Kunstwegen 20 jaar
/
20
Een weg door het moeras Kunst, goede kunst, laat je beter naar de wereld kijken. Dat doen we meestal in een museum: een witte, veilige, beschermde omgeving, waar schilderijen, beelden, installaties niet worden geteisterd door afleiding, weer en wind. Mooi, maar ook een tikje… beschut.
Daarom hou ik óók van kunst die de confrontatie durft aan te gaan met het echte leven. Die de openbaarheid zoekt. Dan is de veiligheid verdwenen, moeten kunstwerken zichzelf handhaven tussen gebouwen, auto’s, reclameborden en wolken – noem het een survival of the fittest, maar dan op de punten die ons, mensen, tot mensen maken: vooruitgang, originaliteit, schoonheid. Die kracht van kunst wordt wat mij betreft nog beter zichtbaar als je kunstwerken in de natuur bekijkt. Die is sterker, eeuwiger, grootser dan de mens – ons respect voor de natuur is dan ook bijna grenzeloos, haar kracht en schoonheid zijn onomstreden. Wat moet je daar als kunstenaar dan nog aan toevoegen? Tegenover stellen? Wat me opvalt is dat kunstenaars natuur en cultuur zelden beschouwen als een tegenstelling: de beste kunstwerken die staan in de natuur bouwen bijna altijd voort op natuurlijke verworvenheden. Terecht natuurlijk: mens en natuur gaan uiteindelijk terug tot dezelfde bron, de natuur heeft de mens nooit volledig verlaten (al zijn we nog wel eens geneigd dat te vergeten). Mijn favoriete ‘natuurkunstwerken’ confronteren jou als toeschouwer juist met dat besef: dat mens en natuur volledig aan elkaar zijn overgeleverd, dat we niet zonder elkaar kunnen – en elkaar daarom maximaal moeten respecteren.
Dat waren ook precies de gedachtes die ik had toen ik mijn favoriete Kunstwegen-werk bezocht: Ein Weg durch das Moor van het Zwitserse kunstenaarsduo Fischli & Weiss. Dit ‘beeld’ is in principe niet meer dan de titel zegt: een eikenhouten pad dat in een weidse cirkel van ruim een kilometer door het moeras loopt, tussen een dicht woud van dunne boompjes door – een extreem homogeen, monotoon landschap. Dat geeft de tocht al snel iets absurdistisch: je wandelt, je beweegt, de tijd verstrijkt, maar toch verandert of gebeurt er bijna niks. Tot je opeens op een lege plek aankomt, die heel goed zou kunnen verwijzen naar het nabijgelegen kamp Bathorn uit de Tweede Wereldoorlog – maar dan ga je alweer door. Hoe vreemd dat is, besef je pas aan het einde: ineens sta je weer aan het begin, en in de natuur is eigenlijk niks veranderd. Maar in je hoofd wel: het is alsof je twintig minuten in een tijdsvacuüm hebt geleefd. Een tijdcapsule, die je niet verder brengt, maar die je leven juist voor even heeft stilgezet. Een grandioze ervaring vond ik dat, die ik iedereen zou toewensen – en die prachtig laat zien wat kunst vermag. \
Hans den Hartog Jager (1968) is schrijver, kunstcriticus (voor onder meer NRC Handelsblad) en curator. Hij is artistiek leider van Into Nature, de zomerse kunstexpeditie die zich tweejaarlijks afspeelt in het Drentse landschap. Vanwege de coronacrisis is de editie 2020 uitgesteld. Een nieuwe datum was bij het ter perse gaan van dit magazine nog niet bekend.
Tekst Hans den Hartog Jager | Fotografie Lenneke Lingmont en privé-archief