ondernemen met
vaktechniek
Eisen aangescherpt Overzicht driftreducerende technieken Om voldoende gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar te houden, moet er uiterst zorgvuldig worden gespoten. Sinds dit jaar gelden daarvoor aangescherpte regels. Ook is bij bepaalde spuitdoppen (driftreducerend bij een spuitdruk van tussen de 2,0 en 3,0 bar) of de zogeheten lucht-vloeistofmengdoppen het gebruik van een drukregistratievoorziening verplicht. Gewasbescherming staat onder druk en daarom werkt brancheorganisatie BO Akkerbouw aan bewustwording bij de telers over technieken die drift reduceren. Eigen initiatieven uit de sector moeten voorkomen dat er een verdere aanscherping van de regels komt en er middelen verdwijnen. Nu al is het zover dat sommige nieuw toegelaten middelen een restrictie hebben, waarbij ze alleen mogen worden toegepast met techniek van een hogere driftreducerende klasse (DRT) dan het Activiteitenbesluit (driftarme techniek, teeltvrije zones) voorschrijft. Hetzelfde gebeurt bij de herbeoordeling van middelen. Houd daarom altijd het etiket van de verpakking in de gaten en kijk of daar geen nieuwe restricties op worden vermeld. Of zoek het laatste etiket (wettelijk gebruikvoorschrift) op in de databank van het Ctgb.
Systeemdemonstratie Afgelopen najaar werden tijdens een demonstratie tien machines getoond met een driftreducerende techniek. Daarbij ging het niet om de machines zelf, maar om de toegepaste tech-
nieken. Delphy had voorafgaand aan de demonstratie metingen uitgevoerd om de effectiviteit van de systemen te meten. Dit gebeurde door met de verschillende systemen zowel Japanse haver als bladrammenas met een fluorescerende vloeistof te bespuiten. Daarna zijn er met ultraviolet licht foto’s gemaakt van de gewassen. Delphy zal op basis van de metingen komend jaar vervolgonderzoek doen. Over de effectiviteit van de getoonde technieken werd nog geen uitspraak gedaan. Een belangrijke rol speelt ook de instelling van de machine, want zo gaven de onderzoekers van Delphy aan: een slechte chauffeur kan de beste techniek om zeep helpen en een uitstekende chauffeur kan van slechte techniek soms nog wel iets maken. De chauffeur regelt tenslotte de spuitdruk, de rijsnelheid en de boomhoogte, drie bepalende factoren voor het succes van een bespuiting. Ook de gebruikte luchtdruk bij luchtondersteuning of luchtvloeistofmengdoppen is een factor van belang voor een succesvolle bespuiting. Een te hoge druk kan de druppels bijvoorbeeld van het
gewas blazen, waardoor de bedekking afneemt. Een fijne verdeling en een goede bladbedekking zijn cruciaal bij de contactmiddelen. Een voorzichtige conclusie op basis van de demo is dat een driftreducerende dop (DRD) die de drift met 50 procent reduceert, in combinatie met een aanvullende techniek die het geheel in de 97,5 procent driftreducerende techniek (DRT) brengt, een goed resultaat heeft qua bedekking. Deze aanvullende technieken kunnen zowel de Hardi-luchtzak als de Wingssprayer of Wave zijn. Met alleen doppen is een DRT te halen van 95 procent. Wil je naar 97,5 of 99 procent, dan moet het worden gezocht in aanvullende technieken. Sommige middelen vragen op dit moment al een DRT van 97,5 procent. Dat betekent dat met alleen een aanpassing van de doppen niet meer alle middelen ter beschikking staan. Om de middelen wel allemaal te kunnen gebruiken, zal er moeten worden geïnvesteerd in aanvullende technieken. TEKST & FOTO’S: Arend Jan Blomsma
Wettelijke kaders In het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn regels opgenomen met betrekking tot het beperken van de emissie naar het oppervlaktewater. Er is onder meer in opgenomen dat de spuitvrije zone voor aardappels, uien en bloembollen 150 centimeter bedraagt. Wanneer in deze gewassen echter een techniek wordt gebruikt die minimaal in driftreductieklasse 90 procent valt, is de spuitvrije zone 100 centimeter. In granen, grassen en overige gewassen is de spuitvrije zone 50 centimeter. In zijn algemeenheid geldt dat op het gehele perceel een driftreducerende techniek moet worden toegepast van minimaal 75 procent. De dophoogte is maximaal 50 centimeter boven het gewas en er mag niet worden gespoten bij een
44
GRONDIG 1 2020
windsnelheid op spuitboomhoogte van vijf meter per seconde of meer. De Technische Commissie Techniekbeoordeling heeft lijsten samengesteld met daarop de driftreducerende doppen (DRD-lijst) en driftreducerende technieken (DRT-lijst). Spuitdoppen die driftreducerend werken beneden een spuitdruk van 2,0 bar mogen vanaf 2020 niet meer worden gebruikt. Ook de zogeheten lucht-vloeistofmengdoppen dienen te zijn voorzien van een drukregistratievoorziening. Die is niet vereist als er spuitdoppen worden gebruikt die driftreducerend werken bij een spuitdruk bij 3,0 bar of hoger, als er wordt gekozen voor een dubbele teeltvrije zone (op basis van Activiteitenbesluit) of als er wordt gekozen
voor één van de volgende driftreducerende technieken (opgenomen op de DRT-lijst): • Verlaagde spuitboom (dop 30 centimeter boven gewas of bodem, 25 centimeter dopstand, doppen met maximale tophoek van 90 graden). • Toepassen van het MagGrow-systeem. • Luchtondersteuning. • Toepassing van een sleepdoektechniek. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) kan aanvullende eisen stellen. Meer informatie op www.helpdeskwater.nl en in de databank van het Ctgb op www.ctgb.nl. Informatie over driftreducerende technieken kun je ook vinden via www.toolboxwater.nl.