer. De een is vader en de ander is iemands zoon. De mannen weten dat het me niet interesseert waarom ze hier zijn. Ik ben duidelijk in wat ik verwacht en wat ze zelf kunnen verwachten. Goede communicatie is belangrijk. Natuurlijk praten we weleens. Soms vertelt een gedetineerde wat hij allemaal heeft meegemaakt in zijn leven. Zelf vertel ik niets over mijn privé-situatie. Er hangt eigenlijk een hele leuke sfeer hier. Soms moeten we tot tranen aan toe lachen om een grap die een van de mannen vertelt of over wat hij heeft meegemaakt.”

Heb je je weleens onveilig gevoeld?

“Nooit. Ik voel me hier veiliger dan op straat. Mocht er iets gebeuren, dan druk ik op mijn pieper en dan zijn binnen twintig seconden mijn collega’s er om me te helpen.”

Je bent op zo’n ochtend de enige vrouw tussen de mannen. Word je weleens versierd?

“Als een gedetineerde nieuw is, dan spreekt hij me weleens aan met: ‘Hee schat’. Dan reageer ik met: ‘Hoe heet ik?’ Ik geef meteen mijn grens aan. En dan gebeurt het geen tweede keer.”

Werken er meer vrouwen in de inrichting?

“Er zijn zo’n vijftig arbeidsbegeleiders, daarvan zijn er drie vrouwen. Ik weet niet waarom het er zo weinig zijn. Misschien is het niet zo’n bekende functie. Op andere functies binnen de PI werken weer meer vrouwen, ik denk dat de man-vrouwverhouding daar fifty-fifty is.”

Wat vind je leuk aan je werk?

“Geen dag is hetzelfde. Ik vind het zo mooi als we met z’n allen iets bereiken en dat we de gedetineerden zien groeien. Je bouwt een professionele band met hen op. Ik ga elke dag met een lach naar mijn werk en ga met een lach weer terug.”

42 Vakvrouw
‘ We bootsen de samenleving na. Het is hier een klein dorp, maar dan wel eentje binnen vier muren en met prikkeldraad.’

Tijdens het gesprek kijkt Daphne af en toe naar haar zaal. “Dat is niet uit onbeleefdheid, we noemen dat penitentiaire scherpte. Ik kijk of alles nog goed gaat.” Op haar afdeling werken de mannen met hamers en knipgerei. Die worden op naam uitgeleend en aan het einde van de dienst weer teruggegeven. “Niemand wil een schaar kwijt zijn, want als we hem niet meer kunnen vinden worden ze gevisiteerd.”

Vertel je op verjaardagen over je werk?

“Ik ben daar terughoudend over in. Mensen hebben vaak een verkeerd beeld van een gevangenis, we hadden het er net al over. Het is hier niet als Prison Break. En je hebt te maken met gevoelige informatie.”

Kom je ex-gedetineerden weleens tegen op straat?

“Dat is een keer gebeurd ja. Ik laat het aan hem over of hij wat zegt. Hij zei me gedag en toen gingen we allebei onze eigen weg. Het zijn gewoon mensen.” O

DAPHNE IN 100 WOORDEN

Naam Daphne (vanwege privacy-redenen publiceren we alleen haar voornaam) Beroep arbeidsbegeleider bij de Penitentiaire Inrichting in Alphen aan den Rijn. Ook wel werkmeester genoemd. Werkt vier dagen in de week shifts van negen uur. NB Het penitentiaire productiebedrijf van de Dienst Justitiële Inrichtingen heet In-Made. Zo’n 8000 gedetineerden werken daarvoor en doen arbeidsintensieve werkzaamheden, zoals inpakwerk of metaalbewerking. In-Made levert inmiddels aan uiteenlopende bedrijven en organisaties, zowel uit het bedrijfsleven als de overheid. De gedetineerden kunnen er bovendien erkende vakdiploma’s en certificaten behalen.

OPZIJ 2022 43
‘Als een gedetineerde nieuw is, dan spreekt hij me weleens aan met: ‘Hee schat’ . Dan reageer ik met: ‘Hoe heet ik?’
Ik geef meteen mijn grens aan.’

Langs de meetlat

ZEDENADVOCAAT Richard Korver (1970)

Hij maakt zich kwaad over racistische appjes binnen de politie: “Als je dagelijks Artikel 1 van de Grondwet schendt onder het mom van ‘stoom afblazen’, dan is er iets goed ziek in je organisatie.” Zijn telefoon bliept onophoudelijk, want hij appt en DM’t non-stop over zijn meest recente zaak – baby Ter Apel. De ongelijke positie van slachtoffers

in het strafrecht gaat hem aan het hart: “Neem dat informatieve gesprek bij zedenmisdrijven, heel betuttelend”. De BOOSuitzending over e Voice noemt hij een milestone in de tijd, maar “het verketteren van plegers heeft ook grote nadelen.” De welbespraakte jurist stond ooit met zelfgeschreven toneelwerk in de Stadsschouwburg, maar kan zijn acteervaardigheden nu goed kwijt in de rechtszaal.

Wat voor toneelstukken maakte je vroeger?

“Maatschappijkritische stukken.

Ik wilde het publiek boos maken of aanzetten tot nadenken. Ik heb eens een monoloog geschreven, waarbij de tekst eerst werd uitgesproken door een agressieve junk. Die man kleedde zich op een podium vervolgens om en veranderde in een yup. En die ging precies diezelfde tekst opnieuw uitspreken. De bedoeling was dat het publiek de tweede keer echt aan zijn lippen zou hangen en dat op enig moment het besef indaalde: ‘maar wacht even, dat zei die ander net ook’. Dat lukte. Spelen met vooroordelen, dat soort dingen vind ik geinig.”

Onlangs hield je in debatcentrum De Balie een stevige speech richting de politietop, naar aanleiding van de documentaire De Blauwe Familie, over racisme en discriminatie bij de politie. Waar kwam je boosheid vandaan?

“De politie is al 30 jaar bezig met allerlei inclusiviteitsprogramma’s en er is eigenlijk niets substantieels veranderd. De angst zit heel diep. De mensen die in De Blauwe Familie hun verhaal deden, durfden eigenlijk niet te spreken op die avond in De Balie, maar waren tegelijkertijd wel verontwaardigd dat ze niet waren uitgenodigd. Uiteindelijk werd aan mij gevraagd of ik wilde spreken. Maar dat mocht weer niet námens hen, want dan waren ze bang voor arbeidsrechtelijke gevolgen. De meeste mensen zijn nog altijd in dienst bij de politie. Het was nodig, dat ik me boos maakte. Of het voldoende is, dat betwijfel ik zeer.”

Jij vertegenwoordigt regelmatig politiemensen. Wat is het beeld dat uit die zaken naar voren komt? “Het beeld is dat klokkenluiders worden weggepest, niet serieus worden genomen. Dat zij geen veilig klimaat hebben om mistanden te melden. Er zijn te veel types die zich in een masculiene organisatie racistisch, homofoob of grensoverschrijdend gedragen en niet worden gecorrigeerd. Als iemand wèl probeert te corrigeren, dan wordt die persoon in diskrediet gebracht.”

44
DOOR MARIJE VAN REST BEELD CORBINO

“De zaak van Hümeyra Ergincanli was naar mijn mening een goede aanleiding geweest om in te grijpen. Hümeyra was een 16-jarig meisje dat gestalkt – en uiteindelijk vermoord – werd door een veel oudere man.

Ze heeft wel dertig keer de politie gebeld, meerdere keren aangifte gedaan. Dat is gewoon niet serieus opgepakt. Het is op z’n minst aannemelijk dat racisme daarbij een rol heeft gespeeld. Vervolgens werd duidelijk dat er een politie-appgroep is met allerlei discriminerende uitlatingen, ook over dat meisje.

“Weer een Turk minder”, wordt dan geappt. Ik vind het onbestaanbaar. Als je dat zegt, dan deug je niet. Nelleke – mijn collega – en ik proberen al geruime tijd de gehele app-conversatie boven tafel te krijgen, maar de tendens bij de politie is dat ze de vuile was binnen willen houden. Dat is misschien begrijpelijk, maar niet verstandig. Je kunt in situaties als deze beter de vlucht naar voren nemen en open zijn. Dat lijkt me een kwestie van daadkrachtig leiderschap.”

“Ander voorbeeld: agent houdt iemand aan, burger probeert die agent te wurgen. Agent roept: ‘haal die kut-neger van me af.’ Dat is gewoon níet oké. Ik vind dat zo’n agent op z’n minst een tijdje eruit moet. Maar dat gebeurt niet. Dan maak ik daar een tweet over en vervolgens komt de voorlichter van de politie in m’n DM: ‘Ja maar

‘Victim blaming komt voor uit ongemak. Het is de illusie van de controle.’

meneer Korver, er zit ook een andere kant aan dit verhaal.’ Dan word je bijna gepusht om je tweets te verwijderen. Dat doe ik natuurlijk niet.”

Het verhaal vanuit de politie is vaak: mensen hebben een zwaar beroep en moeten even stoom kunnen afblazen.

“Stoom afblazen en ‘een geintje’. Dat zijn de twee standaard excuses. Maar er zijn een helebóel mensen in de maatschappij die stoom moeten afblazen. Op ieder politiebureau hangt Artikel 1 van de Grondwet aan de muur. Als je die dagelijks schendt onder het mom van ‘stoom afblazen’ dan is er iets goed ziek in je organisatie. Ik kan me voorstellen dat je bang bent als je bijna gewurgd wordt, maar je kunt ook zeggen ‘haal die klootzak van me af’. ‘Kut-neger’ is kennelijk het eerste wat in je opkomt. Wat de politie zou moeten doen? Normen stellen. Laten zien dat je dit gedrag niet tolereert. Discriminatie en belediging zijn gewoon strafbare feiten. Als een agent in privé-tijd wordt aangehouden met twee xtc-pillen in zijn zak, dan krijgt hij ontslag. Waarom ontslaan we mensen dáár wel voor en niet als iemand roept ‘Haal die kut-neger van me af’? Artikel 1 van de Grondwet schenden lijkt me iets zwaarder dan twee pilletjes xtc in je broekzak.”

Je hebt je in je carrière hard gemaakt voor de positie van

slachtoffers in het strafproces. Is daar inmiddels verbetering in opgetreden?

”Er is het nodige gedaan, maar ik moet nog steeds vechten voor de meest basale dingen. Neem de baby die onlangs in Ter Apel overleed – ik vertegenwoordig sinds kort de moeder van die baby. Er is sectie op de baby verricht, maar die moeder ontvangt geen rapport daarvan. (met verbijsterde blik) Excuse me? Je bent een óverheidsinstantie. Je verpl ícht vreemdelingen om in persóón naar Ter Apel te gaan. Die mevrouw k á n niet anders. Haar pasgeboren baby overlijdt daar. Terwijl je in een door de staat opgelegde faciliteit verblijft. Ik vind dat je dan maximale transparantie moet geven. Als die mevrouw graag een kopietje wil van het sectierapport, dan geef je haar dat. Justitie komt dan met dingen als: ‘het is geen strafbaar feit’, ‘privacy’ ‘AVG’. Bullshit. De AVG gaat niet over dode mensen. Dat soort machtsvertoon en ongelijkheid, daar kan ik slecht tegen.”

“Neem ook het feit dat wij nog steeds een ‘informatief gesprek’ hebben bij de aangifte van een zedenmisdrijf. We weten allemaal dat vrouwen oververtegenwoordigd zijn als het gaat om slachtofferschap van zedenmisdrijven, maar het is het énige misdrijf waarbij je een informatief gesprek moet voeren. Zo van: ‘mevrouwtje, we gaan het u echt niet gunnen dat u zomaar aangifte kunt doen.’

Net als die bedenktijd bij abortus: ‘denkt u er nog eens goed over na.’

“Het is enorm betuttelend. Het is ooit ingevoerd vanuit de gedachte dat er veel valse aangiftes zouden zijn. Uit onderzoek blijkt echter dat het om hele andere cijfers gaat dan dat iedereen roept: het is eerder 1 op de 20 in plaats van 1 op de 5. Pas sinds een jaar is hierin enige verandering gekomen. Als nu blijkt dat het slachtoffer al goed is geïnformeerd – bijvoorbeeld omdat het een advocaat heeft – dan hoeft het niet meer.”

“Nog zoiets: er is nu die wetswijziging waarbij de consent-vereiste onderdeel wordt van de wet over verkrachting. En hoe noemden ze dat in eerste instantie? ‘Seks tegen de wil’. Zo noemde Grapperhaus het en daar zou dan een lagere straf voor gaan gelden. Maar ‘seks tegen de wil’? Dat is gewoon verkrachting! Dat is toch absurd? Ik denk dan: dat kan alleen een man verzinnen. Gelukkig is hier verzet tegen gekomen en worden binnenkort alle vormen van onvrijwillige seks strafbaar als verkrachting.”

We gaan betuttelend met slachtoffers om, maar tegelijkertijd hebben zij minder rechten dan daders...

“Je ziet dat bijvoorbeeld bij de omgang met minderjarigen. Verdachten die minderjarig zijn worden nu beter beschermd in het strafrecht dan slachtoffers die minderjarig zijn. Als je een minderjarige verdachte bent, wordt je hele zaak achter gesloten deuren behandeld, behalve de uitspraak, die is openbaar. Als je slachtoffer bent – bijvoorbeeld van kindermisbruik – is dat heel anders. Je kunt vrágen om sluiting der deuren, maar daar wordt verschillend mee omgegaan.

De ene keer gebeurt het wel, de andere keer niet. Ik vind dat raar. Men ziet strafrecht nog steeds als iets wat gaat over de verdachte. Maar het gaat óók over slachtoffers. Zij zouden ook procespartij moeten zijn. Met evenveel rechten – en plichten – als een verdachte. In Frankrijk kan de advocaat van een slachtoffer van verkrachting gewoon getuigen oproepen en die mensen vragen stellen. Dat mag ik hier niet. Je kunt als advocaat van het slachtoffer zelfs vragen om een huiszoeking. Dat mag ik hier niet. Er zijn dus grote verschillen, drie uurtjes rijden hiervandaan.”

Je schreef samen met Iva Bicanic een boek over misbruik van

46 Langs de feministische meetlat
‘Machtsvertoon en ongelijkheid, daar kan ik slecht tegen.’

kinderen. Gemiddeld genomen wordt misbruik binnen de familie lager bestraft dan de pedoseksueel die zich vergrijpt aan kinderen in Thailand. Is dat niet raar?

“De toeristische pedoseksueel staat verder van je af dan de oom of vader die een kind heeft misbruikt. Want iederéén heeft een oom of een vader. Als je naar de cijfers kijkt, vindt ongeveer driekwart van het misbruik plaats door een bekende. En dat is vaak een familielid.

Tegelijkertijd, als je iemand vijf jaar in de gevangenis zet, dan doe je ook iets in die familie. Dat heeft impact. Het is de vraag of die impact altijd wenselijk is. Je kunt ook denken: ik verplicht iemand om zich te laten behandelen. We vervallen nog wel eens in een soort cancel culture: ‘Jij bent fout. Weg ermee.’ Dat is vrijwel nooit verstandig, al helemaal niet als het om zulke precaire familieverhoudingen gaat.”

Er zit ook een soort kostwinnersgedachte achter toch? Zo van: als je die vader weghaalt, dan stort het gezin in armoede. Is dat niet een beetje patriarchaal denken?

“Ja, maar tegelijkertijd is het zo dat Nederlandse vrouwen gemiddeld zo’n 44% minder verdienen dan hun man. Dat is niet alleen een uurloonsituatie, maar ook omdat vrouwen meer parttime werken dan mannen. Als je al die factoren bij elkaar optelt, is dat verschil heel groot. Dat daar dus rekening mee wordt gehouden bij een strafmaat, tja dat kan ik me wel voorstellen.”

We hebben begin dit jaar de onthullingen over het seksueel grensoverschrijdende gedrag binnen The Voice of Holland gehad. Radiostations draaien nu geen muziek meer van Ali B en Marco Borsato. Wat vind jij van zo’n respons?

“Het is op zich begrijpelijk dat je je niet wilt associëren met mensen die foute dingen doen. Een sponsor die zich terugtrekt wanneer de aanvoerder van een team iets

verschrikkelijks doet, dat kan iedereen begrijpen. Het probleem is alleen dat dit allemaal gebeurt voordat de zaak zelfs maar is áángebracht bij een rechter, laat staan dat de rechter een oordeel heeft gegeven. Je krijgt dus een soort sociaal tribunaal. Iedereen vindt al iets, terwijl het nog onderzocht moet worden. Het verketteren van plegers heeft ook grote nadelen. Het risico op herhaling wordt daarmee namelijk exponentieel groter. Het is lastig om dat genuanceerd over het voetlicht te brengen, maar wel belangrijk. Overigens vind ik dat – voor zover ik het kan beoordelen – de BOOS-uitzending over The Voice journalistiek ordentelijk is gemaakt. Ik denk dat het, zoals de Engelsen zo mooi zeggen, een milestone is, een markeerpunt in de tijd. Het heeft veel in beweging gezet.”

We hebben er als samenleving veel van geleerd. Daders zijn ook gewoon die aardige buurman, die leuke zangcoach, of zelfs je beste vriend. Hoe kunnen we verstandig met die kennis omgaan?

“Er is naar mijn mening te weinig aandacht voor herstelrecht. Er zijn soms slachtoffers die tegen mij zeggen: ‘ik wil wel dat hij voelt dat het niet oké was en dat hij dit niet nog een keer doet, maar hij hoeft van mij niet zijn baan kwijt te raken of naar de gevangenis’. Ik heb laatst een zaak gedaan waarin een mevrouw niet meer naar het winkelcentrum durfde. Toen heb ik gewoon afspraken gemaakt met die meneer, zodat hij daar nooit meer winkelt. Die man – die ook wel spijt had – was alleen maar blij dat hij iets voor haar kon doen, zonder al die ellende van een rechtszaak. Voor echt zware vergrijpen is

OPZIJ 2022 47

feministische meetlat

herstelrecht natuurlijk niet de meest voor de hand liggende oplossing, maar het kan soms uitkomst bieden.”

Rond The Voice was sprake van victim blaming. Vrouwen doen hun verhaal en krijgen vervolgens veel drek over zich heen. Waarom geven we slachtoffers zo vaak de schuld van iets waar ze 0 schuld aan hebben? Zit daar iets seksistisch in?

“Nee, daar zit vooral de theory of a just world achter. Je wilt niet leven in een wereld waarin je doorlopend moet oppassen dat je niet verkracht wordt. Als je weet dat 1 op de 3 vrouwen onder haar 25e fors grensoverschrijdend gedrag meemaakt, dan zou je dat dus wel moeten doen. Door te zeggen: ‘dan had je daar maar niet moeten fietsen’ maak je voor jezelf de wereld veilig. Terwijl die verkrachting misschien plaats heeft gevonden door een medestudent of een collega. Victim blaming komt voort uit ongemak. Je wilt niet de ongemakkelijke waarheid ervaren dat het ook jou kan gebeuren. Het is de illusie van de controle.”

Hoe kijk jij naar de hoogte van straffen voor zedenmisdrijven?

Ik las in je boek over een gehandicapt meisje van 15, dat verkracht werd door een man van 30. Die man kreeg vier jaar. Ik vind dat weinig.

“Dat is fors, want voor een verkrachting wordt gemiddeld 24 maanden gegeven. Dat vind je ook weinig? Ja, ik ook. Zeker als je het afzet tegen andere misdrijven en als je kijkt naar de toch vaak forse gevolgen voor het slachtoffer. Het wordt nog erger bij mensenhandel en seksuele uitbuiting, want daar wordt iemand ‘beroepshalve’ meerdere malen per dag verkracht. En de straffen daarvoor liggen niet veel hoger dan de straf die jij net noemt. Dus dat is raar. Het gaat niet alleen om het slachtoffer; ook voor de maatschappij hoort er een soort normbevestiging uit te gaan van

straffen. Ik weet nog goed dat ik de zaak deed van een meneer die gewelddadig verkracht was met een fles, door een andere man. En dat de rechter zei: (zet bekakte stem op) ‘Goh, is mediation niet iets voor u?’ Ongelofelijk.”

(Zijn telefoon bliept: “Het NRC: Meneer Korver, het OM reageert opvallend gestoken bij vragen over de baby. Ze gooien de hoorn er nog net niet op” –lacht hard).

Sta je ook wel eens plegers of daders bij? “Zeker, regelmatig. Dat is intellectueel veel leuker, want dan mag ik veel meer. Als ik een dader vertegenwoordig, gaat de loper voor mij uit: ik krijg vanzelf het dossier, krijg automatisch betaald, ik mag dan wèl vragen stellen aan getuigen. Enzovoort. Ik vind ook dat je een betere advocaat wordt door beide kanten van de medaille te kunnen bepleiten. Iedereen vindt het heel normaal dat een arbeidsrecht-specialist werkgevers en werknemers vertegenwoordigt, maar mensen vinden het raar als je als zedenadvocaat èn slachtoffers èn verdachten bijstaat.”

Het lijkt mij persoonlijk ingewikkeld om een persoon te verdedigen waarvan je weet dat hij iemand bruut heeft verkracht.

“Moet je horen, ik ben niet in het leven om mensen op te sluiten. Dat is niet mijn taak. Je bent als advocaat bij uitstek een partijdige belangenbehartiger, dat is je werk. Als beide partijen een goede advocaat hebben, wordt het oordeel er sterker van. Daar heeft iedereen baat bij, ook het slachtoffer.”

Je ziet veel lelijkheid in de wereld. Grijp dat je nooit aan?

“Ik kan er boeken over vol schrijven, maar ik lig er niet van wakker. Je kunt in mijn vak namelijk ook een verschil maken voor mensen. Je moet je sowieso blijven realiseren dat je een raar smaldeel van de maatschappij voor je neus krijgt. Als je merkt dat dat niet meer lukt, moet je even stoppen, even iets anders doen. In het begin van mijn carrière merkte ik dat ik een soort hekel kreeg aan buitenlanders. Toen dacht ik: dit is toch niet oké. Ik ben toen een tijdje gestopt met bepaalde piketten, totdat dat gevoel was weggezakt. Je moet in dit vak waken voor je eigen psychische hygiëne en alert zijn op afstomping.”

Lukt het je daarover te praten met mensen om je heen? “Ik heb genoeg mensen in mijn omgeving die tegengas geven. Die zeggen dan: ‘Jezus, wat heb jij een kort lontje. Gaat het wel goed?’ Ik wil geen ja-knikkers om me heen en soms maak ik ook gewoon botte grappen. Dat is overigens het fijne aan theater, daar hoef je je niet in te houden. Ik moet me in mijn werk heel vaak inhouden, terwijl ik natuurlijk ook wel eens iets heel lelijks denk. Het is daarom extra belangrijk dat je praat over heftige dingen die je

48 Langs de
‘Ik neem geen specifieke maatregelen vanuit de gedachte: ik moet vrouwvriendelijk zijn. Ik denk gewoon: ik moet überháupt vriendelijk zijn.’

meemaakt. Eén van mijn medewerkers was een keer fl ink geïrriteerd, omdat een cliënt geen antwoord gaf op haar e-mails. Die meneer had een dochter verloren aan een geweldmisdrijf. Ik heb haar toen meegenomen naar het slachtoffergesprek, met de o cier van justitie. Die o cier zei ook: ‘ik heb nog helemaal geen onderbouwing voor uw vordering’ etecetra. En bij die man loopt één traan over z’n wang en hij zegt: ‘Mevrouw, iedere keer als ik een mail krijg van Meneer Korver druk ik het weg. Ik wil het niet. Ik vind het te erg.’ Nou, je zag die medewerkster van mij, die stortte daar ter plekke in. Dus daar ben ik daarna een paar goede glazen whisky mee gaan drinken.”

Je kantoor wordt vooral bemenst door vrouwelijke medewerkers. Wat doe je zelf om te zorgen voor een vrouwvriendelijke en inclusieve werkomgeving?

“Ik zou eigenlijk zeggen… niks.”

Hebben jullie een vertrouwenspersoon?

“(denkt na, diepe zucht). Nee, die hebben we niet. Ik kan heel kinderachtig zijn en zeggen: ja. Want de Orde van Advocaten heeft zo iemand. Maar daar gaat natuurlijk niemand heen.”

Misschien een aandachtspunt?

“Ik weet het niet, of dat een aandachtspunt moet zijn. Laat ik het zo zeggen: de vrouwen zijn bij mij in de overdonderende meerderheid. Ik behandel iedereen gewoon zoals ik zelf behandeld wil worden en ik verlang dat ook van de mensen die voor mij werken. Als ik erachter kom dat er iemand wordt gepest, dan hebben mensen een serieus probleem. Ik neem geen specifieke maatregelen vanuit de gedachte: ik moet vrouwvriendelijk zijn. Ik denk gewoon: ik moet überháupt vriendelijk zijn. Zolang mijn mensen nog zeuren over kleine dingetjes denk ik: als je je veilig genoeg voelt om dáárover te zeiken…”

De advocatuur staat bekend als een wereld waarin hard gewerkt wordt. Hoe zorgen jullie voor voldoende work-life balance?

“Ik denk dat iedereen dat op zijn eigen manier doet. We hebben niet een soort standaard kantoor-policy. Er zijn mensen waarvan ik weet dat het voor hen heel belangrijk is dat ze sporten. Daar probeer ik rekening mee te houden: als ik weet dat iemand op zondag iets heeft, dan probeer ik die persoon niet lastig te vallen. Er zijn andere mensen waarvan ik weet dat ze echt graag drie weken achter elkaar op vakantie gaan. Nou, als dat iemand in de lucht houdt, be my guest. Ik spreek mensen er ook op aan als ik de indruk heb dat het niet goed gaat. Mensen mij ook. ‘Jezus Richard, moet jij niet een keer op vakantie?’ Da’s ook goed, dat dat gebeurt.”

Er wordt in ons land veel gediscussieerd over de deeltijdcultuur en wat nou optimale

omstandigheden zijn voor vrouwen om in te werken. Dan hoor je vaak: autonomie, ruimte voor exibele uren, enigszins de eigen tijd kunnen indelen… “Dat is in mijn praktijk wat ingewikkeld. Ik sta bijna iedere dag op zitting. Als de rechter in Leeuwarden zegt: ‘Meneer Korver, we hebben 30 september zitting om negen uur’. Dan kan ik wel zeggen: dat is mijn vaste vrije dag, maar dan zeggen ze: stuurt u maar een ander. Kijk, mijn mensen – de advocaten –mogen best flexibel zijn. Als iemand om elf uur zitting heeft in Haarlem, dan hoeft die persoon van mij niet eerst naar kantoor in Amsterdam te komen. Ik heb ook mensen die zeggen: ik moet een ingewikkeld stuk maken en dat wil ik even twee dagen rustig thuis doen. Daar doe ik niet ingewikkeld over. Het is wel anders met ondersteuning en met jonge mensen. Ik wil niet dat een student die parttime bij mij werkt in een studentenfl at met mijn dossiers zit. Dat heeft ook met de gevoeligheid van de zaken te maken.”

Je houdt van theater en muziek. Zien we jou op zaterdagavond headbangend voor een duister poppodium staan? (lachend ) “Nee, nee, geen heavy metal voor mij, maar ik ben verder erg breed. Ik houd van funk en op z’n tijd ook van klassiek. Voor mij is het fijn om af en toe in een fantasiewereld te zijn: even niet die juridische realiteit. Een favoriet nummer heb ik niet, wel een favoriete uitspraak: Those who were seen dancing were thought to be insane by those who could not hear the music Ik hou van deze spreuk, omdat ik in mijn carrière veel dingen gedaan heb waarvan iedereen zei: ‘die man is gek geworden, dat kan absoluut niet.’ Bijvoorbeeld in de Robert M zaak, waarin ik de ouders van de misbruikte kinderen spreekrecht wilde geven. ‘Kon niet’. Nou, ik voelde en vond dat het moest. En het is gelukt. Ik danste al, maar anderen hoorden de muziek nog niet.” O

OPZIJ 2022 49 10 9 8 5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5 -6 -7 -8 -9 -10
7+

Marianne Verhoeven

Hoofdredacteur Marianne Verhoeven is er niet meer, ze overleed op 26 augustus j.l. na een ziekbed van meer dan acht maanden. Natuurlijk is dat enorm verdrietig en een groot verlies. Maar Marianne wilde dat een bijeenkomst van familie, vrienden, kennissen en collega’s zou zijn zoals ze zelf was: zo vrolijk mogelijk, liever een ‘feestje’.

Op 16 september j.l. was het zover in de Oranjerie van de Hortus Botanicus in Leiden, tegenwoordig de stad van OPZIJ en ook haar woonplaats.

Het was mooi, er werd gesproken, gegeten, gedronken, gehuild en gelachen.

Op deze foto – je ziet dat Marianne op de achtergrond goedkeurend toekijkt – het tableau de la troupe: de mensen die direct of op gepaste afstand bij OPZIJ zijn betrokken. In de foto’s veel rood, dat zal u opvallen. Dat wilde Marianne graag. Op de pagina’s erna de herinneringen van diegenen die veel en intensief met haar samenwerkten.

OPZIJ 2022 51 Liber Amicorum Marianne

Fieke Tissink

Zullen wij naast elkaar gaan zitten?’ Met die woorden stapte Marianne mijn leven binnen in 1971 . 51 jaar geleden. Beiden 12 jaar jong. Het was in de brugklas van de Christelijke

Scholengemeenschap Rijswijk. Klas

1S. Samen rolden we door het VWO.

En wat hebben we een plezier gehad! Het leren ging ons makkelijk af.

En als het niet lukte, dan lieten we dat vak gewoon vallen. Zoals natuurkunde van meneer Hul. We hadden gespiekt bij zijn proefwerk,

waardoor Marianne een min anderhalf kreeg en ik een min drie. Daar was niet tegenop te werken natuurlijk. ‘Hul, dat rijmt op lul’ riepen we dan. Ook Herr Roest van Duits was niet onze favoriet. Ook dat vak zetten we overboord. Tekenen vonden we dan wel weer leuk. Als tekenleraar Jaap Vegter een verhaal vertelde, ter inspiratie, luisterden wij ademloos. Vervolgens schreef hij op het schoolbord en zei daarbij: De Oo Ee En, DOEN!’ En dan was het doodstil en wij gingen tekenen. Deze woorden gebruikte Marianne later nog vaak. DOEN. Gewoon doen. Woorden die haar op het lijf geschreven waren.

In klas 3 gingen we naar Londen. Wij vonden het ongezellig om los van elkaar te slapen in de jeugdherberg dus versleepten we alle stapelbedden en maakten er een groot bed van, voor alle meisjes uit de klas. Zusterschap, toen al. We kregen onwijs op ons kop: ‘You are very naughty girls’. Maar ach, wat kan t schelen, we hebben een dolle nacht gehad.

Dit was de eerste reis die Marianne en ik maakten. Er zouden er vele volgen. We gingen twee keer mee

met een reis voor scholieren naar hoofdkwartieren van internationale organisaties zoals de Raad van Europa, Unesco, de NAVO, in Straatsburg, Brussel en Parijs. Superinteressant. En bovendien: wij mochten gewoon een week weg van school om deze reisjes te maken. Gaaf! Dat was een woord dat we in die tijd veel gebruikten. Ons leven was gaaf.

Dan was er ook nog het sporten dat ons bond. Na een handbaltoernooi op school besloten we op handbal te gaan. Maar toen we ons wilden aanmelden als lid, bij het clubhuis, deed er een enge man open. We renden weg. Het clubhuis dat ernaast lag, was van de Rijswijkse Hockeyclub. En ja, daar werden we toen lid. Heerlijke jaren beleefden we hier. Tot we gingen studeren: Marianne naar Leiden, ik naar Utrecht. We verloren elkaar uit het oog.

Na onze studies kwamen we elkaar door toeval weer tegen en was het direct weer ‘aan’. Inmiddels hadden we vrienden en huizen en werk. Maar het was wel duidelijk dat we elkaar niet meer kwijt zouden raken. Zeker

52 Liber Amicorum Marianne
‘Zullen wij naast elkaar gaan zitten?’ Met die woorden stapte Marianne mijn leven in.

toen we allebei kinderen kregen was het weer dikke mik. Op onze vrije dagen werden de kinderen ingeladen en reden we naar elkaar toe, naar Amsterdam of Leiden. Of we gingen op stap naar Friesland of Disneyland Parijs. Onze kinderen vonden ons, als we bij elkaar waren, ‘slappe moeders’: alles mocht. Of in ieder geval veel. Wij genoten. Dat we dit mochten meemaken. Met de kinderen in de trein naar Parijs, in een eigen coupé. In het leukste hotel. Met elkaar.

Heel veel reizen zouden volgen. Met de gezinnen naar Barolo, in de Piëmonte. Hangen in het zwembad, met een aperol spritz in de hand. Avondenlang tafelen, met een grote groep vrienden en familie. Zo Italiaans. Drinken, eten, praten, discussiëren, lachen. Heel veel lachen.

En die keer dat we naar Zuid-Afrika gingen voor de Hartstichting, waar Marianne toen werkte. Er moest een commercial gemaakt worden. Marianne had het reclamebureau naar huis gestuurd, zelf een script geschreven en een klein bedrijf in de arm genomen dat het met haar wilde uitvoeren. Mij vroeg ze om mee te gaan, als steun en toeverlaat. Bij aankomst in Kaapstad stapten we direct in een helikopter voor een vlucht boven de wijngaarden. Dit om het camerashot te bepalen

voor de dag erna, als de opnames zouden plaatsvinden. Onvergetelijk natuurlijk. Zo mooi. Die hele reis was geweldig. En de commercial werd prachtig.

Ook meer recent maakten we nog veel reizen. Voor OPZIJ verzonnen we ‘de reismeiden’: daar konden we ons ei in kwijt. Dresden, Malta, Mallorca,

Berlijn. Marianne regelde de reizen, maakte de foto’s, schreef mee aan de teksten. Ja, wat deed ze eigenlijk niet.

Vorig jaar kenden we elkaar 50 jaar. VIJFTIG JAAR! Dat zouden we gaan vieren met een reis. Een wereldreis riep Marianne maar steeds. Corona kwam en de reis werd uitgesteld.

En toen kwam eind vorig jaar het afschuwelijke bericht dat Marianne een ongeneeslijke tumor had. Hoezo ongeneeslijk? Hoe kan dat? Geen wereldreis meer.

Wel zijn we begin dit jaar nog met een hele club vrienden en familie naar Italië afgereisd, naar Mariannes favoriete hotel. Ze zat toen al in de rolstoel maar genoot nog met volle teugen. Dat was onze laatste reis. Mooi en gedenkwaardig, maar wat hadden we er nog graag heel veel meer ondernomen.

Lieve Marianne, wat hebben we het ontzettend fijn gehad, samen, met elkaar, met iedereen om ons heen. Ik ga je zo verschrikkelijk missen.

OPZIJ 2022 53 Liber Amicorum Marianne

Emmely Pardon Marije van der Rest Never a dull moment

waar zal ik beginnen. Begonnen als grafi sch vormgever bij Glopinie Zus, waar ik kennis kwam maken op de redactie in Amsterdam en Marianne geen moment hoefde na te denken om mij aan te nemen als art director. ‘Laten we het gewoon maar doen.’ Zo, die klus had ik tepakken.

Tsja,

Niet veel later, toen Zus jammer genoeg stopte na 3 uitgaves, kon ik gelijk aan de slag bij Opzij. Tot de dood ons letterlijk scheidde heb ik nauw samengewerkt met Marianne. We waren toch wel wat meer dan collega’s. Ze was een ontzettende harde werker, zoveel liefde voor haar vak, niks was te gek, ze kreeg alles voor elkaar. En oh, wat was ze chaotisch. Ik was er ondertussen wel gewend aan geraakt dat we de laatste paar dagen voor de deadline nog tot in de late uurtjes pagina’s in elkaar aan het fl ansen waren. Ook al was ik de art director, Marianne bemoeide zich fl ink met de vormgeving. ‘Twee zielen, één gedachte’, zeiden we vaak genoeg tegen elkaar wanneer we samen achter mijn computerscherm zaten. Ze hoefde niet eens haar zin af te maken en ik wist al gelijk wat ze bedoelde: ‘Kan je die kop net ff…’ Ik: ‘Ohja, net wat meer zo, he?’ Dan gaf ze me een duwtje en zei: ‘Nou, precies wat ik in mijn hoofd had!’ En ondertussen maakten we een bak chocoladepepernoten of kaasvlinders soldaat.

me maar niet hoe het gaat, want daar word ik gek van”. Misschien geen vreemde start van een telefoongesprek met iemand die net gehoord heeft dat ze een hersentumor heeft. Maar het was ook typerend voor Marianne, die telefoongesprekken meestal ergens midden in een verhaal begon. Ze was onderweg, zat zich boos te maken over iets op de tv, of ze begon direct over haar ideeën voor het volgende Opzij-nummer. Overal waar ze ging, bracht ze energie en gekkigheid. Of we nu op het punt stonden om Sigrid Kaag te interviewen – en ons afvroegen of we haar konden vragen naar haar overgangsklachten (niet gedaan) – of dat we in hoog tempo over de Leidse grachten cruiseden en elke kerel-in-boot die ons probeerde in te halen een dikke middelvinger gaven (wel gedaan).

Wat is het vreemd dat mijn trouwe lockdown-buddy er niet meer is. Eindeloos hebben we in coronatijd door de stad gewandeld. Scheldend op dat stomme virus, de gesloten theaters en op al die mannelijke ministers die er natuurlijk weer een zooitje van maakten.

“Ik doe ook maar wat hoor”, drukte ze me een keer op het hart, toen ik nerveus was voor een interview. Niet bang zijn, gewoon eropaf. De macht controleren en de macht verantwoordelijk houden.

Marianne’s onverschrokkenheid was haar grote kracht. We gaan haar vreselijk missen. Maar zoals een collega onlangs zei: terwijl wij ons hier druk maken, zit zij daarboven waarschijnlijk allang aan de borrel met de Queen. Ik zie ze zitten: een Opzij opengeslagen op tafel en een glas wijn in de hand. Never a dull moment.

Naast onze bijzondere samenwerking ken ik haar als een ontzettende kletskous, een echte bourgondiër, en een heel gul persoon. Ze deed alles voor een ander en zette zichzelf op de laatste plaats. Marianne redde zich wel, als het maar goed ging met de mensen om wie ze gaf. Tot op het aller laatste moment. Lieve Marianne, de enige echte M. Ik ga je missen!

54 Liber Amicorum Marianne
Emmely
“Vraag
Marije
Twee zielen, één gedachte

Conversatie zonder einde

Mijneerste ontmoeting met Marianne was op maandag 24 augustus 2015 om elf uur ’s ochtends. Gespannen betrad ik het Amsterdamse pand waar HP/De Tijd zat, voor de kennismaking als eindredacteur in spe. Marianne, de uitgever, keek me onderzoekend aan en bedolf mij onder een woordenstroom, die alle zenuwen wegnam.

Het was het begin van een conversatie die – met tussenpozen – zeven jaar duurde. Ik voelde me een groentje dat net van de universiteit kwam, maar zij zag me nooit zo. Ze vroeg steeds naar mijn opvattingen over HP/De Tijd, later over Zus en Opzij, of over de laatste miskleun van Mark Rutte – tijdens

telefoongesprekken, wandelingen langs de Leidse singels en geanimeerde etentjes bij haar thuis. Met Hans, Bob en Rik, en anderen die eventueel kwamen aanwaaien.

Geen maatschappelijk onderwerp bleef onbesproken – dat tekende haar geëngageerde gastvrijheid.

Werk en privé versterkten elkaar, juist omdat ze geen duidelijk onderscheid maakte tussen de twee.

Ze kon ook op een geestige manier direct zijn. Toen een fotograaf bij HP bleef aandringen op betaling voor een foto die we zouden hebben geplaatst, stelden wij vast dat dat niet klopte. Toen hij toch weer belde, vroeg ik Marianne hoe ik moest reageren. Ze rolde op haar kenmerkende wijze met haar ogen:

‘Zeg hem maar: See you in court!’ Kennelijk de magische formule, want we vernamen nooit iets meer van hem.

Ik denk vaak terug aan de zomerboottocht door de Leidse grachten die ze organiseerde voor de HPredactie: de wijn, de pauze in het cafeetje waar ze iedereen leek te kennen, de krankzinnige hoeveelheid zalmsandwiches (waar ik nog de rest van de week van heb gegeten). Zelfs de stortbui waar we in belandden was gezellig. Een idioot idee dat we nooit meer zo’n tocht zullen maken. Maar in gedachten gaat onzeconversatie voort. So long, Marianne.

OPZIJ 2022 55 Liber Amicorum Marianne
Felix Huygen

Nina Klaassen

Ikherinner me de eerste dag dat ik Marianne ontmoette nog goed. Het was een aantal dagen na mijn negentiende verjaardag en ik stond zenuwachtig voor het prachtige oude schoolgebouw aan de Haagweg in Leiden waar Opzij de eerste jaren onder Marianne’s bewind gevestigd was. Ik was voorbereid om te solliciteren voor een stageplek, maar het was meer een kennismaking, dan als een echte sollicitatie. We hadden het over feminisme en ze vertelde voluit over Opzij en haar plannen daarmee. Er was direct een klik. Ik was onder de indruk van haar en was razend enthousiast dat ik zo nauw betrokken mocht zijn bij het opzetten van de nieuwe Opzij, feminisme 4.0

Zo gingen we als klein team aan de slag en maakten we bladen waar we

Noémi Prent

“We willen je graag op de redactie uitnodigen om je idee te bespreken.” Borrelend van enthousiasme en met gezonde zenuwen toog ik (prille journalist) op een nazomerdag naar het OPZIJkantoor. Een elegante, ietwat intimiderende vrouw met felblauwe ogen die werkelijk alles leken op te merken schudde mijn hand. Die zenuwen maakten al gauw plaats voor zelfvertrouwen toen ik voelde dat Marianne me serieus nam – iets dat niet vanzelfsprekend is in het medialandschap. Ze stelde zich op als mentor en vriendin en was gul in het schenken van kansen aan jonge vrouwen; ik ben niet de enige dame die haar erkentelijk is.

Van het een kwam het ander. De redactie van OPZIJ verkaste naar de keukentafel van Marianne en Hans.

trots op waren. Op de dagen voor de deadline werkten we tot laat in de avond door om het blad af te krijgen. Dat waren voor mij de mooiste momenten. Er was dan zo veel energie in de ruimte. Als ik aan Opzij denk, zal ik ook altijd aan deze momenten denken, maar vooral aan Marianne. Marianne had de gave om verbinding te zoeken met mensen. Ze vond het belangrijk om jonge mensen kansen te geven. Dat heeft voor mij het verschil gemaakt en ik zal haar daar ook eeuwig dankbaar voor zijn.

Ik zal met Marianne herinneren als de wervelwind die ze was. Haar

tomeloze energie, haar humor, maar ook vooral de liefde die ze had voor de mensen om haar heen. Haar liefde en aanwezigheid deelde ze met velen. Bedankt voor alles lieve Marianne.

De redactie bevond zich op de bovenste etage van het oude gebouw, dat geen lift had, waardoor je een aantal minuten bezig was om boven te komen. Nog voor dat ik goed en wel de laatste trap bereikt had, zag ik Marianne haar hoofd boven de reling uitsteken. Ze kwam even kijken of ik het wel kon vinden, omdat het haar te lang duurde.

Ik mocht, kansengever die ze was, zelfs een periode voor redactiechef spelen. We leerden elkaar in korte tijd goed kennen. Samen tegen deadlines optikken, vurige discussies over feministische visies en wie er wel en niet in het blad moesten komen, maar ook gewoon gezellig samen lunchen. En zo werd onze relatie naast zakelijk eveneens privé.

Achter die pittige, intelligente, eigenwijze wervelwind van een vrouw ging bovenal een lief, gevoelig en gastvrij mens schuil, haar hart vol van zonen Bob en Rik. Het glas was altijd halfvol en Marianne had een energielevel waar je u tegen zegt. Het heeft eigenlijk niemand verbaasd dat ze letterlijk tot haar laatste adem betrokken was bij OPZIJ en zelfs m’n verjaardag, terwijl ze inmiddels al dóódziek was, ging niet aan haar voorbij.

Even bellen hoe het interview met Ilja Leonard Pfeiffer, Halina Reijn of die andere grote naam ging, een fl itsko e in Amsterdam of Leiden, kritische noten en liefdevolle complimenten. Het is onvoorstelbaar dat ik je naam niet meer zal zien oplichten op mijn telefoon, je laatste editorial geschreven is en ik je oorbellen, altijd even prachtig, nooit meer door de wind zal zien wapperen. Bedankt voor alles, lieve Marianne.

Liber Amicorum Marianne
Ik zal met Marianne herinneren als de wervelwind die ze was.
56

Alies Pegtel

Marianne

bezag het leven van de zonnige zijde. We spraken elkaar vaak en veel, over van alles en nog wat, en altijd als ik de telefoon na anderhalf à twee uur ophing, voelde ik me veel beter. Ze was een optimistische aanpakker, een doener, barstensvol levenslust en onmetelijk gastvrij. My house is youre house, was haar credo, en ik schoof geregeld aan bij haar aan de keukentafel in Leiden, terwijl Hans de hapjes en drankjes verzorgde en Rik en Bob af en toe binnenzeilden. Werk en privé waren innig verstrengeld, want Opzij maakte ze vanuit huis. Ze draaide het blad vrijwel in haar

eigenwijze eentje, ze bedacht niet alleen de meeste stukken, maar ze schreef ze ook, plaatste haar eigen gemaakte foto’s erbij en regelde de advertenties. De nachten voordat het blad naar de drukker moest, werkte ze koortsachtig door, maar ze haalde de deadline altijd.

Ze kon geen ‘nee ‘zeggen; als ze ergens werd gevraagd om te spreken dan ging ze. Het podium betrad ze met natuurlijke souplesse. Natuurlijk vroeg ik haar in 2019 om het eerste exemplaar van mijn boek Zij in de geschiedenis in ontvangst te nemen, natuurlijk stemde ze toe. We gingen ook geregeld samen op stap,

interviews, Opzij’s literatuurprijs, de verkiezing van de Opzij’s invloedrijkste vrouw. Altijd eindigde het in een feestje, wijntje, hapje, gelach.

Ze blies Opzij leven in, maar het kostte haar ook energie. Toen ze zich niet goed voelde, dacht iedereen vanzelfsprekend aan een burnout. Nadat bekend was dat ze een on-operabele hersentumor had, zei ze met een snik: ‘Nu word ik nooit grootmoeder.’ Dat vond ze het allerergste, daarna heb ik haar nooit meer horen huilen of klagen.

De dagen van verlating traden in. Maar met haar onverwoestbare levenslust klampte ze zich vast aan alles wat haar lief was. Ik kreeg nog steeds opgewonden appjes over #MeToo-kwesties, ze schreef nog steeds haar editorials, we gingen nog steeds naar het café, - zij het met de rolstoel- en ook in het hospice stond ze erop dat ik bleef eten. Met een glas of twee. Afscheid van het leven heeft ze wat mij betreft nooit genomen.

Toen ze was overleden schoot er door me heen ‘even Marianne bellen’ … maar dit kon ik niet meer met haar delen.

OPZIJ 2022 57 Liber Amicorum Marianne
Alies
Toen ze was overleden schoot er door me heen ‘even Marianne bellen’ … maar dit kon ik niet meer met haar delen.

Marleen Hogendoorn

jij meedoen?’

jij meedoen?’

Dat vroeg Marianne

me op een terrasje in Leiden toen ze vertelde over haar plannen een eigen glopinie te starten. Zus moest het gaan heten. Zij de hoofdredacteur, ik redactiechef. Natuurlijk wilde ik dat, wat een kans. Klein detail: ik was hoogzwanger van mijn eerste dochter. “Geen probleem. Je werkt tot wanneer je kunt en begint weer na je verlof,” aldus Marianne. Ik denk dat er niet veel mensen een hoogzwangere vrouw vragen om een nieuw blad op te zetten. We kenden elkaar omdat we aangetrouwde familie waren, lotgenoten grapten we, en ik schreef voor HP/de Tijd waar zij de uitgever van was. Het opzetten van Zus was een leerzaam en heel leuk avontuur. We scheurden samen in haar felblauwe Mini van Leiden naar Amsterdam voor allerlei

afspraken om ’s avonds laat weer terug te keren. Zus stopte na een paar nummers helaas, maar toen bleek ze samen met haar man Hans het blad Opzij te hebben gekocht. Het was vanzelfsprekend dat het groepje mensen dat ze om zich heen had verzameld met haar verder ging naar dit nieuwe blad. We huurden een kantoor als redactieruimte in ons eigen Leiden en zij maakte er een gezellige plek van. Deadlines waren altijd lastig om te halen, we werkten vaak tot diep in de nacht door. Maar dan wel altijd met wijn en lekker eten erbij. Vergaderingen gingen altijd gepaard met haar mooie anekdotes en levenslessen. En heel veel lachen. “Geen betere seks dan Glassex,” is een

opmerking van haar waar ik laatst om moest glimlachen.

Deze zomer was ik met mijn familie in Caldonazzo, in Noord-Italië, een plek waar zij ook veel was geweest met de familie. “Doe je de groeten van Marianne? Marianne van Brussel,” appte ze. “Ohnee, Marianne Verhoeven. Ik blijf altijd Marianne Verhoeven.” Dankjewel Marianne voor alle kansen die je me hebt gegeven en lessen (over schrijven, wijn, mannen, tassen en het inrichten van mijn huis) die me je hebt geleerd. Ik ga je missen. Je blijft altijd Marianne Verhoeven.

Liber Amicorum Marianne
‘Wil
Wil

Angela Maas

Het

voelde direct goed toen Marianne in 2017 hoofdredacteur werd van OPZIJ, na een lange periode tobben en piekeren in de denktank van het Stichtingsbestuur. Plannen werden omgezet in daden en als er gehandeld moest worden dan belde ze direct iemand op. Dat klikte tussen ons, geen gezever, gedraai en dumpen van taken op andermans bord. Aan de ene kant een luisterend oor voor andere meningen, aan de andere kant kon ze geneuzel zo van tafel vegen. Als meer mensen haar daadkracht

Niet lullen maar poetsen.

zouden bezitten dan hadden we nu geen tekort aan personeel in vele sectoren. Niet lullen maar poetsen.

Waar Den Haag een tekort aan heeft, daar liep Marianne van over, hoewel diplomatie een lastige was. Marianne ging voor beter posities van vrouwen op alle fronten en schuwde de confrontatie niet.

Daarin veranderde ze niet toen ze ziek werd en fysiek steeds meer belemmerd werd om actief deel te nemen aan het maatschappelijke

debat. Op haar afscheid zocht ik met Alies Pegtel naar het goede woord. Charisma, ja dat was het. Ze was een unieke gedreven persoonlijkheid waarin elke gemaaktheid en eigenbelang ontbrak. We gaan deze charismatische vrouw, die zoveel betekend heeft voor andere vrouwen, vriendinnen, vrienden en familie ontzettend missen en blijven waken over het gedachtengoed van OPZIJ.

Liber Amicorum Marianne
Angela

Goed met geld

Besparen maar!

Drie op de vier vrouwen vindt het belangrijk om economisch zelfstandig te zijn. Toch lukt het tot dusver maar 64% van de vrouwen om de broek op te houden. In de gloednieuwe rubriek Goed met geld sparren we met deskundigen over essentiële thema’s die raken aan geld in de breedste zin van het woord. Deze keer: besparen.

DOOR NO É MI PRENT
In het augustus-september nummer van OPZIJ waren de namen van deskundigen Merel van der Wouden en Rolien Magendans verwisseld bij de foto’s. Dat moest andersom zijn.

Goed met geld

De stijgende energieprijzen hakken erin. Van een hoge energierekening tot duurdere boodschappen. Dan hebben vrouwen ook nog eens te maken met een loonkloof én de zogeheten pink taks: als vrouwen meer moeten betalen dan mannen voor hetzelfde product. De rijzende vraag is nu voor velen: hoe kunnen we slim besparen? “Voor je hiermee begint is het goed om het idee los te laten dat besparen heel ongezellig wordt”, begint Renee Lamboo, bekend van porterenee.nl, een populaire site over persoonlijke financiën. “Mensen hebben een negatieve associatie bij het woord besparen. Als ik over dit onderwerp geïnterviewd word, willen fotografen vaak dat ik poseer bij een theezakje die aan de waslijn hangt of met een dikke trui naast een kachel ga staan. Relax, besparen kan ook leuk zijn.”

‘Mensen die het financieel het moeilijkst hebben kennen alle bespaartips allang.’

Een goed begin Maaike Wind, die haar torenhoge studieschuld in twee jaar afloste, houdt er niet van om bespaartips te generaliseren. “Toen ik de keuze maakte om – heel drastisch – te gaan besparen, heb ik vooral gekeken: wat past voor mij. Ik heb niets gedachteloos uit mijn systeem geknipt. Dingen die ik niet miste bij het besparen kunnen voor een ander wel belangrijk zijn”, legt ze uit. “Als je begint is het zaak om te gaan ‘spelen’ met besparen op

verschillende dingen. Vraag jezelf af: waar kan ik op besparen, waar ik niet meteen veel last van heb? Of iets wat ik op een andere manier kan bekijken, waardoor het mooier wordt. Voor mij was dat het minimalisme. Minder de hele tijd nieuwe dingen kopen en trends volgen. Van tevoren had ik echt niet gedacht dat ik dat leuk zou vinden, maar dat bleek anders.” Wind voegt toe: “Wat ik lastig vind: mensen die het financieel het moeilijkst hebben kennen alle bespaartips allang. Die letten al op de boodschappen en dergelijken. Dit soort tips zijn vooral voor middeninkomens of daarboven.”

Een van de eerste dingen waar mensen op bezuinigen zijn de boodschappen, ziet Lamboo. “Maar voor je waar dan ook op gaat besparen, zorg eerst dat je overzicht hebt en ga een financieel overzicht maken. Heel simpel: wat gaat erin en wat komt eruit? Je ziet al snel wat de grootste kostenposten zijn. De een is gevoelig voor kleding of voor boodschappen, de ander heeft zich totaal oververzekerd”, weet Lamboo. “Soms blijken mensen onnodige financiële stress te hebben en is het heel makkelijk op te lossen door ergens een stap terug te doen.” Besparen is, kortom, heel persoonlijk. “Ik kan niet zeggen: je móet daar beginnen.”

Bewust uitgeven

Bij Lamboo begon het besparen toevallig wel bij het anders doen van boodschappen. “Vroeger rende ik de winkel in, nu maak ik een weekplanning”, vertelt ze. “Ik heb ook mijn verzekeringen onder de loep genomen. Welke risico’s kunnen we financieel echt niet dragen? Bijvoorbeeld als je huis afbrandt of je auto rijdt tegen een paal. Voor dat soort dingen ben ik verzekerd, daar zijn verzekeringen oorspronkelijk ook voor bedoeld. En ik ga veel vaker naar tweedehandswinkels voor mijn kind. Vroeger ging ik op zaterdag naar de stad, gewoon om geld uit te geven, zonder doel. Nu kijk ik eerst wat voor kleding we echt nodig hebben. Besparen is voor mij vooral bewust uitgeven.”

Van vakanties tot haar dagelijkse fles cola. Wind schrapte van alles uit haar uitgavenpatroon om die studieschuld van ruim 50.000 euro versneld af te lossen. Letten op koopjes in de supermarkt deed ze dan weer niet. “Ik heb het gevoel dat aanbiedingen vooral weer spelletjes zijn van bedrijven. Maar bij duurdere producten is het natuurlijk wel slim om erop te letten, zoals pakken koffie en wasmiddel.”

Sociale druk

Dan is er ook nog de omgeving. Vrienden, familie en anderen die financieel iets willen of verwachten. “Ik vond dat heel erg lastig. Ik besloot het te delen met mijn vrienden, ik ging me kwetsbaar opstellen. Dat is me heel erg meegevallen, ik merkte dat mensen zelfs met mij mee gingen denken. In plaats van de kroeg werd het thuis borrelen en sommige vrienden vonden het eigenlijk ook wel fijn om te besparen”, vertelt Wind. “Ik durf wel te

62
Goed met geld

zeggen dat het mijn vriendschappen verdiept heeft.”

Lamboo liep ook tegen onbegrip aan. “Vooral uit de familie. Zij vonden het onzin. Vooral toen ik eenmaal mijn schulden afgelost had en nog steeds door wou gaan met besparen. Ik let er ook op dat ik het niet te vaak met bepaalde vrienden erover heb. Mensen vinden het irritant als je gaat roepen dat je je boodschappen lekker onder controle hebt. Zij voelen zich misschien aangevallen en denken. ‘Ja, ik heb mijn financiën dus niet op een rijtje en ik vind het irritant dat jij dat onder mijn neus wrijft.’”

Luxe in tijden van besparen

Niet iedere bespaarder hoeft meteen minimalist te worden. “Voor mij heeft dat gewerkt en ik had er plezier in, maar dat is echt niet iets dat

Maaike Wind (40)

De studieschuld van Maaike Wind bedroeg 51.759 euro en 61 cent. Het aflossen ging niet vanzelf. Toen ze alleenstaande moeder werd besloot ze dat het anders moest, ze had geen zin om nog langer te blijven prutsen met geld. Door flink te besparen loste ze in twee jaar tijd 30.000 euro af. Haar proces deelde ze op haar blog fuckdiestudieschuld.nl.

Binnenkort komt haar gelijknamige boek Fuck die studieschuld uit bij Atlas Contact, waarin ze schrijft over hoe ze jarenlang gebukt ging onder die schuld en over hoe het aflossen vervolgens veel leuker bleek dan ze had verwacht.

‘In plaats van de kroeg werd het thuis borrelen en sommige vrienden vonden het eigenlijk ook wel fijn om te besparen.’
FOTO JELMER DE BOER

met geld

iedereen hoeft te doen. En je mag jezelf tijdens het besparen ook leuke dingen gunnen”, benadrukt Wind. “Ik heb ontdekt dat die lang niet altijd veel geld hoeven te kosten. Ik ben bijvoorbeeld lid geworden van de bibliotheek. Nu denk ik: waarom was ik twintig jaar geleden nog geen lid? Echt heel suf. Als ik een boek echt heel leuk vind mag ik ‘m van mezelf kopen, maar de rest leen ik gewoon. Ik had vierhonderd boeken in de kast staan waarvan ik de titel niet eens kon noemen, slechts honderd vond ik er misschien echt leuk. De bibliotheek kost vier euro per maand en het is nog goed voor het milieu ook.”

Vakanties, dat is iets waar Lamboo dan weer liever niet op bespaart – en die financiële ruimte heeft ze nu ook. “Ik ga meerdere keren per jaar op vakantie. Dan zeggen mensen: jij was toch zo van het budgetteren? Ja, ik bespaar op wat ik niet zo belangrijk vind. Maar vakanties zijn voor ons wel heilig. Ik ben bereid om er veel voor in te leveren, om het toch te kunnen doen. Maar horeca vind ik bijvoorbeeld ook leuk,

“Die mannenscheermesjes doen het ook wel”, stelt eveneens Wind. “Scheermesjes zijn een klein voorbeeld van heel veel dingen in een seksistische samenleving. Toevallig las ik onlangs een artikel van een dermatoloog die zei: je huid heeft helemaal niet veel verzorging nodig. Zijn betoog: goed voor je huid zorgen kan prima met zonnebrandcrème, ook in de herfst. Verder hoeft er helemaal niets. Geen cleansers, geen dure potjes, geen dagcrème. Dat is commercie, dat is geld verdienen aan vrouwen.” Maar, nuanceert Wind: “Ik wil niet zeggen dat vrouwen daarmee op moeten houden, vrouwen moeten al zo veel. En voor sommige mensen met een gevoelige huid zullen bepaalde crèmes nu eenmaal beter werken. Maar het is wel zo dat je als jong meisje al gebombardeerd wordt met dit soort ideeën. En we soms, inclusief mijzelf, ook geneigd zijn te denken: ik heb dit en dat écht nodig, want… En dan is het de vraag of dat echt zo is. Het kan de moeite waard zijn om mee te experimenteren. Zelf gebruik ik nauwelijks make-up, dat bespaart mij een hoop geld.”

“Wat ook vaak op het bordje van de vrouw valt zijn de kosten voor anticonceptie”, vult Lamboo aan. “Dus als je een relatie hebt, of een andere sekspartner, dan zou het niet vanzelfsprekend moeten zijn dat de kosten voor de vrouw zijn. Dat zouden we vaker kunnen bespreken met elkaar.” Lamboo vindt eveneens dat we ons hard moeten maken voor menstruatiearmoede. “Je hoort steeds vaker over vrouwen die niet genoeg geld hebben om maandverband of tampons te kopen. Dat vind ik vrij ernstig. Ik heb me laatst aangemeld voor zo’n kastje dat je kunt ophangen bij je huis, zodat mensen die het nodig hebben daar maandverband en tampons uit kunnen pakken.”

alleen als dat een tijd niet kan vind ik het niet erg.”

Vrouw-zijn kost geld

De maatschappij is een venijnige plek voor de portemonnee van vrouwen, met name als het aankomt op verzorgingsproducten. “Roze scheermesjes, dat wordt je echt aangepraat als vrouw. Of dat een scheermes moet buigen, en zachte ronde vormen moet hebben. Wat een onzin. Ik kan je vertellen: het leven zonder roze scheermes is prima”, aldus Lamboo.

Selfcare over een andere boeg Wat is selfcare, en waarom moet het zo veel geld kosten, vroeg Wind zich af. “Nu komen we op een haast meer filosofisch punt. Je kan denken: selfcare is de vakantie, de massage, je nagels laten doen, dure verzorgingsproducten. En ja, dat kan selfcare zijn. Maar als je al die dure dingen doet terwijl je financieel niet rondkomt en stress hebt, is het dan echt selfcare? Goed voor jezelf zorgen en zo min mogelijk financiële zorgen, dat is ook selfcare”, legt ze uit. “Voor mij heeft selfcare een andere betekenis gekregen. Selfcare is voor mij een weekend zonder afspraken, waarin ik zelf mag weten wat ik ga doen. Minder stress op mijn werk. Dat ik zorg dat om vijf uur mijn laptop dicht kan. Mijn mailbox van mijn telefoon gooien. Er bestaat voor mij een hele andere laag aan selfcare dingen, die geen geld hoeven te kosten.”

Kicken op minder Zowel Wind als Lamboo kregen vroeg een kick van nieuwe dingen kopen. “Nu heb ik het tegenovergestelde. Het is voor mij bevredigend om met een budget naar de supermarkt te gaan en daarbinnen te blijven. Dan

64 Goed
‘Dat een scheermes moet buigen, en zachte ronde vormen moet hebben. Wat een onzin. Ik kan je vertellen: het leven zonder roze scheermes is prima.’

denk ik: good for me, ik heb het onder controle. Dat geeft mij een fijn gevoel”, besluit Lamboo.

Wind: “Het is ook zo dat ik de high van het kopen ben gaan zien als een gekunsteld iets waar bedrijven op inspelen. Schoenen die ik graag wil hebben omdat slimme marketingmensen mij dat gevoel weten te geven. Ik ben dat systeem met wat meer afstand gaan bekijken. Ik geef mijn geld nu liever uit aan het leren van nieuwe dingen, herinneringen maken met mensen, of tweedehands meubilair. Ik heb net voor twee euro een lamp gekocht bij de kringloop. Het kost afgerond niets en ik ben er heel blij mee. Ik word nu kwaad van reclames: ik wil niet iemand zijn die daar zo gevoelig voor zit. Het is niet goed voor mijn geld én niet goed voor de rust in mijn hoofd.” O

Renee Lamboo (37)

Vlak voor de crisis van 2008 kocht Renee Lamboo een huis. Toen haar relatie overging en ze van de woning af wou, was ze genoodzaakt deze met verlies te verkopen. Het roer moest vervolgens om en ze paste haar levensstijl aan om haar schulden af te lossen. In 2017 begon ze de blog PorteRenee.nl over haar eigen financiën en inmiddels is er PorteRenee de Podcast, waarmee ze tezamen maandelijks miljoenen mensen inspireert en motiveert.

‘Je hoort steeds vaker over vrouwen die niet genoeg geld hebben om maandverband of tampons te kopen. Dat vind ik vrij ernstig. ’

SUZE ROBERTSON (1855-1922)

Beter BESTREDEN dan genegeerd

Suze Robertson koos haar eigen weg. Als kunstenaar en later als vrouw van een kunstenaar. Haar werk is krachtig, expressief en gedurfd. Nu is er, een eeuw na haar dood, een grote overzichtstentoonstelling in Museum Panorama Mesdag. Daaruit blijkt: ze was een radicale vernieuwer.

‘Als je durft… …dan slaan we je ’t boek uit handen’, dit kreeg Suze Robertson te horen toen zij op straat in Scheveningen, een schets wilde maken. Het ongestoord werken, het openlijk buiten zitten tekenen, dat was in die tijd, in 1912, voor een vrouw vrijwel onmogelijk. Robertson vond haar inspiratie op straat. Ze begon ’s morgens met een wandeling om dan vervolgens aan de slag te gaan in het atelier. Lukte het tekenen of schilderen niet, dan ging ze naar buiten, op zoek naar onderwerpen om in beeld te brengen.

Toen Robertson twee jaar was overleed haar moeder. Als jongste van een gezin van negen werd ze met haar twee jaar oudere zus samen ondergebracht bij een kinderloze oom en tante in Rotterdam. In 1867 werden de meisjes naar een internaat in Wassenaar gestuurd. Hier was veel aandacht voor tekenen en muziek. Suze Robertson had talent voor tekenen en voor piano spelen. Dat laatste bleef een hobby; in tekenen besloot ze zich verder te bekwamen na haar eindexamen. Ze wilde tekenleraar worden in

De tentoonstelling ‘Suze Robertson. Toegewijd. Eigenzinnig. Modern.’ is te zien in Museum Panorama Mesdag in Den Haag tot en met 5 maart 2023.

het middelbaar onderwijs. Dat ging in tegen de toen heersende normen. Een vrouw had de zorg voor de huishouding, de zorg voor de kinderen en moest haar man behagen. Alles wat daaraan zou bijdragen moest worden gestimuleerd. Dat een vrouw door ging studeren was bijzonder toen. Robertson was een ijverige leerling en won medailles met haar tekeningen. Vanaf 1877 geeft ze tekenles, eerst op een kostschool in Rijswijk, later op een HBS in Rotterdam. Ondertussen bleef ze zelf lessen volgen,

66
Cultuur Tentoonstelling
Portretfoto van Suze Robertson (voor 1900).

Tentoonstelling

avondlessen aan de Rotterdamse academie. Vrouwen mochten echter niet schilderen naar naaktmodel. Toch besloot Robertson, samen met een vrouwelijke medestudent, het schilderen naar naaktmodel te volgen. De mannelijke klasgenoten stuurden daarop een open brief aan de krant: ‘Het tekenen naar het naakt model is voor het vormen van schilders en beeldhouwers onmisbaar, maar het is niet gepast dat jonge dames, gezeten tussen leerlingen en leden, in het openbaar aan zulke lessen deelnemen.’ Toch mochten de vrouwen de naaktklas blijven volgen en ook andere vrouwen werden vanaf nu, november 1878, toegelaten. Met dank aan Robertson.

Eigenzinnig en vastberaden

Na een tijd gewoond en gewerkt te hebben in Amsterdam trekt Robertson naar Den Haag om zelfstandig kunstenaar te worden. Niet langer leeft ze van het lesgeven: nu moet er brood op de plank komen door de verkoop van kunst. Dat valt nog niet mee. In maart 1885 krijgt ze een subsidie van 400 gulden, voor veelbelovende jonge kunstenaars om hun studie voort te kunnen zetten. Robertson trekt eropuit, om de hardwerkende boerenbevolking in beeld te brengen. Ter plekke maakt ze studies die ze later in het atelier uitwerkt tot schilderijen. Het was niet haar bedoeling om de werkelijkheid

weer te geven. Robertson vond dat kunst de uitdrukking van het gevoel moest zijn. Robertson tekende en schilderde vooral vrouwen, aan het werk, spinnend, in de schuur, zittend aan tafel, vaak onder armoedige omstandigheden. Dat een vrouwelijke kunstenaar dergelijke taferelen verkoos boven brave stillevens, geeft aan dat Robertson vernieuwend was en haar eigen weg bewandelde. Ook in de volgende jaren kreeg Robertson subsidie, maar ze kreeg ook kritiek. De commissie die de subsidie verleende schreef: ‘U ernstig aan te raden den raad en de leiding van een goed meester bij tijds in te roepen. Zij vreest dat anders teleurstelling en rouw over

68 Cultuur
Suze Robertson, Het bleekveld, ca. 1895-1898, aquarel, particuliere collectie. Suze Robertson, Kerk te Katwijk, ca. 1980-1912, Centraal Museum, Utrecht.
‘Het tekenen naar het naakt model is voor het vormen van schilders en beeldhouwers onmisbaar, maar het is niet gepast dat jonge dames, gezeten tussen leerlingen en leden, in het openbaar aan zulke lessen deelnemen.’
Suze Robertson, Vischpoort van Harderwijk, ca.1908-1909, kunsthandel Ommen.

Tentoonstelling

verspilden tijd onvermijdelijk zullen volgen.’ Robertson die zich altijd bleef ontwikkelen, sloot zich aan bij de Etsclub en ging in de leer bij Van der Velden. Daar leerde ze Richard Bisschop, schilder van kerkinterieurs, beter kennen. Ze verloofden zich in 1889. Een huwelijk zat er nog niet in, want Bisschop was onvoldoende succesvol als kunstenaar, er kwam te weinig geld in het laatje. In 1892 trouwde het stel dan toch, onder huwelijkse voorwaarden, zodat ze ieder financieel zelfstandig zouden blijven. Na haar huwelijk bleef Robertson dan ook gewoon schilderen, iets wat in die tijd voor vrouwelijke kunstenaars niet gangbaar was. Er moest simpelweg geld verdiend worden. Op een tentoonstelling in Pulchri in Den Haag verkocht Robertson eind 1893 twee werken aan de heer en mevrouw Mesdag-van Houten. Die steun kon Robertson goed gebruiken, zeker omdat ze inmiddels zwanger was.

Op 10 februari 1894 werd Sara geboren. Zij zou het enige kind blijven van Bisschop en Robertson.

Pietje

Met de kleine Sara woonde het echtpaar drie jaar in het Brabantse Leur, waar Suze tekenles gaf in ruil voor gratis wonen in een vrijstaand huis met tuin in een landelijke omgeving. Hier maakte Robertson heel veel portretten van het kindermeisje Pietje. Zoals dat van Pietje met de handen in elkaar geslagen met een boek op schoot. De ogen zijn gesloten. Ze is in zichzelf gekeerd. Massief en groots. Opmerkelijk is het gebruik van bladgoud in de achtergrond, dat een mooi contrast vormt met de bruine toetsen. Leende Robertson dit van haar man, die immers kerkinterieurs schilderde?

Je zou denken dat ze haar dochter zou portretteren, maar later zei Robertson daarover: ‘Kennisen, familie voor mij poseren? O nee, alstublieft geen bekenden…’ Blijkbaar vond ze dat te ingewikkeld. Vandaar dat Pietje, immers geen familie

maar wel veel in de buurt, heel vaak voorkomt als onderwerp van haar werk.

In de omgeving van het huis in Leur waren veel bleekvelden te vinden, waar de witte was te bleken werd gelegd op de groene velden. Ook dat vond Robertson een geschikt onderwerp om in beeld te brengen. Niet zozeer het landschap zelf, als wel de compositie van kleurvlakken en lijnen. De witte lakens op het groene gras, de rode huizen en de blauwe lucht. Schaduwen en details worden hier weggelaten: het gaat Robertson echt om de kleurvlakken. De diepte verdwijnt uit de werken. Ze experimenteerde met het formaat van het werk, dat soms vierkant is, waardoor de kleurelementen nog meer aandacht krijgen.

Onverzettelijke wil

In 1998 keert het echtpaar terug naar Den Haag, vooral omdat daar de markt om werk te verkopen groter was. Dat lukte Robertson aardig, maar Bisschop kwam steeds verder in de financiële zorgen. Eind 1902 besloot het echtpaar de zorg voor hun dochter Sara, toen 8 jaar, uit te besteden aan een pleeggezin, zodat Robertson meer tijd had om zich op haar schilderkunst te storten. Robertson kon er nu weer op uit trekken om te gaan schilderen. Zo verbleef ze tussen 1903 en 1910 regelmatig enkele weken in Heeze om daar het boerenbestaan in beeld te brengen. Het ging Robertson nog steeds om het uitbeelden van de werkende vrouwen. Net als Vincent van Gogh bracht Robertson het harde en eenvoudige boerenleven in beeld. Ook Harderwijk en Katwijk werden het onderwerp van Robertsons schilderijen. Ook bij deze werken is de compositie opvallend, het gebouw lijkt te klein voor het canvas, en de kleurvlakken contrasteren. Robertson heeft duidelijk een eigen stijl gevonden.

Ondertussen neemt Robertson steeds vaker succesvol deel aan tentoonstellingen, in binnen- en buitenland. Haar succes groeide.

Maar ze was nog altijd strijdbaar. Robertson zag zichzelf niet als feminist of als pleitbezorger van de vrouwelijke zaak, ze was het wel. Telkens zocht ze naar manieren om als vrouw toegang te krijgen tot gezelschappen of lessen die alleen voor mannen bestemd waren. Daarmee realiseerde ze ook openingen voor andere vrouwen. Regelmatig werd haar kunst omschreven als mannelijk, als bonkig, als te weinig lieflijk. Ze trok zich weinig aan van die kritiek en schilderde waarin ze goed was. Ze bokste op tegen de heersende opvatting en zei ‘Maar ik troost er mij mee, dat ’t beter is om te worden bestreden dan genegeerd.’

Dochter Sara woonde sinds 1914 weer thuis en startte in de voetsporen van haar ouders als zelfstandig kunstenaar. Robertsons werd in het laatste decennium van haar leven alom gewaardeerd. Op financieel gebied waren er geen zorgen meer, maar haar huwelijk met Bisschop was eigenlijk nooit een succes geweest. Daardoor, en door de Eerste Wereldoorlog, werd ze depressief en raakte haar creativiteit kwijt. Sara zorgde dat haar moeder toch nog meedeed aan tentoonstellingen, met ouder werk. Het succes was er niet minder om. Soms trokken moeder en dochter er samen op uit om buiten te tekenen. Zo reisden ze samen naar Mechelen in België, waar ze schetsen en foto’s maakten om later thuis in het atelier te verwerken tot schilderijen. Daar is het echter niet meer van gekomen: Suze Robertson overleed op 22 oktober 1922 in Den Haag. Bij de begrafenis werd over haar gesproken als ‘een bescheiden, vriendelijke vrouw die voor het schilderen was geboren en met een onverzettelijke wil tot buitengewone verdiensten was gekomen.’

De tentoonstelling ‘Suze Robertson. Toegewijd. Eigenzinnig. Modern.’ is te zien in Museum Panorama Mesdag in Den Haag tot en met 5 maart 2023. O

70 Cultuur
Suze Robertson, Pietje – lezend meisje, ca. 1898, particuliere collectie.

OVER ONGELIJKE BELONING VAN MANNEN EN VROUWEN:

Toegegeven, het bekt lekker, die slogan van Women Inc. ‘Waar is mijn € 300.000,-? Maar het is meer marketing dan waarheid. Die € 300.000,- zou dan het bedrag aan loon zijn dat een werkende vrouw tijdens haar loopbaan minder zou hebben verdiend dan een man.

72 De FeitenFirma
De FeitenFirma

Trouwens ook die 14 procent die werkende mannen in Nederland meer zouden verdienen – volgens Women Inc. - kan nog wel wat uitleg gebruiken. Want als stelling is het gewoon niet waar.

De Feitenfirma legt het hier nog maar eens uit. Want vergelijken moet je goed doen, geen appels met peren. Voordat je nu denkt dat OPZIJ in de ontkenningsfase zit als het gaat om dit enorm belangrijke onderwerp: er is in Nederland sprake van een zeer serieuze loonkloof. Maar die is kleiner en vooral anders.

Methodologie

Het begint ermee dat je vergelijkt wat vergelijkbaar is. De Rijksoverheid zegt hierover:

Gelijke beloning bij gelijkwaardig werk

Alle medewerkers binnen een bedrijf moeten bij gelijkwaardig werk een gelijkwaardige beloning krijgen. Het gaat om alle onderdelen van de beloning. Zoals het salaris, bonussen, toeslagen en secundaire arbeidsvoorwaarden.

Werkgevers moeten het loon op een inzichtelijke manier berekenen, die voor alle werknemers hetzelfde is. Alleen als ze een goede reden hebben om dit niet te doen, mogen ze hiervan afwijken. Bij een krappe arbeidsmarkt mag een werkgever bijvoorbeeld een hoger loon bieden om nieuwe werknemers aan te trekken.

VOORBEELD 2

tien mannelijke docenten en tien vrouwelijke docenten

Je stopt tien mannelijke docenten en tien vrouwelijke docenten in één vergelijking, dat telt op tot 20. Neem je het gemiddelde salaris en is de uitkomst dat de mannen meer verdienen dan de vrouwen, dan lijkt het zo te zijn dat er sprake is van onrechtvaardigheid, een loonkloof.

Toch kun je ook dat niet zomaar concluderen, in juridische termen: je moet ‘alle omstandigheden van het geval’ bekijken. Werken de mannen in dit voorbeeld al

Het helpt de gerechtvaardigde discussie over de noodzaak van gelijke beloning van mannen en vrouwen dan ook niet als feiten en fictie elkaar dreigen te vervangen.

VOORBEELD 1

tien mannelijke docenten en tien vrouwelijke onderwijsassistenten

Je stopt tien mannelijke docenten en tien vrouwelijke onderwijsassistenten in één vergelijking, dat telt op tot 20 en neem je het gemiddelde salaris dan ligt de conclusie voor de hand: de mannen verdienen meer dan de vrouwen. Niet omdat ze man zijn, wel omdat ze een andere, beter betaalde functie vervullen. Zou je in dit voorbeeld de vrouwen de docenten laten zijn en de mannen de onderwijsassistenten, dan verdienen de vrouwen meer.

Duidelijker dan dit voorbeeld kunnen we het niet maken. Toch wordt er, als het om de loonkloof gaat, zo gerekend: neem alle werkende vrouwen en alle werkende mannen.

74 De FeitenFirma

25 jaar als docent, dan is de kans groot dat ze misschien wel voor dezelfde klas staan als de vrouwen, maar dat ze door anciënniteit (‘dienstjaren’) automatisch jaar op jaar meer gingen verdienen, in veel cao’s werkt dat zo. Datzelfde overkomt de vrouwelijke docenten ook maar als die gemiddeld ‘maar’ tien dienstjaren hebben, dan zal hun salaris lager zijn op het meetmoment en dat heeft niets te maken met een loonkloof.

CAO’s, kan dat nog wel?

Dat brengt ons op een opmerkelijk stelling: die samenvatting van de rijksoverheid (‘Gelijke beloning bij gelijkwaardig werk’) wordt alleen al belemmerd door zo ongeveer alle cao’s in ons land. Want vaker wel dan niet is er daarin sprake van een dienstjarenprincipe. Voor hetzelfde werk krijg je dan elk jaar, bij goed functioneren, iets meer salaris maar na 10 of 20 jaar telt dat aardig op. Het betekent dat een vrouw die drie jaar in dezelfde

functie werkt en dus hetzelfde werk doet als haar mannelijke collega die in die functie al acht jaar werkzaam is, gewoon minder zal verdienen. Iets voor de vakbonden om eens bij stil te staan?

Maar er zijn nog veel meer zaken waarvoor gecorrigeerd moet worden, je kunt niet zomaar uitgaan van een verschil in salaris. Zo werkten mannen in 2021 gemiddeld 33 uur per week en vrouwen 25 uur. Dus, dan kun je wel de salarissen vergelijken maar het duidelijk dat die alleen al daarom zullen verschillen.

Tot zover een uitleg die voor iedereen duidelijk zou moeten zijn, verder met de feiten die in ons land worden verzameld door CBS en SCP.

Een goede eerste indicator is een verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen, gemiddeld is dat 13 procent, ten dele – maar zeker niet helemaal – verklaarbaar uit het type arbeid dat wordt verricht. Toch is ook die 13 procent 1,5 procent minder dan in 2018.

Het is in ons land van oudsher zo – hoewel: het verandert snel – dat vrouwen meer zijn vertegenwoordigd in banen die slechter betalen dan mannen.

Werkende vrouwen uit de jaren ’50 en ’60 zijn gemiddeld minder goed opgeleid dan mannen en werken, als ze dat doen, meestal in minder goed betalende (bij)banen.

Deeltijdbanen worden altijd al – en dat gaat niet snel veranderen zolang er nog alternatieven zijn – relatief slechter betaald dan volledige banen, voor zowel mannen als vrouwen.

Gecorrigeerde beloningsverschillen

We zeiden het al: er ís in Nederland sprake van beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen. Maar we hopen ook duidelijk te hebben gemaakt dat je niet zomaar alle mannen en vrouwen op een hoop kunt gooien. Het CBS heeft in een studie van enkele jaren geleden in kaart gebracht wat in 2018 – intussen zou de situatie weer tenminste fractioneel verbeterd moeten zijn al was het maar omdat én het gemiddelde opleidingsniveau van vrouwen toeneemt en er in de huidige krappe arbeidsmarkt meer vraag dan aanbod is – de voor allerlei factoren zoals er hier al wat noemden gecorrigeerd in werkelijkheid zijn:

• Zeven procent in het bedrijfsleven;

• Vier procent bij de overheid.

OPZIJ 2022 75 De FeitenFirma
Was het maar zo’n feestje: dan zouden vrouwen in Nederland gemiddeld ruim een ton verdienen. En mannen dus nog meer.

Wat zijn dan die factoren waarvoor het CBS corrigeert?

• Kenmerken van de werknemer: leeftijd, migratieachtergrond, onderwijsniveau, onderwijsrichting, aantal jaren in dienst bij huidige werkgever, arbeidshandicap, huishoudenssituatie, inkomen partner, woonregio;

• Kenmerken van de werkgever: sector, aantal werknemers in de organisatie, percentage vrouwelijke collega’s, winstgevendheid van het bedrijf;

• Kenmerken van de baan: beroepsniveau, beroepsrichting, contract voor bepaalde/ onbepaalde tijd, voltijd/deeltijd, soort arbeidsrelatie, leidinggevende functie, managementfunctie.

Dat brengt ons op een opmerkelijk stelling: die samenvatting van de rijksoverheid (‘Gelijke beloning bij gelijkwaardig werk’) wordt alleen al belemmerd door zo ongeveer alle cao’s in ons land.

Die € 300.000,-

Terug naar de € 300.000,- van Women Inc. Om te beginnen is het de vraag of hier een netto of bruto verschil wordt bedoeld. Dat maakt nogal wat uit, een burger denkt gewoon in termen van het bedrag op de bankrekening dus laten we aannemen dat het om een nettobedrag gaat. Het maakt overigens niet of niet veel uit voor wat we hieronder daarover schrijven.

1. Om een bedrag tekort te zijn gekomen, welk bedrag dan ook, moet je wel eerst gewerkt hebben. Dan is het belangrijk te onderkennen dat heel veel vrouwen maar een zeer beperkt aantal jaren werkten, in elk geval

in het verleden. Als ze dat wel deden, dan toch echt overwegend part time, in overwegend lager gekwalificeerde banen met een – ook voor mannen – relatief laag salaris. Minimumloon of minimumloon plus.

2. Laten we voor het gemak aannemen dat vrouwen, de historie en moederschap meegerekend (wenselijk of niet, zeker vroeger stopten vrouwen zodra ze kinderen kregen tenminste een fl ink aantal jaren met werken), 20 jaar hebben gewerkt in een tweederde dienstverband.

3. Kijken we naar de cijferreeks van het CBS sinds 1970 dan bedroeg het gemiddelde modale salaris per jaar, gecorrigeerd voor een 2/3 dienstverband over al die jaren € 15.441,- (bruto). Als we de belastingdruk op 25 procent stellen, dan bleef daar € 11.580,- netto van over, per jaar.

4. Om € 300.000, - te weinig te hebben ontvangen zou je in die 25 jaar niet alleen geen inkomen gehad moeten hebben maar zelfs je werkgever hebben moeten betalen, een negatief inkomen.

Tenslotte

• Het helpt de gerechtvaardigde discussie over de noodzaak van gelijke beloning van mannen en vrouwen dan ook niet als feiten en fictie elkaar dreigen te vervangen.

• Sinds 1969 kent ons land een wettelijk minimumloon, dat hebben werkende vrouwen dan ook tenminste ontvangen. De bovenstaande aannames gaan ervan uit dat het ‘tekort komen’ van die € 300.000, - ergens in het verleden begon, anders kun je niet die slotsom komen. Dus gaan we uit van mannen en vrouwen die al in de vorige eeuw werkten.

• Maar zou de redenering zich in deze eeuw moeten afspelen, dan zou bij een (bruto) maximaal verschil van zeven procent tussen mannen en vrouwen en – dat is gemiddeld zo goed als fictief voor mannen én vrouwen – een vrouw 40 jaar werken, er jaarlijks € 7.500,- verloren gaan als verschil, om aan die € 300.000, - te komen. En die € 7.500,- zou dan het maximale verschil van zeven procent per jaar vertegenwoordigen. Was het maar zo’n feestje: dan zouden vrouwen in Nederland gemiddeld ruim een ton verdienen. En mannen dus nog meer.

Bizarre zaken als het gaat om de economische positie van de vrouw door de jaren heen

• Vrouwen werden na hun huwelijk ontslagen, omdat ‘de huwelijken anders kinderloos zouden blijven’.

• Vrouwen mogen pas in 1956 zelfstandig een eigen bankrekening openen, zelfstandig op reis mogen of een grote aanschaf kunnen doen, omdat toen pas de Wet Handelingsonbekwaamheid werd afgeschaft.

• Nog tot 1971 staat in het wetboek staat dat de man het ‘hoofd van de echtvereniging’ was en de vrouw aan hem ‘gehoorzaamheid was verschuldigd’.

• Het huishouden -zonder stofzuigers en wasmachines – kostte in 1940 nog gemiddeld 70 uur per week (alleen al de was kostte 15-20 uur) en nu nog ‘maar’ 20 uur.

• Mannen wilden überhaupt niet dat vrouwen werken en als het dan toch moet, dan alleen in specifie vrouwenberoepen.

• Als vrouw met pensioen ging en – uitzonderlijk vroeger maar het kon, in een zelfstandig beroep zoals notaris of arts - meer pensioen had opgebouwd dan haar man dan had een gehuwde vrouw geen recht op een zelfstandig AOW. Hij int de AOW voor hun beiden.O

76 De FeitenFirma

AANBIEDING

Materiaal: 8% kasjmier, 47% merino wol, 30% viscose, 15% polyamide 2 JAAR EEN ABONNEMENT OPZIJ + SJAAL CADEAU Sjaal van Sjaalmania t.w.v. €89,95
Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (12 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon. GA NAAR OPZIJ.NL voor maar €93,50

Cultuur Film

We kijken allemaal films en kennen allemaal een aantal klassieke vrouwelijke filmpersonages. Van de moordlustige Bruid in Kill Bill tot de superslimme Hermelien in Harry Potter. Van superheld Wonder Woman tot de magische kinderjuffrouw Mary Poppins en van de rebelse Thelma & Louise tot tekenfilmprinses Mulan. Sommigen kregen direct een feministisch certificaat, terwijl bij anderen wat meer twijfels bestond. In deze nieuwe rubriek duiken we dieper in iconische vrouwelijke filmpersonages, want hoe representatief is hun karakter nou echt? Deze OPZIJ: Soof.

Haar kinderen uitzwaaiend in een niet-matchend joggingpak met daaroverheen een vaal geworden dierenprint badjas, haar handen knedend in hompen gehakt en met opmerkelijke gewoontes waarbij ze in de late uurtjes het liefst bolletjes vanille-ijs door hagelslag rolt terwijl ze erge ziektes opzoekt, dat is hoe Soof in 2013 aan de kijker werd geïntroduceerd. Niet bepaald het ‘standaard’ vrouwelijk personage dat we kennen uit Nederlandse romantische komedies. Zij is geen vrouw met een rank figuurtje in strakke weinig verhullende jurkjes zoals de leading ladies in Rokjesdag, Costa, Verliefd op Cuba en Toscaanse Bruiloft dragen. Zij heeft geen daverende carrière zoals de vrouwen in Hartenstraat, Single 39 en Weg van jou. En zij is ook geen verbitterde vrijster die keer op keer gedumpt is en het nou eens spuugzat is, zoals in Ja, ik wil, Gek van geluk, Just say yes, Hartenstrijd en ga zo maar door.

Soof is gewoon Soof; een vrouw die lompe grappen maakt, struikelt over haar eigen voeten en de wijn die eigenlijk voor in het gerecht bestemd is, gewoon lekker zelf opdrinkt. En dat werd gewaardeerd door het publiek. Vanaf de eerste film is Soof een daverend succes en meerdere films en een serie volgden. Soof laat zien dat het leven van een doorsnee huisvrouw alles behalve simpel is. Zij heeft helemaal geen tijd om zich mooi en sexy aan te kleden, maar daar komt verandering in wanneer ze de veel jongere choreograaf Jim (Dan Karaty) treft. Er broeit iets tussen beiden en ineens wordt Soofs leven weer spannend. Dit is waar ze naar verlangde en wat haar ingedutte seksleven weer op scherp kan zetten, maar als blijkt dat ze met dit avontuur haar gezinsleven op het spel zet, wil ze plotsklaps niets liever dan zo snel mogelijk weer terug naar haar oude vertrouwde man en kinderen. Zien we in Soof de boodschap herbevestigd dat je als vrouw pas echt gelukkig bent als je

OPZIJ 2022 79
DOOR GWYNETH SLEUTEL

Film

samen met man en kind veilig in je huis achter het fornuis blijft, of zien we in Soof de Nederlandse Bridget Jones: een postfeministisch icoon dat haar eigen keuzes maakt?

Romantiek vanuit postfeministisch oogpunt

Even een uitstapje voor wie denkt: ‘postfeminisme, hoe zat dat ook alweer?’ Dat is namelijk niet zo gek. Het is een wat verwarrende term die vaak op meerdere manieren gebruikt wordt. In principe is de gedachte dat het postfeminisme een reactie is op het feminisme dat de vrouw hoofdzakelijk als slachtoffer presenteert. Postfeministen verzetten zich tegen de benadering van vrouw als slachtoffer. Belangrijke termen in het postfeminisme zijn dan ook agency, keuzevrijheid en autonomie. Postfeministen omarmen het verschil tussen mannen en vrouwen en schenken veel aandacht aan de vrouwelijke seksualiteit. Bridget Jones uit de gelijknamige filmreeks wordt vaak gezien als postfeministisch icoon.

Haar diepste verlangen is dan wel om met een man te trouwen, maar dit komt niet voort uit schaamte, maar uit een universele angst om alleen te zijn. Zij fantaseert over zichzelf in een trouwjurk, maar is zich er tegelijkertijd van bewust dat ze als zelfstandige vrouw niet enkel zou moeten verlangen naar het huwelijk. Bridget is kwetsbaar en zelfbewust tegelijkertijd en dat maakt haar een postfeministisch icoon dat met humor romantiek in film opnieuw op de kaart heeft gezet.

Het aanrecht als ingang naar de wereld

Maar de vraag is natuurlijk: hoe zit dat nou in Soof ? In Soof zien we een vrouw die met haar kookkunsten een cateringservice aan huis begint, genaamd ‘KookSoof’. Waar vrouwen met een schort om in de keuken vanuit feministisch oogpunt al snel een red flag zijn, kijkt het postfeminisme verder. In Soof zien we dat koken allang niet meer enkel behoort tot de onvermijdelijke

Cultuur
In Soof zien we dat koken allang niet meer enkel behoort tot de onvermijdelijke huishoudelijke moedertaken.

huishoudelijke moedertaken. Koken is voor Soof een manier om financieel rond te komen, maar daarnaast wordt de keuken juist gepresenteerd als een ruimte waar zelfontdekking en experiment kan plaatsvinden. Haar bedrijf KookSoof brengt Soof namelijk op plekken waar ze eerder niet zou komen. Omringd door succesvolle en knappe mensen wordt Soof zelf ook uitgedaagd even goed naar zichzelf te kijken. Dit gebeurt in een belangrijke scene waarin een van de vrouwelijke gasten (niet voor niets gespeeld door voormalig model Irene van der Laar) Soof op een wat bijzondere manier complimenteert met het diner. ‘Het is boven verwachting goed’, zegt ze waarna ze vervolgt: ‘sorry hoor, maar zoals je eruit ziet, dan denk ik aan pompoensoep met groentetaart’. Het zet Soof aan het denken, want geassocieerd worden met een groentetaart? Dat wil ze niet! En misschien is dat ook wel de reden dat haar bedrijf financieel nog niet zo goed loopt? De daaropvolgende scene speelt Soof met de aanwezige gasten een potje ‘wie ben ik’ wat op speelse wijze de identiteitsverwarring illustreert waar ze in terecht is gekomen, want wie is Soof nou eigenlijk en wie wil ze zijn?

Soof gaat op ontdekkingstocht en niet veel later zien we haar druk bezig in paskamers met moeilijk zittende kleding en strakke jurkjes. Even doet het ons denken aan een welbekende make-over scene waarin het lelijke eendje na een winkelbezoek en een goede kappersbeurt verschijnt als heuse vamp. Maar niet is minder waar. Soof keert dan wel terug met tassen vol nieuwe spullen, maar ze blijft haar chaotische, ietwat lompe zelf. Koken biedt Soof ruimte voor experiment en zelfontdekking en zo ook agency en autonomie, maar uiteindelijk blijft ze zichzelf.

Zelfreflectie en zelfspot

Bridget Jones is het voorbeeld van een zelfbewust personage, maar Soof gaat nog een stapje verder door niet alleen het vrouwelijk hoofdpersonage maar de film an sich een zelfreflectief tintje

OPZIJ 2022 81 Cultuur Film

Zonder dat de vierde muur wordt doorbroken, voel je je als kijker toch aangesproken. Betrapt misschien zelfs, want je zit op dat moment toch te gluren naar een Nederlandse seksscene.

te geven. Dit zien we direct in de openingsscene waar Soof en Kasper liefdeloze seks hebben en Soof in voice-over een feitje deelt: want wist je dat een ruime meerderheid van de mensen zich opgelaten voelt bij een seksscene in een Nederlandse film? Zonder dat de vierde muur wordt doorbroken, voel je je als kijker toch aangesproken. Betrapt misschien zelfs, want je zit op dat moment toch te gluren naar een Nederlandse seksscene.

Ook in de filmposter van Soof (2013) zien we zelfreflectie en humor, want wie herkent hierin niet de gelijkenis met de filmposter va n American Beauty? In de filmposter van American Beauty zien we de droom van elke man: een perfect gevormde naakte vrouw liggend in een bed van rode rozen. Soof reageert hier met een cynische knipoog op, door Soof hier ten midden van rode paprika’s en tomaten te presenteren. Zij wordt niet bedekt door rozen, maar door groentes, en breekt het perfecte plaatje door rokend en met een glas wijn te verschijnen.

Een ander moment in de film waar we zelfreflectie en bewustwording terug zien komen is wanneer Soof tijdens een kookopdracht bij een expositie even wegloopt uit het feestgedruis. Even bijkomend van de drukte nestelt ze zichzelf tussen de ballen van een gigantisch sculptuur van een mannelijk geslachtsdeel, waar ze een sigaretje rookt. Op de achtergrond zien we nog net een beeldhouwwerk van een vrouw zonder armen, een incomplete en onvolmaakte vrouw. Een schril contrast met de mega penis. Vanuit feministisch oogpunt zou dit wijzen op mannelijke dominantie ten overstaande van vrouwelijke ondergeschiktheid. Het postfeminisme waakt voor deze victimization van de vrouw. Want als we beter kijken zien we dat Soof dan wel nietig oogt tussen de gigantische ballen, maar dat het haar ook weinig doet. Ze rookt nonchalant haar peukie op en als Jim vraagt of ze niet

onder de indruk is van de sculptuur, lijkt Soof het kunstwerk voor het eerst op te merken. Een ironisch tintje krijgt de scene wanneer na een kleine tijdsprong het beeld van de vrouw zonder armen ook nog eens een schort omgebonden heeft gekregen en fungeert als ‘wijnstandaard’. De ultieme vorm van vrouwelijke ondergeschiktheid? Voor Soof niet. Zij danst er dronken omheen alsof ze een heilig object aanbidt. Op deze manier laat Soof zien dat ze zich bewust is van de ongelijke machtspositie, maar in plaats van erom te huilen, bespot ze het. Een reactie die prima past binnen het postfeminisme.

In de greep van de mega penis, en dan nog?

Op de universiteit schreef ik mijn scriptie over Nederlandse romantische komedies. Niet omdat ik zo’n fan ben van het genre. Sterker nog; ik voelde een actieve afkeer tegen romantische komedies die naar mijn idee berucht zijn om simpele plotlijntjes en de welbekende boy-meets-girl formule. Maar misschien nog wel het allerergst vond ik de vrouwelijke personages die stuk voor de stuk de hashtag leeghoofd zouden kunnen krijgen. Waarom bestond juist bij dit genre het voornaamste publiek uit vrouwen? In de vele romantische komedies die ik keek sprong Soof eruit, vanwege haar sterk ontwikkelde down-to-earth karakter en humor. Of Soof de Nederlandse Bridget Jones is? Volgens mij wel. En dat ze aan het einde van de film niets liever wil dan terug naar haar gezin, dat zie ik niet als een ‘terug bij af, alle feministen boos’ situatie. Soof is in de film seksueel uitgedaagd, haar carrière is door het dak gegaan en ze heeft zichzelf herontdekt. Dit alles met humor en de nodige zelfspot. De film lijkt hiermee dan ook te zeggen: ‘we bevinden ons dan wel in de greep van de mega penis, en dan nog? Iedereen heeft uiteindelijk recht op romantiek en een goed potje seks. Zelfs de sterke en onafhankelijke vrouw.’ O

82 Cultuur Film

OPZIJ achter het

Na een prachtige zomer is het onvermijdelijk, het najaar. Natuurlijk zien we daar dan ook direct de voordelen van in, citrusfruit volop, vijgen, boerenkool. Maar dan anders dan je gewend bent. Laat je niet van de wijs brengen door de Mechelse koekoek, uiteindelijk is dat ook maar gewoon een kip ;-).

In dit nummer herken je in de recepten een beetje België, een beetje Frankrijk en zelfs een beetje Vietnam, zij het met oer-Hollandse boerenkool.

Als altijd houden we de seizoen in de gaten en de maakbaarheid, deze recepten zijn makkelijk en snel te bereiden.

84 OPZIJ achter het aanrecht
DOOR REDACTIE ILLUSTRATIES IRENE BERBEE
Nieuw: OPZIJ achter het aanrecht. Met in elk nummer vier nieuwe recepten passend bij het seizoen.

GESCHAAFDE VENKELSALADE met

sinaasappel

Naar uw eigen smaak olijfolie

Naar uw eigen smaak wat

basilicum

• Naar uw eigen smaak zeezout

In plaats van sinaasappel kun je ook citroen of limoen gebruiken

Hoe dan?

Venkel kan prima rauw gegeten worden, door hem dun te schaven wordt hij ontzettend lekker. De combinatie met sinaasappel: ronduit heerlijk!

De receptuur is voor een of twee personen, afhankelijk van de ‘plaats’ in het menu: voorgerecht of bijgerecht.

Was de venkelknol en verwijder verkleurde delen als die er zijn. Snijd verticaal doormidden en schaaf of snijd flinterdun met de snijmachine. Doe de geschaafde venkel in een grote kom en rasp er ongeveer een theelepel schil van de sinaasappel bij. Breng op smaak met het sap van de sinaasappel, olijfolie, de basilicum en het zout.

OPZIJ achter het aanrecht
sinaasappel en olijfolie Ingrediënten • 1 venkel • 1
snippers
86

GEVULDE MECHELSE KOEKOEKFILET

Ingrediënten

• 10 kipfilets

• 100 gram doperwt, gegaard

• 100 gram maïs, gegaard

• 100 gram oude kaas

• 2 eidooiers

• Naar smaak zout en peper

Hoe dan?

De Mechelse koekoek is een kippenras maar u kunt ook een mooie maiskip gebruiken.

Verwijder de haasjes van de filet en verwijder daarna de pees.

Draai deze samen met de doperwt, maïs en oude kaas door de gehaktmolen.

Vermeng met de eidooiers en breng op smaak met zout en peper.

Snijd de filet open, maar niet helemaal doormidden zodat er een platte filet ontstaat.

Verdeel het gehakt over de filets en vouw dicht. Rol strak op in folie.

Gaar het geheel op 65°C in de oven tot het een kerntemperatuur heeft bereikt van 63°C. Bak indien gewenst nog rondom aan.

Koel terug of serveer gelijk warm in plakken.

OPZIJ achter het aanrecht
87OPZIJ 2022

VIETNAMESE LOEMPIA met

Hoe dan?

Een smakelijk vegetarisch hoofd of tussengerecht.

Snijd de groenten in fijne reepjes.

Bak de boerenkool snel en op hoge temperatuur aan in hete olie.

Voeg resterende groenten toe, bak deze groeten heel even mee.

Breng stevig op smaak met chilisaus, zout en desgewenst gemalen peper.

Laat het uitlekken in een zeef.

Leg de vulling op een loempia vel en vouw hem dicht, plak de rand dicht met wat eiwit. Frituur op 180°C totdat ze goudbruin zijn.

OPZIJ achter het aanrecht
boerenkool Ingrediënten • 250 gram boerenkool • 60 gram prei • 60 gram wortel • 20 gram peultjes • 1 eetlepel chilisaus • Naar smaak zout en peper • 4 loempiavellen
88

Hoe dan?

vijgen op

Halveer de vijgen en

TARTE TATIN van

en laurier

samen met wat suiker en

de gekaramelliseerde vijgen in kleine bakvormpjes

af in een oven van

laurier karamelliseren.

dek af met een uitgestoken

bladerdeeg.

OPZIJ achter het aanrecht
vijg
Ingrediënten • Vijgen • Suiker • Laurier • Bladerdeeg
Zachte
krokant bladerdeeg, een heerlijk dessert. Simpel, best snel klaar!
laat ze
blaadjes
Leg
en
plakje
Bak
200°C voor 20 minuten. 89OPZIJ 2022

Take care Carin Gaemers

Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.

Het echte verhaal

Devorige Take Care ging over het WOZO programma en de digitalisering van de ouderenzorg. Niet de administratie, maar de zorgverlening zelf. Onder het motto ‘thuis, zelfstandig en digitaal’ gaat zog hoofdzakelijk thuis worden verleend met behulp van ICTtoepassingen als beeld-bellen, sensoren en robotjes.

VWS en een deel van de zorgbestuurders hopen zo het tekort aan zorgverleners te ondervangen. Eerder noemde ik al een trist bezwaren, maar er zijn er nog meer. Zo is niet duidelijk hoe wordt geregeld dat een zorgverlener wanneer nodig snel ter plaatse is. Zorgverleners zullen nog meer buiten de planning om van hot naar haar moeten rijden. Dat is inefficiënt en duur.

De tijd tussen melding en hulp is thuis aanzienlijk langer dan in het verpleeghuis. Belangrijker nog, de zorg die een kwetsbare oudere helpt om de dag zonder angst en kleerscheuren door te komen verdwijnt. Voor verpleeghuizen is dit sinds januari 2017 wettelijk een even belangrijk onderdeel als verpleging en verzorging. Thuis geldt die verplichting niet. Wie dus straks met enigszins gevorderde dementie niet langer naar het verpleeghuis mag, krijgt deze noodzakelijke zorg niet.

WOZO heeft voorstanders die onzichtbaar blijven. Dit zijn de grote kantoren voor accountancy en consultancy en grote ICT-bedrijven. Zij kunnen rekenen op heel veel

nieuwe opdrachten. Deze beursgenoteerde ondernemingen wisten al jaren dat vergrijzing krapte op de arbeidsmarkt voor zorgverleners zou creëren. Sterker nog, hun adviezen en producten hebben daaraan bijgedragen. Strakke processturing en verantwoording op de werkvloer, waardoor de meeste zorgorganisaties veranderden in een onprettige werkomgeving, het komt uit hun koker. Evenals de roosterprogramma’s, zzp-tools en processturing volgens de regels van Six�Lean die oorspronkelijk zijn ontworpen voor industriële werkprocessen. Vast staat dat toepassing in de zorg al voor de corona epidemie resulteerde in verschaling van de zorg en kwaliteit van leven, evenals een hoger ziekteverzuim en hoger verloop onder zorgverleners.

Besparingen leverde het niet op. Logisch, want beursgenoteerde bedrijven moeten hun aandeelhouders tevreden houden. Het is niet in hun belang zichzelf overbodig te maken. Belangrijkste doel is altijd vergroting van marktaandeel en winstmarge. Zo werd de ouderenzorg een gewaardeerde melkkoe.

Dankzij het WOZO programma is die melkkoe voor minstens nog een decennium veilig gesteld. Ten koste van de kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen en met verlies van talloze zorgverleners. Hoeveel geld deze marktpartijen uit de zorgruif weg eten is onbekend. Er zijn geen openbare statistieken die dit bijhouden.

Overigens geldt in grote lijnen hetzelfde voor alle publieke taken waar mensen voor mensen werken. Zoals onderwijs, politie en UWV. Bij het stikstofprobleem en de energietransitie is een vergelijkbare dynamiek. De grote producenten weigeren in te leveren op hun marktaandeel en winstmarge.

Of het nu wordt betaald via belastingopbrengsten of zorgverzekeringen, zorggeld is publiek geld. Al twintig jaar is dit het verhaal van de ouderenzorg. WOZO gaat dit niet veranderen. Het is tijd voor een nieuw verhaal. Op basis van wat wij in dit land goede zorg voor kwetsbare ouderen vinden.

Een verhaal over fatsoenlijke zorg en fatsoenlijk werkgeverschap. Over welbevinden en kwaliteit van leven als uitgangspunt. Over zorgmedewerkers die weten dat er vertrouwen is in hun deskundigheid. Ziekteverzuim en arbeidstekort zullen dan aanzienlijk dalen.

Terugbrengen van de bureaucratische en administratieve obesitas tot billijke proporties, levert zeker 40% meer daadwerkelijke zorgtijd op. Onder de juiste voorwaarden kunnen digitale toepassingen die aanwijsbaar goede zorg ondersteunen, nog meer tijdwinst opleveren. Dit is een haalbaar alternatief voor WOZO, dat het arbeidstekort terugdringt, de zorgkwaliteit verhoogt en niet duurder is. Enkele organisaties hebben aangetoond dat het zelfs goedkoper wordt. Wij moeten dit verhaal zo groot neerzetten, dat het andere verhaal zijn kracht verliest. Goede zorg voor kwetsbare ouderen is een kwestie van fatsoen.

90
O

AANBIEDING

JAARABONNEMENT OPZIJ + BOEK CADEAU

Hedy d’Ancona - Vrolijk verval

Over het boek

Het valt niet te ontkennen: in onze huidige samenleving is jong in en oud out. Ouderen worden vooral bestempeld als kwetsbaar en knuffelhongerig. Een woud van treurwilgen dat je moet beschermen tegen uitsterven. Hedy d’Ancona kreeg genoeg van die stereotypering van zichzelf en haar leeftijdsgenoten. In Vrolijk verval relativeert ze het zieligheidsstempel en bekritiseert ze de zachte uitsluiting. Van de angstaanjagendheid van de ouderdom blijft weinig over in deze grappige en scherpe observaties van het dagelijks leven.

Hedy d’Ancona (1937) is een belangrijk feministe en was vooraanstaand PvdA-politica. Ze werkte bij de VARA, en werd bekend als mede-oprichtster van de actiegroep Man-Vrouw-Maatschappij en het blad OPZIJ. Ze was staatssecretaris van Emancipatie, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur. Ook was ze Eerste Kamerlid en tien jaar lang lid van het Europees Parlement.

“In handen van Hedy d’Ancona wordt het verval van de ouderdom net zo komisch en weemoedig als de dwaasheid van de jeugd. Ze schrijft met het vuur van de verliefde; nog altijd smaakt de verboden vrucht haar het best. Zo spreekt zij haar jongere ik toe: struikelen was het, is het en zal het altijd blijven.” – Arnon Grunberg

“Heerlijke, soms vileine en altijd vrolijk makende observaties, vol met het type wijsheid dat alleen met de jaren komt.” – Sheila Sitalsing

OPZIJ.NL

Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (6 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon.
GA NAAR
voor maar €47,50

‘De politiek heeft een duwtje nodig.’

Daarom steunt Alexander Pechtold

het Laatste Wil Manifest.

U ook?

De meeste Nederlanders willen het eigen levenseinde graag zelf kunnen regelen.

Het Laatste Wil Manifest geeft 10 nieuwe uitgangspunten om dat ook wettelijk mogelijk te maken.

Wat vindt u? Kijk op laatstewil.nu/manifest en laat het weten.

Maak uw laatste wil wet.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.