Dealen in DE hippieplek van Amsterdam
Molly van De Notenbar door: Arjan van Sorge
Er is een tijd geweest dat coffeeshops een nieuw fenomeen waren in Nederland. Niet alleen kon je begin zeventiger jaren je hasj en wiet in zo’n winkel kopen, maar ook in De Notenbar van Melkweg en Paradiso. Melkwegdealer Molly vertelt met plezier over die wilde en gelukkige tijd.
Molly is 65 jaar en geniet nu van zijn AOW, maar zijn leeftijd is hem niet echt af te zien. Wel een gegroefde kop, maar verder slank als een den en nog steeds in hippe, strakke kleding. Met een keurige dictie en zware, met vet Amsterdams en hip jargon doorspekte stem praat hij over het werk dat hij zo’n twintig jaar heeft gedaan, en de hippietijd die hij volop meegemaakt heeft.
Piramide met naakt De voormalige melkfabriek aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam werd in 1970 in gebruik genomen door jongeren die een eigen plek wilden. Molly: “Ik heb in een theatergroep vanuit de Melkweg gezeten, de Video Freaks, een afgeleide van het Living Theatre. Dan gingen we in slowmotion
sterdam kwamen ze een voor een naakt het toneel op, van achter het publiek, en dan bouwden ze een piramide van mensen. Dat had je nog nooit meegemaakt, het was talk of the town. Er kwamen vooral hippies op af, progressieve mensen die openstonden voor nieuwe dingen.”
Slopen en opbouwen “Ik had in de lente van ‘72 iemand ontmoet in de kelder onder De Engelbewaarder. Daar namen hippies hun toevlucht, ze zaten op de grond en rookten zich helemaal... vijf slagen om. Hij vertelde over een bijeenkomst in het theehuis van de Melkweg, dat al twee jaar open was, maar alleen ‘s zomers. Ze zouden weer open gaan. We zijn toen aan de slag gegaan om dat gebouw klaar te maken, en allerlei zalen in te richten. Er stonden enorm grote melkcontainers, we lieten dat weghalen door een groep kampers, zij gingen er dan met het ijzer vandoor. Eerst deden we veel sloopwerk, daarna bouwden we op. Schilderen, zagen, timmeren; mensen uit de hele wereld hielpen mee.”
Opiumwet
Dat speelde zich voor hem als echte Amsterdammer (z’n opa had een café op het Singel) voornamelijk af in de hoofdstad, toen
door de Leidsestraat met 25 man. Dat Living Theatre had ik eerder gezien op de Kloveniersburgwal, die waren allemaal op
“Daar heb ik allerlei functies gehad, zoals het theehuis runnen, tot ik in 1973 met een leuke Amerikaanse vrouw naar Friesland verhuisde. Na anderhalf jaar kwam ik terug in Amsterdam. Via een woonboot die later zonk kwam ik in de Pijp terecht. Je had daar een cafeetje waar je mocht blowen. Toen was het nog verboden, je werd gearresteerd. Ik ben ooit een keer opgepakt met pervetine, een soort speed. Mee-
We sneden de stuf voor, in stukjes van 10 en 25 gulden, daar waren we hele middagen mee bezig. ook voor eventjes het magische middelpunt van de wereld.
46
LSD. Het waren Amerikanen die de gekste dingen deden, om te shockeren. In Am-
genomen naar het hoofdbureau. Pervetine stond toen nog niet onder de opiumwet,